Leidsch Dagblad | 1921 | 20 september 1921 | pagina 5

LESD5CH DAGBLAD, Dinsdag 20 September.

Tweede Blad. Anno 1921.

Gemeenteraad van Leiden.

FEUILLETON

De met den Klompvoet

(Vervolg van gisteren.)

Het adres der Coöp. Vooruit inzake de
levering door de directie der Sted. Lichtf
abrieken aan de coöperatie boven den
gewonen hanc-elsprijs stellen B. en W.
voor in liun handen te stellen ter afdoe
ning.

De heer DUBBELDEMAN lielit het
adres toe. Uitvoerig gaat spr. in op deze
kwestie. Eindelijk wilde do directie der
lichtfabrieken de coöperatie erkennen als
handelaar na aanvankelijk© weigering.
Maar nu wil men niettemin de coöperatie
2') ct>. meer laten betalen dan ander© han
delaren. Een winstmarge van 60 et. op een
H.L. cokes is hem te gortig, vooral tvoor
een gemeentebedrijf. Hij dringt aan op
praeadvies.

De VOORZITTER zegt, dat B. en W.
met dit voorst-el kwamen, overtuigd, dat
de ooöperatie tevreden zou worden gesteld.

Wethouder DE LANGE meent, dat de
heer D. wat verkeerd heeft gezien on licht
de gestes der lichtfabrieken in dezen na
der too. Die 20 ct. redlucti© gold voor over
productie, oio er 's zomers was cn dan
nog tegen zekere voorwaarden. Hij hoopt
dat zoowel de heer D. als de raad nu te
vreden zullen zijn.

De heer DUBBELDEMAN zegt, dat dfezo
overproductie buiten beschouwing is. Het
geldt voor daarna. Hij komt dan op te
gen ue handelwijze met cl© overproductie,
die in de zakken van een tiental handblaren
is gekomen inplaats ten bate van het alge
meen publiek. Hij zal zich neerleggen bij
het voorstel.

Bij het adres der beido Olir. organisaties
ven Overheidspersoneel om op 3 Oct. aan
het gemeentepersoneei voor zoover de
dienst toelaat, den geheel en dag vrijaf to
geven, zegt de VOORZITTER-, dht er zoo
veel mogelijk aan de verzoeken gevolg zal
worden gegeven.

De heer v. ECK is daar niet tegen,
tfa&r er z.i. sprake is van oen verkregen
recht maar met de motiveering der ver
zoeken kan liij niet geheel meegaan. Hij
ia niet togen viering van zoo'n liistorisohen
gedenkdag. Wel tegen de wijze, waarop
dit geschiedt, omdht er tevens monarchis
tisch© betoogingen aan worden verbonden.

De heer F. ELKERBOUT: Dat is nog
geen verkregen recht.

De heer v. ECK wijst op de uitconloo-
pende bevolking der stad. Wanneer dit ver
lof nu gegeven wordt, goed, maar dhn
onder voorwaarde, dat de overheid erken-
ne, dat ©en groot deel der bevolking niet
gesteld is op dAt feest, wel op een ander.

Geroep: 1 Meifeest.

De hoer v. ECKZeer juist. Hij bomt.
op voor dit deel van liot personeel. Hij
doet daarom een voorstel dat of op 1 Mei
of op 3 Oct. het gemeente-personeel vrijaf
kan krijgen, naar keuze, doch slechts
voor één van beid© dagen, natuurlijk voor
zoover de dienst het toelaat.

De heer WILMER dankt B. en W. voor
hun toestaan. Hij gaat niet me© mot de
voorwaarden van den heer v. Eek, iets
waarmee iedere partij dan wel zou kunnen
komen. 3 Oct. is ©en algemeen© feestdag.

De heer v .ECKDus wij lellen niet
me©.

De lieer WILMER: Ook de soc. demo
craten vieren dién dag, behalve dan mis
schien ecnige gemeenteraadsleden'. Hij stelt
een motie voor in den geest, als reeds door
B. cn W. in toegezegd en uitgevoerd naai
de VOORZITTER zest.

De heer OOSTDAM zou con supplement
opde motie-Van Eek wilen Indienen. Hij
zou: op een der 11.-K. feestdagen naar
keuzo willen toevoegen.

D© heer v. ECKIk neem hert supple
ment over.

Wethouder v. cl LIP: Dat kan niot.

De heer v. EOK: Dan maak ik eon
nieuw© motie. Hij doet aldus.

Wathouder DE LANGE adviseert ver
werpen van boklo moties. B. ©n W., niet
do Taad, bepalen welke dagen gelijk zijn
to stellen met c!a feestdagen. Met 3 Cct.

roebben B. en W. dat nu gedaan. Het per
soneel is bevredigd.

De heer OOSTDAM heeft willen aan-
toonen, hoo hot best© was met B. en W.
eenvoudig mee te gaan. Hij trekt zijn sup
plement in, gezien hot financieel bezwaar
daartegen.

De heer v. ECK ontkent, dat 3 Oct. door
do soc.-dem. van harte gevierd wordt,
al gaan ze natuurlijk wel eens kijken, gelijk
vermoedelijk de heer Wilmer naar clen 1
Mei-optocht. Hij verzekort, dat princi
pieel zijn partij er niets voor voelt. Hij kan
van een ander dat standpunt ook erken
nen en begrijpt dus, wat de heer Ooetdam
opmerkte. Daarom neemt hij het over.

Dat B. en W. nu zeggen: 't gaat db
raad niet aan, dat is in strijd mot den de
mocratisch cn tijdgeest. Yan verbod of wat
ook is hier trouwens geen sprake zoo
iets prikkelt omnoodig en brengt niet de
gewonschto verstandhouding tussohen B.
on W. en den raad

De heer OOSTDAM is er tegen minder
heden te onderdrukken cn daarom zal hij
voor die motie Van Eok stemmen.

De heer F. ELKERBOUT: Wat heb ik
nu met je aan do hand.

Wethoudor v. d. LIP begrijpt niet, dat
©en verstandig man als do heer Oostdam
zoo in strijd komt met wat hij terecht
juist formeel onmogelijk noemde.

Op het verschil tusschon ecu nation al en
feestdag en zoo'n dag als 1 Mei eto. zal hij
niet nader wijzen. Wanneer dan tot den
heer Oostdam van rechts aanmaningen
worden gericht, d© heer Mulder zelfs naar
hem toekomt, roept men uit den soc.-dem.
hoek: Hou je taai, Oostdam.

De heer EERD'MANS ,wil protesfceeren
tegen do wijze, waarop deze kwestie van
enkele zijde is behandeld. Spr. zou ook
voor de protestanten gemakkelijk hebben
kunnen opkomen door eenigo data te noe
men. Hij wil aan zoo iets niet meedo-en.

Do m o t i v. ECK wordt ver
worpen met 18 tegen stemmen (die
der heeren Oostdam, Heemsberk en do S.
D. A. P.

De VOORZITTER, vraagt d©n heer
Wiilmer intrekken van zijn motie-

Do heer WILMER acht zijn motie goed,
opdat naar bui ben blijkt dat de raad voor
3 October voelt.

Na nog eenig gepraat, wanneer blijkt,
dat do motie bij acclamatie zou zijn aange
nomen, trekt hij dezo ton slotte toch
nog in.

AGENDA.

lo. Benoeming van twee Curatoren van
het Gymnasium. (293)

Gekozen wordt mr. J. C. van der Lip
met 22 stemmen tegen 2 op den lieer prof.
Eerdmans en 3 blanco cri voorts prof. dr.
K. Sneijders de Vogel met 20 stemmen te
gen 1 op prof. mr. A. J. Blok en 4 blanco
en 2 van onwaarde.

2o. Benoeming van een tijdelijke, lecrarcs
in de Duitscho taal en letterkunde aan do
Hoogero Burgerschool voor Jongens. (303)
Benoemd wordt mej. E. A. W. Broes van
Dort, alhier.

3o. Idem als voren ia de Geschiedenis.

(303)

Benoemd wordt mej A. E. Revers, al
hier.

4o. Idem als voren van ccn tijdelijk
lecraar in do Nederlandsche taal en letter
kunde. (303)
Benoemd wordt dc heer E. W. Schallen-
berg, alhier.

5o. Idem als voren ïq de Duitsche taai
en letterkunde. (303)
Benoemd wordt dr. G. G. Kloeke, alhier
Go. Idem als voren in de Engclsche taai
en letterkunde. (303)
Benoemd wordt de heer Ohr Kok, alhier.
7o. Idem als voren in het Tcekenen.

(303)

Benoemd wordt de heer H. van Baten
burg, alhier.

8o. Benoeming van een tijdelijke lecrares
in Wiskundo aan de. Hoogere Burgerschool
voor Meisjes en vaststelling van haar jaar
wedde. (304)
Benoemd wordt mej. J. H. Hoestra, al
hier, mot 25 stemmen.

9o. Benoeming van een onderwijzeres in
de handwerken aan de school der 3de klas
se No. 4. (305)
Benoemd wordt mej. P. B. van der Horst
met 25 stemmen tegen 3 blanco.

lOó. Benoeming van een Stadsgeneesheer
voor het tijdvak 15 Augustus 1921 tct 15
Augustus 1924. (310)

Bestendigd wordt de heer H. P. Veldhuy-
zen, alhier, met 25 stemmen.

Ho. Praeadvies op heb verzoek van mej.
H. O. Planjer, om eervol ontslag als on
derwijzeres in dé handwerken aan de
school der 3de klasse No. 3. (300)

Conform besloten.

12o. Praeadvies op het verzoek van
Joh. Parmentier, om het op te richten
drooglokaal op het terrein aan do Schel
penkade Sectie M No. 3659, van hout te
mógen maken. (307)

Conform Insloten.

13o. Idem als voren op dat van G. J.
Rutgers ten aanzien van het te bouwen
schuurtje op het terrein achter het perceel
Haarlemmerweg No. 57, Sectie K Nos.
1845, 2967, 2572 en 2968. (308)

Conform besloten.

14o. Voorstel tot in-gebruik-geving van
de losplaats aan de Haarlemmertrekvaart,
nabij Piet-Gijzenbrug, aan do Ned. Elec-
trische Timmerfabriek „Doelma". (309)
Conform besloten.

15o. Voorstel tot aanvaardiug van 'de
voorwaarden, waaronder door Gedeputeer
de Staten vergunning is verleend tot den
aanleg en de exploitatie van een hoog
spanningslijn onder de gemeenten Ter-Aar,
Nieuwveen, Zevenhoven on Nieuwkoop.

(300)

Conform besloten,

16o. Voorstel tot verhooging van eenige
posten der begrooting, dienst 1921, waar
van de raming te laag is gebleken. (297)
Do heer F. ELKERBOUT vraagt htertij
oonijgte inlichtingen inzake wachtgeldrege
lingen, die w&fh-oiuTer BOTS geeft.

Hierna wc tót hot voorstel li. st. aange
nomen.

17o. Verordening, houdende wijziging
van dc verordening van 15 April 1909 (Ge
meenteblad No. 3), tot voorkoming van
brand. (301)

Oonform -besloten.

18o. Voorstel:

a. tot vaststelling van de verorde
ning, regelende het Openbaar Ver
volgonderwijs te Leiden;

b. tot vaststelling van de verorde
ning, regelende dc heffing van
schoolgelden aan de scholen te
Leiden, waarin openbaar vervolg
onderwijs wordt gegeven;

c. tot vaststelling van dc verorde
ning, regelende de invordering
van schoolgelden aan do scholen
te Leiden, waarin openbaar ver
volgonderwijs wordt gegeven;

d. tot het verlecnen van eervol ont
slag aan dc dames W. S. Tilanus
cn I. M. Enuma, wegens ophef
fing barer betrekking van onder
wijzeres aan dc Herhalingsschool
voor Meisjes;

e. tot benoeming:

lo. aan de school, waarin open
baar vervolgonderwijs zal ge
geven worden aan Jongens,
van

één hoofd,
zes onderwijzers;

2o. aan do school, waarin open
baar vervolgonderwijs zal ge
geven worden aan Meisje©,
van

één hoofd,

drio onderwijzers,

drio onderwijzeressen. (302)

Algemeene beschouwingen.

Do (koor MEYNEN wil ©en paar ©pmeifcingön
maken over punten, ook door -tie plaatselijke
eehooioom missie reeds aaD gov oord m<?rt wio hij
het ooiLS is.

Ten cer-slo liet aantal sclh-olon, waar vervolg
onderwijs wondt gogo ven. Het lijkt hora venMan-
dïg, «Jat 'togonc rer -dezo tak van onderwijs, dio

niet de warme sympathie heeft het zaak is
dezo zooveel mogelijk aantrekkelijk te maken en
bezwaren to .vermijden. Er zijn nu 2 scholen en
volgens B. en W. zuilen er 2 blijven. Allo jon
gens moeten naar één school, evenzoo de meis
jes, ongerekend., waar zij wonen, afstand dus,
etc. Is het niot mogelijk nog een paar scholen
voor dit onderwijs aan te wijzen, waardoor dit
bezwaar wordt ondervangen?

Het tweede punt betreft een poging om het
onderwijs zoo aantrekkelijk mogelijk te maken.
Hiermee komt spr. op benoeming van het per
soneel. Tot dusver ging het om benoeming voor
het leveu. Er zijn echter z- i. gevallen, waarin
mutatie wenscheb'jk is. Leerkrachten, die den
heelon dag zwaar, werken en zich deugdelijk
voorbereiden, kan nét te kras worden en ook de
leeftijdsgrens is z.i. een belangrijke factor, voor
al bij dit onderwijs, dat bijzonder frisoh moet
blijven. Daarom kan bet wenaéhelijk zijn, dat
niet voor hot leven benoemd wordt.

Uitzicht op pensioen, hoezeer gewenstiht en
dienend als prikkel, kan ftisöhkeid en pfhyaisChe
kracht niot gaven. Het onderwijs moet altijd no.
één blijven.

Hot derde punt betreft het aantal uren. Die
mogen niet boven de 300 gaan. B. en W. mec-
nen, dalt do vacant ies zullen worden afgetrok
ken. Hij wil vragen of hot niet voorzichtiger is
te rekenen met de mogelijkheid dat de racantios
niet worden afgetrokken, en dan zou het aantal
over de 300 komen.

Over één punt wil hij nog een vraag doen. Is
die tormijn van ontslag voor dc dames Tilanus
eoi Enuma niet wat heel kort (11 -dagen) en is er
niet oen middel -dit ontslag tot een behoorlijken
termijn te Verlengen?

Mevr. v. ITALLIE.v. EMBDEN wijst er op,
hoo volgens de wet het huishoudonderwijs nu
van het vervolg-oaderwijs zal afvallen, waarvan
naar zij vreest hot gevolg is, dat het schoolgeld
nog moor <d<in verdubbeld wordtt, g olijk B. en W.
voorstellen. Spr. meent toch, dat do vakschool
ook nog gelid zal vragen, waardoor het velen to
zwaar zal vallen daarva-u gebruik te maken.
Wat zij ten zeemste zou betreuren, gezien do
waarde, vooral waar er geon verplichting is dit
onderwijs to volgend Spr. meent, dat in Den
Haag do gemeen to voor dit onderwijs zcigt.
Kan {tit hier ook niét, vooral als kleine ge
meente?

Zij verklaart zioli \oor hooren van bctrokkc-
nou, gelijk do Bond van Ned. Onderwijzers
vraagt. Zij .duit ziéh aan bij den heer Meynen,
wat betreft dc* benoeming voor 'l leven en het
ontslag der beide betrokken dames

Er zijn vakken van onderwijs, die varplicht
zijn en niot verplicht. Voor jongens is b.v. tco-
fcon-on verplicht, voor meisjes handworleen. Meis
jes hebben editor ook tcekenen noodig on dc
jongens kunnen ook wel handwerken locrou, zij
't ©enigszins gewijzigd naar mannelijken aard.
Teek enen is een gave, dat doét de natuur. Wie
geen aanleg heeft voor tookenon, heeft hert mis
schien wel voor muziek. Muzikale opvooding
hooft h. i. oen grooie waarde. Zij wil dus facul
tatief stellen teekenen of zang onder deskundige
lording.

Do lieer A. ELKERBOUT onderschrijft de be
zwaren der voiigD sprekers wat betreft het ont
slag der beide dames op zoo korten termijn, ge
zien hun staat van dienst. Mon mag haar niet

als 't ware mot oen schop onder de de

straat opsturen. (Van diverse zijden verzet to
gen deze uitdrukking).

Dc heer GROENEVELD .is voor het beschik
baar steil en van meor scholen dan 2 en vraagt,
waarom B. en W. den Bond van Ned. Ondor-
wijzens hebben uitgeschakeld, trots de toezegging
Warn, don wethouder, vroeger gedaan.

Do hoor KNUTTEL dringt er eveneens op aan
meer sabelen beschikbaar te stellen dan twee.
Zoo wordt de behoefte kunstmatig gedrukt.

Wart de bonoeming betreft al of niét voor 't
lovon, dat ia in deze maatschappij moeilijk te
beslissen. Wanneer iemand voor zijn wenk niet
moer deugt moot men ham ander, wel geschikt
waric in de samenleving eenvoudig kunnen op
dragen. Daarvan is thans geen eprake.

De rede van mevr. v. Italïio geeft oen juist
voorbeeld vnn do pruilerige wijzo van regelen.
Zie liet lijstje van vakken, waarop b.v. alge
meen© gescliiedonis ontbreekt. Teekenen -moet
B.-i. iéder eoaigstin-s kunnen begrijpen. Waar
blijven voorts de moderne talen? En dan het
schoolgeld. Schrijft de wet dit voor? Js hot niet
verplicht, dan is hij voor gratis onderwijs.

Wethoudor v. d. LIP onitkant ooit toezegging
gegeven to hchben, altijd den Bond van Ned.
Onderwijzers to zuftem ihooron. Moot de Bond
geraadpleegd worden, dan moétcai ook de andere
v©roeniging©n géhoord wotóon. Hij achtte raad

pleging hier onnoocLig, waar het alleen goid hot
aanpassen van het onderwijs aan dc nieuwe wet,
speciaal wart (betreft de subsidie.

Alloon wanneer de kwestie 7an hot 7c en
8o leerjaar en van het nijverheidsonderwijs ge
regeld is, is z.i. het vervolg-onderwijs te regelen.

Bekijk Jan cle kwestie au fond, nu is het'
te vroeg. Overigens erkent hij gaarne die
waande van raadplegen der betrokken school*
krachten.

Spr. wijst er op, dat in die .verordenmg staat
minstens 2 scholen. Hjj wil gaarne overwe
gen of meerder© mogelijk en gewensoht 5.*,
doch hij gelooft niet, dat het aantal de lief
hebberij vergroot, wat hij met een voorbeeld
ateefid© uit het verleden. Afstanasmotiieven
lijken hem wat klein-stcodach. Zoo groot i©
Lei-den niet. Wat 't personeel betreft, spr. ia
•niet om tijdelijke aanstelling, vooral niet
hier. D© onderwijskrachten worden gerecru-
teerd uit het corps, zijn Jus geheel bekend!
Aan den dijk zetten is toch maar theorie
bovendien, did gebeurt n'iiet in de practijk
uit medelijden niet. De keuze wordt groot©?
bij vaste aanstelling, dat verget© men niet.
Het aantal wen, hier genemen, lijkt hem ge
heel juist volgens de wed en hij beroept zixti
op een uitlating van den minister zelf, die'
aprak van 6 u-ren per week. Hier wordt hot
8 u-ur een half jaar en 4 uur het andere, du0
ook 6 gemiddeld.

Dat bedoelde twee dames op korten termijn
wonden ontslagen, lijkt hem niet juist. De
wet bepaalt, dat met 1 Oct- hun betmekkiag:
vervalt en het is aan te nemen, dat zij zelf
daarvan wisten, trouwens hij meent dat ook
wel te hebben opgemerkt. Ontslag met 1 Oot.
is daarom z. 1. logisch. Met 1 Oct. houdt dé
betnefahing -op en tevens dé rijkssubsi-di©.

Wal Je Raad iets doen, Iaat hij dan voor
stellen beide dames een gratificatie t© geven,
al acht 'hij dit onnoo^g. Alle vakken kunnen
niet gegeven worden. Men ie gebonden aan'
«,©n aantal weer. Men moet dus ©cn keus
doen ©n hier hebben B. on W. genomen wat'
er al-tijd' was en wat <Se hoofden wenschelijk
oordieelen. Uren meer geven gaat nLet. Ho©
wenechelijk het moge zijn, het gaat niet-

Wat het schoolgeld voor huidliouaonderwïis^
aen een vakschool betreft, ja, dat is jammer,
maar zoo wil de wet, die dcao vakken schrapt©

Do heer A. ELKERBOUT doet een voorstel
dc dames Enuma en Tilanus eerst met 1 Jaii
te ontelaau-

De heer HEEMSKERK doet ©en voorstel
de -dames ©cn gratificatie te (geven van 3
maand' salaris;, vermlnlderd met het genoten i
wachtgeld over dien tijd.

Mevr. r. ITALLIE meent, dat het kuis-
houdoiidcrwijs niet weggelaten -mag worden],
Is iets 1e bereiken met. een sulbsid-ie of met'
©en eiigen school of wat anders

Er moet k. i. iets worden gedaan.

De heer GROENEVELD wijst er ©p, dat
weer -eens to loeren valt uit het gebeurde, hod
voorzichtig men meet zijn met toezegging-en
van een wethouder.

Wethouder v. d. LIP zegt, (hit de lieer
G r oen© veld weer met verdachtmakingen
komt, waarvan hij zich niets aantrekt. Na
tuurlijk moet een wethouder voorzichtig zijn-

Dc heer GROENEVELD Wat ti"n we
aan die praatjes.

Wethouder v. d- LIP Ik zal steeds mijn
-giedtradhtalijn van thans blijven handhaven.

Spr. herhaalt zijn bezwaren tegen een
gratificatie aan beide dames, voor een van
wie het trouwens een bijbaantje is. Hoezeer
haar werk waardeerend, acht hij dit on-
noodig. Wat het huishoudonderwijs betreft
do wet regelt het zoo. Hij zegt toe zijn
bijzondere aandacht er aan to zullen ge},
ven. De algemeene beschouwingen worden
gesloten en de verordening z. h. s. aange
nomen.

De heer KNUTTEL vraagt bij b nog-
maals of schoolgeld verplicht is.

Wethouder VAN DER LIP zegt dat dit
niet het geval i3.

De heer KNUTTEL vraagt dan stemming}
over art. 1.

Art. 1 wordt aangenomen met 17 tegen
11 stemmen (die der S. D. A. P. en van
den heer Knuttel, Sijtsma en mevr. Ital-
]ie—Van Embden).

B wordt z. h. st. aangenomen, evenals
O en D.

Het voorstel-Heeraskerk wordt aangeno-

door DOUGLAS VALENTINE
Geautoriseerde vertaling van W. E. P.

(Nadruk verboden)).

14)

Eesn e tem buiten F.eh-reouwdo,,Nach
B-erlia, alles ednsteigon." Ik zei, zoo be
leefd aki ik kon, ondanks mijn stijgend
misnoegen

,,lk wou liever mij-n treiu niet misson.
Mijn reis naar Berlijn is van hot hoogst©
bcdang. Ik vertrouw, dat tb trein kan
worden opgehouden, totdat ik u overtuigd
heb van mijn betrouwbaarheid. Ik heb hier
een kaartje van Horr von Stolnhardt."

Hier zweeg ik ©ven, om den naam goed
te laten doordringen. Ik was overtuigd,
dat hij een of ander© hoogo Piot in Duit-
schen dienst moest zijn.

„Ik geef geen laars om Horr von Stean-
harolt of Horr on wait dan ook," schreeuw
de do Duit schor. Toen zeido hij kortaf, t-ot
een krniperigen secretaris naa-st hom
„Is hij gefouilleerd?"

Do secretaris wierp een angst ig-vc r-
echrikten blik op den schildwacht.

„Neen, Horr Major," zei do secretaris.
„Nou, neem hem clan mee en kleecl hom
uit on breng mij alles, wat je vindt."

Do sohildwaolit draai do op zijn hiolc'n
a-la ©en automaat. Het oogenblik was ge
komen, om mijn laatste kaart nit to spe
len ik voelde, dat ik liet er niot op wa
gen kon mij aan eb grenzen te laten op
houden, want dan zoudon Stolzo on zijn
vrienden mij achterlaten. Ik was verbaasd

dat zij blijkbaar niet getelegrafeerd had
den, om mij togen te houden.

„Een oogenblik, Horr Major," zei ik.

„Breng hem weg!" Do dikk© maakt©
een afwijzend gebaar met do hand.

„Ik waarschuw u," vea*volgde ik, „dat
ik voor belangrijke zaken op reis ben. Ik
kan u er van overtuigen. Maar clan
on ik keek het bureau rond, „da-n moeten
eerst al deae mensohen weggaan."

Tot roiin verbazing zakt© do woede van
den diklco zichtbaar. Hij staarde me ©en
poo3 aan, nam toon zijn bril af, en wreef
do glazen met zijn zakdoek. Toen zei hij
achteloos

„Iedereen moet weggaan, behalve deze
heer I"

Do schildwacht, die weer op zijn hielen
was omgedraaid, soheen iets te willen zeg
gen zijn stom smoorde, voordat hij een
goluid had gegeven; hij salueerde, draaide
weer rond cn volgde do rest cle kamer uit.
Toon allen verdwenen waren, trok ik mijn
linker-bretel uit het armsgat van mijn
vest en liet do zilveren ster zien.

Do dikko man sprong overeind.

„Do Ecrr Doktor moot mij niet kwalijk
nemonik hen er ontdaan van ik had
geen vermoeden, dat de Horr Doktor niet
©en van cb vervelondo Amorikaansoho
spionnen was, die ons land over stroo
men Als de Herr Doktor maar gezegd
had, dat

„Horr Major," zei ik, ©n ik trachtte zoo
onbeschaamd mogelijk to zijn (daan- is ©eci
Duitsoher zoo goecl van thuis), „ik ben
niet gewoon mijn zaken te vertellen aan
iedoren gok, clion ik tegenkom. Nu moet
ik naar mijn trein torug."

„Do Boriijnaoho trein iB vertrokken,
Horr Doktor, maar

„Do Berlijnsoho brein vertrokken?" zei
ik. „Maar mijn zaken kunnen geen uitstel
Lijden. Ik zeg u, dat ik vanavond te Bier-
lijn moot zijnl"

„Er is geen kwestie van, dat u don ge
wonen trein neemt, Herr Doktor," ant
woordde cle dikko vleiend, „maar ongeluk
kig is do ©xtramtrein, dian ik voor u
klaar had, afgccomnr-andeerd. Ik dacht,
dat u niet weer kwam."

Ecu extra-trein Groot© goden 1 Ik was
blijkbaar een p-ersonago van belang. Maar
©en extratrein was hqokm-aal niet wat ik
hébben moest! Waar voo-r don drommel
aou driie m© heen brengen?"

„Do Berlijnsche trein moe-sb hier opge
houden worden, totdat uw ex lira-trein weg
was," ging d!o majoor voort; „maar nu
zullen wo hem in Wcsel ophouden, totdat
u voorbij is. Ik zal er voor zorgon.

Hij gaf onkelo telefonisch© ordors ©n
won-delo zich na een levendig gesprek mot
een stralend gelaat weer tot mij

„Zo zuilen hom in Weiol ophouden en do
extra-trein zal in vijf en twintig minuten
klaar zijn. Maar er is geen haast. U hebt
een uur of meer over. Mag ik hot genoe
gen hebben clen Herr Doktor ©en glas
bier en een sandwich aan te bieden in ons
offioiorsoasmo hier?"

Tja nu zat ik er aan vast. Een
extra-trein, dio m© weet waarheen zou
brengen voor ik weert) niet welko doel
einden Missohion zou ik enkele inlich
tingen uit mijn dikken vriend kunnen krij
gen, als ik met hem meeging; dus nam ik
zijn uitnoodiging reet gepaste neerbuigondo
vriendelijklieid aan.

Do majoor veronbeoliuktigdo zioh een
oogenblik en keerde loan terug met mijn
overj as en tasch.

„Zoo," riep hij, „dat kunnen we hier
laten, totdat we terugkomenAobter hem
door do open deur zag ik ©en groepje be
ambten nieuwsgierig cle kamer in gluren.
Toen wij langs -ham heen wandelden, gin-
gon. zij haastig achteruit. Er was bepaald
iota eerbiedig* in hun mander van doen,
dart) mij ton h-oogst© verwonderde.

Een auto, bestuurd door een oppasser,
stand op heb stationsplein; een van de
douanebeambten stond mot do pet in de
hand bij het portier. Wij reden snel door
do nieuwe straten naar een plesinitje, waar
een schildwacht bij een ijzeren hok voor
do otficiorssooiëteit geposteerd stond. In
d .ezijlcamer waren vier of vijf officieren
an grijze uniformen aan het luieren. Toen
wij binnenkwamen, sprongen zij op en
bleven m de houding staan, terwijl de ma
joor hen voorstelde: kapitein Pabl, luite
nant Meijereen heel© reeks namen.
Eén van do officieren miste een arm, een
ander was sterk mank. de overigen waren
klaarblijkelijk oud-gedkmden.

„Een Amerikaan, heeren, een goed
vriend van ons"dit was de vorm, waarin
de majoor mij voorstelde aan het gezel
schap. Weer verwonderden mij de buiten
gewone eerbiedsbetuigingen, waarmee ik
ontvangen werd. Duitschers houden niet
van Amerikanen, vooral niet sinds dezen
bot in hun hoofd kregen, granaten aan do
geallieerden te verkoop en, en ik begon t©
denken, dat al cleze officieren meer van mij
moesten weten dan ik zolf wist. Eon on-
noozel uitziende oppasser met witte hand-
sohoemeai bracht bier en een paar eigen
aardige, onooglijke sardine-sandwichos,
die mij bleken gemaakt te zijn van „oor
logsbrood."

Terwijl hot bier ingeschonken werd, keek

ik do kamer eens rond, die kaal en heel
eenvoudig geaneubeld was. Afschuwelijke
chnonvo-lithograileën van kecaor en kroon
prins hingen aan den wand, boven een
lijst vol oorlogstrofceën. Do weemoed sloeg
mij om het bant bij het herkennen, onder
andere zegeteekenen. van een Engolsohe
pet met zilveren ster en een Britschen
stalen helm met oen groot gat er boven
in. Toen 6choot het mij t© binnen, dat ik
in de streek van het 7d© regiment was, d-at
een van onze taaiste begenstanders aan het
Westfront is.

Het gesprek werd op beleefden cn lusto-
loozen toon gevoerd.

„Het is bij gclogenlioden zoo-als doze,"
zei do officier, „dart men ziet, hoe onzo
broeders over zee do Duitsoho za-ak hel
pen."

„Al uw moeilijkheden rijn nu voorbij,"
zei de majoor, zoo ongeveer op de wijze
van het koor in een G riekscli tooneelspel.
„Vanavond is u in Berlijn, waar uw arbeid
ongetwijfeld beloond zal worden. Ameri-
kaansohe vrienden van Duitsclrland zullen
wel niet gewild zijn te London, denk ikl"

Ik mompelde: „Neen, zeker niet."

„U moet veel tact bezitten, dat u geen
argwaan gewekt heeft," zei do majoor.

„Dat bangit er van af," zed ik.

„Neemt u mij niet kwalijk,'* antwoordde
de majoor, die al de bewijzen begon te
leveren van een onverbeterlijke kletskous
te zijn, „ik weet iets van do belangrijkheid
va-n uw opdracht af. Dit blijft onder ons,
nietwaar, heeren? Er waren bijzondere
orders omtrent u van den korpscoruman-
dsant van Munster. Uw extra-trein, heeft
hier vier dagen op u gewacht.

(Wordt vervolgd.)