Beschaamd. FEUILLETON. De geschiedenis van Willem Teil. Van alles wat. Hoe Reintje gestraft werd. „Mazelen", antwoordde Grijskapje, waarbij co baar .nieuw vriwrikMnnetje vragend aan keek. „Gelukkig riep Ina uit', terwijl zij in de banden klapte. „Net als ik en Moldy kan nou niet zeggen, dat je mijn vriemlkmetje niet wilt zijn, omdat ik ziek ben' geweest. Ze is soms heel onaaTdüg," „Trek er je maar niets van aan'*, aei bet buurmeisje vriendelijk. „Zij aogt, dat ik bleek en.' mager ben", ging In a voort, teriwijl zdj nog boos werd, toen zij zich dte woorden van baar zusje herinnerde- Grijskapje keeik Ina' nu apLettentdl aan en zag, dat baar gezichtje werkelijk bleek en mager was. Maar dfit was bet niet, wat baar het meest trof- Dat was de ongelukkige uit- dTukkinig in Ina's oogen en zij vermoedde, dat de afwezige Molly bear zusje tm'aar al te dikwijls plaagde. Zij sloeg baan arm om Ina's bals, kuste haar en zei opnieuw „Trek er, je maar nieste ivan aan." Ina gaf baar buurmeisje nu ook' een zoen en zonder zich rekenschap te geven van' het-» geen zij dieöd, keek zij naar bet raam der 'schoolkamer. „Vertel me eens, boei je eigenlijk' beet, Grijskapje", zei zij* Het andere meisje lachte hartelijk. „0, noem je mij „Grijskapje" vroeg zij, „Ja!, Molly en ik hebben je, vanaf dat wij je zagen, „Grijskapje" genoemd", bekende Ina, nu' ook lachend, „Maar ik bad bet jei eigenlijk niet willen vertellen. Vin-je bet naar „Nee, het IdMnk heel leuk. Noem ime aÜsje- Blieft altijd „Grijskapje", wil je Het' klinkt' veel aardiger dan mijn echte naam Hillda' Florence van dear Boon. „O, wat een mooie naam zei Ina verrast. De bedde meisjes bleven nog geruimen tijd op bet muurtje zitten babbelen cm Ina ver nam, dlat meneer en mevrouw v.an der Boon 'de (viilla voor den geheelon zomer gebuurd hadden, terwijl Grijskapje hoorde, dat Ina en Molly Ellens met bun ouders in 'de andere .villa woonden. Hun' moeder had het" altijd druk met' aller lei liefdadig vrerk en zij kregen eiken morgen les van een gouvernante en maakten 's mid dags bun huiswerk. (Wordt vervtoTgfd). Tjjdens den! N oord!-Arme rik a anscsben bevrij dingsoorlog was op zekeren dag een afdeel&ttg soldaten bezig een verdedi g ingwerk te ber- stellen, maar zij spanden zich vergeefs in een balk boven cp -de versterking te sjouwen, daar deze yeel te zwaar was. De bevelhebber van HL t IS BETER GEEN KONING DAN ZULK <T EEN VORST. Dit zeiden, de goeden in den lande tot «Bran der, en zij hadden er reden voor om te klagen. Het karakter des konings operibaaaido zioh al aanstonds nadat hij den vekMag gewonnen bad. Hij bot be* varctebjk lijk van Adolf van Nassau •aan zijn benden ter plundering over, en me nige dappere, die bet mishandelde en geplun derde lijk aantrof, welden de tranen in de oogen, waarbij deze woorden door hen gesta meld werden: „Het dapperste hurt is bi een on- wettigea strijd gevallen. En toen men eindelijk besloot Hot lijk naar staat on rang bij des konings voorvaderen bij |te zetten, verbood de koning om hetzelve in de koizeriijkfi grafkelder een plaats te geven. Eerst na .Mbrechts dood, werd het mishandelde over schot van Adolf van Nassau, in den grafkelder bij zijn vaderen bijgezet. Alteedht van Oostenrijk was een vale ah, eer gierig en wraakgierig vorst, en al deed bij al zijn beat can de rust en do vrede in zijn rijks gebied te handhaven, de liefde van zijn oüdor- ihoorigon zicht hij echter te vergeefs te winnen. 'Reeds in de eerste dagen van zijn koningschap wondde hij pogingen aan om zich bet echoono ï\bmtog«c?Mid toe te eigenen. Hij beweerd* dat het troepje gaf de meest uiteenloopezuïe be velen, raasdo cn tierde, doch zijn haraoh com- mandeeren hielp niemendal. Al geiaumon tijd had een cruitör in burgeikleodimg dit tooneel gadegeslagen, toon hij eimdélijk don bevelheb ber vroeg,„Maar waarom help je ook piet een handje mee Do tgövrraagde voelde zich hcleedigd en ant woordde fier.„Wel, ik ben ide korporaal „Zoo, neem mij Idan niet kwalijk zei do ander, tor.wijl hij van zijn paard' steeg en dit aan een paal vastmaakte. Hij hielp in het zweet zijns aansdhjjns den' balk lichten, tot dat men er in, slaagde het bout op ziju plaats to 'brengen. Daaiop wischte hij zich 't zweet van het voorhoofd en zei tegen den korpo raal „Noi, meneer do korporaal, als je weer ar beid te verrichten hebt, waartoe je (manschap pen niet talrijk genoeg zijn, zendt dan ge rust om je bevelhebber, en ik zal gaarne op nieuw een bandje helpen. Mijn naam ds "Was hington I" Na deze woorden reed hij weg en liet „meneer den korporaal" verbluft, doch ookbeschaamd staan. Knutselwerkjes van papier* L De steek. Het as zoon gezellige bezigheid wat to knut selen óf voor je kleine broertje of zusje óf voor je asalf, dat dk jullie eens een paar aardige, kleine dingetjes wü learon. Misschien ken je ze wol, maar 't kan ook zooals het zoo dikwijls gaat dat je ze wel gekend hebt, maar ver geten 'bent hoo 't eigenlijk moet en dat, als één der Heintjes thuis je vraagt wait te maken van. een stukje papier, je de kluts heelemaal kwijt bent. Zoo nu en dan wil ik daarom eens iets dergelijks geven on zoo als vanzelf spreekt, be ginnen wo (bij het began on due met iets heol ge makkelijks. Je neemt een stuk papier vóóor je, b'.v. 'één idat 2-i c.M. lang en 18 c.M. breed is, en vouwt dat van rechts naar links dubbel. (Fig. I). ..li" I Fig I. Nu vouw je dit idubHele papier nog eens dubbel, maar ruu van beneden, naar boven. Je krijgt dus fe. ET. Fig. H. Daarna ïeg je de laatste vouw weer open en Het papier zóó voor je, dat de dichte kant naar boven ligt. (Fig. III). De stippellijn duidt do vouw aan en nu leg je lijn A B en lijn B G 'langs de vouw. (Fig IV). Fig. IV, Dj Nu vouw je den rand (D) aan weerskanten naar buiten om en de hoekjes langs do schuine lijn. Dan krijg je een aaadigen steek voor do pop van Zus of Beentje van Broer. Natuurlijk kun je het papier ook tweemaal zoo lang en tweemaal zoo breed nemen om oen steek voor hot Heintje zelf te maken. Een anderen koor leer ik juQio van 'den steek oen bootje maken. Kleine Heintje, het vosje, waarvan ik" julio in mijn vorig verhaaltje vertelde, was nu opgegroeid tot een grooten vos.: 'Hij woonde nu ook niet meor bij Vossen- moedertjo in het groote vossenhol, want zijn voorganger, Adolf van. Nassau, dit gekocht en tot een rijkdbezrttmg gemaaM had, waarvan hij nu de rechtmatige eigenaar geworden was. Maar de zonen van den ouden graaf, Fxederik en Diernaam, trokken met een kcunbende uitge lezen dapperen togen 's konings vóLdheer, Fre- Iderrik van Neurenberg op, wiens leger zij totaal versloegen, zoodat de arglistige vorst nu on willens van zijn veroveringsplannen moest af zien. Toon wxhfe hij Het eens langs een anderen weg beproeven om zijn bezittingen uit te brei den, en rijk te worden aan macht en invloed. Hij wist dat zijn vaders familie, vele overoude on uitgestrekte goeder-en in Zwitserland bezat, en aüs erfgenaam zijns radens meende hij, dat ail de goederen der famüie Habsfburg, hem van rechtswege toekwamen. Maar ook dit pogen Ihad een oven on gains Li gen uitslag. Wel lagen in Zwitserland de boste en oudste bezittingen van zijn stamhuis, maar deze waren allengs door landerijen doorsneden of daaraan toegevoegd geworden; en daar deze landerijen aan do vrije steden toebehoorden en door rijksvoogden be stuurd werden, viel er niet aan te «denken om' daarmede het huis van Oostenrijk te verrijken. Wel waren er vele edelen en graven in! Duitschlan'd die landgoederen in die stréken be zaten, en ofschoon het aan koning Aübrecht aanvankelijk gelukken mocht, eenige dier va- salkn om to koopen, hij kwam er echter geen stap verder moe. Hij moest er dus ook weer van afzien; want de bewoners der vrijsteden in; de kantons Schwijz, Uri en Untorwaldcn kwa men daartegen op; zij wilden niet toelaten dat' men hun vrijheden verkocht on hun land aan Oostenrijk vorkwan solde; zij worden al genoeg onderdrukt. Hun: scherp cn blik 'doorzag des ko nings plannen, daar hot Hem <e doem was oan vasten voet in hun land te bekomen, langzamer hand de véle bezittingen daar aan te koopen of zich die onvrijwillig toe to eigenen, en zoo als 't ware een gordel te «hum om een groot deel van het Duitsche rijk. Neen, die kloeke Zwitsers Hadden Ide vrij heidszin mot de moedermelk ingebogen, en .was ten hun vrijheid beter te handhaven dan HuV naburen do Duitschors, al behoorden beiden tot dauzeïfden Geimaansdhen «tam; zelfs do lh*£ eigenen in Zwitserland hadden niot to Hagen' da-ar zij ails vrije mannen behandeld werd^nj oen stean hadden uit te brongen bij de verhief ringen, en de bekwaamsteen onder hen zelfs gè* roepen wenden, am oen of en-der openbaar ambt te bekiceden. 'Zolfs do edel en dé ridders daar hVdkféft ïangtzameiüiandi hun' aristecrarischb ViOpmooH-1 ten prijs gsetgewomzij solraamden: zioh niet om zelf de hand aan den ploqg te «laan, hunne beEÜttimgiem zelf te bohesron en voor hhn land en vee te zorgen. En am1 hoestende kaniin/g AlHrekiHt' c*p teen-^ maai het voornemen, oan idat kffleine, ma&ri vrijhjriidMeweitde Voffik, aan rijn heerschappij' te onderwerpen, en bét aBe vrijheiden en pri-i vetegiën, door de vorige koningen door 3/sst oif geweH te optnemen. Hij zond zijne gezanten dsarheea^-em^efecStfte, (stoutweg van kJe vier woudstecBen fvfó-Jko.-en1 óndteiwerpiojg aan zijn Jgjeaaig., L, i (Wfofcfo v»rvolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 10