FEUILLETON. De geschiedenis van Willem Teil. moeite het Knar gekost had, dien morgen nog iets goeds bij elkaar te brengen. Rita's vader was burgemeester en woonde reeds ja/ren in Kot stadje. Oud en jong kende ïiotm dan ook en allen mochten hem en zijn vrotfw gaarne lijden. De heer en mevrouw van Mannen zoo heetten zij hadden vier kinderen Rita, do oudste, Ankie en Mies je, die tweelingen waren, en het kleine broertje in de wieg. Rita leerde goed op school en daar zij een warm, liefdevol hartje bezat, was zij zoowel op schooi als in huis beel bemind. Thuis bad zij altijd veel voor haar ouders, haar zusjes en broertjes over en op school deed zij flink: hoar best. Rita had ©ehter een heel leelijk gebrek ze sprak niet altijd do waarheid. Dit was al heel sterk uitgekomen, teen zij een paar weken geleden het mooie bierglas van baar vader bij cmgeluk gebroken had. Uit angst voocr straf had zij de waarheid niet willen zeglgen. Zij hield vol, dat zij het niet gedaan had en toen eindelijk haar moeder haar apart had genomen en haar aan het verstand had gebracht, dat zij door te blijven ontkennen, de schuld op anderen wierp, had zij het leeljjke van haar gedrag ingezien en onder oen stort vloed van tranen bekend- Moeder was diep bedroefd geweest en Vader erg boos, terwijl hij haai verzekerde, dat, als hij haar v'.'r haar verjaardag nog éénmaal op een leugen betrapte, die dag ongevierd zou voorbijgaan. Den morgen vóór de groote vacanti© was het hoofd der school altijd gewoon de meis jes een opstel te laten maken en het beste rret een prijs te belconcn. DaaT Rita altijd do eerste van haar kTas was geweest, twijfelde niemand er aan, wie ditmaal de gelukkige zijn zou. 's Middags stonden eoni'ge meisjes vóór de schooldeur te wachten om den uitslag te hooren- ,,'t Is eigenlijk dwaas, dat wo komen," zei een aardig kroeskop je. „Wij weten toch wel, wie 'de gelukkige is; 'k had eigenlijk even goed- thuis Icunnon blijven 1" „Dat zou toch niet aardilg zijn," beweerd© nu één van Rita's vriendinnetjes. „Verheeld je, dat alleen de meisjes kwamen, die op een prijs hadden gerekend". „Er is d© volgend© week' een gToote 'dans partij bij den burgemeester", riep op ectis een derde, die op een holletje kwam aanloopen. „Dat weten we al lang", klonik het ant woord van enkele meisjes, die meer intiem met Rita omgingen, „dat is ter eere van haar verjaardag". „Komen er veel vroeg een ander meisje, 'dat to-t nu toe gezwegen had. Op eens raak ten al do tongetjes los do danspartij maalrf© het onderwerp van gesprek uit, tot eindelijk Rita verscheen en de hecle bend© naar binnen stoof. Rita zelf was echter minder overtuigd dan haar vriendinnetjes, dat zij het best© op stel had ingeleverd. Dien morgen was zij met erge hoofdpijn opgestaan en had eerst nog een brief aan haar grootmoeder moeten schrijven, daar deze den volgenden dag jarig was en de brief met het pakje van haar ouders bijtijds verzonden moest worden. Dit had haar hoofdpijn niet beter gemaakt en op school was het soms geweest, alsof zij do juiste woorden niet vinden kon. Uit angst van thuis te moeten blijven en daardoor niet mee te kunnen dingen naar den prijs, had zij er bijna spijt .van, want met een onvoldaan» gevoel had zij haar werk afgegeven, omdat de tijd1 voorbij was- Todh was ze niet geheel zonder eenige verwachting teruggekomen, cn terwijl zij haar hartje voelde kloppen, nam zij haar plaats in. Daar versoheen de juffrouw met hot stapel tje schriften en een oogenbliik later klonk' het „De prijs is door Kelly Boutens behaald zij heeft verreweg het beste opstel gemaakt. Natuurlijk kou maar één do gelukkige zijn. En nu wcnsch ik jullie allen een prettig© meant ITierna overhandigde do juffrouw een boek aan Nelly en werd deze door haar vriendin- rotjes mot gelukwonscben bestormd. Ook Rita had zich bij hot troepje gevoegd. Zij had Nelly con hand gegeven, doch geon woorden kunnen vinden. Zij wist eigenlijk niet, wat zij moest 7-ggcn. dit was tot haar doorgedrongen, dat zij den prijs niet behaal 1 had. Wat zouden Vader en Moeder wol zoggen, die zoo zokor verwachtten, dat zij het beste op stel gemaakt zou hebbon? Zij voelde zich diep ongelukkig, 't Was dan ook wel erg jammer, dat zij dien morgen zco'n hoofdpijn had, an ders zon het stellig goed zijn gegaan. En thuis gekomen barstte zij in tranen uit, toen zij de teleurgestelde gericht en van haar ouders zag. Vader was boos en Moeder verdrietig, terwijl do kleintjes niets van Rita wildon woten, omdat zij meenden, dat Rita heel ondeugend was ge weest. Eindelijk besloot Vader naar hot hoofd dor school to gaan cn haar tc vra.gon, hot op stel eens te mogen zien. „Een meisje, dat altijd nr. ócn zit," mom pelde hij, „ik begrijp het niet T<~on d© burge meester terugkwam, met het werk van zijn kind in zijn zak, was hij nog moer ontstemd. Fij liet haar een paar leeb'jko taalfouïm z:en en uit enkele 2innon was oen woord weggelaten. „Ik begrijp or niets van," zei mijnheer van Maan en knorrig, „jo kunt veel bricr! Waarom heb jo zulk knoeiwork geleverd?" ,,'t Kwam alleen van do horrlpijn," verze kerde Rita. „Wat? Hoofdpijn?" viel hij haaT in do rede. ,,'k Geloof er niets van. Van morgen was er geen sprako van hoofdpijn. Ik weet nu, wie hot zegt, en ik laat mij geen leugens meer „Kind,' mouw spelden. En zit uu maar niet lan vei. B huilen, tranen berteakenen niets, zoolang -t vrij mot de daad toont dat afschuwelijke jok A hij willen laten. Jo weet je straf: ja verjoer ona zal voor ons geen feestdag zijnl" Moede Rita had de kamer roods verlaten ar s de 2 naar den tuin gevlucht, waar we haar jmmaal begin van ons verhaal aantroffen. Wel'rid ha vrees olijke ontdekking had zij daar godaaaar in werd niet moer door haar ouders geloof'er gee was wel hot ergste, wat haar vador ha&ihter 1 kunnen toevoegen, to moer daar zij ditm: rootmc waarheid gesproken had. Zij had toch werkelijk hoofdpijn, dien gen zelfs heel erg, maar bcwijzan kon z natuurlijk niet. Zo had <wrst gedacht, dalcdon I misschien nog wel over zou gaan. En de gen-de week was het haar verjaardag 02 zou nu niet gevierd wordenI Y/as or dan mand, wien zij haar verdriet kon toe? won? Niemand, die haar zou geloovon? en Mooier niot; maar haar vriendcnntkiud c Ach, die zouden haar toch niot kunnen he Maar wie dan? Ja todh, óén wa3 er, wie z les zou willen vertellen, óón was er, die wol geioovcn zou, maar jammer ganoogl één© woonde naet hier. Rita docht aan grootmoeder, hij wio zij in do vacantio zou logeeron. Dcszo gedachte liet haar niet los, zij plotseling oenig geritsel tusschen do bl ren hoorde cn haar moedor naderen zag. „Ik zou nu maar in huis kamen Rita!"Groot movrouw van Mnanon, „cn lot in hot vei wat meen: op je woorden. We zijn zeer bodr< dat ons oudste meisje ons zooveel veav doet." „Dus u gelooft mij ook niet, Mooder' denkt ook, dat ik u en Vader voorjok doo zeggen, dat ik hoofdpijn had?" „We woten immers niet meer, wat wo looven moeten? Waarom heb jo het dan ochtend niet gezegd; jo verzwijgt zoo iets voor ons. Je hebt reeds zoo dikwijls getrs ons iets wijs te maken; daarom, kind! we ncn je in dit opzicht niet vertrouwen." „Nooit meer?" „Niot vóórdat je getoond hebt een an meisje te zijn geworden. Ik zou er verder maar niot over spreken, maar mij vast nemen mij te vsTheteronl" Rita zweeg. Zij wist gcaoef. Die dag g somhor voorbij ca do voegende dagen waren niet opgewekt. De andera zoo prettige vacar begon nu zóó treurig, dat zij maar weer n; het einde verlangde. Zij had aan haar vri< dinnetjes de zaak naar waarheid vertoH hoewel zij haar eerst beklaagd, hadden, spi ken zij or nu niet meer over. Toen Rita op haar verjaardag wakker we had zij weinig lust om op to staan. Zij zag 1 zonder op togen dézen dag en hot was met c beklemd gemoed, dat zij rich aankleedde n2ar ben oden ging. aar de indeljjl brb aar 01 aar k loodoi ndere lacht :oe vro Op achon lusjes ,351 jekom M iet, 1 Var t b Zij v In nodei Groort vroir teirus Dat hoof won» 'zij a ,.C V; „1 trou ken E drit 1 na rik eii je II. WIE ZAL ER NU KONING WORDEN? Het was in die dagen een oud gobruik, dat tijd'ens het leven van rijn vader, de oudste zoon als opvolger benoemd en ge kroond werd, zooriab er na het overlijden van den vorst geen verschil ovor het be noemen van een koning kon plaats heb ben. Dientengevolge had ook koning Ru dolf in het laatst© jaar zijner regeering, op den Rijksdag te Frankfort, aan d© Duitsche vorsten, aldaar bijeengekomen, t© kennen gegeven, dat, indien hij mocht komen te sterven, rijn zoon Albrecht van Oostenrijk, tot koning van het Duitscho rijk zou worden verkozen. De vergaderde vorsten, die hun koning hoog© achting en genegenheid toedroegen, waren met dezo zijn keuze in geen© deel© ingenomen, doch, daar zij hunnen vorst niet door een weigering wilden bedroeven, gelukten het hun de beslissing aldoor uit t© stellen; wel bevroedende, dat do oude, grijze vorst zijn eind© nabij was. En toen dezo eindelijk gestorven was, werd niet diens zoon Albrecht, maar graaf Adolf van Nassau tot koning over het Duitsche rijk uitgeroepen. Wol is waar was deze keuze wel ver diend, maar, al was dezo graai van Nas sau oen kloek cn dapper ridder, die te goeder naam bekend stond, toch was hij niet vooT het koningschap geschikt, omdat hij arm aan geld en goederen was. Even wel was den aanvang zijner regcering zeer prijzenswaard, daar hij rusteloos liet land doortrok om overal den: staat van zaken stipt na te gaan, doch rijn armoede ver leidde hem tot een min edele daad. [Hij gevoelde zich verplicht veel geld te leen te vragen, om daarmee <Je onkosten van het reizen en trekken te kunnen betalen; dit nu was zoo'r. groot kwaad niet, maar, t-oen Eduard, ko'Uug van Engeland, tot wicn hij zich cm hulp gewend had, hem 100,000 mark (restigdhiizend gulden) aan bood, mits hij" d'czcn in den oorlog tegen Philippus de Schoone van Frankrijk bjj stond, nam hij dit aanbod aan. Hot gevolg hiervan was, dat hij de achting' van het volk en van do Diritsdhe v-orstcn ■ver beurd had. Immers, eerst had hij een vrede verdrag met den Franschcn koning gesloten, on toen hij de bezittingen van Albreobt de Ontaard© van Thnringen, gehedl onwettig aangekocht had, Het hij in'diens landen d© cmmenscheHjk- sto wreedheden door rijn legoibond© bedrijven. Dientengevolge werden de Duitsche vorsten we d/erom op den landdag bijeengeroepen om rich een koning te Kozen, en zie, toen viel d© keue op Albrecht van Oostenrijk, do zoon van Rudolf von Hahsbmg; terwijl mon koning Adolf v Nassau voor d© vierschaar Het dagen, om rii te komen verantwoorden oreer hot onrecht do hem hedrovon. Maar deze laatste was niet voornemens rijn tegenpartij 200 maar zonder elag of eto de koningskroon cn scepter af te staan; ©vei min als hij zich geneigd toonde om als pchi; digo voor der vorstenvlorsdhaar to versohi non; zoodat er weldra een bmnenlandsohe 00: log ontstond tusschen deze beid© partijen. Vorst Adolf van Nassau, bijgestaan door rij dapperen, onderscheidde zich daarbij dcor ec woeste dapperheid di© nicta on niemand ontzaj maar hij had met oen wreod on hearschsnob tegenstander te doen. d'o wol dapper in de strijd was, doch voor geen oneerlijk© middel© terugdeinsde, cn zich in iederen kamp zeer en ridderlijk gödroog. Den 2den Juli 1268 had c te Göllhcim, bij "Worms eon treffen tussaho; heide legers plaats. Een woedend© strijd ont brandde. Adolf van Nassau deed menig dappo ren krijger ondor rijn slagen vallen, tot hij ein delijk met zijn tegenstander, Albrecht van Oos tenrijk slaags raakt©, man tegenover man. „Hier zult gij sterven on mij mijn rijk latenI' riqp Adolf hem mot bitterheid toe, waarop Al- hrecfht koelbloedig ton antwoord gaf: „Dat in Gods handL" AdoH viel in den strijd cn ASbrodht vao Oostenrijk (had den steg gawannen en de ko* ninklijk© kroon veroverd. (Wordt» vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 10