't Gouden bordje. CORRESPONDENTIE. ANEKDOTES •een kanonskogel dien ook omver en ver morzeld.© de>n man eer. arm. Nu keerde hij ran zijn post, den verbrij zelden arm met den anderen vasthouden de, en in het voorbijgaan zei hij tot. den officier: ,,Ik .'neb het vooruit gezegd." Ter wijl hij de smartelijke bewerking van het afzetten van den arm onderging, zei hij getroost„Nu kan ik niet meer werken, maar ik heb mijn plicht, gedaan en laat den Koning voor mij zorgen.'' Op een mooien zomeravond Mocht Marietje wand'len gaan. PlotsTmg kijkt zij naar den hemel, Ziet voor 't eerst de volle maan. Vol verlangen rekt er. strekt ee Do armpjes, maar ze zyn te kort, En ze vleit haar zuster Dina: Blief, geef Miesje 't gouden bord!" Moeilijk is het kind te sussen. In den slaap nog snikt ze ervan, Maar gelooft toch d'and'ren morgen, Dat zij 't bord niet hebben kan. Na een poos mocht ze op een' avond Weer met Dina wand'len gaan. Zij zoekt 't bord, maar vindt zoo waarlijk Slechts een streepje van de maan. En nu lacht ze en wijst naar boven. Dina vraagt: „Wat is er, dot?" „Wil niet hebben", stamelt 7t kleintje, ,,'t Gouden bordje is kapot!" Beiden lachen. Dina draagt ha-ar Nu in huis, op vader's knie En vertelt het. Sinds heet 't maantje: ,,'t Gouden 'bordje van Marie." Met de vacantie, nu de meesten óf udt lo- igeeren zijn, óf zelf lögèes hebben en veel uit- 'gaan met het mooie weer, is het maar een «heel klein lijstje van goede oplossingen. Maar jdat begrijp ik heel best, hoor, en ik neem het (niemand kwalijk als er in deze weken eens (wordt overgeslagen. 1 Kina OuJdshoorn, je vraagt mij of ik jullie jook va-cantie geef van de raadsels. Och <}e Kindercourant komt tooh immers iederen 'Donderdag, d<us kan ik er ook best raadsels 'in plaatsen voor degenen, diie thuis zijn in .Leiden en er lust- in hebben om te blijven jmeedoen in de vacantie, maar ik zal heusch 'niet van mijn lijstje van trouwe inzenders schrappen de kinderen, die in de zomervacan- tie niet wekelijks meedoen. In September, jalë ieder weer thuis /is en aan zijn werk. zal jik pas weer prijsraadsels geven en dan zal 'ook wel eens het oogen'blik aanbreken, dlat lik om nieuwe raadsels en anecdotes vraag; nu nog niet Adriana de Wekker, bewaar ze (nog maar. Marie Laman, je briefje was mij [nu ook nog welkom. We kennen elkaar nni 'immers, dus vond ik het heel aardig dat. je mij nog een hartelijk wooidje schreef. Nellie .van Zijp ook aan jou mijn dank voor je briefje jen mijn groeten aan je ouders. Johan Offrin- jga je mag nog één jaar meedoen met de klei- jneren als je pas 10 jaar bent geworden, maar .vindt je het prettiger om voortaan tot de jgrooteren gerekend te worden, ga dan gerust 'je gang. Wim Overduyn, wat heb je mij een gezelligen langen brief geschreven. Daar heb I jegroot gedijk in, om wat meer oplossingen Jte ©turen; want is dc eene dan fout, dan is een andiere wel weer goed- Ik blijf nog tot September in Zeeland, dus tot zoolang «duurt die regeling van de brieven Zaterdags vóór 12 uur in te zenden, maar omdat de tijd dus korter is, wat enkelen moeilijk schijnt, zal ik j zeggen de kleineren drie en de grooteren vier 1 raadsels oplossen, is dat goed Gerard van /ier Horst, ik heb de vorige week nog verge ten om je te bedanken voor het alleraardig ste vers dat je mij als afscheidsgroet hebt ge zonden, maar al dce je nu niet meer mee, omdat je geen tijd hebt, hoop ik dat iemand bij je thuis dit toch wel zal lezen en je dus zult hooren dat ik je vers heel aardig vond- Pieter Willem van Rooyen, toen je moedér vroeger op de Breestraat woonde, hee.,, zij altijd een zuster van mij gezien, «die daar toen woonde, die is overleden. En als je nu zegt, dat je dikwijls een juffrouw Koopmans van Bockeren op den Hooge Rijndijk hebt zien lcopen, dan ben ik dat, want ik héb gèen zustors meer. Louis Hartkamp, zeker mag jo voortaan ook tot de raadiseljeu'gd behooren Jacques Ort, zeker had jo gelijk over wat jo mij vroeg, maar bij de raadsels door «de jeugd ingezo-ndten, zie ik wel eens een kleinigheid :dcor de vingerè. Mijn groeten terug aan Wies; het is vreemd nu ik haar wekelijksche brie ven niet meer krijg. Dat zal frisch geweest zijn om zóó kletsnat te regenen. Mar iet j© Zaalberg, wat heerlijk voor je dat je een half uur per dag uit mag, dat is een goed' teeken. Je anecdotes zal ik eens plaatsen en bewaar de raadsels nog maar tot in September. J. A. Burger, had je nog nooit het woord bigge gehooid, het is toch heusch een bestaand1 Ne- derlandsöh woord- Hoef jij je dan niet te erg te haasten, als jo in de vacantie maar drie goede oplossingen hoeft in te zenden Jan Albert Brinks ik ken je best als een trouwen inzender, dus ik hoop ook dat jou beurt spoe dig eens zal komen. Van «dl© zusjes Drover man had ik in lang niet gehoord, maar de naam was mij toch niet onbekend- Marie Lancel, beterschap hoor. Ik ben blij dat het boek nu zoo goed van pas kwam. Annie Zirkziee, wel bedankt voor je an sicht en je brief uit Amsterdam. Ik begrijp, dat je nu dezen keer niet mee hebt kunnen doen met de raadteets. Ik wens oh allen veel plezier op alle uit stapjes. Hartelijk gegroet door Mej. A. KOOPMANS VAN BOEKEREN. OPLOSSINGEN DER GEWONE RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER. 1. ring, 2. men 8. 4. 5. 6. Verkiezingen, negen, geen, verzen, kienen. Als het kalf verdronken is, dempt- de put Het waren grootvader, vader en zoen. De honger. Monnikendam. P. 'Aar peper papaver kever pet r Koningin Wilhelmina. Apeldoorn. Arreslede. lam, arm, are, den, esp, hen, Ede, iep. Goede oplossingen der raadsels ontvan gen van Wim Overduyn, Reinera Dreverman, öatharino Dreverman, J. A, Burger, He lena en Herman van Weizen, Adriana de Wekker, Rina Oudsboorn, Marie Lancel, Marietje Seydell, Bertha Kriek, Klazina Parievliet, Johan Offringa, Jo en Dora Bergsma, Geertje, Pieter en Sjoerd Ma- zurel, Jacques en Greetje Ort, Marietje Zaalberg Pieter van Rooyen, Nellie van Zijp, Jetty van der Noordaa, Jan Willy Dee, Jan Albert Brinks, Marie Laman, Louis Hartkamp. RAADSELS. Voor Allen. L Ingezonden door Cou Janzen. Welk spreekwoord kunt ge uit de volgende letters maken? a, a, e, e, d, d, b, I, t, r, i.- IL Ingezonden door Christiaan Landkrcon. Mjjn geheel van 15 letters is iets dat gedurende den oorlog bestond. 1, 2, 3 een lichaamsdeel, 12, 13, 14, 15 heeft men in de mond, 7, 8, 10, 3, vindt men zeer vee! aan den hemel, 8, 9, 10, 8, 11 is een deel. van een piano, 6, 13, 11, 12 heeft men op visite, 7j 8, 5, 10, 4 is een meubelstuk. IIL Ingezonden door Hans van Lokhorst. Mjjn geheel is een vrouwennaam ran 10 letters. 4, 10, 10, 9 is een vogel uit den hoenderhof, 1, 8, 6, 3, 5, 7 is een jongens naam, 7, 2. 9, 10 is een meisjesnaam. IV. Ingezonden door Reinier van Leeuwen. Ik ben zoo zwart als git, En omgekeerd als) melk zoo wit Ingezonden door H. en I. Prins. Welk huis heeft geen dak? VI. Ingezonden door Ida Brakema. Mijn geheel van 10 letters is een" speel goed voor meisjes. 6, 3, 8, 7 is iets wat men in Limburg vindt 3, 4, 5, 6, is een sieraad. 3, 9, 2, 1 een kruipend diertje, 10, 4, 7, een kleur. Ingezonden door Dickie Holt-z. Overtroefd: Amerikaan (opsnijdend over de hitte in Amerika): ,,Het is zóó heet, dat de vlie gen de vleugels verbranden. 7 Ier: „Dat is nog niets, vergeleken bij ons in Ierland. Wij moeten onze kippen met vanille-ijs voeren, andei's leggen ze ge kookte eieren!" Dat is troef. Een boer hoorde op zekeren avond laat in de schuur praten. Hij opende de deur, ging binnen en hoordo toen juist oen var zijn jongens vragen: „Wat is troefV' „Schoppen is troef, en ik geef," riep de boer en hij schopte ze allen de schuur uit Ingezonden door W. F. Louwrier. Snugger. „Waarom zijn de visschem stom?" vroeg de eene student aan den anderen. „Malle vraag, zeg. Praat jij eens als je je snoet in bet water hebt." Ingezonden door P. van der Horst. Moeder„Wie heeft er van de kersen gesnoept? Er liggen pitten op den grond." Pietje: „Ik al vast niet, Moeder, want ik heb de pitten doorgeslikt. Ingezonden door Albert Akkerman. Jam, de een menigte ondeugendheden uitvoerde en bij de ontdekking altijd hals starrig bleef ontkennen, dat hij de dader was, zoolang hij niet door een pak slagen tot bekentenis werd gedwongen, werd op een dag, uit school komende, door zijn va der ondervraagd. De eerste vraag was „Jam zeg me eens. wie heeft de wereld ge schapen? Jan had dadelijk zijn antwoord klaar en zed, als naar gewoonte„Ik niet, vader, heusoh niet." „Domme jongen", hernam d>e vader, wie do 'wereld gescha pen heeft. Jan, (He in 't streng gezicht van dien vader reeds een pak slaag in het ver schiet zag, sloeg verlogen de oogen neer ©n zei eindelijk stotterende, onder een vloed van tranen „JaVader ik heb het gedaan, maar ik beloof u, ik zal het noodt weer doen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 12