X>e Zwerver.
Gered door zijn zoon.
i,0 zusje, blijf eens even staan!
„daar komt een kleine zwerver aan
„hij steelt van Bruno gauw een been
„en loopt er op een draf mee heen.
„Nu zus, wat zeg je van zoo'n dief V'
„ja broer ,ik vind het ook niet lief!
„maar weet je, als die kleine kat,
„nu nergens anders eten had 1
Zoo wordt Het alles tóoE nog goed
en als de zwerver 't weer eens 'doet',
dan waoht hem vast geen slaag of straf
en niemand pakt hem 't kluifje af!
straat op, aood'at hij weldra weer voor den
winkel vain Mie Schort stond. Gelukkig!
't Varken was er nog. Hij zou het dus
kunnen koop en.
In zijn haast had hij toch niet vergeten
twee dubbeltjes uit heb doosje te nemen,
die hij krampachtig met zijn hand diep
In zijn broekzak omklemde.
De koop was spoedig gesloten, "t geld
op de toonbank neergelegd en Piet stapte
trotsch als een pauw het winkeltje
uit. Hij had niet eens gezien, dat Mie
Schort hem nog een pepermuntje voor
hield. Nu omklemden zijn vingers het
varkentje, want hij was bang, dat iemand
tegen hem aan zou loop en en het kost
bare voorwerp daarbij op den grond zou
vallen.
Moeder en de broertjes en,, zusjes be-
v onderden als om strijd het prachtige
varken, dat een eereplaatsje boven op de
kast kreeg. Maar eerst had Piet er na
tuurlijk den inhoud van het doosje in
.laten verdwijnen, 't Waren aclit blanke
nikkeltjes, die één voor één door de gleuf
naar binnen gledten. Jongens, wat ram
melde dat varkenEn wat zouden er nog
een hoop bij in kunnen
Moeder mocht ook eens rammelen, even
als Vader, toen hij van zijn werk thuis
kwam, maar Dirk en de kleintjes niet.
Piet was veel te bang, dat zij het zouden
laten vallen, want 'danO, hij kon ér
niet aan denken, wat er dan gebeuren
zou: zijn mooi groen varkentje in 'scherven
op den grondOm bij te huilen zou dat
zijn. Neen, hij zou 't nu maar veilig weg
zetten én 7t dan rustig laten staan, er
zelfs met een stoel bij klimmen, als hij
er weer wat in zou doen. 'tZou misschien
het beste wezen, als hij de losse centen
in het oude doosje legde, totdat hij er
tien bij elkaar hadDan kon Moeder ze
roor een dubbeltje wisselen, want anders
jou het varken veel te gauw vol zijn.
Al was de drukke tijd nu eigenlijk voor
bij, Piet verdiende nog mtenig (Kwartje
in hét pension, omdat hij zoo vlug en
handig boodschappen kon doen. En 't ge
volg hiervan was natuuruijk, dat het var
ken steeds meer dubbeltjes bevatte, 't Be-
aon er zelfs zwaar van te worden en Va-
cbr noemde liet: „het gemeste varken",
omdat het zooveel te eten kreeg en zoo
veel waard was.
„Noem bet maar „liet gemeste varken7",
Vader", antwoordde Piet dan lachend.
„Maar slachten doe ik het Daarvoor
is het veel te mooi
Zoo verliep die winter en werd het Var
ken steeds zwaarder.
Tooh was het geen gelukkige winter ge-
Aveest voor de familie Van Gricnten, want
'Truusje, het zusje, dat. op Piet. volgde,
'was hard ziek geweest. Zij had weken aan
,één stut in bed gelegen en nu, tegen het
.voorjaar, was ze nog niet beter, al mocht
zij dan ook op een ziekenstoel vóór het.
raam in het voorkamertje liggen.
Eerst was Truusje te ziek geweest om
te verlangen op te mogen- staan, maar
langzamerhand, toen zij zicih wat beter
begon te voelen, viel het haar dikwijls
moeilijk opgewekt te blijven, als zij op
liaar stoel moest liggen en andere jongens
en meisjes in de straat zag loop en en
springen. Hoe benijdde zij de anderen, die
7s Zondags met Vader groot© wandelin
gen maakten en haar daarna van allerlei
te vertellen hadden.
't 'Arme kind werd er zóó verdrietig on
der, dat haar gezondheid eer achter- dan
vooruit ging.
„Ze moet wat afleiding hebben," had
de dokter gezegd. „In spelen en lezen
heeft ze niet veel lust, maar nis ze eens
wat had, iets dat ze heel mooi vond en
waar Ze rustig naar kon liggen kijken,
bloemen bijvoorbeeld, zou haar dit zeker
goed doen.7'
Piet was juist in de keuken, toen Moe
der Vader vertelde, wat de dokter ge
zegd had.
„Ja," zei Vader, „Bloemen! Ze zijn
zoo duur en ik moet nog wat afdoen van
de vorige week'!"
„En Jaap heeft nieuwe klompen noo-
dig!" zuchtte Moedier.
We zullen zien. Wie weet, of we nog
niet een bloemetje kunnen koopen voor
onze kleine zieke,' zed Vader.
Piet was de keuken uitgeslopen en naar
het groene varkon op de kast gegaan.
Voorzichtig klom hij op een stoel en nam
zijn spaarpot in zijn hand. Wat was hij
zwaar! Hoeveel zou er wel in zitten? Mis
schien wel drie gul dienAls hij daarvoor
eens maar dan moest zijn var
ken immers stuk geslagen worden
Als hij eens probeerde er een dubbeltje
uit te schudden, maar nee, dat ging nieiti!
Telkens bleven de dubbeltjes plat liggen,
niet ééntje kwam uit de gleuf steken!
Wacht, bijna! Nee, 't wös weer mis!
Wat 'n bloemen zou hij voor den inhoud
van „het gemeste varken" kunnen koo
pen Maar dan was hij ook alles kwijt:
varken én dubbeltjes! De dubbeltjes, dat
was minder, maar 't varken, 't mooie
groene varken, waar hïj zoo trotsch op
was
Toen hij 's avonds naar bed ging, was
hij het nog niet met zichzelf eens, of hij
het varken opofferen zou of niet. Zonder
dubbeltjes geen bloemen voor zieke Truus
je, doch zonder stuk varken ook geen dub
beltjes! Hij kon maar niet in slaap ko
men, doch eindelijk dommelde hij toch in
en cfroomde hij van allerlei mooie bloe
men, die hij bij baas Ve enen daal, den tuin
man, kocht roode geraniums, witte en rose
rozen, oranje afrikaantjes, witte kamillen
en nog veel meer. En niet alleen in het
voorkamertje kwamen bloemen te staan,
maar ook in het tuintje, zoodat Truusje
zc goed zien kon.
Toen hij den volgenden morgen wakker
werd, moest hij zich eens goed de oogen
uitwrijven om te weten, of hij waakte of
droomde. Weldra werd het hem echter dui
delijk, dat het slechts een droom was ge
weest, maar n u was zijn besluit genomen:
de dVoom zou werkelijkheid worden,
Truusje zou haar bloemen hebben.
Dadelijk na het ontbijt en nog vóór
schooltijd ging Piet naar den winkel van
Mie Schort, met beide handen zijn groen
varken vasthoudend.
„Wel Piet,' vroeg Mie, „breng je me
„Misschien heeft Hij 'geen onderdak
„en eet nu mee uit Bruno's bak
„we moeten maar niet boos meer
zoo spreekt die lieve zussemijn.
Haar broertje denkt: „dat i6 wel waar;
„alleen voor Bruno is Het naar,
„want die mist nu zijn lekker been
maar zus roept: ,,'k haal er nóg wel MBl"
HERMANNS
het varken weer terug, jongen;?"
„Ja,'1 zed iPiet. „Ik wü er bloemen Voor
koopen voor Truusje. Wilt u het itftiuk
maken voor mij?" Zelf vind! ik dat zoo
naar. Om twaalf uur kom fk 't geld wél
Halen Toen liep hij haastig defc win
kel uit.
Even over twaalven was hij terug. Mie
telde de dubbeltjes keurig reetjes fa rijtjes
van vijf voor hem uit. Bet waren er
twee-en-dertigEr naast lagen" nog debt
nikkeltjes.
Wat een rijkdom!
Het trof mooi, dat bet dien middag juist
Zaterdag was en met het sporfkarretje,
dat Moedter eens gekregen had om bet
jongste zusje te rijden, ging Hij naar baas
Veenendaal.
Kijk, daar stonden in zijn tuin alle bloe
men, waarvan Piet gedroomd had, de één
nog mooier dan de ander. 'tWas moeilijk
genoeg er een keuze uit te doen, maar na
eenig overlegem had Piet toch een hee-
len bloemenschat veroverd voor de kamer
wat zouden ze aardig staan in de ven
sterbank en het tuin je.
Hij had karretje en handen vol en kwam
moe thuis. Truusje sliep juist en Piet
zette alle bloemen vóór het raam in den
tuin, dan zou zij ze dadelijk zien, als zij
wakker werd.
Juist was Piet hiermee klaar, toen hij
door het open raam een kreet van ver
rassing hoorde. En het stralende ge
zichtje van Truusje deed* hem alle groene
varkens op de wereld vergeten!
In China werd sons een hooggeplaatst
ambtenaar wegens diefstal ter dood ver
oordeeld. Zijn zoon ging naar don keizer
en vroeg, of hij voor den vader sterven
mocht.
„Ja, dat mag," was heit bescheid. Toen
het vonnis voltrokken zou worden, waarbij
de keizer zelf tegenwoordig was, riep deze
plotseling„Het is genoeg, en zijn vader
schenk ik hem. Maar zulk een braven zoon
willen wij behouden voor ons land!"