ry DAGBLAD, Donderdag 14 Juli. Tweede Blad. Anno 1921. No. 18821. LEIDSCH Voorontwerp van wet tot wijzig-ing* der Arbeidswet 1S19. ie) in che SE- are IB, SN, FEUILLETON CHRISTOFFEL EN COLUMBUS OROGllTlft H 'cnK ast, >540 n eilen ;omt zyn* 25. ier 5t. ïest I. ?.ks 57 Do Minister van Arbeid heelt bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig ge maakt een. voor-ontwerp van wet tot wijzi ging der Arbeidswet 1919. "5 Aan de toelichting wordt het volgende ontleend: Het ontwerp beoogt allereerst een tcch- nisoho herziening der Arbeidswet lot stand te brengen, ten einde enkolc bezwaren tc ondervangen en eenigo leemten aan te vul len, waarvan, blijkens de met de wet opgc- dano ervaring, de urgentie niet lean wor den ontkend. Van do redenen, die uit dit oogpunt tot <To indiening dezer voorstellen hebben ge leid, treden er vooral twee op den voor grond. Nachtarbeid jn bakkerijen. In de eerste plaats moet gewezen worden op heb feit, dat art. 39 der wet op 21 October 1921 expireert. Na dic>n datum zal, wordt een nadere voorziening niet getrof fen, dc mogelijkheid dus zijn uitgesloten, om aan hoofden of bestuurders van brood- bakkerijen een vergunning tot nachtarbeid te verloenen. De Minister nu is van meerling, dat een daarfcoo strekkende bevoegdheid ook na 21 October e.k., niet kan worden gemist, om dat zicli Uteeds omstandigheden kunnen voordoen, die het tijdelijk verrichten van nachtarbeid in broodbakkerij en noodzake lijk maken. Daarnaast- heeft do ondervinding aange toond, cflafe het modern ingerichte grootbe drijf aan nachtarbeid behoefte heeft, wil economische exploitatie der ovens mogelijk zijn. Voorts zijn nog enkele andere belangrijice wijzigingen noodig in het gedeelte der wet, dat betrokking heeft op den arbeid in broodbakkerijen. Verlenging en verschuiving van den arbcidistijid. In de tweede plaats hoeft bij het aan hanging maken van dit ontwerp de over- w ging gegolden, dat het stelsel, volgens hetwelk thans vergunningen tot vorlenging tot verschuiving van den normalen ar beidstijd worden verleend, noodwendig en spoedig aanvulling behoeft. En dat wel in dien zin, dat, maken voor een bepaalde groep van ondernemingen dozelfde omstandigheden afwijking van ae normen der wet noodzakelijk bv. Sfc.- Nicolaasdrukte in banketbakkerijen, voor- jaarsdrukte in kleedermakerijen, chemische wasschenjen, enz. de mogelijkheid moet worden geopend om de gelegenheid daar toe te bieden, hetzij krachtens een alge meen, in de „Staatscourant' af te kondi gen ministerieel© beschikking, geldend voor alle tot die groep behoorende ondernemh» gen, hetzij ingevolge een algemeen© mach tiging aan de cïisfcricftehooflien, om aan alle of een aantal ondernemingen dier groep zoodanige verruiming to verleenen. He>t geldende stelsel, dat ook in de hier bedoelde gevallen noodig maakt, om aan ieder onderneming afzonderlijk een ver gunning uit te reiken, c.q. nadat het dis trictshoofd voor ieder speciaal geval ge machtigd is, is onnoodig omslachtig, leidt voor de belanghebbenden niet zelden tot groot tijdverlies en onttrekt en cfit be zwaar weegt niet het minst 'de arbeids inspectie te zeer aan dat gedeelte -van liaar taak, dat op het gebied der arbeids- beveiliging ligt. Dit ontwerp wil de mogelijkheid openen, dat de Minister van Arbeid toestaat, dat van welelijko voorschriften, betreffende de regeling van den arbeidsduur wordt afge weken, indien werkgovers en werknemers hieromtrent tot overeenstemming zijn ge komen Do vraag of het gewenscht is daarbij zoo ver te gaan, dat voor eert vergunning, als boven bedoeld, bok regelingen in aan merking komen, waarbij de gemiddelde ar beidsduur voor een bedrijfstak de wette lijke grenzen overschrijdt, of dezo rege lingen zich moeten beperken tot een ver schuiving van den arbeidstijd, meent de Minister in den eerst aangegeven zin te moc-tcn beantwoorden, echter onder deze beperking, dat eon jaarmaximum van 2500 uren ongeveer overeenkomende met de op de Internationale Arbeidsconfcren- tie te Washington aangenomen 4S-urige arbeidsweek niet wordt overschreden. Vo-r bedrijven, die ingevolge art-. 26 r,f artikel 27 der Arbeidswet langer dan 45 uui per week mogen werken, kan bedoeld maximum dienovereenkomstig worden ver hoogd. Do Minister is van oordeel, dat deze vrijheid moet worden gelaten allereerst met het oog op de industrieën, die onder buiteniondsche ooncurentie gebukt gaan. Kunnen werkgevers en arbeiders in een zoodanigo industrie het eens worden om trent d'e invoering van een gemiddeld 48- urige werkweek, dan kan het, naar het ge voelen van den Minister geen bezwaar ontmoeten, dat de regeling, die de bairijfs- genooten blijkbaa. zeiven in het belang van het betrokken bedrijf achten, onder de noocTige, door de overheid te stellen, waarborgen in de plaats treedt van -de voorschriften der wet Maar ook voor bedrijven, die niet a r de wereldmarkt werken, kan deze vrijheid/ govvenschl zijn en leidon tot overeenkom-- sten, waarbij zooals thans reeds in ver schillende collectieve arbeidscontracten, o.a. in dit voor de typografische vakken, het geval is wordt bepaald in hoever door overwerk de voor die bedrijven geldende normale arbeidsduur kan worden over schreden. Worden voor de laatst bedoelde bedrij ven vergunningen verleend tot het toela ten van in gemeen overleg vastgestelde overwerkrcgelingen, dan zal, zooals van zelf spreekt, ten aanzien van die bedrij ven aan art. 28 eorst-e lid. of art 29 uer Arbeidswet 1919 slechts zelden toepassing behoeven te worden gegeven. Dergelijke regelingen bieden voor het be drijfsleven dit voordeel, dat de werkgever, mits blijvende binnen het aantal overuren, dat voor een bedrijf wordt toegestaan (ten hoogste 160 per jaar), voor het aanvaar den eener opdracht, die overwerk noodig maakt, niet eerst de dikwijls tijdroovende en daardoor soms te laat komende bewil liging van do overheid behoeft to vragen. In vele fabrieken, met name in de glas fabrieken en in de steenbakkerijen, levert het zeer groot© moeilijkheden op, dat de jongens van veertien jaar niet gelijk met de mannen mogen beginnen en eindigen. Om dit voortaan mogelijk te maken, dient een gewijzigde lezing van art. 25. De voorgestelde wijziging van het bepaal de, in art. 25 derde lid, onder a, berust op de overweging, dat in continu werkeado fabrieken of werkplaatsen, waar de weko lijkscho stilstand van 24 uren niet mot den geheelen Zondag samenvalt, doch op Zon dagmorgen 6 uren, of op Zaterdagavond 6 uren of 10 uren aanvangt, de noodzakelijk heid bestaat om afwisselend door de ploe gen in een van drie acliteen volgen de 52 uren te doen werken. Iedere ploeg mag echter in drie achtereenvolgende weken in totaal niet langer werken dan 135 uur. Een aan het derde lid van art. 25, onder d, toegevoegde bepaling heeft de strekking om te gemoet te komen aan omstandighe den welke het onmogelijk of buitengewoon bezwaarlijk maken om in een fabriek of werkplaats den nachtarbeid binnen de on der a. of b. getrokken grenzen te beper ken. Gedacht is hier o. m. aan tramweg-on dernemingen, die arbeiders in dienst heb ben, belast met het schoonmaken *en onder houden van het rijdende materiaal. De wa gens, die overdag in gebruik zijn, komen tegen middernacht in de remise en moeten vroeg in den morgen weder uitrijden. In dien tusschentijd moeten zij worden gerei nigd, gepoetst en nagezien; kleine herstel lingen moeten eveneens zooveel mogelijk in dien tijd worden uitgevoerd. Het zou een onverantwoordelijke verspilling van ka Door do schrijfster van „Elisabeth and ber Gorman Garden". (Nadruk verboden). 56) tweelingen tot zij „De Open Armen" in be zit zouden kunnen nemen, 'fc Moest een be schaafde. moederlijke vrouw zijn, vond de heer Twisthartelijk, geschikt om een keukenmeid te controleeren, verstandig en inschikkelijk, on liefst met eenige za kenkennis toegerust-. Haar vrouwelijke tact zou haar in staat stellen in schijn te presideeren, terwijl zij inderdaad do tweede viool sneel-do. Zii rrwwwt. hairriinAn Er viel zooveel te bespreken, dat zij niet vóór etenstijd terugkeerden, en na het diner, onder welken maaltijd de heer Twist haar herhaaldelijk moest temperen, om dat „De Open Armen" telkens in hun gesprek boven alles uitklonken en de aan dacht trokken van menschen om hen heen, gingen zij weer naar het strand en liepen cr tot laat in den avond op en neer. Er scheen geen eind te zullen komen aan de plannen en invallen, meestal tegelijkertijd, geuit, terwijl de heer Twist af en boe eens met een pr*aotiiseho opmerking tusschen- bcide kwam. Ten slotte moest hij haar naar bod slu- ron, want do lichten gingen achtereenvol gens uil in de slaapkamers van het hotel, waar do deugdzame rijken, doodmoe van him deugchamen dag, zich, onder den druk van huD fatsoenlijke achtenswaardigheid, in lïun diverse wettige legersteden terug trokken en do heer Twist bleef alleen aan clo zee achter, om nog gauw even een plan to maken voor zijn bezigheden van den vol genden dag Het voogdijschap moest geregeld, het huis gevonden en voor de dame van micj- uclharcn leeftijd geadverteerd woeden. Want die steun moest liefst zoo gauw mo gelijk komen als „Anstandsdamo - voor do dat si] er was voor de Anna's en do Anna's nieb voor haar. Zij moest do situatie opvat- ton in don geest van den verliohten vorst van een democratisch-rijk, die met respect behandeld wordt en de eerbewijzen aan vaardt, doch nooit uit hot oog verliest, dat hij inderdaad slechts do Eorste Dienaar dos Volks is. Voor geen geld zou de heer Twist die lieve kinderen aan een soort van vrouwelijko oom Arthur overgeleverd zien, bovendien zouden zij hot gevaarlijk wapen in handen hebben, haar de betrekking te kunnen opzeggen en do reputatie der „Open Armen" zou onvermijdelijk lijden onder een herhaald vertrek van middel bar e-lceftijd-dames Terwijl do heer Twist daar zoo in zijn eentje op en neer stapte, voelde hij zeer sterk zijn grooto verantwoordelijkheid en ook geen geringe mate van onrust; maar toch had hij echt schik in do onderneming. Do jeugdige kant van zijn persoonlijkheid, dio bij de geringste aanleiding begon rond to huppelen, als een vroolijk lam, dat in oen zonnige wei wordt gebracht, voelde, dat het con aardig, een leuk plan was, ter wijl zijn zakelijke helft voorzag, dat het niet alleen veel genoegen beloofde, doch °ok hoogstwaarschijnlijk een gcldmako- rijtjo zou worden. pitaal zijn, om het aantal wagens zoodanig uit te breiden, dat zij overdag voldoende tijd buiten bedrijf zouden kurmen worden gesteld voor een schoonmaakdienst. Een nieuw voorgestede vijfde lid van art. 25 opent de gelegenheid om te bepalen dat in die gevallen, waarin op Zaterdag na 1 uur des namiddags nog arbeid moet worden verricht door arbeiders, die hun weckniaxi- inum reeds bereikt hebben, die arbeid ge acht wordt in de week, volgende op den Zaterdag, te zijn verricht. Art. 28 der Arbeidswet 1918 laat nic-t toe dat een vergunning als in dat artikel bo- doeld, wordt verleend ten aanzien vac jon gens en meisjes beneden 16 jaar. Deze be perking heeft in de praktijk tel* veel m >ei- lijkheden aanleiding gegeven. Zoo lean in èen fabriek, waarin het in verband met den treinenloop, gewenscht was, om op de eerste vijf werkdagen der week langer dan 8 uren te werken en op Zaterdag de ge maakte overuren in to halen, een daartoe strekkende werktijdregeling niet worden ingevoerd, omdat de arbeiders beneden 36 jaar in dio regeling konden worden opge nomen. Ook met betrekking tot wasscherijen, waarin veelal een groot aantal arbeiders beneden 16 jaar werkzaam zijn, ontmoet het geldende voorschrift bezwaar, voorna melijk met het oog op het inhalen van ver zuim als gevolg van het niet-werken op feestdagen. In verband met de wijziging in art. 28, tweede lid, voorgesteld, ontmoet het, naar het oordeel van den Minister, geen bedenking in het eerste lid van dat artikel de woorden „van zestien jaar of ouder" to doen vervallen. Nacht- en Zondags- arbeid in bakker ij Zooals art. 35, eerste lid. der Arbeidswet 1919 thans luidt, behelst het een absoluut verbod, om op Zondag balckersarbeid to verrichten. Gebleken is echter, dat dit ver bod te ver gaat. Zoo is er geen reden, om te verbieden, dat een bakkerspatroon op Zondag een paar scheppen brandstof op 't vuur van den oven doet, ten einde dezen op temperatuur te houden. Die arbeid im mers heeft niet meer te beduiden, dan het aanhouden van een kachel. Woont de pa troon, zooals in het meerendeel der kleine en middelgrooto bedrijven het geval rs, on der één dak met de broodbakkerij, dan is niet te vergen, dat hij zijn vuur laat uit gaan. Het dient echter verboden to blijven, om voor dezen arbeid een bakkersgezel op Zondag te laten terugkomen. De voorge stelde uitzonderingsbepaling is alleen noo dig voor hcetelucht- en hectwaterovens. Ook dient do mogelijkheid te worden ge opend dat op Zondag door den patroon nog gebrood uit den oven wordt gehaald. In vele kleine bakkerijen toch, vooral in die ten plattelande, wordt de resfceerende oven- warmte na het bakken van tarwebrood be nut voor het bakken van roggebrood. Naar gelang van de soort roggebrood, dat gebak ken wordt, blijft het baksel 8, 10 of 12, soms zelfs 18 of 24 uur in den oven. Het kon dus noodig zijn, dat het roggebrood op Zondag uit den oven wordt gehaald. Eindelijk behoort, naar de meening van den Minister, ook te worden toegelaten het verrichten door het hoofd of den bestuur der der onderneming van werkzaamheden, die met de broodbereiding geen verband houden. Gedacht is hier aan de broodbak kers, dio tevens het beroep van banketbak ker uitoefenen. De bankefcbakkerspatroon toch mag op Zondag zelf arbeid verrichten, de broodbakkerspatroon, ook al is zijn bakkerij tevens een banketbakkerij, niet, Dit schept een ongewenschte ongelijkheid, die zich vooral doet gevoelen in badplaat sen en gemeenten met uitgebreid vreemde lingenverkeer. Ee belangrijke wijziging bevat de bepa ling van art. 35, tweede lid, onder e (nieuw). Gewenscht is deze bepaling in het belang van vele plattelandsbakkers, die hun brood vaak moeten bezorgen bij op uren afst-ands wonende klanten. Aan deze klanten leveren zij, behalve brood, niet zel den ook kruidenierswaren e. d. Het afzien van het brooddebiet aan die klanten zou De oomoozele Anna's God zegen© haar onbedorven hartjesdaoht hij, dio ze den vorigen avond op dezelfde plek nog verwonscht bad waren overtuigd, dat zij met haar £00 pond sterling alles wel zouden kunnen bekostigen. Gelukkig maar, want andera zou er weer heel wat geargu menteerd en weerlegd moeten worden, eer zij hem zouden toestaan de onderne ming te befinancieren misschien zouden zij zelfs er niet toe te bewegen zijn geweest. Met voldoening dacht do heer Twist aan het grooto nut van zijn trekpot. Dank zij dit practisoho voorwerp, kon hij nu einde lijk eens iets doen, waarin hij eoht plezier had. Zijn ambulance was feitelijk plicht- werk geweest. Zijn onbekrompen gulheid ton opzichte van zijn moeder was ook plicht geweest. Maar hier viel nu eens iets wer kelijks prettigs te doeniets, waar zijn eenzaam hart altijd naar verlangd had een kans om te helpen en gelukkig te ma ken, om lieve vrouwelijko wezentjes, lieve, zachte, kinderlijke, zuster-achtigo wezen tjes te verzorgen en gelukkig te maken en getuige te zijn van haar geluk. Er is al eens eer opgemerkt, dat de na tuur den heer Twist eigenlijk tot een moe der bestemd had; maar dat zij dit, halver wege gekomen, vergat en een man van hem maakte. xxn. Dadelijk, den volgenden dag, togen zij op een huis uit, en na twee dagen hadden zij gevonden wat zij zochten. Niet „heele- maal", wat zij zochten natuurlijk, omdat, zooals Arma-FolicLtas verklaarde, er nooit iets in het leven heelemaal is, maar toch iets vol aangename mogelijkheden voor dus ook de óverige nering schaden. Daar om is het voor die bakkers van groot be lang dat zij tijdig met het bezorgen van hun brood kuajien beginnen, om 's avonds niet te Iaat weer thuis te kunnen zijn. Be houdens uitzonderingsgevallen, ligt het niet in het voornemen van den Minister ook voor broodbakkerijen in de steden het uur, waar op met den bakkersarbeid mag worden be gonnen, om 5 uren des voormiddags vast te st.llen. Verkoop en aflevering van brood. Door de gedeeltelijke in-werking-troding der Arbeidswet 1919 zijn, naar do Minis ter van oordeel is, op grond van het be paalde in art. 151 der Gemeentewet, ver vallen de gemeentelijke verordeningen, hou dende een vervoer- of verkoopsverbod van bnood vóór. een bepaald uur van den dag. Dit heeft tot gevolg gehad, dat, nu ook dc Arbeidswet geen algemeen geldend ver voer of verkoopsverbod van brood inhield, dies morgens in de broodbakkerijen ge jaagd wordt gewerkt, om zoo vroeg moge lijk een groote hoeveelheid brood klaar te hebben, ten einde aan do vraag van het publiek naar vorsch brood te kunnen vol doen. Dit jagen bevorderd© tevens de be reiding van brood van slechte kwaliteit, omdat het gistingsproces word versneld en heb brood niet behoorlijk werd doorbakken. Eindelijk gaf het gemis van bedoelde ver bodsbepaling aan de kleine bedrijven een voorrang op de groote, doordat de eerste in het algemeen spoediger in staat zijn hun baksel gereed te hebben. Aan deze bezwaren beoogt het zesde lid (nieuw) van ark 35 tegemoet te komen. Dat het ver roer van brood een uur vroeger is toege laten dan de verkoop scheen gewenscht, om het mogelijk te maken, dat naar afge legen filialen de broodkarren zoo tijdig uit de fabriek kunnen vertrekken, dat oou daar om 10 uren des voormiddags met den verkoop kan worden begonnen. Aangeteekend zij nog, dat de verbodsbe paling niet onderscheidt tusschen versch en oud brood. Evenals voor andere fabrieken of werk plaatsen behoort ook voor broodbakkerijen het beginsel toepassing te vinden, dat nachtarbeid toelaatbaar is, wanneer hij om technische of maatschappelijk© redenen, moet worden verricht. De Minister nu is van ooirieel, dat deze redenen met be trekking tot het modern ingericht groot bedrijf aanwezig zijn. D© bestaande toestand, dat de ovens in modem geopiileerde bedrijven slechts on geveer een 5-tal uren kunnen worden be nut, is uit economisch oogpunt moeilijk te verdedigen, en houdt de ontwikkeling van het grootbedrijf tegen. Toch zijn de groote bedrijven ook voor de arbeiders de aange naamste en meest hygiënische. Gezorgd dient echter te worden, dat het weder toelaten van nnehtarbeid vóór de arbeiders geen belangrijke verzwaring van hun taak medebrengt. Vandaar, dat aan een vergunning tot nacht-arbeid steeds de voorwaarde zal worden verbonden, dat iedere arbeider op niet meer dan zes da gen in drie achtereenvolgende weken tus schen 10 uren des namiddags en G uren des voormidd'ags mag werken. Het derde lid van art. 52 der Arbeids wet 1919 beperkt de mogelijkheid tot het verleenen van overwerkverguningen voor arbeid in kantoren tot mannen en vrou wen. De wenschelijkheid doet zich echter gevoelen, om ook jeugdige personen aan het overwerk te dben deelnemen. Daarbij behoort intusschen, naar het oordeel van den Minister, niet vender te worden ge gaan dan tot het toelaten van overwerk, door jeugdige personen van 16 en 17 jaar. Het lid is dienovereenkomstig gewijzigd. Bij de voorbereiding van den aJgcmeenen maatregel van bestuur, bedeeld in art. 62 der Arbeidswet 1919, is gebleken, dat een onafgebroken rusttijd van tien uren niet mogelijk is voor de bedienden in enkele restauratierijtuigen op de spoorwegen. De Minister acht het gemotiveort om afwijking mogelijk te maken. Voor verplegend personeel kan het doel matig en aangenaam zijn den rustdag niet wekelijks te hebben, doch een chibbelen heb oog der blijde verbeelding, en drie paar oogen van deze soort bekeken met optimistische blikken kefc kleine buitenhuis. Het.etond rechthoekig op een weg, dfe om zijn schoonheid, bijzonder druk door auto's bereden werd, en was er van ge scheiden door een groep boomen, bovenaan oen mek eiken al3 bezaaide helling, die glooiend naar de zee afdaalde. Do achter ramen en de onderdeelen, waarvoor een huis zich een beetje schaamt, grensden aan een dicht sucaly ptusbosck j e, dat tot aan den voet van het gebergte opklom. Vóór het huis lag een slordige tuin, van de vel den afgescheiden doo.r een heg van walde rozen. Aan da Westzij do stonden een stuk of wat sinaasappel-, citroen- en perzike- booraen, de overlevenden van wat oen- maal als een boomgaard bedoeld was, en aan den anderen kant een rij pereboomen, die het terrein van den weg afscheidden. Verwaarloosde, ongesnoeid© rozen, cn een reusachtige wistaria bedekten den verval len voorgevel. Indertijd had iemand eens jasmijnen, sneeuwballen en seringen ge plant achter de peperboomen, waarmee zij nu een ondoordringbaar scherm vorm den tusschen don tuin en den weg. Sedert jaren had het leeg gestaan en daar het van hout was, viel er heel wat aan op te knappenmaar de ligging was volmaakt. Iedere motorrist, die den groo- ten weg langs kwam, moest het uithang bord buiten do boomenrij opmerken en zou stellig graag even stoppen, om het aardige hekje binnen te gaan en door den blooien- den tunnel, dien zij in de diohte seringen konden kappen, eens te komen kijken wat dio „Open Armen" eigenlijk te beteeke- nen hadden. rustdag na veertien dagen. Velen gevon er bijv. de voorkeur aan, om twee weken achtereen dienst te doen en daarna twee vrij© dagen te krijgen. Daar de meeste ar beid in verplegmgsinriehtingen des Zon dags gewoon doorgaat, is wat meer soe pelheid in de voorschriften betreffende do rusttijden wel gewenscht. Intrekking of w ij z iging van vergunningen. De Arbeidswet 1919 bevat geen alge meen geldenden regel, krachtons welken vergunningen, machtigingen, vrijstellin gen of goedkeuringen, ingevolge de be palingen der wet verleend, ten allen tijdo kunnen worden Ingetrokken of gewijzigd. Slechts in enkele artikelen zijn te dien aan zien partiecle voorzieningen getroffen. Toch kunnen zich tijdens den loop eener vergunning of gedurende het tijdvak, dat de machtiging, vrijstelling of 'goedkeuring van kracht is, omstandigheden voordoen, die het, roede met het oog op do belangen der daarbij betrokken arbeiders, gewenscht maken, dat tot intrekking of wijziging der desbetreffende beschikking kan worden overgegaan. Deze overweging heeft er in de practijk clan ook toe geleid, d'at bij heb nemen van besohikkingen, waarbij vergun ningen, machtigingen, vrijstellingen of goedkeuringen worden verleend, waarvan de wet zelve de intrekking of wijziging nieb regelt, steeds het voorbehoud van intrek king of wijziging tusschentijds werd ge maakt. In aansluiting aan dit gebruik wordt thans voorgesteld in art. 94 een nieuw eerste 1M op fee nemen, dat deze bevoegd heid algemeen regelt. Opgave van personen, die zich te Leiden hebben gevestigd. Mej. P. van Os, dienstb., Oude-Yest 47. p. Pot en gezin, timmerman, Maraiijk 147. C. Aandewiei en gez., filiaalhouder, Picterkerkchoorst 18. R. Mullers, le stuurman groote vaart, Valdezstraai 6a. H. v. d. Laan, N.-Itijn 23a. Mevr. L. A. M. BokernBergsma, Hoogewoerd 148. Mej. L. de Kier, dienstbode, Hoogewoerd 135. W. de Jong, Hoogewoerd 8a. Mej. L. H. Witte, Hoogewoerd 154. Mevr. E. A. HinsScheiner, Oegstgeester- laan 18a-. J. v. d. Laan, boekhouder, Hansenstraat 6c. Mej. O. M. Werter, dienstbode, Rijnshweg 96. Mej. E. A. Verfaille, ass. apoth., Rapenburg 9. P. de Wolf, vuurwerker, Parkstraat 27. J. C. v. cl. Meiden en gezin, o.-I. ambt., Wasstraat 26. J. G. v. VIaardingen, Hoogewoerd 71. G. J. Salemink, kwar tiermeester, Kraaierstraat 34* Mevr. L. M. BijlDe Graof, Maria Gonclastraat 1. Mej. C. W. Kater, Hansenstraat 6B. Mej. C. E. Hassing, dienstbode, H. do Grootstraat 10. J. L. v. Heteren, onder wijzer, Hooge-Rijndijk 144. O. R. Gö- diske, timmerman, Oude-Rijn 48. O. F. H. Heuck, id icL J. M. van Rosse, Stille Rijn 11. Opgave van personen, die uit Leiden zijn vertrokken. H. W. C. v. d. Made, Goes. Oprit n. Gr. Markt. J. Harteveld, Zeist, Tulpsfer. 22. Mej. C. S. Loos, Deo Haag, Laak- kade 68. Mej. T. de Groot, Leiderdorp, Jaagpad 10. Jhr. S. H. Sandberg, Heem stede. Spruit- en Boschstr. 18. H. A. Kreymborg, Voorschoten, Hotel Deurlo. Mevr Bussink geb. v. Konijnenburg, Noordwijk, Duinoord 3. Mej. J. M. Jansen, Amersfoort, Arnh. Pooirtwal 42. M. v. d. Mee, Schoten, Colensostr. 56rood J. P. Rozemeijer, Wormer, Dorpstr. 113a. L. M. v. d. Velden, Den Haag, Koningstr. 187. Mej. H. Doene, Win terswijk, Pr. Hendrikstr. 30. F^ecL Bos, Schoonhoven. Mej. W. Ohr. Mulder, Zeist. Do Wetlaan 47. Mej. W. Ka ter, Medemblik, Wester Haven 79. L. CL Blessenaar, Amersfoort, Sumat-rastr. 50.- Mej. A. B v. Houten, Hilversum, 's Gravenlandscheweg 80. Wed. G. WU- deboerHoos, Oegsfegeest, Terweeweg 33d. Wed. De Haes geb. Weerts Laren, (N.-H. Er werden hun ook huizen van oen veel beter en sol ieder type aangebodon. Hier had nooit een deftige familie in gewoond zei de makelaar, die hen van hun voorkeur voor dit vervallen boeltje wilde afbren gen. Jaren geleden was het door een boer gezet, maar in plaats van zich te bepalen bij het drinken van d emelk zijner koeien, de ©enige gepaste drank voor een boer, vond de makelaar, die president wae van de plaatselijke afdeeling van den Anti- Mi scladi gheids-Boncizette hij het melk- geld in drank om en raakte op die manier geheel aan lager wal. De andere huizen, die de makelaar hun aanbeval, waren in alle opzichten beter, behalve wat. hun ligging betrof; maar daar de lagging juist van overwegend belang was, stemde de heer Twist den tweelingen toe die onmiddellijk haar hart verloren hadden aan het idyllische-begrocido, ver vallen huisje dat. dit juist was wat zij hebben moesten. Een week later had de heer.Twist het dan ook al gekocht (de twee lingen in den waan Jatende, dat het ge huurd was) en waren cr, zoowel binnen als buiten, den ganschen dag allerlei werklui aan den gang om het zoo gauw mogelijk bewoonbaar en aantrekkelijk te maken. Nog vóór het einde dor week was de heer Twist er ook in geslaagd een dam© van middelbaren leeftijd to engageeren en een keukenmeid op te sporen, buitenge woon bedreven op het gebied van toost en bakken Zoo doet men dat in Amerika l Je maakb eerst goed met jezelf uit wat je noodig hebt, en dan ga je beslist en zonder omwegen op je doel af. '(Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5