ANEKDOTES.
Kleine gastvrouw.
CORRESPONDENTIE.
j oor de invallende duisternis, misschien
mgs bossohen en velden doolde en gevaar
J; ep in de rivier te vallen,
h Daar trof in de verte het fluitje van den
st neltrein zijn oor. Het was reeds vr\j don-
t er. Jan stond aan den oever der rivier en
ve iin wagen was zóó vol, dat er niets meer bjj
T6:on. Toen hij Cora naar huis geleidde, viel
tij ijn oog op iets wits, dat zich aan den an-
M leren kant der spoorwegbrug bewoog. Mis-
;chien was het ja werkelijk, het was het
as .vitte jurkje van Netty. Zq had den ir^-ud
,e' van een mandje boschbessen op de spocr-
baan laten vallen, en was nu heel bedaard
e bezig, ze bjj' elkaar te zoeken.
ei- Eén oogenblik stond Jan onbewegelijk van
,e f.clrrik. Daar op jjlde hjj nhar baar toe, maar
des poorwegbrug lag tusschen hen en de
,r openingen tusschen de planken waren zóó
groot, dat hrj er met zijn kreupelen voet niet
j, ever kon. Hjj schreeuwde het kind toe van
a de baan te gaan, maar de wind woei van
haar af, zodoat zjj zjjn stem niet hooide.
)t „Help! help!" gilde hrj nog in doodsangst,
maar niemand, die hem verstond.
ir Reeds kon hjj den trein hooren naderen,
p doch hoe zou hij hem doen stoppen? Al
i, sprong hjj op de baan, men zou hem mis
schien niet eens zien. Plotseling kreeg hij
n echter een ingeving. Misschien had hjj
e ja, gelukkig, hjj had lucifers' in zjjn zak.
Hij leidde nu het paard achteruit naar de
3 baan en wipte de kar om. De lading hooi viel
n op de rails en het viel Jan niet moeilijk
haar in brand te steken.
Daar kwam meneer van yeerhuizon met
eenige mannen aanloopen. „De jongejuf
frouw is daar aan den overkant!" riep hjj
hem toe, en bij het licht van het brandende
hooi kon hjj zien, hoe bleek hij was. Al snui
vende kwam de trein naderbjj.
„Wat beteekent dat vuur op de rails?"
vroeg de machinist zich af en hrj remde uit
alle macht. Slechts een paar passen van Jan
kwam de trein tot staan. Eén der 'bedienden
was reeds op de brug. en weldra kwam hjj
met Netty op den am terug, Netty, die
schreide om haar verloren boschbessen en
er geen begrip van had, aan welk een groot
gevaar zjj ter nauwernood ontsnapt was.
De reizigers waren allen uitgestapt en
tpcedig wisten zjj, wat er gebeurd was. Zjj
stenden om het kleine meisje heen, dat nu
veilig op den am van haar rader zat en
prezc-n Jan om zijn tegenwoordigheid van
geest.
De trots van meneer van Veerhuizen was
gebroken, bevend legde hjj de hand op den
schouder van Jan. De reizigers brachten geld
bijeen, om Jan voor zijn hooi schadeloos te
stillen, en hoewel meneer van Veerhuizen
verklaarde, dat hjj dat wel doen zou, werd
het Jan toch in de hand gedrukt. Het was
vee! meer dan de oogst van de kleine hoevet
ccit had opgebracht.
Meneer van Veerhuizen vond, dat het werk
op de hoeve voor .Jan veel te zwaar was,
en daar hjj wist, dat er bij de spoorweg
maatschappij te A. een betrekking open was
voor iemand, die vertrouwen verdiende, was
hij spoedig daar geplaatst.
Daar A. slechts een uur gaans van de
hoeve lag, verhuisde de familie Beekman
niet. Eiken morgen en eiken avond reed Jan
mei den trein heen en terug. Jan kon nu
een flinken knecht bekostigen en het ging
hm weldra zóó goed, dat hij best een nieuw
huis in A. zou hebben kunnen laten bouwen.
Zjjn moeder zei echter, dat zjj zich zonder
de treinen zoo eenzaam zou voelen.
Jaren zjjn er verloopen. De haan draait
de locomotief met kalme verachting den rug
tce, het pluimgedierte is door schade en
schande wijzer geworden en bljjft van de
baan elr alleen Cora, die nu zijn genade
brood eet, blijft de locomotief .een kwaad
hart toedragen.
Ingezonden door J. van Zante.
Hoe heet uw zoontje?
Hij heet Willem, rua-ar wij noemen hem
Louig, dat komt beter bij onze meubelen,
die zijn et ijl Louis XV.
Op visite gaan is prettig,
maar visite hebben meer,
want dan mag je thee inschenken,
presente eren, telkens weer.
't Spreekt van zelf, dat je je eigen
kopje dan niet ledig laat
en ook uit die trommel koekjes
je bedient zoo vaak het gaat.
De „visite" mag niet vragen
stel je voor hoe onbeleefd!!
de „visite" moet maar wachten,
tot de gastvrouw haar wat geeft t
Moeder zegt wel: „de visite"-
„krijgt wat lekker is en fijn,
,,'fc eerst mag de „visite" kiezen;
„zei f moet je bescheiden zijn."
Maar toch ben ik liever gastvrouw!
ooh, er is zooveel, niet waar,
waar je dan kunt over bazen
neem alleen de suiker maar.
Schenk ik zelf thee, 'k neem zes
schep jee"!
kom daar ale „vieite" om!
wie mij hierin niet gelijk geeft,
vind ik heusoh verbazend dom'!
HERMANNA.
Ingezonden door B. van Zante.
Moeder: „Het brood is 2 oenteo afge
slagen."
Zoontje: „Krijg je nu een 3 cents
broodje voor niets?"
Ingezonden door L. Spaargaren.
Hansje wilde nooit wandelen, maar altijd
in zijn ponniewagentje rijden. Dat begon
zijn vader- te vervelen on hij zei: „Hansje
-waar heb jij je voeten eigenlijk voor?"
HaDsje: „Om in het wagentje te Btap-
pen, Pa."
Ingezonden door J. W. Tr. Verwen*.
Wat minder breekbaar.
Elsje tot baar moeder: „Moeder ik wou
dat ik een heel klein broertje had, om in
mijn kruiwagentje te rijden, want mijn
poppen breken altijd als het kruiwagentje
omvalt
Ingez door Saartje Sneyders de Yogel.
's Avonds van Hemelvaartsdag.
Kleine Wim: „Moeder, wanneer komt nu
de andere helft van den Zondag?"
Moeder: „D'e andere helft van den
Zondag?
Wim„Ja, want Hans zegt dat het van
daag maar een halve Zondag was."
Ingezonden door M. Lucas.
Annie: „Moeder, wanneer ben ik jarig?"
Moeder: „Nog vier nachtjes slapen.
Annie: „Mag ik dan nu vier nachtjes
achter elkaar slapen?"
Ziezoo, dat was nu weer eens een. flinke
bezending brieven, maar ook een erg gezel
lige, want er waren aardige praatjes bij
en ook weer verscheidene nieuwelingen,
die natuurlijk welkom zijn.
Ik heb weer vier gelukkig kunnen maken
met een prijs, maar ook een groote maasa
moeten teleurstellen. Ja, kinderen lief al
vraag je nu nog zóó vriendelijk of je nu
eindelijk eens aan de beurt komt, daar kan
ik toch onmogelijk aan voldoen aan al die
smeekbeden. Je weet toch wel, dat ik eer
lijk loot en niet eens iemand ga voortrek
ken, omdat ik het hem of haar liever gun.
D'e verstandigs/ten zijn die kinderen, cüe
mij schrijvenik zal maar altijd ifarouw
mee blijven doen, dan zal eenmaal mijn
beurt ook wel komen.
En dat er sommigen weer vragen of
degenen, die alleen meedoen ale er een
prijs valt te verdienen, dan dezelfde rech
ten hebben bij het loten. Ja, maar niet als
ér eens een ostras-prijs wordt verloot
onder de kinderen, die trouw altijd inzen
den. "Velen hadden in plaats van Ka/rel de
Stoute, Karei de Groote gevonden en dan
de verschillende onderdeelen ook wel goed
daarbij passende. Nu, die mocht ik niert
laten meeloten natuurlijk, maar ik heb die
namen wel bij de goede oplossingen ver
meld, want die woorden en namen waren
werkelijk aardig gevonden.
Wel, wat een berichten weeT van zieken,
die zal ik eerst maar eens afhandelen.
Adriaantje Heisterborg, je naam miste ik
al maanden, maar nu begrijp ik het als je
zoo heel lang ziek bent geweest en de dok
ter verboden had om te schrijven. Geluk
kig is het nu zomer en de groote vacantie
nadert, dat is heerlijk voor alle zieken en
herstellenden. Adri Holtz, ik heb echt met
je te doen want zooals je zelf schrijft, dat
is iet-s van langen duur, en dat nu juist nu
je met de repetitie voor het overgaan
graag op school zou willen zijn. Ik hoop,
dat je gauw naar buiten zult mogen gaan
om daar weer flink en sterk te worden.
En Rika den Older, natuurlijk mag jij
met. potlood schrijven, als je met bron
chitis te bed ligt-, ik kon bet briefje toch
heel best lezen.
Marietje Zaalberg, du9 nog niet naar
zee? Dat is gezellig voor je, dat, al zal je
uit de stad zijn, de familie je toch de kin-