LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 31 Mei. Tweede BBad. Anno 1921. FEUILLETON CHRISTOFFEL EN COLUMBUS heter zou z i. dan zijn hel bouwon van twee afzonderl ijke scholen De heer v. HAMEL zegt, dat door het afkeu ren van do school aan de Mare er een nieuwe school moot komen op het Schuttersveld. Spoed is daarom zeer gewenscht. Z.i. komt eerst later do inrichting -der 6chool aan do orde, betreft het voorstel van. B. en W. nu alleen maar het voteeren van gold, dus is het voorstel de Lange z. i. voorbarig. De heer GROENEVELD deelt hetgeen de heer v. Hamel zeide. Maar bij stemming zal hij voor hot voorslel-De Lange stemmen. Boter lijkt hem edbter geen horizontaio maar een verticale scheiding aan te brengen in de scholen, dit met hot oog op jeugdigo leerlingen. Is er op gerekend, dat zoo noodig een 8e leer jaar kan worden hijgeplaatst? In die richting gaat toch een zeker streven, dat het misschien eens winnen zal. Wethouder v. d. LIP onderschrijft den hoer v. Hamel wat uitstel van bouw betreft. Voor afnemen der schoolbevolking vreest hij niet, te meer niet, waar het verschil tusschon 2e en 3e klasse scholen zal vervallen en gezien don toe vloed van leerlingen. Dal liet slecht is voor jonge kinderen trappen to loopon heeft hij nooit gehoord. Bovendien 't idce-Gr. zou de zaak vraer ernstig tra.ineeren. Thans gaat het niet over de inrichting der school B. on W. achten het heter daarmee te wachten tot de geheele reorganisatie-plannen komen, wat het geval zal zijn, indien de mi nister eon beslissing heeft genomen in do kwes tie van het ambulantisme. Waarschijnlijk zal do heer De Lange zijn zin wol krijgen. Dispen- satie^ vragen van art. 8 is niet noodig, zie art. *144. Dat de heer Groene veld hij stemming over het amcndemcnt-Do Lange voor zou stemmen is z. i. inconsequent. Blijkbaar wordt hij ver leid door het staartje van het voorstel, betref fende tweo niet ambulante hoofden. Wat even- wol niet noodig is er bij te voegen, gelijk spr. nader uiteenzet. Dio komen or van zelf. Wat den hoer Meyncn zeide over een misverstand, is mis. De interpretatie van B. en W. over het gotal leerkrachten etc. is juist. Plaats voor een 8e leergang is er direct niet. Dit zou bijgebouwd moeten worden. De heer De Lange verdedigt, dat hij thans gekomen is met zijn voorstel door or op tc wijzen ,dat B. en W. in do stukkon in doze ma terie reagoeren tegen de plaatselijke school commissie en tegen den inspecteur. Verder prijst hij nogmaals zijn voorstel aan. Dat directe bouw noodig is, onderschrijft hij. Dc hoer MEYNEN zegt den heer Eordmans dat er een tekort is voor leerlingen van het Openb. Onderwijs, zoowel voor de 2e als 3e klasse. Hot voorstel as dus urgent. Dg heer EERDMANS zegt overtuigd te zijn geworden van de wenschelijkheid van directen bouw. Hij blijft echter voor twee scholen naast elkaar. Buiten de orde acht hij het voorstol-De Lango niet. Do heer GROENEVELD zegt, waar hij voor hot voorstel-De Lango is, toch niet tegen te kunnen stemmen, al is het te vroeg ingediend. Kan zonder don architectonisóhen bouw te be- dervon oen 8e leergang worden bijgebouwd? Do hoor MULDER verklaart zich voor hot voorstel-De Lango, dat z. i. niet praematuur is. Wethouder v. d. LIP handhaaft dat thans niet aan do orde is do inrichting van do school. Het voorstel-De Lange zou zelfs belommerend kunnen werken, waarvan hij een voorbeeld geeft. Het a mendo m ent-Do Lange wordt aangenomen mot 19 tegen G stemmen (die der heeren v. Hamel, Bisschop, Bots, v. d. Lip, Wilmer en Pera). Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st. aangenomen, gewijzigd als het door het amen dement-De Lange is. llo. Voorstel in zake wijziging van de ver goeding aan de blcokerspafcroons uit te beta len voor het wassahen der goederen uit het depot van de Volksbewassohing en van het tairiof aan de klanten in rokening te bren gen. (170) Mevr. BAART-BRAGGAAR is niet geheel be vredigd door daling met 2 -ct. van den prijs, ge zien hot dalen van kolenprijzen cn wasclimale- rialen. Zij acht het echter een stap in dc goede richting Zij dringt aan de aandacht bij voort during aan verdere verlaging le geven. De VOORZITTER zegt dit toe. De heer DE LANGE wil in herinnering bren gen, dat op 11 April door onkcle raadsleden een voorstel is ingediend om o. a. van do ge meentelijke waschin rich ting een aparte reke ning over te leggen. Komt die rekening nog? Hij hoopt toch, dat eens tot afschaffing kan worden overgegaan. (Protesten van de soc.-dem.) De VOORZITTER zegt, dat zioklo onder de ambtenaren op het Stadhuis storing heeft ver oorzaakt. B. cn W. zullen zoo spoedig mogelijk de bescheiden overleggen. Z. h. st. wordt het voorstel aange nomen 12o. Voorstel tot het aangaan van een over eenkomst met de gemeenten Sassonheirn, Lis- se en Hillegom, betreffende de levering van electriciteit aan die gemeenten door de Leid- schc Electriciteitsfabriek- (f61) ConfoTtm besloten- 12a. Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met de gemeente YVaddinx- veen betreffende dc levering van eleclri- citeit aan die gemeente door de Leidsche Electriciteitsfabriek. (172) Ocyrform besloten na -een opmerking van den heer A- El'kerbout. 13o. Voorstel tot rorlaging van den gas- prijs- (162) Oonfonm besloten- 14o. Praeadvies op de motie van den heer Van Eek in zake het houden van optochten en meetings met muziek en banieren op Zondag. De heer VAN ECK wijst er op hoe vele artike'en der Zon/lagswet hier en elders^iet worden toegepast waarvan hij voorbeelden geeft. Artikel 4 verbiedt openbare vermake lijkheden. Daaronder begrijpt men nu op tochten. Dat zijn geen openbare vermakelijk heden. In de wet van 1815 staan ze natuur lijk niet genoemd. Het as toch wel sterk dut thans deze oude wet aldus wordt aangevuld. Dat is krenkend voor de deelnemers. In twij felachtige gevallen wil men hier juist hand haven der wot die in duidelijke gevallen los gelaten wordt. Spr. haalt dan aan hoe men öLders, bijv. in het Zuiden, de Zondagswet niet toepast, wat z- i. het eenng juiste is- Mo reel heeft de Tweede Kamer doze overt urging door zich ook voor dit standpunt tc verkla ren, gestaafd. Spr- wijst dan op de moeting, Zondag te Utrecht door de R. K. gehouden. Utrecht ie ongeveer gelijk aan Leiden. Dat as beter dan het standpunt van den heer Heemskerk bij de begroot ing, dae al tc zeer plaaselijke omstandigheden in rekening wi'l brengen. Hij erkent, dat dc ketfken rust en oude kunnen vragen, maar zij die anders den ken hebben evengoed reöht den Zondag te vieren, ge'jjk zij wallen. De overheid heeft een voorbeek! van opvoedkunde en verdraag zaamheid' te geiven, wat best mogelijk is door onJdeafllng overleg en met behulp van do politie. B. en W- hebben zioh van de zaak afge maakt door te verwijzen naar de nieuwe Zon dagswet. Daaromtrent ïs evenwel nog niets beslist en z. i- heeft de kwestie oen spoedige oplossing noodig- Het is zeer de vraag of de meerderheid der bewolking oen verbod wensoht. z. i. eerder het tegendeel. Opkomend voor algemeene vrijheid, hoopt (hij dat do Raad breeder standpunt in zal nemen dan B en W. De heer HEEMSKERK verdedigt zijn stand punt ingenomen by de begrooting, handha vend de wenschelijkheid van het kennen der plaatselijk© toestanden, waar over de wet van 1815 zoo de interpretatie verschilt. Spr. prijst dan de houding van den burgemeester van Ut reöht weshalve hij voor een groot gedeelte mee zou kunnen gaan met de motie-Van Eek Op werkdagen kan men geen meetings hou den, alloan de Zondag is geschikt, afgezien dan van 2den Pinksterdag. Bij het aannemen van de mmtie-Van Eak zou hij gaarne daarin zien opgenomen de Clir. orkenide feestdagen- Er zijn echter tweo dingen die hem beletten voor de motie-Van Eek te etemimen: ten eerste dc vorm. Daar had z. i- oen tijd bepaald moeten worden, bijv. dat van 12 tot 5 uur het houden van op tochten als regel za)l werden toegelaten; ten tweede de aangekondigde nieuwe Zondagswet waarop men niet vooruit mag Joopen- De hoer OOSTDAM aüht het standpunt van dc heeren Van Eek en Heemskerk reac tionair. Er is toch oen streven te koimen tot Zondagsrust zelfs bij doktoren, apothekers enz. Hij vindt dit een gezond streven dat de overheid in de hand moet werken. Waarom zekere categorieën meer werk to verschaffen, hier direct de politie? Waarom verkeerde voorbeelden als van Maastricht en Utrecht na tc volgen? Overwegingen van gedsdiensti- gen aard zouden ook nog aan tc voeren zijn, maar die doen z. a. niet ter zake. De heer WILMER oneent dat al het gezeg de heengaat over B. en W- Laat de Tweede Kameir bes'issen bij behandeling der Zondags wet, wat eerlang het geval zal zyn. Waarom nu nog vlak voor wijziging der oude wet met zulk oen motie te komen? Hij vindt liet niet aardig, nu de burgemeester afwezig is, thans met zulk een voorstel te kornen, dat wijziging zou brengen in de toepassing gedurende zoo vel jaren aan de wet hier gegeven. De heer KNUTTEL: Wij hebben een nu nog veel Christelijker voorzitter- De heer WILMER: Als het nu nog beslist noodig was, maar dat is ra. i. niet het geval- De hoer VAN STRALEN: Dat zyn nu al drie meeningen van drie Katholieken. Dc heeir OOSTDAM: Dat kannen wij doen. De heer WILBRINK wid meer principieel het verbod verdedigen. Hij acht dc interpre tatie van den burgemeester dc eeniig Juiste. De Zondag is niet voor optochten enz. Dc heer DUBBELDEMAN: Wel voor bor reltjes drinken. Dc heer WILBRINK: Ik drink geen bor reltjes- De VOORZITTER: Geef daar toch geen antwoord op. De heer WILBRINK: Het gaat niet in dc eerste plaats cm oen rustdag, maar wel om herleving van den rustdag. ALs Christen heeft hij daarmee alleen rekening te houden. Bij aannemen van d© motie hoopt hij dat B- en W. deze naast zich neer zullen leggen. Hij wijst op de vrij© Zaterdagmiddag en dc verlofdagen als geschikt voor optoch ten ene. Do hoer KNUTTEL acht do argumenten van den heer Oostdam al zeer kinderach tig. Het gaat niet om Zondagsrust. Wat hebben de menschen aan die rust wan neer ze die niet besteden mogen, zooals ze zelf willen Dan kunnen zij evengoed doorwerken. De argumenten van den heer Wilbrink zijn, dat erkent hij gaarne, de cenig juiste. Z.i. wordt de godsdienst echter niet d/oor optochten geschaad, ook: de R.-K. vinden dat niet. Waar dit zoo is, wil dus een minderheid der bevolking dc meeitilorheid haar wil opleggen. Des te dwazer, omdat zij zoo niets bereikt. Door dwang doet men ze de heiliging eerder ontvlieden dan toevallen, vooral waar heiliging toch meer 2s Inwendig Jcïan uiterlijk. Hij steunt de motie-Van Eek. De heer v. EOK bestrijdt de mogelijk heid van het houden van optochten op Zaterdagmiddag en noemt, den heer Oosr- d'am zelf reactionair. Vrijheid wil zeggen, dat ieder den Zondag kan bestedon gelijk hij wil. Heiliging kan men toch niet ver gen van hen, die daar niet voor voelen. Spr. citeert dan een aangenomen reso lutie van confessioneel en om aan te too- nen, hoe de godsdiensten elkaar de vrij heid ontzeggen, en waar men heengaat op die manier. De gelegenheid-' tot deze motie is gekomen door de motie" van de Tweede Kamer, dus is het toeval dat de burge meester er niet hij üi. Hcusob, andere bedoelingen liggen niet voor. Hierna schorsing tot 's avonds. Avondzitting. Dc heer F. ELKERBOUT heeft met ge noegen het standpunt van B. en W. ge zien, al zag hij deze houding nog gaarne uitgebreid tot drankgelegenheden etc. Het spijt hem dat een zeker deel der Chr. par tijen in de Tweede Kamer voor een der gelijke motie heeft gestemd. Het citecren van rechtsche stemmen was .gebaseerd om ook nu de R.-K. oen kans te geven tot voorstemmen. Hij hoopt ech ter, dat dit niet zal gebeuren. Principiee- Ier had hij gevonden wanneer van R.-K. zijde nu ook gezegc? was dat uit principe tegenstemmen geboden was in plaats van te wijzen n?,ar de nieuwe Zondagswet. Gedenkt, den Sabbathdag, dat ge dien heiligt, geldt nog voor 'de anti-revolutio nairen. De heer SIJTSMA zal uit echt vrijzin nig cn liberaal beginsel liberaal in den goeden zin van het woord voor de mo tie stemmen. De bestrijding van de R.-K, heeft hem zeer verwonderd, speciaal die van den heer Heemskerk. D2 heer Oost- dam kwam met gelegenheidsargumenten.- De VOORZITTER: Volstrekt niet. De heer SIJTSMA: Zie, wat in het R.-K. Zuiden gebeurt, daar denkt men er heef anders over. Ook de politie zou zooveel werk riet krijgen, langzamerhand zorgen: de demenstreerenden zelf wel voor de lei ding. De burgemeester had men beter ge daan buiten beschouwing te laten. Ieder moet den Zondag kunnen vieren, zooals hij wil, dat.is een recht en ieder die dit wil, moet voor de motie stemmen. Dc heer BISSCHOP heeft geeu prineï- pieele bezwaren tegen optochten op den Zondag, d. w. z. Zondagnamiddag. Zoo de heer Van Eek zijn motie aldus wijzigt, zal hij voorstemmen. De heer EERDMANS merkt op. dat hg de nieuwe Zondagswet dezelfde discusris nog eens za. komen. Wanneer men van rechts hei. ernstig meent met den Sabbathheiliging, dan zal rechts, speciaal A.-R. en Chr.-H., met heel wat anders moeten komen, dan thans net geva! is, en dat is toch een rechtmatige eisch. Als men liet meent, dan moet men •voor God's woord buigen, al gaat de maat schappij ten onder. Dan moet er geen trein" mec-r loopen, geen rijtuig rgden enz. De heer KNUTTEL: Dan gaat de recht sche meerderheid naar de maan: De Leer EERDMANS: Wij. vrijzinnigen, kunnen ons niet geeste'ijk aan band laten leggen door een theorie, door de geschie denis al gelogenstraft. Wethouder VAN DER LIP meent, dat heet wat is gezegd, wat in de Tweede Kamer thuishoorde. Het lijkt hem een moei lijk vraagstuk, wat de overheid mag toe laten of verbieden. Op dit oogeablik is dit echter z. i. niet a3n de ordo. Het gaat alleen om de toepassing van de bestaande Zon dagswet. Het gaat niet aan, dat B. en W. deze buiten toepassing zouden laten, gelijk de heer Van Eek zei. B. ea W. passen die eenmaal toe en art 4 zegt duidelijk, dat openbare vermakelijkheden eerst na de avondgodsdienstoefeningen mogen worden toegelaten De heer DUBBELDEMAN: Optochten zijn geen openbare vermakelijkheden; dat 13 een beleediging. Dc Wethouder: Waarom vraagt men dan dispensatie? Wanneer men de halve stad.met muziek doortrekt, dau is dat z. i. erger dan een concert binnenshuis. B. en W. hebben, meent hg, altijd terecht verlof voor optochten op Zondag daarom gewei gerd. Ai wordt de motie aangenomen, B. en W. zouden hun houding toch niet kunnen ver anderen.. weshalve in de stukken de uitdruk king* een onvruchtbare' bespreking. Èad de Kamer eeu tegenovergestelde mo tie aangenomen, dan zou de heer Van Eek1 geprotesteerd hebben, wanneer B. en W. zich aan die motie hielden. Straks wanneer de nieuwe Zondagswet er is, za! de raad eerst voor de moeilgk© \raag komen te staan, door hem aangeduid. Thans moet art. 4 worden gehandhaafd, ge lijk hier altijd gebeurd is. Waaneer elders uiet zoo streng wordt gehandeld, dan is dat, omdat men daar aanneemt, dat na 2 uur geen godsdienst-oefeningen meer p'aafcs hebbeu. Dat dit hier anders is, weet iedereen. Dc heer Wilmer was abuis, toea hij den burgemeester io 't geling bracht Niet de burgemeester, maar B. ea W. beslissen in deze aaugelegeaheden. De heer WILMER wgsfc er op, hoe lijj eerst als zeer bijkomstig argument gebruikb heelt het uitschakelen van den burgemeester. De heer VAN ECK zegt, dat de heer F. Eikerbout vooral niet minder stemming on der de R.-K. heeft gemaakt, daa hij gedaan zou heb' cn Zich alleea onJe w.rp n aan de ordonnantie Gods zou alle publieke lichamen uitschakelen! Maar bovendien, de tijden kun nen veranderen en de partggenooten va!n den heer E.kerbout kunnen ook wel e^ns in 't gedrang komen! Hij hoopt, dat zijn partij de tegenstanders dan wel vrijheid zal geven en hij \ertrouwt daarop. Anders wordt het geestelijke tyraunie en onderdrukking. De wethouder heeft de zwakke zaak ham dig verdedigd. Hij vergeet, dat de Zotidags- No* 18783» Gemeenteraad van Leiden. (Vervolg van gisteren.) 7o. Voorstel: a- tot wijziging van d© verordening v van 1 Februari. 1921, op den Gemeen telijken Keuringsdienst van WaTcn; - b» tot opnieuw vaststelling van de ver ordening op den Dis trie te-Keurings dienst van Waren. (163) [Wethouder V£N DER LIP vult het voor stel nog eenigszins aan. Dc heer VAN ECK zegt, dat B. ea W. voorstellen alteen den directeur eo assis tenten door den raad te doen benoemen, het overig personeel door B. en W. Hij keurt dit af. Hij wil zoowel B. en W. als de raad bij alle benoemingen inschakelen, .waarvan hij de wenschelijkheid nader naar voren brengt. Bij de andere diensten is het niet zoo. zullen B. en W. zeggen, maar dat is z. i. geen afdoende reden. Wethouder VAN DER LIP acht wijzi ging, zooals B. en W. voorstellen, zeer gewenscht, wijzend op den bestaanden toe stand bij andere diensten en op de conse quentie van het brengen van alle inferieure benoemingen aan den raad. Na re- en dupliek over het al of niet weoschelijke van raadscontróle over benoe- raingen. wordt het voorstel a z. h. st. aan genomen, het voorstel b met 18 tegen 8 stemmen. 80. Verordening houdende wijziging der verorden ing van den 3den September 1895 (Gom. Blad No. 6) voor de Hoogere Burger school voor Jongens- (166) Conform besloten. 9o- Verordening, houdende wijziging der Iffcflordenwiig van 7 Mei 1896 (Gem.Blad No. 5) fteor dc Hoogere Burgerschool voor Meisjes. C106) Conform besloten. lOo. Voorstel: a. tot nadere wijziging van liet Raads besluit van 2 Augustus 1920 dn zake den bouw van een nieuwe 3e klasse school op het Sc/hut teravel'd; b- tot verliooging van de begrooting. dienst 1921, in verband met den bouw der auib a bedoelde sohooL (104) Hierbg is een amendement van den heer De Lange, voorstellende: 1. het slot van a aldus te lezen: „dat de bouw zal plaats hebben overeen komstig het ter visie liggend andermaal gewijzigd ontwerp, met dien verstande, dat het uieuwe gebouw dadelijk zal worden be- itemd voor 'twee scholen, elk met een eigen niet ambulant hoofd;" en 2. In b. Voor „school" te lezen: „scholen". De voorsteller meent, dat B. 011 W. wat te voorzichtig zijn en teveel toepassen het haast u langzpam. Z. i. zien. B. en W. te veel de bepalingen der nieuwe wet over 't hoofd, waar toch zeker 12 h 13 maanden de opening der school is verwijderd. Dis pensatie vragen van arfe. 8, daaruit voort vloeiend, lijkt hem niet aan te raden, dat moet voorkomen worden. Hg citeert de iplaalselgke schoolcommissie en den inspec teur, die zgn standpunt deelen. De heer MEYNEN steuut den heer De Lacge. Men heeft hier te doen met een nieuw op te richten school en vooruitloopen op dc toekomst dost het voorste'.-De Lange niet. Uit opvoedkundig en uit school-oogpunt acht hij het vermijden van een reorgani satie van pJ.m. I.V2 jaar zeer gewenscht. Tenslotte wijst hij op een z. i. misverstand in 1de berekening ran B. en W. over het aantel leerlingen en loerkrachton. Do heer EERDMANS wijst er op, hoo we op 't giebied van het L. O. leven in een periode van overgang, gezien de roads gedane aanvragen en nog to verwachten aanvragen tot steun bij sdhoolbouw. Gaat de bevolking hier zoozeer vooruit, dat uitvoering van het plan 1919 thans noodig is? Hij twijfelt. Als voorstander van Openb. L. O. wil hij niets tegenhouden wanneer 'de noodzakelijkheid daarvan er is, maar de aanwezigheid daarvan is voor diem twijfelach tig. Met het oog op geboden zuinigheid waar hst onderwijs tooh weldra heel wat zal kosten, tal hij nadere gegevens afwachten. Twee scho len in één gebouw lijkt hem zeer ongewenscht, Door de schrijfster van „Elisabeth and ber German Garden". (Nadruk verboden). 18) Ton slotte kwamen de „overschie- tora" er toe (drie jongelui, tegen wio do dame van do rose nagels niet vri©ndelink wilde zijn), om in hun wanhoop ©en armzalige flirtation aan to binden met) do éavce Duitsche dames. Zij naderden haar met een zekero soort van nurksche beleefcJ- heid,, pakten ze tamelijk bardhandsoh in baar mantels en reisdekens en brachten haar met zuurzoote gezichten kussens aan. In do matig warme atmosfeer van dit vriendelijkshoiclsbotoon, ontplooiden de Duitsche schoenen zioh als monstorbloe- men, lieten tien jaar van hun leeftijd val len (bet meest prespectabole tionbail) en be- _gonnen onthullingen te doen betreffende do nationaliteit van de meisjes Twinkler. Zoodra bob cïuikbootgevaar gowekon was, waron do Duibsohb dames gaan boworon, dab .zij eigenlijk geen Duitschera waren een goede vrouw gaat, legden zij uit, auto matisch in haar man op, zoodat zij automa tisch Amerikanen geworden warenge trouwer onderdanen zouden ver te zoeken zijnMaar die Twinblers dat waren nog ^ebte, onvervalschte Duitsohers, zeiden ze; die ingebeelde arrogante, Junkers, .aaroin bemoeiden zij zich natuurlijk ook niemandwant een echte Junker, wis- n do Duitsche dames te vertellen, acht niemand het aanspreken waard, behalve een anderen Junker. Door een gelukkig toeval warer. zij de Duitsche dames geen Junkers geboren. Zij waren er nau welijks aan ontkomen, maar zij waren er aan ontkomen cn konden er (gedachtig aan baar vast; geloof in de democratie, baar onder de liefderijke behandeling barer echtgenoot ea bijgebracht) niet- dankbaar genoog voor zijn. Maar zij stamden uit een gedeelte van Duitschland, waar Junkers bet overvloedigst voorkwamen, en kenden bet soort dus door en door. Do lieer Twist, die bij zijn komen en gaan soms iets van baar gesprekken op ving, kreeg den indruk, dat de „Twink- lers" in haar hut de sympathie moesten verspeeld hebben. En d'.t was inderdaad het geval. Erger zelfs: zij hadden zich ge haat) gemaakt. Van bet eerste oogenhlik af, waarop Anna-Rose het gewaagd had in baar om hulde kooien te gluren, hadden de damea een vooroordeel togen haar opgevat, en dit gevoel was later aangegroeid tot een sterken en gerecht vaardigden afkeer. Om te beginnen hadden do dames niet gewe ten, dat zij vooi Twinklers waren, maar baar voor doodgewone Twiinklers versle ten. Nu maakt een von, zooals iedere Duit- scher weet, een reusachtig verschil, vooral in het geval van de Twinklers, die, zonder dat voorvoegsel, een geslacht van kleine winkeliers, wascbvrouwen en brievenbe stellers in Wostfalen vormden, maar met heb von een van do oudste Pruisische fami lies, bij alle Duitsohers bekend. In 't kort, de bezitters van den von-Tw inkier-naam konden zich, waar deze ook maar gehoerd werd, van de diepst© onderdanigheid ver- zekeiTsB zijn. In dit stadium van onwetendheid hadden de beide dames do schijnbaar heel gewone Twinklers behandeld met de gestrengheid, die haar gedrag, leeftijd en zichtbaar ge brek aan middelen verdienden en toen goprikkold door haa-r uitvragen do kledoslte, levendigste Twinkler haar voai eons had losgelaten, zooals men, bedreigd, en alleen een hond op den vijand loslaat, waren de twee Junkers in plaats van tact vol met do frontverandering der dames mee le gaan, die onmiddellijk een-beleef den on verzoenenden toon aansloegen en een moederlijke belangstelling en nieuws gierigheid aan den dag legden, waren deze beide jeugdige Junkers zoo stom gebleven als vissoken. Op de mo ederlij byte vragen bleven zij het antwoord schuldig, en naar mate de Duitsche dames zich aanvanke lijk overvloeiende van vriendelijkheid had den gevoeld, niets liever wensohende dan de jonge ,,vons" er mee te verkwikken, voelden zij zich nu na verschillende be wijzen van onverholen afkeer van do an der o zijde in diezelfde mate bitter en vijandig gestemd. Er was feitelijk niets aan die Twinklers wat haar niet ergerdeAls eenvoudige Twinklers waren zij op allerlei wijzen las tig on hinderlijk geweest in do hut en als von Twinklers waren zij eenvoudig onuit staanbaar met haar hooghartige onver schilligheid. Bij het begin van de reis hadden de oudere dames natuurlijk verwacht, dat twee obscure- Twinklers van zoo zichtbaar jeugdigen leeftijd, beleefdheidshalve uit consideratie voor de oudere dames, eiken morgein bijtijds zouden opstaan en met een minuut of tien gekleed en verdwenen zou den zijn, de hut vrijlatend© voor het tijd- roovendo stukje-voor-s tukje samenstellen, van wat ten slotte te voorschijn komb als een goed gesoigneerd exemplaar van do damo van rijperen leeftijd. Maar die lange slungelige Twin teler verkoos zoo lang in haar bed te blijven liggen, dat de dames, wilden zijn nog bijtijds zijn voor de beste stukken, -op de ontbijttafel, wat zij, heel natuurlijk, beslist wensehten, verplicht worden zich aan te kleeden in haar tegen woordigheid, hetgeen buitengewoon lastig en onaangenaam was. Wel is waar lag zij schijnbaar volkomen apathisch niet gesloten oogea; maar je kon nooit weten met personen van dien leef: tijd! De ondervinding leert, dat je ze niet vertrouwen kimt. Zij doen haar oogen dicht en blijken later toch alles gezien te hebbenzij slapen zoogenaamd in, la lor hoor jo haar aan liaar Amerikaanschen vriend vragen wat menschen met pruiken toch wel moeten beginnen, als een wind vlaag aan dek opeens haar kapsel in zee blaast. Daarbij bad di© lango de ergerlijke eigenaardigheid om dadelijk ziek te wor den, als je maar oven wat Odol gebruikt©, of een slokjo cognac nam. Odol is toch zoo verfrissohond! Zander een Odol lucht is een Duitscho slaapkamer niet corrmWt. En de Cognac was geen ordinair© „Schnaps,maar oude, duro Cognac, die, wat don geur betrof, elk© hut tot eer zou kunnen strekken. Do Duitsche dames wilden natuurlijk doorgaan en gingen dan ook door, mot Odol te gebruiken cn een beetje Cognac te drinken, onverschillig voor de zwakke smeekbeden uit de bovencouchette aan den overkant, maar in Kaar eigen belang za gen zij zioh wel genoodzaakt het op te ge ven. Hot onuitstaanbare kind verzocht na melijk geen tweeden keer, zij ging onmid dellijk over tot afdoende maatregelen. Vaai tweo kwaden moesten haar oudcro landgeoooten dus wel het minsto kiezen, maar zij bleven gebelgd. Do andere Twinkler, do kleine, leven dige, stond wel vroeg op cn maakte, dab zij wegkwam, maar die had nu weer do onhebbelijkheid om liaaT eigen toiletarti kelen met die van de dames door elkaar te haspelen, en stak bijvoorbeeld haar haar vóór zij haar gezicht ging wasschcn even vast met haar haarspelden. Zoodra zij dit bemerkten, verstopten zij ze, maar toen do Twinkler, die haar eigene blijkbaar allemaal verloren had, er geen van haar meer vond, greep zij onverwijld haar nagel schaar en stak daar baar staarten mod op. Nu was heb een buitengewoon kostbare nagolschaar, die heel gauw stonip werd. 't Zou dus al heiligschennis geweest zijn, haar voor iets anders dan nagolknippen tc go- bruiken; snaar dat zoo'n brutaio meid heb voorwerp durfde aanraken, ging allo per ken te buiten! Toon zij haar op scherpen loon opmerk zaam maakte, dat de schaar heel teer was en zij haar 011 middel lijk uit haar haar moest nemen, deed zij dit onder een tar tend stilzwijgen en nam haar knoop en haak daarvoor in d© plaats. Nu verhieven zij zich op haar olbogen, om haar te vragen wat voor een opvoeding zij genoten had, en zij verhieven haar stem men tegelijkertijd, want, hoewel zij dank baar waren (zooals zij later betuigden) geen Junker to zijn, hadden zij toch blijk baar eonigo sprekende Junkor-eigenschap- •pen afgekeken. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5