No. 18769
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 Mel.
Tweede Blad. Anno 1921.
TWEEDE KAMER.
LAND- EN TÜJÈNBOUW.
Van den voet der Pyreneeën.
De strijd tegen Morpheus.
-
Zitting van gisteren.
Grondbelastino.
yoortgegaan wordt met de behandeling
vaii het ontwerp tot wijziging der Grond
belasting.
De algemeene beschouwingen worden
■voortgezet.
Dc- Minister van Financiën, de
her DE VRIES vervoigt zjjn gisteren al-
gebroken rede. Hjj betoogt, dat het percen
tage kan blijven zooals het was, omdat
door do stijging der nominale waarde de
opbrengst zeer zal stijgen. Met de waarde
daling van. het geld is dan nog geen reke
ning gehouden. Herziening van de be.as'.mg
was noodig, om tot een billijker verdeeling
te- geraken. Met cijfer» zet spr. uiteen,
dat onjuist is de bewering, dat het platte
land meer wordt getroffen. Er zullen er
zijn, die meer moeten betalen; maar dat
kómt alleen, omdat zij te weinig betaalden.
Onjuist is het, dat liet ongebouwd meer
moet betalen. Wie er rekening mea houdt,
dat dit thans 4 pCt. p'eegt op te brengen,
en het gebouwd 6 7 pCt, kan dat on
middellijk becijferen.
Het is niet mogelijk na te .gaan wat de
opbrengst zal zijn, want het laat zich aan
zien, dat op 1 Januari 1922 de verkoop
waarde weer zal gewijzigd zrjn.
Het bedrag van 2U millioen, dat spr.
heeft genoemd, was oen schatting op een
ander moment.
Vervolgens betougi spr, dat het voor de
zandgronden neer komen zal op een stij
ging van f 1.50 per Hectare, voor de klei
gronden f2.40 per bunder, hetgeen nog
geen verdubbeling is van de tegenwoordige
belasting, terwijl do waarde aanmerkelijk
steeg cn de waards van den gu'den zeer
daalde.
Een bo.asting op onontgonnen grond is
billijk, omdat anderen allicht bereid zou
den zijn dien grond le ontginnen. De be
lasting zal de ontginning bevorderen.
De stelling, dat ookjleze belasting dient
geheven le worden naar draagkracht, gaat
niet op. Niet voor iedere belasting kan dit
gelden, vooral niet voor een zakelijke be
lasting. Ons belasting-stelsel als geheel,
heeft als grondslag de draagkracht cn deze
I afwijking brengt daarin geen wijziging.
Tusschen belastingheffing naar belastbare
opbrengst en naar do verkoopwaarde, be
staat geen principieel verschil, omdat de
verkoopwaarde in zeer belangrijke mate
afhangt van de belastbare opbrengst.
Spr wijst den beer Ter Laan er op, dat
de hefting-ineens voor de boeren zeker
niet prettig was geweest. Wanneer de be
strijders van dit ontwerp-grondbelasting den
boeren willen gaan vertellen, dat zij deze
belasting hebben afgekeurd, mogen ze wel
niet vertellen dat zij een heffing-ineen»
wilden, die hen veel sterker zou drukken.
Hel denkbeeld-Van ltappard behandelend,
herinnert spr. or aan. dat de eerste schat
ting vee' tij kosten en dat hij daarom
een voorloopige schatting op eigen aan
gifte deed voorafgaan. Als het mogelijk
ia, wil spr. de eerste herziening wel ver
vroegen. maar vee! zal dat niet zijn. Het
aantal aangiften schat spr. op een millioen,
dat niet in één jaar is te verwerken. Op
zijn minst is daarvoor 5 jaar noodig en
de ambtenaren van bet kadaster kan spr.
daarvoor niet beschikbaar stellen.
Spr. is bereid den termijn op 5 jaar
te stellen, maar eigen aangifte kan hij niet
goedkeuren.
Verschillende leden rep] ice er en
De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.) ver
klaart. dat zijn partij niet tevreden is ge
steld en dat zij. wanneer het amendement
tol verlaging der belasting voor de kleine
bezitters wordt afgewezen, ernstig aan tegen
stemmen zal donken.
De MINISTER acht bel amendement-v.
d. Laar volkomen onuitvoerbaar en niet
passend in het kader van de wet.
Bij art 4 licht de heer BRAAT (PI. P.)
een amendement toe, om ter bevordering
van den klein-eigendom te bepalen, da', voor
ongebouwde of gebouwde eigendommen be-
hoorende tot een land- of tuinbouwbedrijf
en in gebruik of bewoond door den eigenaar,
ingeval deze niet in de vermogensbelas
ting is aangeslagen, de belastbare waarde
te verminderen met het bedrag van de op
die eigendommen rustende hypothecaire s or
deringen, welke vermindering in geen ge
val meer bedraagt dan f 15 000.
De heer TEENSTRA (V.-D.) licht een
amendement toe ter vereenvoudiging van
de vaststelling der verkoopwaarde, door
nl. verschillende eigendommen, te samen
vormende een bedrijf, als één eigendom te
beschouwen.
De lieer DE GROOT (V. B.) -verdedigt
een amendement, om in geval van twijfel
of een eigendom a's gch ti vd o' ah onge
bouwd eigendom moet worden beschouwd,
niet alleen ingevolge art 2 (gebouwde
eigendom) maar ook ingevo'ge art. 3 (on
gebouwde eigendom, ieder afzonderlijk te
schatten.
De heer TREUB (V. B.) verdedigt een
amendement om in art. 4 te laten ver ral
len de regeling van de schatting naar de
verkoopwaarde. De bedoeling is, om, in
verband met amendementen bij volgende
artikelen de schatting niet alleen te doen
geschieden door de controleurs van de
grondbelasting, maar ook door de kadaster-
ambtenaren, ten einde de perceptiekosten
zooveel mogelijk te beperken
Over den termjjn voor de herziening loopt
voor spr. het geschil niet; hij is dus be
reid deze niet op 3, maar op 5 jaar te
stellen Hoofdzaak is. dat de controle z.oa
weinig mogelijk kostbaar is
De heer DE MONTÊ VERLOREN (A R.)
licht een amendement toe om de verkoop
waarde wanneer deze niet rechtstreeks is
vast te stellen, niet te bepalen door het
gemiddelde der in de laatst? vijf aan de
vaststelling voorafgegane j iron bedongen
normale verkoopprijzen, maar door het ge
middelde der in het jaar aan de vaststelling
voorafgegaan bedongen normale verkoop-
prözen. ten einrle tot een meer juiste vast
stelling te komen
De vergadering wordt verdaag! tot Vrij-
Sag le elf uren
ïn den grocutentuiii-
Van de groenten, welke in Mei bij voor
keur worden gezaaid, zijn de snij- en pri-n-
fx-sseboonen mede wel van de belangrijkste.
Deze groentensoorten zijn zeer gevoelig voor
koude niet alleen, maar vooral cok voor
overmaat van vocht. Hierdoor zullen bij een
vroeger zaaien in den open grond de zaden
gemakkelijk verrotten. Op zijn vroegst wordt
in de oerste week van Mei op een droog,
besehut plekje van den tuin gezaaid en dan
wordt meestal gebruik gemaakt van de stam-
of polsnij- en -prinsesseboonen. Deze groeien
niet hoog, zijn daardoor gemakkelijker te
beschutten en tevens dragen zij iets vroeger
dan dc stok- of rankende soorten,. De boven
boven den grond komende plantjes kunnen in
den beginne nog 's «nachts door een omge-
keerden bloempot worden gedekt. De groote
zaai van deze groenten heeft plaats tusschen
12 en 20 Mei. De pol- of struiksoorten wor
den gezaaid op rijen, 35 c.M. uiteen, terwijl
op de rij eveneens op 35 c.M. afstand
putjes worden gemaakt van plm. 5 c.M. diep,
waarin 3 a 4 boontjes worden gelegd. In
drogen grond woelt men deze met de hand
om, zóó, dat de zaden in vochtige aarde
komen te liggen. Waar men veel last heeft,
dat de boonen doer ritnaalden worde» ge
teisterd, daar verdient het aanbeveling door
de zaadboonen een' paar druppels petroleum
te roeren.
Op vochtige gronden gebruikt men niet
zelden een paar druppels slaolie, om de
zad6n tegen verrotten te besehermen. De
stokken voor de rankende scorten plaatse
men 70 h 80 c.M? uiteen en de rijen even
eens; rnet plaatse de stokken in schuin ver
band, dus zóó, dat twee naar elkaar toe ge
bogen staken elkaar boven niet rake». Boven
worden zij door dwarsstokken of -latten
verbonden. Aan den binnenkant maakt men
rondom de stokken een endiep geultje en
legt daarin de zaden, 3 h 4 van de stoksnij-
bcon, 5 a 6 van de prinsesseboon. Op ieder
bed legge men enkele zaden in reserve, om
rle plantjes daarvan te gebruiken voor in
te boeten. Klein zijnde, laten zij zich gemak
kelijk verplanten.
Bij het klimmen dient men do ranken iets
te hulp te komen en denke er daarbij aan,
dat dc boon een links windende plant is,
zoodat men de ranken tegen den loep van
do wijzers om draait. Doet men dit niet,
dan werken de ranken zich weer los en krijgt
men gemakkelijk een warboel. Zijn de boonen
na een tiental dagen oog niet gekiemd, dan
diene men eens te controleeren hoe het er
mee staat. Blijken enkele verrot te zijn, dan
is het noodig opnieuw te zaaien. Een zeer
aanbevelenswaardige snijboon voor den stok
is do Verbeterde Veensche en voor
prisesseboonen deEnkele of Dubbele
Stokprinsesse met of zonder draad.
Ook is het nu tijd voor het zaaien van
Brusselsch Witlof. Deze gewilde groente
vereischt weinig zorg en verdient veel meer
algemeen te worden aangekweekt. Men zaait
hall Mei op vooraf diep losgemaakten grond,
welke Hink van oude specie wordt voorzien.
Mon maakt de geulen op 25 c.M. afstand
en zaait daarin het fijne zand niet diep en
plakt op droge gronden iets aan. Op de rij
wordt later op S c.M. afstand gedund. De
uitgetrokken planten kunnen ergens anders
uitgezet. Zoo zaait men bijv. in Nocrd-Hol-
Iand op een wachtbed en poot de plantjes
later uit op een grond, die reeds een vroeg
-gewas heeft geleverd, als bijv. vroege aard
appelen of erwten. Gedurende den zomer
heeft men den grond "onkruidvrij te houden
en begin October worden de wortels gerooid.
Daarna wordt het bladgewas op een paar
c.M. na afgesneden en de wortels rechtop,
man aan man, ingekuild. Hiervoor maakt men
op een droog gedeelte van den tuin een put,
bleed 1 M„ 20 40 c.M. diep, al naar den
grondwaterstand en lang maar behoefte. Hier-
iu worder. de wortels geplaatst, nadat de
lange op plm. 20 c.M. zijn ingekort, rechtop
en met aarde aangevuld. Zijn zoo allo wor-
tel3 geplaatst, dan bedekt men ze met 25
a 30 cJVl gewone tuinaarde, waaruit steenen
en harde kluiten zijn verwijderd. Hierin ma
ken dc wortels geduremjaden winter en lx>t
vroege voorjaar de bekende krepjes. Om de
vorst te weren en tevens om den oogst wat te
vervroegen kan men over het geheel wat
ruigte, blad of oude matten brengen. Dit is
tevens goed om overvloed van regenwater
tegen te houden.
Zaaizaad schafte men aan van oen bekend
zaad handelaar en bestelle dan de echte krop
3 u i k e r ij.
Bij voorkeur zaaien wij de roede keu
ken b i e t begin tot half Mei. Eerder ge
zaaid. maakt dit gewas, vooral op voedzame
•gronden, groote wortels, welke later moei
lijk heel te keken zijn; dit is voor de
roode biet een eisch, za! het produkt niet
een groot deel van de goede hoedanigheid',
door liet afkoken van sap, verliezen. Ook
fjeze biet leent zich goed om op een afzon
derlijk bedje te zaaien en om later de plan
ten uit te zetten op een leegkomend gedeel-
te van den tuin. Zaait men ze direct op
de blijvende plaats, dan maakt men de gen-
cp 25 c.M. afstand en dunt later op de rij
op 10 c.M. afstand. In de eerste helft van
Oktober wordt gerooid, terwijl de kweekzor-
gen in den zomer zich bepalen tot het schoon
houden van den grond. Na het rooien wordt
het blad er afgedraaid, inplaats van gesne
den. Dit om te voorkomen, dat de wortel
beschadigd wordt. Gedurende den winter
laat de biet zich bij1 voorkeur bewaren op een
vorstvrije plaats in 't zand. Tegelgk met de
gewone winterbiet zaaien wij de platronde
Egyptische. Deze 'biet heeft den vorm van een
Meiraap en is vanaf half Augustus oogst-
baar en levert dan een zeer smakelijk ge
recht.
Ook postelein eischt veel warmte, reden
waarom het door tuinders meestal onder glas
wordt gezaaid. Men heeft dan minder risico.
Toch gaat de teelt in den open grond bij
warm ween heel goed. Vooraf wordt de
grond gemest met dunnen koemest of beer en
deze ondiep onder gewerkt. Per vierk. M.
zaait men daarna plm. 25 gram zaad. Dit
wordt na het inharken licht aangeplakt en nat
gegoten. Daarna wordt het zaaibed met zak
ken of matten gedekt. Door hierover eiken
dag te gieten, blyft de onderliggende grond
regelmatig vochtig. Binnen 2 X 24 uur
kiemt het zaad, zoodat dan de bedekking
moet verwijderd; ook het gieten houdt na
een paar dagen op. Deze groente lioudt veel
van zon en beschutting, terwijl men bij zaad
aankoop bestelle de gewone groene zomer-
postelein; deze is sterker dan de dito gele.
Veel minder bekend i9 de molsla, waarvan
wij ook jaarlijks een flink bed zaaien. Dit is
een breedbladige paardebloem, welke half
Mei op rijen wordt gezaaid, de rijen 25 c.M.
uiteen. Gedurende den zomer houde men ge
regeld de bloemen uit de planten om te voor
komen dat het gemakkelijk verstuivende zaad
overal heen waait. In den winter ster
ven de planten boven den grond af^ maar
overwinteren in den bodem met een dikken
penwortel. Half Januari wordt de aarde
rondom het bed hierover gestrooid, zóó
dat de p'anten met plm. 25 c.M. aarde wor
den gedekt. Hierin worden gedurende de
vroege voorjaarsdagen de bleeke bladkrans
jes gemaakt, welke een aangename groente
leveren, vooral een aangename afwisseling
bij kool en inmaak.
Vragen op tuinbouwgebied aan de Redac
tie onder motto Tuinbouw.
J. S.
IT.
Het merkwaardige van liet B-askisohc volk
is de hardnekkigheid, waarmede het zijn laai
eu zeden heeft bewaard. Nauwelijks een half
millioen zielen tellende, waar pa n het mecrcn-
deel in Spanje, en ruim 100 000 in Frankrijk
wonen, spreekt het heden neg een taal, het es-
cuare .geheel en al versohiüend van ieder an
dere taal of dialect in Europa.
Het gebied dat de Fransche Bankiers bewo
nen, strekt zich uit van die kom der Westelijke
Pyreneeën tot bezuiden Bayoiine, on van de
Geit van Biscaye tot het dal van de Sa is on dat
zich ruw gerekend op 50 a 60 K.M. van de
kusi bevindt. Ten Noorden van dal gebied wo-
nwr Gascogners, ten Oosten hebben zij de Bcar-
neozen to< buren.
Over hun afstamming is weinig bekend. Toen
de Kelten naar Frankrijk trokken, werden de
oudere volksstammen dear hen verdrongen, de
Liguriors naar de kust dor Middel!andsohc Zee,
do Iberiërs over de Garonne en tot in Spanje.
De onderstelling is dus niet gewaagd, dat de
Baskiërs Iberiërs waren, welko zich toen in
dezen uithoek tusschon do zeo en de bergen
hebben vastgezet on daar aan verder opdringen
zegevierend hot hoofd bobben geboden. Zij zei
ven voelen zich thans als een zoo oud volk, dat
men geneigd zou zijn (c geloovon, dat zij zelfa
dSe oude Iberiërs als volks verhuizende indrink
gers beschouwen, cn dat zij meenen dat de Bas«
tiers reeds in Ba-skië woonden, voor de Iberiërs
aan het trekken gingen.
Ik trachtte mijn indruk van dit gevoelen,
wear to geven door het phantasooren- van een.
gesprek tusschen Iberiërs, Kolton, Kimbren,
Franken on Latijnou, die allen om beurten van
hun herkomst vertelden en daarna den Bas-
kiër vroegen: En uw volk, van waar is dat gö-
komen? Waarop ik don Baskiër liet antwoord
den: Wij behoefden niet to komen, wij waren,
ear al. Let wel, dat deze uitleg van mijn oigeai
vinding is; ik wil haar dus niemand opdringen?
echter de pastoor, wien ik na een lang gesprek
over de zaak vroeg of mijn indruk de juist©
was, zeide lachend: Misschien zou de Baskiër
dat antwoord wel hebben gegeven.
Ik heb niet gebracht de taal te bestudceren
en kan er dus weinig over zeggen. Een enkel
staaltje moge hier plaats vinden, om een denk
beeld te geien, hoe zij absoliiut ver schuit van do
talen die haar omringen. Ik kies het uil, omdat
er meteen uit blijkt, dat de Baskirs ons volk
roods lang kennen. In een boek van Baskisch©
liederen dan vond ik het volgende:
Jeiki, jciki, etolionkuak, argia da zabala;
Itohasotik rnrntzalzen da zitkarrezko trumpet a
Bai eta'ere ikharatzen Olandresen ibarra 1).
In een noot had dc verzamelaar der gezant
gen hierbij aanggteekond: „Wat kan wel dc zin
van dit fragment zijn? Hebben wij hier niet to
doen met liet laatste overblijfsel van een zeer
oud lied, dat waarschijnlijk teruggaat tot den
lang vervlogen lijd, waarin de Baskiers, eens
het cenigo volk, dat zich toelegde op de vangst
van walviscih en kabeljauw, bun monopolie door
de Hollanders zagen betwisten?"
Jammer genoog, kon ik geen volledige veria-»
ling van doze regelen machtig worden. Ho©
klein het Baskiscke taalgebied ook zij, er zijn
ook daarin nog uitcenloopende dialecten. Met
behulp van dc Fransche vertaling van mijn
zegsman meen ik den zin van de eerste tweo
rogels a. v. to kunnen weergeven:
Ontwaakt, ontwaakt, huisgenooton, het is
(reeds lang dag?
Van de zee doet de zilveren trompet zich
(Uooren-
Do derde regel houdt dan vermoedelijk in,
ter verdero aansporing, dat de schepen dor
Hollanders in het gezicht zijn.
Met „zilveren trompet" móet hot geluid der
golven zijn bedoeld, dus niet een uitdagend ge
schal van Ilollandsche trompetten.
Zooals men ziet, wordt het gebruik \an do
letters z eu k, die in het Fransob zoo zeidon
voorkomen, door de Baskiers niet geschroomd.
In plaatsnamen en opschriften trof mij ook
het kwistig voorkomen van de letter x, dikwijls
op zoodanigo wijze, dat het uitspreken den
vreemdeling eenig hoofd- of tong-breken kost,
zcoals in Jatxou on Itxassou, twee dorpjes in
de bekoorlijke vallei van de Nive. Doch in het
Baskisch hebben verscheidene letters een an
dere uitspraak dan wij er aan geven en de taaL
klinkt volstrekt niet hard, eerder melodieus.
In do kerken wordt in het Baskisch gepreekt'
sleokts bij uitzondering in het Fransch
In de dorpen wordt in het gezin nagenoeg
uitsluitend Baskisch gesproken; de meeste kin
deren kennen geen Fransch eer zij naar school
gaan.
De gemeenschappelijke taal houdt ook den
band aan met de Baskiers aan de Spaanscho
zijde dor bergen. In zekeren zin gevoelen d©
Fransche en Spaanschc Baskiers zich één, al
zijtt zij daarom geen slechte patriotten.
Tijdens do GaHistischc oorlogen onderhieldon
do Fransche Bas-kiërs oen meer dan' wel wil-*
lande neutraliteit ten opzichte van de volgelin
gen van Don Carlos. Al'is ook het verhaal op
phantasio gegrond, zoo mag wat Pierre Benoit
op dit stuk in zijn roman „Pour Don Carlos"
heeft verdicht, naar den geest voor juist worden
gehouden.
Onder do ouderen van dagen werden mij nog
Oariisten aangewezen die, hoewel van. Fransch©
Naar het Engelsoh van O. HENRY.
Door T. de R.
Ik licbk nooit good kunnen begrijpcai hoe
Tom Hopkins or bij kwam die fout te ma
ken, want bij hac3 teeh al oen heel jaar
in do medicijnen gestudeerd, natuurlijk
vóór hij het fortuin van zijn tante had ge
ërfd, en iedereen had gedacht, dat hij juist
heel goed was in therapie.
Wij hadden dien avond samen ergens
een bezoek afgelegd cn daarna was Tom
meegegaan naar mijn kamer, om een pijpje
te rook en en een beetje te praten vóór hij
zich naar zijn eigen luxueuze appartemen
ten zou begeven. Ik was even in mijn an
dere kamer gegaan, toen ik Tom hoorde
roepen
„Zeg, Willy, als je er niets op tegen
hebt, noem ik even een paar gram kinine
van jc Ik voel me lam en huiverig; ik denk
dat ik kou heb gevat."
„Ga je gang! riep ik terug. „Het
fiesehj-o staat op de tweede plank. Doe er
oen beetje van dat eucalyptus-elixer door;
dat neomt den bitteren smaak wat weg."
Toen üc terug kwam, gingen wij bij het
vuur zitten voor een gezellig praat-uurtje.
Maar na ongeveer acht minuten viel Tom
in slaap
crschrikt etond ik op om te gaan kij
ken naar bet medicijnkastje.
„Jou doortrapte boerenlummelriep ik
uit. „Kijk nou toch eens wat de uitwerking
is van geld op de hersens van een mensoh".
Daar stond het tleschje morfine zonder
stop, juist, zooals Tom het had. gelaten.
Ik riep een anderen somi-arts, om den
ouden doktor Gales te halen, die een paar
straten verder woonde.
Tooti Gales kwam, maakten wij samen
een pnactisohen cursus door, alsof wij voor
en examen moesten werken. Na de meer
'frostisoho geneesmiddelen gaven wij hem
•>torke koffie en lieten hem verscheidene
malen tusöoben ons in loopen op den grond.
e oude dokter sloeg en kneep hem en
T lo zo° hard als hij kon, denkend aan
o groote. ohèque, die zou volgen. De jonge
mi arts, die een paar deuren van mij
afwoonde, gaf Tom oen flink en trap en ver
ontschuldigde zich daarover naderhand
tegenover mij.
„Ik kon het niet helpen," zei hij. „Ik
heb nooit eer in mijn leven een mdillionair
geschopt. Het kan bost zijn, dat dit mijn
eenige gelegenheid is geweest."
Na een paar uur hard" werken, zei dok
ter Gales, dao ik mijn be9t moest doen hom
nog gedurende een paar uur wakker te
houden. „U moet maar steeds door tegen
he-m prater en hem dan bij geregelde tus-
sohenpoozen eens sahucklon. Als zijn pols
en ademhaling weer normaal zijn, kan hij
gerust gaan slapen. Ik zal hem nu verder
aan uw zorgen overlaten."
En zoo liet hij me alleen met Tom, dien
hij op een rustbank had gelegcl. Hij lag
heel stil rnet half gesloten oogen. En ik had
te beginnen met dc zware taak hem wakker
to houden
„Zoo zoo, oude kerel," begon ik, „we
hebben een heel werkje gehad met je er
weer bovenop te krijgen. Toon je nog col
lege liep, lang geleden Tom heeft toon nie
mand van do professoren je terloops ver
teld, dat de woorden „kinine" e>n „mor
phine" op eon heel andere wijao worden ge
schreven l Jo hebt je roeping gemist, kerel;
eigenlijk hadt jo apotheker moeten wor
den; 't is prachtig, zooals jij recepten uil-
voert."
Tom keek mij un met eeai half idioten
glimlach.
„Willy," mompelde hij, „wees nou niet
flauw. En laat me mot rust Ik ga nou een
beetje slapen."
En binnen twee minuten sliep hij. Ik
schudde hem eens flink door elkaar.
„Vooruit, Tom," zei ik streng, „dat gaat
zoo niet. Die groote dokter heeft gezegd,
dat je minstens oen uur lang moet wakker
blijven. Vooruit, kerel, doe je oogen open.
Je bent heusch nog niet heelcmaal in voilig-
hcid."
l<>m Hopkins weegt honderd tachtig
pond. Hij grinnikte rnc goedig toe en viel
ju nog diepet slaap. Ik zou hem wel graag
hebben- willen laten loopen, maar ik had
evengoed kunnen trachten met de Naald
van Cleopatra te gam walsen Tom's aderp-
lialing werd hoe langer hoe zwaarder en in
verband met de morphino had dat gevaar
lijk kunnen worden.
Toen begon ik e ns rustig na tc denken.
Ik kon zijn lichaam niet wakker krijgen!
Dan moest ik trachten zijn geest te wekken.
„Maak hem goed boos," was zijn eerste ge
dachte. Maai hoe Tom was één en al har-
tclijko vriendelijkheid, zacht en gewillig.
Hij was een echte gentleman hij kwam uit
het Zuiden, waar de mensclien nog idealen
hebben, en hij had voor vrouwen die ouder-
wetscho ridderlijkheid, die Eureka
daar had ik het! Een oogenblik bleef mijn
verbeelding daar. an hangen. Ik grinnikte
in mezelf bij do gedachte alleen al van een
ding als waaraan ik dacht aan ouden Tom
Hopkins tc verwijten. Toen schudde ik he-m
eens flink door elkaar. Hij opende zijn
oogen. Ik daed alsof ik woc-dend op hem
was en keek hem minachtend aan.
„Luister eens, Hopkins", zei ik scherp en
hard, jij en ik zijn altijd goede vrienden
geweest, maar ik stel er prijs op je te zeg
gen, dat in de toekomst mijn deuren zul
len zijn gesloten voor een man, die zich
als een schurk gedraagt, zooals jij".
Er kwam een lichte trek van belangstel
ling op zijn gezicht.
„Hallo, Willy, wat heb je V' mompelde
hij doezelig. „Passen je lcleeren je niet
goed V'
„Als ik in jouw plaats was", vervolgde
ik, „wat ik niet» ben, dan zou ik zelfs mijn
ooge-n niet durven toedoen. Hoe staat het
nou met dat meisje, dat» daar ver in het
Zuiden op je zit te wachten; dat meisje,
dat. je natuurlijk alweer heelcmaal verge
ten bent, sedert je dat beroerde geld hebt
geërfd? Ik weet best, waarover ik spreek.
Toen je een arm student was, was zij goed
genoeg voor je Maar nu je millionair bent
geworden, is alles veranderd. Ik ben be
nieuwd, wat zij wel zal denken over die
klasse van ^mensclien, waarvoor zij juist
eerbied was gaan voelen de heeren uit
heti Zuiden Het spijt me, Hopkins, dat
ik over deze dingen heb moeten spreken,
maar je hebt het zoo keurig verborgen ge
houden, dat ik zou hebben gezworen, dat
jij wel boven zulke lafhartige dingen ver
heven zoudt zijn geweest".
Arme Tom! Ik kon bijna mijn lachen
niet; inhouden, toen ik hem zag vechten
togen de gevolgen van de opium. Hij was
bepaald kwaad en ik kon het hem niet
kwalijk nemen. Hij had een Zuidelijk tem
perament-. Zijn oogen waren nu heelemaal
open en ik zag er een vuur in schitteren.
Maar toch was zijn tong nog zwaar en zijn
hersens waren nog beneveld door 't vergif
„LUIlammeling", zei hij „Ik zal je
slaan".
Hij trachtte van de rustbank op te staan
maar hij was nog zoo zwak, dah ik hem
met één arm weer neergooide; hij bleef
stil liggen.
„Nu heb je genoeg voor een tijdje," zei
ik tot mezelf. Ik stond op en stak mijn
pijp aan, want ik had werkelijk een hart1-
versterking noodig. Ik liep wat heen cn
^reer en wenschte mijzelf geluk met mijn
prachtigen inval.
Ik hoorde gesnurk. Ik keek om. Hij sliep
alweer. Ik stompte hem eens flink. Hij
keek mij aan, heel vriendelijk, als een
idioot. Toén werd het mij te machtig.
„Allo, kerel, mijn kamer uit, zoo gauw
als je kunt", zei ik grof. „Ik heb j*e ver
teld, wat ik van je denk Als je nog een
liarb iu je lijf hebt, zul je je wel tweemaal
berdenken vóór je in heb vervolg weer met
„gentlemen" omgaat. Zij is immers een
arm meisje?" Ik zei het. spottend. „Zeker
to leclijk cn gewoon voor ons, nu we rijk
zijn geworden, lië V' Niet deftig genoeg
om in „Fith Avenue" te kunnen worden
vertoond Hopkins, je bent nog wel zeven
en-veertigmaal erger dan de ergste boef.
Wie geeft» om jouw geld? Ik niet, hoor!
En ik deuk, dab meisje ook niet. Misschien
zou je een beter mensch zijn, als je niet
zooveel hadt.. Zooals het- nu is, heb je
jezelf verlaagd en misschien een trouw
hart' gebroken (dat laatste zei ik, omdat
ik heb zoo dramatisch vond. Stel je voor.
oude Tom nopkins, die een trouw hart
zou breken!) „Vooruit, verdwijn uit dezo
kamer, zoo gauw als je kunt"
Ik draaide Tom mijn rug toe: ik hoorde
hem bewegen en ik draaide me weer naar
hem toe. Ik was er niet erg op gestel^
honderd tachtig pond op c te laten val
len. Maar Tom had zich alleen maar om
gekeerd. Eén arm hield Lij tegen zijn ge
zicht. Hij zei een paar woorden, duidelij
ker dan ooit te voren.
„Willy, ik had tegen jou niet zoo kunnen
spreken.zelfs al had ikmenschea
zóó over jou hooren spreken. Maar zoa
gauw als ik staan kan, zal ik jc nek bre
ken; vergeet dat niet."
Ik voelde me toen toch een beetje be
schaamd, maar het was ten slotte alles ge
beurd om Tom tc redden. Den volgenden
morgen, als hij weer wakker was, zou ik
hem alles uitleggen en zouden wij or samen
om lachen.
Na ongeveer een kwartier viel Tom in
een diepen, gezonden slaap. Ik voelde zijn
pol3, controleerde zijn ademhaling en lieti
hem slapen. Alles was weer normaal en
Tom was in veiligheid. Ik ging naar da
andere kamer en rolde in mijn bed.
Toen ik den volgenden morgen opstond,
was Tom weer heelemaal de oudehij was
al 'op en aangekleed en was alleen moe en
zijn tong was geweldig beslagen.
„Wat ben ik een idioot geweest", zei hij
nadenkend. „Ik herinner me, dat ik heel
goed zag, hoe wonderlijk dat kinine-flesch-
je er uit zag, toen ik het nam. Heb je veel
moeite gehad me weer bij te brengen V9-
Ik zei hem van neen Zijn héele .geheu
gen scheen in dc war door alles. En ik be
sloot dus, dat hij van alle pogingen hemi
wakker to maken, niet de minste herinne
ring had en was vast van plan hem die ook
maar niet to vertellen. Later, dacht ik, ala
hij heelemaal in orde zou ziju, zouden wa
er samen over lachen.
Toen Tom klaar was om weg te gaan,
bleef liij met den knop van dc deur in zijn
hand, plotseling staan en schudde mijn
hand.
„Dank je hartelijk, oude kerel", zei hij
kalm, „voor alle moeite, die je je voor mij
hebt gegeven en voor alles, wat je hebt
gezegd. Ik ga nu dadelijk een telegram
zenden aan het kleine meiske in bet Zui
den".
E