No. 18767, LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 11 Mei. Tweede Biad. Anno 1921. UIT DE RAADZAAL TWEEDE KAMER. FEUILLETON CHRIST0FFEL EN COLUMBUS E «t Was weer eer» agenda, waarvan liet volg werd de zucht hoe lang het was en hoe ver't Wordt- bijkans vervelend, onJ in allerlei toonaard daarmee ieder 0vCraoht 'c moeion beginnen, maar wij kunnen het heusch niet helpen. De heden- daageohe gemeenteraden lijden bijkans a]je aan heb euvel van een vreeselijke breecfeprakerigheid en Leiden neemt voor eer geen sleohto plaats in op het rang- üjstje, dat daaromtrent zou zijn samen t-e 'atollen. Misschien slaan de heeren hier oxouseer ons, dat de dames niet_ den voorrang geven, maar do waarheid is nu eenmaal, dat in onze raadzaal de heeren bet meest praatziek zijn nog wel eens een recordBij gebrek aan beter enz. Aanvankelijk dachten wij beslist, dat de haad had afgesproken een gooi naar het record van langademigheid te doen, dooh gelukkig bleken we ons daarin tooh nog to vergissen. De heer Van Eek wilde in plaats van een toelichting een ware ver dedigingsrede houden voor zijn ingediend roorstel om het houden van optochten op Zondag ah regel toe te staan. De voorzit ter stuit to deze redo door het toezeggen van praeadvies van B. en W. zonder zioh evenwel tc binden aan een bepaalde toe zegging over liet afkomen daarvan, waar op de heer Van Eek ver volgons nog aan drong Daarop veroorzaakte de heer Sijtema een verloren kwartiertje door, al hoewel dit direct duidelijk was gezegd, niet in te gaan op de verzekering, dat. do verplaatsing van de Zatordagscho markt van Visohmarkt naar Beestenmarkt, slechts een proef was. Ten slotte, nadat ruim een kwartier was verdaan, legde hij zioh bij de zaak neer omdat het een proef was. De weg van achteren naar voreh! Dit was evenwel nog kinderspel verge leken bij wat volgde bij behandeling der punten betreffende het inrichten en ver huren van enkele gemeenteperceelen als woonhuis Daar werd een toppunt be reikt, een toppunt van misselijkheid, welk woord we. gaarne overnemen uit wat de heer Mulder er ten slotte over zeide. Er word een boom opgezet alsof Leiden's wel cn wee afhing van wat met een paar inge zetenen zou gebeuren. Ook zonder in zoo'in soort labyrinth te verdwalen had opgeko men kunnen worden, kort en zakelijk, voor dongone, dien naar veler oordeel onrecht werd gedaan. Het waren do hoe ren Sijtsma en wethouder v. d. Lip, die als redders in den nood. optraden, de eer ste door voor to stellen sluiten der debat ten o. i. een weinig aanbevelenswaardig middel over 't algemeen, maar hier een uitkomst de tweede cloor ten einde raad den weg van praeadvies voor te stel len over een vorstel van den heer Dub- beldemanom hot perceel aan den Nieu wen Rijn in to richten als tijdelijk asyl voor daklooze gezinnen, een voorstel dus van gelijko strekking als dezo heer een vorig maal deed zonder sucoes. Zonder sue- oes, omdat hij toen geen bepaald o percee- len noemde. Wethouder Bots gaf hem nu als hot ware zelf dat voorbeeld aan do hand. Waaro verbeen volgde een praatje over het oudo vraagstuk van erfpacht of ver koop ten aanzien van gemeentegrond, wat, we erkennen het graag, van groot belang kan zijn, maar 't hier niet was om dc dood eenvoudige reden, dat woningbouw mo menteel al dergelijke kwesties finaal op den achtergrond schuift, en vastgekoppeld aan den woningbouw op het Raamland het bijkans onafscheidelijke schoonheids debat, dat door den heer Knuttel wederom geleid werd, do schoonheidsspecialist bij uitne mendheid in den raad. Door een elkaar niet geheel begrijpen duurde dit debat nog wat langer dan noodig was geweest, maar aan alles komt een eind, dus ook hieraan. De heer Knuttel had o, i. in hoofdzaak ge lijk. Vaste regels zijn er natuurlijk niet voor wat mooi of leolijk is, doch een zeke-ro maatstaf beslaat tooh wel en mooi, of laten we dan zoggen, niet lcelijk beteekent niet beslist duur Zonder dat ook uitvoering in eigen be heer tor tafel kwam, mochten we natuur lijk do agendapunten betreffende bouw en verhuring niet pa-sseeren. Do heer Dub- boldeman berijdt, gelijk men weet, dit stokpaardje bij uitnemendheid. Gelukkig was hij ditmaal evenwel niet-, toen hij aan merking maakte op den oisoli van den wethouder der volkshuisvesting aan „Tuin stadwijk" voor en aleer zich neer te willen leggen bij uitvoering in eigen be heer, waarvoor heb bestuur aanvankelijk wel iets voelde, maar. waarvan het later afzag, een gespecificeerde raming over te leggen. To hoog kan men dien oiseh toch niet noemen. Een aannemer moet voor do som, waarvoor hij 'inschrijft, het werk op- loveren, zonder meer kan toch riiet aan uitvoering in eigen beheer worden ge dacht Dat, zou anders een heerlijk stropje kunnen worden. En toen hadden wij een der hoofdnum mers van het program bereikt, de veror dening op do heffing eener plaatselijke be lasting naar het inkomen met annex liet voorstel Van Eek om alvorens lot vast stellen hiervan over te gaan eerst, nog een poging te doen om mot behulp van «andere gemeenten den aftrok voor noodzakelijk levensonderhoud to verlioogen tot f 1000 voor gehuwden plus f 100 voor elk kind en tob f700 voor ongehuwd en, (thans resp. f 700, f 100 e»ri f 500). Plet is een kwestie, waarvan het groot belang te duidelijk in het oog loopt, om daarop nog te wijzen. Reeds vaker hebben ook wij gewezen op do wenschelijkheid de aftrekcijfers eenigszins to doen beantwoorden aan wat er do be doeling van moet zijn. Een goed gedocu menteerd voorstel, zuiver in de consequen ties, zou alleen tot verbetering in dozen kunnen leiden cn aan deze eischen ging het voorstel Van Eek helaas mank. 't Is waar, voor de Laagste inkomens bracht do heer Van Eek iets uitkomst, voor de hon gerlijders van professie om in do termen te spreken, doch dit zou zonder vordero totale niet aangegeven wij ziging in het belastingstelsel eenvoudig leiden tot uitbreiden van de hongerlijders- klasse. Zelfs bij behoud van cle belasting gelden blijven immers degenen, die door hot voorstel Van Eek gebaat zouden wor den, hongerlijdersom ze uit die categorie to trekken is het bedrag to klein maar de klassen, die er iets boven zijn, zouden dan zoo zwaar worden belast, dat ook zij tot de hongerlijders gerekend zouden moe ten worden, terwijl tevens cle midden stand nog leelijker in de knel zou geraken, om ons maar niet. verder naar boven in do gevolgen te verdiepen, hoewel ook die klassen niet uitgeschakeld kunnen worden. Wat baat een dergelijke remedie? Zooals hot voorstel Van Eek daar lag kon het moeilijk anders worden beschouwd dan als hebbende een politiek tintje, berekend op kiezersgunst En dab werd niet, weinig dui delijker door de toelichting van den voor sbeller, die toch onomwonden zeide, dat- door zijn voorstel de mftssa duidelijk zou kunnen worden gemaakt wat het kapitalis me is enz on, wel eenigszins naïef, do ver dedigers v«m dat z.g. kapitalisme zelf als gangmakers - wilde doen fungeer en bij dat duidelijk maken. In politiek geboren is liet voorstel in politiek vergaan. Dank zij spe ciaal cüo ouderwetsehe strijd tusschen don communist en do socialisten, waarvoor, wethouder v. d. Pot zei het, raak, meer belangstel ling was dan voor heb voorstel zelf en waarin rechts bepaald zat te gnui ven en to genieten. De lieer Knuttel wekte de woede op zijner minder rood getinte vriend vijand on, zooals de heer De Lange zeide, door deze niet minder dan van verraad aan da ar beidersbeweging te beschuldigen door in plaats van dc arbeidersmassa op te wok kon tob massa-demonstralies als staking enz. deze met een kluitje in het riet te stu ren. Het oudo liedje waarin o. i. het voorstel Knuttel om den aftrek op f 1500 to brengen een dissonant was. Was dat ook geen poging van 't kluitje en 't riet en louter schijn? De heer Van Eok lokte, den heer Mey- ïie>n uit zijn tont door zich bij zijn voorstel niet onaardig te beroepen op hetgeen deze heer destijds zeide bij do kwestie van het ambulantisrae, waarmee zijn voorstel z. i. parallel ging. Dc heer Meynen kwam daar tegen in verzet maar zijn feitelijk „revo lution air" optreden bij de kwestie van 't. ambulantismo door achterna te probeeren een gemeende fout in de wet te verbete ren, waarop de heer Van Eek handig den vinger legde, wreekte zioh nu! Overigens laveerde men van rechts op allerlei manier om do S. D. A. P. den po litieker» wind uit de zeilen te nemen, waar bij de lieer Wilmer weer voor de zooveclste keer met Zaandam op de proppen kwam. 'b Wordt tijd, dat de heer Wilmer eens een anderen boeman vindt, Zaandam wordt wat afgezaagd! Maar laten' wij niet verder op het po litiek tournooi-ingaan, dat, met de gemeen telijke belangen ccn droevig beetje te ma ken hoeft Dc heer Vaü Eck kreeg behalve zijQ eigen partij genoot en niemand mee. Enkele pogingen om inzake den kinder aftrek nog eenige verdere verlichting to geven, leden in hoofdzaak schipbreuk; met één voorstel had de heer Van Eek succes. Ook diens poging om het heffings- porcenlage tot het hoogste op te voeren in den grond absoluut billijk en rechtvaar dig duikelde op utilitcitsgronden, die niet to miskennen zijn in de realiteit der situatie. Als. slót-apotheose de verordening der jvaateelijke belasting naar het inkomen. Nu van rijkswege voor de gemeenteraden de gelegenheid lot verruiming van het belas tinggebied o.m. met de mogelijkheid van een dergelijke verordening was uitgebreid, was het brj voorbaat vrij zeker, dat B. en W. hier daarmee zouden komen, gezien den stand der gemeentefinaneiën. Volgens lage schatting door den wethouder Van der Pot brengt deze belasting immers f60,000 op. In 't algemeen genomen zijn we allesbehalve .bewonderaars van derge lijke belastingontwerpen en speciaal niet van zulke, die niet voor 'tgeheele land gelden, gelijk hier het geval is„ zoodat tusschen do gemeenten een onderlinge wedstrijd plaats kan hebben om maar tot zich te lokken En nu weten wc wel, dat ook andere factoren nog meetellen voor de ves tiging ergens van industrie, maar het al of niet verleenen van faciliteiten, ook in den vorm van minder belasten, mag niet te licht worden aangeslagen. Daarnevens is nog op andere dingen te wijzen, die deze belasting niet sympathiek maken, als b v. op het thans nog zwaarder belasten van de industrie, een dar levens aders van een land, terwijl in 't algemeen juist malaisé heerecht, ook door buiten- landsche concurrentie en voorts op cle be scherming van de klein-industrie is dit wel goed Neder landsch? die in sommige gevallen 't wellicht beter zelfs zou kun nen dragen dan ve'^e inrichtingen, die nu wel getroffen zullen worden. Evenwel, de kwestie om aan geld te komen domineert in de huidige omstandigheden te sterk en dat heeft den doorslag gegeven bij het aan nemen van dé verordening. dat was duide lijk merkbaar. Dat de belastingsom slechts gelijk stond met 1 pCt loonsverhoogiag, deed de verwachting verder koesteren, dat dè 'industrie riiet, te zwaar zon worden aan gepakt. Wethouder Van der Pot sprak zelfs van een kwartje per week, maar Lij een paar honderd werklieden worden dat toch c-en paar honderd kwartjes per week; zoo licht is de belasting (lus toch niet. Maar. zooals gezegd, geld moet- er zijn en waar de schroef op de inkomstenbelasting niet meer draaien kan. moet naar andere wegen worden uitgezien en aangegrepen elke mogelijkheid, door de regeering go- boden Pal nog ernstig, verzet zou komen, had den wij verwacht, afgezien van <le waar heid^ dat #gen iedere belasting door hen, die or door getroffen zullen worden, wordt gesputterd. Waarom echter zoo'n halfslach tigheid als in liet oorstel-Sanders om het punt der agenda aan te houden? Was het om enkele stemmen te vangen van „neu trale" raadsleden als in dit geval b.v. de neer Wilmer bleek te zijn. die zorgvuldig oppaste geen voor of legen te doerf hoorei», zich vastklampend aan het nog niet afge komen zijn van den algemeenen maatregel van bestuur, die evenwel in groote lijnen volkomen bekend is? Dat was weer poli tiek op z'n smalst. Deen aangename» indruk maakte ook nog het gewroet na aannemen van de ver ordening om den datum van ia-werking treden gewijzigd le krijgen. Iets anders was geweest, wanneer uit de verordening was gelicht de bepaling, dat bestuurders van N. V. enz. hoofdelijk aausprakelijk zijn voor de belasting. 'Gaat de N. V. failliet, dan blijft de directeur zitten voor de be lasting f Een bijzonder fraai staaltje van wetgeving, inderdaad. (Zitting van gisternamiddag.) Regeling der grondbelasting. Aan de orde is het wetsontwerp tot rege ling der Grondbelasting. De heer VAN RAPPARD (V. B.) betoogt, dat land- en tuinbouw op een onbillijke wijze zullen worden behandeld, door de be lastingen op den ongebouwde» eigendom. Vervolgens wijdt spr. uit over den druk, welken het wetsontwerp voor de belasting plichtigen met zich brengt, speciaal door dc heffing naar de verko ops waarde. De kleine eigengeërfde boerenstand zal hier door het meeste lijden. Het wetsontwerp gaat in strekking lijn recht in tegen de wet tot verstrekking van grond aan arbeiders. De waarde van den grond is in provinciën mot groot grondbezit in den regel minder (tan in provinciën met veel klem grondbezit, zoodat de belasting juist op dit laatste zal drukken, terwijl dit minder draagkrachtig L. Spr. ontwikkelt nog verschillende be zwaren tegen het wetsontwerp. Hij betoogt daarbij, dat niet mag worden getornd aan do eens verkregen rechten van vrijstelling voor nieuw-bouw. Gaat men nu toch belasting heften van gebouwde eigendommen, welke eenige jaren geleden zijn ondernomen in de meening, dat zij waren vrijgesteld van*de belasting, dan acht spr. dat niet minder dan woordbreuk. Hij wenscht een taxatie door deskundige commissies, districtsgewrjze- aan te stellen, naar de bodemgesteldheid. Spr. dient een motie in tot invoering van een jaarlijksche, althans periodieke aan gifte door de belastingplichtigen, onder be hoorlijke waarborgen. Beëindigend ,zegt liij, dat dit wetsontwerp oen ondraaglijken last legt op de schouders van land- en tuinbouw. De VOORZITTER vraagt of hert niet be ter is in plaats van de motie een amende ment in te dienen. De heer VAN RAPPARD (V. B.) merkt op, dat tal van amendementen noodig zouden zijn. Een beslissing door ien motie acht hij daarom practischer. De heer TEENSTRA (V. D.) zou de motie willen behandelen brj art. 11 van het wets ontwerp. De VOORZITTER merkt op, dat bij aan neming der motie de verdere behandeling van het wetsontwerp dient te worden ge- "sckorst; daarom is "behandeling bij de al gemeens beschouwingen beter. De heer .f. TER LAAN (S. D. A. P.) stelt voor om de motie te behandelen, voordat men met de ai genie ene beschouwingen ver der gaat. Besloten wordt dan de motie tegelijk met de algemeene beschouwingen te behandelen. De heer OUD (V. D.) betoogt, (lat men b\> het invoeren van nieuwe belastingen moet uitgaan van het standpunt, dat de gezamen lijke belastingen rekening houden moeten met de draagkracht der belastingplichtigen. Een zakelijke belasting als de grondbelasting is alleen gemotiveerd, wanneer dez? op histo rische gronden steunt. Verhooging van de grondbelasting, gelijk thans wordt voorge steld, beschouwt spr. als een geleidelijke, ge deeltelijke onteigening, omdat deze belas ting verband dient te houden met de op brengst van den grond. De verhooging van de grondbelasting op de gebouwde eigendommen is, afgezien van andere bezwaren, reeds te veroordeelen, om dat zij geen rekening houdt met de diaag- kracht. Het wetsontwerp is een zeer onredelijke heffing ineens. Spr. is bereid iedere poging tot verlaging van deze belasting te steunen, I omdat daardoor de fouten er van vermin deren. De grondslag deugt echter niet. Hij zal tegen het wetsontwerp stemmen. De heer DE WIJCKERSLOOTH DE WEER EESTEIJN (R.-K.) erkent, dat de schatkist geld noodig heeft, maar niet iedere heffing is daarvoor gerechtvaardigd. De veel ver breide meening van „de rijke boeren" is een, sprookje. Spr. ontwikkelt dan bezwaren Le^ gen het ontwerp; verschillende concessies en wijzigingen hebben slechts schijnbaar waarde; m. n. do vermindering van 3.33 tot 2 pCt., omdat de verkoop-waarde aanmerkelijk te geslegen. Het tarief van de belasting zal zeer ongelijk werken en daardoor tot schrot rnelrjke onbillijkheden aanleiding geven. Onbillijk is het, dat deze belasting alleen' de tegenwoordige eigenaren treft. Ongelijk heid is er ook ten aanzien van het gebouwd en het ongebouwd. Voorts acht spr. het on^ juist belasting te heffen zonder dat er van realisatie sprake is. Hij wenscht slechts verhoogde belasting fe> heffen bij realisatie der goederen. Bij aanneming van het ontwerp zal er een wanverhouding ontstaan tusschen de op brengst uit roerende en onroerende gcedö» ren. De druk zal belangrijk verlaagd moeten worden, ook omdat het ontwerp geen reke ning houdt met de draagkracht der belas tingplichtigen. Do heer WEITKAMP (G.-H.) zet uiteen dat het wetsontwerp voornamelijk op de landbouwende bevolking zal drukken. De heer BRAAT (PL P.) bestrijdt het ont werp, vooral niet het oog op de belangen van land- en tuinbouw, welke reeds getrof fen worden door de daling van de melk prijzen, den invoer van den zomertijd, enz. De vergadering wordt verdaagd tot des avonds acht uren. (De heeren De Kanter, Gerretson en Driuri hebber, bericht gezonden, dat zij wegens verblijf in het buitenland de vergaderingen voorlocpig niet kunnen bijwonen, terwijl de heer De Buïsonjé wegens lichte ongesteld heid de eerstvolgende dagen niet aanwezig zal kunnen zijn. De commissie, in wier handen is gesteld het verslag van (1e eerste zitting van de ver gadering van den Volkenbond te Genève, 15 Nov.—18 Dec. 1920, heeft tot haar voorzitter benoemd den heer Nolens). Interpellatie-Rutgers. Aan de orde is de interpellatie-Ruiger» over de uitvoering der Lager-Onderwijswet. De hoor RUTGERS (A.-R.) betoogt, dat. zijn interpellatie geen agressief karakter draagt en verklaart, dat het hem leed zon doen, indien zijn interpellatie zou worden beschouwd als de inzet van een nieuwe schoolstrijd. De schoolstrijd is beëindigd en de strijd tusschen het confessioneel en neu traal onderwijs kan thans door ons volk zelf worden uitgestreden. Spr. deelt cte vragen, die hij wenscht te stellen, in vier rubrieken in, t.w. de Koninklijke besluiten tot uitvoering der wet tot stand gekomen, de verdere uitvoering der wet voor zoover -het Departement van den Minister daarbij betrokken is de onderwijsinspectie en de bemoeiingender gemeentebesturen bij de uitvoering der inspectie. Spr. w ijst er op, dat. in het bouwbe sluit eenige bepalingen zijn opgenomen, waaraan de wettelijke basis ontbreekt, o.a. dat schoonmaak-reglementen moeten wor den vastgesteld, die door den inspecteur moeten worden goedgekeurd. Voorts vraagt spr. of artikel 1, waarin wordt, bepaald;, wat moet worden overgelegd aan den in specteur vóór met den bouw kan worden! begonnen, wel strookt met aid. 77 der wet cn of het bouwbesluit bezuiniging in de bouwkosten medebrengt. In dc tweede plaats behandelt spr. hef K. B. van 31 December 1920, betreffende de aanvragen aan den gemeenteraad van schoolbesturen om subsidie voor lokalitei ten. Het schoolbestuur is daarbij verplicht alle inlichtingen te verstrekken, doch welke is de sanctie van dit voorschrift? Door dit voorschrift zou de gemeenteraad kunnen gaan denken dat zijn bevoegdheid grooter is dan de wet hem in werkelijkheid toelaat.! Voorts heeft spr. bezwaar tegen het voor geschreven model voor de aanvraag van subsidie voor de exploitati-ekosten. Acht de Minister, dat, wanneer gemeen tebesturen in 1921 scholen bouwen, welk© voor hot openbaar onderwijs bestemd hee- ten te zijn, maar in werkelijkheid voor hef bijzonder onderwijs bestemd zijn, alsnog aanspraak liebbén op dc Rijksvergoeding voor 'schoolbouw? Door de schrijfster van „Elisabeth and her German Garden". (Nadruk verboden). 1) I. Hun namen waren -eigenlijk Anna-Rose on Anna-Fclioitas, maar zij vonden, terwijl zij -dicht; togen elkaar aangekropen op heb tweode-klasse-dek van het stoomschip ,,St.-Luoa-s" zaten on naar het voorbijglij den van het vuile water clcr Mersey turn den en naar -dc aanlegplaats van Liverpool, die in den mist verdween, en terwijl zij zioh erg koud en onbehaaglijk voelden on er aam dachten, dat zij vader noch moeder meer hadden on zich herinnerd-en, dat zij gehate vreemdelingen waren en beseften, dat zij dagenlange, grauwe uitgestrekt- ïodcn t-e gomoet stoomden van een afschu welijk nalte zee met reusachtige golven van boven, die hen doodziek zouden maken, en duikbooton van onderen, die hen zouden trachten te vermoorden en terwijl zij niet het flauwste, niet het allernauwste idee hadden van wat hun wachten zou, als cn wareneer zij de overzijde eenmaal bereiken mochten, cn zij gekwelc? werden door hot gevoel, dab zij réfugiécs verworpelingen, veriatenen, warentwee ongelukkige Duitseho sfcumpérds, die evenmin echt Lhniscli als echt Engelsch genoemd konden worden, doordat hun nationaliteit ongeluk- igerwij.zo 700 ve,rward wasterwijl zij kalm en beslist, voor zioh uit staarden en heel, jee dicht tegen elkaar aankrepen, onder reisdekendie hun Engelsche tante hun a en om er hun gehate vreemder lingen-beenon mee te bedekken vonden zij, dat zij feitelijk Christoffel cn Columbus moesten lieeten, daar zij immers uittrokken om een Nieuwe Wereld t-o ontdekken „Prettig!" zei Anna-Rose. „Eigenlijk is hot- toch wol prettig, om Amerika to gaan ontdekken, zoo heelemaal voor ous zelf!" 't Who Anna-Itose ook geweest, die hot donkbeeld had geopperd elkaar Christoffel on Columbus to noemen. Zij was twintig minuten ouder dan haar zuster. Beiden hadden hun zeventienden verjaardag ge vierd en wat een verjaardag! Geen taart, geen kaarsjes, geen kussen, gcon bloemen en groen, of eigen gemaakte geciiohten Maar, zooals Anna-Felicitas opmerkte, om Anna-Rose te troosten, ,.jo kon toch ook niet vergen, dal "het familiobloecl zou spre ken bij oen tante, dio jo nog maar een maand good kende Beide zusjes waren uitwendig typisch Duitsoh, inwendig typisoh Engelsch. Bei den hadden blond haar en de soort van kinnon, dio Diuitseh-o vrouwen hebben, en oogen als do Augustushemol langs do kust van do Oostzee. Haar neuzen waren to kort on hadden in Duilschland aanstoot gege ven, waar je, aks je vader een „Junker" is, difc door den snit van jo neus behoort to be wijzen. Anna-Rose" had een kort, stevig figuurtje, eenigszins neigende tot gezet heid; Aruia-Folicitas, ofschoon haar twee ling, soheen van haar extra twintig minu ten geprofiteerd te hebben, om er zoo hard mogelijk in te groeien zij was ten. minste lang en slank en liet het hoofd een beotjo hangen. Missel tien hacl do snelle groei haar oog on wat droomcriger en haar gedachten- gang wat trager gemaakt. Zoodra iemand op het. schip naar haar kcelc, hielden zij mot een air van kalme blijmoedigheid hot hoo: 1 op, alsof zij wilden zeggen: „Wij voelen ons volkomen gelukkig on bobben echt plezier in ons leven." Voor geen geld zouden zij elkaar bekend hebben, dat zij in angst zaten, cn graag een deuntje hadden willen schreien. Evenals vele anderen van Engelsche afkomst, wa ren zij nooit, zoo opgewekt, of namen zij nooit zoo sterk c?en schijn aan vare zioh t-e arauseeren, als wanneer zij zich in don put gevoelden, en evenals vele anderen van. Duit-sobe afkomst, waren er in hot diepst van hun jonge harten sentimenteel© schuil hoekjes waarin zij in het geheim hechtten aan vc-r jaarstaart en on Kerstboomcn on een sterke neiging to bekampen hadden togen de. herdenking van alle mogelijke ver jaardagen, zoowel van dc dood en als van do le vonden. Do meeuwen, die, wijde cirkels beschrij vende, wat tegen den somberen hctmel af staken, azende op het afval, dab de Mersey naar zee voorde, gaven hun een naargeestig gevoel van verlatenheid. Leoge kisten, stroohalmen, sinaasappelschillen, allerlei vuile overblijfselen dreven op hot donkere water. Engeland gleed meer en meer weg Engeland, het land harer mood or -on zoolang haar heugde hot land barer droo- men toen de „St.-Luoas" met eon luiden gil van haar stoomfluit plotseling stopte. Geen van beiden kon nalaten op te schrikken en nog een paar centimeter dich ter tegen de andere aan te schuiven onder haar reisdeken, 't Kon toch nog geon onder zeeër zijn? „Wij zijn Christoffel en Columbus," zei Anna-Rose haastig hardop, alsof zij een zwijgende, onuitgesproken conversatie een andere wending moest geven. Als do oudste voelde zij ernstig de yor- antw*oorcUolijkh'eid ten opzichte van haar tweelingzuster en achtte zij het eon barer eerste plichten Anna-FeLicitas op te wek ken en te bemoedigen. Haar moeder had haar altijd opgewekt en bemoedigd en scheen nooit iet© „erg" to hebben gevonden, wat haarzelf over kwam, hoe vreesclijk het ook mocht zijn zooals bijvoorbeeld, toen de oorlog uitbrak en zij met haar drieën (huil vader was een jaar of wat geleden gestorven) haar dier baar tehuis aan de Oostzee1 moesten verla ten; juist toen het het heerlijkste weer van do wereld was, en cle tuin er als een. aprookjesbuin uitzag, en do blauwgrijze Chinchilla-kat-, precies op clou morgen van haar vertrek, vier allerschatt ig sto poesjes ter wereld had gebracht, die allo vier had den inooten overgelaten worden aan wat Arena-Fe lioitas (dio haar denkbeelden traag, doch schilderachtig, uitte) geliefde tc noe men „de genade of ongenade van een woeste en losbandige soldatenhorde." Geen enkele maal had haar moeder don moed laten zakken, gedurende clë moeilijke en omslachtige reis naar Engeland, en even min, toen zij verkouden werd cn ten slotte nooit meer niet verkouden scheen te kun nen zijn en hoewel zij deed alsof zij die langdurige verkoudheden niet. telde en zij ook niets beteek enden, word het steeds dui delijker, dat zij maar al to veel betoeken- cten, want met elkaar maakten zij een .eind aau haar leven. Haar moeder was allijd opgeruimd cn hoopvol gestemd geweest. Nu zij gestorven was, lag het blijkbaar op Anna-Rose's weg, «als de op haar volgende in leeftijd, cïó tra ditie hoog te houden, en dapper weerstand to bieden aan al te sterke „hoofd-liange- rigc" neigingen van Ann a-Fel ici tas. Nu o a. staarde Arm a-F cl ie it as veel le peinzend naar den somberen n amiddagh cm cl en naar het. vunzige afval op het. water, en zij was toet een schokje opgeschrikt, toen dip „St.-Lu oas" dab angstige gefluit, uitstiet en zoo plotseling stopte, net alsof cle rem opeens 6traf werd aangezet. „Wij zijn Christoffel en Columbus," zei Anna-Rose haastig, „en wij gaan Amerika ontdekken." „Best," antwoordde Anna-Fclicitas, „dan ben ik Christoffel." „Neen, ik zal Christoffel zijn," besliste Anna-Rose „Ook goed," zei Anna-Folicitas, als het beiniiilijicslo en insohikkolijksto persoontje teu.' wereld,dan zal ik (Jus Columbus dae- nen te heeten Maar ik vind, dat Christoffel aardiger klinkt." Beiden lieten hun r's onverbeterlijk rol len. 't Zat hun stellig in het bloed, vanb onderricht nooh berispingen hadden het hun kunnen aüeeren. Eer zij nog konden praten in die gelukkige dagen, waarin ouders verwonderlijke beweringen uiten over het verstand cn de gaven, waardoor hun spruiten later stellig zullen schitteren, beweringen, die andere ouders (hoezeer zij een dergelijke verblindheid ook mogen be klagen) niet kunnen tegenspreken, omdat het ten slotte toch wel eens waar zou kun nen blijken, daar de cfwaaste, domste mon- sohen soms genieën voortbrengen in dia gelukkige -dagen dan van ongestoord lucht kasteel en bouwen, zei de Engelsche moeder van de arme ver&c-hoppelingotjes aan boord1 van de „St.-Lucas," tot den vader, die een Duitsoher was„In ieder geval zullen deze twee kostbare heerlijke hoopjes mensoh" (zij hield er in eiken arm één en kietckls haar neusjes om beurten met haar lange' wimpers, tot zij het uitkraaiden van plo zier) „Duitscb noch Engelsch behoeven leer en. Zij zullen het al vanzelf kennén." ("Wordt vervolgd.p

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5