LBIDSCH DAGBLAD. Zaterdag 7 Mei 1921. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Hst voornaamste nieuws van heden. PRIJS OER ADVERTENTIES 30 Cis. per regel, 'b Zaterdags 40 Cis. per regel Bij r£>seJal)Onnoment belangrijk lagere prijs. Kleine advertentiën Woensdag 50 CtsZa'erdag 76 cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postreoht. Voor eventueele opzen- 'ding van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijs nummer 5 Cts. Bureau Noordelndsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon p. 3 mnd. f 2.35, p. week 0.18 Buiten Leiden, waax agenten govestigd zijn, per week 0.ÏQ Franco per post 'f 2.35 portokost on. Nummer 18764. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD. VERKOOP VAN KATOEN EN FLANEL. De Bxirgcmcester van Leiden brengt tor algc- mcenc konnis, dat voor inwoners van Leiden op Maandag 9 Mei a s. to beginnen om 9 30 uur 's morgens in de Stads-Gehoorzaal (ingang Breestraat) zal worden verkocht prinia zwaar wit katoen cn prima zwaar Fransch Keper flanel tegen den prijs van: Katoen per 10 el f 3.40. Flanol per 0 ol f 2.20. W PERA, Weth. loco-Burgem Leiden, 7 Mei 1921. KOSTELOOZE GENEES- EN HEELKUNDIGE HULP. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter kennis van de ingezetenen, die zich hebben aangegeven tot liet bekomen van een kaai t tot het verkrijgen van kostelooze genees- on heelkundige hulp, voor den dienst 1921/1922 en die kaart nog niet hebben afgehaald, dat alsnog gelegenheid zal worden gegcien tot het in ontvangst nemen dor kaart op Vrijdag 13 Mei e.k. van des voormiddags halfelf lot 12 uur on des namiddags van ha] ft wee tot 3 uur in het perceel Breestraat 119 (bureau Militaire Zaken). W. PERA, Weth. Loco-Burgem. VAN STRT.TEN, Secretaris. Leiden. 7 Mei 192Ï KOHIER DER PLAATSELIJKE DIRECTE BELASTING NAAR HET INKOMEN. Burgemeester en Wethouders van Leiden brongen ter algomeonc kennis, dal liet le Sup pletoir- en liet Forcnsenkohier der plaatselijke directe belasting naar liet inkomen, belasting jaar 1920/21, zijn goedgekeurd en, ingevolge art. 264 der Gemeentewet, ter lezing zijn neder- gologd. W. PERA, Wolli. Loco-Burgem. VAN STRIJEX, Secretaris. Leiden. 7 Mei 1921. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien, het verzoek van T-. VISTER om ver gunning lel uitbreiding der sigarenfabriek aan de naven/No. 20, Kadastraal bekend Sectie C No." Ga, <!nor hel bijplaatsen van 1 electromotor van I P K voor het nandrijven van een kerf bank Gelet up ilc nrtt. 0 on 7 der Hinderwet; Geven bij dezen kennis aan het publiek, dat g -va:! verzoek met de bijlagen op de Secrc- ilczcr gemeente ter visie gelegd is; aLnir-Jo (Lat op Zaterdag, den 21cn Mei. e.k ..es vo-middags le halfelf op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren trgen dit verzoek in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tof beroep ge rechtig! zijn zij, die niet ovoicnkomstig art. 7 der Hinderwet voor hel gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, teneinde hun be zwaren mondeling l06 te lichten. W. PERA, Weth. Loco-Burgem- VAN STRIJKN, Secretaris. Lei-den, 7 Mei 1921 Lichlsierkte cn kleur der sterren. Hedenmiddag aanvaardde dr. E. Hertz- sprung, onder-directeur van de Leidsche Ster renwacht, in het groot-auditorium van het Academiegebouw, het ambt van buitengewoon hocgleeraar in do faculteit der wis- en na- tuut kunde, oni onderwijs te geven in de aetrophysiea niet het uitspreken eener redo over: Lichtsterkte en kleur der sterren. Do drang tot splitsing in steeds meer speciale takken, die zich in de laatste decen niën binnen .Tijwei alle vakken van de exacte wetenschappen heeft geldend gemaakt, heeft nu ook de eerwaardige astronomie aangetast, aldus ving spr. aan. De reden, waarom dit aoo laat is gebeurd, is vermoedelijk te zoeken in de omstandigheid, dat de astrono mie zuivere wetenschap is, zonder noemens waardige practische beteekenis, meende spr. Do tegenwoordige splitsing van de astrono mie is een gevolg van de moderne ontwikke ling van deze wetenschap. Een eeuw geleden jiielc! do astronoom, zich haast uitsluitend bezig met de bewegingen binnen ons zon- ncsitisel. Dat is nu anders geworden. Het .1c ras' •iu's' donr bet gebruik van -de vaste sterren als punten van aanknooping, dat ooi. aezo hemellichamen geenszins als vast to beschouwen .varen. Door deze ontdekking openden zich nieuwe vooruitzichten, om io tie wereld van de z.g. vaste sterren binnen te dringen, en zoodoende cnze horizon ge weldig te verruimen, zeide spr. De tweede groote slap, die de sterrenkunde op nieuwe paden leidde, werd met de ontdekking van de veranderlijke sterren gedaan. Van "zulke merkbaar, veranderlijke sterren kende men jaar geleden 20, nu eenige duizenden, net bestudeeren van doze veranderlijke ster- f.ei} beeft de nauwkeurigheid, waarmede de ichtsterkto dezen sterren wordt gemeten, M V001 ll''£ebra&ht. taaar er is nog moer, zeide spr. Misschien j» de grootste beteokenis voor het bestudee- fcewSSi Iï1'y3lek ,dcr 3terten is de bo- am] ti ■d?1 11'wmding der spectraal e. Photometne, photcgraphie en spe- traal analyse, hoe ver staan deze takken niet van 't oude drie-lichaams-probleem af? Hier is voldoende reden, om een nieuw cuder- vak van de astronomie te maken: de asfcro- physica. Na deze poging, het bestaan van zijn vak te rechtvaardigen, moet men aan den anderen kant niet vergeten, aldus spr. dat ten slotte alle exacte wetenschappen te zamen een geheel vormen, waarvan de astrophysia, de electriciteitsleer, enz. slechts speciale takken zijn. Zóó beschouwd, beoefe nen alle natuurkundigen dezelfde weten schap. De astrophysica houdt zich kort gezegd bezig met andere eigenschappen der hemel lichamen dan hun positie en hun beweging. Van zulke andeye eigenschappen maken hel derheid en kleur het eerst indruk op ons. En spr. zou nu trachten een en ander te vertellen over het verband tusschen deze twee: helderheid en kleur der sterren. Daar de sterren, evenals onze zon als gloeiende lichamen te beschouwen zijn, zoc is de eerste gedachte dat de verschillende kleuren aan een verschillenden glGeitoestand toe te schrijven is. Men krijgt de voorstel ling dat de witte stenen, de warmsten en de gele de kouderen zijn. Men zou dus kunnen verwachten, dat de gele sterren bij gelijke schijnbare helderheid ons nader staan dan de witten. Als men wil nagaan in hoever dit ook inderdaad het geval is, moet men kennis van den toestand der sten-en hebben. Na uiteengezet te hebben, hoe men op verschillende wijze deze kennis kan ver krijgen. merkte spr. op, dat men daarmede in staat is voor een gekozen groep van sterren, bijv. sterren van een bepaalde kleur, de gemiddelde weerspiegeling ran de zonsbeweging te vinden, doordat de wer kelijke eigen bewegingen der sterren een voudig als ordelooze afwringen worden bc-schouwd. De door spr. aangegevén methode der groepsgewijze afstandsbepaling van sterren is van veel belang, omdat de parallax voor slechts weinige afzonderlijke sterren aan merkelijk grooter is, dan de onzekerheid, die met de meting er van ii verbonden. Na dit kort overzicht over de voor naamste middelen, die den sterrenkundige voor dc meting van de afstanden der ster? ren ten dienste staan, keerde spr. tot zijn uitgangspunt terug. Onderstellende dat- voor eenige duizenden van de helderste j aan den hemel zichtbare sterren, zoowel de kieur als de eigenbeweging bekend is, gaat men deze rangschikken n ar hun kleur, beginnende met de meest w t e of meest warme enz, met dalende effectieve tem peratuur t'otdat de meest roodo bekende zijn bereikt. Reeds als men deze tempe- ratuurlijst der sterren nader beschouwt, valt een onverwacht verschijn:el in het cog. Deze sterren verdeelen zich n 1. in twee groepen: witte en gele. Sterren van mid delbare kleur, zooals onze zon zrjn onder de hier beschouwde sterren relatief zeld zaam. Uitgaande, van de witte sterren gaat in den beginne alles naar verwachting. Maar zoodra men onder de sterren komt. die een lagere effectieve temperatuur vertoonen, dan ongeveer die vaa onze 7.ai, dan keero de verhouding. Deze sterren op denze.f- öen afstand van den waarnemer gebracht, blijken van hier af weer helderder te zijn bij verdere toenemende roodheid of afne mende effective temperatuur. Wat is nu hiervan de nadere beteekenis? Een aan duiding ligt, naar spr.'s meening, al in het genoemd verschijnsel der relatieve frequen tie van de kleuren. Men vindt n 1, aan den hemel de genoemde groole hoeveelheid van schijnbaar "heldere gele sterren. Dsze hel dere gei'e sterren zijn een nieuw element in deze beschouwingen, dat door spr. nader wordt verklaard. Als men onafhankelijk van eikaar wille keurig twee sterren uit de ruimte grijpt, dan za' in ongeveer de helft van de ge vallen de etene ster meer dan tienmaal helderder zijn, dan de andere. Het is daarom van belang om te zien, welke de relatie tusschen kleur en absolute helderheid is. Oni daar achter te komen, heeft men mesr of minder ingewikke'de me'hoden toegepast. Een der eenvoudigste methoden wcr'l door spr. aangegeven, waarna hij opmerkte, dat het verschil van keuze der sterren van groeten invloed is op bet beeld, dat men van de afhankelijkheid tusschen kleur en absolute helderheid krggt. Na daarop nader to zijn ingegaan, stelde spr. de vraag hoe liet komt, dat een ster, die slechts een honderdste of een duizendste zooveel licht geelt als onze zon. licht van hooge effec tieve temperatuur kan uitstralen, welke vraag vervolgens beantwoord werd. Spr. stond om verschillende redenen bij de merkwaardige zwakke, witte sterren stil, ten eerste, omdat zij niet, zooais de Heldere gele sterren voor zichzelf reclame maken en ten tweede, omdat zij zeer waarschijnlijk in tegenstelling met de heldere gele sterren, de meest frequente uitzonderingen van de zich gewoon gedragende sterren zijn. Wij weten met deze sterren geen raad, al moe ten wij ons, volgens spr., ook over de andere sterren bescheiden uit'aten. Het best staat het met de beantwoording van de vraag, lioe men zich voorstellen meet, dat een ster inwendig is opgebouwd. Hier is onze voorstelling door Eddington baanbre kend vooruitgebra"/L Het is bekend zeide spir. dat het licht zoodra het een absorbeerend lichaam treft, daarop een druk uitoefent. Twee deel tjes, die beide licht uitzenden en beide licht absorbeeren, stooten dus elkaar af. Die af stooting werkt' do onderlinge aantrekking door gravitatie tegen. Eddington nu past deze voorstelling loe op de atomen, waaruit een gloeiende ster i3 opgebouwd en verklaart een van de meest opvallende eigenschappen, die wh bij do sterren vinden, n.l. de betrekkelijke gelijkheid in massa. Do kleinste bekende masisa is ongeveer 1/6 van onze zon eai de grootste ongeveer 16 zennemassa's, terwijl de absolute helderheden in de ons bekende ex tremen millioenvoudig verschillen. De stra lingsdruk binnen in oen ster, gaat over van onbelangrijk tot belangrijk te zrjn, juist naar mate de massa toeneemt van de kleine tot do groote bekende massa's der sterren. Die overeenkomst is, volgens spr., eentriumf voor EdclingtoD's gedachte, die op' deze wijze haar vruchtbaarheid heeft getoond. Daardoor zrjn wij tot een plau ibeTe voorstelling geko men, hoe verschillende sterren, zooals wij ze waarnemen, zijn opgebouwd. Hiermede is echter nog niets gezegd over den levens loop eener ster. Op de vraag hiernaar kunnen wij nog geen bevredigend antwoord geven. Tegenover de oude voorstelling, dat de sterren uit nevels ontstaan waren en dat zij van den beginne af een hooge tempe ratuur hebben om daarna langzamerhand af te koelen, stelde Lockyer zgn hypothese, dat een ster uit een groote hoeveelheid me teoren ontstaat, koel begint, warmer wordt en dan weer afkoelt. Als men deze theorie toepast op de heldere gele sterren, dan moet men ze beschouwen als zijnde in het stadium van stagende temperatuur. Van deze toepassing van LockyeFs hypothese heeft N. N. Rus?oil gepleit om de redelijkheid aan te toonen dat de dichtheid van een ster in den loop van zijn leven geleidelijk ver anderd. Door de toepassing van Lokveria voorstelling, is echter niet. alleen het ver band tusschen de habere gele en da dichtere heldere witte sterren meer gewenscht dan aangetoond, maar ook de vraag naar de voorgeschiedenis der heldere gele sterren blijft nog bestaan. Om verder ta staven hoa weinig wg van den levensloop eener ster weten, zette spr. de volgende gegeven naast elkaar, ten eerste den langen levensduur van een ster, ten tweede het vermoedelijke totala getal van sterren in ons melkwegstelsel en tea derde lvet jaarlijksche getal van z.g. nieuwe ster ren. die tijdelijk opflikkeren, zooals de nieuwe ster in Peiseus van 1901 en die in den Adelaar van 1918, om de helderste voorbeel den van enzen tijd te noemen. Heb getal ster ren in ons melkwegstelsel, kan op ongeveer duizend millioen worden geschat en de le vensduur van een ster als stralend lichaam op ongeveer evenveel jaren. Indien er dus jaarlijks' een nieuwe ster verschijnt, dan zal liet naar deze weliswaar ;onzekere bereke ning eerder, regel dan uitzondering zijn, dat eon ster eens in zrjn leven aan de beurt komt om als nieuwe ster te verschijnen, welke ver schijnsel met een groote omwenteling in do ster gepaard gaat. Dit vooruitzicht is voer ons eigen zoo weinig aangenaam, maar wij behoeven bii ons kortstondig leven ons daar over niet ongerust te maken. Bovendien heeft or.ze onmacht ook haar goéde zjjde. De astro nomie is' misschien de eenige wetenschap', waar de menschen niet met de voorwerpen van hun onderzoek kunnen experimenteer en. Op de aarde zijn we in staat aldus eindigde spr. zijn voor Jeeketi moeilijk te volgen rede, die echter ter zake kundigen straks in haar geheel in het tijd-chriffc ..Phy- siGa" zullen kunnen lezen de wonderen der Natuur to vernielen. De sterren moeten wij gelukkig intact laten. Zij zullen voor ons het onbereikbare b'iiven. Spr. besloot met de, gebruikelijke toespra ken en herdacht ziin vader; die, ze'f aanvan kelijk astronoom, hem voor deze wetenschap liefde had ingeboezemd, zoodat hij na eerst scheikundig ingenieur te zijn geweest en de pholografic te hebben beoefend, tem slotte tot de astronomie overging. Maatschappij dar Necerlandsche Letterkunde. In de gisteravond gehouden maandelijksche vergadeiing van de Maatschappij der Ne- dërlandsclie Letterkunde hield p-rof. dr. L. Knappert, hoogleeraar alhier, een voor dracht over: „Holland en de Hollanders in het Dagboek van Samuel Pepys." in een korte inleiding teekende spreker dezen secretaris der Londensche admirali teit onder Karei II, met een rijke ervaring in vlootzaken, schrijver van „Memoirs of the Na\y", een hoog Staatsambtenaar, wiens briefwisseling historisch materiaal van be teekenis bevat, meteen van wetenschap en kunst, eigenaar eener prachtige bibliotheek; scherp opmerker cn vlot verteller, in wiens dagbeek (1 Jan. 166031 Mei 1669) het gansche Londen dier dagen voor cnze grage oGgen uit de dooden opstaat. Van zich zeiven pulretteert hij volmaakt eerlijk. De laatste, nagenoeg volledige uitgave van het dagboek is van H. B. Wheatley in S deeien, Londen 19041905. Het was spr. hedenavond niet te doen om het dagboek ais bron voor de politieke geschiedenis* Slechts c-m de vraag: Hoe zag Pepys ons land en ons volk? Ons land heeft hij gezien, toen bjj op de vloot was, dio Karei II naar Engeland zou terugvoeren. Van Den Haag en Delft vertelt htf wat ook anderen reizigers telkens blijkt op te vallen, waar, levendig en uitbeeldend. Is het de invloed van dit korte verbl'jf? Zijn toon over ons is in elk geval welwillend, terwijl toen toch in Engeland de stemming jegens ons zeer slecht was. Hij kent en be zocht verscheidene Hollanders in Londen, c-.a. Evarelst, d. i. Simon Vereist, den bloem schilder; zijn aandacht trekt de helsclie machine van Drebbel, maar ook de Hol landsche reus, die zich laat zien op Charing. Cross, en dan vertelt hij ons vjm Lady Penn, een Hollandsche (Mary Jasper) de moeder van den beroemden kwaker. In zijn dagboek lezen wij van Hollandsche jachten, haring buizen, kazen, schildergen, boeken. Het ver diend opmerking, dat hij Downing's verra derlijk optreden tegen de .„koningsmoorde naars" afkeurt 'Zijn houding in de geschil len tusschen ons land en het zijne, staat on der den invloed van zijn stelligeto tegenzin tegen oorlog. Ook kende hij de vloot to goed in haar zwakheid. Er was in hem iets van Jicgoïsme, dat hem zou gelokt hebben eigen fortuin te klein, de onze te- groet te.zieu. Spr. gaf verscheidene voorbeelden van deze gematigdheid, die wel echt geweest is in een man, die toch zeer gevoelig was voor anderer meening. Dit rustig en onbevoor oordeeld waarnemen blijft, ook als de oorlog van 1665 is uitgebarsten; tijdens de verwik kelingen over de O.- en W.-Indische Com pagnie, spreekt hij; eens van het kwaad, dat do Hollanders ons he et en aan te doen. Natuurlijk verheugt hij zich over bijv. den voor ons rampspoedigen slag bij Lowestoff, maar zelfs dan blijft de toon van zijn „van dag tot dag" onopgeschrcefd. Stellig ont gaat ons niet de herhaalde uiting van het diepgeworteld ontzag voor De Ruyter, die als een soort mythische held is. En dan weer een aardig verhaal van een afdaling in het ruim van een rijken genomen Oo3t-Indië- vaarder. Geen snoeving bij het verhaal van het verbranden der Hollandsche schepen in liet Viie: „het was een za3k van goed geluk en er was hoegenaamd geen beleid bij te pas gekomen." Ook b\j hem heet de hoefdstad van Terschelling... Brandaris. Zeer uitvoe rig en voor ons belangrijk, is het dagbeek ever den radeloozen angst te Lenden tpdens den toclit naar Chatham, de gansche City in beroering, tal van families nemen de vlucht, het was nog erger dan de toch goed inge lichte Johan de Witt vindt. En zelfs dan ver zwijgt dé eerlijke Pepys niet, dab de Hollan ders de „Royal Charle3" wegbrachten bij een wind cn een tij, waarbij de beste lood sen in Chatham het niet zouden gewaagd liebben. Voor de toestanden van het Hef is liet dagboek gemeenlijk waar en vooral Vcor deze dagen uiterst bezwarend. Spr. eindigde zrjn (met oude prenten en kaarten toegelichte) voordracht, klein ge deelte van een uitvoerige studie over liet onderwerp met Pepys' woorden: ,,het is een eer voor de Hollanders, dat zij aan land gegaan bij Gellingham (tijdens den aanval op Chatham) en gevaar van hun leven en getergd door ons optreden op Terschelling, nóch geplunderd, noch verbrand, noch bur gers gedood hebben." Denkt daarbij ook wat Johan de Witt aan Ccmelis, schreef: Het innemen van eenige steden houd ick voor dienstich, maar het verbranden van dezelve meyne ick ondien- stich en oock onchristelyck te wesen." Zoo eindigde de voordracht met een woord van den man, wiens geniale gaven en karak tertrekken wel nooit schitterender dan juist in de jaren 1666 en 1667 uitgeblonken heb bek. Sprekers, van ernstig onderzoek en uitge breide studie getuigende voordracht, op le- vendigen toon uitgesproken, werd met warmte toegejuicht. Prof. Koepp. Voor oen even talrijk gehoor als dc vorige maal lieeft prof. dr. F. Koepp in de Collegezaal van hei Museum van Oudheden gisteravond zijn tweede voordracht gehou den over ltomeinscho kunst in het Hijngc- brod. Men heeft gemeend tegen het einde "van de tweede eeaiw na Uhr. een sterk naar voren Komen van het Provinciale, het Na tionale op ons gebied, dus op het Keltische en Germaansche, op te werken en daaruit een achteruitgang van het ltomeinscho ele ment in de kunst meenen te zien, aldus ving spr. aan. Het opmerken hiervan was goed-, do verklaring ©venwel valsch, zeide hij. Juist hot sterke ltoineinsche element, veroorzaakte, dat ook die volkskringcn het- Romeinsche gebruik van opschriften en wij- monumenten, die toch onze voornaamste gebruiken, in toepassing brachten, die zich steeds vastgebonden hadden aan de zeden en g-ebruiken hunner voorouders, doch van wier werk men in vroeger tijd weinig ge merkt had. Deze zienswijze wordt schijnbaar tegen gesproken dcor vele monumenten uit de musea van Trier, Arlon, enz., die zich groepeeren om liet grafmonument van lgel, indien deze monumenten werkelijk, zooals men gemeend heeft, een uiting van de inhccmsche Gallische kunst waren. Dat dat niet het geval is, werd door een nauw keurige beschouwing van het grafmonu ment van lgel geloond. Van do beid© hoofd groepen van het beeldhouwwerk van dit merkwaardige monument is cl© eene, die der mythologische beelden, geheel Grieksch- Itomeinschdoeh ook de andere, die der realistische beelden, die ons het d'oen en laten der Moeselbewoners zoo aanschouwe lijk uitbeelden, en aan welke zich de mo numenten van Neumagen en Arlon aan sluiten, heeft haar voorbeelden in dc Ro meinsche kunst, en behoort, wat vorm aan gaat, tot de Grieksch-Romeinsche bescha ving. Hoe verschillend werkelijk de Keltische kunst was, werd door het voorbeeld' van het monument van St.-Goar getoond. En of schoon dit niet alleen veel ouder is dan de ander getoond© monumenten, doet zelfs teruggaan naar de tijd voor de Romeinsche heerschappij, zoo zouden er toch sporen van deze ornamentiek in die der latere monumenten overgebleven zijn, indien er inderdaad een samenhang bestond' tusschen dtezo en tusschen de Keltische monumenten. Ook deze lezing werd ©venals de vorige door een aantal lichtbeelden verduidelijkt. Met ingang van 16 dezer is benoemd tot tijdelijk adjunct-inspecteur der regis tratie en domeinen te 's-Gravenhage, de heer, J. Ae. II. J. Gallé, candidaat-notacis, alhier. De lieer A. Bonte, alhier, is te Am sterdam geslaagd voor het examen als bouw vakopzichter. BINNENLAND. Dr. E. Hcrtzsprimg, onder-directeur van dei Leidsche Sterrenwacht, aanvaardt het ambt vant buitengewoon hcogleeraar. De Leidsche muziekver. „Werkmans Wils* kracht" behaalt drie eerste prijzen cn een eere* prijs. Ingediend is een wetsontwerp tot verhoogïn§ van het tarief van invoerrechten. Het dagelijksch bestuur van den Vrijheids* bond is samengesteld. BUITENLAND. In de Duitsche regeeringscrïsis nog geen op* lossing gevonden. Amerika accepteert de uïtnoodiging om zit ting te nemen in Oppersten Raad, gezanten-» conferentie en commissie voor herstel. In Opper-Silezië is Korfanty vrijwel in het bezit van hot terrein tot aan de z. g- Korfanty-. linie. In Noorwegen begint morgen een staking van matrozen en stokers. De heer C. Cramer, vfeeschhouwec aan de Botermarkt, heeft, door zich ge kleed te water te begeven, den tien jarigen. Jongbloed, van de Breestraat, gisteravond uit den Nieuwe-Rijn gered. Do bij zeet veel bezoekers van ei© Siadszaal alhier welbekend© A. Erades, dia or zich bij zijn velerlei werkzaamheeden hoogst nuttig en verdienstelijk heeft ge maakt, hoopt Ynjdag 13 April c^aar vijf en dertig jaar werkzaam te zijn. Voor het examen voor apothekers assistent alhier waren door de commissie opgeroepen vier candidaten. Geslaagd zijn de dames A. L. Blink, geb. te Amsterdam; K. E. Dewald, geb. te 's-Gravenhage; A. C. M. Hooykaas, geb. te Rotterdam, en C< van der Horst, geb. te Zoetersvoude. De aandacht onzer lezers vestigen wij op de lezing, in dit nummer van ons Blad onder de advertenties aangekondigd, welke mej. H. A. C. van der Flier, van Den Haag, zal houden voor de burger-af- dccling Leiden van de Vereeniging „Oost en Vest". Dc muziekvereeniging „Werkmans Wilskracht", welke deelnam aan het Na tional© Concours te Nieuwkoop, behaalde in tie afdeel in g uitmuntendheid den eersten prijs met 368 punten. La den marschwed- strijd eveneens den eersten prijs. De eere- w'ed'strijd tusschen cüe eerste-prijs-winnende corpsen bezorgde haar eveneens den eer sten prijs. Bovendien maakte zij het hoog ste aantal punten van het concours, zooda-t ook de eere-prijs haar ten deel viel. Beide concours nummers waren voor d© Vereeniging verplicht, daar met vrije num mers niet mocht worden uitgekomen. Hulde aan deze LeicEsche Vereeniging en haar directeur, den lieer J. Noordaiius. Men verzoekt ons te willen medö- deefen. dat op het zangconcours, uitge^ schreven door de Chr. Gem. Zangvereeni- ging „Zanglust" te Leidschendam, op He- meh aartsdag, de gem. zangvereeniging „,Zang zij onze Leus" alhier, en Voorboute Gemengd Koor te Voorhout ieder een der den prijs en de Chr. gem. zangvereeniging „Excelsior" te Rijswijk een tweeden pJfijs behaalden, welke korezi allen staan onder de leiding van den heer A. Teljeur Jr., te 's-Gravenhage. Voor den postcheque- en GirodiensS is in April ten postkantore alhier gestort op postrekeningen f 1,210,991.05Va; uitbe taald wegens chèques f 1,396,201.31V2; op de postrekeningen van dit kantoor werd bijgeschreven wegens stortingen een bedrag van f 1,266,360.67, wegens overschrQvin-f gen f 1,640,1S4.81; afgeschreven wegens overschrijvingen f 1,419,128.12V2; afge* schreven wegens chèques f 1,410,759.81 V>, He, aantal rekeninghouders op dit kantoor was op ultimo 30 April 740.' Op de elfde internationale esndaag- sclie hondenten toonstelling, uitgeschreven dooi de Rotterdamsche Kynologen-Ciub in „De Doele", te Rotterdam, behaalde in de afdeeling trekhonden met Olga van 't Wa terland den eersten prijs en twee speciale prijzen de heer J. P. de Haas, alhier. Aan den Raad dezer gemeente geeft per adres te kennen do Leidsche Vereeni ging van lndustrieelen, gevestigd alhier; dat zij heeft kennis genomen van het ont- werp-verordening op de heffing eener za kelijke belasting op het bedrijfdat zij, in tegenstelling met de memorie van toelich ting, van meening is, dSat een dergelijke be lasting hoogst ongewenscht is en zeer na deel ige gevolgen niet alleen voor de Leid sche industrie, maar voor e gansche Ge meente met. zioh zal brengendat hier voor gesteld wordt een last te leggen op te Lei den gevestigde bedrijven, wat dus betee- kent, dat Leiden als industriestad in een ongunstige positie komt, wanneer andero plaatsen deze belasting niet invoeren, wat ten aanzien van meerdere», vooral kleine, plaatsen het g'wal zal zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 1