18735ü BUITI LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 April. Tweede Blad. Anno 192L EERSTE KAMER INGEZONDEN FEUILLETON. BÜITENL. WEEKOVERZICHT. Hoe langer heb sluiten van deri vrede nchter ons komt to liggen, des to duide lijker treedt aan den dag, hoe weinig or ineïerdaaa bereikt is bij cle vredes van Yer- eailles. St. Germain, Neuilly, Sèvres en Trianon Ieder heeft zooveel oorlogsreesten te regelen overgelaten, dat do wereld steeds dieper in een moeras van de grootste ver warring wegzakt Alleen do vrede van Neuilly die met Bulgarije maakt een gunstige uitzondering. Bulgarije houdt zich bijzonder onderworpen en gedwee. Tot dus ver althanseen restrictie, die heusch niet overbodig mag hccten. Maar wat de overige betreft een zeldzame verzameling, waar op men in allen ernst zou kunnen toepas sen het. axioma, geldende voor verdragen. Evenzeer ab toch steeds verluidtverdra gen zijn er om te worden geschonden, kan men zeggendc gesloten vredes zijn er om tot oorlog ter worden gemaakt. Do vrede van Versailles is feitelijk al in een oorlog ontaard, zij het dan, faut de oombattants, in een economisch en. Dc sanc ties, na de mislukking an do conferentie van Londen toegepast, althans op papier, zondert men de bezetting van nieuw Duitscli gebied uit, hebben daartoo geleid. Het verdrag van St. Germain maakte wat er overgelaten werd an Oostenrijk tot een soorfc staat-misbaksel zonder levens vatbaarheid Kunstmatig is dit gedrocht nog steeds in het leven gehouden en thans is men d*ruk doende om in woorden voor de toekomst levenskracht te «doen toe vloeien. Dader. - 't zouden zeer zware „gouden" daden moeten zijn worden don geneesheer en zelf blijkbaar to duur De vrede van Sèvres is geheel opgelost, nu Turken en Grieken opnieuw den strijd heb ben aangebonden cn de krijgswapenen wederom haar bloedige taak volbrengen. En ten slotte, de vrede van Trianon kraakt geweldig, nu plotseling ex-keizer koning Karl von Habsburg een poging waagt, den verlo-ren kroon van dien heiligen Stephanus althans voor zich en zijn geslacht te redden. Voorwaar, de oorlog is wel uit! We'kunnen ons indenken, dat cr pessimisten zijn, die zeg gen: 't begint nog pas. Wanneer Europa werkelijk eens tot rust zal zijn gekomen Rafelt men het nu kortelings gememo reerde nog wat nader uit, c9an wordt het beeld steed? somberucr, helaas. Allerlei om standigheden dragen daartoe het haro bij Om te beginnen blijft Frankrijk zich blind staren op c3c toepassing van verdere sanc ties, vooral nu DniUchland eenvoudig zich" «liet capabel heeft verklaard \oor 1 Mei di§ verschuldigde 12 milliard te betalen en de toegepa-ste sancties niet. een gewenscht re sultaat opleveren. Marianne» wil nog maar steeds niet inzien,'dat door haar drijven do partij, die betalen moet, daartoe steeds min der geneigd niet alleen maar. tevens minder geschikt wordt gemaakt. Voor oen zeker deel toch divrvehwe de dwazo poging der Duitsche oommunisten om nog eens te trachten naar de macht te grijpen wijten aan een spcculecren op do ontstemming onder het Duitsche volk over de eischen in- zako do schadevergoeding. Een speoulee- s ron in de eersic plaats van Moskou, dus van to voren, zouden wc haast zoggen, zon der veel kans op succes Een duidelijk in zicht in de psycho van West-Europa heeft Mos! >u toch nimmer bewezen to hebben. •Succes heeft hei pogen dan ook niet opge leverd opvallend i9 zeker, hoe telkens cJe maand Maart wordt uitgekozen voor dier gelijke uiterst linksclie Putsche maar er is weer voor idem zooveel vermield, ge roofd en geplunderd, om over het verlies aan arbeid niet te spreken. Daarnaast steunt Marianne het Poolsehe streven, om van Opper-Silezië zooveel mogelijk binnen te halen, als maar met menschcjimogelijk- hcid is t© bereiken. Wat Duitscbland tot oen belangrijke aftrek van zijn betalings vermogen aanleiding zou geven, adle reken sommetjes van entente-bladen ton spijt, die ■het doen voorkomen, of het bezit van Opper-Silezië niets afdoet daarbij. En dat, terwijl Marianne wegens gebrek aan splint do handen moet aftrekken van de overschotjes van het leger van generaal Wran gel Open blijfi naast clit. alles tevens nog db vraag, tob wtlkc gevolgen in Opper-Silezië zelf de aanslaande vcrdceling dat het daartoe zal komen, mag men vrijwel als zeker aannemen, a.l zijn de grenzen daarbij nog niet te trekken zal leiden, waar er groote kans bestaat op.de meest felle bot singen tussohc-n Duitsohers en Polen! Achter het Grieksche offensief in Klein- Azïë zit tevens een soort van „moeten." Ke ning Konstantijn, tegen den zin der geallieer den, speciaal tegen dien van Frankrijk in, teruggekeerd, loopt groote kans zijn zoo moeivol heroverden troon te verliezen, wan neer blijkt, dat zijn terugkeer het Grieksche voile te staan komt c»p verlies van een greofc deel van wat Veniselos het herrezen Hellas als winst had weten toe te voegen. En dien koers was het te Londen reeds hard uitge gaan. Smyrna dreigde te loor te gaan, juist de grootste parel uit heb pas verworvene, i Met laatste kracht tracht Konstantijn nu de I Keraaliston te dwingen af te zien van han I nationalistische eischen en met succes, zoo op 't eerste gezicht» Zegevierend rukken de I Grieken op. Zonder evenwel in de verste verte uitzicht te hebben de Kemalisten ooit te kunnen dwingen, daarvoor is hun macht on toereikend, met daarnaast de vraag: wie zal clit offensief betalen, zoete lieve Gerritje benevens ook nog deze: zullen de Grieken, die Veniselos zijn congé gaven omdat cieü gedemobiliseerd werd, thans tevreden zijn? Hulp heeft IConstantijn niet te verwachten. VGfrai niet nu Engeland in eigen huis wordt bezig gehouden. Eu niet zuinig ook. Nog nimmer heeft Groot-Brittannië zich zoo in een van zijn levensaders bedreigd gezien als thans het geval is. Naast de nog altijd niet opgeloste Iersche rebus heeft John Buil nu een staking in de kolenmijnen gekregen, die daarom zoo .dreigend is,, omdat ook machi nisten en pompers daarin door het bestuur van den mijnwerkersbond zijn betrokken. Zou den dezen daaraan gevolg geven, dan zouden de Engelsche mijnen voor jaren onbruikbaar, gedeeltelijk volkomen vernield worden. Dat de mijnwerkersleider.? in strijd met vroeger zoo'n wanhoopspoütiek hebber» aangedurfd, bow ijst op zich zelf reeds, dat hun zaak zwak staat. Wat ook inderdaad het geval mag heeten. Direct gebrek aan het zwarte goud zaï Engelanti niet hebben en de kassen zijn zoo goed als leeg! De eigenaren hebben I daarnaast,- gezien de werkeloosheid, geen haast. De oorzaak is direct het zich terug trekken door de regeering uit de mijnaan- gelegenheden de regeering kan toch niet I alleen de mijnn ij verheid blijven subsidieeren! tengevolge waarvan het eigenlijk een j zuivere loonskwestie is geworden tusschen I eigenaren en werkers. Natuurlijk zijn daar naast politieke addertjes, gelijk bekend, maar feitelük is het de loonkwestie en dan wel de verlaging van loon, meer of minder, al naar gelang van de rijkdom der diverse ratfnen, waarom het gaat. De arbeiders wil len geen verlaging cn voorts een oenheids- loon, de rijkere mijnen zouden dan de armere maar moeten bijspringen uit een soort te vennen nationale kas. Hoe een oplossing in dit geschil gevonden moet worden, lijkt een raadsel. De kracht proef lijkt teneinde toe te zullen moeten wer den gestreden, misschien straks ook nog met hulp van de beide andere leden der triple alliantie in Engeland, de spoorwegmannen en transportarbeiders! Wanneer althans oneenigheid onder de mijnwerkers eenerzijds en krachtige veiligheidsmaatregelen der re geering anderzijds een strijd tot het bittere einde nog niet voorkomen. Of ook ox-koning Karl een strijd tot het uiterste zal wagen? In Hongarije zelf heeft hij wel vooruitzicht, zoo het zich laat aan zien. De monarchistische idee is daar na de periode van Bsla Kun altgd ver in de meer derheid geweest, al was men verdeeld over de persoonlijkheid van den toekemstigen dra- gei. Wettelijk heeft Karl alles voor, waar hij nimmer afstand (leed. Maar zal het bui tenland hem dulden en dan speciaal de Ideine entente? De groote entente heeft het of te druk met zichzelf of is Karl niet ongene gen, gelijk b.v. Frankrijk en doet in zulke gevallen 'niet veel, zie naar koning Konstan tijn. 't Is voor de kleine entente oen sooifc zelfbehoud, geen Habsburger op den Hon- gaarschen troon toe te laten, want wijziging van het vredesverdrag van Trianon brengt hun van Hongarije geroofd gebied in gevaar. Dat kon den doorslag wel eens geven! De groote entente Zal officieel moeilijk anders dan oen actie tot overeind houden van het verdrag vau Trianon kunnen loven. Vergadering van gisteren. Begrooiiug Posterijen, enz. Aari de orde is de begroeting van de Posterijen, Telegrafie en Telefonie \oor 1921. De heer BEKG.SMA (Lib.) wijst op het vaak nonchalante m het bezorgen van brie ven, zelfs van aangeteekende brieven en postwissels. De heer DOJE»S (V. D.) herinnert aan de in de Tweede Kamer aangenomen mo- tie-Weitkamp inzake het isolement van het platteland bij den telcfoonaanleg. Hij wijst er op, hoezeer het platteland door een dergelijk isolement wordt bena deeld en dringt er bij den Minister op aan uitvoering te geven aan de motic-Weit kamp. Voorts wenscht spr., dat de Minister geen uitvoering zal geven aan het aanvan kelijk voornemen van de administratie der Posterijen om de poslbe^ ''ing op Zondag op het platteland cn in de kleine steden af te schaffen. Dc lieer VAN DER FELTZ (V. D.) onder steunt het verzoek van den heer Dojes in zake de postbestelling op Zondag. De MINISTER VAN WATERSTA'VT, de heer KONIG, geeft loe, dat er onregelma tigheden bestaan in de bezorging van de postbestelling. Maatregelen zullen evenwel worden genomen, Jom dit kwaad zooveel mogelijk tegen tc gaan. In zako de motie Weitkamp zegt dn Mi nister, dat hieraan gevolg zal worden ge geven. Wat betreft, de beste'ling op Zondag zegt do Minister, dat de voorgestelde be paling een besparing zal geven van 4 a 5 ton per jaar. De zaak is evenwel nog in onderzoek, zoodat. hij nog geen definitief antwoord kan geven, of de maatregel al dan niet zal worden ingevoerd. De heer VAN DER FEITZ, repliceerend betreurt, claT de Minister de kostenbereke ning vooropstelt. De heer VLIEGEN wijst er op, dot in de R. K. streken, waar cfo bewoners des Zondags toch naar de kerk gaan, hand having der bestelling overbodig zou zijn. In minder godsdienstige streken behoort echter liiermode rekening te worden ge houden. Na dupliek van den MINISTER wordt de bogrooling z li. st. aangenomen. Begroeting Binnenlandsche Zaken. Aan de orde is behandeling van hoofd stuk V (Departement, van Binnenlandsche Zaken) der Staalsbegrooting voor 1921. De heer VAN DER FELTZ (V D.) be spreekt de financieele lasten der gemeen ten, die steeds toen'■•men. Van het voorstel lot herziening van de financieelo verhou ding en van 't initiatief-voorstel-De Geer wordt door Velen wille.Kour verwacht. Spr. wijst cr in dit verband op, dat een defi nitieve regeling dringend noodzakelijk is. Ook wijst spr. op de 1 aston, welke den gemeenten door liet Rijk word'en opgedra gen. Zoo hebben de gemeenten bijv. van het Departement van Onderwijs een aan schrijving ontvangen, dat aan de salaris- regeling voor leeraren bij liet nijverheids onderwijs en bij de gymnasia terugwerken do kracht moect worden verleend tot 1 Januari 1920. De heer VAN EMBDEN VD.) is van meenlng, dat besluiten tot vernietiging van verordeningen van Gemeenteraden ook dc liandteekening van den Minister van Bin nenlandsche Zaken behooven. De lieer BERGSMA (Lib.) sluit zich aan bii het betoog van den heer Van der Feltz. Voorts vraagt spr. of het niet wensche lijk zou zijn, d'at ook de verkeerspolitie gemeenfeliik georganiseerd werd. YoorD zegt spr. vernomen tc hebben, dat dc Regeering voornemens zou zijn om een gedeelte van Groot-Anu-lerdam weer aan deze stad te ontnemen. Een dergelijke handeling zou hij ten zerste betreuren, aangezien do uilbroiding voor dc stad Am sterdam van groot belang is geweest. Ten slotte "waarschuwt spr. tegen te lage snlarieerine van de gemeentebesturen. De heer VLIEGEN (S. D. A. P.) wii-f op het zonderlinge van het feit, d'at het Rijk- do verblijfkosten van den gewezen Duit- schen kroonprins moet betalen. Hij herin nert er aan, dat. het verblijf van den kroon prins hier te lande geheel vrijwillig is. Ofschoon den kroonprins een bepaalde verblijfplaats in ons land is aangewezen, wil spr. toch niet de consequentie aan vaarden dat hieruit zou voortvloeien de verplichting van het Rijk, om in de ver blijf-kosteD van den proonprins te voorzien Ten aanzien van de vernietiging van het Raadsbesluit der gemeente 's-Gravenliage Opera, zegt de heer Vliegen, het vreemd te vinden, dat een vernietiging wel heeft plaats gehad van het besluit der gemeente 's Gravenhagc maar niet van dat. der ge meente Amsterdam. In zake het geschil van den burgemees ter van Wormerveer met de wethouders aldaar critiseert spr. scherp het beleid van d'ien burgemeester. Overigen verwijst hij naar de aange- vraagdo interpellalie-Duys in de Tweede Kamer over deze aangelegenheid. Wat betreft de grenswijziging Van de ge meente Amsterdam, sluit de heer Vliegen zich aan bij het betoog van den heer Berg enia. Ten slotte wijst spr. er op, d'at er geen eenheid bestaat over de bepaling, dat. een Raadslid, die deelneemt aan levering oan de gemeente, geschorst moet worden van zijn lidmaatschap. Met verschillen voorbeelden toont spr. aan, in hoeverre te dezen aanzien vraag punten kunnen ontstaan, waarover geen oplossing is te vinden. De MINISTER VAN JUSTITIE, do heer HEEMSKERK beantwoordt bij ver hindering van den Minister van Buiten- landsche Zaken wegens ongesteldheid, dc verschil l ende sprekers. Spr. deelt mede, dat Minister Ruys (te Beerenbrouck den volgenden week zijn taak weer hoopt te hervatten. Inzake het verblijf van de kroonprins ver wijst spr, naar zijn antwoord in December in do Tweede Kamer aan den heer Van Raveoteyo gegeven. Voor de fmansieelo verhouding tussclien Rijk en gemeenten bestaat geen afdoende regeling, met verschillende overwegingen zal bij do aanhangige ontwerpen regening gehouden kunnen worden. De Minister erkent de wenschelijkheid, dat de gemeenten door Rijksmaatregel en niet te zwaar belast worden. Het departe ment van Binnenlandsche Zaken moet zeer zeker bekend zijn met voorschriften van andere departementen, waarbij aan de ge meenten lasten worden opgelegd. Het is ook wenschelijk, dat de gemeen ten geen onnoodigo lasten op zioh zelf legt. De financieele moeilijkheden der gemeen ten komen ni?t in de eerste plaafi? van RijksbesLuiten maar van besluiten dër ge meente zelf, welke zij niet verplicht zijn te nemen In beginsel heeft do heer Van Ernbden gelijk, wat betreft zijn opvatting i. z. oncler- teekening van schorsingsbesluiten, maar déze zijn spoedeisohend en niet definitief, daarom zijn deze aan den betrokken minis ter overgelaten. De vernietiging van de Haagsclie opera subsidie* in tegenstelling met de goedkeu ring der Amsterdamoche, houdt hiermede verband, dat Gedeputeerden van Zuid-Hol land het Haagsehe Raadsbesluit niet goed keurdon. Eenige ongelijkheid in admïnistra tieve beslissingen blijft door de inschake ling van Gedeputeerde Staten altijd moge lijk. Het vraagstuk der verkeerspolitie is nog niet opgelost- Spr. moet eerst omtrent do kosten meer weten. Verschillende opmerkingen zal spr. ter kennïa van zijn ambtgenoot van Binnen landsche Zaken brengen. Voor behoud van natuurschoon kan ge zorgd worden, bij 't uitbreidingsplan eener gemeentecensuur op bioscopen wordt door bijna iedereen aanvaard; anders staat het echter in geval van censuur op tooneel- voorstellingenvan daar dat de bioscoop- regeling naast art. 18S kan staan. Voor de kwestie betreffende het vervallen van liet Raadslidmaatschap zal niet gemak kelijk een oplossing te vinden zijn. Hierna wordt gepauzeerd1. De heer VAN DER FELTZ (V. D.) repli ceert, waarna dc MINISTER, de heef HEEMSKERK, nog nader antwoordt. De begrooting wordt z. h. st. aangenomen Kleine Wetsontwerpen. Een negental kleine wetsontwerpen wori den z. b. st. aangenomen. De Kamer gaat tot nadere bijeenroepin& uiteen. I (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)# Copy van al of niet goplaatsto stukken wordt niet teruggegeven. Het debat tusschen de hceren Binsbergen en Goslinga. In het debat tusschen den heer J. Bins- berger Jr. en den heer T. S. Goslinga,- wordt door eerstgenoemde in zijn ingezon den stuk in uw geëerd blad van Din cis a g 29 Maart ook de .Leidscke Chr. Besturen bond in het debat gehaald en wel naar aan leiding van de gehouden openbare vergade ring op Dinsdag 22 Maart, waar cïe heer G. voor onzen C. B. B. optrad. Door den heer G. wordt voorgesteld, dat wij geen voldoenden tijd hebben gegeven voor heb debat en in bedekte termen voegt hij er bij,, dat dit een debat was in den organisatori- schen weg, waar ook de heer G. zoo'n lief hebber van was. Deze voorstelling is echter geheel bezij den de waarheidimmers de heer G. trad voor den C. B. B. op met het onderwerp „Grondslag en doel der sociale verzekerings wetten" alleen op het verzoek van heti be-stuur heeft hij wat langer stil gestaan bij de Ziektewet, omdat deze wet op het moment aotueel is. Nu sprak de heer G. even een uur en werd er voor het debat een uur toegestaan. Er waren vier debaters. Do heer B. heeft 20 minuten gedebatteerd Hij kan zicli dus moeilijk beklagen geen tijd lo hebben gehad do plannen „Centraal B-eheer" uiteen te zetten. Als wij rekenen dat de heer G. hoogstens 30 minuten ge sproken lieeft over do Ziektewet. Verder vergeet ook'de heer B., dat de leiding dien avond niet was bij den heer G., doch bij den voorzitter van den C. B. B., cn ook de spreker zich aan die leiding moet houden. De heer B. heeft allerminst redten om den O B. B. onder bedekte termen te be schuldigen, dat de-zc hem niet in de gele genheid heeft gesteld zijn denkbeelden te verdedigen, daar hij bijna even lang heeft gesproken over dé Ziektewet als de heer G. Neen, mijnheer B., onze C. B. B. vreest geen debat, ook over deze zaak niet. Laten onze arbeiders er maar eens meer van we ten, zoodat zij de zaken kunnen bekijken van beide kanten, daar zij er nu over het algemeen te weinig van af weten. Yoorlicli ting over deze hoogst belangrijke zaak kan geen kwaad'. J. SLEGTENHORST, Secretaris. Ziekte-regelingen. Geachte Redactie. Gaarne zou ik willen, dat U van een: eenvoudig werkman ook eenige letteren in: Uw blad zoudt willen plaatsen naar aanlei ding van de vele ingezonden stukken, diet er gewisseld zijn tusschen den heer J. \an Binsbergen Jr. contra den voorzitter van: den Raad van Arbeid te Leiden, den heen Goslinga. Ik heb zelf een weinig de beide ziekteregelingen uitgeplozen, die van Cen traal Beheer en van Goslinga (Ziekbewet- Talma), en ik nroet ronduit verklaren, dat ik van Centraal-Beheer en van de Rjjks- ziekteregeling niets moet hebben. Ik voor mij ben er van overtuigd, dat er bij hef plan-Centraal Beheer evengoed als bg de Rijksregeling een massa geld zal verdwijnen aan ambtenaarssalarissen en- zoo-voort, en dat is voor mij het zwaarte punt en voor duizenden arbeiders met mij. Ikzelf ben in een ziekenfonds op ean scheeps- bouwwerf, groot 50 a 60 leden, dat al jaren en jaren bestaat; onze contributie be draagt 1 procent van liet weekloon en onze geachte Patroon draagt ook één procent bij; de hoogste contributie bedraagt voor Door Henri Ardell. Naar het Fransch. (Nadruk verboden). 40) „Ach, tante, mevrouw Harvet! Hoe ver velend! Het. was zoo rustig met ons beidjes!" Mevrouw Chausey smoorde deze ongeluk kig© opmerking onder een snel „ast!" cn Aflette, wier genoegen door deze ontmoe ting verstoord was, volgde haar zonder ee ruige geostdirifl Toen mevrouw Ilarfet 'haar opgemerkt had, kwam zij rnel een stralend gezicht na- du »Wel, lieve mevrouw, wat een gelukkig toeval! Wat ben ik blij u te zien! En juf frouw Arlette ook I Dag lieve. Mevrouw, mag ik u voorstellen Zij keerde zich om Maar er war» niemand bij haar. Op de bank, waarop zij gezeten had, zat een jonge man, heel dik en heel groothij keek met peinzend gclaatwiaar het zand. Mevrouw. Chausey vroeg zich vol onrust af- „Zou dat het voorwerp in kweslio zijn? Het is een echte kolossusEn wat ziet hij er uit als een boer". Alsof zij cleze onuitgesproken vraag had gehoord, ijld'ö mevrouw Harvet nog altijd Opgetogen naar den zeer stevlgon vrecm- ifeling toe. „Mijnheer Amelot, gaat u mee, laat mij u vorstellen aan mevrouw Chausey on hsuw ntohtje, juffrouw Morgans' Dc zware man stond dadelijk op, zóó gauw, dat zijn wandelstok op den grond rold'c, en in de beweging, dio hij maakte, om hem op to raken stootte hij een stoel che naast hem stond, om. Vlug, onwille keurig had Arlette den stok al opgenomen, die tot haar voeten was gerold, zoo be zwaarlijk leek het haar, dat deze omvang rijke persoon lot op don grond bukte om zijn bezitting op te nemen. „O, juffrouw, ik vraag u wel vergiffenis' hakkelde hij op verlegen en tevens vor- stoorden toon. En hij greep zijn wandel stok. „Mijnheer Amelot", presenteerde me vrouw Harvet, in het geheel niet uit het void geslagen d'oor dit voorval, „de zoon van. een van mijn goede kennissen, oen bewoner van An jou Ditmaaf groette cle heer Amelot zonder verder ongeval, ofschoon onhandig. Hij zag cr verweerd uil; een verbrande huidkleur, dik, rossig blond haar, laag gegroeid op een smal voorhoofd, en een uitdrukking van ontzettende verwaandheid vereenigde zich slecht, cn stond vreemd bij zijn lande lijk voorkomen. „Zullen wij oen oogenblik gaan zitten?" stelde mevrouw Harvet voor. „Het is lieer lijk in deze serre! U leende die al, nietwaar mijnheer Amolot?" „Neen, mevrouw. Als ik te Parijs moet wezen, heb ik nooit lijd te verliezen en- hier te komen". Arlette keek verbaasd op haar den reus, zooals zij hem reeds stilletjes genoemd had want hij had antwoord gegeven op een bruusken toon, die niet bijzonder be schaafd klonk. Mevrouw Chausey kwam tussclien bei de; zij wilde in gemoede haar moodórlijko rol vervuil én en zei de: „Komt u dikwijls in Parijs, mijnheer? „Zoo min mogelijk mevrouw. Ik heb er bepaald een hekel aan. Do lucht is er on gezond. Alles ruikt er onaangenaam! Op iodoren hoek van de straat is men bang overreden te worden door cloodmagere paarden. Het eten ip er slecht, de wijn ver- valscht O, drommels neen, ik houd niet van Parijs, vooral niet, als ilc er, zooals nu, met mijn kinderen benIk kom hier dan ook haast nooit, behalve voor de land bouwtentoonstelling, of als ik er bepaald toe genoodzaakt bon. Ditmaal had ik land bouwmachines noodigik heb prachtige ge vonden. Er zijn "nieuwe modellen, die ver bazingwekkend zijnDe industrie maakt bepaald praclitigo vorderingen Mevrouw Chausey gaf door een vaag ge baar haar toestemming te kennen. De voor uitgang d<er industrie, op liet punt der land bouw werkt ulgcnliet haar volmaakt koud en dien ordinairen boer vond zij al heel weinig aantrekkelijk. „Ha. daar zijn dc kinderen", riep me vrouw Harvet op dat oogenblik uit „Dio kleintjes denken nergens and'ers over dan om op den kameel te rijden om hen wat bezig te hóudten, heeft de kinderjuffrouw hun den papegaai laten zien." En gebruik makende van een oogenblik, dat dc heer Amelot naar zijn telgen koele, zei ze fluisterend cn nog steeds verrukt te gen mevrouw Chausey: „Wat een flinke man, nietwaar?" „Ja, hij heeft een good figuur'', zei me vrouw Chausey ontwijkendhaar opinie stond 'reeds vast. „En zijn kinderen zijn even merkwaar dig als hij. Kijk" maar eens!" Ja zakcr, zij waren waard bekeken Je worden. Buitengewoon dik en vet waren zij cn zij hadden rood© wangen; de jongen, aan eon klein mannetje van goudvlies gelijk, in zijn lang overjasje, dat he-m tot de voeten reikte, het meisje, gekleed ïn een helderblauwe jurk, die het korte figuurtje nog meer deed uitkomen. En mevrouw Chausey, verschrikt, mom pelde in ziehzcif: „Maar dat zijn eokto monsters ;men zou zo op d© kermis kunnen vertoon on als won deren van dikte." H-efc waren tegelijkertijd wonderen van onbeschaafdheid, want toen mevrouw Har- vot het waagstuk ondernam z© te naderen, om ae> aan mevrouw Chausey voor to stel len, begon do jongen doo»rdring©nc3o kreten to uiten on hot meisje to schoppen in do ruimte. De vader zag hen evenwel aan mot oen kalm en welgevallig oog: „Zij zien cr ndet zwak uit, nietwaar, me vrouw? En £ij kunnen zacli bedienen van hun Longen en him armen on boenen. Komt, houdt jo bodu ird, lievelingen. Wccst ge hoorzaam aan je geliefden vader." Maar de geliefde vader kende zonder twijfel njet hét geheim in iedere omstandig heid zijn gezag te doen eerbiedigen, want do dikke Felix ging voort met zijn gebrul en dc klein meid met haar krachtige schoppen, al mompelend op een kermen den toon „Ik wil op den kameel rijden! Dade lijk op don kameel!" Toon zij dit zag, nam mevrouw Chausey hot besluit zich niet meer mot. hem bezig te houden. Arlette keek hom nieuwsgierig aan. Do kirrderoT van Douarnenez waren lang niet zoo scliuw voor haar als deze twee jeug dige producten van. An jon. j>Wat _een .prachtige kinderen,metwaêy%J, juffrouw Morgan©?" herhaalde» movrouw Harvet wederzij scheen het effect niet te vermoeden, door haar beschermelingen te weeg gebracht. „Ze lijken een prachtige gezondheid to hebben," zei Arlette zonder eenige» geest drift. „Maa kar men hen niet naderen zonder hun onaangenaam te zijn?" Met een wel willen clen glimlach ver klaard© de heer Amolot op pl-eclvtigen toon: „Zoo zijn ze altijd, waarneer een vreemde hen aanspreekt. Dat komt, omdat zij nog niet gemeenzaam zijn met. het onmeedoogeend. juk der beschaving. Ik heb tot stelregel, dat men kindeken moet laten opgroeien als het gras op do weide, in vollo vrijheid, om hun een sterk gestel te bezorgen. Tot op den leeftijd van zes jaar zullen de mijnen in niets bedwongen worden." „En vervolgens?" vroeg mevrouw Chau sey, die met haar gewone opgewektheid het geval van de® grappigen kant bekeek. Dio dikke man, zoo verwaand e»n dwaas, d'ie haar nichtje niet zou krijgen, amu seerde baar bijzonder „Later, mevrouw, daar tegen het zescDo jaar het verstand komt. „Ik dacht, dat het zovrn was, de leeftijd van hot verstand," merkte Arlette ondeu gend op. Maar de heer Amelot lioordo het niet of vond heb zijns onwaardig deze beuzelach tige opmerking te beantwoorden, en hij ging onverstoorbaar voort (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5