Wo. 18727. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 22 Maart. Tweede Blad. Anno 1921. Gemeenteraad van Leiden. FEUILLETON. üe©f Guy (Yon'ólg van gisteren.) 0 3e. Uouoemiug van een l d der Commissie van beboer over de Stedelijke Fabriuken van !Óas en fcllectrioileit (vacature.do la Rie). De heer DE LANGE wijs. op Je vroeger afgelegde verklaring van de.i lieer Van Eek, 'dat zjjn partcgenooten in de commissies zit ting nemen a.s controleur van het prole tariaat. Dat is volgen; hem een buile.iwct- telijk standpunt en !iq lean daarom zijn medewerking niet verleenen een S. D. A. P'ei lekiezen. tenzij van die zijde op die woorden wordt teruggekomen. De heer VAN BCK verklaart, dat l.ij nooit heeft gezegd, dat een S. D. A. P.'er zich buiten de wet zal plaatsen in een com missie. De wet iaat echie. gelukkig vrij in de opvatting, hoe men overigens zijn taak wil opnemen. Zijn party strljit in de eerste plaats voor het proletariaat, dat is .waar, maar van planteen b si ten hei wette lijk standpunt is z. geen sprake. Le heer DE LANGE neemt met gc-no:-^ gen nota van dezo verklaring. Voorlezende wat do lieer Van Eek dertyds zeide, ver klaart hij, itoe hij tot zijn meeniug kwam. Cie ver.."..ring van den heer Van Erie des tijds was dus zokcr eeu loslippigheid- De heer KNUTTEL tol de S. D. A. P.: Ze wil ieu jullie.cr graag in houden- Dc heer VAN ECK. meerit, dat dc kwestie «i een van woorden wordt. Zijn partij wil in - idc eerste plaats de belangen vim de inassa fcc-hartigen, Zoo mogelijk binnen de formeel© wet) anders er maar wat bulten naar ortho doxe wetsuitlegigers als do heer De Lange fnecnen. De heer VAX STRALEN wil de aandacht ivestiigen op den heer Van Eek. Uitgebracht worden 19 stemmen op den (hoer Van Eek, 5 op den heer Sanders, .1 op {den heer Van Da-mei, 1 op don heer Splinter, 1 oj> den heer Oostdam en 2 blanco. Benoemd is dus de heer Van Eek. 4-0. Benoeming van een gedelegeerde in het Bestuur der Vereeniging „Schoolkindei voodüig én -klecrling (wegens bedanken van den heer Meijuen) Uitgebracht werden 1 stem op den heer Sijtsma, 8 op mevr. Dubbel-domanTrago, 1 o-p den heer Van Hamel, 17 op den lieer 'Oostdam. Beuocm.d is dus de heer Oostdam, 5o. Voordel tot overplaatsing van mej: Th. M. yan Noord, onderwijzeres iu de handwerken «an de school der 2de klasse voor jongens en moisjes No. 4, naar de school der 3do klasse -No O (79) Conform besloten. 6o. Pcacadvios op het verzoek van P. Werk man, om oervol ontslag als leeraar in de Fran- acho taal aan de Hoogore Burgerschool voor 'jongens. (87) Conform besloten- 7o. Praeadvies op het yerzohk van W. P. Minderman, om eervol ontslag als onderwijzer aan do school der 3de klasse No 8. (88) Conform besloten- So. Vaststelling van do jaarwedden en pen sioensgrondslagen van eenige leeraren en lee- {raresseu aan d6 Kweekschool voor Onderwij zers en Onderwijzeressen. (73) Conform beslot-en- 9o. Vaststelling van hot aan Gedeputeerde Staten uit te brengen verslag aangaande wijze, waarop het op de gemeentebogrooting voor 1919 foor schoolkintlervoeding toegestaan bedrag is besteed (78) Conform besloten- 10. Voorstel tot verhuring van de perceelen teelland aohter den Zijlsingel, Sectio K Noa. f707, 3433 en 722, aan de WoningboiArvereeni- ging ..Eensgezindheid" (89) Wethouder VAN DER POT zegt, dat de tVereeniging heeft gevraagd den termijn te bepalen tot. 1 April in plaats van tot 31 Dec^ waartegen bij B. en. W. geen bezwaren bestaan. Conform besloten llo Voorstel tot verhuring van de perceelen teelland achter den Zijlsingel, Sectio K. No. 723 on 724. aan W. Bink. (89) Conform besloten - 12o. Voorstel tot verhuring van de perceelen .weiland benoorden den Mnresingel, Sectie N Nos. 134, 135 en 136 ea Sectie K No. 2775, aan M. Bol. (89) Y\ etliouder VAN DEK POT zegt dat nog een gegadigde later is gekomen die f 75 hooger ging. Dit werd medegedeeld aan den lieer Bol die dit overnam." De lieer HUCJBMAN" meent dat openba re verhuring misschien beter zou zijn. De WETHOUDER zegt, dat dit gewoon lijk ook het geval is maar het was nu al ver in den tijd en aan een openbare ver huring zijn nogal kosten 'verbonden. Het voorstel wordt z. h. st. aangenomen; 13o. Voorstel inzake het sluiten van kasgeld- leenÜLgen gedurende het 2e kwartaal 1921, (80) Conform besloten. 14-o. Voorstel lot het voeren van verweer legen de vordering van C. Stoeke tegen J. Voorsiuijs en in du zaak in vrijwaring door J. Voorsluijs tegen de gemeente aanhangig gomaakt. (8G) De heer VAN ECK zal zich niet verzet ten tegen het voorstel maar z.i. it de ge meente er daarmee niet af. Er zijn billijk- hcidsgronden die meer vragen. Een gemeen te moet altijd optreden gelijk men van een fatsoenlijk man mag verwachten. Hij wil nog eenige vergoeding. De VOORZITTER en wethouder VAM DER LIP achten een geheime zitting ge- wenseht wat de heer VAN ECK niet noo dig oordeelt. De VOORZITTER schort de openbare zitting en overgegaan wordt tot. ©en zitting met gesloten deuren. Bij heropening wordt het voorstel z. h. st aangenomen. 15o. Voorstel: a. tot afstand van een stukje grond van het Slaclithuistcrroin aan do Stedelijke Fabrieken van Gas en Eleotricitc-lt; b. tol vermindering van het bedrijfskapitaal van het Openbaar Slachthuis ea tot vermeer dering van dat van de Gasfabriek, in verband met den snb a bedoelden afstand. (74) Conform besloten. iöo. Voorstel tot instcILlug van een Commis sie van bijstand voor den Genteen lel ijken Ge neeskundigen Dienst en den Gemeentelijken Keuriagsdionst van Eet- en Drinkwaren (81) De heer GROENEVELD acht de commis sic noodzakelijk, maar wil meer dan drie personen ten einde allo richtingen meer te kunnen hooren. Hij stelt voor vier. Wethouder VAN DER LIP zegt overwe ging toe. Het voorstel wordt z h. st. goedgekeurd 17o. Praeadvies op hot verzoek van liet Be stuur van hot genootschap „Kennis is Macht" om toekenning van eon 'extra-subsidio over 1920 (77) Conform besloten. 18.Voorstel in zake het verzoeken van ont heffing van de verplichting, genoemd in art. 27, lid 4. dor Lager Onderwijswet 1920, voor eenige in dal voorstel genoemde scholen. (44) Do heer GROENEVELD zegt, dal B. en W.'s voor-stel weinig doet denken aan oen overwin ning van de voorstanders van afschaffen van ibet ambulant isme want 't' ambulantisme blijft aan 14 van dc 17 L. O. scholen bestaan volgens ■dit voorstel. Do heer v. d. Lip poogt aldus zijn zin toch nog door to drijven. Z.i. slaan de uitzonde ringsbepalingen in de art. genoemd, niet op zulk oen algemeen niet voldoen aan afschaffen. Over do uitzonderingsbepalingen, bedoeld in de wet, geeft hij dan eenige nadere gegevens. B. on W. komen ter argumentatie met oude, afgezaagde elementen die vroeger dienst deden ter bestrijding van hot afschaffen. Spr. ziet niet in, waarom de" hoor Bloemink, al is hij leider der schoolbioscoop moet vrij blijven. Hij aoht dat ook "niet in het belang van het onderwijs. .Ook liet geva-l van het hoofd aan de kweekschool is zd. niet anders. Het rijk gaat trouwens in dezen voor. Aannemen van leerlingen per half jaar kan ook bij 6 klassige scholen door verschuiven .van den aanvang op de diverse scholen. Directe inrichting van 6 klassige scholen is z,i. nog niet noodig bovendien. Spr. klaagt dan over achterhouden van stuk-ken aan de raadsleden. Dat blijkt, waar aan den minister door B. en W. is gevraagd voor Leidon handhaving van het ambulantisme, waarop de minister ontken nend antwoordde, behalve dan in geval van bedoolde uitzonderingen. Dit antwoord was wel bij de stukken, het schrijven van B. en W. niet. Spr. verwacht dat de minister niet op hel verzoek zal ingaan als de raad het voorstel mocht aanncmep. 1-Iij verwijst ook daar Heer- Ion. waar do minister heeft geweigerd. Waar in dorpen het ambulanlisme bïjkane niet bestaat, geldt dezo wettelijke regeling vrij wel alleen voor de sleden en bij inwilliging van dit verzoek zou deze 'regeling, dus zoo goed ais nutteloos woiden. Ten slotte wijst hij er op, hoe ouderwijzers bij sollicitatie zich zullen laten weerhouden door hier te blijven bij liet ambu lantisme. De heer MEIJNEN meent, dat degenen die voorstanders zijn van Cbr. Onderwijs, ee.n kana hebben, het L. 0. le knauwen. Hij, als voorstan der van Ghr. Onderwijs, acht zich niet gerech tigd volgens zijn geweten die kant te benutten. Op grootc scholen kan het onderwijs z.i. niet tol zijn recht komen, wanneer hel hoofd een klas heeft. Spr. treedt dan in enkele bijzonder heden hieromtrent. De zekerheid,-dat het hoofd Jiiel clder3 kan komen kijken, zal slecht wer ken. Bij wisseling van personeel is inwijden door het hoofd z.i. noodzakelijk. Veel onderwij zers zul-lcn zelf moeten erkennen dat zij er ge komen zijn dank zij den steun van het hoofd in hun eerste jaar van practijk. De leerlingen kan een hoofd met een klas niet meer leer en kennen. De heer KNUTTEL: Bij inlichtingen verwijst hij dan naar den onderwijzer. De heer MEIJNEN meent, dat hot hoofd wd degelijk les moet geven, maar zoo dat hij allo leerlingen leert kennen. (Geroop van: Onmogelijk, on onzin Hij juicht het toe dat B. en W. er outskliair bijviagen vrijstelling tot 12 uur per week: Spr. neemt het dan op voor den ln»r Bloe mink, aan wie-n het slagen van de schoolbios coop is te danken en evenzoo voor den heer. Koops en voor de beide andere scholen. Do vraag is maar of we ons hebben neer le leggen bij wr.t in de wet staat Interruptie: bolsjewiek. of dat wij ons best moeten doen ons te be geven op een weg dio leidt tot wegnemen van feuten in de wot. 't Is moer gebeurd dat men terugkomt op fouten in dc wot. 't Is moeilijk voor den minister, veel hoop hoeft hij niet, ge zien do weigeringen elders, maar Leiden moet hel toch probeeren, en zicli niet richten naar wat men elders doet. Van den minister moet een aparte beslissing komen Ion opzichte van Leklen. Bij inwilliging verdwijnt een foul en krijgt men hier tijd om systematisch het onderwijs ta rogelen. De heer WILMER zal de kwestie van hot ambulantisme niet behandelen, daarvoor acht hij till lichaam niet hol eorst aangewezene. Hij prijst overigens het zeer deskundig relaas van don hoor Meynen. De Kamer heeft bovendien een beslissing genomen -en daarmeo is over het arnbuilan-feismo bes-list. Hij wil daarom B. en W. aanraden niet zoo vor te gaan als thans wordt voorgesteld. De minister zal in dit verzoek niet kunnen tredon. Hij zai echter voor stommen, daar er enkelo scholen zijn, voor wie ontegen zeggelijk do uitzonderingsbepalingen golden. Hij vertrouwt dat do minister niet verder zal gaan dan de wet wil. De heer DE LANGE wijst evenals dc heer Meynen op bot bijzondere, dat de voorstanders van hol Ghr. 0. moeten zorgen, dat de z.g. voor standers van het L. 0. dit nog niet meer be dorven. Elk gemeentebestuur, dat hart heeft voor hot onderwijs, zit voor do puzzle van dit rigoureus optreden in de wet, waarbij do bond van N. 0. zegevierde. De heer DUBBELDEMAN: Typisch, dat de overzij daarvoor op moet komen. Als de vos dc passie preekt De heer DE LANGE ontwikkelt dan verder bezwaren met het oog op hel feit, dat in een jaar tijds de reorganisatie van het onderwijs tot 7 klassige scholen tot stand moei ham-en, zoo dat uitstel inzako het ambulantisme alleszins gewenscht is. Spr. hoopt, dat B. en W. straks ook do vraag hoe to bezuinigen is op het on derwijs onder do oogon zullen zien on hoopt, dat B. en W. het aandringen door den Bond van N. 0. om hot getal leerlingen per klas voor de le en 2e klas scholen te vergrooton zullen willen uitbreiden, ook tot de 3e klas scholen. Do heer KNUTTEL kan in het pleid-ooi van den heer Meynen niet anders zien dan een pita- dooi voor het ambulantisme. Wat jenge leer krachten betreft, Leiden benoemd deze niet. De meeste beginnen op T platteland, waar het hoofd altijd een klas heeft De verantwoorde lijkheid voor het kennen van alle leerlingen is z. i. gewoon fictief, die is onmogelijk. Bij af schaffen van het ambulantisme wordt hot hoofd ontslagen van een verantwoordelijkheid, dio hij niet dragen kan. .Verder komt hij er te gen op, dat do heer Meynen, het weer voorstelt, alsof alleen het hoofd zijn laak goed opvat, niet do onderwijzer, die toezicht noodig zou hebben. Wie ziju goede hoofden'? Die zich niet met het onderwijs homooien. Do anderen zijn lajJfc- mt-l-ingen door vitten op kleinigheden enz. Zoo is de onderscheiding in de onderwijs wereld. Tenslotte wijst hij er op, dat ook do tegen partij weinig succes verwacht van het voorstel Hierna schorsing tot 's avonds. Avondzitting. De heer SIJTSMA meent, dat bij een be handeling de vorige maal het succes geweest zou zijn aan de zijde der tegenstanders ter wijl het nu anders zal zijn, de neuzen z$n z.i» at geteld. Over 't ambulantisme zal hij het nu niet hebben, al hebben B. en W. wel aanleiding daartoe gegeven en ai heeft de heer Meynen het in het debat gebracht. Het zijn de ambulante hoofden, die den Bond van N. O. als het ware in het leven hebben geroepen. Gecontroleerd-moetende-wc-rden onderwijzers worden nooit goede onderwij zer i 'fc Gaat feitelijk alleen om de vraag, of we hier in Leiden toestanden hebben, die ender de uitzonderingsbepalingen vallen en z.i. ia dat hier niet hat geval. Zou men er hier zoo onder vallen, 3an is het opheffen van het ambulantisme een doode letter. Tot dusver is alleen voor Amsterdam in drie gevallen ontheffing verleend, waar het hoofden van over de 60 jaar betreft. Zulke gevallen kan hg billijken. In een tweetal gevallen erkent hij hier reuen voor ontheffing en verder ook nog .voor den heer Hoeks. Verder mag men z.i. echter n;et gaan. Per amendement stelt hij voor alleen ont heffing te vragen voor het hoofd der openb. Meisjesschool 2e klasse, voor het hcofd der openb. Jongensschool 2e klaese en vcor den heer Hoeks. Spr. noemt, dan eenige hoofden uit 't Chr. Onderwijs die zijn standpunt deelen on ook dr. Gunning. Wethouder v. d» LIP wijst op het afge zaagde van ainbuian'tisme-vraagstuk en tevens op het politiek gedeelte daarvan. Hij zag in den strijd tegen het hoofd een strijd tegen het gezag. Met enkele voorbeelden wijs; hg dan op het politiek tintje, o.a. het royeeien van een drietal leden van den Bond ornaat, zij waren voor het ambulantisme. Gezien de rede van den heer Meynen, die hij niet kan verbeteren, zal hij de kwestie van 't ambulantteme nieteyerder behandelen. Do heer Sijtsma heeft bovendien gelijk, dat het nu niet gaat om al of niet ambulantisme, dezo kwestie is beslist, maar of hier gele genheid is voor 't vragen van onthefrmg. Spr. cit©3rü dan den heer d. Molen in do Tweede Kamer. Juist aan de zijde, waai' men het ambu lantisme bestrijdt is aanmerking gemaakt, dat bij het Chr. 0. dit niet is afgeschaft. In plaats van zich te verheugen over deze voorsprong op het Chr. O. was men ver toornd. .B en W, hebben in overleg met collega's in andere p'aatsen getracht de meening van den minister gewaar te worden, maar tot zgu spijt heeft deze geen nonnen over het dispensatierecht gegeven. Eik geval moet worden aangevraagd om afzonderlijk te wor den behandeld, was het antwoord. Scholen van 12 en meer klassen acht hij te groot om het hoofd een klas te geven, wil men de verantwoordelijkheid niet tot een aanfluiting maken. Nu <nog zijn ze ver antwoordelijk en zij kennen de leerlingen. Dat die scholen te groot zrjn, wordt alge meen erkend, zie wat de heer Albarda in Den Haag wil. Er moet bij afschaffing van het ambu lantisme komen splitsing dar scholen io tweeën, dus twoe scholen in één gebouw, er moeten komen schoolkneohte, reserveon- denvijzers, uitbreiding van het aantal in specteurs etc. Veel kosten zal het dus met zich brongen. De minister laat voor erroote gemeenten de kans op uitzonderingen open. Z.i. zijn er dus redenen, voldoende voor de aanvrage tot ontheffing voor de scho len door B. en W.. aangegeven, ook vcor de hoofden Bioemink en Koop:. Juist do leeftijd is voor hem nimmer een reden voer aanvrage van dispensatie.' Of de minister zal weigeren of toestem men, weet niemand. Weigert die, dan is dat besluit to eerbiedigen. Mogelijk zou de mi nister eenige jaren uitstel willen geven. De heer De Lange vergiste zich toch, toen htf meende, dat na een jaar 7-klassige scholen moeten zrjn ingesteld. Daarvoor is tijd toti 1924. De heer Wihner drong aan op beper king, doch hg ziet niet in, hoe dit kaïv waar alle scholen vrijwel op een lgn staan» Spr. merkt don he:*r Groeneveld nog op, dat hg niet uit drrjverg maai* uit liefde voor het onderwgs dit voorstel heeft ge daan. Hij prgst het gelukkig, dat niet al leen aan de voorstanders van het L. O. de zorg daarvoor is opgedragen De heer SIHTSMA repliceert ten aanzien van het dispensatie-verleenen ?.aii esn oad hoofd, de heer GROENEVELD in algemeo- nen zin. Ook de heeren WILMER, KNUT TEL en DE LANGE zetten nog nader hun standpunt uiteen of pikken uit het debat een punt ter beantwoording uit. Wethouder v. d POT is' van uiteenlo pende- meening, -maar wil geen tijd meer m beslag nemen. Hij vraagt in stemming te brengen afzonderlijk het primaire en het secundaire. Hij gaat met den heer Sijtsma mee behalve voor zoover deze niet de, leer scholen in zijn amendement heeft opgeno men. IIij is verder voor het subsidiaire verzoek in a genoemd, waarin hij, al be vredigt hem dit niet ten volle, toch veel goeds ziet-: Tenslotte dupliceert de WETHOUDER, war na in stemming wordt gebracht a, X' tot en met 9, dus tot aan subsidiair. Dit wordt aangenomen m?t 20 t3gen 11 stemmen (die der 3. D. A. P. en van de httren Schoneveld, v. d» Pot, Sijtsma en Knuttel). I-let tweede gedeelte van a, wordt z. li. st. aangenomen. E. wordt aangenomen met 22 tegen 9 stemmen (die der S. D. A. P. en van de heeren Sijtsma en Knuttel.) Het voorstel-Sijtsma is daarmee verval:en. 19o. Piaeadyics op dQ vcizooï:cn van de afd. Leiden van den Ned Bond van Werklieden m Overheidsdienst en van het Nationaal Verbond van Gemeenteambtenaren Ln Nederland, om resp. ook aan de brugwachters en de havenxo- cherckeurs een extra-toeslag over 1920 en oea toelago over 1921 op het kleedinggeld toe ta kennen. (82) De heer HEEMSKERK stelt vcor punt 19 uit te stellen teneinde de commissie voor het georganiseerd overleg deze zaak te doen behandelen. B. en W. zijn hier al leen voorgelicht door den directeur van markt- en havendienst, terwijl bij de po litie de organisaties wel zijn gehoord door den commissaris van politie. Bij dit punt zijn do inlichtingen dus eenzijdig. Vandaar zijn voorstel. De heer SCHONEVELD wil hier nog alleen aan toevoegen dat de R.K. en de Chr Bonden gevraagd hebben gehoord te wor den maar dit is niet geschied De VOORZITTER heeft eerst dezen mor gen gehoord dat iets dergelijks Ls gevraagd. De brief is hem onbekend. Hoe het kan woet hij niet. Tegen eenzijdig behandelen moet hij echter opkomen. Het standlpunt van B. en W. is glashelder uiteengezet Nader lioht kan z. i. niet schijnen. Door de commissaris van politie was -destijd d© taxatie van goederen te hoog geschat terwijl de taxatie bij den havendienst jutet was. Dat is een groot verschil. Bij den ha vendienst heerscht een goede toestand wat spr. met cijfers toelicht. Voor een toelage acht hij dus geen enkele reden. De heer A. ELXERBOUT gaat geheel mede met het voorst el-Heemskerk. Hij is overtuigd dat de Voorzitter bij bespreking iii de commi sie van georganiseerd overleg wel eon anderen kijk zou hebben gekregen en met cijfers tracht hij dit nader aan ta tooncn tevens wijzend© op toeneming van werk, afleggen van grootere afstanden enz. Lakensche pantalon en vest is wel noodig een keer in de acht jaar. Wordt hot voor- stel-Heemskork niot aangenomen dan zal hij voorstellen een zelfde toelage t© geven als aar do politie De heer DE LANGE wil, voor verder op het punt ln te gaan eerst zien uitgemaakt of uitstel zal worden goedgekeurd. Hij voor zich acht dit niet noodig. Door Henri Ardell. Naar het Fransch. (Nadruk verboden). 87) Ik begon te begrijpen. Omdat het niet is zooals het behoort, nietwaar'2Altijd dezelfde historie 1 E>at Parijs van. jou ls zeker vol dingen die ïiiet zoo bchooren: oom*>diestukkön, boeken enz. Ik had in Douarnenez nooit vermoed, <iat er zooveel waren. Maar het spijt mij iVreeselijk, dut je binnen gekomen bent, .voordat Ik in je boek had kunnen zien wat dat nu voor erge dingen waren, waar vol- .waasen menschen zooveel plcizier in heb ben ,Waa.r haai je dat vandaan, dlat zij er zoo ,veel plezier in hebbeaT „Ik zie het wel aan hun gezichtEn het is om woedond te worden, dat men nooit sommige glimlachjes en blikken mi over denkingen begrijpen kan!" Ik zei alles, wat mij voor den geest kwammaai met het bezwarend bewust- zijn, dat ik dwaasheden verkondigde. Guy keek mij opletteud aan, voor den schoor steen staande, met gefronste wenkbrau wen en draaiend aan zijn knevel. „Zoo, zoo, wil je mij eens vertellen, wat je nu eigenlijk bezielt? Waarom ben je zoo woedond 2" „Ik ben niet woedendIk wil alleen op de hoogte komen, om'niet meer zoo onwe tend te zijn, dat iedereen je uitlacht!" „Heb je soms ook lust om de geschiedenis van alle misdaden te kennen, die er op de wereld begaan worden, de lijst van alle ziekten, van alle ellende, die de armo menschheid bedroefd?" „Daar heb ik volstrekt geen lust ln Waarom spreek je daarvan?" „Omdat je schijnt te branden van ver langen weinig verkwikkelijke waarheden te lecren kennen. Jij cn je zuster iu nieuws gierigheid zijt monstertjes van ondankbaar heid. Men doet zijn best de treurige zijde van de wereld voor je te verbergen, zoodat ze je gten dievenhol toeschijnt, en in plaats van daar dankbaar voor te zijn, heb je geen dierbaarder wensch dan de goede voornemens, die men voor jullie heeft, nutteloos te maken 1" „Ik verheug mij niet alles t© weten," ant woordde ik een beetje beschroomd." Ik begon berouw te gevoelen over mijn woor den. „Dat is'nog maar gelukkig!" maar ik wou op de hoogte zijn evengoed als de Parijsche jonge meisjes Denk je, dat ik niet merk, dat zij allemaal lachten om mijn naïeviteit, dat ik niet zie hoe juffrouw d'Estève mij uitlacht, op haar troon van wetenschappelijkheid gezeten 1" „Welnu, de9 te erger voor haar en voor al degenen die op haar gelijken! Ik zeg- het je in alle oprechtheid, Arlette, je hoeft de opinie niet te benijden, die wij over die meisjes hebben „O Guy, is die opinie niet gunstig?" „Het is, zou ik denken, ten minste niet de opinie, die zij van plan zijn ons in te boezemoü, en ik verzeker je, dat het stellig niet de opinie 'is, die wij graag over onze zusters hooren uitspreken. Blijf je zelf, Ar lette. Je zou te veel verliezen bij den ruil, als je op die anderen geleek Hij glimlachte even én zei eindelijk: „Verander je zelf maar niet, anders zou je vader zijn Bretonsch bloempje niet her- kermen, als hij haar terugziet, en hij zou het met recht ons ten kwade druiden." „Is het woa-r, Guy, is het heusoh waar, verlang je niet, dat ik word als de Parijsch© jonge meisjes, als juffrouw d'Estève bij voorbeeld?" „Ik heb maar één wonsch, en dat is, dat je zoo lang mogelijk die kleine Arlette blijft, die het voetpad in de falaise hard op liep, die op een avond heel koud, heel nieuws gierig en heel verschrikt uit haar Bretagne bij ons is gekomen en dio mij veroorloofd heeft een groot vriend van haar te wor den Hij zweeg even. Hij scheoai na te den ken en toen zei hij met een vriendelijk lachje „Zouden we nu maar geen Vrecle sluiten? Weiger je mij je hand nog?" Vol berouw stak ik hem tot eenig ant woord mijn beide handen toe en ik fluis terde, want ik was wat bang voor hetgeen bij zeggen zou „Guy, ik ben slecht geweest; maar ik be loof je niet meer nieuwsgierig te zullen zijn „Afgesproken. Voor je eigen bestwil, Arlette, neem ik je belofte aan En zoo is het onweer afgedreven Ge lukkig I 1 Januari. Is het mogelijk, vader, dat ik het jaar heb kunnen beginnen, ver van u vandaaii, zonder u to herhaJen, alles, wat Ik u too- wensch, zonder de kussen te ontvangen, die uw kindje zeggen, dat u evenveel van haar houdt oJs zij van u, dat wil zeggen met hot beste, wat zij heeft in haar hart 1 Och, waar om is u niet hier? Als u bij mij was en Yves, Oorentin, juffrouw Catharine, de ka pitein, dan zou zij niets meer le wenschen hebben! Het eerste, waar ik vanmorgen aan ge dacht heb. is onze scheiding, en ik voelde mij dadelijk afschuwelijk droevigIk stelde mij u voor alleen daar ginds in ons huis, denkende aan uw Arlette, die u toch wel wat zult missen, ofschoon u haar oumeo- doogend lang van u verwijderd houdt Toon heb ik u zachtjes de lieve woordjes toegefluisterd waar mijn hart, voor u vol van is, net of u mij hooren kuntEn ik had zulk een vurige begeerte u te doen voelen, dat. ik in gedachten bij u ben, dat mijn wensch nai-r u toe ging en u genoe gen deed. Ik hob een brief, die vanmorgen gekomen is, zoo dikwijls overgelezen, dat het papier er bijna van verscheurd is .Zij hebben mij allen hier bederven! Niet alleen tante, Charlotte cn Ma-deleiee, maar ook Guy, die mij dezelfde nieuwjaars- cadeaux gestuurd heeft als aan Madeleine en mogjjloemen on bonbons. Ik heb hem heel hartelijk bedankt maar ik kon toch niet zoo vroolijk zijn als gewoonlijk. Al mijn gedachten waren - te Douarnenéz En dan tante en Charlotte, die twee da gen te voren waren thui9 gekomen, zoo ge lukkig te zien weer bij elkaar te wezen- dat maakte mij te jaloersch Ik was zoo ver weg uit Parijs, dat ik niet verbaasd was, toen Guy zei, met die heel lieve stem, als hij een. beetje zachtjes praat; „Arlette-lief, je bent in Bretagne, niet waar? „Ja, Guy Waarom ben ik er niet in werkelijkheid? Mevrouw Morgano en Blanche zijn nog altijd! te Oh&teaulin hij moet zich dus wel heel alleen gevoelen Hij zal om die ongelukkige epidemie aan de jongens ook niet veroorloofd hebben bij hem te blijven te Douarnenez en die nieuw jaarsdag zal dan ook wei heel treurig voor hom zijn „Zeg, weet je wat je doen moest? Hem een woordje zenden, waardoor hij weet, dat je aan hem denkt-! „Hoe zou dlat kunnen?" „Wel, doo.- een telegram. Ik-weet zeker, dat dit hem veel plezier zai cloen." Ik sprong op van vreugde bij die gedacht* en Guy voegde er bij: „Schrijf jij je telegram op .Ik zai het da delijk verzenden, als we uit de kerk komen." „Ga je daar mes naar toe?" Hij begon te lachen. „Op den eersten dag van het jaar, wat» doet een man dan niet, die doordrongen is van den ernst van helleven!" Ter eero van het nieuwe .jaar misschien ook, is hij -zelf mijn telegram ge.au wegbren gen. Wc!!: een vurig gebed heb ik clan ook voor hem gedr.an bij do mis, terwijl hij naast mij rat, clc laatste var on -.e rijBij het uitgaan van.*dc Irerk heb ik het hem gezegd, omd.it ik niet wist hoe ik hem dan ken zou voof dat plan v:r het telegram. Zijn oog en kregen die zonderlinge uitdruk king, die ik zon gr.-ag zie, zonder laar U begrunocn marr op zijn gewonen, gekscko- rejidcn toon ooi hij ,.-Jo bent hot !i°f~tc „vriendinnetje", dal men zich denken kan, Arietta!" (Wordt, vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5