LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 11 Maart. Het conflict iusschen de tuinbouwveilingen en de utnnenlandsche kooplieden (grossiers). EERSTE-KAMER 0 Her Centraal-Bureau dor Tuinbouwvei ling in Den Haag meldt ons Nu de strijd tusschen de tuinbouwveilin gen 011 de grossiers niet meer tot het vei ling-» terrein is beperkt gebleven, maar tot aan don kleinhandel, ja, zelfs reeds tot aan do consumenten, is uitgestrekt, komt tiet ons gewensoht voor, omtrent de vei lingen in het algemeen en dezen strijd in het bijzonder, een 011 ander to publiceeren Er beslaan in Nederland ongeveer 180 tuinbouwveiHngsvereenigingen, waarvan ongeveer alle tuinders (pl ni 60.000) lid zijn Do producten worden door de tuinders op dc- veilingen aangevoerd en daar bij afslag verkocht door midd van een af mijn toestel. ln 1918 bereikten de gezamenlijke vei- lingsomzetten een totaal bedrag van bijna 120 rnillioen gulden; in 1920, ondanks de ongunstige omstandigheden en den slech ten fruitoogst, oen bedrag van meer dan 60 rnillioen gulden. Uit deze cijfers blijkt, van welk e^i enorm belang d-c veilingen voor den tuinbouw zijn. Een rechtvaardiging van het veilingssy steem te geven zou ons te ver voeren; ge noeg zij op to merken, dat, sinds het vel Ijmgsysteerh is ingevoerd, aan het den- boer-opgaan van gewetenloozo commissio nairs een èind.e is gemaakt on de tuinders den werkelijken marktprijs voor liun pro- chieten ontvangenimmers, op d'o veilin gen wordt do prijs bepaald door vraag en r.: nbod Uit den aard van het veilingsysteem volgt, dat op de veilingen twee categorieën van personen noodzakelijk zijn: tuind<ers, die aanvoeren, on kooplieden, die afnemen De kooplieden zijn dus voor het veilen oan noodzakelijk clementsteeds hebben da veilingsbesturen dat ingezien en zoo- voel mogelijk met hen overleg gepleegd oangaanclle hun wenselien Hoe is dan nu plotseling een felle strijd tusschen veilingen en kooplieden ontstaan? Do veilingen wenscliten r. mheidsfust ln te voeren«dat beteokent: 'gelijkvormige manden en kisten, die eigendom der vet- ling3vereenigingen zijn. Uitgeroeid dlencPe namelijk te worden het misbruik, dat tuin «Ier A zijn tomaten in een mandje van 0 pond, tuinder B in een van 7Vc pond, tuin der CJ" in een kistje en tuinder D in een zakj e aanvoerde Uit de. invoering van oonheacisfust volgde de slijtagehuur dat betcekent, dat de koop lieden, die die door Tien gekochte producten niet binnen 24 uur hadden overgepakt in eigen, fust, huur zouden moeten betalen we gens gebruik van. het fust der veiling. Reeds in 1919 werd dooi* do veilings besturen in Zuid-Holland op betaling van huur aangedrongen, echter zonder succes, ïn Mei 1920 weigerden de kooplieden lan ger huur te betalen in Loosduinen, waar deze beffing reeds vroeger was ingevoerd cJo besturen der beido Locsduinsche veilin gen besloftoii echter tot iederen prijs de heffing te handhavenbijna kwam het tot oein staking, toen op bet laatste oogenblik door de kooplieden en de twee veilings besturen beslaten werd de kwestio voor een Scheidsgerecht te brengen, welles uitspraak bindend zou zijn voor beide partijen voor 2 jaar. Het Scheidsgerecht werd gevormd door twee afgevaardigden der kooplieden en twee afgevaardigden der veilingen, cULo als onpartijdig voorzitter kezen prof. mr. Voraart. Deze Commissie-Veraart over woog", dat het met do billijkheid als met het recht overeenstemt, dat cr door de kooplieden wordt." bijgedragen lot het in damt houden van een fust, waarvan het vocviureald gebruik den kooplieden in niet geringe mate ten gcedo komt" cn bepaalde /.uj do Looaduinseho Groent en veilingen gedurende dan termijn van 15'April 1920 tot 1922 tciT laste der kooplieden een slijtage - geld zal worden geheven van 1 pöt., ter wijl van fust dat aanstonds na don ver koop op de vediiAg zelf wc.rdt geledigd, geen heffing verschuldigd is" Hiermede is voor <le veilingen da recht matigheid der si ij bag cheffin g 'vastgelegd. Zich beroepende op dezo uitspraak, wil den nu ook andere veilingen slijtagehuur invoeren: mot liamo do veiling to Leiden. Heb Leidsche vcilingsbestuur gaf aan do Leidscke kooplieden kennis van zijn voor nemen en noodigete hen uit tot besprekin gen. Aanvankelijk waren de Leidsohe koop lieden niet ongenegen een billijke huur to betalen, tot. plotseling do Nederlandscho Federatie van Binnonlandsche Kooplieden op heb terrein verscheen, do Leidsche Kooplieclenvoreeniging in haar Organisatie opnam slijtagehuur portin en fc weigerde en tob staking overging. Do Leiclschë veiling pakte dc zaak direct forseh aan, zoodat do Leidsche burgerij geen dag groenten behoefde te missen, maar zij tegen veilingsprijzon kon betrekken. Inmiddels trachtten wij voortdurend tot overleg met do kooplieden te ko-men zij weigerden echter pertinent ieder overleg; be sloten op alle veilingen in het Westlnnd tegen zeer lage prijzen te lcoopen, om aldus hun Leidsche collega's to steunen op Maan dag 28 Februari werd dit besluit inderdaad ten uitvoer gebracht. Een storm van verontwaardiging ever dezen aanslag op de v.eilin-gsorganisatie ging op in heel het Westland alle veilingen wer den direct stop: gezet, cn met enorme meer derheid word in de vergaderingen besloten, zelf de producten naar de steden te voereo en het uit de hand verkeopen strafbaar te stellen. Wij steljlon ons onmiddellijk in verbinding met de gemeentebesturen van Den Haag, Am sterdam, Rotterdam cn Haarlem en mochten de volledige medewerking ondervinden, zoo dat de verkoop aan de kleinhandelaren overal rustig kon geschieden- Hiermede hebben wij oen overzicht van het ontstaan van den strijd gegeven- Hoe hij ver-' loopen zal is nog niet te overzien- De voilingsorganisatio is vast besloten den strijd door te zotten, daar zij er niet slechts in ziet een strijd legen do slijtagchefiing, maar vooral een strijd om de macht- Wie zak do baas zijn op de veilingen, de tuinders of de' kooplieden Dit is dc inzet van den strijd en daarom moeten wij hem doorzetten met allo middelen en alle gevolgen- Het gaat voor den tuinder om het zijn of het niet-zijn hunner vcilingavorocnigmgen want een veiling, waar de kooplieden de baas zijn, Is geen veiling meer I In bijna allo steden hebben do kleinhande laren onze zijde gekozenzij hebben daar- medo verstandig gedaan, want de machts wellust dor grossiert* beperkt zich niet tot do veilingen reeds vroeger werd ons de eisch gesteld, dat do kleinhandelaren en de consu- mentenvereenigingen van de veilingen moes ten worden geweerd wij .hebben dezen eisch afgewezen. Maar zouden wij thans den strijd verliezen, aan zou ook deze cisoh onmiddel lijk worden doorgezet en aldus de veiling- handel door een klein: aantal grossiers zijn gemonopoliseerd. De kooplieden hebben iedere poging om toü overleg te geraken, pertinent afge wezen. l)e tuinders hebben zien voortdurend bereid verklaard tot overleg, omdat iedero stagnatie op de veilingen hun scnade doet. Daarom hebben wij den eisch goste.d. d.'.t evontueele geschillen geen stagnade op de veilingen mogen veroorzaken, maar langs echeidsrechteljjken weg moeten worden op gelost. Terwijl dit ook op sociaal en zelfs op internationaal gebied als de meest aan gewezen vorm wordt beschouwd om ge schillen op te lossen, zjjn de leiders der kooplieden oen andere meening toegedain. Vo.'gens hen geeft een arbitrale uitspraak geen voldoende zekerheid; ook prof. Ver aart zou geconcludeerd hebban op onjuiste gronden! Niet alleen mondeling' is echter de zaak door het scheidsgerecht behan deld, maar het wederzijdseh standpunt is in een tweetal igemories schriftelijk uiteen gezet, zoodat de kooplieden-arbiters ten volle in de gelegenheid zijn geweest, do argumenten der tuinders-arbiters te ont zenuwen! Het is toch al te naïf om dan achteraf een uitspraak nog te diskwaliti- ceeren. De tuinders zijn dus tot dezen strijd gedwongen, omdat overleg door de koop lieden eenvoudig geweigerd is. De veilin gen moeten nu zelf den binnenlahdeclien ban de, ter hand nemen ten einde te voor komen, dat de groenten bederven of de steden zonder groenten zitten. Een gewel dige last is daarmede op onze schouders gelegd, maar wij rekenen op de medewer king van de gemeente-besturen en van de kleinhandelaren. Mocht in eenige steden, tengevolge van den strijd; een tekort aan groenten ontstaan, dat dan de winke'.icrs- vereenigingen, of de marktbesêuren ons waarschuwen, want stagnatie in de voed selvoorziening moet zoo mogelijk worden voorkomen. Daarom zijn wij onder deze omstandig heden ze'fe bereid onze producten aan win- keliersvefeenigingen of combinaties ran winkeliers ter plaatse te leveren. Vergadering van gisteren. Hacgc Colleges- Aan de orde is de behande'ing van Hoofd stuk II der Staalsbe^rooting 1921 (Hooge colleges van Staat cn kabinet dar Koningin). De lieer VLIEGEN (S. A. P.) criti- scert de militaire wacht voor de Eerste Ka mer. Spr. vraagt of deze ie bedoeld als eerewaeht of als bescherming van de leden. Do heer Vliegen is van meening, dat dezo bewaking overbodig en stelt een motie voor. waarin de Kamer verklaart, dat zij op behoud van de militaire wacht voor <le Kamer geen prijs stelt. Op voorstel van.den VOORZITTER wordt besloten, deze motie te doen drukken en -ronddeepen en de behandeling er van te houden op een nader te bepalen dag. Do begrooting wordt hierna z. h. aan genomen. Begrccting Fiiiauciëu- Aan de orde is de behandeling van Hoofd stuk VIIIB (Financiën). De lieer GILISSEN (R.-K.) dringt er op aan familiestukken niet als belasting- object te beschouwen. Ook wenscht hij geen belasting op pleiziervaartmgen. Eveneens zou spr. het betreuren, indien de Regesrmg nu een belasting opi de handelstransacties ging heffen. De tijden voor de conjunctuur- belasting zijn voorbij en .wij zitten nu in een algeraeene financieel© malaise. Indion de- Minister deze belasting echter een'g) jaren tevoren had ingediend, zouden er belang rijke baten voor de schatkist'uit zijn voort gevloeid. Ten aanzien van de vervalschiüg van zil- vorbons en bankbiljetten, erkent spr., dat het moeilik is, om deze ven'alsching te voor komen. Toch is spr- van' meening, dat er wel middelen gevonden kunnen worden, om deze overtredingen tegen te gaan. In de eerste -plaats zou cle heer Gilissen bepaald willen .zoin, dat de zilverbons en bankbiljetten niet meer dan één keer door de Bank worden uitgegeven. Ook zou liet gevaar" voor namaak onderschept kunnsn worden door bet gebruik van een bijzondere soort papier. Voorts oritisec-rt spr. de gemaakte fout, dar er bankbiljetten van f40 zijn uitgegeveu, waarop de waai do van f60 stond vernield. Gaanio zou hij hierover nadere inlichtingen van den Minister ontvangen. Sprekende over. den finaneieeleu toestand van ons land, zegt de heer Gilissen het licht zinnig te vinden, te spreken over een heffing- ineens ter aflossing van de crisisechu'.d, zon der daarbij te denken, aan de enorme schade^ welke hierdoor' zou worden toegebracht- aan handel en: industrie. Ten slotte dringt spr. er op aan, om niet oen eventueel surplus van het Lemingfonde te gebruiken vóór dekking van cle gewone uitgaven, om een snellere aflossing te ver krijgen. De lieer DE VOS VAN STEEN WIJK. (O.-H.) maakt eenige opmerking) over de wijze van storting der aandeelen in de ge dwongen Ieening en klaagt er over, dat deze alleen te Amsterdam kan geschieden. De liêen VAN EMBDEN (V. D.) herin nert aan den duurtebgslag voor de predi kanten en wijst op den grootea noodtoestand, waarin vole predikantsgezinnen verkeeren en bepleit ook" terugwerkende kracht der pensioenregeling voor leerarenweduwen. Voorts brengt spr. hulde aan de directie van de Nederlandscho Bank, welke geheel werkt in het algemeen belang. Spr. herinnert aan do herhaalde critiek van den heer Van Gijn cn hij vraagt zich af ol die critiek hier wel noodig was. Het hoeft den schijn of de heer Van Gijp, die nog wel koninklijk commissaris der Bank is, het bestuur van de Bank tracht te ondermijnen. Spr. vraagt of het wel aangaat, nog steeds den particulier van den functionnaris te scheiden. Indien de heer Van Grju, ge woon commissaris was,- zou zijn positie reeds ïang onhoudbaar zijn geworden. Ten slotte wil spr. vragen of de Minister do verzekering kan geven, dat het gezag van den koninklijken commissaris tegenover de directie der Nederlandsche Bank en de persoonlijke verhoudingen van dien aard zijn, als voor een goede uitoefening der functie van dien commissaris noodzakelijk is. Do beraadslagingen worden geschorst. Oorlogsbegrooting. Aau de orde is voortzetting van de be handeling der oorlogsbegrooting. De heer VAN EMBDEN (V.-D.) wil voor opstellen dat hij erkent de waarde van onze onafhankelijkheid, zoowel de ideëele als de maatschappelijke. Voor de hsndhaving van vrijheid en vrede, van onafhankelijkheid en neutraliteit, hebben we vooralsnog een leger noodig. Ook spr. verafschuwt den ocrlog, maar nationale defensie is nog onvermijdelijk. Ook bij de internationale defensie zal een icger noodig blijken. Spr. stelt zich op het standpunt, dat slechts oen beperkte macht moet beschikbaar werden gesteld, omdat een leger slechts vertegenwoordigt eea beperkte waarde, of garantie voor de verdediging van ons land. Door zich te wapenen schept'men sleeh.s een kans om te ontkomen aan overweldiging. Als* zoodanig) heeft een verdediging alleen eon relatieve waards. Spr. is van meening, dat de ingediende begrooting een te groot tekort aanwast, om in een voldoende bewapening te voorzien. Waar zoodoende slechts e:-n betrekkelijke verdediging wordt bereikt, acht spr. heb hier een mooi terrein om te bezuinigen. Tientallen van millioenen kunnen op deze uitgaven wordon bezuinigd. 25 h 30 rnil lioen acht do lieer Van Embden ruim vol doende voor onze corlogsuifcgaven als be perkt bedrag voor oen beperkte bewape ning. Ook door het vertrouwen van de nabu ren kan onze onafhankelijkheid worden ver sterkt. SpT. is van meening, dat dit vertrou wen door opvoering der bewapening slechts geschaad zal worden. Uit liefde voor zijn vaderland, verklaart 'spr ten slotte, ::a!> hij zijn stem niet aan "deze begroeting kunnen geven. De MINISTER VAN OORLOG betoogt, ah antwoord op de rede van mevr. Pothuis Smit, dat ontwapening'niefc mogelijk fa, aan gezien wie zich ontwapent, "ook van verza diging afziet. De Staat beeft evenwelden plicht zjjn onderdanen te beschermen. Wat betreft hef ideaal van mevr. Pot-huin 'om in de toekomst tot ontwapening te ko men, ook spar. hoeft dit ideaal. Verder is gevraagd, waarom de Minister niet mee kan gaan met het denkbeeld, dat do neutraio staten moesten voorgaan met da ontwapening. Deze kwestie acht spr. heel eenvbudig, ni. omdat neutraliteit slechts een tijdelijke eigenschap is. Ten aanzien van de opmerkingen van den heer Van Embden zegt spr. dat het ook zyn herhaalde malen uitgesproken overtui ging is, dat de bewapening van een fand slechts een relatieve waardo hoeft. Voort;, verklaart de Minister, dat de Re- gceriug deze begrooting durf do verhoogen, omdat zij overtuigd was, dat zij dit moest doen. Wat betreft het korp3 maréchaussee, juist om dit uitstekende korps to behouden, aar zelt apr. om onoverwogon maatregelen te nemen, waardoor het peil waarop het korps thans staat, ernstig gevaar zou loopen. Een te sterke uitbreiding zou heb gehalte van het korps verminderen. Ten aanzien van cle poli tie troepen, zegt spr., dat deze zijn opgericht, om de maré chaussee, welke geleidelik legerdiensten moest verlichten, haar eigenlijke bestem ming terug te geven. De Minister zegt toe, dat hij uitbreiding van het korps maréchaussee gaarne in na dere overweging zal nemen. Met betrekking tot de cavalerie zegt cle Minister, dat hij niet kan meegaan met de meening, dat dit wapen om de hooge kosten moest worden opgeheven. Wel is spr. van meening, dat een zoo zuinig mogelijk beheer bij dit wapen, dat eigenlijk uit zich zeil' hooge kosten mee brengt, noodzakelijk is. Z. k. s. worden aangenomen de vesting- begrooiing en de begrooting van het Fonds ter verbetering van de Kustverdediging. Mevr. POTHUISSMIT (S.-D.) replicee- rend blijft aandringen op .ontwapening. De heer SMEENGE (U.-L.) blijft uitbrei ding van het korps maréchaussée op dit oogenblik noodzakelijk achten. De heeren IDENBURG, POLAK, VAN EMBDEN en VERHETEN repliceeren even eens Na dupliek van dón MINISTER wordt de begrooting aangenomen met 25 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren Mendels, Van Embden, Van Kol, Polak, Slingenberg en mevr. PothuisSmit. De vergadering wordt hierna geschorst tot hedenavond halfnegen, ter voortzetting van do behandeling der begrooting van Fi nanciën. A v on d-v er-g-adoring. Begrooting financiën. Aan clo or do ia voortzetting van de be handeling dor begrooting van Financiën. Dc heer VAN DER LANDE (R.-K.) be pleit bescherming van handel en industrie. Spr. vraagt den Minister do onbillijkheid weg le nemen, dat vele industrieën belast zijn met invoerrechten, terwijl andere on belast zijn. Do heer GEERTSEMA L.) bepleit iets royaler vergoeding voor do leden der raden van beroep. Do heer VAN WASSENAER VAN CAT- WIJK (C.-H.) klaagt over de zware belas ting op do biljarten Do heer POLx\K' (S. D.) beklaagt zich over do niet-uitvoering van do motie-Kete laar' iDzako do pensioenstorting van gepen- sionncorden en wachtgelders. Do heer LUCASSE (A.-1L) komt op tegen do hersobatting van de waarde van het meubilair door de ambtenaren van den fiscus. MINISTER DE VRIES zegt, dat het on billijk zou zijn indien bij do hersehatting goen rekening was gehouden met de waar de van liet oogenblik. Ten aanzien van do zilverbons zegt spr. dat do vervalsching gelukkig geen grooten omvang heeft aangenomen. Wat. betreft de vragen over de predakants. tractementen' zegt spr. dat dit geen taak voor do overheid is. Sprekende ovor verhooging der pen sioenen van ambtenaren zegt de Minister, dat bot initiatief hiervoor van de Kamer moet uitgaan. Ton aanzien van do kwestie-Van Gijn zegt- spr. dat do verhouding van den beer Van Gijn niet to vergelijken is mot dio van do gewono commissarissen. Wat bet-reft de tariefabelastwig, is spre ker genegon de bestaande onbillijkheden weg te ncmon. Bij c3e replieken dient do heer Van Emb den een mofcio in, houdend!© t©rugwerkendo kracli b voor de pensioenen van leeraren weduwen. Deze motie zal op nader te bepalen dag worden behandeld. Na re- en duplek wordt de begrooting z. h. st. aangenomen. Eveneens z. h st. aangenomen ontwerp tot wijziging van art. 75 der wet op de Oor- logswinstbelasting. De vergadering wordt hierna geschorst tot morgen 11 uur. Door Henri Arclell. Naar het Franscb. (Nadruk veibodeji). Ik zie 'i in zijn oogca. ik begrijp 't uit- hetgeen hij zegt- cn.wat hij'niet zegt. Som tijds, als hij praat met- tante of met zijn vriend Pierre, zegt liij iets, dat mij heel eenvoudig lijkt, en tante, of Pierro .begint te lachen. Ik begrijp de reclelï van dio plotselinge vroolijkheid volstrekt- niet at hindert mij Ik heb lust om Guy too te 3 ocpcii: ,.Jc bent immers mijn vriend; eer mij alles bëgrijpen Wat de groote raen- selicn zeggen! Ik ben geen klein kind meer 1 Ik ben bijna achttien jaar! niets van dien aard, niet omdat Madeleine rnij haar eeuwig: ,,Dai hoort zoo nietZOn toefluisteren, maar omdat ik het wel prettig vond een soort- baby te blijven vóór" Guy, waarvoor hij verplicht is zorg to dragen 16 November. Te. beginnen met vandaag houd ik van Po rijs! Hel is nu niet alleen voor mij een. on motel ij kc verzameling huizen, waar tus schen in hier cn daar eenige booïnen ge worpen zijn, waarvan do arme wortels door het ospholt verpletterd worden. Ik heb be grepen, dat liet zijn eigen schoonheden heeftik ha<l volkomen ongelijk, toen ik /.e niet. opmerkte, omdat ze verschilden \ari da öéhopiuieden,die ik boven alles liefheb; the, welke door den goeden God f?'"maakt zijr en waar de mensehen niets aan gedaan hebben, zooals do zee, de on dergaan clo' zon, de bloemen Wat mij verzoend heeft niet Parijs, dat is mijn bezoek van vandaag aan do Noire Dame, en dat bezoek heb ik aan Guy te danken. Gisteren, toen ik Madeleine vroeg naar ons programma van den dag van he den. antwoordde zij met een lijst bood schappen, die hom deed terugdeinzen. ,,WaU Zooveel bezigheden op één mid dag Maar jc zul; die arme Arlette nog dood makenOm niet eens lo spreken, dat. zij zich doodelijk moet vorvelcn. zoo voort gesleept to worden van den eencn winkel naar den andéren Wat dat betreft vergiste Guy zich vólke rn cn Maar ik heb er niet over gedacht to gen te spreken, toen ik hem hoorde voort gaan; „Het zou voel boter zijn, als zij eens iots van Parijs zag. Louise, laat haar dan „ronddwalen" onder de vleugelen van miss Ashton, als je zelf geen tijd hebt haar to chaporonneeren". „Dat zou heel goed zijn", antwoordde tante, „indion miss Aühton Fransch sprak. Maai- sij broddelt nog net zoo erg, als toen zij pas uit Engel rui cl kwam. Zij en Arlette zouden elkaar niet begrijpen en zouden elkaar kwijt raken in Parijs, zoodra ik ze alleen liet gaan". „Maar jc zou ze onder mijn geleide kun nen laten gaan. Zog, Arlette, heb je lust met je lijfwacht de Notre Dame te gaan bekijken, bijvoorbeeld, omdat jo zooveel van kerken houdt en mij tol geleide mee te nemen?" Ik nam dit voorstel met groote ingeno menheid aan. Maar tante aarzelde, ik weet mot waarom. Zij mompelde óenig© woor den tegen Ow, waaronder ik het geliefde: Zooals liet hoort/' van Madeleine opving Eindelijk heeft. Guy gelukkig zijn plan de zegepraal doen behalen en vandaag zijn wij met ons drieën op weg gegaan naar clc Notie Dame in een écraseusc. volgens mijn verlangen. Ik houd altijd veel meer van die éeraseuses, waarin men licht en lucht hcert, dan van vigilantes, echte doozen op wioten. waarin men haast geon adem kan halen. ONotro DameGuy had wel gelijk mij daar naar toe te brengen Eerst om de bloemenmarkt, daar vlak in de buurt, en waar liet zoo lekker ruikt naar seringen en rozen uit het Zuiden en ten tweede, omdat, de kerk zelf. zoo schoon is, dat ik er dadelijk van onder den indruk kwam. Ik was "vol eerbied, toen ik daar binnen trad, bij do gedachte alleen van het aantal jaren, waarvan het gebouw den last draagt De kerk maakte op mij den indruk van oen oude, zeer edele, zeer majestueuze en zeer welwillende dame, die u d'adelijk het verlangen inboezemt voor haar noer to knielen Guy, dae echt. een ware aanbidding heeft voor do Notre Dame, al is hij een Parijze- naar, heeft verklaard, dat wij ons als rei zigers moesten voordoen en alles bekijken. Wij hebben dan ook alles gezien, de schat kamer en d© torons or onder begrepen. Toen wij boven op dien toren waren, na trade voor trede te zijn opgeklommen, had ik een gevoel of ik midden in den hemel was overgebracht. Boven aan bet oneindig aantal trappen g-ckomen, dio wij moesten opklimmen zag ik blauw boven mijn hoofd on nog oens blauw, een oneindige uitge strektheid blauw, teer,, zaelit-blauw, door geen wolkje beschaduwd; en toen zonne schijn, heider en doorschijnend, waarin ik inij gehuld voelde, evenals ln den wïntcr- wmd. die ons in het gezicht snèed. Rondom ons niets dan de ruimte, vol licht. En dan aan onzen voet, heel in de laagte, heelc- maal verpletterd, do massa huizen, die' zich zoo ver.uitstrekten, dat zij ineèn smolten of zioli vermengden met den nevel aan den horizon. Ik werd aangegrepen door het bewustzijn, er zooveel te zien, te denken aan de groote hoeveelheid menschen, die onder die tallooze daken woonden, welke schitteren in de zon menschen, die ik niet kende, die ik nooit zou leeren kennen, die de een heel gelukkig, de ander, ach, housch ongelukkig waren, want 't schijnt dat er ook heel veel ongelukkige menschen pp de wereld ziin „Waar peins je over, Arlette, met (lat. ernstige gezicht?" vroeg Guy. „Ik vroeg mij af of er in al die huizen stollig meer gelukkige dan ongelukkige menschen wonen. Er zijn meer gelukkigen, nietwaar?" „Laten wij dat. maar hopen". „Geloof je het niet, Guy? Jc spreekt zon der overtuiging'". „Dat komt, omdat je daar een belang rijk vraagstuk opwerpt, koninginnetje, dat massa's wijsgeoren heeft doen peinzen, zonder te worden opgelost. En ik, die niet bepaald een geleerd wijègeer ben, zou mij niet gaarne bemoeien met de oplossing. La; ons hopen, dat do sorn der sterve lingen, die tevreden zijn met bun lot, het wint van de som clergenen, die bet niet- zijn en aldus gedragen wij ons ate vol maakte optimisten Op dat oogcalblik begreep ik aan den Mik, aan den toon van Guy. dat hij sprak uifc oudermannen-ondervinding, en ik had zoo graag in zijn gedachte willen doordrin gen, om to ontwarren wat- daarin ge schiedde. Onze oogen ontmoetten elkander en van toon veranderende, besloot hij vroolijk „Ik veronderstel trouwens, dat ik tot een bekeerde preek. Ik behoef jo geen toe gevendheid aan to bevelen tegenover het arme leven, dat maar al te raak belasterd wordt, zelfs door hen, die er het- meest aar verplicht zijn. Stel jc maar langen rijd tevreden heb jo zoo verleidelijk voor te stellen als de paleizen, bewoond door uo feeën je vriendinnen". „Neen, zoo stel ik het mij volstrekt niet- voor. Yooi mij gelijkt, hot leven op een ra.u mijn geliefde voetpaden daar ginds, bij Douarnenez. langs clo zco Mijn ge liefkoosde weg is niet mooi over zijn ge heel© lengte op soramigo plaatsen is hij begrensd door een rand van heideplanten, stekende brem en allerlei lieve plantjes; dan verdwijnen die weder en cr blijft niets anders ovci als mager en in den zomer verdord gras Maar zonder zich te bekom meren om zijn omgeving, loopt mijn voet pad steeds voort tot heb plotseling stil staat voor een kolossaio sokeur in do fa- la-ise Dat is bet ledig Het- einde." Ik had zulk een genot van mijn dierbaar voetpad to kunnen spreken, van waar het- uitzicht op de zee weergaloos schoon is, dal- ik de plaats vergat, waar ik mij bevond en ik was haast- verwonderd, toen ik de stem van Guy hoorcin klinken: Rots lang? dë kust. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5