No. 18710. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 2 Maart. Tweede Blad. Anno 1921. UIT DE RAADZAAL EERSTE KAMEÏL lüeef üaif TWEEDE KAMER. UIT DE OMSTREKEN, B. en W. presenteerden den Raad eens weer een zeer lijvige agenda. Een agenda, waarvan men liaast gevoegelijk vooruit kon vorklaren: die is op één dag nooit te veror beren. Maar dat het niet-verorberen zou beslaan in een successievelijk van de agenda afvoeren van eenige der belangrijkste punten, zoodat om eventjes kwart over tien vcor de laatste maal des voorzitters hamer viel men geve den heer Pera, wanneer hij den hamer hanteert, de ruimte! we erkennen het, dat hadden we niet verwacht. En dan is neg een vijf kwartier vergaderd met ge- Moten deuren. Die afgevoerde punten be troffen het vraagstuk van onthsffingsaan- vrage inzake het ambulantisme en ons Mu- ftenm do Lakenhal. Het eerste geschiedde op verzoek van den heer Groeneveld, het tweede op verzoek van den heer Sijtsma en in beide gevallen waren B. en W. direct tot medewerking bereid. In het eerste geval ■was er nog eenige oppositie van de heeren ftSitsma en Heemskerk, die meenden, dat het vraagstuk van het ambulantisme voldoende bekend was, om direct een beslissing te ne men. Beide heeren tastten o.i. door deze uitlating er naast en we hopen hertgrondig, dat de Raad dten weg zich niet zal laten Opdringen. Het vraagstuk van het ambulan tisme is niet meer aan de orde, dat is to taal van de baan. In veel hoogere instantie dan db Leidsche Gemeenteraad is deze strijd vraag beslist, n.l. door de btaten-Gencraaï en bij die uitspraak heeft men zich neer te leggen, ai betreuren velen die ook. Het eenige, waarom het gaat, is de vraag, o! het door B. en W. aangevoerde volgens den Kaad voldoende motief is om den Mi nister ontheffing van de verplichting, ge noemd in art. 27, lid 4 der L. O.-wet 1920, te vrageD. Dat alleen is het, waarom het draait, niet meer voor of tegen ambulantisme, wat officieel bjj het L. O. terzijde is geste'd. Zonder verder op de behande'ing te- wil len vooruitloopen, waarbij nog zooveel komt kijken willen we toch nog wel zeggen, dat inwilliging van een ontheffingsverzoek, als B. en W. thans aanhangig hebben gemaakt, voor vrjjwe! alle steden van eenige beteeke- nia het ambu'antisme zou handhaven eu dat kan toch nimmer in de bedoeling van den wetgever hebben gelegen. Wat het tweede punt van uitstel betreft, vooral na de voorstellen De Lange-Ocst- 'dam, die o.i. de koe wel bij de hoorns vat ten was het de beste oplossing. Nu voor ons steeds in kunstwaarde-bezit stijgend Mu seum een reorganisatie neodig is geworden, vatte men deze reorganisatie ruim op en we hopen, met alle respect voor de zuinigheids idee. dat de Raad in dezen onbekrompen Straks voor den dag zal komen, waar het zulk een ook voor enze kindskinderen en verdere geslachten belangrijk stnk werk van cultu- reelen aard betreft. Bij den vroegen afloop der jongste zitting houdo men nog rekening met het feit. dat de Raad bjj punt 24 (Ver'.eenen van een Schadeloosstelling voor den aanDemer v<ra de werken aan het Kooiterrein) niet op zijn qui-vive was. 't Ging zonder boe of ba onder den bamer door, terwijl zelfs de minder heid van het college van B. en W. een Schadevergoeding van f2400 te hoog oor deelde en slechts tot f1000 wilde gaan. Een buitenkansje voor den betrokken aanne mer, die zelfs de kans op verlies van f 1400 aldus ontzeilde. Over 't geheel genomen is er overigens niet zoo veel aanleiding voor bijzondere opmerkingen, 't Was zeer veel klein goed, 'dat werd afgedaan. Doen we echter bier en daar nog een greep uit het meer belang rijke. De Raad is door het zitting nemen van 'den heer A. Eikerbout weer compleet. Ter onderscheiding spreekt men nu van een roo- den en van een zwarten Eikerbout! B en W. hebben inzake het hooren van een specialiteit in het vraagstuk der riolee ring tenslotte hun zin gekregen, 't Was fcfl tjjden tijdens behandeling van deze aan gelegenheid weer eens een Babylonische spraakverwarring en bij de herstemming over de motie-Huurman, waarover vorige maai de stemmen staikton, een onverkwik kelijke Janboel, toen de heeren Van Eek en Dubbeldeman het reglement van orde eerst aan hun zool lapten, waarvoor zij tenslotte toch zich bogen, om een eind aan de stop ellende bij de behandeling te maken. Hoewel rioleering nu heusch geen politiek vraagstuk mag lieeten, kwamen toch in de ontstane stemming in den Raad natuurlijk de politieke hartstochten weer boven en klonken over en weer eenige minder vleiende opmerkingen. Dit maar voor wie nog altijd meenen mogen, dat politiek feitelijk niet alle3 beheert Do heer Bots heeft overigens geen lokmid del onbeproefd gelaten, om de goedkeuring van den Raad maar te krijgen! Voorts gaf hij oolr cijfers over de kosten van uitvoering, die p!m. op een millioen worden geraamd en noemde hij bij gedeelten het plan, dat hij blijkbaar in grove trekken reeds eenigszins kon aanwijzen a propos, of de specialiteit dus het werk ook al had aangevangen! uitvoerbaar. Nu dat officieel is vas gelegd, kunnen we ons indenken, dat tenslotte de meerderheid voor het specialiteiten-rapport groot was, vooral, toen de motie-Hunrman van de baan was. Hoewel deze motie vrijwel alle raison had verloren, na de nadere ver klaring van wethouder Bots, waarin deze den directeur van Gemeentewerken beslist uitschakelde, al waren de motieven niet be paald krachtig te noemen, moest daarover ni. toch gestemd worden, al wilde de geeste.ijke vader ook vrijwillig zijn kind om hals bren gen; de Gemeentewet wil het zoo. De Raad nam het om hals brengen nu maar op zich, de heer Huurman zelf hielp een handje mee. De heer Knutte. is een sterk voorstander van specialisten, dat bleek, toen hij bij de wijzigingen der uitbreidingsplannen aan houding vroeg om eerst een speciali.e.t daarover te hooren, welk idee hij ochter voorloopig weer liet varen, toen hem was duidelijk .gemaakt door den heer De t-ange, dat dit zou betaekenen stopzetten van den woningbouw. En wie durft dat nog voor zjjn rekening nemen? Succes had de heer Knuttel evenmin met zijn voorstel om een commissie van onder zoek naar de toestanden aan 3e Stedelijks Werkinrichting te benoemen, dat au ein delijk werd afgedaan na ettelijke keeren var. uitstel. Hij erkende zelf, dat he' moe:'- lijk ander3 was op te vatten dan als een desavoueeren van de bestaande -aadscom- mie, die in den heer Bisschop een goed verdediger vond voor zoover het be-rof het openen van een fikschen tegenaanval op den heer Knuttel zelf, die raak wis. Daar mee was het lot van het voorstel bes'ist. Moge het voor de bestaande commissie ech ter een aansporing zijn, om haar taak serieus op te nemen! Of dat gebeurt let verloop van het debat was in dat opzicht niet alleszins bevredigend te noemen Of is de commissie soms spoedig overbodig? Vermelden ,we ten slotte van de agenda alleen nog de kwestie van al of niet be schikbaar (Stellen van lokalen voor werk- loozen. Het ergerlijk gebeuren in .Patri monium" is fnuikend gebleken voor het op zichzelf genomen sympathieke idee de werkioozen, die thuis ook niet altjjd wel kom zjjn, van de straat te houden en ge pafte gelegenheid te verschaffen, zich bezig te houden met lectuur of een of ander spe.. Hoewel ook wjj onder de eersten zulleL zijn om de vernieling als anders zins, zoo balddndig in „Patrimonium" plaats gevonden, af te keuren slecht toezicht en te kleine ruimte kunnen hoogstens dit vandalisme eenigszins verklaren, nimmer verontschuldigen, 't betreft immers geen kinderen oordeelden we aanvankelijk Let totaa! afzien van verdere pogingen, waar door de goeden weer eens met de kwaden het zouden moeten bezuren, we! wat hard, maar gelet op het politieke element, dat wederom zoo scherp naar voren werd ge schoven bij de bespreking, achten we ten slotte het afwijzend praeadvies van B. en W. toch het verkiesljjkste. Wanneer de bokken zoo van de schapen gescheiden dienen te blijven, is toch geen afdoende regeling te treffen. Het „menschen zjjn we allen" zon der meer is uit de mode de pofitfeke richting deelt in hokje3 in! Wellicht nemen de organisaties ze'f nu de zaak ter hand. Er zit immers ook nog een kleine organisatie-dwang aan vast en het bevordert het in de hand houden! Tot slot van de zitting kregen we de wagen van den heer Van Eek over het lezen van bladen in de politieposthuizen. Nadat een inspecteur van politie daar eens „Het Volk'' aantrof, kwam er een verbod om an dere dan plaatselijke bladen te lezen. De heer Van Eek meende en o.i. volkomen te recht, dat zoodoende een deel van het poli tiecorps, en wel het rechtsgezinde deel, wordt begunstigd waar hier twee politieke bladen van rechtsche kleur zjjn, terwjjl de anderen worden achteruitgezet, omdat link- sche politieke bladen hier niet verschjjnen. Hjj drong aan op herstel van den vroegeren toestand. Toen kregen we het niet onvermakeljik geval, dat van de tafel van B. en Wt twee antwoorden kwamen, een van wethou der Pera, loco-burgemeester, en een van wethouder v. d. Lip. Zonneklaar was, dat de laatste het bjj het rechte eind had, toen hij verzekerde, dat wanneer er hier plaatselijke bladen van andere kleur waren dan de bestaande, ook deze zouden worden toegelaten,wat tenminste een standpunt is. Een gelukkig criterium achten wij deze splitsing tusschen plaatselijke en niet-plaat- selijke bladen echter niet. Wil men zich op een eng standpunt stellen, dat feitelijk uit deu tijd is, dan ware allesn een splitsing tusschen neutrale ea politieke bladen steek houdend. Het toeval.ig al of niet aanwezig zjjn van bladen van elke kleur wordt nu of een voordeel of een nadeel. Wethouder Pera had beter gedaan, zich niet op glad jja te wagen, dan ware hjj ook niet zoo openlijk uitgegleden en gevallen, 't Was inderdaad kras, dat hij den genomen maatregel prob.erde te verdedig.n met te verwijzen naar het wel bevorderen van rust en orde door rec-htsche bladen, niet door sociaiistisohe. Waar zouden zoodoen de de po.itieke vrjjheden b.jjven, waarop wji Nederlanders met alle reden zoo teo.soh zi.ii? De heer Knuttel zei het kort maar kracht.g, dat dit standpunt getuigde van miuae.eeuwsche bekrompenheid. Nog een enkel woord willen we vrijden aan een opmerking van den heer Van Eek. d.e zoo ter.copa verklaarde, dat ook ons blad niet geiee. neutraa. was, al liet hij tevens door schemeren, dat het niet-geheel-neutraa.-zjin weliswaar z.i. niet bjjzonder gevanr.ijk was. wj) zooden willen constateeren. dat juist do aanmerking van deze zijde onze neu raliteit ais het ware bevestigt, waar van rechts soms ook al.o moeite werdt gedaan, zij het ook met zorgvu.dig weglaten van voorbeel den, onze neutraliteit aan te randen, Cribiek van links en rechts, het moet dan toch wel m orde zjjn! Of beschouwt men neutraal ook soms ra deu zin van; wie niet voor mjj is, is tegen mjj Wr, zullen ons door niemand op sleeptouw laten'nemen en blijven innemen het ruime standpunt, dat wjj tot dusver hebben gedaan. Vergadering van gisteren. Afwezigheid. De VOORZITTER doet mededeeling van ingekomen berichten van afwezigheid der heeren Michiels van Kecfienich en Van der Does de Wiilebois, wegens ongesteldheid, en van den hoer Polak, wegens een buiten larcische reis. Naturalisatie. Aan de orde zijn tal van naturalisatie- ontwerpen, bij een waarvan de hoer VAN EMBDEN (V. D.), als zijn meening te kennen geeft, dat het daarin vervatte ver zoek tot naturalisatie niet voor inwilliging vatbaar is. Spreker twijfelt er niet aan, of de ambtsberichten omtrent den verzoe kcr zijn gunstig; maar het is bij hem niet om den persoon te doen, doch om de zaak. Het komt hom voor, dat bij dezen aanvra- ger ver overschreden zijn de grenzen van onverschilligheid jegons ons land. Dezo verzoeker, die altijd in het buitenland woonde, daar studeerde, zich er liet na- turaliseeren, tweemaal met een buitenland-- sche vrouw trouwde, wil zich nu weer la ten naturaliseoren als Nederlander, lou ter uit de materieele overweging, om daar door gemakkelijker zijn belangen in zijn woonland, Duitschland, te kunnen verde digen. Bovendien heeft hij reeds medege deeld, in Duitschland te zullen blijven wo nen. Dit doet de deur toe 1 Onze nationali- Door Renri Ardoll. Naar hot Fransch. (Nadruk verboden). 20) ,Zou dat u voldoende zijn, vader? Zou het u al geen verdiet doen lo weten, dat ik zoo ver van u af was? ,,Het zou mij in de eerste plaats plezier doen te weten, dat je in een gezin was, dat je graag veel genegenheid betoont. Bedenk wel .dat je tante dadelijk allerliefst voor je dat is zoo geweest is /ij fluisterde die woordi 11 met een droo- merige stem. Steeds met ha-ar hand onder den arm van haar vader liep zij naast hem voort, die zich naar het lage hutje van Rou march begaf, dat. reeds nu dichtbij was. ,,Ja, ze zijn vriendelijk geweest, heel vrien delijk. tante, mijn nichtjes, en hij ook Quy 1" ,,En dat zouden ze weer zijn. Ze zouden mijn Arlette een hoekje van de wereld la ten zien, dat zij zoo graag wou leeren ken nenZij zouden mijr. wildeLrasje in om echte jongedame voranderen". „Och, vader 1 dat zou niet mogelijk zijn... Nooit zaJ ik gelijken op Charlotte en Ma deleine zij zien er zoo aardig uit De dokter glimlachte flauw, om die nede rige bekentenishij begreep de stille kracht die aan het werk was in cl'eze jeugdige ziel, in berooring gebracht door het plotselinge tVooruilzioht. dat zich voor haar geest ver toonde. Peinzend vroeg zij: „Vader, als uw „kleintje" zonder u naar Parijs ging, zou u haar dan heusch niet erg missen?" „Ik zou denken, dat mijn „kleintje" goed bezorgd was, dat men veel van haar hield, en ik zou geduldig het oogenblik af wachten, waarop zij sohreef, dat ik haar moest komen afhalen „Zou u dadelijk komen, als ik u riep V' „Dadelijk, zoodra je mij maar een wenk gaf En wie weet? Als je eenmaal to Parijs bent, wie weet of het. niet. lang duur de voordat je lust hadt mij een wenk te geven >,0 neen, dat is onmogelijkik zou im mers niet bij u zijn Zij ha-d die woorden uitgesproken op een toon. die zoo recht uifc het hart kwam, dat do heer Morgan© trilde, en een heer lijk gevoel drone tot in zijn ziel door. Zij stonden r.u voor het hutje, waar de dokter verwacht werd. Hij maakte den arm van Arlette los. die nog steeds tegen den zijno gedrukt was, on op den toon, dien hij al leen tegen haar aansloeg, zeide hij „Terwijl ik mijn zieke bezoek, denk jij dan eens good na. lieve, over alles, wat wij bepraat hebben, en je meet zelf beslissen welk bepaald antwoord ik aan je tante zal zenden." Zij boog het hoofd en peinzend ging zij zitten op de eenige bank in het tuintje, van waar men zeer ver op zee zien kon naar den duisteren horizon. Diepe stilte heersch te rondom haar. alleen bezield door hot doffe geklots der golven. Maar hoorde zij ze, dien avond Met het gezicht op haar twee over elkaar geslagen bandon, dacht zij na, in tweestrijd gebracht door de woor den van haar vader. Ja zeker, zij had de uitnoödiging nooit vergeten, die mevrouw Chausey haar dien avond op do terugreis van Kergoot gedaan had maar zij had nooit echt geloofd, dat zij die kon aannemen. En toch, nu werd de droom waarheid, hij kon werkelijkheid worden. Zij zoo verlangend naar al wat nieuw voor haar was, zoo begeerig naar beweeglijkheid, met een zoo levendige verbeelding, het kon haar plotseling moge lijk zijn een blik te werpen in die wereld, waarvan Douarnenez haar een kleinen, heel kleinen ingang leek En dat idee alleen had voor haar een wondere en aan trekkelijke bekoring, dio door de gedachte haar vader te verlaten alleen verzwakt kon worden Maar betuigde de dokter haar niet, dat do tijd der scheiding spoedig voorbij zou gaan? Zij had een volstrekt en naïef geloof in zijn woorden het doet er niet toe wat hi; zei, zij zou het geloofd heb ben, zooals meij hen, dien men liefheeft, boven alles gelooft. Naar Parijs gaanHaar allerliefsts nichtjes terug zien! Haar neef Guy ook te rug zienIndien Arlette in staat was geweest te ontwarren hetgeen in haar geest plaats had, dan zou zij bemerkt hebben, dab de helden uii haar boeken, of het dappere ridders of eenvoudige edellieden waren, dit tot do heclendaagsch© maatschappij be hoorden, onveranderlijk heb voorkomen had- een man van hoogo gestalte, tege lijkertijd tenger en krachtig, met kortge knipt, haar boven een hoog voorhoofd, zeer levendige oogen, een weinig spottend, een vroolijkey glimlach en moede tanden onder een rossig-blon d en knevel. Nu, dezo man geleek zeer veel op dien Guy de Pazanno, dien een toeval eensklaps op haar weg had geplaatst. Als zij maar even het hoofd om draaide, zag zij do plek op den weg, waar teit staat, naar sprekers meening, te hoog, om zóó te wordengeëxploiteerd. De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer HEEMSKERK, vraagt zich af, of deze aan vrago wel zoo zwak staat. De lieer Van Erabden toont met zijn bezwaren, dtet men een onbelangrijke kwestie interessant kan behandelen. De verzoeker heeft zich wel als Duitscher laten naturaliseeren om eigen lijk geen passende redenmaar dat heeft hij zelf erkend. Hij heeft zelfs gezegd, er spijt van te hebben. De heer Van Embden verwijt den verzoeker voornamelijk geen ideëele motieven te hebben, maar de Mi nister vreest, dat in de meeste gevallen de materieele overwegingen de bovenhand houdenIntusschen, in dit speciale geval gelooft de Minister, dat de verzoeker juist om ideële redenen zich wil laten naturaliseeren. Tn het hooggebergte van Beieren heeft hij goederen. In het belang van de gezondheid zijner familie wil hij daar gain wonen. Het zal beter zijn voor zgn farni ie, daar te wonen. Dat komt bij de beste Neder anders voor! (Vroolftkheid). Maar hg w'l ju'sL, niettegen staande zjjn wonen daar, Neder'ander b l ij- ven, duidelijk genoeg uit louter ide'éeie overwegingen. De heer VAN EMBDEN, rep'iccerende, handhaaft zyn bezwaren. Van materieele beweegredenen bij dezen verzoeker kan slechts sprake wezen. De Minister duoliceerfc. De heer MENDELS (S. D. A. P.) vindt het wat raar, dat deze ade lrjke meneer in den glorietijd van het Keizerdom Duitscher wilde wezen, maar zijn Deutschtum weer wil afleggen, zoodra zijn nieuwe vader land een republiek was. Spreker zou be zwaar tegen deze naturalisatie hebben, in dien de betrokkene ons nationale jasje uit en aantrok naar zijn believen, niet om na tionalistische redenen, maar om gevoels redenen. De Minister meent, dat er verschil is tusschen vermoeden en fantasie. Zijn mee ning betreffende de ide'ie e overwegingen van den verzoeker waren ve.raoeden3. doch wat de heer Menels veronderstelde was pure fantasie. Hij begon al met- te zeggen, dat die meneer adelgk was. Dat is spreker niet bekend: er straat geen ade'lftken titel voor zijn naam, zoodat de Minister vermoedt, hi; drukt zich voorzichtig uit, want dat behoort brj zijn betrekking! dat de be trokkene niet van ade! is. Dat is dus al een vergissing van den spreker! De Mi nister gelooft ook niet dat de overwe gingen. door den heer Mendels aangeroerd, voor zijn verantworrlel' khe'd komen. Voelt de heer Mendels zich door zjjn vermoedens bezwaard, dan kan hij tegenstemmen. Met aanfeeekening in de notulen, dat de lieer Mendels tegen het betreffende ontwerp is, worden alle naturalisatie-ontwerpen aan genomen. De vergadering wordt daarna verdaagd tot Woensdag te elf uren. Zitting v a n gisteren. Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER stelt voor het ont werp tot herziening der Ongevallenwet 1901 te doen vóórgaan aan de financieel e ont worpen, aangezien de Minister van Finan ciën deze week in de Eerste Kamer aan wezig moet zijn. Conform besloten. Interpellatie. De heer DUTS (S. D. A. P.) wonscht de Kamer verlof te vragen om tot do Ministers van Binncnlandsche Zaken en van Arbeid vragen te mogen richten betreffende de verhoudingen, bestaande in het college van B en W te Wormerveer, in verband met het beleid" van den burgemeester dier ge meente, en omtrent de wijze, waarop in die gemeente het beleid wordt gevoerd in zake de volkshuisvesting en de houding, die do Regeering in deze zaken heeft aangenomen, en voorts omtrent db vraag, of de Regee ring bereid is onmiddellijk maatregelen te nomen, dat de gestaakte woningbouw ter stond wordt voortgezet zij hem het eerst gezien had als een vreem deling, die haar nieuwsgierig aanzag; de plok, waar hij voor het eerst tot haar ge sproken had Wat hadden zij daarna veel rnet elkaar gepraat! Want hij had haar dadelijk een zonderling vertrouwen ingeboezemd1, haar aangetrokken en toch een weinig van de wijs gebrachtEn nu had zij maar één woord te zeggen en zij zou hem weerzien. Zij zou ademen op dezelfde plaats als hij; zij zou leeren kennen wat hij kende; zij zou liefhebben wat hij liefhad misschien... Naar Parijs gaanDe drie woorden gons den in haar jeugdig hoofd en zij verwek ten er allerlei onzekere en verwarde beel den, ter wij] zij dc oogen gevestigd bleef houden, als verloren, op den grauwen ho rizon. Het was of eensklaps een punt van het ondoordringbaar gordijn, dat de we reld voor haar affeloot, werd opgelicht, en een straal onbekend licht tot haar liet door schemeren. Wat was er achter dat gordijn? Een. stem vlak bij haar deed haar op springen De stem van haar vad'er, die uit bet hutje kwam en zachtjes vroeg: „Waar denkt mijn Arlette mot zulk een ernstig gezicht aan?" Een gloed steeg naar de wangen van bet ki)nd, plotseling ontrukt aan haar vaag gepeins. „Ik denk aan de reis, waarvan u mij ge sproken heeft „Schrikt die reis je dan af? Wou je er liever van afzien?" „O, neen!" zei ze eenigszins haastig. Het zou op dat oogenblik een heel groot verdriet voor baar geweest zijn, indiien zij het geheimzinnige gordijn hermetisch zag sluiten. Geloofsbrieven -G-erretson. De heer KOLKMAN (R.-K.) brengt ver slag uit over hot onderzoek der geloofs brieven van den heer Gerretson (opvolger van jhr mr De Savornin Lobman). De Commissie «adviseert tot toelating. Conform besloten Electriciteitsvoorziening. Voortgegaan wordt met de behandeling van het wetsontwerp in zake de electrici teitsvoorziening van het land. De algemeen e beschouwingen worden voortgezet. De heer BONGAERTS (R.-K) betoogt, dat in 1914 door de electrioit eltscen bral en, in Nederland zijn afgeleverd een totaal van 225 millioen kilowatt. In de naaste toe komst is oen bedrag van één milliard kilo watt to verwachten. Dit akes is slechts voor do Lichtvoorzie ning. Omtrent do technische eischen kan geen cijfer genoemd wo-rden. Met het oog daarop heeft de Minister terecht begrepen, dat het- ontwerp niet scherp omlijnd moet zijn. Het ontwerp dient soepel te zijn, opdat het zich aanpast bij de noodzakelijk geble ken eischen In dit verband betoogt spr., dat concentratie tot bezuiniging moet lei den de reserve van één groote centrale ia altijd geringer dan het totaal der reserves van kleine centrues. De technische concen tratie leidt tot administratieve concentratie hetgeen tot groote bezuiniging moet leiden. De besparing aan brandstoffen zal niet ge ring zijn. Spr becijfert clie op 1.300 0G0 ton per jaar. De besparing zal leiden tot ver mindering van den stroomprijs en dit leidt weer tot grooter gebruik. Het cijfer van 80 pCt., gegeven voor bet deel der bevolking, dat reeds eleot-rischen stroom kan betrekken, trekt spr. in twijfel. Hij betoogt, dat dit in elk geval niet ver- hinderen mag dat do Staat de electriciteits voorziening organiseert, want dit is feitelijk het eenigo doei van het ontwerp Ten slotte verdedigt hij de Noord-Bra- bantsche Centra.le Do heer VAN BERESTEIJN (V. D.) acht Staatsorganisatie van deze voorziening noodzakelijk. De wijze, waarop de Minister de organi satie voorstelt, acht hij niet gelukkig. De technici spreken elkaar allen tegen, het geen spr met tal van citaten aantoont. Voor spr is dit een bewijs, dat de zaak niet betrouwbaar is. De technici willen eenvoudig de zaak uitvoeren als technische zaak; zij gelooven, dat het wel goed zal gaan, al is de opzet niet voldoend© geweest. Spr. wil weten of het beter, goedkooper en zekerder zal zijn, sis do Staat cJeze zaak entameert Aangezien dit niet bewezen is, zegt spr.bij twijfel onderhoudt u, en laat de zaak liever wachten tot zij beter is voor bereid. Spr. dient oen motie in, waarin de Kamer uitspreekt, da-t die eleotriciteitsvoor ziening een belangrijke vraag is, maar cïa-fc het wetsontwerp met voldoende ia voorbe reid, weshalve de Kamer den Minister advi seert het ontwerp terug te nomen en nader onderzoek en nadere voorbereiding te tref fen. De motit komt aanstonds in behandeling. De heer VAN RIJCKEVORSEL (R.-K.) acht den naam van het ontwerp al ongeluk kig en do considerans eveneens. Do naam had moeten zijn oprichting van een staats- ©lectricit-eitsbedrijf. Een plan is er eigenlijk niet, want, in bet ontwerp is dit niet te vinden. Meer dan een principieelo beslis sing ziet spr. in dit ontwerp niet. Spr. breekt zijn rede af. De vergadering wordt verdaagd tot Woensdag te één uur ALKEMADE. De politie lieeft in arrest gesteld J. K. uit Amsterdam, die naar rijn zeggen, wegens huiselijken twist de woning zijner ouders was ontloopen. ALPHEN AAN DEN RUN. De heer, A. J. Scherpbier alhier, is benoemd tok leeraar in de wiskunde aan de C'nr. H. P>. Se met 5-jarigen cursus te Groningen. „Neen Vader, wensemht u, dat ik naar Parijs ga?" Hij aarzelde een oogenblik en verzamelde al zijn wilskracht om zijn 6tem niet te doen bevon. „Ik wou het boel graag, kind." Bijna verschrikt door zijn antwoord, fluis terde zij „Dan zal ik gaan en ik zal mijn best domo. mij niet al te ongelukkig to voelen, als ik ver van u af ben." Zonder een woord te spreken boog bij zich over haar heen en kuste het gezichtje, dib naar liern word opgeheven, waarin oprechte oogen straalden lcinderoogen, ha-d Guy do Pazaima gevonden, gewoon vrouwen- oogen te zien in die der jonge meisjes, die hij gewoonlijk ontmoette. En zwijgend, maar vol gedachten keerden zij terug naar het veld, nat reeds iu den avondnevel lag gehuld. Tn de verte werden lichten ontstoken aan dc vensters, en vormden lichtende punten in de duislernii door hun flikkerende vlam tegen den don keren hemel stak de rijzige gedaante van den kerktoren zwart af. Arlette vroeg: „Vader ga oven mee naar de kerk Wilt u? Ik heb behoefte een gebed voor u te doen!" „Ja, Lieve, laten we binnengaan!" Het was heel donker in de kerk. Hier en daar vormden altaarkaarsen sterren in de duisternis, en hun flikkerend licht viel op de witto muts van eenige vrouwen, neer geknield op de steenen, haar rozenkrans biddende. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5