No. 18704c
LESDSCH DAGBLAD, Woensdag 23 Februari.
Tweede Blad. Anno 192L
BINNENLAND.
FEUILLETON.
ü©©f
De Rijkskolendistributle en de Limburgsche
steenkolen.
Op de vragen van het Tweede-Kamerlid
den heer H. li. M. Hermans be.reffende de
$rgzen door de Rijkskolendis.rib.nie betaald
voor de Limburgsche steenkolen; toeken
ning van premiën; het tekort van de Rjjks-
koiendiitributie; beperking van de steen-
kolenpr.iductie en wijz'glng van het Mijn
reglement, heeft de mintster van Landbouw
geactwonrJ.
Voor de door de Rijkskolendislribuiie ge
distribueerde kolen ontvingen de Limburg
sche mijnen in de tweede he ft van 1920 naar
'gelang van do soorten, welke werden geie-
verd, f 15 50 h f 30.75 por ton. De gemid
delde prgs bedroeg in December f 27,87»/.
Ser ton. In dit gemiddelde zijn de cok93 en
e steenkoolbriketten meegerekend, welke
producten hoogcr in prgs z ;n dan steenko
len (resp. f38.25 en 131 per ton).
Boven deze prgzen ontvingen de mijnen
ivan 1 Juni 192(3 af een premie van f25 per
ton voor hetgeen, gerexend per werkdag,
meer werd afgeleverd, dan go niddeld in de
eerste vgf maanden ter bes rliikking van de
Bgkskolendistribulie was gesteld. Deze p e-
mie is uitbetaald over 298 749 ton. Gere ;end
ovei de totale aflevering ia deze premie
neergekomen op een verhooging van c a.
13.24 per ton.
De aanleiding tot de invoering van deze
■premieregeling was gelegen in de omstan
digheid, dat de Limburgsche mijnen op een
prijsverhooging aandrongen, terwijl de mi
nister inderdaad moest erkennen, dat er, in
verband met de gestegen productiekosten,
reden bestond, aan de wensclien der mijn-
besturen tegemoet to komen. Hij he f.; echter
gemeend, een verhooging afhan:;e ijk ie moe
ten stellen van het opvoeren der produotis
en daarom geen prijsverhooging, doch eon
premierege ing ingevoerd. Deze premierege
ling is op 1 Januari ingetrokken en gewjj-
iigd in een prijsverhooging, welke neerkomt
.op f 1.50 per ton en hoeft gegolden tot 16
Januari, na welken datum de Limburg-cche
kolen niet meer door de Rijkskolendistriba-
tic zijn gedistribueerd.
De daling van de buitenlandsche kolen-
prljzen, welke sedert October van het vorige
jaar even snel als scherp is mgetrelen,
heeft uiteraard tot gevolg gehad, dat groote
verliezen zijn geleden zoowel op de voor
raden in de voorafgaande maanden voor de
fwintervoorriening aangsleg! als op Lonen
de contract m Bij den aanvamg ven 1920 be
schikte het Centraal Verre .enkantoor vor
Brandstoffen, dat frita'g'i de e'gemres van
do voorraden Ï3, doch waaraan de Staat
voor de financiering van deze belangrijke
voorsonotten verleend had, over een zeer
groote reserve, waarmede eventueole verlie
zen op voorraden, die bij een eindigen van
de regeeringsbemoeiing wa rschijnl k waren
te achten, zouden kunnen worden gelakt
Op die reserve is in den loop van 1920 sterk
ingeteerd, aangezien het in het be ang van
de instandhouding van ons maatschappelijk
leven dringend noodig was, de toch reeds
ïoo ontzaglijk gestegen prijzen der steen
kolen in de tweede helft van 1920 niet nog
neer op te voeren.
Een wetsontwerp heeft hel dep. van Land
bouw reeds verlaten, waarbij „pre memo
rie" een post is uitgetrokken om het nadee-
jte saldo der brandstoffenvoorziening te
'dekken.
Het is toch niet mogelijk, thans reeds vol
doende gegevens mede te dee'en omtrent het
hiervoor benoodigde bedrag. Dit hangt af
èn van den prijs, voor welken de voorbanden
ko'.envoorraad zal verkocht worden, én van
'de aanspraken, die de staatskas zou Kamen
laten g-lden op aanwezige baten van het
C. V. Bwaaromtrent nog onderhandelin
gen gaande zijn.
Het is den minister bekend, dat de steen-
kolenproductie in ons land wordt beperkt
Zulks ia noodzakelijk, omdat er op dit
ogenb ik geen voldoende vraag naar sin-
kolen meor bestaat om de produ-tie op het
hooge peil te kunnen houden waarop zij
in de laatste maanden van 1921 stond. Tot
een inkrimping van het aanta' arbeiders zijn,
volgens de verkregen inlicht'ngen de mijn-
testuren in liet algemeen nog niet orargo-
Voor zoover dit zal moeten geschie
den, geldt bjj de staatsmijnen de_ regel, dat
voor ontslag vooralsnog alleen in aanmer
king komen de niet in Nederland gevestigde
arbeiders. Naar aan den minister is mede
gedeeld, wordt deze regel ook door do direc
ties van de particuliere mijnen toegepist.
Omtrent do voorgenomen wijziging van
het Mijnreglement 1906 is het overleg tus
schen do betrokken autoriteiten nog han
gende.
Zoodra dit overleg zal zgn beëindigd, zal
over de noodig geachte wijzigingen het ad
vies worden ingewonnen van een voor dit
doel in te stellen commissie uit den Hoogen
Raad van Arbeid, waarin onder meer ver
tegenwoordigd zu'len zjjn de Arbeidsinspec
tie, het Staatstoezicht op de mijnen, de
werkgevers en de organisaties van werkne
mers Vervolgens moet nog de Raad van
State worden gehoord.
Hoeveel tijd met eon en ander gemoeid
zal zjjn, is bezwaarlijk van te voren vast te
stellen. Het is daarom niet mogelijk met
stelligheid mede te doelen, t gen welk Ind-
stip de "bedoe'de herziening haar beslag zal
hebben gekregen.
Wachtgelden
Ingediend is een wetsontwerp tot verhoo
ging van de wachtgelden, genoten ren ge
volge van de ontbind,ng van arrondissem.n.s-
rechtbanken, kantongerechten en raden van
beroep.
Nu bp de wet van 29 Mei 1920 de pensioe-
neu en bij Kon. besluit van 12 Augustus
1920 de wachtgelden, toegekend krachtens
j bet wachtge denbes'.uit met 49 pCt. zjjn ver-
j boogd, komt het den minister van JujÉitie.
I eveneens redelijk voor, dat in deez fds mate
j werden verhoogd de wachtgelden, die geno
ten woraen krachtens de wetten van 9 April
j 1877, 7 April 1911 en 1 Mei 1917, waarbij
I gewone gerechten en rad3a van beroep (on
gevallenverzekering) werden ontbonden.
Immers, de ingevo'.go die wetten toega-
kende wachtgelden zjjn berekend naar de sa
larissen, welke golden vóór 1 Januari 1918.
Ook ten behoeve van deze groep wachtgelden
behoort derhalve rekening te worden gehou-
i den met de waardevermindering van het
geld, welke sind3 de toekenning dier waeht-
I gelden heeft plaats gevonden en wordt in
verhand daarmede evenals voor de pensioe
nen en de wachtgelden .toegekend ingevolge
het wachtge'denbesiuit, een verhooging met
40 pCt. voorgesteld.
Uitvoer van kaas.
De N. U. M. kan consenten endosseeren
voor uitvoer van 75 pCt. van de kaas, voor
zien van het Rijksmerk, gedurende het tijd
vak van 30 Januari tot 27 Februari 1921 be
reid of te bereiden door producenten, die
zich schriftelijk hebben verbond.n tot nako
ming der hun met betrekking tot de binuen-
landsche ma.kvoorziening opgelegde verpiich
tingen.
De minister van Landbouw beeft besloten,
tot nadere aankondiging met ingang van 16
Maart 1921, dispensatie te verleenen van bet
verbod tot uitvoer van kaas, voo-r zoover be
treft kaas, welke overeenkomstig de aandui
ding, voorkomende op het daarop aange
brachte Rjjkskaasmerk, een minimum vetge
halte in de droge stof van 45 procent, 40
procent, 30 procent of 20 procent heeft, als
mede voor gekruide kaas met een gewicht
boven 15 K.G., zaohte of gemalen kaas in
blik en zachte, rechtstreeks uit melk bereide
kaas, verpakt in staniol, tot een gewicht van
ten hoogste V» K.G. per stuk.
De nieuwe postwetten.
In tegenstelling met wat „De Ned." meld
de, vernemen andere bladen, dat de nieuwe
posttarieven reeds met 1 Maart a.8. in wer
king treden.
De Middenstandsbond-
Het. bestuur van den Middenstandsbond
hooft aan de besturen van de verschillende
Algemeene Middenstandevereenigingen in
ons land een schrijven gericht, waarin het
1 mededeelt besloten to hebben een enquête
in te stollen naar do gevolgen, die de wer
king der aolit-uron Arbeidswet reeds ge
bracht heeft, of die begrijpelijk ervan te
wachten zijn. Het wondt zioh daartoe tot
de verschillende besturen om gegevens daar
omtrent te mc-gen ontvangen De bedoeling
is, dat ieder bestuur bij de leden zijner ver-
coniging een zoo volledig mogelijk onder-
zook als hier bodoeld instelt en van do uit
komsten daarvan een rapport aan bet Bonds
bureau van den Middenstandsbond vóór 1
April a.s. inzendt.
Het bestuur van den Middenstandsbond
meent dat, zoo niot geheel, dan toch groo-
tendeels reeds geoordeeld kan wordeD over
den invlood die genoemde wet o-p den gang
van zaken in de verschillende middenstands-
bedrijven uitoefent en zal, indien uit da rap
porten voldoende blijkt dat er enkele of
meerdere middenstandsbedrijven zijn, die
door de werking van den acht-uren Arbeids
wet. ernstig geschaad, of zcoals soms ge
vreesd wordt, met ondergang bedreigd wor
den, niet nalaten met alle kracht bij den
Minister van Arbeid of bij de Volksverte
genwoordiging aan to dringen op een mil
dere toepnssing, resp. opheffing der lect
in den laalslcn tijd zijn aJlcrwege stemmen
opgegaan, die do noodzaicelijkheid bepleiten om
do openbare lichamen (Rijk, provinoic en ge
meente) benevens hun verschillende instellin
gen tot meerdere zuinigheid in hun uitgaven te
brongen. In verband hiermodo heeft het Be
stuur van den Middenstandsbond een schrij
ven gericht aan do plaatselijke Middenstands-
vereenigingen, aangesloten bij dien Bond, waar
in opgewekt wordt in elke plaats waar zulks
noodig is, een aotie to begin acn, waardoor de
overheid gedrongen zal worden tot meerdere
zuinigheid en waardoor dan ook de belastin
gen niet hooger opgevoerd behoeven te worden,
dan strikt noodzakelijk is.
Dc Haarlemschc Handel9voreeni.ging heeft,
over dit onderwerp reeds een drukbezochte
vergadering gehouden, waar als sprekers
zijn opgetreden do hoeren Mr. W. M- F.
Troub on jhr- J- O. Mollerus- Laatstgenoem
de hoeft zich beieid verklaard ook elders
spreekbeuten over hot bedoelde ondorwerp to
houden.
Hot bestuur van den Middenstandsbond
dringt er bij de vereenigingen op aan deze
gelegenheid' te benutten, waardoor een
hernieuwd bewijs van activiteit tegenover
de burgerij zal kunnen worden geleverd.
(Het schrijven gaat. vergezeld van een
afdruk van een verslag d'er te Haarlem
gehouden vergadering.)
Onderzoek naar den toestand der industrie.
In aansluiting; aan het onderhoud, dat de
Nijverheid-raad, naar onlangs werd bericht,
met den Minister van Landbouw heeft gehad
over de voorloopige uitkomsten van het
onderzoek naar den toestand van de nijver
heid heeft, naar wij vernemen, de Rand tel
ken' aan dien minister 'n algemeen overzicht
van de bg dat onderzoek door de industrie
gedane mededee'ingen overgelegd.
Dit everzicht is een samenvait'ng van de
antwoorden, die op de door de Commissie
var. Onderzoek uit dsn Nij erhe'd raad aan
de industrie gestelde vragen werden gege-
ven en berust op 730 antwoorden, waarvan
686 van industrieelen en 44 ran vereenigin
gen, bepaalde takken van industrie omvallend
en betreft in het geheel 83 takken van be
drijf In het schrijven, waarbij dit overzicht
aar. den minister wordt aangeboden, wjist
de Raad cr op, dat hjj pas na het op 24
Februari e.k. te houden congres van in-
dnstrieelen zijn oordeel definitief zal uit-
j spreken en dat hij derhalve den minister
thans nog geen volledig en definitief adres
kan aanbieden. Intusschen bevestigt de Raad
In dit schrijven eenige mededeelingen. bjj
bedoeld onderhoud aan den minister gedaan,
betreffende punten, waaromtrent in den Raad
eenstemmigheid bestond en waaromtrent de
besprekingen in het congres wagrschpii'jjk
niet tot een andere zienswijze zullen leiden,
hoewel ook, wat deze punten betreft, de
Raad zich zijn eindoordeel nog most voor
behouden. Wat den arbeidstijd betreft, kan
de Raad zich goed vereenigen met de won-
schen, die door do industrie zjjn geuit. Dit
geldt in de eerste plaats voor wat gezegd
werd naar aanleiding van de moeilijkheden
en achtersteLing. die voor de Nederlandsche
industrie voortvloeit uit het feit, dat in som
mige concurreerende landen eem wetteüjke
regeling nog niet tot stand kwam, terwijl
in andere, waar dit wel het geval was, zeer
belangrijke punten van verschil met onze
regeling vallen aan te wijzen, of wel ook niet
zoo streng do hand wordt gehouden a»
de wettelijke bepalingen.
De Raad stelt voorop dat het noodzakelijk
is, dat de regeling van den arbeidstijd hier
te lands nauw aansluit bg die in andere
landen doorgevoerd. Aan do bezwaron, voort
vloeiende uit afivjjkende regelingen, wordt
weliswaar voor een deel tegemoet gekomen
door overgangsbepalingen en ministarieele
vergunningen, doch deze zgn grootendeels
beperkt tot metaal- en textielindustrie en
omvatten niot eene alle bedrijven die daar
voor in aanmerking komen. Bovendien zijn
zjj als tgdelijk bedoeld, zoodat de industrie
in haar bewegingen gehinderd wordt door
het dreigende vooruitzicht van de onver
zachte toepassing der Arbeidswet. Ter ver
krijging van da noodige elastic't'it en aan
passing hij de toestanden in hot buitenland
acht do Raad het tevens gewensclit de mo
gelijkheid te scheppen, "dat doer gemeen
schappelijk overleg van werkgevers en arbei
ders van do regelingen der Arbeidswot, ten
aanzien van den arbeidstijd kan worden af
geweken. Hoewel de Raad zich terdege be
wind is, dat de voor de verwezenlijking dezer
twee wensclien noodzakelijke wijzig'ngen d:r
Arbeidswet 1919 ook veel tegenstand zn l:n
ontmoeten, meent hij toch, dat met alle mid
delen moet worden getracht deze wijzigin
gen, vooral die betreffende den laatst uitge
sproken wensch, zoo spoedig mogelijk tot
stand te brengen. Om echter reeds dadelijk
practische resultaten te verkrijgen, zou een
zoo soepel mogelijke toepassing "van da Ar
beidswet en het vrijgevig verleenen van op
die wet steunende vergunningen voor een
langoren werktijd gewen3cht zgn. Do Raad
kan zich geheel aansluiten bij hetgeen in
lie' voor'.oopig verslag van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal omtrant de algemeens
beschouwingen over da Staatsbsgroo'.ing voor
het dienstjaar 1921 gezegd is over onder
steuning van werk'.oozen.
Op deze'i'de als in dat verslag genoemde
gronden, is de Raad van oordeel, dat de
tegenwoordige werkloosheidsregeling niet
meer voldoet aan de eischen, die aan zulk
een regeling moeten worden gesteld, daar
zij o.a. door "net feit, dat uitkesringen aan
werkeloozen veelvuldig de plaatselijke loo-
nen te boven gaan, de economische belangen
van do industrie rechtstreeks benadeelt. De
Raad meent dan ook, dat deze regering zoo
spoedig raogelgk moet vervangen worden
door een andere. De Raad behoudt zich voor,
zgn denkbeelden dienaangaande nader aan
den minister uiteen te zetten, zoo «ïadera
overwogingen van deze aangelegenh id hem
i daartoe aan'eiding mocht geven. Reeds thans
vestigt de Raad echter de aandacht van den
minister op een met de werkloosheid nauw
samenhangende rege ing. nl de veriee-
ning van een Markentoeslag aan Nederland
sche arbeiders, dio even over de grens
in Duitsche fabrieken arbeiden. Deze Mar-
ker.toos'ag acht de Raad principieel oijjuist
en in zijn gevolgen nadee'.ig voor de Neder
landsche nijverheid. Hierdoor toch zjjn de
Duitsche fabrieken in staat om goedkoope
werkkrachten uit Neder'and t9 betrekken,
en komt deze regeling dus neer op sutei-
diecring door de Nederlandsohe Regeoring
van Duitsche fabrieken, die hier te lande
scherp concurreeren en zich daardoor een
groot afzetgebied hebben veroverd. In het
belang van de Nederlandsche nijverheid dient
deze maatregel zoo spoedig moge ijk te wor
den ingetrokken. Tenslotte vermeldt da Raad
nog, dat onder de middelen, dio tot verbe
tering van den bestaanden toestand van do
industrie zouden kunnen worden aangewend,
het verleenen van eenige exportpremie, het
geen van enkele zijde werd aanbevolen, in
den Raad geen ondersteuning vond, terwijl
j het invoeren van diffcrentieele rechten ia
j de Nederlandsche koloniën bjj dan Raad wel
instemming vond, doch ter zjjde werd ge
steld, omdat zoodanige heffing bjj d; tegen
woordige verhouding van het moederland
met Indië toch niet practisch te verwezen
lijken werd geaoht.
Bij Kon. Besluit is benoemd tot burge
meester der gemeente Wcerselo J. S. Jan
sen
is opnieuw benoemdmet ingang van 13
Maart 1921, tot burgemeester der gemeente
Amsterdam J. \V. C. Teil-ogen;
verder zijn herbenoemd tot burgemeester
van Udoii, M. O. Thijsseu; Vuren, G. J.
de Bruijn Wodenoyen, D. F. Romein Ar-
kel en NccJioheu. F. J. Folkorts; Blcskena-
graaf en Streefkerk, P Gautier Oudewa
ter, J. AL van DoorninckBruinisse,
's-Hage, Dooru en Maarn, mr. A. baron
Schimmolpenntuck van der OycMaarsson
en Maarsseveen. S. I. Oambier van Noot en
Worlcum, jhr J Quarles van Uffordj
Staphorst, A H. J. van Wijngaarden; Vlo
drop, J. Maessen; Elsloo, F. Eussen.
Do minister van Financiën brengt tor
algemeene kennis, dat., ingevolge kon. be
sluit van 11 Februari 1921 de ingetrokken
zilverbons van f 1, van f 2.50 (beide ouden
vorm) en van f 5, alsmede de zilverbons van
f 2.DO, omschreven in art-, 1 wttn het kon.
besluit van 31 Maart 1915, gewijzigd bij ba-
sluit vaD 14 Juni 1918. als zilverbons van
do eerste soort alsnog tot en met 31 De
cember 1921 ter inwisseling kunnen worden
aangeboden ten kantore van hot agent
schap van het ministerie van Financiën te
Amsterdam (Korto Spinhuissteeg no. 3).
Dcsverlangd kunnen de bons per post
aan bovenstaand adres worek-n gezonden
met duidelijke opgavo van naam en adres
van den inzender Ter bevordering van een
spoedige afdoening zullen de inzenders good
doen, bij dc bons te voegen een behoorlijk
gefrankeerd en aan hen zelf geadresseerd
formulier van een postwissel ton beloope
van het bedrag der door hen ingezonden
zilverbons
Do heer W. G. E. d'Artillaet Brill,
consul-generaal, dio vroeger geruimen tijd
opgetreden is als diplomatiek vertegen
woordiger van Nederland te Buenos-Aircs,
is to Garaca» aangekomen, met de bestem
ming om, wanneer de eerstdaags te ver
wachten uitwisseling heeft plaats gehad
van de ratificaties betreffende de overeen
komst tot herstel van de diplomatieke be
trekkingen tusschen de beide landen, op te
treden als gezant der Nederlanden in
Venezuela
f De heer Van Vollenhoven, de gewezen
j Nederlandsche gezant te Madrid en te Frus-
se!, zn! zich eerstdaags t9 Brussel ve:tigen.
In opdracht van het best sur der Unie
j en van den Schoolraad, hebben de be'de
I voorzitters met den secretaris, in part'cu-
I liere audiëntie, door den Minister van On-
j derwijs ontvangen, dezen de ernsige fce-
zwaren voorgelegd tegen het Kon be luit
inzake het overleg bij de benoemingen.
Het bleek, dat de bedoeling van dit K. B.
I geenszins geweest is de vrijheid der besturen
1 3an te tasten. De Minister zegde echter,
overweging der bezwaren toe. (,,Ne 1
Het bestuur der Ver. van Nederland
sche Gemeenten deelt mede overwogen te
hebben of aan hflt invoeren van nieiwe be
lastingen, bedoelt in art. 249 sub e, f en n'
der gemeentewet, overleg tusschen de ge
meenten vooraf behoort te gaan, aingez'"»jü
invoering van een bepaalde be'asting na-
deolige gevolgen zou kunnen hebben, indien
dezelfde belasling niet in andere gemeenten
werd ingevoerd.
Daar is v. de belasting op logeergasten.
Daar het volgen van een gemeenschappelijke
regeling hier wenschelgk voorkomt, stelt
het bestuur zich voor tsgen het e'nde dozyt
maand te 's-Gravonhage een bgesnkomst ta
beleggen van vertegenwoordigers der betrok
ken gemeenten, waarbij ho*, be tuur zich
vcorloopig, om redenen van pra-tischen anrd,
alleen tot de badplaatsen heeft bepaald.
Dr. T. I. de Vrieze, officier van ge
zondheid le kl. van het leger in NederL
Indiê, die in opdracht van den minister ran
Koloniën sinds Januari 1920 te Amsterdam
en sinds Augustus 1920 te Parij3 een studie
maakt van huid- en geslachtsziekten, heeft
nsder opdracht gekregen, werkzaam te ble
ven te Pargs tot Augustus 1921 en daarna
zijn studie voort te zetten te Londen aa te
Weenon.
Ingediend is een wetsontwerp tot ver-
eeniging van de gemeenten Veldhoven en
Meerveldhoven, Zee'.st en Ocrie.
Maandag heeft de Ned. Barbiers- en
Kappersbond te Amsterdam een algemeene
bondsvergadering gehouden. Nadat eenige
huishoudelijke zakc-i waren afgedaan, werd
Doof Honri Ardeli. Naar li&t FransdL
(Na/lvuk verbode-n).
14)
„JaMaa^ daar dacht ik niet aan
iVader zal niet mee kunrven gaan! En hem
verlaten is onmogelijk Ik weet, dat hij
lieel treurig zou zijn zemder „zijn kindje",
zooals hij mij noemten ik wil niet, dat hij
door mij bedroefd is!"
„Welnu, dan ontrukken wij hem aan zijn
rieken, dat is hei, eemge!" verklaarde Guy
op vroolijkcn toon. verlangend do vroolijk-
beid te rien wederkeer en op het bedroefde
jonge geziohtje Dan zal je geen enkel voor-
wendeel hebben om ons je bozoek te wei
geren
„Gelooft u heusch, dat vader hot goed
zal vinden zijn zieken vanzelf te laten ge
nezen?" vroeg zij vol vuur.
„Zeker Hij Hij zal zich laten ver
vangen door een vriendelijken collega
'En alles zal best terecht komen."
Zij klapte a.ls een kind in do handen:
„O, <liat zal heerlijk zijnWat zuilen wij
heb prettig hebben, hij en ik heel alleen
eameoi met u, zonder te behoeven te vree
zen, door mevrouw Morgan© beknord te
worden
Zij lachten om deze uitbarsting van
vreugde van ArleHe. Maar Arlette lette
er niet op. Het plotseling opgekomen voor
uitzicht van dio reis was zoo verleidelijk
voor haar, dat zij er een oogenblik het ver
driet door vergat, dat do dag haast om was.
Nu reed de brik Dauvernenez binnen,
waar bet druk waa van do terugkeerenden
van het feest en men naderde het huis vain
don dokter. Er stond! een rijtuig voor de
deurdo tuinman haaldo er de koffers af.
„O hemel!" zei Arlette verschrikt, „zou
mevrouw Morgane misschien al t-hius
komen
Zij sprong uit de brik on liep don tuin
in. Yoor de stoep 6tond een lango vrouw,
van een vrij alledaagsch voorkomen, op af
gemeten, ruwen toon tob Anaile, dlio do
vlag had gestreken en zonder tegenspreken
den stort vloed van woorden, die over haar
noderviel aanhoorde, een uitbrander-zeden
preek te houden die goedgekeurd schoen
te worden door een log, onbeweeglijk
meisje, dat naast haar stond met een mand
in do liand.
„Jo zegt dat mijnheer gezegd heeft, dat
er pas om acht uren gedineerd zal worden,
om zijn Arlette allen tijd to geven zonder
zich te haasten van het Pardon terug to
keoren. Welnu, meisje, ik zeg jo, dat jo
het eben dadelijk moet klaar makon en op
dienen, want ik alleon ben meesteres hier
in huis, begrijp ji>? Het zou waarlijk wat
moois wezen als ik op zoo'u kind moest
zitten wachten, dat het prinsesje gaat uit
hangen met haar mooie bloedverwanten
uit Parijs Laten zij haar houden tot
vanavond, nu zij haar meegenomen heb
ben Ik wacht, niet op haarIk zou
wol dwaas ween om mij to dérangeeren
om menschen, dio juist een oogenblik uit
kiezen, wanneer ik niet thuis ben, om tot
afleiding bij mij to komen dincoren
Ja, 'b is een mooi idee zoo onverwachts
ergens aan te koinen Men geeft zioh
rekenschap van heel veel zaken."
„Van welke dan?" riep de heldere stem
van Arletto. „Ja waarlijk, als het daarvan
was, dab u. u rekenschap wou geven, wij
hadden u vandaag heelemaal niet ver
wacht"
MeiTouw Morgane koerde zich om en oen
waro vorstomdlieid teekendo zioh. af op haar
vertoornd gezicht, toen zij mevrouw Chau-
soy zag, haar dochters e>n de tweo jonge
heeren, dio hun hood voor haar afnamen.
„Mevrouw Morgane, zonder twijfel," zei
mevrouw Chausey.
De stiefmoeder van Arlette knikte werk
tuiglijk met het hoofden mevrouw Chau
sey ging voort op een toon van koele en
volmaakte beleefdheid bij dat hardnekkig
stilzwijgen
„U zult ons wel willen verontschuldigen,
mevrouw, waar wij gebruik maken van do
permissio, die mijnheer Morgane ons gege
ven heeft, zoo lang mogelijk to genioten
van liet gezelschap van zijn dochtertje gedu
rende ons kort verblijf te Douarnonez;
daarom vragen wij u permissie haar tot
vanavond bij ons te houden, want wij ver
trekken morgen
„Doe zooals u goed vindt, mevrouw," zei
mevrouw Morgane to zeer verbluft door
het plotselinge van do ontmoeting, om er
zolfs aan te denken haar gezag te toonen.
„Daarenboven, zij zal heel blij zijn ons,
haar zustor en mij, zoo laat mogelijk weer
te zienZij koestert zooveel genegenheid
voor onsl"
Niomand, zelfs niet Arlette, die echter
gewend was een bits antwoord te geven,
antwoordde op d'e opmerking van mevrouw
Morgane. Maar toon zij op weg waren,
merkte Guy philosophisch op:
,,Men zal mevrouw Morgane niet kunnen
re rw ij ten zioh geen rocht to doen weder
varen, toon zij erkende, dab Arlette gten
grooten lust had bij haar te komen
Lieve Hemel! Arletbeliof, wat begrijp ik je
goed op dat punt!"
„Is 't niet? Het is erg jammer, dat
zij niet nog wat in Ckkteaulin gebleven is.
Wij hadden het zoo prettig dezo tien dagen,
papa, de jongens en ik. zonder haar en
Blanche die op haar lijkto zoo
vcol! Nu ben ik bang, dat zij den heelen
winter niet meer op reis gaat!"
„Maar jij gaat op reis Ben j'o al verge
ten, dat je bij ons komt? Als mevrouw
Morgane aJtijd zulk een weinig verleidelijk
humeur heeft, dan houden wij je bij ons....
Dat is zoo eenvoudig mogelijk Dus dat
is afgesproken 1"
„Afgesprokenherhaald© zij met een
gelukkigen, vroolijlcen lach.
„Jo komt bij ons en wij houden je."
Op den morgen na dien gedenkwaardiger»
dag van het Pardon klonken die woorden
•haar nog steeds in de ooren en 's avonds,
toen zij alleen zat in den stillen tuin, over
dacht zij één voor één alle kleine voorval
len, die hadden plaats gehad gedurende
het verblijf to Douarnenez van mevrouw
Ohausey, haar dochters en Guy Nu wa
ren zij allen vertrokken Zij verzamelde
haar herinneringein zooals zij een schat ver
zameld zou hebben, waarvan zij maanden
en nog eens maanden moest leven. Vooral
kwam op dab oogenblik het toooieel van het
vertrek haar met een zonderlinge levendig
heid! voor den geest. Zij voelde nog op de
wang do hartelijke kussen van haar tante
en van Charlotte, de teedere aanraking van
de lippen van Madeleine. Zij herinner do
zich den vriendschappelijken handdruk van
Pierreen meer nog herinnerde zij zich
dten indruk van haar hand, gevangen in die
van Guj-, zoo ferm en zoo zacht tevens; zij
hoordo hem antwoorden, toen zij hom vaar
wel zei
„Neen, niet vaarwel, tot weerziens...
Wij verwachten je te Parijs voor het huwe
lijk van Gliarlotte. Je vader heeft ie ons
beloofd
Zou heb mogeiijk zijn, zou zij dio reis
doen? Het leek haar een weinig op een
wonderen droom, zooals die opkomt in heb
hoofd van heel jonge meisjos, zóó wonder
lijk, diat zij er zelf niet aan durven geloo-
ven.
En toch, waarom zou zij zo niet een
poosje terugzien? Zij waren zoo goed voor
haar geweest, zoo gcod, dat zij ze nooit zou
vergeten O neen, nooit 1
Starende in de heldere duisternis van
dezen zomernacht, bezaaid met sterren,
dacht zij na er; trachtte te raden wat de
naderende toekomst haar wel zou kunnen
brengen Zij was er niet bang voor in
tegendeel Scheen het leven haar niet even
stralend toe als een bloeiende boomgaard,
door do lentezon bescheneai En vol ver
trouwen en vreugde wachtte zij die toe
komst af. Zij riep haar, dio weldadige toe
komst zij verlangde er naar, want zij had
geloof in haai geheimzinnige beloften, en
bood haar lieur jeugd aan, geheel en al,
onschuldig verzekerd als zij was, dat hij
nameloos heerlijk licht zou brengen.
£W»rdt vervolgd.)