LEIDSCH
DAGBLAD.
Vrijdag 18 Februari 1921.
Officieels Kennisgevingen.
STADSNIEUWS
Het voornaamste nieuws
van heden.
FEUILLETON.
ü@ef ü&ij?
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Cta. por regel, 's Zaterdags 40 Gts. por uegel. Bij
regeiïabonnerneiit belangrijk lagere prijs.
Kleine advertentien Woensdag 50 Gis.. Zaterdag
;75 ets. bij oen maximum aantal woorden tan 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventucele opzen
ding van brieven 10 Cts. porto to betalen. Bewijs
nummer 5 Cts.
Bureau Noordeintlsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Loitlon p. 3 mni 2.35, p. weeï 0.13
Luiten Leiden, waar agenten gevestigd zyn,
per weoï B 0.18
Franco por post 2.75
Nummer 18700.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP
De Burgemeester van Leiden brengt, ter
kennis van do ingezetenen, dat morgen,
Zaterdag, aan de Gemeentelijke Vischwin-
kels, Vischmarkt en Stadshulpwerf, ver
krijgbaar is SCHELVISCH a. f 0.24 cn
f 0.26. GROOTE SCHELVISCH a f 0.38,
SCHAR a f O 24 of f 0.26, SCHOL a f 0,30
on f 0.34; GROOTE SCHOL a f 0.36, KA
BELJAUW a f 0.25, GROOTE KABEL
JAUW a f 0.45 per pond en ZEEUWSCHE
MOSSELEN" a f 0.06 per K. G.
Hedenavond zijn de MOSSELEN" ook
verkrijgbaar aan den Gemeentelijken Visch
winkel, Vischmarkt.
W. PERA, Weth. lo.-Burgemeester.
Leiden, 18 Fchruari 1921.
De Burgemeester en Webhouders van
Leiden, doen te weten, dat door den Raad
dier gemeente, .in zijn vergadering van den
len Febiuaci 1921, is vastgesteld, de vol
gende verordening:
VERORDENING
op de keuring van Waren.
ARTIKEL 1.
Deze verordening versbaat onder waren"
hetzelfde wat artikel 1 van do Warenwet
'(Staatsblad 1919, No. 581) daaronder ver
staat.
Met ,jverkoopen" wordt in de-ze veror
dening gelijk gesteld:
a. het ten verkoop in voorraaad hebben;
b. het afleveren;
e. het. uitstallen;
d. het vervoeren;
e. het te koop of in ruil aanbieden;
f. heb uitdeden.
g. het aanwezig hebben op markten;
h. het aanwezig hebben in winkels, wo
ningen, bergplaatsen, werkplaatsen, fa-
(briekejn, stallen, voer- of vaaa-buigen, of
op erven, bij fabrikanten, kooplieden, win
keliers, slijters of venters in gebruik.
Het aanwezig hebben van waren in wo
ningen of stallen, wordt mét; verkoopen niet
gelijk gesteld, voor zoover do onder letter
h genoemde personen aannemelijk kunnen
maken, dat. dc aanwezige waren uitslui
tend bestemd zijn voor eigen gebruik.
ART. 2.
Het is verboden waren te verkoopen, die
ondeugdelijk van samenstelling zijn of die
in ondeugdelijken toestand verkeeren.
ART. 3.
Het is verboden waren tc verkoopen, dio
bij gebruik overeenkomstig do bestemming
voor het leven of do gezondheid schade
lijk zijn of kunnen ziju.
ART. 4.
Het is verboden waren te verkoopen, die
niet voldoen aan de eischen, of ten aanzien
waarvan ndefc voldaan is of wordt aan do
eischen, gesteld krachtens de Warenwet
Staatsblad 1919, No. 581, met uitzondering
van artikel 16 dezer wet.
ART. 5.
Hij, die waren verkoopt, of die voor heb
bereiden van waren grondstoffen bewerkt
of verwerkt, is veplkht aan do ambtena
ren, bedoeld in artikel 7, op aanvrage, on
middellijk die waren en die grondstoffen,
alsmede de zelfstandigheden, voorwerpen
of. gereedschappen, die bij den verkoop,
de bereiding, vervaardiging, samenstelling
verpakking; bewaring, behandeling of het
vervoer van waren gebruikt worden, te
vertooncn, en dosvcrlangd ter hand te
stellen.
ART. 6.
Overtreding van cenige bepaling van de
ze verordening wórdt gestraft meb hech
tenis van ten hoogste zes maanden of geld
boete van ten hoogste twee duizend gulden
Do waren met betrekking waartoe de over
treding is begaan, kunnen worden verbeurd
verklaard.
ART. 7.
Met het opsporen van overtredingen bij
deze verordening strafbaar gesteld, zijn
belast de ambtenaren, bedoeld in artikel
18 der Warenwet', Staatsblad 1919, No. 5S1
ART. 8.
Deze verordening treedt in werking op
den dag, waarop de Warenwet, Staatsblad
1919, No. 581, volledig van kracht wordt,
meb ingang van-welken dag zal zijn in
getrokken dc verordening van 14 Januari
1915, Gem Blad No. 1, op de Keuring van
Eet- en Drinkwaren, Huishoudelijk© Arti
kelen en andere Waren, laatstelijk gewij
zigd bij verordening van -4 Februari 1918,
Gem.Blad No. 7.
Vastgesteld door den Gemeenteraad van
Leiden ïn zijn openbare vergadering van
den len Februari 1921.
De Burgemeester,
W. PERA, Weth. Loco-Burgera.
Dc Secretaris,
VAN STRIJEN.
Zijnde deze verordening door de Gedepu
teerde Staten van Zuid-Holland, bij besluit
van 7 Februari 1921, No. 98, goedgekeurd.
Er is hiervan afkondiging geschied naar
het behoort-, den l&en Februari 1921.
W. PERA, Weth. Loco-Burgem.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Joiigelimlen-tliiisten-Gi'Iicol-
OiiHiotuI era-Bond-
In den lover der Stadszaal hield de afdee-
ling Leiden van den J. G. G. O. B. gisteren
een propaganda-feestrvond. Hiervoor hadden
de hêeren Henri Tijsmans (bariton) en M.
van der Keur (viool), en raej. Mien .Verwer
(piano) hun welwillende medewerking toe
gezegd
Met in-acht-nemiug van het gebruikelijke
kwartiertje er was aangekondigd op het
programma, dat de opening precies te acht
uren zou plaats hebben werd de bijeen
komst geopend met het zingen van Psalm
5 1.
Hierna heette de vooriztter, de lieer Kees
.Veerman, de aanwezigen harteljjk welkom,
en wel in 't bijzonder de spreekster van
dezen avond, jonkvr. L. g. Hania van Wei-
dum. ds. M. J. Pimse'.ie, ffe hoeren Tijsmans
en Van der Keur, mej. Verwer, den Ilaag-
schen algevaardigde van den Bond en ten
slotte de afgevaardigden van verschillende
plaatselijke organisaties.
Den wensch uitsprekend, dat deze avond
niet 'alleen ontspannend, maar ook leerzaam
mocht wezen, ontruimde hij het spreekge
stoelte voor ds. Punselie, die oen inleidend
woord zou .spreken.
Deze ving aan met mede te deelen, dat
het goed was, dat lift dezen avond niet als
spreker voor de geheelonthouding behoefde
op te treden, omdat hij niet veel nieuws
zou weten te vertellen.
En daarin schuilt een groot gevaar. Im
mers, de mensclien zijn zoo gauw geneigd
gec-n voldoende aandacht te schenken aan
oude klachten, Men heeft ze al zoo vaak ge
hoord, en wordt er onverschillig voor. Mijn
inleidend woord, aldus ds. Punselie, zal uit
den aard der zaak dan ook niet veel andera
zijn dan een groet van een oudere generatie
aan de jongere strijders, en een oere-saluut
aan hun vaandel.
Gelukkig is de tijd voorbjj, dat men een
geheelonthouder, cn speciaal oen Christelijk
geheelonthouder, beschouwt als een zonder
ling, een sentimenteel iemand, waarmede men
liefst zoo weinig mogelijk te maken wil heb
ben. Dat is het succes van onzen strijd!
Misschien, zeide hij, dat er ook hier nog
in de zaal menschen zijn, die hoofdzakelijk
zrn gekomen om het feestelijk gedeelte, en
wien de geheelonthouding feitelijk koud laat.
Hun zou ik willen toeroepen: „Hebt gij
uw oogen dan in den zak? Ziet om u heem en
aanschouwt dan toch den moreelen en zedeljj-
ken onzin en ontaarding, die dezen tijd ken
merkt. Hiervoor mogen wij onze oogen niet
sluiten.
Om niet eenzijdig te wezen, zoo vervolgde
hij, moet ik zeggen, dat ook hét cultsrisme
heeft bijgedragen tot verbreking van het
evenwicht, door slechts te letten op de be
hoeften van het hoofd en niet van het hart.
Hierdoor} is die wetenschappelijke twijfel
ontstaan, die tot uitslag geeft: Dis van den
IIoogen God afvalt-, moet vallen!
Echter, het is haast onnoodig nog te zeg
gen, dat de alcohol is- een stroom vergif
door ons volksleven. Wij kunnen niet onver
schillig. staan tegenover de ellende, die er uit
ontstaat.-Wh moeten solidair zijn; maar meer
nog Christelijk geheelonthouder. En dit zijn
wij. omdat wij aan den voet van het Kruis
van .Jezus Christus hebben leeren liefhebben.
Door Hem willen wij ons laten leiden, en
krachtig strijden voor ons ideaal om anderen
te redden. Zet het Kruis in uw vaandeh In
dit teeken zult gij overwinnen!
Jonkvr. Hania van Weidum hield vervol
gens een rede over liet onderwerp: „Alco-
ho1 isme en Zielsziekte." Zij wenschte haar
rede in drieën te verdeelen, en wel: De in
vloed van den alcohol op lichaam en geest;
de oorzaak van den alcohol en ten derde:
Hoe staan \vij tegenover die ongelukkige
menschen in de maatschappij?. De menschen,
die verslaafd zijn aan den alcohol, belmoren
tot dc zieken in de maatschappij. Zij hebben
geen gezonde ziel, die vraagt naar iets
hoogers, naar God. Ook niet de Christelijke
drinkers! Immers, God wil, dat men Hem
alleen dient, en zij vereeren ook den God
van den alcohol, dus een afgod.
Deze zieken zijn meestal ook ziek naar
bel lichaam. Een zeer groot percent der
Overledenen in de ziekenhuizen is gestorven
ziek naar den'geest. Men lette slechte op
met'als oorzaak de alcohol. Bovendien vaak
-het groote aan tal" zelfmoorden, waarvan alcc-
hol de schuld is. Met talrijke "voorbeelden
staafde spr. nog haar bewering.
I In landen, waar het verbruik daalt, daar
dalen ook deze cijfers. Alcoholisme en ziels
ziekten ghtin hand aan hand!
Cm do oorzaak van het gebruik van/den
akohor'te vinden is niet gemakkelijk. Echter,
zekc-r is, dat de gelegenheidsdrinkere de
schuld zijn van veel ellende. Vooral bij jeug
dige personen dreigt dit gevaar. Niet ge
nt eg Kan men er hun op wijzen, opdat
zij zich weten te beheerschen.
De oorzaak van het alcoholisme is zoowel
buiten als in den uiensch gelegen. De schuld
buiten hem .gelegen is de ellende, door het
kapitalisme veroorzaakt. Maar de schuld ligt
rui; in den mensch zélf. namelijk ralsche
schaamte, zucht naar genot en een zwakke
wil.
Hoe staan wij nu tegenover die zwakke
lingen? Mogen w ij hen aan hun lot over
laten? Neen, zeide spr., wij moeten hen hel
pen en trachten beter te maken. Jongen
menschen vooral moet gewezen worden op
den omgang met hen uit een oogpunt van
redding. Hun wil zij toeroepen: Het is uw
tijd om te strijden en op te trekken voor uw
idealen. Laut geen oogenblik voorbijgaan!
Ontplooit de blauwe vaan in Christus' naam
tegen den Satan van den Alcohol. Dén. zult
gij zegevieren!
Een levendig applaus volgde op deze jtiis-
Iche, van geest sprankelende redevoering.
Een tableau, met Jceurige standen, een lin-
tenspel ^oor acht meisjes, muziek en zang
vulden verder het programma.
Een extra-woord van hulde vvenschen wij
te brengen aan den heer Tjjsmans. De „In-
vccation-Faust",'van Ch. Gounod, werd mees
terlik door hem vertolkt. Machtig en mooi
klonk zjjn bariton-stem door de zaal. Een
donderend applaus was zijn welverdiende be-
iooning.
Ook mej. Verwer, aan de piano, heeft- zich
kranig geweerd. De geschonken bloemen zijn
haai' ruimschoots gegund. Minder kunnen wij
prijzen den violist, den heer Van der Keur.
Dc" wil was goed, maar het spelHet
klonk te onzeker, het bevatte te weinig kiem
en nuanceering. Overigens kunnen wij zeg
gen dat de avond geslaagd, is.
Na het zingen van Gez. 26i 1. ging ds.
Punselie voor in gebed, waarop de bijeen
komst werd gesloten.
Liefde en Heiligheid.
Voor een nog talrijker gehoor 'dan de
orige maal, hield ds. I,. J. tan Holle,
Item. predikant le SchoonhoveD, in liet
Nutegebouw zijn tweede voordracht van
den cyclus van vior" openbare lezingen over
moclerno levensvragen.
Door den voorzitter van do Vereeniging
van Vrijzinnige Jongeren, den heer an
Ewijck, met een kort woord ingeleid, ving
spr. aan met oen verklaring van het on
derwerp voor 'dezen avond: „Liefde en
Heiligheid", naar aanleiding van het dra
ma „SL-Elizabeth" van mevrouw -J. Si
monsblees.
Evenzeer als ln het vorig behandelde
„licmantiek en Werkelijkheid", naar aan
leiding van dr. Van Suchtelen's „De Tuin
der Droomen" ziet spr. ook in d'e be
grippen „Liefde en Heiligheid", zooals
hij deze construeert uit het kunstwerk van
mevrouw SimonsMees, ccn levenspro
bleem. Anders dan de vorige maal, ver
krijgen wij hier een tragische oplossing,
welke echter, volgens spr., geen oplossing
is, indien de verzoening niet wordt ge
bracht.
Er dan geeft spr. een omschrijving van
dc door hem te behandelen begrippen:
Liefde, d. i. de overgavo der ziel zonder
er reis voor te vragen; „Heiligheid", de
vergoddelijking van het aarcteche bestaan,
zooais wij het -geteekend vinden in hot
Pa.m-hvcrhaal, in het Johannes-evangelic,
us-nr Maria Magdalena den verheerlijkten
•Chrislu' ziet wandelen ln den tuin en al
ha ïr liefde uitstort in dat eenc vvpo- d:
„Itahbcni" en tot antwoord krijgt: 2 r.k
mij niet aan".
In verband met het gansclic teven Kos
misch behandeld, wórdt het meer dan het
subtiele van eigen zi-ei. En zooals het door
rpevrouw SimonsMees k.* beschreven;
wordt lief, losgemaakt van hot godsdien
stige, eep mpfiejii probleem cn wij zien
de begrippen .Liefdé en Heiligheid - uit-
gobecld in tweo vrouwenfiguren, waar
-omheen zich mannenfiguren groepecren.
die er zooals tiet meer gaat bij schrijf
sters, voegde spr een beetje ondeugend
er aan toe niet at te schitterend uit
komen.
Losgemaakt van het mystieke worden dc
begrippen „Liefde en Heiligheid" hier
symbolen van onzen tijd.
Spr. noemt hot stuk, waarvan hij, na
gaf, fijn, maar niet geraffineerd.
Walter Carelsen is een asthetisoh Idea
list, beeldhouwer, schilder, dichter. Hij
trouwt met Hanna Donker (spr. ziet ook
in dezen naam een symbool), die als arge
loos kind reeds onder de bekoring kwam
van Walters idealisme cn wier kuischheid
en reinheid htm bekoort en die hij ideali
seert als oen heilige en die hij uitbeeldt
in -een „St-Elizabeth".
In hun huis wordt alle weelde verban
nen. Zii leiden een ascetisch, vegetarisch
leven. Er komt echier verandering. "Wat-
ter kan zijn idealen niet vasthouden, zij
ontglippen hem stuk voor stuk. Hanna
bluft, wat zij als kind was.
Dan sterft hun eenig kind Nora. Over
-*■
BINNENLAND.
Brand bij Nijmegen.
Ingediend zijn drie wetsontwerpen, ra-
gelende pensioenen.
De heer Gerretson lid van de Tweede
Kamer.
Jhr Van Nispen tot Sevenaer is terug
gekomen op zijn besluit tot ontslagaanvra
ge als gezant bij den H. Stoel.
BUITENLAND.
Oostenrijk verzoekt ook te Londen tei
worden ontvangen voor directe hulpver
leening. a
De Beiersche premier von Kahr over .het
standpunt der Beiersche regeering.
Staking van het trampersoneel in Rijn
land en Westfalen en van de kolensjouwers
in Berlijn.
Miiner ridder in de orde van den Kou-
seband
Aan prins Sixtns van. Eourbon wordt
het verblijt in Italië ontzegd.
het verlies daarvan kan de stille, denken
de, peinzende Hanna niet bovenuit ko
men, als gevolg van dc gespletenheid van,
beider leven.
En voortaan leven zij naast elkaar, tot
dat er twee nieuwe figuren op het tooneei
komen. Mina Ferara, eon levenslustige
vrouw van zuidelijk type, waardoor Waller
zich voelt aangetrokken.
En als Waller aan deze vrouw de bloe
men geeft, bestemd voor het graf van
Nora, haar kind, dan Is de scheiding ge
komen. De lila-japon, die zij droeg, toen
bij haar voor 't eerst bewonderend ont
moette en die zij als een heerlijke herin
nering bewaarde, gaf zij nu aan de werk
ster mee, en het beeld St.-Elizabeth, dat
hij voor haar had gebeeldhouwd, sloeg zij
in stukken.
Ook in haar leven zou verandering kun
nen komen. Een vriend uit haai* jeugd,-
JPaul Veerman, kornt uit Iudiö en open
baart haar zijn liefdeZij wijst hem echter
iif. Zij .kan haar z.iel niet tweemaal geven.
En als eindehjk, mot een goede bedoe
ling, Waller haar Dagboek, verwerkt tot
een kunstwerk, haar ter hand! etelt, dau
•is- de scheiding ^usséhen deze twee vol
komen geworden en haar laatste woord
tot don man, tot. wien zij, om zijn ©esthe
tisch idealisme had opgezien, was de ver
zuchting„Mnak in Godsnaam geen kumt
van mijn leven."
Het stuk geeft voor den mystiek aan-
gelcgdeü merisch geen bevrediging, omd'ab
do verzoening met het leven niet volgt,
en ©tof tot vele vragen, als: Waarom
wordt dit onverdiend lijden op iemand ge
worpen, die de draagster van het heilige
is? Is dit misschien het plaatsvervangend
lijden?
Hoe dit zij. de schrijfster heeft in ,,St."
Elizabeth" geestelijk© typen uitgebeeld.
In Hanna Donker zien wij de uit God
geboren zuivere ziel, die onder alle om
standigheden blijft wat zij als haar levens
ideaal heeft gekozen. Walter Carelsen i*
de intelectueelo Hamlet-achtige natuur,
die geen steunpunt heeft in zichzelf, in
Nina Ferara dc gespleten ziel, die het:
leven leeft, zooals zij het ziet, omdat zij
hét zoo wil.
De schrijfster lost de moderne levensvra
gen, vooral in de twee vrouwenkarakters
voor ons blootgelegd, echter niet op.
Naast de innerlijke vroomheid, die ons
aantrekt, stelt zij het volle leven, waarover
wij toch ook niet slecht mogendenken,-
Door IIcnri Ardcll. Naar het Frausch.
(Nadruk verboden).
10)
„Hoe weet je, clat die mijnheer vindt, dat
je er lief uitziet?" vroeg de heer Malouzec,
zijn d:kke, witte wenkbrauwen fronsend.
Triomfantelijk antwoordde zij dadelijk
Omdat hij hot mij gezegd heeft!"
„Wat zeg jc, heeft hij het je gezegd?
Maar die neef van jou is ccn onbe
schaamder'
„Waarom?" riep zij verschrikt. „Waar
om V'
„Omdat dat niet zoo behoort Omdat
to en geen complimentjes moet maken aan
een goed opgevoed meisje Daaronbo
ven, kindlief, jon go mannen zeggen, dat
it eggen allo vrouwen, dio zij ont-mccten.
Het is een malligheid, waar je- geen acht
«p moet slaan 1"
„Een malligheid? Kapitein, vindt u mij
dan ook een misbaksel, zooais mevrouw
Morgan o altijd beweert, dat ik ben? Och
neen, zeg dat nu niet! Ik ben zoo blij te
kunnen denken, dat. ik or lief wan uitzien,
al ben ik klein, cn bruin, zelfs met verwardo
harenTo Parijs heeft men misschien niet
denzelfdcn smaak als te Douamenez! Des
•te boter l"
„Arletto, kindlief, weet jc dan wol, dat
■jo akelig coquette bent?"
,,Ta dat coquetterie, als men blij is knap
gevonden to worden?"
„Ja, stellig!' stemde dc kapitein tee op
*on geleerder, toon.
„Nu, enfin, dan ben ik maar coquette,
want ik ben" verrukt, niet leelijk to zijn,
zooals ik dacht. Kapitein, beknor mij nu
maar niet u zou ook blij zijn, als u, van
klein kind af aan, u hadt hccjre.ii behande
len als een onbeduidend wezen, dat niets
ter wereld bcteckcnti en nergens toe in
staat was1 als let- dwaasheden doen, waar
voor il la| er beknord wcrcL U zou het heer
lijk) vinden te hooren-, (Lat or niets was van
dat alles, cn dan zou u evenals ik uitroe
pen„Leve dc eoquefcterric!"
En opnieuw wieg el do Ar lette triomfante
lijk in baar grooten stoel.
Maar op hetzelfde oogenblik weerklonk
in den tuin een vrouwenstem, luid en
klankrijk
„Gerechte hcmc-1! Wat hoor ik daar?
Yves, luister jc naar jc dochtertje? Zij zal
mijnheer Dc Pazarme er-geren."
Met ccn ruk keerde ArleHe zich era.
„Daar kwam op eenigo weinige schreden
afstands juffrouw Catherine aan, met. haar
mooiste muts op cn haar gebedenboek on
der den arm, vergezeld niet alleen door
dokter Morgahc, maar door Guy in eigen
persoon.
„Hé, neef, is u daar?" riep zij verbaasd
en niet boos."
„Ja, daar ben ik, in eigen persoon 1 Mijn
heer Morgan o heeft, mij aangesproken en
juffrouw Malouzee is zoo vriendelijk ge
weest mij permissie te geven u tc gaan ha
len met mijnheer uw vader.
„Mij to halen?"
„Ja, juist. Wij ijcmcu jc mee, om rnot ons
te dejeuneer on voordat wc naar liet feest
gnan.';
„Vader, gaat u ook mbo naar Kergoat?"
vroeg zij .verheugd.
„Neen,-lief kind, dat is mij niet moge
lijk Ik zal jo vanavond terug zien. Je
tante heeft je laten vragen."
Hij legdlo zijn hand cp het bruine hoofdj'O.
Maar Arlette maakte zich -dacllelijk vrij, en
trok uit teederheid dio hand a-an haar lip
pen. Toen begon zij met Guy te pratenen
dc kapitein onderdrukte een zucht van bo
nis ting.
Hij vermoedde zeker niet, dat die ge
duchte Parijzen aar e enige o ogenblikken
later hem op zijn beurt zou inpalmen door
zijn bloemen te bewonderen.
En toch geschiedde dat wonderen. toen
Guy do Paz arm o een kwartiertjo later den
tuin verliet, die zoo heerlijk rook naar
lelies cn aardbeien, bescliouwdo de brave
kapitein dien knappen jongen man niet
meer als een vijand, die daar zoo plotseling
uit Parijs was komen opdagen om een
meisjo het hoofdje geheel te vervullen. Hij
had dan ook niets te antwoorden, toen zijn
vriendinnetje Arlette hem op een toon. van
verstandhouding toefluisterde
„Is 't niot, kapitein, u vindt mijn neef
Guy ook heel aardig, hè?"
IV\
Tussehcn haar 'twee nichtjes gezeten, reed
Arlette in een brik, die flink vooruit kwam;
hij was door Guy uit-gekozon, oen uitmun
tend kcr.nc-r. den wog naar Kergoat over.
„Het i9 jouw taak, Arlett^, jo Brotagno
aan ons to lateD zien." had mevrouw Chau-
6oy vroolijk gezegd, van dc eerste ontmoe
ting af ingepalmd door de stralen do jeugd
van liet meisje, van wier moeder zij bepaalt?
heel veel gehouden had, en zij voelde, dat-
zij het kind ook zou liefhebbon, to meer,
daar zij zeer gevoelig en in den grond goed
hartig was. Glimlachend/ hoorde zij haar
praten, op eer. grappige manier de onbe-
duidendo feiten van haar leven van iedcren
dag te verteller'., op al dc vragen, die mon.
haar deecl het geheim openbarende vau haar
jcugdigo gedachten, met eeii naïeve cn
origineele openha-rtighéid, dio Guy zoo
heerlijk vond c-n waarvan hij genoot- meb
het genoegen van een geblaseerd ma-n, die-
op zijn weg een ongewoon heerlijk onthaal
vindt.
Zonder hot tc laten bemerken, -deed hij
of hij haar nu en dan tegensprak, of hij dc*
geloofwaardigheid \an do legenden, dio zij
vertelde, in twijfel trok, zich verwonderde
over haar groote sympathie voor de zcelio-
den, „haar zeelui" zooals zij zo noemdedat
«alles op bescheiden wijze, maar toch zóó,
dat hij hot genot had haar to zien opstui
ven en met vuur haar opinio \crdcdigen.
Trouwens, bij een onkel woerd van hem,
clat haar gedachte afloidde, brak zij haar
pleitredenen af en ondervroeg hem op haar
beurt, over Parijs vooralParijs, waarvan
de naam alleen het visioen in haar geest
scheen te doen verrijzen van een prachtige
stad, aan een droomenstad gelijk. Dab be
greep Guyzij zou zeker niet verbaasd ge
weest zijn er, bijwijze van huizen, paleizen
to zien, omgeven door prachtige tuinen met
fonteinen van springend water, waarin zich
de kleuren van den regenboog wccrspiegel-
dnclanen, beschaduwd door hoornen, die
zij zoozeer liefhad, w.oarin mannen cn vrou
wen rondwandelden, allen rijk en gelukkig,
voor wie allen het leven een heerlijk feest
was, waardig zoo genoemd to worden.
„U denkt, zeker," zei hij lachend, „dat
er te Parijs hooit regen is of modder of
andcro dergelijke onaangenaamheden
zijn
J „Zijn die or dan wel?. Dd.~.r had ik
nooit over gedacht!" zei ze op den toon
van een teleurgesteld kind, dat een verlicht'
beeld ziet verduisteren.
„Ja, die zijn er Zooals er overal ver-»
foc-ilijko mannen en vrouwen zijn, schreien
de kindoren, rookende sohoorsteenegn
„Mijn hemel, Guv, wat een opsomming,"
viel mevrouw Chausey hem in de rede. Do
voorgewende ernst van haar broer amu-
secrdo baar al evenzeer als het gezicht van
Arlctto. „Ontneem dat kind haar illusies
toch niet!"
„Het is waar, dat illusies niet tot de
voorwerpen beboeren, die men kan weer
vinden, als men zo eenmaal verloren heeft.
Nichtje, wees dus heel voorzichtig cn heel
verstandig cn bewaar do uwe zorgvuldig.
En, in ieder geval, ik zou een echt ondank
bare man zijn, als ik kwaad, sprak van Pa
rijs Het is een verrukkelijke stad, even
verrukkelijk als gij u voorstelt, en zij over
treft uw Brctagr.o ik weet niet hoeveel
meter
„O neon, dal niet!" riep zij verontwaar
digd. Üw Parijs mag mooi zijn, maar het is
niet mooier dan mijn BretagncKijk
dan eens hier on durf het tegendeel bewe
ren! Kijk naar do zee, mijn vriendin do zee!
Want die is echt- mijn vriendin. Wij begrij
pen elkaar zoo goed! Alsof hot een inenscb
was, zoo begrijpt zij mij, lk spreek met do
zee over alles, wat ik liefheb ik vertel haar
wat ik verlang, wat ik verwacht, wat ik
hoop en wat ik zou willen Eu zij
geeft mij antwoord in het gezang der
golven, altijd, zooals ik wensch, dat zij
mij antwoordt 0; de zee. ik aan
bid haar!"
fiVYordt venolgd.)