No. i8698.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 16 Februari.
Tweede Blad. Anno 1921.
EERSTE KAMER.
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON..
Heef Skif
Bij hM wetsontwerp lot wijziging van het
jyohtste Hoofdstuk der St-aatsb eg rooting
voor 1920 (verschillende artikelen), dat het
eerst aan de orde komt, maakte de heer
VAN BMBDEN (V. D.) eenige opmerkingen
tegen posten, in dit wetsontwerp voorko-
inende, die reeds zijn uitgegeven zonder dat.
vooraf de goedkeuring der Staten-Gene-
tumü wae verkregen. Fiatteering, achterna
komt niet te pasze geeft geen waarborg
voor de burgerij tegen willekeurige amb
tenarij. 8preker zal daarom tegen het wets
ontwerp stemmen.
De MINISTER VAN OORLOG, de heer^
POP, betreurt het met den "heer Van Emb-
den, dat hier uitgaven moesten worden
goedgekeurd. De late indiening van deze
fiuppletoiro begrooting is het gevolg van de
omstandigheid dat de wisseling van het
hoofd van het departement juist tijdens
deze zaak plaats had.
Na repliek van den lieer VAN EMBDEN
iwordt het wetsontwerp aangenomen met
26 tegen 6 stemmen.
Tijdelijke afwijking Militiewet.
Aan de orde zijn de wetsontwerpen tot
lijdelijke afwijking van de militiewet en
tot landstorm voorzieningen (twee wetsont
werpen).
Do heer IDENBURG betuigt zijn volko
men instemming met de wetsontwerpen.
Zoolang de Regeering zich in haar leger-
politiek laat. leiden door twee gedachten,
p.l. geen verzwakking van do nationale
weerbaarheid, maar ook geen vermeerde
ring van de persoonlijke lasten ten ge
volge daarvan, zoolang kan zij op sprekers
stem rekenen. De Memorie van Antwoord
op het voorloopig verslag kon spreker dan
ook volkomen verdedigen. "De verkleining
van het contingent acht spreker niet wen-
Bchelijk, omdat men daardoor te weinig
mannen overhoudt om in verband te oefe
nen. Het drie-ploegen-stelsel kan dus niet
sprekers waa-rdeering hebben. Wanneer he-fc
verder 's Ministers bedoeling is om het z.g.
k^rnleger aan te vullen met de oefenplich-
tigen, dan bestaat de mogelijkheid dat bij
oorlog dit kernleger reeds geheel vernie
tigd zal zijn. voor de oefenpliohtigen vol
doende zullen zijn geoefend om met succes
in het vuur te worden gebracht. Ook deze
plannen kan spr. dus niet toejuichen.
Hartelijk zou spreker het toejuichen,
wanneer de minister een middel zou kun
nen vinden om aan de uit sociaal en ethisch
verwerpelijke loting een eind te maken.
Spr. verzekert, dat hij zijn stem niet aan
het ontwerp zal onthouden.
Do MINISTER VAN OORLOG erkent,
dat de oplossing van d£ vraagstukken,
waarvoor hij is gesteld, niet gemakkelijk
is. Een voorname eisch, waarop veel te wei
nig de aandacht wordt gevestigd, is deze,
dat ons leger goed geoutilleerd zij, va.n
voldoende hulpmiddelen voorzien is, om
zijn waarde te. vervolmaken. Daarheen
hoopt spreker het to kunnen leiden. Do
vredesorganisatie blijft intact volgens cile
plannen van den minister. Op de vraag,
of óns Teger voldoende sterk is, is niet vol
komen te beantwoorden Een groot© factor
daarbij is tocb de toerusting met artillerie,
vliegtuigen enz. De sterkto zal dus niet lig
gen in het getal, maar in do goede uitrus
ting In 1914 hebben wij een goede les ge
kregen toen mankeerde er nog al het een
en ander aan de uitrusting. Do voorge
stelde kerntroep en te zaïnen vormende on
geveer 64,000 man, zullen een uitrusting
vorderen welke, wanneer zij goed zal zijn
'een bedrag van 300 millioen gulden zal vor
deren.
Na re- en dupliek worden de wetontwer
pen z. h. st. aangenomen.
Bij het wetsontwerp tob wijziging van de
Postwct en do Pakketposbwet verzet zich
de heer VAN DE MAESSEN DE SOM-
BREFE (R.-K.) tegen de voorgenomen
maatregel om de portvrijdom op te heffen.
Spreker gelooft niet, dat er zooveel mis
bruik van gemaakt zal worden.
De heer BERGSMA gelooft ook niet, dat
er praotisch gesproken misbruik wordt ge
maakt van cfer. portvrijdom. Spreker zelf
heeft daarvan nooit iets gemerkt.
De hceir SMEENGE vreest, dat de ambte
narij zal *to en omen wanneer de portvrijdom
zal worden afgeschaft, omdat men dan tal
va® personen zal moeten .aanstellen om do
controle uit te oefenen.
Ook de heer MENDELS (S. D. A. P.) had
bezwaren tegen dit wetsontwerp. Hij ver
schilt met de® minister van meening, dat
de posterijen een tak van dienst zou moe
ten zijn welke zich zelf volkomen bedruipt.
Dat'moge vroeger, toen het nog een klein,
dienstje was het- geval zijn geweest, maar
thans kornt in de eerste plaats de nuttig
heid van de® dienst ter sprake. Spreker
geeft den minister in overweging do behan
deling van dit wetsontwerp op te schorten
tot hij in de gelegenheid zal zijn geweest
een overzicht. Ie geven van wat hij meent
in dezen te zullen moeten voorstellen.
De MINISTER VAN WATERSTAAT,
de heer KON1G, meent, dat waar de post
een staatsbedrijf en geen gewone tak van
^lienst is, het niet aangaat de portvrijdom
te laten, voortbestaan en daardoor een te
kort van 10 millioen gulden door de gewone
gebruikers door portve-rhooging te laten
bijpassen. De administratieve rompslomp
behoeft niet door de nieuwe maatregel be
vorderd te worden, zooals sommige leden
meenen.
Bij de repliek meent de heer BERGSMA
dat het voorstel-Mendels tot sohorsing van
het ontwerp alle aandacht, en steun ver
dient. t
Ook de heer DE WAAL MALEFEIT (A.
R.) vreest uit de voorgestelde opheffing
der portvrijdom financieele en administra
tieve lasten voor de gemeenten
De heer MENDELS (S. D.) dient daarop
een voorstel tot schorsing van de behande
ling van het wetsontwerp in.
De MINISTER VAN WATERSTAAT
wijst er op dat bet wetsontwerp kart wor
den aangenomen, terwijl de minister de
toezegging geeft de afschaffing van den
vrijdom van port niet eerder t© zullen in
voeren dan nadat hij zijn nadere plannen
aan de Kamer zal hebben meegedeeld
De heer MENDELS trekt daarop zijn
voorstel in.
Do vergadering wordt verdaagd tot
Woensdagmorgen elf uur.
(Ingekomen was beniokt van afwezigheid
van den hcor De Gijselaar, wegens ziekte,
e>n van den heer Miohiels v. Kessenich
wegens ongesteldheid).
Vergadering van gistermiddag.
Gemengde Commissie voor Stenografie.
Aan de orde is de benoeming van een lid
van de Gemengde Commissie voor de Ste
nografie, tevens van de Commissie voor
het Kort Verslag van de vergaderingen
der Kamer (vaeature-mr. De Savornin
Lohman).
Uitgebracht worden 55 stemmen, waar
van 22 op den heer Duymaer van Twist;
14 op den heer Schokking; 15 op den heer
Schaper; 1 op den heer De MontóVerlo-
ien1 op den heer Dresselhuys; 1 op den
heer Arts en 1 op den heer Treub. Aange
zien niemand de volstelctc meerderheid
verkrijgt, heeft een tweede vrije stemming
plaats.
Uitgebracht worden 62 stommen, waar
van 23 op den heer Duymaer van Twist;
27 op den heer Schokkin20 op den heer
Schaper1 op den heer Dresselhuys en 1
op den heer Arts. Wederom heeft niemand
do volstrekte meerderheid verkregen.
Thans moet eerst worden gestemd over
de vraag wie van de heeron Dresselhuys en
Arts als vierde aan de herstemming zal
deelnemen.
Uitgebracht "worden 61 stemmen, 28 op
den heer Dresselhuys on 28 op den heer
Arts en 5 blanco.
Thans moet het lot beslissen. Het be
slist ten gunste van den heer Arts.
Daaa<na hoeft herstemming plaats tus-
schen de heeren Duymaer van Twist, Schok
king, "Schaper ep Arts.
Uitgebracht worde® 63 stemmen, waar
van 20 op den heer Duymaer van Twist,
23 op den heer Schokking, 17 op den heer
Schaper on 3 op den heer Arts.
Thans heeft herstemming plaats tusschen
de heeren Schokking en Duymaer van
Twist.
Uitgebracht worden 60 stemmen. Hier
van krijgt de heer Schokking er 32, deu
lieer Duymaer van Twist 28, zootlat ten
slotte gekozen is de heer Schokking.
Interpellatie-Beresteijn.
Aan do orde is de behandeling van het
verzoek van den heer Van Beresteyn, om
verlof tot het richten van vragen aan de
Minis tors van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen en van Binnenlandsohe Zaken
naar aanleiding van het Koninklijk besluit,
waarbij ongegrond is verklaard het beroep
van den Raad van 's-Gravenhage' tegen liet
besluit van Gedeputeerde Staten tot niet-
goedkcuring van-het besluit van den Ge
meenteraad van 's-Gravenhage tot toeken
ning van een subsidie aan de Nationale
Opera.
Het verzoek wordt toegestaan. De inter
pellatie heeft op een nader te bepalen dag
plaats.
Interpellatie-v. d. Tempel.
Voortgegaan wordt met do interpellatie
va® den heer Van den Tempel (S. D. A.
P.) betreffende do werkloosheid, welke op
het oogenblik de arbeidersklasse teistert,
da bestrijding dier werkloosheid en in het
bijzonder betreffende do ondersteuning der
werkelooze arbeiders.
Hierbij is tevens aan de orde de motie-
v. d. Tempel om uit te -sproken, dat da
voorschotten aan de kassen geheel a fonds
perdu zulle® rforde® verstrekt.
De heer SNÖECK HENKEMANS (0.-
H.) acht hot onjuist, dat de heer Van den
Tempel van een soort, paniekstemming
spreekt. Een dergelijke stemming moet in
geen geval gebruikt worden. Uit die stem
ming is ook de daad der ^igaren-fabrikan-
ten to verklaren, die spr. -overigens af
keurt.
Onjuist acht liij ook de critiek van den
heer Van d!en Tempel op het tegenwoor
dige productiestelsel, jdat op winzucht zou
berusten Spr. keurt het af, wanneer thans
fabrieken worden stopgezet, indien dit niet
dringend noodig is.
Do werkloosheidsverzekering acht spr.
een goede zaak, maar er zit een gevaarlijke
kant aan, nl. daft zij kan leiden tot lanter
fanten. De Minister heeft te waken, dat het
te besteden geld zoo goed mogelijk worde
besteed. Daarbij heeft hij geen enkclo bepa
ling van de kassen buiten werking gesteld.
Uitvoerig verdedigt spr. cis steunregeling,
door den Minister toegepast. De Regeering
beseft wat haar taak is en spr. dringt er
op aa®, dat de Minister een wettelijke
voorziening spoedig zal voorstellen.
De lieer SCHOUTEN (A.-R.) betoogt,
dut in Nederland ten aanzien van de werk
loosheidsverzekering zeer belangrijk werk
is verricht. Het gaat z. i. niet aan, dat do
heer v. d. Tempel deze gelegenheid heeft
aangegrepen om de socialisatie te propa
geert®, terwijl ook met medewerking va®
do sociaal-democraten ce® speciale com
missie ter bestudeering van dit vraagstuk
is ingesteld Als de 'heer Va-n den Tempel
zijn zin kreeg, zouden alle koste® worden
afgewenteld op de publieke kas, en dat zou
spr. -allesbehalve in het belang der werk
loosheidsverzekering vindc®. Spr. acht de
regeling van dien Minister juist, doch
vraagt alleen eenige differentiatie aan te
brengen in de regeling, zonder da«t dit meer
geld ko6t aan de schatkist. Vóór alles is
een intensieve controle noocllg en dat is
niet gemakkelijk.
De hoer HAAZEVOET (R.-K.) behandelt
o.a. de vraag of het niet mogelijk is arbei
ders 'naar do tropen te zenden. Hij verde
digt de noodzakelijkheid, om de werkgele
genheid te verruimen. Daartoe moeten de
afzonderlijke industrieën worden gesteund.
Hij wijst voorts op de noodzakelijkheid om
het vakonderwijs te verbeteren.
De heer DIJK (R.-K.) toont met voorbeel
den aan, dat overheidsinstellingen onbewust
de buitenlandsche industrieën steunen. Z, i.
moet dat anders worden en moet getracht
worden op alle wijze de Nederlandsohe in
dustrie te steunen.
De- heer WEITKAMP (C.-H.) bestrijdt eent-
ge opmerkingen van den heer Schaper ten
aanzien van de landarbeiders. Diens kwalifi
caties acht hij onbillijk; hjj wjjst er bijv.
op, dat de kippenhouderrj één der lichtpun
ten is voor do arbeiders.
De heer A. P. STAALMAN (C. D.) be
toogt, dat het dwaas is van de sociaal-de
mocraten om altjjd weer met de socialisatie
aan te komen, waar niemand het heil van
inziet.
Vervolgens critiseert hg scherp de hou
ding der Regeering, die niets heeft gedaan
voor de bestrijding van de werkloosheid,
maar wel veel gelden beschikbaar stelt voor
militaire uitgaven.
Do heer DRESSELHUYS (V. L.) is teleur
gesteld over deze interpellatie ea den opzet
daarvan. De aanval op het kapitalisnme,
waarmede de rede aan ring, was z.i. mis
plaatst. De werkloosheid mag niet gewe
ten worden aan de vrijheid van het bedrijf,
want zy is een gevolg van den oorlog en
de beperking, die daaruit is voortgevloeid.
Naar spr/s oordeel had de heer v. d. Tempel
zijn vragen ook moeten richten tot de Mi
nisters van Landbouw en van Binnenlandsche
Zaken. De vraag, die van gewicht is, is deze:
Hoe kan men de werkloosheid thans op
heffen? Deze vraag is belangrijker dan die
hoe men de werkloozen zal steunen. In de
eerste plaats acht spr. noodig, dat alle be
lemmeringen, die aan de industrie ia den
weg worden gelegd,worden weggenomen.
De beperking van de arbeidsgelegenheid
wordt hier krachtig toegepast, terwijl andere
landen de besluiten van Washington niet uit
voeren. Daardoor komt Nederland in het
nadeel bij de concurrentie.
Het middel van bijslag op de loonen acht
spr. gevaarlijk, maar hij ziet er wel iets in.
Bb het verleenen van credieten moet de
Rcgéering den eisch stellen, dat de Neder-
lardsehe industrie zal worden bevoordeeld.
Spr. hecht hierbij niet alleen aan de credie
ten in eigen land, maar ook die, welke aan
hel buit en! and zijn verleend.
Ten plotte vraagt hij de Regeering de
regeling zóó te maken, dat de gelden spoe
dig beschikbaar zullen zijn. Spr. verklaart
rich tegen dé motie. Hij verwacht, dat de
Minister later de gelden zal moeten kwijt
schelden.
De heer MARCHANT (V. D.) herinnert
er aan, dat het juist de geestverwanten
van den heer Dresselhuys zijn geweest, die
een geleidelijke normaliseering van den ar
beidsduur* hebben tegengewerkt. Alleen een
revolutionnair avontuur heeft hen tot een
ander inzicht gebracht. Het waren echter
alleen „angst-democraten", >die in 191S ont
stonden, en zij zijn thans .hun angst te boven.
Wei vraagt de heer Dresselhuys. meer vrij
heid voor de bedrijven, maar tegelijkertijd
wenscht hij bij de verieening van credieten
de vrijheid te beperken. De regeling, die spr.
wenscht, moet het karakter hebben van een
verzekering en niet een werpen met geld
zijn. Spr. zou niet willen, dat na de crisis
de kassen met schuld waren overladen. Daar
om is hij vóór de motie-Van den Tempel.
De vergadering wordt verdaagd tot
's avonds.
A VOND VERGADEREN G.
Interpellatie-v. d. Tempel.
De heer VAN RIJSEWLJK (K.-K.) is
van meening, dat bij de interpellatie de
politiek te veel op den voorgrond is ge
komen, en de interpellant heeft vergeten
bewijzen aan te voeren voor zijn tegen
den Minister van Arbeid gerichte beschul
digingen. Spreker brengt hulde voor het
geen de Minister ter bestrijding van cl'o
werkloosheid heeft gedaan.
Spreker geeft dan een aantal middelen
aan, welke tot verbetering van den be-
staanden toestand kunnen leiden. Hij acht
deskundige voorlichting der Regeering
dringend noodig en dringt aan op instel
ling van bedrijfscommissies uit patroons-
en arbeidersorganisaties, welke in dezen
advisee rend zullen kunnen werken.
Spreker dient daarom de volgende motie
in:",,De Kamer, enz., van oordeel, dat
het wensohelijk is, dat van Regeerings-
vege maatregelen worden genomen, welke
den normalen gang der productie in ons
land kunnen bevorderen en verzekeren
spreekt als haar meening uit, dat onver
wijld doeltreffende maatregelen moeten
worden getroffen «met voorlichting van de
organisaties der divers© sociale groepen,
en met het inroepen van haar medewer
king."
De motie komt direct in 'behandeling.
D© heer KOLTKEK (S. P.) meent, dat}
Regeering noch werkgevers ïn zak© de
werkloosheid kunnen helpen. De georga
niseerde arbeiders moeten zioh opmaken
om te zamen met de werkloozen verbete
ring van den toestand af te dwingen.
De heer KRUIJT (C. S. P.) dient een
voorstel tot schorsing der beraadslagingen
in, daar de werkloosheid een zaak van zoo
groot belaDg is, dat de geringe belang
stelling der Kamer een voortzetting der
interpellatie niet wettigt.
Daar de motie van orde echter niet door
5 leden wordt ondersteund, kan z© geen
onderwerp van beraadslaging uitmaken.
De heer WIJNKOOP (C. P.). betoogt
uitvoerig, dat de crisis en de oorlog onder
het kapitalisme permanent zijn geworden
vandaar dat werkloosheid een steeds we
derkeerend verschijnsel is. Er is geen an
dere uitweg dan de verdwijning van het
kapitalisme
De heer VAN DER WAERDEN (S. D.
A. P.) spreekt over de socialisatie, in
verband met hetgeen hierover door andere
sprekers fe gezegd.
Spr. betoogt voorts, dat de sigarenma
kerspatroons volstrekt niet van de dwa
lingen huns weegs zijn teruggekeerd.
Verder-bestrijdt hij hetgeen de heer Dres
selhuys over de socialisatie gezegd heeft.
Do heer YAN RAVESTE1JN (G. P.).
Constateert het totaal bankroet van de so
ciale politiek, dat-blijkt ook uit de mis
lukking van de werkloosheidr-verzekering,
de eerste maal dat deze in werking moest
treden.
De Minister van Arbeid, de heer AAL*
BERSE, betoogt, dat elk stelsel van werk
loosheidsverzekering bij een ernstige cri
ses zal falen. Men zal dan steeds zijn
toevlucht, moeten nemen tot vermindering
der uitkeering of tot steun van overheids
wege.
Wat de motie-Va® Ravesteijn betreft',
spr. is niet bekend, dat van- de zijde der
Ned. Regeering aan den handel met Rus
land moeilijkheden in den weg worden ge
legd. Er wordt dan ook reeds handel mei
Rusland gedreven.
Op pa-edagogische gronden is er bezwaar
tegen een uitkeering van het volle loon.
Hieutna -beantwoordt spr. veschillende
opmerkingen uit het debat
Totaalcijfers van dc werkloosheid hier te
lande bestaan niet-; vergelijking met an-,
dcre landen zou' slechts problematische
waarde hebben, omdat de wijze van samen
stelling der gegevens uiteenloopt.
De motie-v. d. Tempel is drieledig; zij
houdt drie totaal verschillende dingèn in.
Ten eerste om steunverleening fonds
perdu'te geven; ten tweede om de sigaren
makers nogmaals een dergelijke uitkeering
te geven en ten derde, om de uitkeering
van uit de leege kassen te doen zijn de on
verminderde reglementaire uitkeeringon.
Daarentegen wil de Regecring rekening
houden met de gezinsbehoefte. Ook al zou
de» motie worden aangenomen, dan kan de
Regeering* toch niet toezeggen er gevolg
aan te geven.
Spr. betoogt voorts, dat het werkloos
heidsvraagstuk het geheele kabinet raakt
en daarom in den Ministerraad is behan
deld. De Kamer heeft alleen te maken met
de beslissing, niet- met de beraadslaging
van den Ministerraad. Onjuist is echter
de tegenstelling welke de heer v. d. Tem
pel maakte tusschen spr. en het kabinet.;
Een Minister heeft een beslissing van den
Ministerraad te verdedigen, als zijn per-
sooulijke meening.
De Minister va® Binnenlandsche Zaken
overweegt de iiiet-verzekerde werkloozen
in de steunregeling op te nemen, maar zij
zullen een lagere uitkeering krijgen. Tegen
overleg met de vakcentrales bestaat geen
bezwaar. Het zal wenschelijk zijn ook deze
steunregeling bedrijfsgewijze te bekijken.
Zijn er werkloosheiclskassen, die meenen
dat er in lnm bedrijf geen crisis-werkloos
heid is, dan kunnen zij met de gewone uit-
beeringen doorgaan, maar voor hun eigen
verantwoordelijkheid, zoodat, als het later
andera blijkt-, zij niet meer voor steun in
aanmerking komen.
Met- steun aan de industrie, ia welken
Door Henri Arclell. Naar het Fransch.
(Nadruk verboden).
8)
In het kléine, ouderwetseho winkeltje,
met ©malle raampjes, waarachter in den
zomer potten geraniums en fuchsia's ston
den, beurt om beurt, verkocht zij niet alleen
allerlei dingen, kluwentjes wol en bleedjes
met schrille, levendige kleuren, aardewerk
uit Quimper, chocola en plumeaux voor cle
huisvrouwen te Douarnenoz maar zij ont
ving er ook, met zeldzame, aangeboren
•waardigheid, aitgeleze® personen, die van
haar bijzonderheden wilden to weten ko
men omtrent do zeden c-n gewoonten, do
legenden en gedichten van het land. Die
bijzonderheden deelde zij hun mede in een
taal, van nature eigen aan een vrouw van
vorstand en geestesgaven, dlio geheel uit
haar zelf kwamen, want zij had nooit op dat
terrein veel van anderen geleerd.
Zij was niet rijk en ook niet arm, van zeer
netto familie, on zij zou stil ,,als dame"
kunne®, loven in haar eigen huis. Maar in
do eerste plaats was zij trouw aan de over
levering; on daar haar grootmoeder en
moeder achtereenvolgens oppermeester ess o
geweest - waren van het kleine, nederige
winkeltje, was het niet meer dan natuur
lijk, dat zij haar voorbeeld had gevolgd.
Maar zij was on gerouwd gebleven, want zij
beschouwde zichzolve meedoogenloos ais to
leelijk, om met suoces bet huwelijksavon
tuur l© wagen.
Haar broeder, met niet minder eerbied,
bezield voor de gewoonten der familie,
waarin de mannen van vader op zoon zee
lieden geweest waren, had lange® tijd ge-
vare®, had handel gedreven ongeveer op
alle kusten, tot op den den dag, die niet
spoedig aanbrak dat het zwervend levea
hem eindelijk bego® te vervelen, e® hij zioh
was komc® veetigeu op he«t plekje grond,
waar hij als kind had gespeeld met flink©
kereltje© van zijn leeftijd, nu oude mannen
g^owdre® evenals hij. Hij had hot ouderlijk
huis weergevonden, zooals hij heb in zijn
prillo jeugd had gezien; hij had opnieuw
bezit genen: en van do kamor, waar hij als
jongen geslapen had; dezelfde kamer,
waar"hij zijn eerste droomen gedroomd had
van een avontuurlijk leven, waar de muren
nog hier en daar de teekeningen vertoon
den, die de scones moesten voortellen,
welke hij in zijn heerlijk© reisbeschrijvin
gen gelezen had
Nu las de heer Malouzec nooit meer; zijn
herinneringen waren voortaan voor hem
eon boek, dat hem voldoende genot gaf.
Zijn geliefkoosde bezigheid was d© zorg
voor zijn tuin, waarvoor hij eon war© ver-
cening had, evenals voor een lief mensche-
lijk bloempje, zijn lieveling, Arletto Mor-
gane, dio alles van hem gedaan kón krij
gen, wat zij maar wilde, zooals mevrouw
Morgan© op bitteren toon bij iedere gele
genheid opmerkte. Inderdaad, die oudö zeo-
rob, met zijn athlotischo gestalte, trouwens
do vreedzaamste, do beste, de zachtste
man, dien men wcnschen kon, was d© ge
dweeë dienaar van de fantasierijk© Arlette
Morgan©. „Zij is de eonigo passie van zijn
leven!" stemde juffrouw Catherine laohend
toe zonder cr in hot minst jaloersch op te
zijn. Zij zelf was dol op heb kind, dat zij
van haar geboorte af aan had gekendzij
wijdde ha-ar al de niet verbruikt© teeder-
heid, die haar oud© jongejuffrouwenhatt
bovafcte. En hei kind wist bot wel.
Toen zij nog een klein kindje was, maakte
het nederige wmkeltjo bp het. marktplein
op baar den indruk van een geheimzinnige
wereld, zooveel dingen zag zij er, die zij
niot kende Zij kwam er dan ook wat ang
stig, en verrukt tevens, zonder iets te ver
liezen van haar grappige kalmtehaar
kleine, fiere mondje, dat zioh niet door
iedereen liet kussen, stak zij vriendelijk
toe naar het groots, magere gericht van
juffrouw Catherine, dab altijd voor haar
een glimlach vertoonde. En dan was zij
daar opperheerschercs, hetgeen haar jeug
dige onafhankelijkheid zeer goed aanstond;
zij werd ontvangen als een koningin door
juffr-ouw Catherine, dio heb aardige per
soontje zag patrouilleer en de handigheid
van de kleino vingertjes, die links en rechts
rondtasten, amuseerde haar, zelfs stak zij
ze in de diepe vaten vol droge linzen, met
geen ander doel dan do onschuldige linzen
met- een vlugge handbeweging naar allo
kante® heen te werpen
Somtijds, wanneer de invallen van Ar
letto een weinig te ver gingen, verloor juf
frouw Catherine haar geduld en knorde
een beetje op het koninginnetje, dat niet
verlegen werd, ma-ar dadelijk ophield met
haar spelletje. Zij was gehoorzaam aan de
personen, dio zij liefhad, en haar onstui
mige aard bukt© voor het juk, om de liefde
te beantwoorden, die men haar toedrog;
trouwens zij maakt© zich vaak driftig
tegenover het gezag va® anderen. Van daar
haar min of meer heftig© opstand tegen
mevrouw Morgan e, die jiiet in staat was
zulk ec® spontane, vurige natuur als dio
van Arletto te-begrijpen. Mevrouw Mor-
gane ergerde zich, omdat zij Arlette niet
kon veranderen in een heel gewoon meisje
volgzaam kalm, werkzaam, een soort leven
de machine, die gemakkelijk in beweging
to brongen was.
Werkzaam, dat was Arlotte zeker, maar
op haar manier, opgewonden voor alles,
wat haar interesseorde, totaal onverschil
lig voor al het overig© Haar geest was een
persoon van een zeer onafhankelijk karak
ter, die een zeer kostbaar paleis bewoonde,
nog geheel nieuw, met muren van kristal,
licht en kleurrijk, hermetisch gesloten voor
indringers Tot dat aantal rokende de
eigenares in de eerste plaats zonder ©enig
aarzelen de rekenkunde, een zonder twijfel
zeer achtenswaardige wetenschap ma-ar
zoo iets als een too verhoek voor to oven aars
goed voor oud© menschcn, die veel geld
hebben opgespaard, verklaarde zij smade
lijk, maar zeker niet voor jonge meisjes,
in hot morgenrood staande van het leven.
Daa'entegen, waren de poorten wijd open
gezet voor twee doorluchtige zusters, ge
schiedenis e® aardrijkskundemaar zij had
ze al weer op haar manier ontvangen en
ondervraagd over dat alleen, wat haar
aantrok. Chronologie, datums, administra
tie, dio groette zij met een beleefde bui
ging; met een volmaakte vrijmoedigheid
liet zij de rivieren, bergen en ander© geo
grafische bijzonderheden liggen op de
plaats, dio hui: lot in lengte van dagen was
aangewezen. Zij werd echter geboeid door
do fivieren, welke sommige dier streken
opriepen in haar verbeelding, die reeds was
voorbereid door dc verhalen van den kapi
tein, om van het schilderachtige dier verre
streken te genieten. Hij, die daar gin dis ge
reisd had, in de betooverd© landen, welke
Arlotte nooit zou leoren kennen, waar
groote, vreemde bloemen bloeiden ander
een onpeilbaar blauwen hemel, beschaduwd
door prachtigo boom on zooals zij alleen be
stonden in de verhalen e® legenden, die rij
zoo gaarne las.
Want zij had, evenals allo zeer jong©
menschen sniaok voor wat wonderlijk ia.
Zij was dol op do geschiedenis der hei
ligen, die wonderen deden, welke haar mot
bewondering vervulden, en nooit ongeloof
lijk schenen voor haar naïef en vurig ge
loof.
Een schepscltjo dus, dat een zeer groote
plaats bekleedde i® het tegenwoordig leven
van den goeden kapitein Malouzechij be
schouwde haar zonder het uit te spreken
wol een weinig als zijn kind, daarom alleen
reeds, dat hij haar van klein kindje ai aan
gekend had, e® zij altijd zijn lieveling was
geweest van het oogenblik af aan, dat hij
haar had loeren loopen.
En waarlijk, indien de heer Malouzec
dien dag niet nog meer genoot van dien
schitterenden, ruètigen Zondagmorgen, dan
kwam het, omdat hij tevergeefs wachtte op
rijn vriendinnetje. Hij had baar bijna niet
moer gezien sedert dc familie Chatbey eens
klaps voor den dag was gekomen en het
recht opeisobte degelijk konnis met haar.
te maken door haar geheel en al in te pal-
me®.
„Een beschikking van de Voorzienigheid,
waarover reden was rich tp verheugen,"
verklaarde juffrouw Oatherina. „Zoo zal
het bind de famili© van haar moeder leeren
kennen."
Ja, het was heel goed, stemde de kapi
tein toe, maar hij voor zich bedacht mot
stil genot, al vond hij zichzelf ook heel
egoïst, dat die schitterend© familie van Ar
letto niet zoo heel lang in Douarnonez zou
blijven. (Wordt vervolgd).