No. 18@82u
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 28 Januari.
Tweede BSad. Anno Ï92L
GEMEENTEZAKEN,
UIT OE OMSTREKEN
BB BONTJAS.
Onderzoek naar de wijze van rioleering der
buitenstad.
Ill oen rapport van den Directeur van
Gemeentewerken van 27 Dec, 1919 inzake
do veel besproken rioleeringskvvestie wordt
er op gewezen, dat men zich tot heden, bij
gemis aan een centraio rioleering, die alle
af voerstof f On en hemelwater uit de geheel©
gemeente opvangt en ver buiten de ge
meente voert, behelpt met korte hulprio-
ieeringen, di-> onder geringe helling in het
dichtstbij gelegen buitenwater loozen. Tot
nog toe waren de afstanden tot dit buiten
water betrekkelijk kort en kon loozing
plaats' hebben zonde! verstopping der rio-
-len en zonder buitengewone verontreini
ging van heb buitenwater. Bij de toene
mende bebouwing en het voortdurend
dempen van slooten wordt dit stelsel ech
t-er steeds moeilijker, omdat er ten slotte
-geen water overblijft, waarheen kan wor
den geloosd In het stadsdeel benoorden
den HeerensingeJ is niet anders beschikbaar
dan de smalle en ondiepe Ringsloot4 van
den Grooten en Kleinen Stadlspold-er, die
vanaf de schoei aan den Maresingel in
oostelijke richting over een afstand van
pl.m. 1200 M. doorloopt tot de Zijl..In die
elcot, zonder eenige doorstrooming en ver-
yersching, monden alle riolen uit de steeds
dichter bevolkte arbeiderswijken benoorden
den Maresingel (gedeeltelijk), den Heeren
singel en den Lagen Rijndijk, doch, hoewel
men mag aannemen, dab de consequentie
doorvoering van het beerputtenstelsel
©enige reinigende werking op het riool-
vocht uitoefent, is het duidelijk, dat die
sloot binnenkort in zoodanige mate zal zijn
vervuild, dat do toestand uit hygiënisch
oogpunt allerbedenkelijkst wordt. Elke
nieuwe bebouwing in dat stadsdeel op
«enigszins uitgebreide schaal, zooals bij uit
voering van plannen van woningbouwver-
©enigiiigen het geval is, zal den toestand
verergeren, gezwegen nog van do techni-
flcho onmogelijkheid om den afvoer door de
steeds langere rioolleidingon te bewerk
stelligen Alvorens nieuwbouw te bevorde-
Jen, acht de Directeur het dan ook vol
strekt noodzakelijk, middelen tob verbete
ring te beramen.
B. en W. beamen ten volle wat bi$r door
deal directeur van Gemeentewerken wordt,
opgemerkt
Met het oog op de belangrijkheid en in
gewikkeldheid van het vraagstuk der rio
leering voor de buitenstad achten B. en
iW. het mot de Commissie van Fabricage
;en overeenkomstig het advies van den Di
recteur noodig, dat aan een specialiteit
op rkneeriugsgebied wordt opgedragen dit
vraagstuk n "zijn vollen omvang in studie
te nemen en een oplossing voor to berei
den. Deze deskundige zal dan het defini
tieve stelsel van Leiden's rioleering moe
ten aangeven, en bijaldien financieele be
zwaren de onmiddellijke uitvoering moch
ten beletten, tevens den weg moeten wij
zen, die voorloopig ware in tè slaan-, op-
'dat de huidige werken zooveel mogelijk
possen in het latere systeem. De gedetail
leerde uitwerking zijnor denkbeelden' zou
dan aan G meentewerken lcunnen worden
overgelaten. Als deskundige vestigde de
Directeur de aandacht op den ingenieur
F. C. J. van den Steen van Ommeren, af-
deelingschef bij de Gemeentewerken te
's-Gravenhage, onder wiens directe leiding
de centrale rioleering dier stad werd aan
gelegd en die ook elders als rioleeringsspe-
cia-liteit herhaaldelijk adviezen uitbracht.
En aangezien ook de Commissie van Fa
bricage zich met deze keuze kon vereeni
gen, wendden B. en W. zich tob genoemden
ingenieur met de vraag, of en zoo ja, te-
g©fl welk honorarium hij bereid was onze
gemeente te dezer zake van advies te die-
ncm. Ter nadere toelichting deden zij hem
foveas een opgave van de vragen toeko
men, die zij meer in het bijzonder beant
woord wensnhten te zien. Een dier vra
gen betrof een door den Directeur in zijn
rapport voorgestelde voorloopige oplos
sing, om n.l., ten einde %de bebouwing in
de wijken benoorden den Mare- en den
Heerensingel niet voor langen tijd stop te
zetten, aldaar een boogvormig kanaal aan
te leggen, zich uitstrekkende van 't wes
telijke uiteinde der Slaagh- of Stinksloot
tot de Zijl, en, in afwachting van den aan
leg der eindrioleering, bestemd t.ot opne
ming van alle stoffen aan het kwartier be
noorden beide singels, dab thans is aan
gewezen op de smalle en Ondiepe Ring-
sloot van den Stadspolder, die dan gedeel
telijk in het nieuwe kanaal zou kunnen
worden opgenomen.
De heer Van Ommeren bleek bereid als
adviseur op te treden; omtrent zijn hono
rarium werd overeenstemming verkregen,
en dit bepaald op Ys der eventueele uit
voeringskosten, tot een maximum van
5e00 gulden.
B. en W. stellen nu voor genoemd doel
een bedrag van f 5000 ter hunner beschik
king te stollen.
De toestanden in de Stedelijke Werkinrichting.
Aanneming van een, in handen van het
College van B. en W. ten fine van praead-
vies gesteld voorstel van den heer Knuttel,
om uit den R-aad een Commissie le benoe-
men, die een onderzoek zal instellen naai
de toestanden aan de Gemeentelijke Werk
inrichting en het beleid van den Directeur,
meent dit College ten zeerste te moeten
ontraden.
Ingevolge het Reglement voor de Stede:
lijke Werkinrichting berust het bestuur
over dieinrichting bij een commissie van
7 leden, welke alle door den Raad worden
gekozen, terwijl niet minder cfan 4 leden,
zelfs lid van den Raad moeten zijn. De
Commissie moet dus geacht worden het
vertrouwen van dit lichaam te bezitten. En
nu gaat het h. i. niet aan naast die ver
trouwenscommissie nog een andere, ook
door den Raad benoemde commissie in te
stellen, die eten onderzoek zou moeten doen
naar de toestanden aan de inrichting en
het beleid van haar Directeur.
Het instellen van een dergelijk onderzoek
het eventueel voorbereiden van een reorga
nisatie der inrichting, alsmede een even
tueele opheffing der inrichting, welke, zoo
als B. en W in de Memorie van Antwoord
op de begrooting voor 1921 mededeelden,
een punt van overweging bij hun College
uitmaakt, dient, door hen in overleg met
de commissie, die met liet bestuur is be
last, te geschieden.
Regelingen in verband met de Warenwet.
Ingevolge het bepaalde in de Warenwet
zal de hier ier stede bestaande Keurings
dienst van Eet- en Drinkwaren een reorga
nisatie moeten ondergaan. Bij Koninklijk
besluit van 19 Juli 1920 toch is o.a. bepaald
dat ook te Leiden een keuringsdienst zal
zijn gevestigd, welke, behalve heiden als
centrale gemeente, de volgende kringge
meenten zal omvatten.: Alkemade, Alphen
a. d. Rijn-, Barwoutswaarder, Benthuizen,
Bodegraven, Boskoop, Hazerswoude, Hille-
gom, Katwijk, Koudekerk, Lange Ruige
Weide, Leiderdorp, Leimuiden, Lisse,
Nieuwkoop, Nieuw veen, Noordwijk, Noord
wijkerhout, Oegstgeest, Papokop, Rietveld,
Rijnsaterwoude, Rijnsburg, Bassenheim,
Ter Aar, Valkenburg, Voorhout, Voorscho
ten, Waarder, Warmond, Woerden, Wou-
brugge, Zevenhoven, Zoeter wonde en Zwam
mérdam.
Als gevolg hiervan komt liet financieel
en administratief beheer van dezen keu
ringsdienst bij het bestuur van onze ge
meente te berust-en onder verschillende
voorwaarden, deels in de Warenwet,-deels
in het Koninklijk besluit ter uitvoering van
art. 13 dier wet, opgenomen. De kosten der
keuringsdiensten komen voor de helft ten
laste van het Rijk en worden voor de an
dere helft gedragen door do gemeenten, bin
nen het gebied van den dienst gelegen,
naar verhouding van het aantal inwoners
van iedere gemeente. De noodige verorde
ningen op .clen keuringsdienst en G>e in
structies voor het daaraan verbonden per
soneel moeten krachtens art. 5 der Waren
wet door den Raad van de centrale ge
meente worden vastgesteld en aan de
goedkeuring van Ged. Staten onderworpen
en wel binnen zes maanden na de aag-
Meekening van het Koninklijk besluit, waar
bij de aanwijzing als centrale gemeente
heeft plaats gehad, dus vóór 19 dezer. Het
was B. en W. echter tengevolge van drukke
werkzaamheden niet mogelijk de daartoe
strekkende voorstellen nog on do vorige
vergadering van den Raad ter tafel te bren
gen en zij kunnen de ontwerp-verordening
en -instructies dus eerst thans,' z*.j het ook
met een kleine overschrijding wan den ge
stelden termijn, aanhangig maken.
Zij vcreisehteu weinig toelichting- De Mi
nister .van Arbeid zond door tusschenkomst
van de Ged. .Staten dezer dagen nog model
len voor de verordening en voor de instruc
ties aan de gemeentebesturen, welke B. en W-
op de meeste punten hebben gevolg. De ont
worpen bepalingen sluiten aan bij hetgeen
in de wet en in het genoemde Koninklijk
besluit dienaangaande is voorgeschreven-
Opgemerkt zij, dat de "Warenwet vermoe
delijk niet dan over eenige maanden vol
ledig in werking zal treden, zoodat de keu
ringsdienst eerst later zijn gewijzigde werk
zaamheden zal beginnen, In verband hier
mede zullen B- en W- binnenkort nog een
voorstel doen betreffende de wijzigingen,
die de gemoentebegrooting ten gevolge van
de nieuwe regeling en de bepalingen omtrent
de bijdragen, door hot Rijk en do kringge
meenten te betalen, zal moeten ondergaan.
Tevens zal dan de bestaande salarisver orde
ning voor zooveel noodig in overeenstem
ming moeten worden gebracht met. den ten
opzichte van den keuringsdienst veranderden
toestand- Zonder op de 'desbetreffende voor
stellen vooruit te Loopen, wijzen B- en W-
er op, dat bij de redactie van art. 3 der ver
ordening op den keuringsdienst rekening
is gehouden met het Koninklijk besluit van
30 September 1920, bepalende onder meer, dat
behalve een Directeur, aan den dienst moe
ten zijn verbonden twee of meer scheikun
digen, die een wetenschappelijke opleiding
hebben genoten, alsmede een voldoend aan
tal keurmeesters- In de formatie van het
personeel ook een adjunct-directeur op te
nemen komt hun voorloopig niet noodig voor.
Volgens het Koninklijk besluit meet ver
der. tenzij door Ged. Staten ontheffing van
die verplichting wordt verleend, de dienst de
beschikking liebben over een of meer vee
artsen, die geen particuliere praktijk uitcefe_
nen, cn wel hetzij uitsluitend ten ei-gen be
hoeve, hetzij gezamenlijk met een anderen
dienst- B. en W- kunnen ziek thans nog niet
uitspreken over de vraag of voor onzen keu-,
ringsdienst een veearts noodig zal zijn, dan
wel of in dit opzicht met een anderen dienst
samengewerkt, kan worden of ook ontheffing
van de hier bedoelde verplichting behoort te
worden gevraagd-
De benoeming en het ontslag van het ge-
licele personeel van den keuringsdienst, is bij
art. 4 van de verordening op den dienst in
handen geleegd van den Raad, zulks in over
eenstemming met het daaromtrent bepaalde
in meergemeld Koninklijk besluit-
In velband met in bovenstaande vervatte
regelingen achten B- en W- den tij'd gekomen,
dat tevens een verordening op de keuring
van waren, als bedoeld in artikel 6 dier wet,
tot stand komt.
Do Minister van Arbeid, van meening, dat
in de plaatselijke verordeningen, welke ter
uitvoering van dat artikel moeten worden
vastgesteld, zooveel mogelijk eenvormigheid
bekoort" te heerschen, heeft, ten einde die
uniformiteit te bevorderen', aan zijn Depar
tement con concept-verordening doen opstel
len, die aan de verschillende gemeenten als
voorbeeld zou kunnen dienén- Dit ontwerp is
opgesteld na overleg met; het College van
Directeuren van Keuringsdiensten, de be
trokken inspecteurs van de volksgezondheid
en den Minister van Justitie.
Naar het oordeel van den Directeur-Schei-,
kundige van den Keuringsdienst van Eet- en
Drinkwaren alhier, kan de ontwerp-verorde
ning, zooals zij door den Minister is opge
steld, voor Leiden onveranderd worden aan
vaard, terwijl daartegen, afgezien van enkele
redactiewijzigingen van geheel ondergeschikt
belang, onder de gegeven omstandigheden
geen bedenkingen bestaan.
Een tweetal verordeningen bieden B. en
W. den Raad dus aan.
Opheffing zekerheidsstelling docr ambtenaren.
Overeenkomstig het voorstel d.d. 12 Sep
tember 191(5, machtigde de Raad het Col
lege van B en W. om met de Nationale
Borg-Maat'Schappij te Amsterdam een over
eenkomst van borgtocht voor dc rekcnplich-
tigo ambtenaren dezer gemeente aan te
gaan en werd voorts besloten de tot het
stellen van zekerheid verplichte ambtena
ren, uitgezonderd den gemeente-ontvanger
en enkele ambtenaren bij de distributie
bedrijven, met ingang van dbn datum,
waarop deze overeenkomst zou ingaan, te
ontheffen var. bedoelde verplichting.
Deze overeenkomst is op 1 Januari 1920
tob stand gekomen, zoodat vanaf dien da
tum de Nationale Borg Maatschappij finan
cieel' verantwoordelijk is tegenover de ge
meente voor eventueele fraude gepleegd
door bij haar verzekerde ambtenaren. Tot
j opheffing der verschillende zekerheidsstel-
lingon kon dus worden overgegaan, zoodra
was gebleken, dat het door de betrokken
ambtenaren bot 1 Januari 1920 gevoerde
beheer richtig was gehouden.
Reeds zouden in dien zin stappen zijn ge
daan, ware het niet, dat voor het opheffen
van de zekerheids?tollingen als bedoeld in
artikel 25 der Gome en te-borgtocht en wét de
meelawerking van den Raad wordt ver-
eischt. Artikel 33 dier wet bepaalt toch,
dat een "vereéniging, die zekerheid stelt,
aansprakelijk blijft jegens de gemeente
voor tekorten van een gewezen lid, totdat
j hij wegens het door hem gevoerde beheer is
ontlast en cle raad toestemming tot het
opheffen der zekerheid heeft verleend.
Ten behoeve van de in den hierbij ge-
voegden staat genoemde ambtenaren is een
dergelijke overeenkomst aangegaan met
de Vereeniging van tot zekerheidstelling
verplichte gemeenteambtenaren, zoodat
voor het doen eindigen van deze overeen
komsten. een raadsbesluit, als hierboven
I aangegeven, dient te worden genomen'.
Van deze gelegenheid maken B. en W.
I tevens gebruik om den Baad voor te stel-
I Len toestemming te verleenen tot het op-
j heffen van de zekerheid, gesteld door
J ambtenaren, die reeds vóór 1 Januari 1920
ckn gemeentedienst hadden verlaten, doch
ten opzichte van wie nog geen beslissing
als bedoeld in artikel 33 der wet was geno
men. Deze ambtenaren zijn derhalve mede
in den staat, opgenomen.
Aangezien het dioor do betrokken ambte
naren gevoerde beheer richtig is gehoucJen
en dus tegen de opheffing der zekerheid
geen bezwaar bestaat, geven B. en W. als-
nu in .overweging toestemming te verlee
nen tot het opheffen der door de Voreeni-
ging van tot zekerheidstelling verplichte
gemeenteambtenaren gestolde zekerheid
ten behoeve van in een staat genoemde
ambtenaren of gewezen ambtenaren.
HAARLEMMERMEER- In deze ge
meente doen zich weer eenige gevallen van
diptheritis 'voor.
De korenmolenaar 0. P- M- alhier, miste
in den laats ten tijd geregeld graan uit zijn
molen- Hij heeft hiervan thans*- aangifte ge
daan bij de politie, die proces-vertaal heeft
opgemaakt.
In het afgoleopen jaa.r zijn bij 'den amb
tenaar van den burgelijken stand dezer ge
meente 12 tweelLiiggeboorton aangegeven.
In verhouding tot voorgaande jaren is dit
een belangrijk aantal-
Dinsdagavond had alhier op den Sloter-
weg een ernstig ongeluk plaats- Een 9-jarig
zoontje van den arbeider V., aldaar, wilde
op een passeerenden met mest beladen wagen
springen. Het kind kwam eohter te vallen
en kwant o ruder den wagen terecht, met het
noodlottig gevolg, dat het de wielen over. 't
lichaam kreeg. Kermende van pijn werd het
ventje bij den caféhouder B- binnengebracht.
Dr. N. van Hoofddo-rp verleende spoedig de
eerste hulp-
De toestand was Donderdagmorgen van
dien aard, dat er alle hoop op levensbehoud
bestaat.
HILLEGOM- Dc Raad dezer gemeente
vergadert Dindsdag a-s- te 2 uren-
HOOFDDORP- De directeur van „Da
Beurs" deed Donderdag by de politie aan
gifte, dat hij voor zijn hotel onbeheerd had
gevo nden een hoeren rij wiel.
KATWIJK-AAN-DEN-RIJN. Voor hot
eerst sedert de aaneensluiting dor hoi de alhier
bestaan hebbenden Ghr. Zangvoreeni.gi.ngen gaf
het koor, dat thans optreedt onder den naam
„Scrli Deo Gloria", gisteravond een uitvoering
in de Ned.-Herv. Kerk, die daartoe door de
Kerkvoogdij welwillend beschikbaar was gesteld.
Dit optreden is een succes geworden, zoowel
wat betreft de opkomst van belangstellenden als
het uitvoeren der zangstukken. De kerk was zoo
go-ed als geheel bezet, en allen zullen zeer te
vreden geweest zijn over hetgeen ten gehoor©
word gebracht. Er is over het algemeen heel
goed gezongen. Do meeste nummers, waarond-ea?
vooral Psalm 14-6 genoemd moot worden, ga
ven blijk, dat de vereenigmg met ernri heeft
gestudeerd. Met name wat zuiverheid van toon
en voordracht betreft konden goodo vorderingen
geconstateerd worden. Ook de solisten, de dames
J van As, S. Haasnoot en M. Logomaat hebben
zich bijzonder van hun taak gekweten- Indien
er niet vooraf was Verzocht, het applaudissec-
ren na to laten, zou het publiek ongetwijfeld
dozo dames cn het koor met luiden bijval heb
ben beloond.
Do directeur, de heer P. do Rook uit Leiden,
bijgestaan door den pianist, den beer F. J.
Veldkamp, eveneens uit Leiden, kan met vol
doening op zijn arbeid terugzien. Wel zou het
wcnschélijl zijn, dat het aantal mannelijke le
den, dat sterk bij dat der vrouwelijke in dó
minderheid is, wat vermeerderde. Dit zou do
stemmenverhouding zeker ten goodo komen.
De bijeenkomst werd met gemeenschappelijk
gezang en gebod geopend door ds. B. Bollée en
gesloten door ds. H. Meyertng.
KATWIJK-AAN-ZEE- Woensdag 26
Januari hiol'd de 0. J- V- Amos 5 6a haar
41e j a arverg adoring. Hit do verslagen bleek,
dat de vereeniging. een 40-tal leden telt en
wat de "financiën betreft niet mag blagen-
Wel werd nog de klacht gehoord, dat de ge
meente zoo weinig belangstelling toont voor
dezen arbeid. Dc ccrc-voorz. ds- G Bolk©*
stein sprak eenige hartelijke woorden, ter
wijl de beide, predikanten ds- Rutgers en
YoorstecgJi bericht hadden gezonden, tot
hun spijt niet aanwezig te kunnen zijn.
De opstellen en voordrachten, die ten go
hoore werden -gebracht, bleken by de leden
wel in den smaak te vallen- De vereeniginf
kan dus op dezen avond met voldoening
terugzien en met frisschen meed haar 42sto
jaar ingaan, temeer waar do waarschijnlijk
heid bestaat, dat ook spoedig een vergadering
in do week mogelijk zal zijn-
KOUDEKERK. De Chr. zangver. ,,Kon
dekerks Gemengd Koor" gaf haar 5e uit
voering in de Ned.-Herv. Kerk. Een 12-tal
nummers onder leiding van. haar bekwamen
directeur den heer N. J. de Rook uit Lei
den werden uitstekend gezongenvooral
zij genoemd ,,Ddt is de Dag" en tot slot
Gezang 22. waarop heel wat gestudeerd
was. Ook werden nog eenige soli gezongen
begeleid door orgel en viool. Na afloop
dankte de eere-voorzitter ds. Israël met
een kort woord! allen, die dezen avond had
clen doen slagen
door. P. R AËSKTN.
(Nadruk verboden
H
Nou al een jaar zanikten zijn eigen en
aangetrouwde kinderen hem t hootd gek
over „zijn" bontjas! AUen hadden er een;
Karei, Frans, Harold ze droegen hun
pels met meer trots dan 't beest, dat zich
vroeger met dezelfde huid alleen had ver
warmd: Jet, Stans en vier aangetrouwde
dochters, die onder hun mantei met hun
bont zichtbaar konden pronken, zaten er
mee in de loge of étaleerden hun kostbaar
bezit achter de groote ruit van hun auto.
Zelfs zijn vrouw, die met hem den langvèr-
vlogen tijd van hun eerste klein-burger-
ljjk bestaan had gekend, en zich, toen de
zaken al maar in bloei toenamen, altijd,
om de kinderen eenvoudig te houden, tege-i
iweeidevertoon bad verzet, was op haar
eindelijken ouden dag bezweken voor
den aandrang der kinderen; zij had meer
uit vrees, dat de aangehuwden met min
achting zouden praten over de kinderen,
die haars mans naam droegen, dan uit
ijdelheid, toegestemd; z:j had ziohzclve voor
gepraat, dat dit offer van haar kant den
ouderlingen goeden omgang van de groote
familie niet anders dan bevorderen kon, en
telkens, als zij in haar warme vacht op
veile ging, of aar, partijtjes bjj de kinderen
deelnam, was het haar, of er van haar dnre
verschijning een zegenende invloed uit
ging, die kinderen en schoonkinderen be
vredigde en verbond; de mantel, die da
talrijke familieleden als onder een sym
bool vereenigJe, werd zelfs in haar oogen,
een plaatsvervanger van haar man. die
door zijn verzet tegen bont de goede har
monie, welke altijd onder hen had go-
fceerscht, dreigde te verstoren.
Telkens ils zij na een familiefeestje weer
met hem alien in de huiskamer was, traohlte
zij van zijn opgewekte stemming te profi-
teeren en hem over te halen; maar tever
geefs; de zakenman, die iu hem vastgeroest
zat, rekende haar even dikwijls voor, dat
een belangrijke uitgave alleen dan verant
woord was, wanneer er een gelijkwaardig
voordcel tegenover stond; maar voor hem,
die reeds oud was, weinig uitging en dan
nog alleen in gesloten rijtuig of auto, kon
het luxe-kleedingstuk nooit de geldsom,
welke in vroeger tjjd een heel kapitaaltje
geheeten had, vergoeden. Hjj zou do weelde
wel willen aanraasden, als hij haar De-
cijferen kon; maar hij kon tegenover het
debit van zijn bontjas geen credit verzin
nen, dat hem op den duur een voordeelig
saldo opbracht, Ea twaalfhonderd gulden.
wat een zondege'd voor één jas, terwijl
hij vroeger nog niet de helft in één jaar
noodig had voor alle kleeren van hem en
zijn vrouw en zijn kinderen!....
Twaalfhonderd gulden was zijn oude kar
kas niet meer waard! 't Had hem al moeite
genoeg gekost zich met de uitgave van
een paar honderd gutden voor zijn gebit
tc verzoenen, en dat was nog voor eigen
gemak geweest; maar bontbont. lou
ter om de pronkzucht der kinderen, die
eer. hoogeren stand wilden voeren dan
waarin hij ze grootgebracht hadwei
gerde Hanterman beslist. Maar toen de
jongens begrepen, dat liefde voor den een-
voua bij vader slechts een voorwendsel
was en zrjn cenigste en grootste bezwaar
de uitgave gold van zijn geldvan zijn
riksies en papiertjes, waaraan de oude met
het toenemen der jaren ook boe langer hoe
meer gehecht raakte, spraken zij met
elkaar af het grootste gedeelte van den
koopprijs zeiven te betalen en vader in den
waan te brengen, dat de winkelier door
toevallige omstandigheden dezelfde jas voor
een koopje kon geven; zij betaalden acht
honderd gulden en dicnzelfden dag kreeg
de oude Hanterman een briefje, waarin
do kleermaker meldde de bontjas, waarvan
al eens eer sprake geweest was, voor vier
honderd gulden te kunnen leveren. De oude
mevrouw, die door de jongens van de voor
uitbetaling onkundig gelaten was, sloeg
de handen van blijdschap in elkaar. „Nou
zal je toch niet langer meer weigeren?"
Hanterman opperde een bezwaar, maar
zijn vrouw twijfelde geen oogenblik aan
de eerlijkheid van den tailleur, die om een
enkele bontjas toch niet den naam van
zijn eerste-klas-zaak in gevaar brengen
kon; om haar man te overtuigen, telefo
neerde zij direct; de eigenaar van de zaak
stond haar zelf te woord, verzekerde
haar, dat er van geen minderwaardig bont
sprake was en beriep zich voor de verkla
ring van het geval op den lagen marken-
koers.
„Eigenlijk vind ik vierhonderd gulden nog
te veel!" waagde hij, maar zjj had aan zijn
stem en zijn hending reeds zijn aarzeling
bespeurd en hield nu haar kans vast. Wat
zouden de kinderen wel zeggen, als die van
het aanbod hoorden! En de aangetrouwden
vooral; die zouden hem en haar ook van in
haligheid en gierigheid verdenken! Als Han
terman nu weer weigerde, wilde zij van
haar bontmantel ook niets meer weten, en
ging nooit weer bij de kinderen op bezoek!
Zij wond zich op en stond met betraande
oogen tegenover hem. Toen hij begreep
haar met een kalme uiteenzetting van zijn
bezwaren niet meer tot bedaren te kunnen
brengen, stemde hij toe en gaf haar den
kus, waarmee zjj hem beloonde, dankbaar
terug. Dadelijk telefoneerde zij Jet, Frans
en Iïarold en vergezelde Hanterman een
uur later naar den winkel. Toen hjj gepast
had en de jas zonder eenige verandering
gedragen kon worden, liet zrj hem niet in
zijn oude winterjas gaan; beiden-in-het-bont
gingon zij huiswaarts.
Hanterman had een gevoel alsof ieder
een hem nakeek en hem „dandy", ,,oue-
gek" schold; nog nooit had een verandering
van kostuum of een nieuw kleedingstiik hem
zóó uit zjjn evenwicht gehaald; een tegen
slag in zaken kon hem niet meer aan het
praktizeeren hebben gebracht. Als hij ken
nissen ontdekte, hoopte hij maar, dat zij
hem niet zouden zien, maar zij groetten
uitbundig. Zjj hadden bjjna gekibbe'd op den
openbaren weg. Hij was bi ij eindelijk de
huisdeur achter zich toe te hebben, maar
's middags ging hij, omdat zijn oude winter
jas nog niet door den winkel terugbezorgd
was, weer uit in zijn bont.
Karei, de oudste, wilde de eindelijk© over
winning op don ouden heer vieren en noodig-
de de familie uit op een avondje; de bontjas
van vader moest met oen goeden dronk
worden ingewijd. De oude mevrouw Han
terman straalde van geluk; in haar herleef
de de oude blijdschap, waarmee zij een vijftig
jaar terug, op bezoek en familiefeestjes
ook met haar Hanterman had gepronkt; ivj
was nu in zijn bont weer opnieuw knap en
jeugdig; zrj had, omdat een vrouw op geen
enkelen leeftijd haar blijdschap over kleeren
stilzwijgen kan. door de telefoon de kinderen
en aangetrouwden voorbereid op de nieuwe
verschijning van vader, die eindelijk een
„deftig heer" geworden was en op het eer
ste gezicht bjjna niet eens meer herken
baar! Zij voorspelde zich veel geluk van het
avondje hij Karei; zij hoorde reeds hoe ieder
een haar man prijzen en haar comp'.imentee-
ren. zou, alsof zrj beiden op hun ouden
dag weer opnieuw bruid en bruidegom wa
ren geworden!
Maar op den avond voor 't feestje ver
scheen zij niet in den kring der. familie.
Hanterman kwam alleen.
En zonder bontjas.
De kinderen hadden zich in de vestibule
vereenigd om hem en zijn vrouw met een
luid hoera te begroeten en dachten, toen
hij alleen binnen kwam. aan een ongeluk.
„Maak je maar niks ongerust", stelde lij}
gerust, „je moeder heeft afijn, we heb
ben samen woorden gehad en nou becEt
ze hoofdpijn!'"...
De gasten voelden de mislukking van
het feestje en gingen teleurgesteld weer
binnen
En even later legde Hanterman uit waar
om hij in zjjn gewone, ouë winterjas was
gekomen
„Vanmiddag" vertelde hij, „ging ik op
het gewone uurtje naar de soos en toen ik
binnen kwam, stonden ze allemaal paf te
kijken van mrjn mooie bontjas; de ont
vangst, die jullie me hadden toegedacht,
heb ik daar ai gehad! En nieuwsgierig, dat
zij waren! Ik geloof, dat zij allen één voor
één het bont hebben nagevoeld en getaxeerd
Nou, ik dacht, gaan jullie je gang maar;
en natuurlijk het duurde niet lang of zjj
moesten den prijs weten. Neen, zeg ik, raaje!
Goed! Zij noemden, achthonderd, duizend,
olfhonderdéén was er bjjnamaar
geen een raadde precies.' Vierhonderd!"' riep
ik zoo hard als ik kon; ik hoor het me nog
schreeuwen, en zij... ook net als jullie
doodstil, net alsof zij eensklaps van
Lotje getikt waren! Z(i wilden het niet ge-
looven, maar ik legde hon uit, dat de win
kelier een extra-kansje had gehad."
Karei, Frans en Harold knipoogden te-
VTeden; zij wisten nu, dat de tailleur tegen
over vader hun betaling verzwegen had.
,,Bjj bet weggaan," vervolgde Hanterman
„tikt er een me op mijn schouder, op den
schouder van mjjn bontjas, wel te ver
staan en zegt tegen me: „Koopen?" Ik
wist niet wat ik hoorde; koopen, zeg ik,
koopen,daar heb ik nog niet aan ge
dacht... maar jullie weten, jongens, dat
kis je vader een zaakie kan doennou,
zeg ik, doe 's 'n bod!... en wat denk je
dat-ie zei...
Niemand raadde. De jongens begrepen
maar al te goed.
„Zeshonderd pop!" galmde Hanterman,
vijftig percent winst, is me dat effe 'n
reuzebof! Natuurlijk gaf ik 'm gauw; hjj
mocht er nog eens spijt van krijgen en te
rugkrabbelen!"