No. 18@82u LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 28 Januari. Tweede BSad. Anno Ï92L GEMEENTEZAKEN, UIT OE OMSTREKEN BB BONTJAS. Onderzoek naar de wijze van rioleering der buitenstad. Ill oen rapport van den Directeur van Gemeentewerken van 27 Dec, 1919 inzake do veel besproken rioleeringskvvestie wordt er op gewezen, dat men zich tot heden, bij gemis aan een centraio rioleering, die alle af voerstof f On en hemelwater uit de geheel© gemeente opvangt en ver buiten de ge meente voert, behelpt met korte hulprio- ieeringen, di-> onder geringe helling in het dichtstbij gelegen buitenwater loozen. Tot nog toe waren de afstanden tot dit buiten water betrekkelijk kort en kon loozing plaats' hebben zonde! verstopping der rio- -len en zonder buitengewone verontreini ging van heb buitenwater. Bij de toene mende bebouwing en het voortdurend dempen van slooten wordt dit stelsel ech t-er steeds moeilijker, omdat er ten slotte -geen water overblijft, waarheen kan wor den geloosd In het stadsdeel benoorden den HeerensingeJ is niet anders beschikbaar dan de smalle en ondiepe Ringsloot4 van den Grooten en Kleinen Stadlspold-er, die vanaf de schoei aan den Maresingel in oostelijke richting over een afstand van pl.m. 1200 M. doorloopt tot de Zijl..In die elcot, zonder eenige doorstrooming en ver- yersching, monden alle riolen uit de steeds dichter bevolkte arbeiderswijken benoorden den Maresingel (gedeeltelijk), den Heeren singel en den Lagen Rijndijk, doch, hoewel men mag aannemen, dab de consequentie doorvoering van het beerputtenstelsel ©enige reinigende werking op het riool- vocht uitoefent, is het duidelijk, dat die sloot binnenkort in zoodanige mate zal zijn vervuild, dat do toestand uit hygiënisch oogpunt allerbedenkelijkst wordt. Elke nieuwe bebouwing in dat stadsdeel op «enigszins uitgebreide schaal, zooals bij uit voering van plannen van woningbouwver- ©enigiiigen het geval is, zal den toestand verergeren, gezwegen nog van do techni- flcho onmogelijkheid om den afvoer door de steeds langere rioolleidingon te bewerk stelligen Alvorens nieuwbouw te bevorde- Jen, acht de Directeur het dan ook vol strekt noodzakelijk, middelen tob verbete ring te beramen. B. en W. beamen ten volle wat bi$r door deal directeur van Gemeentewerken wordt, opgemerkt Met het oog op de belangrijkheid en in gewikkeldheid van het vraagstuk der rio leering voor de buitenstad achten B. en iW. het mot de Commissie van Fabricage ;en overeenkomstig het advies van den Di recteur noodig, dat aan een specialiteit op rkneeriugsgebied wordt opgedragen dit vraagstuk n "zijn vollen omvang in studie te nemen en een oplossing voor to berei den. Deze deskundige zal dan het defini tieve stelsel van Leiden's rioleering moe ten aangeven, en bijaldien financieele be zwaren de onmiddellijke uitvoering moch ten beletten, tevens den weg moeten wij zen, die voorloopig ware in tè slaan-, op- 'dat de huidige werken zooveel mogelijk possen in het latere systeem. De gedetail leerde uitwerking zijnor denkbeelden' zou dan aan G meentewerken lcunnen worden overgelaten. Als deskundige vestigde de Directeur de aandacht op den ingenieur F. C. J. van den Steen van Ommeren, af- deelingschef bij de Gemeentewerken te 's-Gravenhage, onder wiens directe leiding de centrale rioleering dier stad werd aan gelegd en die ook elders als rioleeringsspe- cia-liteit herhaaldelijk adviezen uitbracht. En aangezien ook de Commissie van Fa bricage zich met deze keuze kon vereeni gen, wendden B. en W. zich tob genoemden ingenieur met de vraag, of en zoo ja, te- g©fl welk honorarium hij bereid was onze gemeente te dezer zake van advies te die- ncm. Ter nadere toelichting deden zij hem foveas een opgave van de vragen toeko men, die zij meer in het bijzonder beant woord wensnhten te zien. Een dier vra gen betrof een door den Directeur in zijn rapport voorgestelde voorloopige oplos sing, om n.l., ten einde %de bebouwing in de wijken benoorden den Mare- en den Heerensingel niet voor langen tijd stop te zetten, aldaar een boogvormig kanaal aan te leggen, zich uitstrekkende van 't wes telijke uiteinde der Slaagh- of Stinksloot tot de Zijl, en, in afwachting van den aan leg der eindrioleering, bestemd t.ot opne ming van alle stoffen aan het kwartier be noorden beide singels, dab thans is aan gewezen op de smalle en Ondiepe Ring- sloot van den Stadspolder, die dan gedeel telijk in het nieuwe kanaal zou kunnen worden opgenomen. De heer Van Ommeren bleek bereid als adviseur op te treden; omtrent zijn hono rarium werd overeenstemming verkregen, en dit bepaald op Ys der eventueele uit voeringskosten, tot een maximum van 5e00 gulden. B. en W. stellen nu voor genoemd doel een bedrag van f 5000 ter hunner beschik king te stollen. De toestanden in de Stedelijke Werkinrichting. Aanneming van een, in handen van het College van B. en W. ten fine van praead- vies gesteld voorstel van den heer Knuttel, om uit den R-aad een Commissie le benoe- men, die een onderzoek zal instellen naai de toestanden aan de Gemeentelijke Werk inrichting en het beleid van den Directeur, meent dit College ten zeerste te moeten ontraden. Ingevolge het Reglement voor de Stede: lijke Werkinrichting berust het bestuur over dieinrichting bij een commissie van 7 leden, welke alle door den Raad worden gekozen, terwijl niet minder cfan 4 leden, zelfs lid van den Raad moeten zijn. De Commissie moet dus geacht worden het vertrouwen van dit lichaam te bezitten. En nu gaat het h. i. niet aan naast die ver trouwenscommissie nog een andere, ook door den Raad benoemde commissie in te stellen, die eten onderzoek zou moeten doen naar de toestanden aan de inrichting en het beleid van haar Directeur. Het instellen van een dergelijk onderzoek het eventueel voorbereiden van een reorga nisatie der inrichting, alsmede een even tueele opheffing der inrichting, welke, zoo als B. en W in de Memorie van Antwoord op de begrooting voor 1921 mededeelden, een punt van overweging bij hun College uitmaakt, dient, door hen in overleg met de commissie, die met liet bestuur is be last, te geschieden. Regelingen in verband met de Warenwet. Ingevolge het bepaalde in de Warenwet zal de hier ier stede bestaande Keurings dienst van Eet- en Drinkwaren een reorga nisatie moeten ondergaan. Bij Koninklijk besluit van 19 Juli 1920 toch is o.a. bepaald dat ook te Leiden een keuringsdienst zal zijn gevestigd, welke, behalve heiden als centrale gemeente, de volgende kringge meenten zal omvatten.: Alkemade, Alphen a. d. Rijn-, Barwoutswaarder, Benthuizen, Bodegraven, Boskoop, Hazerswoude, Hille- gom, Katwijk, Koudekerk, Lange Ruige Weide, Leiderdorp, Leimuiden, Lisse, Nieuwkoop, Nieuw veen, Noordwijk, Noord wijkerhout, Oegstgeest, Papokop, Rietveld, Rijnsaterwoude, Rijnsburg, Bassenheim, Ter Aar, Valkenburg, Voorhout, Voorscho ten, Waarder, Warmond, Woerden, Wou- brugge, Zevenhoven, Zoeter wonde en Zwam mérdam. Als gevolg hiervan komt liet financieel en administratief beheer van dezen keu ringsdienst bij het bestuur van onze ge meente te berust-en onder verschillende voorwaarden, deels in de Warenwet,-deels in het Koninklijk besluit ter uitvoering van art. 13 dier wet, opgenomen. De kosten der keuringsdiensten komen voor de helft ten laste van het Rijk en worden voor de an dere helft gedragen door do gemeenten, bin nen het gebied van den dienst gelegen, naar verhouding van het aantal inwoners van iedere gemeente. De noodige verorde ningen op .clen keuringsdienst en G>e in structies voor het daaraan verbonden per soneel moeten krachtens art. 5 der Waren wet door den Raad van de centrale ge meente worden vastgesteld en aan de goedkeuring van Ged. Staten onderworpen en wel binnen zes maanden na de aag- Meekening van het Koninklijk besluit, waar bij de aanwijzing als centrale gemeente heeft plaats gehad, dus vóór 19 dezer. Het was B. en W. echter tengevolge van drukke werkzaamheden niet mogelijk de daartoe strekkende voorstellen nog on do vorige vergadering van den Raad ter tafel te bren gen en zij kunnen de ontwerp-verordening en -instructies dus eerst thans,' z*.j het ook met een kleine overschrijding wan den ge stelden termijn, aanhangig maken. Zij vcreisehteu weinig toelichting- De Mi nister .van Arbeid zond door tusschenkomst van de Ged. .Staten dezer dagen nog model len voor de verordening en voor de instruc ties aan de gemeentebesturen, welke B. en W- op de meeste punten hebben gevolg. De ont worpen bepalingen sluiten aan bij hetgeen in de wet en in het genoemde Koninklijk besluit dienaangaande is voorgeschreven- Opgemerkt zij, dat de "Warenwet vermoe delijk niet dan over eenige maanden vol ledig in werking zal treden, zoodat de keu ringsdienst eerst later zijn gewijzigde werk zaamheden zal beginnen, In verband hier mede zullen B- en W- binnenkort nog een voorstel doen betreffende de wijzigingen, die de gemoentebegrooting ten gevolge van de nieuwe regeling en de bepalingen omtrent de bijdragen, door hot Rijk en do kringge meenten te betalen, zal moeten ondergaan. Tevens zal dan de bestaande salarisver orde ning voor zooveel noodig in overeenstem ming moeten worden gebracht met. den ten opzichte van den keuringsdienst veranderden toestand- Zonder op de 'desbetreffende voor stellen vooruit te Loopen, wijzen B- en W- er op, dat bij de redactie van art. 3 der ver ordening op den keuringsdienst rekening is gehouden met het Koninklijk besluit van 30 September 1920, bepalende onder meer, dat behalve een Directeur, aan den dienst moe ten zijn verbonden twee of meer scheikun digen, die een wetenschappelijke opleiding hebben genoten, alsmede een voldoend aan tal keurmeesters- In de formatie van het personeel ook een adjunct-directeur op te nemen komt hun voorloopig niet noodig voor. Volgens het Koninklijk besluit meet ver der. tenzij door Ged. Staten ontheffing van die verplichting wordt verleend, de dienst de beschikking liebben over een of meer vee artsen, die geen particuliere praktijk uitcefe_ nen, cn wel hetzij uitsluitend ten ei-gen be hoeve, hetzij gezamenlijk met een anderen dienst- B. en W- kunnen ziek thans nog niet uitspreken over de vraag of voor onzen keu-, ringsdienst een veearts noodig zal zijn, dan wel of in dit opzicht met een anderen dienst samengewerkt, kan worden of ook ontheffing van de hier bedoelde verplichting behoort te worden gevraagd- De benoeming en het ontslag van het ge- licele personeel van den keuringsdienst, is bij art. 4 van de verordening op den dienst in handen geleegd van den Raad, zulks in over eenstemming met het daaromtrent bepaalde in meergemeld Koninklijk besluit- In velband met in bovenstaande vervatte regelingen achten B- en W- den tij'd gekomen, dat tevens een verordening op de keuring van waren, als bedoeld in artikel 6 dier wet, tot stand komt. Do Minister van Arbeid, van meening, dat in de plaatselijke verordeningen, welke ter uitvoering van dat artikel moeten worden vastgesteld, zooveel mogelijk eenvormigheid bekoort" te heerschen, heeft, ten einde die uniformiteit te bevorderen', aan zijn Depar tement con concept-verordening doen opstel len, die aan de verschillende gemeenten als voorbeeld zou kunnen dienén- Dit ontwerp is opgesteld na overleg met; het College van Directeuren van Keuringsdiensten, de be trokken inspecteurs van de volksgezondheid en den Minister van Justitie. Naar het oordeel van den Directeur-Schei-, kundige van den Keuringsdienst van Eet- en Drinkwaren alhier, kan de ontwerp-verorde ning, zooals zij door den Minister is opge steld, voor Leiden onveranderd worden aan vaard, terwijl daartegen, afgezien van enkele redactiewijzigingen van geheel ondergeschikt belang, onder de gegeven omstandigheden geen bedenkingen bestaan. Een tweetal verordeningen bieden B. en W. den Raad dus aan. Opheffing zekerheidsstelling docr ambtenaren. Overeenkomstig het voorstel d.d. 12 Sep tember 191(5, machtigde de Raad het Col lege van B en W. om met de Nationale Borg-Maat'Schappij te Amsterdam een over eenkomst van borgtocht voor dc rekcnplich- tigo ambtenaren dezer gemeente aan te gaan en werd voorts besloten de tot het stellen van zekerheid verplichte ambtena ren, uitgezonderd den gemeente-ontvanger en enkele ambtenaren bij de distributie bedrijven, met ingang van dbn datum, waarop deze overeenkomst zou ingaan, te ontheffen var. bedoelde verplichting. Deze overeenkomst is op 1 Januari 1920 tob stand gekomen, zoodat vanaf dien da tum de Nationale Borg Maatschappij finan cieel' verantwoordelijk is tegenover de ge meente voor eventueele fraude gepleegd door bij haar verzekerde ambtenaren. Tot j opheffing der verschillende zekerheidsstel- lingon kon dus worden overgegaan, zoodra was gebleken, dat het door de betrokken ambtenaren bot 1 Januari 1920 gevoerde beheer richtig was gehouden. Reeds zouden in dien zin stappen zijn ge daan, ware het niet, dat voor het opheffen van de zekerheids?tollingen als bedoeld in artikel 25 der Gome en te-borgtocht en wét de meelawerking van den Raad wordt ver- eischt. Artikel 33 dier wet bepaalt toch, dat een "vereéniging, die zekerheid stelt, aansprakelijk blijft jegens de gemeente voor tekorten van een gewezen lid, totdat j hij wegens het door hem gevoerde beheer is ontlast en cle raad toestemming tot het opheffen der zekerheid heeft verleend. Ten behoeve van de in den hierbij ge- voegden staat genoemde ambtenaren is een dergelijke overeenkomst aangegaan met de Vereeniging van tot zekerheidstelling verplichte gemeenteambtenaren, zoodat voor het doen eindigen van deze overeen komsten. een raadsbesluit, als hierboven I aangegeven, dient te worden genomen'. Van deze gelegenheid maken B. en W. I tevens gebruik om den Baad voor te stel- I Len toestemming te verleenen tot het op- j heffen van de zekerheid, gesteld door J ambtenaren, die reeds vóór 1 Januari 1920 ckn gemeentedienst hadden verlaten, doch ten opzichte van wie nog geen beslissing als bedoeld in artikel 33 der wet was geno men. Deze ambtenaren zijn derhalve mede in den staat, opgenomen. Aangezien het dioor do betrokken ambte naren gevoerde beheer richtig is gehoucJen en dus tegen de opheffing der zekerheid geen bezwaar bestaat, geven B. en W. als- nu in .overweging toestemming te verlee nen tot het opheffen der door de Voreeni- ging van tot zekerheidstelling verplichte gemeenteambtenaren gestolde zekerheid ten behoeve van in een staat genoemde ambtenaren of gewezen ambtenaren. HAARLEMMERMEER- In deze ge meente doen zich weer eenige gevallen van diptheritis 'voor. De korenmolenaar 0. P- M- alhier, miste in den laats ten tijd geregeld graan uit zijn molen- Hij heeft hiervan thans*- aangifte ge daan bij de politie, die proces-vertaal heeft opgemaakt. In het afgoleopen jaa.r zijn bij 'den amb tenaar van den burgelijken stand dezer ge meente 12 tweelLiiggeboorton aangegeven. In verhouding tot voorgaande jaren is dit een belangrijk aantal- Dinsdagavond had alhier op den Sloter- weg een ernstig ongeluk plaats- Een 9-jarig zoontje van den arbeider V., aldaar, wilde op een passeerenden met mest beladen wagen springen. Het kind kwam eohter te vallen en kwant o ruder den wagen terecht, met het noodlottig gevolg, dat het de wielen over. 't lichaam kreeg. Kermende van pijn werd het ventje bij den caféhouder B- binnengebracht. Dr. N. van Hoofddo-rp verleende spoedig de eerste hulp- De toestand was Donderdagmorgen van dien aard, dat er alle hoop op levensbehoud bestaat. HILLEGOM- Dc Raad dezer gemeente vergadert Dindsdag a-s- te 2 uren- HOOFDDORP- De directeur van „Da Beurs" deed Donderdag by de politie aan gifte, dat hij voor zijn hotel onbeheerd had gevo nden een hoeren rij wiel. KATWIJK-AAN-DEN-RIJN. Voor hot eerst sedert de aaneensluiting dor hoi de alhier bestaan hebbenden Ghr. Zangvoreeni.gi.ngen gaf het koor, dat thans optreedt onder den naam „Scrli Deo Gloria", gisteravond een uitvoering in de Ned.-Herv. Kerk, die daartoe door de Kerkvoogdij welwillend beschikbaar was gesteld. Dit optreden is een succes geworden, zoowel wat betreft de opkomst van belangstellenden als het uitvoeren der zangstukken. De kerk was zoo go-ed als geheel bezet, en allen zullen zeer te vreden geweest zijn over hetgeen ten gehoor© word gebracht. Er is over het algemeen heel goed gezongen. Do meeste nummers, waarond-ea? vooral Psalm 14-6 genoemd moot worden, ga ven blijk, dat de vereenigmg met ernri heeft gestudeerd. Met name wat zuiverheid van toon en voordracht betreft konden goodo vorderingen geconstateerd worden. Ook de solisten, de dames J van As, S. Haasnoot en M. Logomaat hebben zich bijzonder van hun taak gekweten- Indien er niet vooraf was Verzocht, het applaudissec- ren na to laten, zou het publiek ongetwijfeld dozo dames cn het koor met luiden bijval heb ben beloond. Do directeur, de heer P. do Rook uit Leiden, bijgestaan door den pianist, den beer F. J. Veldkamp, eveneens uit Leiden, kan met vol doening op zijn arbeid terugzien. Wel zou het wcnschélijl zijn, dat het aantal mannelijke le den, dat sterk bij dat der vrouwelijke in dó minderheid is, wat vermeerderde. Dit zou do stemmenverhouding zeker ten goodo komen. De bijeenkomst werd met gemeenschappelijk gezang en gebod geopend door ds. B. Bollée en gesloten door ds. H. Meyertng. KATWIJK-AAN-ZEE- Woensdag 26 Januari hiol'd de 0. J- V- Amos 5 6a haar 41e j a arverg adoring. Hit do verslagen bleek, dat de vereeniging. een 40-tal leden telt en wat de "financiën betreft niet mag blagen- Wel werd nog de klacht gehoord, dat de ge meente zoo weinig belangstelling toont voor dezen arbeid. Dc ccrc-voorz. ds- G Bolk©* stein sprak eenige hartelijke woorden, ter wijl de beide, predikanten ds- Rutgers en YoorstecgJi bericht hadden gezonden, tot hun spijt niet aanwezig te kunnen zijn. De opstellen en voordrachten, die ten go hoore werden -gebracht, bleken by de leden wel in den smaak te vallen- De vereeniginf kan dus op dezen avond met voldoening terugzien en met frisschen meed haar 42sto jaar ingaan, temeer waar do waarschijnlijk heid bestaat, dat ook spoedig een vergadering in do week mogelijk zal zijn- KOUDEKERK. De Chr. zangver. ,,Kon dekerks Gemengd Koor" gaf haar 5e uit voering in de Ned.-Herv. Kerk. Een 12-tal nummers onder leiding van. haar bekwamen directeur den heer N. J. de Rook uit Lei den werden uitstekend gezongenvooral zij genoemd ,,Ddt is de Dag" en tot slot Gezang 22. waarop heel wat gestudeerd was. Ook werden nog eenige soli gezongen begeleid door orgel en viool. Na afloop dankte de eere-voorzitter ds. Israël met een kort woord! allen, die dezen avond had clen doen slagen door. P. R AËSKTN. (Nadruk verboden H Nou al een jaar zanikten zijn eigen en aangetrouwde kinderen hem t hootd gek over „zijn" bontjas! AUen hadden er een; Karei, Frans, Harold ze droegen hun pels met meer trots dan 't beest, dat zich vroeger met dezelfde huid alleen had ver warmd: Jet, Stans en vier aangetrouwde dochters, die onder hun mantei met hun bont zichtbaar konden pronken, zaten er mee in de loge of étaleerden hun kostbaar bezit achter de groote ruit van hun auto. Zelfs zijn vrouw, die met hem den langvèr- vlogen tijd van hun eerste klein-burger- ljjk bestaan had gekend, en zich, toen de zaken al maar in bloei toenamen, altijd, om de kinderen eenvoudig te houden, tege-i iweeidevertoon bad verzet, was op haar eindelijken ouden dag bezweken voor den aandrang der kinderen; zij had meer uit vrees, dat de aangehuwden met min achting zouden praten over de kinderen, die haars mans naam droegen, dan uit ijdelheid, toegestemd; z:j had ziohzclve voor gepraat, dat dit offer van haar kant den ouderlingen goeden omgang van de groote familie niet anders dan bevorderen kon, en telkens, als zij in haar warme vacht op veile ging, of aar, partijtjes bjj de kinderen deelnam, was het haar, of er van haar dnre verschijning een zegenende invloed uit ging, die kinderen en schoonkinderen be vredigde en verbond; de mantel, die da talrijke familieleden als onder een sym bool vereenigJe, werd zelfs in haar oogen, een plaatsvervanger van haar man. die door zijn verzet tegen bont de goede har monie, welke altijd onder hen had go- fceerscht, dreigde te verstoren. Telkens ils zij na een familiefeestje weer met hem alien in de huiskamer was, traohlte zij van zijn opgewekte stemming te profi- teeren en hem over te halen; maar tever geefs; de zakenman, die iu hem vastgeroest zat, rekende haar even dikwijls voor, dat een belangrijke uitgave alleen dan verant woord was, wanneer er een gelijkwaardig voordcel tegenover stond; maar voor hem, die reeds oud was, weinig uitging en dan nog alleen in gesloten rijtuig of auto, kon het luxe-kleedingstuk nooit de geldsom, welke in vroeger tjjd een heel kapitaaltje geheeten had, vergoeden. Hjj zou do weelde wel willen aanraasden, als hij haar De- cijferen kon; maar hij kon tegenover het debit van zijn bontjas geen credit verzin nen, dat hem op den duur een voordeelig saldo opbracht, Ea twaalfhonderd gulden. wat een zondege'd voor één jas, terwijl hij vroeger nog niet de helft in één jaar noodig had voor alle kleeren van hem en zijn vrouw en zijn kinderen!.... Twaalfhonderd gulden was zijn oude kar kas niet meer waard! 't Had hem al moeite genoeg gekost zich met de uitgave van een paar honderd gutden voor zijn gebit tc verzoenen, en dat was nog voor eigen gemak geweest; maar bontbont. lou ter om de pronkzucht der kinderen, die eer. hoogeren stand wilden voeren dan waarin hij ze grootgebracht hadwei gerde Hanterman beslist. Maar toen de jongens begrepen, dat liefde voor den een- voua bij vader slechts een voorwendsel was en zrjn cenigste en grootste bezwaar de uitgave gold van zijn geldvan zijn riksies en papiertjes, waaraan de oude met het toenemen der jaren ook boe langer hoe meer gehecht raakte, spraken zij met elkaar af het grootste gedeelte van den koopprijs zeiven te betalen en vader in den waan te brengen, dat de winkelier door toevallige omstandigheden dezelfde jas voor een koopje kon geven; zij betaalden acht honderd gulden en dicnzelfden dag kreeg de oude Hanterman een briefje, waarin do kleermaker meldde de bontjas, waarvan al eens eer sprake geweest was, voor vier honderd gulden te kunnen leveren. De oude mevrouw, die door de jongens van de voor uitbetaling onkundig gelaten was, sloeg de handen van blijdschap in elkaar. „Nou zal je toch niet langer meer weigeren?" Hanterman opperde een bezwaar, maar zijn vrouw twijfelde geen oogenblik aan de eerlijkheid van den tailleur, die om een enkele bontjas toch niet den naam van zijn eerste-klas-zaak in gevaar brengen kon; om haar man te overtuigen, telefo neerde zij direct; de eigenaar van de zaak stond haar zelf te woord, verzekerde haar, dat er van geen minderwaardig bont sprake was en beriep zich voor de verkla ring van het geval op den lagen marken- koers. „Eigenlijk vind ik vierhonderd gulden nog te veel!" waagde hij, maar zjj had aan zijn stem en zijn hending reeds zijn aarzeling bespeurd en hield nu haar kans vast. Wat zouden de kinderen wel zeggen, als die van het aanbod hoorden! En de aangetrouwden vooral; die zouden hem en haar ook van in haligheid en gierigheid verdenken! Als Han terman nu weer weigerde, wilde zij van haar bontmantel ook niets meer weten, en ging nooit weer bij de kinderen op bezoek! Zij wond zich op en stond met betraande oogen tegenover hem. Toen hij begreep haar met een kalme uiteenzetting van zijn bezwaren niet meer tot bedaren te kunnen brengen, stemde hij toe en gaf haar den kus, waarmee zjj hem beloonde, dankbaar terug. Dadelijk telefoneerde zij Jet, Frans en Iïarold en vergezelde Hanterman een uur later naar den winkel. Toen hjj gepast had en de jas zonder eenige verandering gedragen kon worden, liet zrj hem niet in zijn oude winterjas gaan; beiden-in-het-bont gingon zij huiswaarts. Hanterman had een gevoel alsof ieder een hem nakeek en hem „dandy", ,,oue- gek" schold; nog nooit had een verandering van kostuum of een nieuw kleedingstiik hem zóó uit zjjn evenwicht gehaald; een tegen slag in zaken kon hem niet meer aan het praktizeeren hebben gebracht. Als hij ken nissen ontdekte, hoopte hij maar, dat zij hem niet zouden zien, maar zij groetten uitbundig. Zjj hadden bjjna gekibbe'd op den openbaren weg. Hij was bi ij eindelijk de huisdeur achter zich toe te hebben, maar 's middags ging hij, omdat zijn oude winter jas nog niet door den winkel terugbezorgd was, weer uit in zijn bont. Karei, de oudste, wilde de eindelijk© over winning op don ouden heer vieren en noodig- de de familie uit op een avondje; de bontjas van vader moest met oen goeden dronk worden ingewijd. De oude mevrouw Han terman straalde van geluk; in haar herleef de de oude blijdschap, waarmee zij een vijftig jaar terug, op bezoek en familiefeestjes ook met haar Hanterman had gepronkt; ivj was nu in zijn bont weer opnieuw knap en jeugdig; zrj had, omdat een vrouw op geen enkelen leeftijd haar blijdschap over kleeren stilzwijgen kan. door de telefoon de kinderen en aangetrouwden voorbereid op de nieuwe verschijning van vader, die eindelijk een „deftig heer" geworden was en op het eer ste gezicht bjjna niet eens meer herken baar! Zij voorspelde zich veel geluk van het avondje hij Karei; zij hoorde reeds hoe ieder een haar man prijzen en haar comp'.imentee- ren. zou, alsof zrj beiden op hun ouden dag weer opnieuw bruid en bruidegom wa ren geworden! Maar op den avond voor 't feestje ver scheen zij niet in den kring der. familie. Hanterman kwam alleen. En zonder bontjas. De kinderen hadden zich in de vestibule vereenigd om hem en zijn vrouw met een luid hoera te begroeten en dachten, toen hij alleen binnen kwam. aan een ongeluk. „Maak je maar niks ongerust", stelde lij} gerust, „je moeder heeft afijn, we heb ben samen woorden gehad en nou becEt ze hoofdpijn!'"... De gasten voelden de mislukking van het feestje en gingen teleurgesteld weer binnen En even later legde Hanterman uit waar om hij in zjjn gewone, ouë winterjas was gekomen „Vanmiddag" vertelde hij, „ging ik op het gewone uurtje naar de soos en toen ik binnen kwam, stonden ze allemaal paf te kijken van mrjn mooie bontjas; de ont vangst, die jullie me hadden toegedacht, heb ik daar ai gehad! En nieuwsgierig, dat zij waren! Ik geloof, dat zij allen één voor één het bont hebben nagevoeld en getaxeerd Nou, ik dacht, gaan jullie je gang maar; en natuurlijk het duurde niet lang of zjj moesten den prijs weten. Neen, zeg ik, raaje! Goed! Zij noemden, achthonderd, duizend, olfhonderdéén was er bjjnamaar geen een raadde precies.' Vierhonderd!"' riep ik zoo hard als ik kon; ik hoor het me nog schreeuwen, en zij... ook net als jullie doodstil, net alsof zij eensklaps van Lotje getikt waren! Z(i wilden het niet ge- looven, maar ik legde hon uit, dat de win kelier een extra-kansje had gehad." Karei, Frans en Harold knipoogden te- VTeden; zij wisten nu, dat de tailleur tegen over vader hun betaling verzwegen had. ,,Bjj bet weggaan," vervolgde Hanterman „tikt er een me op mijn schouder, op den schouder van mjjn bontjas, wel te ver staan en zegt tegen me: „Koopen?" Ik wist niet wat ik hoorde; koopen, zeg ik, koopen,daar heb ik nog niet aan ge dacht... maar jullie weten, jongens, dat kis je vader een zaakie kan doennou, zeg ik, doe 's 'n bod!... en wat denk je dat-ie zei... Niemand raadde. De jongens begrepen maar al te goed. „Zeshonderd pop!" galmde Hanterman, vijftig percent winst, is me dat effe 'n reuzebof! Natuurlijk gaf ik 'm gauw; hjj mocht er nog eens spijt van krijgen en te rugkrabbelen!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5