Tersoverzicht. g^o. 18665. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 Januari. Tweede Blad. Anno 1921. BINNENLAND. FEUILLETON m om 2IS STEAAT "Wat zakonmensohcn we- iea m o e t e n. - Wij ton in djo „NIEUWE VIiAAKMNGSCHE COU RANT" Monig zakenman zal met angst an beven gelezen hebben, dat melt het samenstellen ven het Handelsregister een aanvang is gemaakt. Men hoort in handelskringen tegcnwoor- dio zoo dikwijls zeggen„lk ben geen baas meer in eigen huis, mijn geheele zaak ligt op straatvoor alles en nog wat. komen ambtenaren mijn boeken nasnuffelen En nu nog een Handelsregister Do mopperaars zullen zuchten „Nu ligt mijn geheele zaak voor Jan Publiek open Fatsoenlijke zakenmenschen, vrees niet., het Handelsregister is alleen gevaarlijk voor chicaneur?. Wat is dan het Handelsregister? Het Handelsregister is een openbaar register, d&t bestemd is tot inschrijving en openbaarmaking van verschillende fei ten betreffende handelszaken, waarvan de kennismaking van belang is voor derden, die met die zaken in. betrekking komen. Dit rogiste- zal worden aangehouden door de Kame-s van Koophandel en Fa brieken Het. geheele land telt 36 van zulke Ka mers Voor het. doen der opgaven worden door do Kamer van Koophandel opgaaf-forrau- lieren verkrijgbaar gesteld. De Kamer van Koophandel verzendlb uit zichzelf geen op ga af formul ieren aan be langhebbenden Men moet ze persoonlijk afhalen of schriftelijk aanvragen onder toezending van de kosten van verzending. Naar den vorm hebben de opgaafformu- lieren veel overeenkomst met de opgaaf- formulioreai voor de Rijksinkomstenbelas- Maar moet nu ieder handelaartje zijn zaak laten inschrijven? Kunnen we in helt Handelsregister ook de verschillende wa ter- en vuurbazen van het gebied der Ka mer vinden i Het zou geen zin hebben al deze men- Bohen in het Handelsregister te schrijven. Daarom zijn er uitzonderingen, gemaakt. Niet ingeschreven behoeven Ite worden o. a. vissohers, land- en tuinbouwers, koop lieden, wier belastbaar inkomen volgens do Rijksinkomst eaibelas ting, ongerekend den 'kinderaftrek, minder dan f 2000 's jaars be draagt, en verder kleine ambachtslieden. Wie in werkgeverskringen zijn ooren jte luisteren legt, zal dikwijls de klacht ge hoord hebben, dat de wetten van do laagste jaren zoovee. geld Vosten. Voort-durend nieuwe wetjten, waardoor de werkgevers tot het doen van groot c financieel© offers gedwongen worden, zonder dat daar voor hen voordeel en tegenover staan. De werk gevers betalen, do werknemers de voordee ion genieten De werkgevero mogen nu echter eens jui chen. Zeker, cle Handelsregisterwet zal hun ook geld kosten; maar tegenover do kleine geldelijke offers, staat dat mooie Handelsregister, dat voor hen een schat van gegevens bevat, waarvan zij gratis kunnen profiteer en. Nu zal er een slimme koopman zijn, die bij zichzelf denklt„Ik zal onvolledig of onjuist opgeven, waardoor mijn zaakje er voor de buitenwereld wat beter uitziet" en een nog slimmere koopman zal 't maar beter vinden in 't geheel geen opgave te doen. Slimme cn slimmere koopman, pas op, de wetgever is helt slimst! Op heb onvol ledig of onjuist opgeven zijn straffen ge steld van ten hoogsto een jaar gevangenis straf of een geldboete van ten hoogste dui zend guldenterwijl hij, die oielt voldoet aan zijn wettelijk© verplichtingen tob het doen van opgaaf voor inschrijving in het Handelsregister, wordt gestraft mot een geldboete van ten hoogste twee duizend gulden. -0 Wijziging van de Kieswet, de Provinciale wet en de Gemeentewet, Drie wetsontwerpen zijn ingediend tot wijziging van de Kieswet, de Provinciale Wet en van de Gemeentewet. In de memorie van toelichting dteelt de .Minister van Binnenlandsche Zaken om trent de voorgedragen wijzigingen, welke in hoofdzaak onveranderd zijn ontleend aan het advies van het centraal-stembureau o.m. het volgende mede: De in art. 12 gestelde termijn is voor de grootere gemeenten te kort gebleken. Ach ter het woord „binnen" worden ingevoegd de woorden „twee maal". De wet. bepaalt niet, wie voorzitter van het hobfdstembureau is in gemeenten, wel ke niet in kieskringen zijn verdeeld. Daar om wordt in art. 33 bepaald, dat in zoo danige gemeenten de burgemeester voor zitter is van* het hoofdstembureau. De le den der hoofdstembureaux zullen menig maal voor de vervulling van hun taak ge- ruimen tijd aan hun werkzaamheden ont trokken worden. De mogelijkheid wordt daarom geopend, dat hun als vergoeding voor het tijdverlies een presentiegeld worde toegekend. In cle nieuwe redactie van art. 35 is op genomen hetgeen thans is bepaald in art, 3 van het Kon. B. van 12 December 1917, dat de inlevering van lijsten voor alle kies kringen geschiedt ter secretarie der ge meente. De openbare kennisgeving moet thans uitgaan van den burgemeester. Bij de jongste Raadsverkiezingen was in de meeste gemeenten op den dag der stem ming een andere kiezerslijst van kracht dan op den dag der candidaatstelling. Voorgesteld wordt de redactie op ait punt zóó te lezen, dat de bedoeling der wet duidelijker uitkomt. In de geldende wet staat beroep alleen open tegen cle ongeldig-verklaring eener lijst of schrapping van een candidaat door het hoofdistembureaudit beroep komt toe aan den inleveraar der lijst. ïntusschen kunnen ook anderen belang hebben bij cle beslissing over die punten. Daarom wordt thans de gelegenheid, om in beroep to komen bij Ged. Staten, gegeven aan alle kiezers, ook aan die buiten den kieskring, waarin de lijst is ingeleverd en tegen alle beslissingen van het hoofdstembureau, on verschillig in welken zin zij zijn uitge vallen. Eenige verdere wijzigingen strekken om te bevorderen, dat alle lijsten van een zelfde partij zullen hebben hetzelfde num mer, wat voorlichting van den kiezer ver gemakkelijkt on vooral bij verkiezingen voor den raad in gemeenten, welke in kieskringen zijn verdeeld, ter voorkoming van misverstand zeer gewensclit is. Arlikcl 'LS is tevens zoodanig gewijzigd, dat duidelijk uitkomt, dat de hoofdstem bureaux aan het centraal-stembureau niet behoeven te zenden cfe origineele lijsten, waarover aan dat bureau toch geen con trole toekomt, doch slechts moeten mede- deelen, welke geldige lijsten zijn ingele verd. Omtrent de publicatie der candidatenlijs- ten wordt in dit wetsontwerp bepaald: „De openbaarmaking geschiedt: indien het betreft de verkiezing van de leden der Tweede Kamer of der Provin ciale Staten, door plaatsing van de lijsten, naar de kieskringen gerangschikt en met vermelding van haar nummers en letters, in de „Staatscourant" indien "het betreft de verkiezing van leden van den raad, door nederlcgging van de lijsten ter inzage voor een ieder op de secretarie der gemeente, als bet geldt een gemeente, die in kieskringen is ver deeld, naar de kieskringen, gerangschikt en met vermelding van de nummers der lijsten. Van cle nederlegging geschiedt, te gelijk openbare kennisgeving". De bestaande redactie van art. 59 wijst niet aan, van welk stembureeau de burge meester voorzitter is in geval een gemeente voor de verkiezing van den Raad in kies kringen is verdeeid. Hierin voorziet de be paling, dat de burgemeester voorzitter is van het stembureau van het eerste of eenige eenige stemdistrict zijner gemeente. Art. 71 is aangevuld met een uitzonde ringsbepaling voor de leden van het Konink lijk Huis. Het is voorgekomen, dat in stemlokalen, waar weinig ruimte was, bij het sluitings uur niet alleen binnen het lokaal, doch ook nog daarbuiten zich kiezers bevonden, die hun beurt van stemmen afwachten. Het is gewenscht boven twijfel te stellen, dab ook de laatste groep nog tot de stembus moet worden toegelaten". De werkzaamheden van de hoofdstembur- reatx met betrekking tot de vaststelling van de uitkomsten der stemming zijn zoo om vangrijk, dat, hoewel bij de Kamerverkiezin gen" in 1918, na het binnenkomen van de gegevens van de stembureaus, bij de meeste hoofdstembureaux reeds in den nacht van den dag, volgende op de stemming, werd aangevangen met de optellingen, noodig om tot de uitkomsten van de stemming te gera ken. zeer vele eerst in den tweeden nacht na de stemming in staat waren de uitkom- komsten vast te stellen. Bovendien bleek, dat de spoed in vele geva'len tot fouten in de berekeningen had geleid. Bedenkt men daarbij, dat, als de vrouwen mede deel zullen nemen aan de verkiezingen, door de dientengevolge noodzakelijke uitbrei ding van het aantal stembureaux, de Laak van liet hoofdstembureau nog zeer aanzien lijk zal verzwaard worden, dan is overtuigend de noodzakelijkheid aangetoond, dat de zit ting van het hoofdstembureau een dag later wordt gesteld. Het; is vrijwel zeker, dat op den tweeden dag na dien der stemming de voorbereidende berekeningen, die niet behoeven te wachten tob de zitting, gereed kunnen zijn, zoodat dan tot de vaststelling en mededeeling der uitkomsten kan worden overgegaan. Wel zal de voorgestelde wijziging het be kend worden van den ofiicieelen uits.ag der verkiezing eenigjrz.ns vertragen, doch groot J nadeel levert dit niet op, daar heb p-uoliek den oflicieuzen uitslag, die gewoonlijk niet l of zeer weinig van den officieelen zal ver- schillen, reeds eer op andere wijze zal ver- nomen hebben. i Tn het z.g. stelsel der grootste overschot ten, dat in art. 99 is belichaamd, is een correctie noodig, om t? voorkomen, dat een zecei toevaic aan een slechts kleine groep van kiezers. Het thans geldende artikel trach:- dit te bereiken, door, behoudens zeer zeld zame gevallen, bij het toekennen der zetels uit le sluiten lijsten, wier stemcijfer lager is dan 50 pCt. van den kiesdeeler. De piactijk heeft geleerd, dat deze grens te laag i9 ge steld. Voorgesteld wordt de grens te ver- hoogen tot 75 pCt. van den kiesdeeler. In gevallen, waarin één der gekozen can- didaten van de lijst wegvalt, hetzy door niet- aanvac.rden der benoeming, nïet-toel- ing of overlijden, misken. alle stemmen, op den uit vallenden candidaat uitgebracht tob ten hoogste den kiesdeeler eiken invloed op de beslissing wie in zijn plaats moet. treden. derhalve wordt voorgesteld, m de geval len, waarin een reeds gekozen candidaat uitvalt, te aanvaarden het brj de behandeling der Kieswet in de Tweede Kamer reeds ge opperde en in het amendement van den der Kieswet in de Tweede Kamer reeds ge opperde en in het amendement van den heer Bongaerts belichaamde denkbeeld, om ook de stemmen, waarmede de uitvallende can didaat is gekozen, over te dragen, evenals die, welke boven den kiesdeeler op hem mochten zijn uitgebracht, op dengeen, die na hem de hoogste plaats inneemt en nog niet is gekozen. j Aan de voorzitters der hoofdsfcembureaax I is de verplichting opgelegd om een af schrift van het proces-verbaal van de zit ting van dat bureau en van de zittingen der stembureaux op te zenden aan het lichaam, waarvoor de verkiezing plaats heeft. De door den benoemde in te dienen ge loofsbrief wordt teruggebracht tot de schrif telijke mededeeling van de benoeming door den voorzitter van het centraal-stembureau. De voorgestelde wijzigingen in artikel 134 strekken om boven twijfel te stellen, dat de toelating, die eens heeft plaats gehad, definitief is, er tevens om te voorkomen, dat in verband daarmede, meer candidates verkozen worden verklaard bij de nieuwe I vaststelling, dan er plaatsen 'beschikbaar zijn. Indien, gelijk wordt voorgesteld, gebroken wordt met het stelsel, dat het onderzoek van ode geloofsbrieven één onverbrekelgk geheel vormt, staat in beginsel niets meer in den weg van een volkomen onbeperkt ondeizcek van den geloofsbrief van een later inkomend lid. Elk punt, dat de wettigheid van zijn kiezing raakt, kan en moet worden onder zocht, ook al raakt het tevens de wettigheid van de verkiezing van reeds toegelaten lei den Die toelating zelve blgft ingevolge art. 134, én art. 135, onaantastbaar. Art. 142 zou dus geheel kunnen vervallen. Dit zou echter kunnen leiden bij later ge bleken ongeldigheid van de stemming in één of enkele districten tot een gedeeltelijke nieuwe stemming, wellicht geruimen lijd na do verkiezingen. Met het oog op de verande ringen, die na de yerkiezingen mogelijker wijs in het kiezerskorps hebben plaats gehad, schijnt zulks geen aanbeveling te verdienen. Het onderzoek van de geloofsbrieven der later inkomende leden moet zich daarom met uitstrekken tot de vraag, of de stem ming al of niet geldig heeft plaats gehad. De voorgestelde wijzigingen van de be palingen der Kieswet, strekkende tot vereen voudiging op het st^ik der geloofsbrieven, en het gewijzigd stelsel voor de aanwij zing van de plaatsvervangers, brengen mede wijziging van de Provinciale Wet en van de Gemeentewet, zooals die in de aangeboden desbetreffende wetsontwerpen is opgenomen. In het voorstel tot wijziging van de Ge meentewet is mede door aanvulling van het eerste lid van artikel 31 dier wet, cle ver- eischte regeling getroffen, opdat het on derzoek van de geloofsbrieven docr den ouden Raad zoo tijdig geschiedde, dat ingeval van beroep bij Ged. Staten, dat College uit spraak kan doen vóór den datum, welken de wet voor het bijeenkomen van den nieu wen Raad aanwijst. d BUITENL. WFEKOVERZiCHT. Over 't geheel genomen, verkeert do wereld weer eens in een periode van ge duldig afwachten vaai walt konten zal. Voor cle zooveelste maal hangt een sluier over cle naaste toekomt. Voor Duitschland lijkt, sindt ons laatste overzicht, do situatie iets verbeterd Lijkt, z.eggen we, wanlt zeker heid daaromtrent is er toch nog allerminst. Het is toch al vaker gebeurd, dat per slot van rekening do afloop eener hangende kwestie nidt meeviel, al liet het zich op een gegeven oogenblik niet. slecht inzien Genoemde verbetering zou dan hierin be staan, dat inzake de ontwapening Enge land Frankrijk s agressieve wenschen niet schijnt te wil'en steunen zonder meer. Daarop wijst ontegenzeggelijk het feit, dat Engeland do kwestie traineert en niet op Frankrijk's aandrang ingaat. In het land van' John Buil neemt het gezond verstand in menig opzicht de bovenhand over de na- oorlogsgeest, die in hoofdzaak bij Marianne nog domineert Engeland neemt de verdero ontwapening van Michel niet zoo zwaar wichtig meer op, is tot wat transigeer en over de Orgesch-formatics etc.' bereid, daar Duitschland immers vooreerst de mi litaire tanden zijn uitgetrokken. Marianne weet dat, goed beschouwd ook wel waarom heeft zij anders Lefevre als minister van oorlog laten heengaan? Edceli, de Franscho maagd probeert nog steeds op allerlei ma nier Ihiitschland dieper te vernederen, overtuigd, dat zoodoende haar- veiligheid er niet minder op wordt. Geen middel liet zij daartoe onbeproefd. Het niet kieskeurig zijn daarbij heeft iu den bond met Engeland al menige scheur veroorzaakt. Weliswaar zijn al dio scheuren later weer gedicht, maar er zijn litteekens achtergebleven, die af en .'toe geducht na-schrijnen. Had Frankrijk inzake de ontwapening zijn zin gekregen, claj was Berlijn ongetwijfeld voor een ultimatum gesteld op korten ter mijn onder bedreiging mot verdere bezet ting. Maar Engeland lieeft bedankt voor een dergelijke, nieuwo verontrusting bren gende politiek in West-Europa. De confe rentie van den Oppersten Raad, het ui,t den oorlog welbekende lichaam, is op aan drang van Engeland uitgesteld tot 19 dozer. Zooals bekend. heelt de tijd heel wat wonden, slijp,t de tijd beo' wat scherpe kantjes af. Op zich zelf is dit uitstel claar- oni gunstig voor do Duitsche zaak. Zooals echter zoo vaak. is er in dezen echter een „maartjo". Is Frankrijk niet te spreken over de ontwapening, Engeland is dat niet over de uitlevering van de geheimen bij de vervaardiging van ontplofbare stoffen en gassen, waartoe het vredesverdrag Duitsoh- land verplicht. Engeland vat dit n.l. zoo op, diat Duitschland, dat zeer veel nut heeft gehad bij de fabricage van oorlogs tuig van den koogen trap, waa-rop zijn verfsfcofindustrio stond, ook de geheimen daarvan overlegt, die het best gebruiken kan. Waarvoor Duitschland begrijpelijker wijs niet veel voelt. Wanneer Frankrijk nu eens tot Engeland zegt, do, ut des, oftewel vrij vertaald: voor wat-hoord wat? Jij je geheimen, ik de ontwapening. Zoo'n politiek fortuintje heeft Leyges, de Franscho premier, bovendien hard noo dig. Zijn positie is ernstig geschokt ten gevolge van de diverse, laten we niet direct zeggen nederlagen maar dan (tocb, terug- brabbelingen Ware momenteel de lucht niet zoo zwaar politiek bezwangerd, wel licht zouden do geruchten over zijn heen gaan reeds bewaarheid zijn. Op 'i oogen blik kan Marianne hem echter moeilijk a-la zaakwaarnemer aan don kant zotten. Wan neer evenwel do ontwikkeling der huidige problemen niet gunstig uitvalt voor Frankrijk, clan kan Leyges vrijwel zeker zijn politiek testament maken Frisoh in 'b geheugen ligt nog, hoo Engeland heeft geweigerd Leyges te vol gen inzake zijn koers ten aanzien van Grie kenland. 'fe Is waar, dat do betrekkingen met Konstantijn nog niet hersteld zijn, maar dat neemt niet weg, dat de mogelijk heid daarvan eerder toe- dan afneemt, waar Engeland blijken geeft daartoe wel te willen overgaan, wanneer het zekere waarborgen krijgt. Waarborgen, die Grie kenland niet direct doch indirect onder Engeland'3 toezicht zouden plaatsen. Bij het verdrag va-u Sèvres is het toezicht van Engeland, Frankrijk en Rusland op het Grieksche schip van staat afgeschaft, 't Zou voor Engeland niet onaardig zijn, voortaan alleen dat toezicht te kunnen oefenen Is het wonder, dat enkele Fran- sohe persorganen het aandurven te spre ken van heb perfide Albion Frankrijk zou liefst morgen den dag het verdrag van Sèvres willcai wijzigen op kosten van Griekenland en zoodoende ge raken uit de Turksclie impasse Engeland voelt daarvoor al evenmin, want daal komen zijn concessies in Mesopotamië etc. ook in 't geding Het ziet. liever de kat eerst eens uit den boom. Speciaal voor zoover het do verstandhouding tusschen Ko-nstan- tinopel, waar de Turksche schijn-regeering zetelt, en Angora, de zetel van den waren heersohcr Moestapha Kemal, betreft. Be richt is, dat Iszet pasja beide partijen tot overeenstemming heeft gebracht, doch be vestigd is dit nog niet. Het wordt met dit al tijd, gelijk gezegd, dat Leyges ook eons een politieke overwin ning behaalt. En dat te eer, waar do biraienlaudsche toestand in Frankrijk even eens allerlei redenen tot klagen biedt. Opvallend is, hoe weinig Italië in al deze aangelegenheden meer genoemd wordt. Giolittd houdt zich wat op den achter grond. Wat echter de atmosfeer van onze kerheid vergroot. En zelfs met België is de Fransohe vriendschap aan het afkoelen en dat zegt wat. Men weet, hoe in de Waalsche kringen het militaire verbond met Frankrijk werd bejubeld. Het was een eerste stap, de tweede zou een economisch verbond zijn. Maar dit laatste bleef al maar uit en thans moet België er niet veel meer van hebben. Antwerpen, de mond van België's handel, waardoor het als het ware ademt, zou niets liever zien dan zoo spoedig mogelijk de Duitschers, dio hot een jaar geleden nog uitbande, zien terugkeer en en het transito- verkeer op Duitschland zien hersteld. Niets veranderlijker dan een monsch Eigenaardig is echter, dlafc Frankrijk's gezant to Brussel de Mairgerie zelf een fik- schen stoot heeft gegeven in de richting van e en-zich-af wenden van Frankrijk. Blijk baar speculeer end op den overwegend pro- Franschen geest in het Belgenland heeft hij het gewaagd met Nieuwjaar België zoo veel als te kapittelen, dat het inzake don diensttijd wel wat vèr ging, waardoor heb Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE. (Nadruk verboden.) 64) Vijf minuten later gingen zij samen in vigilante, en op dat oogenblik begon de klok drie uur te slaan. Het klonk boven hen uit, zoo duidelijk, alsof het met woor den gezegd w erd Bemin terwijl go jong zijt, Dc jeugd wordt spoedig oud; Al de verhalen zijn gedaan, Al de liederen zijn gezongen Bemin bemin 1 bemin Hun oogon ontmoetten elkander, toen zij dit hoorden, en zij keerden zich beiden „spoedig van elkander af, opdat de eon niet zou raden, wat de andter dacht, en zij droomden niet, dat zij beiden dezelfde f boodschap hoorden. Toen reed het rijtuig over de brugcite blinde man, plotseling opgeschrikt uit zijn middagslaapje, riep een schor „en Hij zeideeen trein reed er onder door, cn een klein, zilveren, helder rookwolkje zweefde in de blauwe lucht, o'-ic verzacht werd door den lichtgrijzen siuier, dien dc sehoorsteenen van Flodmouth er over ge worpen haclden. I een niooie, oude straat", zei Pieter, zijn hoofd zenuwachtig uit liet raam stekend. ..Men kan een straat niet oud noemen, öif. nog geen honderd jaar geleden gobouwd is", zei Sophie, als om zich te verweren. Hij haalde zijn hoofd naar binnen. „Ze zullen niel weten, waar we zijn. Mijn zusters hebben ons zien gaan." „En dat aardige meisje, dut bij jelui logeert ik herinner me, dat ze vlak bij was", zei Sophie. „Wat heeft ze ecu mooie' tint, en zulk aardig haar." „Ja, zo is mooi, cn ook heel aardig," stemde Pieter too, over welk antwoord Sophie belachelijk teleurgesteld was. Een oogenblik stilte volgde, en toen keerde Pieter zich met een heel rood gelaat en aan zijn mooie liohto handschoenen plukkond, naar Sophie en barstte uit: „Ik begon met haar het hof to maken, omdat ik verliefd op joai was, en teleur gesteld; maar ik begon veel van haar te houden, en zij misschien e<yi beetje van mij heel waa-rscrijnlijk niet er is geen roden, waarom zo wel zou maar als als zij er mee door wil gaan, zal ik het zeker doen." Hij haalde diep adem, en zweetdroppels scondon op zijn voorhoofd, en liij keek zoo plechtig als do jeugd dat alleen kan; maar in zijn grijze oogen was do blik te lezen, dien de ridders uit den ouden tijd ongetwijfeld hadden, als zij ter wille van hetgeen zij de cor noemden heel dKvaze en akelige dingen deden. „fk ik hoop, dat jo heel gelukkig zult zijn," zoi Sophie, uit het portierraampje kijkend. „O, hier zijn we er. Laten we gauw naar binnen en tussclien do men- schen gaan; ze zullen ons niet opmerken." Maar natuurlijk kan zoo iets als het flauw vallen van een bruidsmeisje niet onopgemerkt blijven en ofschoon het ver haal van de nieuwe japon reeds als een mogelijke verklaring ronogciluisterd wa?, deed de bruid zelf twee statige schreden van haar plaats onder een klok van witte bloemen en vroeg, of Sophie nu v.eer beter was. Do bruidegom glimlachtewat onrus tig, cn hoopte, dat het niets ernstigs was, en Sophie antwoordde met zeer duidelijk© stem „Neon, dauk uniets ëmstigers dan dat ik geen ruimte had om adem to halen. Zooals u weet, moest ik op het laatste oogenblik do japon van een ander aan doen; het was toen to laat, om ze to laten veranderen." Toen ging zo verder, en daar mijnheer Howard's vage angst voor een scène nu ge heel verdwenen was, werd hij zoo vroolijk, dat juffrouw White zei, dat hij toch zeker verliefd moest zijn; hij was zoo dwaas. „Ik bogrijp niet, waarom ik gekomen bon," voegao zij er bij. „Ik heb het land aan huwelijken „Ik denk, dat u kwam, omclat zij u noo dig hadden," zei Sophie droomorig, ter wijl zij de kamer rond keek. „Mij noodig hadden!" riep juffrouw White. „AL* men jong is, denkt men, dat iedorccn ons noodig heeft, maar als men oud wordt, ia men' gelukkig, als men denkt, dat iemand het doet." Een tijd van wachten en kijken naar do geschenken volgde, waarbij iedereen zijn eigen present trachtte te vinden, on me vrouw Peipborton vondi heb heel vervelend, dat haar notenkraker overschaduwd werd door den zilveren gebakscliotel van de Nortons, terwijl juffrouw White haar thee- muts moest zoeken in een hoek achter een scherm. Mevrouw Bean en haar man kon den do geborduurd© lakens niet vinden, cn zij stonden, een beetje, verlaten, te kijken naar den man, die de nieuwe deelgenoot moest worden, en die zich druk met me vrouw Salisbury bezig hield, als iemand, die aan gezelschappen gewend is. Het was merkwaardig zoo onzichtbaar mevrouw Bean met haar rosau hoed scheen te zijn, dio toch opvallend genoeg was, want de menschen liepen pratend en lachend voor bij. terwijl zij niets sohenen te zien dan hun eigen handschoenen, of den neus van hun geleider, of de vage ruimte der zaal. Zelfs de bee- Bean merkte het einde lijk op. „Er schijnen hier niet vee.' menschen tt» zijn, dio wo kunnen," zei hij. „Of anders zien wo er niet zoo veel bij elkaar. Dat zal het, denk ik, zijn." Mevropw Beau kreeg een kleur. Het was dus geen verbeelding, want zelfs Herbert merkte op, dat de menschen haar verme den Het moest dus waar zijn, dat niemand van haar hield] Maar drukte en beweging aan het andere eind der zaal was het teekon, dat bruid en bruidegom teruggekomen waren, nadat zij hun trouwkleeren verwisseld hadden voor een reiskostuum en dezelfde opwinding, die do menschen voelen, als zij een schip te water zien gaan, greep mevrouw Bean altijd aan, als zij twee menschen samen het leven zag ingaan. Het was zelfs nu sterk genoeg, om voor het oogenblik haar eigen pijnen on gevoel van dooclelijke afgematheid te bannen, en met haar oude vlugheid liep zij naar de kleedkamer om een geheimzinnig pak te halen. Hot was op een andere plaats gelegd, zoodat het gelulckigo paar in de auto stapte to midden van een vloed van confetti van clo belangstellende menigte buiten, toen mevrouw Bean opeens boven aan de trap verscheen, die van de grooto open deuren naar de zaal leidde. „Niemand heeft een ouden schoon ge gooid, om geluk aan te brengen ik heb er een meegebracht voor het geval zij hijgde en wierp het projectiel naar de snuivende auto, zoodat zij bijna den neua van den bruidegom trof, en den deftigen chauffeur in deo rug raakte, juist toen zij wegreden. Het laatste, wat de heer en mevrouw Frans Howard van Kun trouwpartij zagen, was dus mevrouw Bean boven aan do trap, vrocnlijk, zegevierend, met liaar bloemen hoed op een oor en overwinning in haar oogen. HOOFDSTUK XIX. Het was Zondagmorgen. Mevrouw Bean zat in do kerk met Betsy aan haar eeno zijde cn Bobby aan dc andere; do heer Bean deed een wandeling in do buiten wijken van Flodmouthdo nieuwo meid braadde het vlccsch voor het middagmaal en las daar tusschen door „Van do keuken tot do gravenkroon." Alles was als ge woonlijk en toch scheen de gewono muziek cïer Psalmen akkoorden to treffen bij me vrouw Beau, dio haar overal pijn deden cn haar oogen doden branden van ongewsendo tranen. Eindelijk zong liet koor „O, ver los mij, want ik ben hulpeloos en arm en mijn hart is in mij gewond," cn mevrouw Bean schaamde zich vreeselijk, toen. zij twee dikke tranen onder haar voile langs haar wangen voolde rollen. Zij durfde ze niet weg vegen uit vrees, dat men heb zion zou, en zij proefdo den zouten smaak or van op haar lipper. met een soort van ver drietige verbazing. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1921 | | pagina 5