Tersoverzicht.
g^o. 18665.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 Januari.
Tweede Blad. Anno 1921.
BINNENLAND.
FEUILLETON
m om 2IS STEAAT
"Wat zakonmensohcn we-
iea m o e t e n. - Wij ton in djo
„NIEUWE VIiAAKMNGSCHE COU
RANT"
Monig zakenman zal met angst an beven
gelezen hebben, dat melt het samenstellen
ven het Handelsregister een aanvang is
gemaakt.
Men hoort in handelskringen tegcnwoor-
dio zoo dikwijls zeggen„lk ben geen baas
meer in eigen huis, mijn geheele zaak ligt
op straatvoor alles en nog wat. komen
ambtenaren mijn boeken nasnuffelen En
nu nog een Handelsregister
Do mopperaars zullen zuchten „Nu ligt
mijn geheele zaak voor Jan Publiek open
Fatsoenlijke zakenmenschen, vrees niet.,
het Handelsregister is alleen gevaarlijk
voor chicaneur?.
Wat is dan het Handelsregister?
Het Handelsregister is een openbaar
register, d&t bestemd is tot inschrijving
en openbaarmaking van verschillende fei
ten betreffende handelszaken, waarvan de
kennismaking van belang is voor derden,
die met die zaken in. betrekking komen.
Dit rogiste- zal worden aangehouden
door de Kame-s van Koophandel en Fa
brieken
Het. geheele land telt 36 van zulke Ka
mers
Voor het. doen der opgaven worden door
do Kamer van Koophandel opgaaf-forrau-
lieren verkrijgbaar gesteld.
De Kamer van Koophandel verzendlb uit
zichzelf geen op ga af formul ieren aan be
langhebbenden Men moet ze persoonlijk
afhalen of schriftelijk aanvragen onder
toezending van de kosten van verzending.
Naar den vorm hebben de opgaafformu-
lieren veel overeenkomst met de opgaaf-
formulioreai voor de Rijksinkomstenbelas-
Maar moet nu ieder handelaartje zijn
zaak laten inschrijven? Kunnen we in helt
Handelsregister ook de verschillende wa
ter- en vuurbazen van het gebied der Ka
mer vinden i
Het zou geen zin hebben al deze men-
Bohen in het Handelsregister te schrijven.
Daarom zijn er uitzonderingen, gemaakt.
Niet ingeschreven behoeven Ite worden
o. a. vissohers, land- en tuinbouwers, koop
lieden, wier belastbaar inkomen volgens do
Rijksinkomst eaibelas ting, ongerekend den
'kinderaftrek, minder dan f 2000 's jaars be
draagt, en verder kleine ambachtslieden.
Wie in werkgeverskringen zijn ooren jte
luisteren legt, zal dikwijls de klacht ge
hoord hebben, dat de wetten van do laagste
jaren zoovee. geld Vosten. Voort-durend
nieuwe wetjten, waardoor de werkgevers
tot het doen van groot c financieel© offers
gedwongen worden, zonder dat daar voor
hen voordeel en tegenover staan. De werk
gevers betalen, do werknemers de voordee
ion genieten
De werkgevero mogen nu echter eens jui
chen. Zeker, cle Handelsregisterwet zal
hun ook geld kosten; maar tegenover do
kleine geldelijke offers, staat dat mooie
Handelsregister, dat voor hen een schat
van gegevens bevat, waarvan zij gratis
kunnen profiteer en.
Nu zal er een slimme koopman zijn, die
bij zichzelf denklt„Ik zal onvolledig of
onjuist opgeven, waardoor mijn zaakje er
voor de buitenwereld wat beter uitziet"
en een nog slimmere koopman zal 't maar
beter vinden in 't geheel geen opgave te
doen.
Slimme cn slimmere koopman, pas op,
de wetgever is helt slimst! Op heb onvol
ledig of onjuist opgeven zijn straffen ge
steld van ten hoogsto een jaar gevangenis
straf of een geldboete van ten hoogste dui
zend guldenterwijl hij, die oielt voldoet
aan zijn wettelijk© verplichtingen tob het
doen van opgaaf voor inschrijving in het
Handelsregister, wordt gestraft mot een
geldboete van ten hoogste twee duizend
gulden.
-0
Wijziging van de Kieswet, de Provinciale
wet en de Gemeentewet,
Drie wetsontwerpen zijn ingediend tot
wijziging van de Kieswet, de Provinciale
Wet en van de Gemeentewet.
In de memorie van toelichting dteelt de
.Minister van Binnenlandsche Zaken om
trent de voorgedragen wijzigingen, welke
in hoofdzaak onveranderd zijn ontleend
aan het advies van het centraal-stembureau
o.m. het volgende mede:
De in art. 12 gestelde termijn is voor de
grootere gemeenten te kort gebleken. Ach
ter het woord „binnen" worden ingevoegd
de woorden „twee maal".
De wet. bepaalt niet, wie voorzitter van
het hobfdstembureau is in gemeenten, wel
ke niet in kieskringen zijn verdeeld. Daar
om wordt in art. 33 bepaald, dat in zoo
danige gemeenten de burgemeester voor
zitter is van* het hoofdstembureau. De le
den der hoofdstembureaux zullen menig
maal voor de vervulling van hun taak ge-
ruimen tijd aan hun werkzaamheden ont
trokken worden.
De mogelijkheid wordt daarom geopend,
dat hun als vergoeding voor het tijdverlies
een presentiegeld worde toegekend.
In cle nieuwe redactie van art. 35 is op
genomen hetgeen thans is bepaald in art,
3 van het Kon. B. van 12 December 1917,
dat de inlevering van lijsten voor alle kies
kringen geschiedt ter secretarie der ge
meente.
De openbare kennisgeving moet thans
uitgaan van den burgemeester. Bij de
jongste Raadsverkiezingen was in de
meeste gemeenten op den dag der stem
ming een andere kiezerslijst van kracht
dan op den dag der candidaatstelling.
Voorgesteld wordt de redactie op ait
punt zóó te lezen, dat de bedoeling der wet
duidelijker uitkomt.
In de geldende wet staat beroep alleen
open tegen cle ongeldig-verklaring eener
lijst of schrapping van een candidaat door
het hoofdistembureaudit beroep komt toe
aan den inleveraar der lijst. ïntusschen
kunnen ook anderen belang hebben bij cle
beslissing over die punten. Daarom wordt
thans de gelegenheid, om in beroep to
komen bij Ged. Staten, gegeven aan alle
kiezers, ook aan die buiten den kieskring,
waarin de lijst is ingeleverd en tegen alle
beslissingen van het hoofdstembureau, on
verschillig in welken zin zij zijn uitge
vallen.
Eenige verdere wijzigingen strekken om
te bevorderen, dat alle lijsten van een
zelfde partij zullen hebben hetzelfde num
mer, wat voorlichting van den kiezer ver
gemakkelijkt on vooral bij verkiezingen
voor den raad in gemeenten, welke in
kieskringen zijn verdeeld, ter voorkoming
van misverstand zeer gewensclit is.
Arlikcl 'LS is tevens zoodanig gewijzigd,
dat duidelijk uitkomt, dat de hoofdstem
bureaux aan het centraal-stembureau niet
behoeven te zenden cfe origineele lijsten,
waarover aan dat bureau toch geen con
trole toekomt, doch slechts moeten mede-
deelen, welke geldige lijsten zijn ingele
verd.
Omtrent de publicatie der candidatenlijs-
ten wordt in dit wetsontwerp bepaald:
„De openbaarmaking geschiedt:
indien het betreft de verkiezing van de
leden der Tweede Kamer of der Provin
ciale Staten, door plaatsing van de lijsten,
naar de kieskringen gerangschikt en met
vermelding van haar nummers en letters,
in de „Staatscourant"
indien "het betreft de verkiezing van
leden van den raad, door nederlcgging
van de lijsten ter inzage voor een ieder op
de secretarie der gemeente, als bet geldt
een gemeente, die in kieskringen is ver
deeld, naar de kieskringen, gerangschikt
en met vermelding van de nummers der
lijsten. Van cle nederlegging geschiedt, te
gelijk openbare kennisgeving".
De bestaande redactie van art. 59 wijst
niet aan, van welk stembureeau de burge
meester voorzitter is in geval een gemeente
voor de verkiezing van den Raad in kies
kringen is verdeeid. Hierin voorziet de be
paling, dat de burgemeester voorzitter is
van het stembureau van het eerste of eenige
eenige stemdistrict zijner gemeente.
Art. 71 is aangevuld met een uitzonde
ringsbepaling voor de leden van het Konink
lijk Huis.
Het is voorgekomen, dat in stemlokalen,
waar weinig ruimte was, bij het sluitings
uur niet alleen binnen het lokaal, doch ook
nog daarbuiten zich kiezers bevonden, die
hun beurt van stemmen afwachten. Het is
gewenscht boven twijfel te stellen, dab ook
de laatste groep nog tot de stembus moet
worden toegelaten".
De werkzaamheden van de hoofdstembur-
reatx met betrekking tot de vaststelling
van de uitkomsten der stemming zijn zoo om
vangrijk, dat, hoewel bij de Kamerverkiezin
gen" in 1918, na het binnenkomen van de
gegevens van de stembureaus, bij de meeste
hoofdstembureaux reeds in den nacht van
den dag, volgende op de stemming, werd
aangevangen met de optellingen, noodig om
tot de uitkomsten van de stemming te gera
ken. zeer vele eerst in den tweeden nacht
na de stemming in staat waren de uitkom-
komsten vast te stellen. Bovendien bleek, dat
de spoed in vele geva'len tot fouten in de
berekeningen had geleid.
Bedenkt men daarbij, dat, als de vrouwen
mede deel zullen nemen aan de verkiezingen,
door de dientengevolge noodzakelijke uitbrei
ding van het aantal stembureaux, de Laak
van liet hoofdstembureau nog zeer aanzien
lijk zal verzwaard worden, dan is overtuigend
de noodzakelijkheid aangetoond, dat de zit
ting van het hoofdstembureau een dag later
wordt gesteld. Het; is vrijwel zeker, dat
op den tweeden dag na dien der stemming
de voorbereidende berekeningen, die niet
behoeven te wachten tob de zitting, gereed
kunnen zijn, zoodat dan tot de vaststelling
en mededeeling der uitkomsten kan worden
overgegaan.
Wel zal de voorgestelde wijziging het be
kend worden van den ofiicieelen uits.ag der
verkiezing eenigjrz.ns vertragen, doch groot
J nadeel levert dit niet op, daar heb p-uoliek
den oflicieuzen uitslag, die gewoonlijk niet
l of zeer weinig van den officieelen zal ver-
schillen, reeds eer op andere wijze zal ver-
nomen hebben.
i Tn het z.g. stelsel der grootste overschot
ten, dat in art. 99 is belichaamd, is een
correctie noodig, om t? voorkomen, dat een
zecei toevaic aan een slechts kleine groep
van kiezers. Het thans geldende artikel trach:-
dit te bereiken, door, behoudens zeer zeld
zame gevallen, bij het toekennen der zetels
uit le sluiten lijsten, wier stemcijfer lager is
dan 50 pCt. van den kiesdeeler. De piactijk
heeft geleerd, dat deze grens te laag i9 ge
steld. Voorgesteld wordt de grens te ver-
hoogen tot 75 pCt. van den kiesdeeler.
In gevallen, waarin één der gekozen can-
didaten van de lijst wegvalt, hetzy door niet-
aanvac.rden der benoeming, nïet-toel- ing of
overlijden, misken. alle stemmen, op den uit
vallenden candidaat uitgebracht tob ten
hoogste den kiesdeeler eiken invloed op
de beslissing wie in zijn plaats moet. treden.
derhalve wordt voorgesteld, m de geval
len, waarin een reeds gekozen candidaat
uitvalt, te aanvaarden het brj de behandeling
der Kieswet in de Tweede Kamer reeds ge
opperde en in het amendement van den
der Kieswet in de Tweede Kamer reeds ge
opperde en in het amendement van den heer
Bongaerts belichaamde denkbeeld, om ook
de stemmen, waarmede de uitvallende can
didaat is gekozen, over te dragen, evenals
die, welke boven den kiesdeeler op hem
mochten zijn uitgebracht, op dengeen, die na
hem de hoogste plaats inneemt en nog niet
is gekozen.
j Aan de voorzitters der hoofdsfcembureaax
I is de verplichting opgelegd om een af
schrift van het proces-verbaal van de zit
ting van dat bureau en van de zittingen der
stembureaux op te zenden aan het lichaam,
waarvoor de verkiezing plaats heeft.
De door den benoemde in te dienen ge
loofsbrief wordt teruggebracht tot de schrif
telijke mededeeling van de benoeming door
den voorzitter van het centraal-stembureau.
De voorgestelde wijzigingen in artikel 134
strekken om boven twijfel te stellen, dat
de toelating, die eens heeft plaats gehad,
definitief is, er tevens om te voorkomen,
dat in verband daarmede, meer candidates
verkozen worden verklaard bij de nieuwe
I vaststelling, dan er plaatsen 'beschikbaar zijn.
Indien, gelijk wordt voorgesteld, gebroken
wordt met het stelsel, dat het onderzoek van
ode geloofsbrieven één onverbrekelgk geheel
vormt, staat in beginsel niets meer in den
weg van een volkomen onbeperkt ondeizcek
van den geloofsbrief van een later inkomend
lid. Elk punt, dat de wettigheid van zijn
kiezing raakt, kan en moet worden onder
zocht, ook al raakt het tevens de wettigheid
van de verkiezing van reeds toegelaten lei
den Die toelating zelve blgft ingevolge art.
134, én art. 135, onaantastbaar. Art. 142
zou dus geheel kunnen vervallen.
Dit zou echter kunnen leiden bij later ge
bleken ongeldigheid van de stemming in één
of enkele districten tot een gedeeltelijke
nieuwe stemming, wellicht geruimen lijd na
do verkiezingen. Met het oog op de verande
ringen, die na de yerkiezingen mogelijker
wijs in het kiezerskorps hebben plaats gehad,
schijnt zulks geen aanbeveling te verdienen.
Het onderzoek van de geloofsbrieven der
later inkomende leden moet zich daarom
met uitstrekken tot de vraag, of de stem
ming al of niet geldig heeft plaats gehad.
De voorgestelde wijzigingen van de be
palingen der Kieswet, strekkende tot vereen
voudiging op het st^ik der geloofsbrieven,
en het gewijzigd stelsel voor de aanwij
zing van de plaatsvervangers, brengen mede
wijziging van de Provinciale Wet en van de
Gemeentewet, zooals die in de aangeboden
desbetreffende wetsontwerpen is opgenomen.
In het voorstel tot wijziging van de Ge
meentewet is mede door aanvulling van het
eerste lid van artikel 31 dier wet, cle ver-
eischte regeling getroffen, opdat het on
derzoek van de geloofsbrieven docr den ouden
Raad zoo tijdig geschiedde, dat ingeval van
beroep bij Ged. Staten, dat College uit
spraak kan doen vóór den datum, welken
de wet voor het bijeenkomen van den nieu
wen Raad aanwijst.
d BUITENL. WFEKOVERZiCHT.
Over 't geheel genomen, verkeert do
wereld weer eens in een periode van ge
duldig afwachten vaai walt konten zal. Voor
cle zooveelste maal hangt een sluier over
cle naaste toekomt. Voor Duitschland lijkt,
sindt ons laatste overzicht, do situatie iets
verbeterd Lijkt, z.eggen we, wanlt zeker
heid daaromtrent is er toch nog allerminst.
Het is toch al vaker gebeurd, dat per slot
van rekening do afloop eener hangende
kwestie nidt meeviel, al liet het zich op
een gegeven oogenblik niet. slecht inzien
Genoemde verbetering zou dan hierin be
staan, dat inzake de ontwapening Enge
land Frankrijk s agressieve wenschen niet
schijnt te wil'en steunen zonder meer.
Daarop wijst ontegenzeggelijk het feit, dat
Engeland do kwestie traineert en niet op
Frankrijk's aandrang ingaat. In het land
van' John Buil neemt het gezond verstand
in menig opzicht de bovenhand over de na-
oorlogsgeest, die in hoofdzaak bij Marianne
nog domineert Engeland neemt de verdero
ontwapening van Michel niet zoo zwaar
wichtig meer op, is tot wat transigeer en
over de Orgesch-formatics etc.' bereid,
daar Duitschland immers vooreerst de mi
litaire tanden zijn uitgetrokken. Marianne
weet dat, goed beschouwd ook wel waarom
heeft zij anders Lefevre als minister van
oorlog laten heengaan? Edceli, de Franscho
maagd probeert nog steeds op allerlei ma
nier Ihiitschland dieper te vernederen,
overtuigd, dat zoodoende haar- veiligheid
er niet minder op wordt. Geen middel liet
zij daartoe onbeproefd. Het niet kieskeurig
zijn daarbij heeft iu den bond met Engeland
al menige scheur veroorzaakt. Weliswaar
zijn al dio scheuren later weer gedicht,
maar er zijn litteekens achtergebleven, die
af en .'toe geducht na-schrijnen. Had
Frankrijk inzake de ontwapening zijn zin
gekregen, claj was Berlijn ongetwijfeld
voor een ultimatum gesteld op korten ter
mijn onder bedreiging mot verdere bezet
ting. Maar Engeland lieeft bedankt voor
een dergelijke, nieuwo verontrusting bren
gende politiek in West-Europa. De confe
rentie van den Oppersten Raad, het ui,t
den oorlog welbekende lichaam, is op aan
drang van Engeland uitgesteld tot 19
dozer. Zooals bekend. heelt de tijd heel wat
wonden, slijp,t de tijd beo' wat scherpe
kantjes af. Op zich zelf is dit uitstel claar-
oni gunstig voor do Duitsche zaak. Zooals
echter zoo vaak. is er in dezen echter een
„maartjo". Is Frankrijk niet te spreken
over de ontwapening, Engeland is dat niet
over de uitlevering van de geheimen bij de
vervaardiging van ontplofbare stoffen en
gassen, waartoe het vredesverdrag Duitsoh-
land verplicht. Engeland vat dit n.l. zoo
op, diat Duitschland, dat zeer veel nut
heeft gehad bij de fabricage van oorlogs
tuig van den koogen trap, waa-rop zijn
verfsfcofindustrio stond, ook de geheimen
daarvan overlegt, die het best gebruiken
kan. Waarvoor Duitschland begrijpelijker
wijs niet veel voelt. Wanneer Frankrijk nu
eens tot Engeland zegt, do, ut des, oftewel
vrij vertaald: voor wat-hoord wat? Jij je
geheimen, ik de ontwapening.
Zoo'n politiek fortuintje heeft Leyges,
de Franscho premier, bovendien hard noo
dig. Zijn positie is ernstig geschokt ten
gevolge van de diverse, laten we niet direct
zeggen nederlagen maar dan (tocb, terug-
brabbelingen Ware momenteel de lucht
niet zoo zwaar politiek bezwangerd, wel
licht zouden do geruchten over zijn heen
gaan reeds bewaarheid zijn. Op 'i oogen
blik kan Marianne hem echter moeilijk a-la
zaakwaarnemer aan don kant zotten. Wan
neer evenwel do ontwikkeling der huidige
problemen niet gunstig uitvalt voor
Frankrijk, clan kan Leyges vrijwel zeker
zijn politiek testament maken
Frisoh in 'b geheugen ligt nog, hoo
Engeland heeft geweigerd Leyges te vol
gen inzake zijn koers ten aanzien van Grie
kenland. 'fe Is waar, dat do betrekkingen
met Konstantijn nog niet hersteld zijn,
maar dat neemt niet weg, dat de mogelijk
heid daarvan eerder toe- dan afneemt,
waar Engeland blijken geeft daartoe wel
te willen overgaan, wanneer het zekere
waarborgen krijgt. Waarborgen, die Grie
kenland niet direct doch indirect onder
Engeland'3 toezicht zouden plaatsen. Bij
het verdrag va-u Sèvres is het toezicht van
Engeland, Frankrijk en Rusland op het
Grieksche schip van staat afgeschaft, 't
Zou voor Engeland niet onaardig zijn,
voortaan alleen dat toezicht te kunnen
oefenen Is het wonder, dat enkele Fran-
sohe persorganen het aandurven te spre
ken van heb perfide Albion
Frankrijk zou liefst morgen den dag het
verdrag van Sèvres willcai wijzigen op
kosten van Griekenland en zoodoende ge
raken uit de Turksclie impasse Engeland
voelt daarvoor al evenmin, want daal komen
zijn concessies in Mesopotamië etc. ook
in 't geding Het ziet. liever de kat eerst
eens uit den boom. Speciaal voor zoover
het do verstandhouding tusschen Ko-nstan-
tinopel, waar de Turksche schijn-regeering
zetelt, en Angora, de zetel van den waren
heersohcr Moestapha Kemal, betreft. Be
richt is, dat Iszet pasja beide partijen tot
overeenstemming heeft gebracht, doch be
vestigd is dit nog niet.
Het wordt met dit al tijd, gelijk gezegd,
dat Leyges ook eons een politieke overwin
ning behaalt. En dat te eer, waar do
biraienlaudsche toestand in Frankrijk even
eens allerlei redenen tot klagen biedt.
Opvallend is, hoe weinig Italië in al
deze aangelegenheden meer genoemd wordt.
Giolittd houdt zich wat op den achter
grond. Wat echter de atmosfeer van onze
kerheid vergroot.
En zelfs met België is de Fransohe
vriendschap aan het afkoelen en dat zegt
wat. Men weet, hoe in de Waalsche kringen
het militaire verbond met Frankrijk werd
bejubeld. Het was een eerste stap, de
tweede zou een economisch verbond zijn.
Maar dit laatste bleef al maar uit en thans
moet België er niet veel meer van hebben.
Antwerpen, de mond van België's handel,
waardoor het als het ware ademt, zou niets
liever zien dan zoo spoedig mogelijk de
Duitschers, dio hot een jaar geleden nog
uitbande, zien terugkeer en en het transito-
verkeer op Duitschland zien hersteld.
Niets veranderlijker dan een monsch
Eigenaardig is echter, dlafc Frankrijk's
gezant to Brussel de Mairgerie zelf een fik-
schen stoot heeft gegeven in de richting
van e en-zich-af wenden van Frankrijk. Blijk
baar speculeer end op den overwegend pro-
Franschen geest in het Belgenland heeft hij
het gewaagd met Nieuwjaar België zoo
veel als te kapittelen, dat het inzake don
diensttijd wel wat vèr ging, waardoor heb
Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE.
(Nadruk verboden.)
64)
Vijf minuten later gingen zij samen in
vigilante, en op dat oogenblik begon de
klok drie uur te slaan. Het klonk boven
hen uit, zoo duidelijk, alsof het met woor
den gezegd w erd
Bemin terwijl go jong zijt,
Dc jeugd wordt spoedig oud;
Al de verhalen zijn gedaan,
Al de liederen zijn gezongen
Bemin bemin 1 bemin
Hun oogon ontmoetten elkander, toen
zij dit hoorden, en zij keerden zich beiden
„spoedig van elkander af, opdat de eon
niet zou raden, wat de andter dacht, en
zij droomden niet, dat zij beiden dezelfde
f boodschap hoorden.
Toen reed het rijtuig over de brugcite
blinde man, plotseling opgeschrikt uit zijn
middagslaapje, riep een schor „en Hij
zeideeen trein reed er onder door,
cn een klein, zilveren, helder rookwolkje
zweefde in de blauwe lucht, o'-ic verzacht
werd door den lichtgrijzen siuier, dien dc
sehoorsteenen van Flodmouth er over ge
worpen haclden.
I een niooie, oude straat", zei
Pieter, zijn hoofd zenuwachtig uit liet raam
stekend.
..Men kan een straat niet oud noemen,
öif. nog geen honderd jaar geleden gobouwd
is", zei Sophie, als om zich te verweren.
Hij haalde zijn hoofd naar binnen.
„Ze zullen niel weten, waar we zijn.
Mijn zusters hebben ons zien gaan."
„En dat aardige meisje, dut bij jelui
logeert ik herinner me, dat ze vlak bij
was", zei Sophie. „Wat heeft ze ecu
mooie' tint, en zulk aardig haar."
„Ja, zo is mooi, cn ook heel aardig,"
stemde Pieter too, over welk antwoord
Sophie belachelijk teleurgesteld was.
Een oogenblik stilte volgde, en toen
keerde Pieter zich met een heel rood gelaat
en aan zijn mooie liohto handschoenen
plukkond, naar Sophie en barstte uit:
„Ik begon met haar het hof to maken,
omdat ik verliefd op joai was, en teleur
gesteld; maar ik begon veel van haar te
houden, en zij misschien e<yi beetje van
mij heel waa-rscrijnlijk niet er is
geen roden, waarom zo wel zou maar
als als zij er mee door wil gaan, zal ik
het zeker doen."
Hij haalde diep adem, en zweetdroppels
scondon op zijn voorhoofd, en liij keek zoo
plechtig als do jeugd dat alleen kan;
maar in zijn grijze oogen was do blik te
lezen, dien de ridders uit den ouden tijd
ongetwijfeld hadden, als zij ter wille van
hetgeen zij de cor noemden heel dKvaze en
akelige dingen deden.
„fk ik hoop, dat jo heel gelukkig zult
zijn," zoi Sophie, uit het portierraampje
kijkend. „O, hier zijn we er. Laten we
gauw naar binnen en tussclien do men-
schen gaan; ze zullen ons niet opmerken."
Maar natuurlijk kan zoo iets als het
flauw vallen van een bruidsmeisje niet
onopgemerkt blijven en ofschoon het ver
haal van de nieuwe japon reeds als een
mogelijke verklaring ronogciluisterd wa?,
deed de bruid zelf twee statige schreden
van haar plaats onder een klok van witte
bloemen en vroeg, of Sophie nu v.eer beter
was. Do bruidegom glimlachtewat onrus
tig, cn hoopte, dat het niets ernstigs was,
en Sophie antwoordde met zeer duidelijk©
stem
„Neon, dauk uniets ëmstigers dan dat
ik geen ruimte had om adem to halen.
Zooals u weet, moest ik op het laatste
oogenblik do japon van een ander aan
doen; het was toen to laat, om ze to laten
veranderen."
Toen ging zo verder, en daar mijnheer
Howard's vage angst voor een scène nu ge
heel verdwenen was, werd hij zoo vroolijk,
dat juffrouw White zei, dat hij toch zeker
verliefd moest zijn; hij was zoo dwaas.
„Ik bogrijp niet, waarom ik gekomen
bon," voegao zij er bij. „Ik heb het land
aan huwelijken
„Ik denk, dat u kwam, omclat zij u noo
dig hadden," zei Sophie droomorig, ter
wijl zij de kamer rond keek.
„Mij noodig hadden!" riep juffrouw
White. „AL* men jong is, denkt men, dat
iedorccn ons noodig heeft, maar als men
oud wordt, ia men' gelukkig, als men denkt,
dat iemand het doet."
Een tijd van wachten en kijken naar do
geschenken volgde, waarbij iedereen zijn
eigen present trachtte te vinden, on me
vrouw Peipborton vondi heb heel vervelend,
dat haar notenkraker overschaduwd werd
door den zilveren gebakscliotel van de
Nortons, terwijl juffrouw White haar thee-
muts moest zoeken in een hoek achter een
scherm. Mevrouw Bean en haar man kon
den do geborduurd© lakens niet vinden, cn
zij stonden, een beetje, verlaten, te kijken
naar den man, die de nieuwe deelgenoot
moest worden, en die zich druk met me
vrouw Salisbury bezig hield, als iemand,
die aan gezelschappen gewend is. Het was
merkwaardig zoo onzichtbaar mevrouw
Bean met haar rosau hoed scheen te zijn,
dio toch opvallend genoeg was, want de
menschen liepen pratend en lachend voor
bij. terwijl zij niets sohenen te zien dan
hun eigen handschoenen, of den neus van
hun geleider, of de vage ruimte der zaal.
Zelfs de bee- Bean merkte het einde
lijk op.
„Er schijnen hier niet vee.' menschen tt»
zijn, dio wo kunnen," zei hij. „Of anders
zien wo er niet zoo veel bij elkaar. Dat zal
het, denk ik, zijn."
Mevropw Beau kreeg een kleur. Het was
dus geen verbeelding, want zelfs Herbert
merkte op, dat de menschen haar verme
den Het moest dus waar zijn, dat niemand
van haar hield]
Maar drukte en beweging aan het andere
eind der zaal was het teekon, dat bruid en
bruidegom teruggekomen waren, nadat zij
hun trouwkleeren verwisseld hadden voor
een reiskostuum en dezelfde opwinding, die
do menschen voelen, als zij een schip te
water zien gaan, greep mevrouw Bean altijd
aan, als zij twee menschen samen het leven
zag ingaan. Het was zelfs nu sterk genoeg,
om voor het oogenblik haar eigen pijnen
on gevoel van dooclelijke afgematheid te
bannen, en met haar oude vlugheid liep zij
naar de kleedkamer om een geheimzinnig
pak te halen. Hot was op een andere plaats
gelegd, zoodat het gelulckigo paar in de
auto stapte to midden van een vloed van
confetti van clo belangstellende menigte
buiten, toen mevrouw Bean opeens boven
aan de trap verscheen, die van de grooto
open deuren naar de zaal leidde.
„Niemand heeft een ouden schoon ge
gooid, om geluk aan te brengen ik heb
er een meegebracht voor het geval zij
hijgde en wierp het projectiel naar de
snuivende auto, zoodat zij bijna den neua
van den bruidegom trof, en den deftigen
chauffeur in deo rug raakte, juist toen zij
wegreden.
Het laatste, wat de heer en mevrouw
Frans Howard van Kun trouwpartij zagen,
was dus mevrouw Bean boven aan do trap,
vrocnlijk, zegevierend, met liaar bloemen
hoed op een oor en overwinning in haar
oogen.
HOOFDSTUK XIX.
Het was Zondagmorgen. Mevrouw Bean
zat in do kerk met Betsy aan haar eeno
zijde cn Bobby aan dc andere; do heer
Bean deed een wandeling in do buiten
wijken van Flodmouthdo nieuwo meid
braadde het vlccsch voor het middagmaal
en las daar tusschen door „Van do keuken
tot do gravenkroon." Alles was als ge
woonlijk en toch scheen de gewono muziek
cïer Psalmen akkoorden to treffen bij me
vrouw Beau, dio haar overal pijn deden cn
haar oogen doden branden van ongewsendo
tranen. Eindelijk zong liet koor „O, ver
los mij, want ik ben hulpeloos en arm en
mijn hart is in mij gewond," cn mevrouw
Bean schaamde zich vreeselijk, toen. zij
twee dikke tranen onder haar voile langs
haar wangen voolde rollen. Zij durfde ze
niet weg vegen uit vrees, dat men heb zion
zou, en zij proefdo den zouten smaak or
van op haar lipper. met een soort van ver
drietige verbazing.
Wordt vervolgd.)