De Algemeene Vergadering van den Volkenbond ie Genève. UIT ONZE STAATSMACHINE gast als Sinterklaas-surprise kunnen kra gen. In de 1 B-klasse zai op het Houtrust-veld een hardnekkige strijd tusschen de leiders .dézer klasse ontstaan. We kunnen gerust- zeggen, dat, wie er morgen wint-, de meeste en de beste aanspraken op het kampioen schap zal maken, waarbij wo dan rekenen, dat de regl. nederlaag van H. S. V. tegen O. S. C. R. geannuleerd zal worden. O. S. C. 11. staat -er op het oogenblik met geen één verliespunt het beste voor. Toch is haar spel niet beter dan dat. der Hagenaars. Al leen hun doelen moet stukken beter zijn, en daar gaat het ten slotte om. Zouden we er echter op rekenen, dat het meeöt tac tische spel zal overwinnen, zoo gelooven we dat H. S. V. haar supporters zal lateif ju belen. A. L. O ontvangt den jongst en Rott-er- danmschen le klasse., wat voor haar ook be- "teekent een revanche-partij. Naar we ver nomen hebben, moet ze geheel georgani seerd zijn (o. a, moeten de Gebr. Hinzler uit het twaalftal gezet zijn). Of deze ver nieuwing gunstiger zal zijn, zullen we moe ten afwachten, maai' we gelooven wel dat A. L. O. voor eer Haa-gscbe surprise wil zorgen. Als er een schaap over den clam is, volgen er meer schreven we 1.1. Maandag. Dit ge zegde zal A W probeeren in praktijk te brengen. De gelegenheid is geheel en gun stig. Immers Advendo, haar gastheer, be hoort ook al tot de zwakkere zusters, hoe wel ze soms gevaarlijk uit den hoek kan komen. A. W. heeft echter haar supporters al zoo dikwijls teleurgesteld, dat zij hen dit keer hiervoor wil vrijwaren door hen een waar Sinterklaasfeest te bezorgen. Indien Ready een terrean heeft, deze le klassers lijdt, wel het meest, onder den terreinjiood zoo zal ze E[aarlem van partij moeten dienen. Hoe gaarne we ook hier een verrassing zouden willen neer schrijven, in dit geval is het ons onmogelijk. Haarlem speelt dit jaar stukken beter dan ooit te voren en heeft daardoor goede kam- pioonsaspiraties. Zich deze te laten ontne men door Ready, dat hoe langer hoe meer afzakt-, zal zij niet dulden. Haarlem zal dan ook toornen cïat meer geroutineerd spel moet zegevieren over opkomend spel. Op het tweede veld aan den Zoet-erwoud- schen Singel alhier binden Fluks II en Rood Wit den strijd met elkaar aan. De concur rentie van het le twaalftal zal hopeloos haar niet te veel parten spelen, waardoor we ook haar een zege kunnen voorstellen. In het oosten ten slotte een ontmoeting tusschen 2 clubs, die elkaar te voren nooit, of te nimmer gezien hebben. Moeten we een vergelijking opmaken tusschen cle beide concurrenten, zoo gelooven we dat het or an je-twaalftal der Ensohedeërs beter in elkaar zit, dan het Zutfensche. Bijgevolg een. triomph voor Wilhelmina. Resumeerend voorspellen we de volgende surprises Fluks-D. T. V.: Fluks. D. E. V.—D V D. D, V D. S. V.— O S O. R. H. S. V. A. L O.Rozenburg: A. L. O. Advendo—A W A. W. ReadyHaarlem Haarlem. Fluks II—Rood-Wit: Fluks II. Be QuickWilhelmina: Wilhelmina. We geven di+ keei de standen in West I B en I C. West I B. gesp. gew. gel. verl. put. v.—t. gem. O. S. C. R. 6 6 12 40—8 2 H. S. V. 7 5 1 1 11 34—27 1.57 Velox 7 3 1 3 7 26—19 1.— Rozenburg 7 3 1 3 7 16—25 1.— Vitesse (H.) 8 3 1 4 7 20—39 0.88 D.H.B.S. C. 8 2 6 4 24—34 0.50 A. L. O. 7 1 6 2 11—31 0.29 West I C. "Haarlem 6 5 1 10 38—14 1.66 Hercules 8 6 2 12 30—24 1.66 D. 0. S. 0. 8 5 3 10 33—26 1.25 Excelsior 8 5 3 10 13—39 1.25 D. D. V. 8 3 5 6 25—23 0.75 Advendo 6 2 4 4 20—23 0.66 Ready 7 2 5 4 £3—27 0.57 A. W. 7 1 6 2 16—37 0.29 Reeds toen bekend werd, dat de eerste Algemeene Vergadering van den Volken bord werkelijk in den loop van dit jaar zou worden bijeengroepen, is gezegd, dat een der belangrijkste aangelegenheden, weJke daar ter sprake zou Romen, die was van de verhouding van den Uitvoerenden Raad tot de Algemeene Vergadering. Er mag hierbij herinnerd' worden, dat veler bezwaren tegen den tegenwoordigen vorm van den Volkenbond eulrnineeren in de uit gebreide bevoegdheid, die daarin aan den Uitvoerenden Raad is gegeven, te meer, waar deze uit vertegenwoordigers van de vijf Geallieerde groote mogendheden en daarnevens vier kleine Staten werd samen gesteld Velen zijn er op uit geweest om t< betoogen, dat. het ^tatuut een te groote be voegdheid oan de algemeene vergadering lietdat eigenlijk het meerendeel van de besluiten van den Raad de bevestiging van de Algemeene Vergadering zou behoeven. Anderen, niet minder in aantal, twijfelden juist of hiervan in de practijk iets zou blij ken. Te Genève staat liet punt der ver houding uitdrukkelijk op de agenda ver- mild, maar reeds nu mag de vraag worden gesneld of bet noodzakelijk ware geweest dit te doen, aangezien in de debatten dc verhouding ptactisch naar voren komt en een eerste plaats inneemt. Men zou wil len zeggen, dat ieeds te Genève gebleken is, dat daar onafhankelijke stemmen op gaan; dat de daar aangewezen vertegen woordigers van de Regeeringen niet uit sluitend zich als zoodanig beschouwen, maar hun eigen vrije meening geven. Voor degenen, die vreesden, dat do Algemeene Vergadering van den Volkenbond zou zijn •en zuiver diplomatieke bjjeenkornst, waar in niemand zijn gedachten zou uitcn zonder voorafgaand overleg met zijn Regecring, en zijn woorden zou wegen en wikken voor diegenen moet cle bijeenkomst te Genève reeds nu een openbaring zijn. Zal zij de ver wachtingen, die zich tè hoog gespannen hebben, natuurlijk teleurstellen; reeds nu mag worden geconstateerd, dat zij van niets verder verwijderd is dan van een di plomatieke bijeenkomst, gelijk wij deze vóór den oorlog over meer onschuldiger onderwerpen dikwerf hebben meegemaakt. Een groot gedeelte van de reeds tien zit tingen, die door d'e Algemeene Vergadering werden gehonden, was gewijd aan de be spreking van het rapport van den Uitvoe renden Raad. Wie denkt, dat de Uitvoe rende Raad eigenlijk de rol vervult van een bestuur in een algemeene vergadering, vergist zich. Als reeds gezegd, de Uitvoerende Raad zetelt niet op het podiumdaar zetelt slechts d'e Secretaris-Generaal met zijn helpers Hoe onafhankelijk diens rol is, geheel in tegenstelling b.v. met de rol van den Secretaris-Generaal van het Permanen te Hof te s-Gravenliage, is wel gebleken uit Drumond's tusschenkomst in de be sprekingen over Polen-Litauen. Die tus- sehenkomst is hem door de Fransche bla den kwalijk genomen, die er op wezen, dat Drummond als ambtenaar moet worden teruggezet. Het is te betwijfelen of de En- gelsche bladen zich daarmede zullen ver eenigen en of Brummond zou blijven, wan- ."neer men hem een zoo ondergeschikte rol toebedeelde. Veeleer mag Drummond's op treden beschouwd worden als een bewijs van de nieuwe richting, waarin de Volken bond wil werken. Aan den anderen kant is het opmerkenswaardig, dat de leden van den Uitvoerenden Raad bij monde van den Italiaan Tittoni verklaard hebben, dat zij daarin zitting nemen als personen, niet als vertegenwoordigers hunner regeerin gen Neemt b.v. cle Uitvoerende Raad dus het besluit om een of anderen Staat af te straffen, dan zijn daardoor de regeeringen van hun land niet gebonden.. Dit ontneemt eenerzijds kracht aan den Uitvoerenden Raad, maar anderzijds doet het een groot deel wijken van de vrees- voor te groote machtsbevoegdheid in clit lichaam. Als in elke vergadering teekent zich reeds nu duidelijk af wie onder de leidende persoonlijkheden behooren. Onder hen neemt zeer zeker Robert Cecil een eerste plaats in. Deze nog jeugdige Engelsche staatsman, die een der vertrouwensmannen van Lloyd George te Parijs was, is niet door zijn eigen land afgevaardigd, doch door Zuid-Afrika. Smuts, de Zuid-Afrikaan sche Minister-President, die boeren-aan- voerder was in den oorlog tegen Engeland, mede te wijten aan het beleid van Cecil's vader (Lord Salisbury) wees hem aan in het vertrouwen, dat hij Smuts' opvattingen het beste zou verdedigen. Cecil haalde het aan als een bewijs van den nieuwen geest, die hier moet heerschen een nieuwe geest, die ook in de redevoeringen van Barnes, die namens d'e Engelsche arbeiders en den pacifistisch veteraan Lafontaine, die min of meer namens de vredesbeweging sprak, werd gehuldigd. Cecil's bespreking van het rapport van den Raad is een der weinige groote redevoeringen geweest die tot nu toe zijn gehoord1; zoowel rijk aan inhoud als aan welsprekendheid. Cecil oogstte veel applaus, maar belang rijker mag het ongetwijfeld worden geacht, dat hij ook buitengewoon belangrijke din gen in deze rede heeft naar voren gebracht. Daar was in <--e eerste plaats zijn gebrek aan bezorgdheid over het financieele ge deelte, omdat de Volkenbond in één jaar het veertigste gedeelte kostte van de 20 millioen pond, die de oorlog per dag ver slond. Daar was daarnevens zijn aanbe velen van de grootst mogelijke publiciteit. Daar vervolgens zijn kritiek over Armenië, waarbij hij Turkije rechtstreeks cn zonder omwegen beschuldigde, Armenië uit te moorden. Daar was cle kwestie tusschen Polen en Litauen, waaromtrent Cecil in het verslag verontrustende dingen las en waaromtrent hij het voorstel deed tot zoo spoedig mogelijke publiceering van alle fei ten, opdat de publieke opinie zich een oor deel kan vormen. Daar was een aandrang om het werk van de Brusselsclie conferen tie in opbouwenden geest voort te zetten. En daar was tenslotte zijn kritiek over de toepassing der mandaten, een kritiek die niet kon verbazen in den mond van den Voorzitter der League of Nations Union, die in Engeland, vrij krachtig oppositie voerde tegen de bedoelingen der eigen re geering in dit opzicht. Onder degenen, van wien blijkt, dat zij het oor der vergadering hebben, behoort ook de Nedcrlandsche eerste gedelegeerde Minister van Kamebeck. Niet alleen is hij bekend om zijn sierlijk en feilloos Fransch, wat in dit deel van Fran.?ch Zwitserland veel wil zeggen, maar ook den helderen be toogtrant zijner juridische opmerkingen. Minister van Kaïnebeek heeft zich blijk baar met geheel de Nederlandsche delega tie op het o.i. niet onjuiste standpunt ge steld, dat althans op dit oogenblik Neder land niet moet trachten in den Volkenbond 'n belangrijke of eerste rol te spelen. Daar entegen kan Nederland uitnemend werk van kleinen aard verrichten en onder zoo danig werk viel naar des Ministers' mee ning de uitlegging van artikel 18, dat op de door de leden van den Volkenbond te sluiten tractaten betrekking heeft. De tekst van het artikel is ongetwijfeld geenszins duidelijklaat verschillende uitleggingen toe, die aanmerkelijk van elkander verschil, len. Beteekeht dit artikel betreffende regi streering van verdragen, dat de Staten voor de registreering niet gebonden zijn en in het tijdsverloop tusschen de ratificatie en de registreering zieli vrij kunnen maken, gelijk zij zullen kunnen tusschen de onder- teekening en de ratificatie? Of bet eekent het, dat de Staten gebonden zijn, maar dat de onderteek en aars over en weer, de uit voering niet eischen kunnen, voordat de registreering Iieeft plaats gehad? Of is liet tractaat uitvoerbaar vanaf liet oogenblik der ratifidatie en is het sléchts tegenover den Volkenbond van kracht? Er ligt tus schen deze drie interpretaties een groote afscheiding. Minister van Karnebeek aan vaardde dé eerste, dat een Commissie van Invoegde deskundigen de zaak nader zal onderzoeken. Nederland mag zich over zijn optreden zeker verheugen, al zullen er in ons land niet velen zijn geweest, die een maal het voorrecht hadden Minister van Karnebeek Fransch te hooren spreken, voor wie de boven aangegeven lof iets nieuws was. Ook in ander opzicht blijkt Nederland in klein werk het voorbeeld te willen geven. Men weet, dat artikel 23 onder de alge meene plichten van den Volkenbond ook noemt die, welke betrekking heeft op de opiumbestrijding. Nu is achtereenvolgens in 1911, '13 en '14 te 's-Gravenhage een internationale conferentie, samen'geweest, die een voorloopig tractaat heeft opgesteld, hetwelk deze opiumbestrijding ten doel had en als gebruikelijk in dergelijke gevallen is de Nederlandsche regeering, omdat ten haren zetel dc conferentie werd gehouden, belast met verschillende administratieve en andere uitvoerende maatregelen. In een memorandum te dezer zake, door Neder land ingediend, wordt nu terecht de vraag gesteld of liet niet beter zou zijn, dat deze taak door den Volkenbond wordt overge nomen. Niet, zoo betoogt het memoran dum, dat Nederland zou wenschen van deze taak te worden ontheven, maar het Secre tariaat van den Volkenbond is beter inge richt op zoodanig werk, vooral, daar waar het aankomt op liet in studie nemen van nieuwe vraagstukken, die met de opium bestrijding verband houden, van het we derzijds mededeelen en verzoeken van maat regelen, die ter uitvoering van dit verdrag worden genomen. Dit punt is in de alge meene vergadering nog niet. ter sprake ge komen het zal waarschijnlijk behooren on der die, welke eerst later de aandacht zul len hebben. Dat Nederland hier echter een uitnemend voorbeeld geeft ten einde inter nationale werkzaamheden van voor de ge boorte van den Volkenbond te centralisec- ren, zal moeilijk kunnen worden ontkend. De Belgische Senator Lafontaine, voorzit ter van het Internationaal Vredesbureau te Bern, is mede een deroenen geweest, die door zijn sterk persoonlijke redevoering het bewiis heeft geleverd, dat het in deze alge meene vergadering anders toegaat, dan in diplomatieke conferenties van vóór den oor log. Lafontaine liee't er nadruk op gelegd, dot de Volkenbond voor systematische ver mindering der bewapeningen moet zorgen, doch dat men op dit ooerenblik den moed moet bevitten om den vólken mede te dee- len, dat het uur voor de zoo gewenschte algemeene ontwapening nog geenszins heefl geslagen De bewapeningen zooals zij zijn, moeten voorloomg bliiven bestaanmen moot echter trachten een machtsinstrument voor den Volkenbond tot stand te brengen Dit topknmst!pf?er is het iets anders dan de verwezenlijking van de denkbeelden-Yan Vollonhnven? mag echter oil een els werk tuig voor bet internationaal recht worden gebruikt.* Het betoog, dat Cecil ten gun ste vin Armenië hield, bewees naar La- fontnine's oorcJpel alleen in dubbele mate de noodzakelijkheid van zulk een macht "Rowell, de Canadeesche afgevaardigde, stemde met Lafontaine in ten aanzien van dat deel van de taak van den Volkenbon.. dat in de topkomst het verhinderen vaf\ oorlogen ten doel heeft. Daartegenover ech ter verklaarde hij nadrukkelijk, dat naar zijn meening de economische regelingen, voor zoover zij betreffen de verdeeling van de grondstoffen, die in elk land aanwezig zijn, een nationale kwestie is, die niet onder pressie van buitenaf mag en kan worden geregeld. Alle andere kwesties, zelfs d'e economische, achtte Rowell trouwens onder geschikt aan de eerste. Men vergete niet. dat de Volkenbond nog vele vijanden telt en dat vele menschen nog zeer critisch te genover dezen staan. Rowell achtte dit voor een gedeelte hef gevolg van de werkzaam heden van dn Uitvoerenden Raad inzake Polen voor een ander gedeelte te wijten aan het geheel nieuwe der internationale controle, dat in den Volkenbond ligt op gesloten. In elk geval heeft hij. zeer dui delijk sprekende namens Canada, er na druk op gelegd, dat dit land er niet over Jtenkt om zich ten aanzien van verdeeling van de grondstoffen internationale controle te lafpn welgevallen, waaruit men, de eer ste dissonant welke gehoord werd, kan zien, dat het met de gedachte economische egali satie nog niet zoo vlot zal loopen. Op practisch terrein bewoog d'e algemee ne vergaderiïig zich in het bijzonder ten aanzien van Armenië. Dit, vroeger tot Tur kije behoorende land moet een mandataris hebben. Men heeft Amerika daarvoor aan gewezen, doch dit heeft bedankt. Cecil wenschte hulp in de Armenische aangele genheid ten einde te redden wat te redd'en viel; Lafontaine steunde hem. Daartegen over kwam Viviani betoogen, dat de Vol kenbond- op dit oogenblik te zwak is om die hulp te verleenen. Men kan geen leger daar heen zenden men kan aan geen der leden van den Bond de uitvoering van de straf fende taak opdragen. Viviani daarom was voor onderhandelingen, te openen door de gevolmachtigden van den Volkenbond. "Et kwam tenslotte overeenstemming tusschen beide denkbeelden, die aldus zouden wor den uitgevoerd, dat eerst onderhandelingen zuilen worden getracht en dat daarna de voor de Armenische zaken benoemde Com missie zal pogen door andere middelen het gewenschte doel te bereiken. Van deze Commissie is Cecil tot lid verkozen en La fontaine, een niet geringe, dooh wel ver diende onderscheiding, tot president be noemd.. Nu, na twee weken arbeid, is het moge lijk, ook voor den buitenstaander, eenigs- zins een algemeenen indruk van deze al gemeene vergadering te hebben. Deze in druk is niet onverdeeld. Men zou inderdaad wenschen, dat in dezen tijd, waarin de eco nomische, sociale en politieke problemen zoo hoog opgestapeld liggen, iets meer werd gedaan dan tot nu toe door de olge- meenc vergadering is geschied. En ander zijds echter kan men niet genoeg nadruk loggen op het feit, dat hieruit een geheel andere geest spreekt dan tot nu toe bij welke internationale beraadslaging ook, is duidelijk geworden. En het feit op zich zelf, dat de Italiaansche Minister Tittoni, naar hij uitdrukkelijk zeide op verzoek van den president, voor den Uitvoerenden R-aad de opmerkingen beantwoordde, die van ver schillende rijden waren gemaakt, naar aan leiding van het. verslag van dien Raad over zijn handelingen, spreekt duidelijk. De Uit voerende Raad is zijn geheele samen stelling brengt dit mede geen verant woording verschuldigd aan de algemeene verandering, die'beiden staan niet in ver houding van Regeering en Parlement tof elkaar. Maar, de algemeene vergadering heeft zich dezen eersten keer met forsche hand het recht toegeëigend om den Uitvoe renden Raad opdrachten te verschaffen en zijn handelingen te becritiseeren. Boven dien, de Uitvoerende Raad heeft, doordat een zijner led'en het woord nam om de ge uite bewering te beantwooren, bewezen dat zijnerzijds op waardeering van d'e algemee ne vergadering, op een zekere goedkeu ring zelfs van zijn beleid wordt prijs ge steld. Een dergelijko verhouding kan in dc toekomst niet meer worden teruggetrokken' en doe| op zichzelf reeds eenigszins teniet de vrees dergenen, die hebben gedacht, dat cle algemeene vergadering niet vpc.1 meer zou zijn dan een formaliteit. Thans werken de Commissiën. Zoodra een barer klaar is, zal de algemeene vergade ring opnieuw bijeenkomen om haar rapport te bespreken. Van de Commissie van het Internationale Hof van Justitie heet het reeds thans, dat deze het in Den Haag op gestelde ontwero nog meer heeft verzwakt dan door den Uitvoerenden Raad in zijn laatste zitting te Brussel al reeds was ge schied. In hoeverre deze mededeeling van ietwat algemeenen aard waarheid bpvnt, zal eerst later kunnen bhiken M. Gemeentolijke heffingen. (Nadruk verboden). Na lange voorbereiding en drukke be raadslagingen, waarbij het ministerieele le ven van den Minister van Financiën zelfs gevaar liep, is het wetsontwerp tot „wijzi ging van de Gemeentewet en van de we! op de Inkomstenbelasting 1914" door de Tweede Kamer aangenomen, nadat er bij amendement nogal wat veranderingen in waren aangebracht. Met dit wetsontwerp was bedoeld het belastinggebied der gemeenten te verrui men als dus de gemeenten door deze wet worden geholpen, geschiedt dat niet door het Rijk, dat voor een groot gedeelte dc oorzaak was van den slechten staat aer gemeentelijke financiën, doordat 't aan de gemeenten onvergolden lasten en diensten oplegdemaar door de ingezetenen, die met goedkeuring van het Rijk aan nieuwe heffingen zullen worden onderworpen of voor reeds goedgekeurde wat meer zullen mogen betalen.- Dat schijnt onbillijk en is het ook wel wat, maar moest het Rijk in de kastekorten der gemeenten voorzien door te betalen voor d'e lasten en diensten, die het oplegt, dan zou toch ten slotte ook weer het bedrag uit de zakken der belas tingbetalers moeten komen. En een bekende spreekwijze zegt, dat het tamelijk wel op hetzelfde neerkomt, of men dbor den kaicr of door de kat gebeten wordt. Van de in art. 2-10 der Gemeentewet reeds genoemdh belastingen en heffingen zullen enkele tot een hooger bedrag of naar een anderen maatstaf kunnen wor den geheven andere worden daaraan toe gevoegd Nieuw zijn: lo. zakelijke belasting op het bedrijf2o. opcenten op de hoofdsom der Rijksinkomstenbelasting; 3o. opcenten op de Vermogensbelasting4o. belasting op de verzekering tegen brandschade5o. be lasting op pension- en hotelgasten; 6o. be lasting op openbare aankondigingen. Afschaffing van reeds bestaande of toe gestane heffingen heeft niet plaats gehad wel zijn de bepalingen daaromtrent min of meer, soms nogal sterk, gewijzigd. Wij zul len alle belastingbronnen, die de gemeente zal kunnen aanboren, achtereenvolgens nagaan. I. Opcenten op. de hoofdsom der grond belasting. Het aantal der opcenten kan voor gebouwde eigendommen tot 80, voor ongebouwde tot 20 gaan. wat op mogelijke verdubbeling nee; komt- II. Bijzondere belastingen wegens ge bouwde en ongebouwde eigendommen en van bouwterreinen. Gedeeltelijk waren deze belastingen ieecls toegestaan: zij worden uitgebreid en nauwkeuriger omschreven. In de eerste plaats kaai van bouwter reinen, gelegen aan bestaande straten, grachten en pleinen en van bij een uit breidingsplan voor bouwterrein bestemde gronden, waarvan de kring door Ged. Sta ten is aangegeven, een belasting worden geheven van proc. der verkoopwaarde. Aanhoorigheden van huizen vallen er niet onder. Van gebouwde eigendommen aan of nabij openbare land- of waterwegen ën van on gebouwde 'eigendommen, die aan de wegen grenzen of er uitgang op hebben, kan een bijdrage gevorderd worden in den aanleg en het onderhoud der wegen, hun verlich ting en en afvoer van water en vuil. Van gebouwde en ongebouwde eigen dommen in bepaalde gedeelten der ge meente kan voor ten hoogste 30 jaar een bijdrage gevorderd worden in de kosten van werken, waardoor die eigendommen worden gebaat. UI. Een zakelijke belasting op het be drijf, (nieuw). Deze belasting wordt alleen geheven van ondernemingen en inrichtin gen, waarin tc-n minste tien arbeiders werk zaam zijn, die minder verdienen dan een nader vast te stellen bedrag. D'e grootte der belasting hangt af van hel aantal ar beiders, maar mag nooit meer zijn dan f 12 per arbeider. Stations vallen cr buiten. IV. Opcenten op dc Rijksinkomsten' e'ma ting worden op alle aanslagen tot een ge lijk aantal geheven boven de 100 mogen zij niet stijgen. Zij mogen in 't geheel niet worden geheven, wanneer de gemeentelijke inkomstenbelasting voor alle aanslagen het zelfde percentage aanwijst (dus wanneer geen progressieve belasting wordt geheven). V. Een belasting naar het inkomen. Het zuiver inkomen wordt berekend volg<ma de bepalingen der wet op de Rijksinkomst en - belasting Het belastingjaar loont van Mei tot" Mei. Het belastbaar inkomen wordt ge vonden door het zuiver inkomen met een bedrag voor noodzakelijk levensonderhoud en zekere som voor kinderen te verminderen. Wordt progressieve inkomstenbelasting geheven, dan mag toeneming niet zwaarder belast worden dan met 2l-maal het percen tage, dat geheven wordt van een belast baar inkomen hetwelk gelijk is aan twee maal het kleinste bedrag, dat voor nood zakelijk levensonderhoud wordt afgetrok ken. Het percentage, dat van een toene ming wordt geheven, mag niet bij een ver dere opklimming dalen. De aanslagen worden vastgesteld door Rijksambtenaren tegelijk met den aanslag in de Rijksinkomstenbelasting. Ook wordt zij door de Rijksambtenaren ingevorderd Aan de Gemeentelijke Inkomstenbelasting en aan de opcenten op de Rijksinkomsten belasting zijn onderworpen alle natuurlijke personen, die in de gemeente hoofdverblijf hebben en niet of al in een ander*- e-emoe.n- te worden aange^agen. Wie in een anaere gemeente gedurende 90 dagen een kantoor, winkel of werk plaats ter beschikking heeft of daar gedu rende 90 dagen een beroep of bedrijf uit oefent of een betrekking vervult, betaalt daar -als forens 2/3 van den aanslag en de opcenten, die in die gemeente vpn zijn hoofdverblüf var» hem 7oodprt wor den. Houdt hij in een andere gemeente 90 dagen nachtverblijf of heeft hij er een ge- 1 meubileerde woning beschikbaar, dan be taalt liij dar r 1/3 van don hoofdaanslag en van de opcenten Wie in twee of meer gemeenten in de Inkomstebelasting en als forens wordt aan geslagen, betaalt in elk dier gemeenten een evenredig deel van hetgèen hij verschul digd zou zijn. VI. Opcenten op de hoofdsom der Ver mogensbelasting worden op alle aanslagen in de gemeente tot een gelijk aantal gehe ven, maar mogen de 100 niet te boven gaan. VII. Opcenten op de hoofdsom der per- soneele belasting. Ook hierbij is progressie uitgesloten hetzelfde aantal opcenten geldi voor allen. Maar zij mogen niet boven d'e 80 gaan, zoolang niet de opcenten op de grondbelasting liet marimnm b«rrikt heb ben. Het hoogste aantal wordt uiterlijk bereikt- bij de aanslagen van hen, voor wie de belastbare huurwaarde het tienvoud is van de som, die in art. 12 der wet op de Perso- neele belasting wordt aangegeven, als het minimum huurwaarde dat belast wordt voor de verschillende klassen. VIII. Opcenten op de hoofdsom van an dere daarvoor bij de wet vatbaar verklaarde belastig. Daartoe behoort o.a. de wet op de dividend- en tantièmebelasting, waarin aan de gemeenten de bevoegdheid wordt gegeven opcenten te heffen. IX. Belasting op de honden. Nieuwe be palingen worden daaromtrent niet gemaakt X. Belasting op tooneelvertooningen en andere vermakelijkheden. In deze aandui ding is het woord „openbare" weggelaten, zoodat de gemeente ook niet-openbare vér- makelijklieden zou kunnen belasten, d.i. die, welke in besloten kring bijv. voor d9 leden eener vereeniging worden gehouden, XI. De rechten, loon en en andere gel den, bedoeld in art. 238 der wet. Dat zrjn weg-, straat-, brug-, kaai-, haven-, kraan-, sluis-, dok-, boom-, en veergelden wik-, weeg-, meet- en keurloonen, gelden voor banken en standplaatsen in hallen, op markten en dergelijken, begrafenisrechten en geld'en voor het gebruik en genot van voor den openbaren dienst bestemde ge meentewerken, bezittingen of inrichtingen en voor door of vanwege het gemeentebe stuur verstrekte diensten. Zij mogen voort aan worden geheven tot zulk een bedrag, dat de gemeente van een matige winst ver zekerd is. Tot nog toe mocht wettelijk geen winst gemaakt worden. De beffing moet. zich richten naar het gebruik, dat van de inrichtingen wordt gemaakt; abonnement is geoorloofd. XII. De belasting, bedoeld in art. 239 der wet. XIII. Belasting op de verzekering tegen brandschade van in de gemeente zich be vindende onroerend^ en roerende goederen of een overeenkomstige belasting, voor zoover die goederen niet verzekerd zijn. XIV. Ken belasting von logeergasten, die gedurende ten minste een week vertoe ven in een hotel of pension binnen d'e ge meente. XV. Een belasting op openbare aankon digingen, voor zoover niet. door middel van tijdschriften of nieuwsbladen gedaan. Ten slotte nog een paar opmerkingen. Indien in een gemeente arbeiders wonen, van een bepaalden loonstandaard, die in een andere gemeente werken in Richtingen met ten minste 10 zulke arbeiders, dan kan d? woongemeente een tegemoetkoming eischen van de arbeidsgemeente, als de eerste ten behoeve van die arbeiders kos-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 6