De Algemeene Vergadering van
den Volkenbond ie Genève.
UIT ONZE STAATSMACHINE
gast als Sinterklaas-surprise kunnen kra
gen.
In de 1 B-klasse zai op het Houtrust-veld
een hardnekkige strijd tusschen de leiders
.dézer klasse ontstaan. We kunnen gerust-
zeggen, dat, wie er morgen wint-, de meeste
en de beste aanspraken op het kampioen
schap zal maken, waarbij wo dan rekenen,
dat de regl. nederlaag van H. S. V. tegen
O. S. C. R. geannuleerd zal worden. O. S.
C. 11. staat -er op het oogenblik met geen
één verliespunt het beste voor. Toch is haar
spel niet beter dan dat. der Hagenaars. Al
leen hun doelen moet stukken beter zijn,
en daar gaat het ten slotte om. Zouden we
er echter op rekenen, dat het meeöt tac
tische spel zal overwinnen, zoo gelooven we
dat H. S. V. haar supporters zal lateif ju
belen.
A. L. O ontvangt den jongst en Rott-er-
danmschen le klasse., wat voor haar ook be-
"teekent een revanche-partij. Naar we ver
nomen hebben, moet ze geheel georgani
seerd zijn (o. a, moeten de Gebr. Hinzler
uit het twaalftal gezet zijn). Of deze ver
nieuwing gunstiger zal zijn, zullen we moe
ten afwachten, maai' we gelooven wel dat
A. L. O. voor eer Haa-gscbe surprise wil
zorgen.
Als er een schaap over den clam is, volgen
er meer schreven we 1.1. Maandag. Dit ge
zegde zal A W probeeren in praktijk te
brengen. De gelegenheid is geheel en gun
stig. Immers Advendo, haar gastheer, be
hoort ook al tot de zwakkere zusters, hoe
wel ze soms gevaarlijk uit den hoek kan
komen. A. W. heeft echter haar supporters
al zoo dikwijls teleurgesteld, dat zij hen
dit keer hiervoor wil vrijwaren door hen
een waar Sinterklaasfeest te bezorgen.
Indien Ready een terrean heeft, deze
le klassers lijdt, wel het meest, onder den
terreinjiood zoo zal ze E[aarlem van
partij moeten dienen. Hoe gaarne we ook
hier een verrassing zouden willen neer
schrijven, in dit geval is het ons onmogelijk.
Haarlem speelt dit jaar stukken beter dan
ooit te voren en heeft daardoor goede kam-
pioonsaspiraties. Zich deze te laten ontne
men door Ready, dat hoe langer hoe meer
afzakt-, zal zij niet dulden. Haarlem zal dan
ook toornen cïat meer geroutineerd spel moet
zegevieren over opkomend spel.
Op het tweede veld aan den Zoet-erwoud-
schen Singel alhier binden Fluks II en Rood
Wit den strijd met elkaar aan. De concur
rentie van het le twaalftal zal hopeloos haar
niet te veel parten spelen, waardoor we ook
haar een zege kunnen voorstellen.
In het oosten ten slotte een ontmoeting
tusschen 2 clubs, die elkaar te voren nooit,
of te nimmer gezien hebben. Moeten we een
vergelijking opmaken tusschen cle beide
concurrenten, zoo gelooven we dat het
or an je-twaalftal der Ensohedeërs beter in
elkaar zit, dan het Zutfensche. Bijgevolg een.
triomph voor Wilhelmina.
Resumeerend voorspellen we de volgende
surprises
Fluks-D. T. V.: Fluks.
D. E. V.—D V D. D, V D.
S. V.— O S O. R. H. S. V.
A. L O.Rozenburg: A. L. O.
Advendo—A W A. W.
ReadyHaarlem Haarlem.
Fluks II—Rood-Wit: Fluks II.
Be QuickWilhelmina: Wilhelmina.
We geven di+ keei de standen in West
I B en I C.
West I B.
gesp. gew. gel. verl.
put.
v.—t.
gem.
O. S. C. R.
6
6
12
40—8
2
H. S. V.
7
5
1 1
11
34—27
1.57
Velox
7
3
1 3
7
26—19
1.—
Rozenburg
7
3
1 3
7
16—25
1.—
Vitesse (H.)
8
3
1 4
7
20—39
0.88
D.H.B.S. C.
8
2
6
4
24—34
0.50
A. L. O.
7
1
6
2
11—31
0.29
West I C.
"Haarlem
6
5
1
10
38—14
1.66
Hercules
8
6
2
12
30—24
1.66
D. 0. S. 0.
8
5
3
10
33—26
1.25
Excelsior
8
5
3
10
13—39
1.25
D. D. V.
8
3
5
6
25—23
0.75
Advendo
6
2
4
4
20—23
0.66
Ready
7
2
5
4
£3—27
0.57
A. W.
7
1
6
2
16—37
0.29
Reeds toen bekend werd, dat de eerste
Algemeene Vergadering van den Volken
bord werkelijk in den loop van dit jaar
zou worden bijeengroepen, is gezegd, dat
een der belangrijkste aangelegenheden,
weJke daar ter sprake zou Romen, die was
van de verhouding van den Uitvoerenden
Raad tot de Algemeene Vergadering. Er
mag hierbij herinnerd' worden, dat veler
bezwaren tegen den tegenwoordigen vorm
van den Volkenbond eulrnineeren in de uit
gebreide bevoegdheid, die daarin aan den
Uitvoerenden Raad is gegeven, te meer,
waar deze uit vertegenwoordigers van de
vijf Geallieerde groote mogendheden en
daarnevens vier kleine Staten werd samen
gesteld Velen zijn er op uit geweest om t<
betoogen, dat. het ^tatuut een te groote be
voegdheid oan de algemeene vergadering
lietdat eigenlijk het meerendeel van de
besluiten van den Raad de bevestiging van
de Algemeene Vergadering zou behoeven.
Anderen, niet minder in aantal, twijfelden
juist of hiervan in de practijk iets zou blij
ken. Te Genève staat liet punt der ver
houding uitdrukkelijk op de agenda ver-
mild, maar reeds nu mag de vraag worden
gesneld of bet noodzakelijk ware geweest
dit te doen, aangezien in de debatten dc
verhouding ptactisch naar voren komt en
een eerste plaats inneemt. Men zou wil
len zeggen, dat ieeds te Genève gebleken
is, dat daar onafhankelijke stemmen op
gaan; dat de daar aangewezen vertegen
woordigers van de Regeeringen niet uit
sluitend zich als zoodanig beschouwen,
maar hun eigen vrije meening geven. Voor
degenen, die vreesden, dat do Algemeene
Vergadering van den Volkenbond zou zijn
•en zuiver diplomatieke bjjeenkornst, waar
in niemand zijn gedachten zou uitcn zonder
voorafgaand overleg met zijn Regecring, en
zijn woorden zou wegen en wikken voor
diegenen moet cle bijeenkomst te Genève
reeds nu een openbaring zijn. Zal zij de ver
wachtingen, die zich tè hoog gespannen
hebben, natuurlijk teleurstellen; reeds nu
mag worden geconstateerd, dat zij van
niets verder verwijderd is dan van een di
plomatieke bijeenkomst, gelijk wij deze
vóór den oorlog over meer onschuldiger
onderwerpen dikwerf hebben meegemaakt.
Een groot gedeelte van de reeds tien zit
tingen, die door d'e Algemeene Vergadering
werden gehonden, was gewijd aan de be
spreking van het rapport van den Uitvoe
renden Raad. Wie denkt, dat de Uitvoe
rende Raad eigenlijk de rol vervult van
een bestuur in een algemeene vergadering,
vergist zich.
Als reeds gezegd, de Uitvoerende Raad
zetelt niet op het podiumdaar zetelt
slechts d'e Secretaris-Generaal met zijn
helpers Hoe onafhankelijk diens rol is,
geheel in tegenstelling b.v. met de rol van
den Secretaris-Generaal van het Permanen
te Hof te s-Gravenliage, is wel gebleken
uit Drumond's tusschenkomst in de be
sprekingen over Polen-Litauen. Die tus-
sehenkomst is hem door de Fransche bla
den kwalijk genomen, die er op wezen, dat
Drummond als ambtenaar moet worden
teruggezet. Het is te betwijfelen of de En-
gelsche bladen zich daarmede zullen ver
eenigen en of Brummond zou blijven, wan-
."neer men hem een zoo ondergeschikte rol
toebedeelde. Veeleer mag Drummond's op
treden beschouwd worden als een bewijs
van de nieuwe richting, waarin de Volken
bond wil werken. Aan den anderen kant
is het opmerkenswaardig, dat de leden
van den Uitvoerenden Raad bij monde van
den Italiaan Tittoni verklaard hebben, dat
zij daarin zitting nemen als personen, niet
als vertegenwoordigers hunner regeerin
gen Neemt b.v. cle Uitvoerende Raad dus
het besluit om een of anderen Staat af te
straffen, dan zijn daardoor de regeeringen
van hun land niet gebonden.. Dit ontneemt
eenerzijds kracht aan den Uitvoerenden
Raad, maar anderzijds doet het een groot
deel wijken van de vrees- voor te groote
machtsbevoegdheid in clit lichaam.
Als in elke vergadering teekent zich
reeds nu duidelijk af wie onder de leidende
persoonlijkheden behooren. Onder hen
neemt zeer zeker Robert Cecil een eerste
plaats in. Deze nog jeugdige Engelsche
staatsman, die een der vertrouwensmannen
van Lloyd George te Parijs was, is niet
door zijn eigen land afgevaardigd, doch
door Zuid-Afrika. Smuts, de Zuid-Afrikaan
sche Minister-President, die boeren-aan-
voerder was in den oorlog tegen Engeland,
mede te wijten aan het beleid van Cecil's
vader (Lord Salisbury) wees hem aan in
het vertrouwen, dat hij Smuts' opvattingen
het beste zou verdedigen. Cecil haalde het
aan als een bewijs van den nieuwen geest,
die hier moet heerschen een nieuwe geest,
die ook in de redevoeringen van Barnes,
die namens d'e Engelsche arbeiders en den
pacifistisch veteraan Lafontaine, die min
of meer namens de vredesbeweging sprak,
werd gehuldigd. Cecil's bespreking van het
rapport van den Raad is een der weinige
groote redevoeringen geweest die tot nu toe
zijn gehoord1; zoowel rijk aan inhoud als
aan welsprekendheid.
Cecil oogstte veel applaus, maar belang
rijker mag het ongetwijfeld worden geacht,
dat hij ook buitengewoon belangrijke din
gen in deze rede heeft naar voren gebracht.
Daar was in <--e eerste plaats zijn gebrek
aan bezorgdheid over het financieele ge
deelte, omdat de Volkenbond in één jaar
het veertigste gedeelte kostte van de 20
millioen pond, die de oorlog per dag ver
slond. Daar was daarnevens zijn aanbe
velen van de grootst mogelijke publiciteit.
Daar vervolgens zijn kritiek over Armenië,
waarbij hij Turkije rechtstreeks cn zonder
omwegen beschuldigde, Armenië uit te
moorden. Daar was cle kwestie tusschen
Polen en Litauen, waaromtrent Cecil in
het verslag verontrustende dingen las en
waaromtrent hij het voorstel deed tot zoo
spoedig mogelijke publiceering van alle fei
ten, opdat de publieke opinie zich een oor
deel kan vormen. Daar was een aandrang
om het werk van de Brusselsclie conferen
tie in opbouwenden geest voort te zetten.
En daar was tenslotte zijn kritiek over de
toepassing der mandaten, een kritiek die
niet kon verbazen in den mond van den
Voorzitter der League of Nations Union,
die in Engeland, vrij krachtig oppositie
voerde tegen de bedoelingen der eigen re
geering in dit opzicht.
Onder degenen, van wien blijkt, dat zij
het oor der vergadering hebben, behoort
ook de Nedcrlandsche eerste gedelegeerde
Minister van Kamebeck. Niet alleen is hij
bekend om zijn sierlijk en feilloos Fransch,
wat in dit deel van Fran.?ch Zwitserland
veel wil zeggen, maar ook den helderen be
toogtrant zijner juridische opmerkingen.
Minister van Kaïnebeek heeft zich blijk
baar met geheel de Nederlandsche delega
tie op het o.i. niet onjuiste standpunt ge
steld, dat althans op dit oogenblik Neder
land niet moet trachten in den Volkenbond
'n belangrijke of eerste rol te spelen. Daar
entegen kan Nederland uitnemend werk
van kleinen aard verrichten en onder zoo
danig werk viel naar des Ministers' mee
ning de uitlegging van artikel 18, dat op
de door de leden van den Volkenbond te
sluiten tractaten betrekking heeft. De tekst
van het artikel is ongetwijfeld geenszins
duidelijklaat verschillende uitleggingen
toe, die aanmerkelijk van elkander verschil,
len. Beteekeht dit artikel betreffende regi
streering van verdragen, dat de Staten voor
de registreering niet gebonden zijn en in
het tijdsverloop tusschen de ratificatie en
de registreering zieli vrij kunnen maken,
gelijk zij zullen kunnen tusschen de onder-
teekening en de ratificatie? Of bet eekent
het, dat de Staten gebonden zijn, maar dat
de onderteek en aars over en weer, de uit
voering niet eischen kunnen, voordat de
registreering Iieeft plaats gehad? Of is liet
tractaat uitvoerbaar vanaf liet oogenblik
der ratifidatie en is het sléchts tegenover
den Volkenbond van kracht? Er ligt tus
schen deze drie interpretaties een groote
afscheiding. Minister van Karnebeek aan
vaardde dé eerste, dat een Commissie van
Invoegde deskundigen de zaak nader zal
onderzoeken. Nederland mag zich over zijn
optreden zeker verheugen, al zullen er in
ons land niet velen zijn geweest, die een
maal het voorrecht hadden Minister van
Karnebeek Fransch te hooren spreken,
voor wie de boven aangegeven lof iets
nieuws was.
Ook in ander opzicht blijkt Nederland in
klein werk het voorbeeld te willen geven.
Men weet, dat artikel 23 onder de alge
meene plichten van den Volkenbond ook
noemt die, welke betrekking heeft op de
opiumbestrijding. Nu is achtereenvolgens
in 1911, '13 en '14 te 's-Gravenhage een
internationale conferentie, samen'geweest,
die een voorloopig tractaat heeft opgesteld,
hetwelk deze opiumbestrijding ten doel had
en als gebruikelijk in dergelijke gevallen
is de Nederlandsche regeering, omdat ten
haren zetel dc conferentie werd gehouden,
belast met verschillende administratieve en
andere uitvoerende maatregelen. In een
memorandum te dezer zake, door Neder
land ingediend, wordt nu terecht de vraag
gesteld of liet niet beter zou zijn, dat deze
taak door den Volkenbond wordt overge
nomen. Niet, zoo betoogt het memoran
dum, dat Nederland zou wenschen van deze
taak te worden ontheven, maar het Secre
tariaat van den Volkenbond is beter inge
richt op zoodanig werk, vooral, daar waar
het aankomt op liet in studie nemen van
nieuwe vraagstukken, die met de opium
bestrijding verband houden, van het we
derzijds mededeelen en verzoeken van maat
regelen, die ter uitvoering van dit verdrag
worden genomen. Dit punt is in de alge
meene vergadering nog niet. ter sprake ge
komen het zal waarschijnlijk behooren on
der die, welke eerst later de aandacht zul
len hebben. Dat Nederland hier echter een
uitnemend voorbeeld geeft ten einde inter
nationale werkzaamheden van voor de ge
boorte van den Volkenbond te centralisec-
ren, zal moeilijk kunnen worden ontkend.
De Belgische Senator Lafontaine, voorzit
ter van het Internationaal Vredesbureau te
Bern, is mede een deroenen geweest, die
door zijn sterk persoonlijke redevoering het
bewiis heeft geleverd, dat het in deze alge
meene vergadering anders toegaat, dan in
diplomatieke conferenties van vóór den oor
log. Lafontaine liee't er nadruk op gelegd,
dot de Volkenbond voor systematische ver
mindering der bewapeningen moet zorgen,
doch dat men op dit ooerenblik den moed
moet bevitten om den vólken mede te dee-
len, dat het uur voor de zoo gewenschte
algemeene ontwapening nog geenszins heefl
geslagen De bewapeningen zooals zij zijn,
moeten voorloomg bliiven bestaanmen
moot echter trachten een machtsinstrument
voor den Volkenbond tot stand te brengen
Dit topknmst!pf?er is het iets anders dan
de verwezenlijking van de denkbeelden-Yan
Vollonhnven? mag echter oil een els werk
tuig voor bet internationaal recht worden
gebruikt.* Het betoog, dat Cecil ten gun
ste vin Armenië hield, bewees naar La-
fontnine's oorcJpel alleen in dubbele mate
de noodzakelijkheid van zulk een macht
"Rowell, de Canadeesche afgevaardigde,
stemde met Lafontaine in ten aanzien van
dat deel van de taak van den Volkenbon..
dat in de topkomst het verhinderen vaf\
oorlogen ten doel heeft. Daartegenover ech
ter verklaarde hij nadrukkelijk, dat naar
zijn meening de economische regelingen,
voor zoover zij betreffen de verdeeling van
de grondstoffen, die in elk land aanwezig
zijn, een nationale kwestie is, die niet onder
pressie van buitenaf mag en kan worden
geregeld. Alle andere kwesties, zelfs d'e
economische, achtte Rowell trouwens onder
geschikt aan de eerste. Men vergete niet.
dat de Volkenbond nog vele vijanden telt
en dat vele menschen nog zeer critisch te
genover dezen staan. Rowell achtte dit voor
een gedeelte hef gevolg van de werkzaam
heden van dn Uitvoerenden Raad inzake
Polen voor een ander gedeelte te wijten
aan het geheel nieuwe der internationale
controle, dat in den Volkenbond ligt op
gesloten. In elk geval heeft hij. zeer dui
delijk sprekende namens Canada, er na
druk op gelegd, dat dit land er niet over
Jtenkt om zich ten aanzien van verdeeling
van de grondstoffen internationale controle
te lafpn welgevallen, waaruit men, de eer
ste dissonant welke gehoord werd, kan zien,
dat het met de gedachte economische egali
satie nog niet zoo vlot zal loopen.
Op practisch terrein bewoog d'e algemee
ne vergaderiïig zich in het bijzonder ten
aanzien van Armenië. Dit, vroeger tot Tur
kije behoorende land moet een mandataris
hebben. Men heeft Amerika daarvoor aan
gewezen, doch dit heeft bedankt. Cecil
wenschte hulp in de Armenische aangele
genheid ten einde te redden wat te redd'en
viel; Lafontaine steunde hem. Daartegen
over kwam Viviani betoogen, dat de Vol
kenbond- op dit oogenblik te zwak is om die
hulp te verleenen. Men kan geen leger daar
heen zenden men kan aan geen der leden
van den Bond de uitvoering van de straf
fende taak opdragen. Viviani daarom was
voor onderhandelingen, te openen door de
gevolmachtigden van den Volkenbond. "Et
kwam tenslotte overeenstemming tusschen
beide denkbeelden, die aldus zouden wor
den uitgevoerd, dat eerst onderhandelingen
zuilen worden getracht en dat daarna de
voor de Armenische zaken benoemde Com
missie zal pogen door andere middelen het
gewenschte doel te bereiken. Van deze
Commissie is Cecil tot lid verkozen en La
fontaine, een niet geringe, dooh wel ver
diende onderscheiding, tot president be
noemd..
Nu, na twee weken arbeid, is het moge
lijk, ook voor den buitenstaander, eenigs-
zins een algemeenen indruk van deze al
gemeene vergadering te hebben. Deze in
druk is niet onverdeeld. Men zou inderdaad
wenschen, dat in dezen tijd, waarin de eco
nomische, sociale en politieke problemen
zoo hoog opgestapeld liggen, iets meer
werd gedaan dan tot nu toe door de olge-
meenc vergadering is geschied. En ander
zijds echter kan men niet genoeg nadruk
loggen op het feit, dat hieruit een geheel
andere geest spreekt dan tot nu toe bij
welke internationale beraadslaging ook, is
duidelijk geworden. En het feit op zich
zelf, dat de Italiaansche Minister Tittoni,
naar hij uitdrukkelijk zeide op verzoek van
den president, voor den Uitvoerenden R-aad
de opmerkingen beantwoordde, die van ver
schillende rijden waren gemaakt, naar aan
leiding van het. verslag van dien Raad over
zijn handelingen, spreekt duidelijk. De Uit
voerende Raad is zijn geheele samen
stelling brengt dit mede geen verant
woording verschuldigd aan de algemeene
verandering, die'beiden staan niet in ver
houding van Regeering en Parlement tof
elkaar. Maar, de algemeene vergadering
heeft zich dezen eersten keer met forsche
hand het recht toegeëigend om den Uitvoe
renden Raad opdrachten te verschaffen en
zijn handelingen te becritiseeren. Boven
dien, de Uitvoerende Raad heeft, doordat
een zijner led'en het woord nam om de ge
uite bewering te beantwooren, bewezen dat
zijnerzijds op waardeering van d'e algemee
ne vergadering, op een zekere goedkeu
ring zelfs van zijn beleid wordt prijs ge
steld. Een dergelijko verhouding kan in dc
toekomst niet meer worden teruggetrokken'
en doe| op zichzelf reeds eenigszins teniet
de vrees dergenen, die hebben gedacht, dat
cle algemeene vergadering niet vpc.1 meer
zou zijn dan een formaliteit.
Thans werken de Commissiën. Zoodra een
barer klaar is, zal de algemeene vergade
ring opnieuw bijeenkomen om haar rapport
te bespreken. Van de Commissie van het
Internationale Hof van Justitie heet het
reeds thans, dat deze het in Den Haag op
gestelde ontwero nog meer heeft verzwakt
dan door den Uitvoerenden Raad in zijn
laatste zitting te Brussel al reeds was ge
schied. In hoeverre deze mededeeling van
ietwat algemeenen aard waarheid bpvnt,
zal eerst later kunnen bhiken
M.
Gemeentolijke heffingen.
(Nadruk verboden).
Na lange voorbereiding en drukke be
raadslagingen, waarbij het ministerieele le
ven van den Minister van Financiën zelfs
gevaar liep, is het wetsontwerp tot „wijzi
ging van de Gemeentewet en van de we!
op de Inkomstenbelasting 1914" door de
Tweede Kamer aangenomen, nadat er bij
amendement nogal wat veranderingen in
waren aangebracht.
Met dit wetsontwerp was bedoeld het
belastinggebied der gemeenten te verrui
men als dus de gemeenten door deze wet
worden geholpen, geschiedt dat niet door
het Rijk, dat voor een groot gedeelte dc
oorzaak was van den slechten staat aer
gemeentelijke financiën, doordat 't aan de
gemeenten onvergolden lasten en diensten
oplegdemaar door de ingezetenen, die
met goedkeuring van het Rijk aan nieuwe
heffingen zullen worden onderworpen of
voor reeds goedgekeurde wat meer zullen
mogen betalen.- Dat schijnt onbillijk en is
het ook wel wat, maar moest het Rijk in
de kastekorten der gemeenten voorzien door
te betalen voor d'e lasten en diensten, die
het oplegt, dan zou toch ten slotte ook
weer het bedrag uit de zakken der belas
tingbetalers moeten komen. En een bekende
spreekwijze zegt, dat het tamelijk wel op
hetzelfde neerkomt, of men dbor den kaicr
of door de kat gebeten wordt.
Van de in art. 2-10 der Gemeentewet
reeds genoemdh belastingen en heffingen
zullen enkele tot een hooger bedrag of
naar een anderen maatstaf kunnen wor
den geheven andere worden daaraan toe
gevoegd
Nieuw zijn: lo. zakelijke belasting op het
bedrijf2o. opcenten op de hoofdsom der
Rijksinkomstenbelasting; 3o. opcenten op
de Vermogensbelasting4o. belasting op
de verzekering tegen brandschade5o. be
lasting op pension- en hotelgasten; 6o. be
lasting op openbare aankondigingen.
Afschaffing van reeds bestaande of toe
gestane heffingen heeft niet plaats gehad
wel zijn de bepalingen daaromtrent min of
meer, soms nogal sterk, gewijzigd. Wij zul
len alle belastingbronnen, die de gemeente
zal kunnen aanboren, achtereenvolgens
nagaan.
I. Opcenten op. de hoofdsom der grond
belasting. Het aantal der opcenten kan
voor gebouwde eigendommen tot 80, voor
ongebouwde tot 20 gaan. wat op mogelijke
verdubbeling nee; komt-
II. Bijzondere belastingen wegens ge
bouwde en ongebouwde eigendommen en
van bouwterreinen. Gedeeltelijk waren deze
belastingen ieecls toegestaan: zij worden
uitgebreid en nauwkeuriger omschreven.
In de eerste plaats kaai van bouwter
reinen, gelegen aan bestaande straten,
grachten en pleinen en van bij een uit
breidingsplan voor bouwterrein bestemde
gronden, waarvan de kring door Ged. Sta
ten is aangegeven, een belasting worden
geheven van proc. der verkoopwaarde.
Aanhoorigheden van huizen vallen er niet
onder.
Van gebouwde eigendommen aan of nabij
openbare land- of waterwegen ën van on
gebouwde 'eigendommen, die aan de wegen
grenzen of er uitgang op hebben, kan een
bijdrage gevorderd worden in den aanleg
en het onderhoud der wegen, hun verlich
ting en en afvoer van water en vuil.
Van gebouwde en ongebouwde eigen
dommen in bepaalde gedeelten der ge
meente kan voor ten hoogste 30 jaar een
bijdrage gevorderd worden in de kosten
van werken, waardoor die eigendommen
worden gebaat.
UI. Een zakelijke belasting op het be
drijf, (nieuw). Deze belasting wordt alleen
geheven van ondernemingen en inrichtin
gen, waarin tc-n minste tien arbeiders werk
zaam zijn, die minder verdienen dan een
nader vast te stellen bedrag. D'e grootte
der belasting hangt af van hel aantal ar
beiders, maar mag nooit meer zijn dan f 12
per arbeider. Stations vallen cr buiten.
IV. Opcenten op dc Rijksinkomsten' e'ma
ting worden op alle aanslagen tot een ge
lijk aantal geheven boven de 100 mogen
zij niet stijgen. Zij mogen in 't geheel niet
worden geheven, wanneer de gemeentelijke
inkomstenbelasting voor alle aanslagen het
zelfde percentage aanwijst (dus wanneer
geen progressieve belasting wordt geheven).
V. Een belasting naar het inkomen. Het
zuiver inkomen wordt berekend volg<ma de
bepalingen der wet op de Rijksinkomst en -
belasting Het belastingjaar loont van Mei
tot" Mei. Het belastbaar inkomen wordt ge
vonden door het zuiver inkomen met een
bedrag voor noodzakelijk levensonderhoud
en zekere som voor kinderen
te verminderen.
Wordt progressieve inkomstenbelasting
geheven, dan mag toeneming niet zwaarder
belast worden dan met 2l-maal het percen
tage, dat geheven wordt van een belast
baar inkomen hetwelk gelijk is aan twee
maal het kleinste bedrag, dat voor nood
zakelijk levensonderhoud wordt afgetrok
ken. Het percentage, dat van een toene
ming wordt geheven, mag niet bij een ver
dere opklimming dalen.
De aanslagen worden vastgesteld door
Rijksambtenaren tegelijk met den aanslag
in de Rijksinkomstenbelasting. Ook wordt
zij door de Rijksambtenaren ingevorderd
Aan de Gemeentelijke Inkomstenbelasting
en aan de opcenten op de Rijksinkomsten
belasting zijn onderworpen alle natuurlijke
personen, die in de gemeente hoofdverblijf
hebben en niet of al in een ander*- e-emoe.n-
te worden aange^agen.
Wie in een anaere gemeente gedurende
90 dagen een kantoor, winkel of werk
plaats ter beschikking heeft of daar gedu
rende 90 dagen een beroep of bedrijf uit
oefent of een betrekking vervult, betaalt
daar -als forens 2/3 van den aanslag en de
opcenten, die in die gemeente vpn zijn
hoofdverblüf var» hem 7oodprt wor
den.
Houdt hij in een andere gemeente 90
dagen nachtverblijf of heeft hij er een ge-
1 meubileerde woning beschikbaar, dan be
taalt liij dar r 1/3 van don hoofdaanslag en
van de opcenten
Wie in twee of meer gemeenten in de
Inkomstebelasting en als forens wordt aan
geslagen, betaalt in elk dier gemeenten een
evenredig deel van hetgèen hij verschul
digd zou zijn.
VI. Opcenten op de hoofdsom der Ver
mogensbelasting worden op alle aanslagen
in de gemeente tot een gelijk aantal gehe
ven, maar mogen de 100 niet te boven
gaan.
VII. Opcenten op de hoofdsom der per-
soneele belasting. Ook hierbij is progressie
uitgesloten hetzelfde aantal opcenten geldi
voor allen. Maar zij mogen niet boven d'e
80 gaan, zoolang niet de opcenten op de
grondbelasting liet marimnm b«rrikt heb
ben.
Het hoogste aantal wordt uiterlijk bereikt-
bij de aanslagen van hen, voor wie de
belastbare huurwaarde het tienvoud is van
de som, die in art. 12 der wet op de Perso-
neele belasting wordt aangegeven, als het
minimum huurwaarde dat belast wordt voor
de verschillende klassen.
VIII. Opcenten op de hoofdsom van an
dere daarvoor bij de wet vatbaar verklaarde
belastig. Daartoe behoort o.a. de wet op de
dividend- en tantièmebelasting, waarin
aan de gemeenten de bevoegdheid wordt
gegeven opcenten te heffen.
IX. Belasting op de honden. Nieuwe be
palingen worden daaromtrent niet gemaakt
X. Belasting op tooneelvertooningen en
andere vermakelijkheden. In deze aandui
ding is het woord „openbare" weggelaten,
zoodat de gemeente ook niet-openbare vér-
makelijklieden zou kunnen belasten, d.i.
die, welke in besloten kring bijv. voor d9
leden eener vereeniging worden gehouden,
XI. De rechten, loon en en andere gel
den, bedoeld in art. 238 der wet. Dat zrjn
weg-, straat-, brug-, kaai-, haven-, kraan-,
sluis-, dok-, boom-, en veergelden wik-,
weeg-, meet- en keurloonen, gelden voor
banken en standplaatsen in hallen, op
markten en dergelijken, begrafenisrechten
en geld'en voor het gebruik en genot van
voor den openbaren dienst bestemde ge
meentewerken, bezittingen of inrichtingen
en voor door of vanwege het gemeentebe
stuur verstrekte diensten. Zij mogen voort
aan worden geheven tot zulk een bedrag,
dat de gemeente van een matige winst ver
zekerd is. Tot nog toe mocht wettelijk geen
winst gemaakt worden. De beffing moet.
zich richten naar het gebruik, dat van de
inrichtingen wordt gemaakt; abonnement
is geoorloofd.
XII. De belasting, bedoeld in art. 239
der wet.
XIII. Belasting op de verzekering tegen
brandschade van in de gemeente zich be
vindende onroerend^ en roerende goederen
of een overeenkomstige belasting, voor
zoover die goederen niet verzekerd zijn.
XIV. Ken belasting von logeergasten,
die gedurende ten minste een week vertoe
ven in een hotel of pension binnen d'e ge
meente.
XV. Een belasting op openbare aankon
digingen, voor zoover niet. door middel van
tijdschriften of nieuwsbladen gedaan.
Ten slotte nog een paar opmerkingen.
Indien in een gemeente arbeiders wonen,
van een bepaalden loonstandaard, die in
een andere gemeente werken in Richtingen
met ten minste 10 zulke arbeiders, dan kan
d? woongemeente een tegemoetkoming
eischen van de arbeidsgemeente, als de
eerste ten behoeve van die arbeiders kos-