No. 18637 LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 4 December. Tweede Biad. Anno i9'l0. SPORT. FEUILLETON XN ONZE STRAAT Zit ring van gistermiddag. Staatsbegrootino voor 1921. HOOFDSTUK IX (Waterstaat). YöoHgegaan wordt met de behandeling van •Hoofdstuk IX (Waterstaat). Do Minister van Waters laat, -de heer KONIG, beantwoordt do spreker3, dio gisteren het "woond voerden. Wal de tollen betreft, zegt spr. dat hij bezig is overleg te plegen met provin ciale besturen. Zoodra alle adviezen zijn inge komen, zal spr. de kwestie besludeeren en even tueel oen wetsontwerp tot afschaffing van de tollen. Bij do keuzo der leden voor do Commissie voor' dienst en rusttijden zal de Minister gaarne rekening houden mei do wensehon van den heer J. Ter Laan. De Commissies moeten echter niet te groot worden. Voor hoogerc bezoldiging van de toohnisolio ambtenaren zegt spr. overweging toe. De heer M.ARCJIANT (V. D.) verdedigt bij art 14 zijn amendement om'dezen post met 12 mille te verminderen en geen directeur-gene raal te benoemen. Spr. acht het niet gewenscht dat het personeel weer wordt uitgebreid. De mo tieven die de -Minister aanvoert zijn niet steek houdend. Do heer BOOGAERTS (R.-K.) betoogt dat de Minister een adviseur meer noodig heeft. Hij meent echter dat het niet noodig is -dien nieu wen adviseur een hoogeren rang te geven dan inspecteur-generaal. De heer LELY (U. L.) sluit zich bij den heer Boogaerts aan. Hij zal tegen het amendoment stemmen als do Minister aan hel verzoek van do heer Biogaerts voldoet. De MINISTER herinnert cr aan dat hier fei telijk hersteld wordt wat vroeger jarenlang heeft bestaan. Spr. juicht het toe dat men in ziet dat er een adviseur bij moet komen. Den titel wil spr. dan wel wijzigon. De heer MARCH A NT (V. D.) neemt zijn amendement terug al is hij niet geheel gerust. Bij art. 37 is tevens aan de orde de stemming over de motie van orde betreffende de Beer- sche Maasquaestie. Do hoor VAN BERESTEIJN (V. D.) betoogt dat wel degelijk ook gemis aan toezicht schuld m aan do doorbraak. Do MINISTER hoopt dat de heer Deckers voldaan is met zijn toezegging omtrent de aan vragen van gelden. Do heer DECKERS (R.-K.) zegt voldaan te «jn en trekt zijn motie in. Bij art. 39 bespreekt de heer DE JONGE (S.-D.) de Maaskanalisatie, voornamelijk uit een economisch oogpunt. Hij vraagt of de mede- deoüngcn van de Maastrichtsche burgemeester omtrent het nieuwe Maaskanaal juist is. De kwestie is spr. niet duidelijk vooral niet wat betreft de grootte van het kanaal, of dit bere kend zal zijn op "schepen voor 1000 of van 2000 ton. Do MINISTER zegt dal het rhpport van de commissie van onderzoek is verschenen. De me- dodeelingen van den heer Boogaerts in de ver gadering zijn juist. Bij art. 55 klaagt de heer ADR. STAALMAN (Midd.) er over dat de weg van Callantsoog naar Petten voor het publiek gesloten is. De MINISTER zegt, dat dezo weg in handen van erven is, zoodat spr. daarover niets heeft te zeggen. Do heer TEÈNSTRA (V. D.) klaagt over de afneming der duinen op Schiermonnikoog. De MINISTER zegt verzorging too. De heer LELY (U. L.) vraagt bij art. 64 den Minister hij zijn ambtgenoot aan to drin gen op spoed bij het afdoon van de aangele genheden betreffende do verbetering der Sche- veningsoho bavoD, ten einde den Minister van Waterstaat in de gelegenheid te stellen wetsont werp tot verbetering in te dienen. De Minister deelt mede, dat het zeer moei lijk is de haven op diepte le houden. Volgens deskundigen, zal de eenigc oplossing zijn de havenhoofden -to verlengen tot voorhij de ver- vandingen. Het Departement van Oorlog heeft daartegen geen bezwaar. De heer v. d. BILT (R.-K.) bespreekt, de po sitie van het personeel aan de bruggen en slui zen van de Zuid-Wdllemsvaart. Hij dringt op verbéteringen aan. De MINISTER geeft eenige inlichtingen en zagt overweging toe. De heer SASSE VAN YSSELT (R.-Kzegt niet tevreden te zijn over de medodeelingon in zake den linker Diezedijk, Do MINISTER herhaalt zijn inlichtingen. Hij erkent, dat de betrokkenen niet de dupe mogen worclon Van do geschillen. De heer VAN DE LAAR (G S.) bespreekt den finanbieelen toestand van het waterschap de oude IJscl. De MINISTER zegt toe dit punt te onder zoeken. De heer v. d. BILT (R.-K.) informeert naar do belangen van do bewoners welke te Sluiskil langs het kanaal wonen. Hij hoopt, dak de Mi nister voor deze personen wil zorgen. De MINISTER zegt dat toe. Art. 103 (Rijkswegen.) Do heer SASSE VAN IJSSELT (R.-K.) klaagt over de schade, die auto's aan do wegen toebrengen en de gevaren die zij opleveren voor do voetgangers. Hij wc-nscht strengere bepa lingen tegen hen, speciaal tegen dronken chauf feurs cn motorrijders en «vraagt den Minister dit punt van het verkeer ernstig onder het oog to zien. De heer TER HALL (N. P.)' ondersteunt dit betoog en juicht een strengere naleving van de Motor- en Rij wiel wet toe. Hij hoopt, dat een herziening der Motor- cm Rijwielwet spoe dig zal volgen. Voetgangers en vrachtwagens belemmeren het verkeer zeer en ook daartegen dienon maatregelen te worden genomen. De heer BULTEN (R.-K.) vraagt meer steun aan do gemeenten voor het- onderhoud van wegen. Do heer IvLEEREKOPER (S.-D.) betoogt, dat beroeps-chauffeurs de minste ongelukken veroorzaken. Het zijn de eigenaars-bestuurders dio de moeste schuld hebben. Spr. vraagt of het juist is, dat de militaire autoriteiten nog het gezag over de post-auto's hebben, Dc heer OTTO (U. L.) zegt, dat vele onge lukken worden veroorzaakt door voetgangers, dio zich niet houden aan de bepalingen. Dc heer VAN RAVESTEIJN (C. P.) acht ook voorziening dringend noodig. De MINISTER zegt, dat een diploma niets helpt. Het zijn de woeste rijdera en het is on mogelijk alle rijders een examen af te nemen. Spr. is het eens met den heer Otto, dat het publiek uieer moet meewerken. Daarnaast wil spr. krachtiger laten optreden hij schuld aan ongelukken. De kwestie van de past-auto's zal spr. onder zooken. Do heer VAN RAVESTEIJN (C. P.) dient een motie in, waarin de instelling van een vaardigheidsdiploma wordt gevraagd. Deze motie komt aanstonds in behandeling. Do heer RUTGERS (A.-R.) voelt niets voor zoon diploma, dat toch geen waarborg is tegen ongelukkon. Do heer KRUYT (G. P.) verdedigt de instel ling van een cliplom a De MINISTER heeft het punt ernstig over wogen, maar ziet geen heil in een diploma. Dinsdag wordt over de motie gestemd. De heer VAN RAVESTEIJN (C. P.) vraagt inlichtingen over den weg Hangsohe Schouw tot „Den Dcijl". Hij verzoekt geen boomen to rooien langs dezen weg. Do MINISTER zal ddt tot het uiterste beper ken, maar er komt een tijd, dat oude boomen omgehakt moeten worden. De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag d BUITENL. WEEKOVERZICHT. 't Is een week van ka'uinetscrises. Van tweede rangscrises, wel te verstaan, v.ant nocli Portugal, noch Spanje, noch Hongarije nemen een voorname p'.aats in het wereJ.I- schouwtooneel in. Het wisselen van kabinet in Lissabon is trouwens een zoo alledaagseb- heid heeft Portugal al niet vaker dan éér keer ministeries van één dag gehad, gevoegelijk als vlinder-ministeries te beti telen? dat daarvan al bijzonder weinig notie wordt genomen. Zoo iets zit blijkbaar in bet Portugeesch-Spaansche bleed; wan neer men liet oog richt naar de Midden- en Zuid-Amerikaansche republieken ziet men immers hetzelfde verschijnsel. Spanje kan ook heel wat ministeries aan, al steekt Por tugal het de laatste jaren de Toef af. Oor zaak in Spanje is natuurlijk de steeds en steeds groeiende ontevredenheid in uitge- breiden kring, zich uitend in stakingen, uit sluitingen etc., natuurlijk gepaard aan rel letjes met dooden en gewonden, in evenredig heid aan het grootere temperament van het volk, dat bij lange na niet de rjl kan speler, in het groote wereldconcert waarop het feitelijk recht kan laten gelden, ten gevolge van de achterlijkheid, waarin het in breede lagen is gebleven. Veel verschil of daar nu een Maura dan wel een Dato ei een ander het hoofd der regeering is, be staat er niet. In hoofdzaken komt het zoo ongeveer op" hetzelfde neer in de praetrjk. De reden, dat aan een regeeringscrisis in het eens zoo machtige rijk buitea Spanje slechts weinig aandacht wordt geschonken. Meer belangstelling is er vpor Hongarije. Met name of daar eindeljjk eens de figuur gevonden kan worden, die het aandurft de bezem in den mast te binden. Die zich waagt aan een reiniging van den Augiasstal der militaire kliek, die trots alles nog een soort dictatoriale terreur uitoefent, die tot dus verre uit vrees in wezen niet is aangetast durven worden. Ook van entente-zrjde is daartegen slechts weinig pressie uitgegaan. Misschien te verklaren uit het feit, dat Frankrijk in stilte dien militairen geest in Hongarije niet zoo ongaarne zag als een soort wacht aan de Karpathen tegen een naar 't Westen opdringend bolsjewisme. Een gevaar, dat nog altjjd niet -is afgewend.- Na met Wrangel te hebben afgerekend waar Wrangel en zijn 70,000 geredden uit de Krim-liquidatie voorloopig zullen wor den opgeborgen .is nog niet zeker, ai zal het wel ergens op den Balkan zijn, waar toch net gebrek is aan zoo'n verwarring stichtend element als dit leger is hebben de rooden met Petljoera, den leider der Cekrainische beweging, vrijwel hetzelfde gedaan en ook do Poolsche generaals, die op eigen houtje den strijd verder voerden, loopen op hun laatste beenen. Zoo staat na drie jaar sovjet-Rusland weer een3 ster ker dan langen tijd het geval is geweest. Hoe vaak heette de zal niet een kwestie, van weken! Lenin c.s. poogt begrijpelijker wijs zijn huidige, krachtige positie zooveel mogeljjk uit te buiten. Polen ondervindt dat in de eerste plaats, nu te Riga onderhan deld wordt over een definitieyen vrede. De sovjets toonen niets geen haast, schijnen in tegendeel zooveel mogelijk te traineeren. zoo zoodat de vrees, dat sovjet-Rusland zich pre pareert om de nederlaag, tegen Polen ge leden, ongedaan te maken, niet ongemoti veerd schjjnt. Eu voorts ook Engeland, dat door Isjitsjirin, den sovjet-commissaris voor buitenl. zaken, nog eens herinnerd is aan de wenschelijkheid, dat van de handelsover eenkomst nu toch eindelijk eens wat zou komen. Nu, Moskou kan in dit opzicht te vreden zjjn, de Engelsche regeering heeft Krassin, den vertegenwoordiger van Lenin te Londen, het door Engeland opgestelde handelsverdrag ter doorzending naar Rus land om daar te worden goedgekeurd, over handigd, zoodat thans een weer opnemen van Rusland in het handelsverkeer niet ver-af meer schijnt. Noodgedwongen gaat Frank rijk ïunners Engeland in dezen na, gefijk bekend. Frankrijk schijnt in de Griekschc affaire ter slotte toch nog een overwinning op Engeland te hebben behaald, al leek vorige week de Fransche zaak verloren. Het ver moeden, dat Italië de Fransche zijde ge kozen heeft, ligt voor de hand.Aan uet Grieksche volk is toch door de entente zoo veel als een waarschuwing gericht, gelijk Frankrijk wilde, dat geschieden zou: Weet wel, wat ge doet, door Konstantrjn te doen terugkeeren. Wij zullen dien terugkeer niet beletten, maar gij zelf zult de gevolgen te dragen hebben, daar wij met Konstantiin geen vriendschappelijke betrekkingen kun nen onderhouden. Wat die gevolgen precies zijn zullen, wordt niet met zoovee', woorden gezegd, daarvan schijnt men in Londen, waar de „opperste raad" weer bijeen is, nog niet volledig te hebben beslist. Maar daaronder kan moeilijk iets anders verstaan worden dan stopzetten der finaneieele onder steuning, wat Griekenland niet lang kan uit houden en herziening, van het verdrag van Sevres. Zoo Konstantrjn werkelijk het lands belang stelt boven persoonlijk belang, dan lijkt nu voor hem de gelegenheid gekomen om daarvan te doen blijken door afstand te doen van zijn rechten ten behoeve van den vroegeren kroonprins. Te eer, waar ook de actie tegen dezen weer terrein wint Vermelden we ten slotte, toch met zeven mijlslaarzen zoo over het terrein der bui tenl. politiek schrijdend, nog het bestoken van Engeland door Sinn Fein in eigen huis en d'Annunzio's laatste bedrijf in Fiume. Het moet voor de Engelschen wel een hard gelag zijn zoo in de nationale eer te worden getroffen door niet veilig meer te zjjn in het hartje van hun land. Behalve in Liver pool heeft de regeering overal de pogingen tot brandstichting etc. kunnen voorkomen, maar de voorzorgsmaatregelen hebben een zeer pijnlijke hoogte bereikt. Of evenwel in deze laatste geweldsuiting geen enkele goede zaak wordt daarmee gediend is te zien een laatste poging van een extre- mistischen vleugel, die met band en fcind de guerilla levendig wil houden? Men zou geneigd zijn, het aan te gaan nemen, gelet op de steeds krachtiger klinkende stemmen var. Ierland en uit Sinn-Feinkringen zelf, om tot een compromis te komen en een einde te maken aan de moorden etc. 'tGaat naar Kerstmis, dat wil nog wet eens vre- desgedachten brengen. Moge een vrede voor Engeland cu Ierland het Kerstgeschenk zijn! d'Annunzio had vanuit Fiume een tweetal eilanden doen bezetten, bij het verdrag van Rapallo aan Italië toegekend. Het spreekt vanzelf, dat Italië in een soort stille an nexatie door de republiek Quarnero, zooals d'Annunzio's rijk heet, niet kon berusten. Wapengeweld, althans direct wapengeweld, wil het niet toepassen. Het bezigt do blok kade en waar Fiume zeer slecht voorzien is geld is er h'eelemaal niet meer in de regeeringskas, zoodat d'Annunzio een tijdje, geïeden al kalmpjesweg een inval bij de banken heeft gedaan is dit een scherp treffend zwaard. Of de groote dichter nu eindelijk zal inzien, dat het einde van zgn actie gekomen is, dat hij z'jn rol heeft uit gespeeld met het succes Fiume dan al niet rechtstreeks voor Italië te hebben gered, maar toch aan Zuid-Slavië te hebben ont houden? VOETBAL Wedstrijd programma voor Zondag, N. V. B. West le kl. Ajas—SpartaanU. V. Y.—V. O. C.H. B. S.-D. F. C.A. F. C.—H. V. Y.Sparta—Y. Y. A. Haarlem- Bl.-Wit. West. 3o kl. D. Delfia— CclcritasA. S. C.-Ü. Y. S.B. AI. T.—Delft. L. Y. B. le kl.Lugdunum L. F. C. II 12 uurU. Y. S. II—A. S. C. II12 uur. 3e kl. A. S. C. IIIa-A. S. C. Illb 12 u. KweekschoolD. V. S. II 2 uur; L. A. I. V. ILugdunum Ha 12 uur; Lugdunum Ille—Lugdunum Illb 10 uur; Adsp. afd. L. F. C.aL. F. C.b 12 uur; Sportman L. A. Y. Y. 2 uur. Overzicht. Wij ziju thans, begin December, aardig met. de competitie opgeschoten, zelfs in de maanden October en November, waarin wij andere jaren nog al eens regen Zondagen hebben, zijn steeds allo wedstrijden doorge gaan. Wanneer wij nu dezen winter een niet al te Lange ijsperiode krijgen en god „Plu- vius" blijft ons voetballers goed gezind, dan zijn wij dit seizoen eens heel erg vroeg klaar. Zou intusschen Zondag, de eerste voetbaldag van afgekeurde terreinen wor den In het Westen Inrijgen wij morgen een paar wedstrijden die heel aardige Sint-Ni- colaas surprises kunnen geven. Ajax zal in normale omstandigheden na tuurlijk van Spartaan winnen, maar toch zouden de a.s. kampioenco( morgen wel eens de handen vol kunnen krijgen. Blauw- Wifc zal morgen wil zij haar kansen niet heelemaal verliezen, terdoge moeten op passen voor Haarlem. V. O. C. op bezoek bij U. Y. Y. krijgt waarschijnlijk geen. kans om een paar pun tjes, dio de rood-zwarte Rotterdammers toch zoo hoog noodig hebben, te veroveren. Sparta zal er niet in slagen morgen van de laatste plaat-s te komen. Y. V. A. zal wel met do overwinning gaan strijken. A. F. C. en H. Y. Y. zweven beiden dicht bij de- rucht$ plaatsen en van den wedstrijd A. F. C.H, Y. Y. zal het afhangen, wie voorloo pig één na laatst zal blijven. Ten slotte H. B. S.—D. F. C. Wie we hier als overwinnaar moeten noemen, we ten wij niet. Ec_\ gelijk' spel, lijkt ons niet onmogelijk. In 3D morgen „dc" wedstrijd. A. S. C. U. Y. S. Wij. verwachten een record aantal toeschouwers, die zeer zeker een spannen- den strijd te zien zullen krijgen. Aan voor spellingen zullen wij ens niet wagen, even min zullen wij uitweiden over de beide ploe gen. Men kent ons oordeel over het spel dezer elftallen. G'eleritas, dat thans de beste kansen op het kampioenschap heeft, krijgt morgen een zwaren wedstrijd te spelen, uit tegen Delfia en fiet zou ons niets verwonderen als één of wel beide punten in Delft bleven. B. M. T. kan van Delft winnen. In den L. Y. B._slaat Lugdunum I na tuurlijk L. F. C. II.. terwijl A. S. C. II in do meerderheid zal blijven tegen U. V. S. II. A. S. 0. IILv-A. >S C. IHb is voor het a elftal ten minste als do jeugdige rood-zwar- ten, dezen wedstrijd niet als een grap be schouwen Kweekschool is niet al te sterk en verliest van D. Y. S. II. Lugdunum lila als a.s. kampioen in de derde klasse zal ran L. A. Y. Y. I dienen te winnen, wil zij haar voorsprong op A. S. C. lila niet prijs geven. De wedstrijd tusschen de Illb en Ulo elftallen van Lugdunum eindigt in het voordeel van het hoogste elftal, evenals in de adsp.-afd. do match tusschen het a en b elftal \an L. F. C. Sportman—L. A. Y. ten 'slotte is voor de thuisclub. KORFBAL. Programma voor a. s. Zondag. W esHA: Fluks—D. T. V.D. E. Y. -D. V. D. West I*BH. S. Y.-O. S. C. R. A. L. O.Rozenburg. West IC: AdvendoA. W. Ready—' Haarlem. West II E Fluks II—Rood-Wit. O o s t I A Be QuickWilli elmina. Overzicht. Wij schrijven Zondag cSen 5en November, d. w. z. een dag van surprisen. En vooral nu er op den dag a an St.-Nicolaas gespeeld moet worden, zullen de Yor er voor zor gen prettige of onaangename verrassingen hun aanhangers(sters) te brengen. Hoewel we niet bijgeloovig zijn willen we met onzen tijd meedoen, en in dit overzicht de ver schillende surprisen, die ons te wachten staan, bespreken. Wo beginnen dan meer met- do aange naamste verrassing, die ons morgen te wachten staat, n.l. een overwinning onzer rood-witten. Daartoe moeten zo de rood- gekraagdo Amsterdammers van haar lijf weten te houden, 't Is echter geen gemak kelijke cn aangename taak, die ze t« ver vullen hebben. D. T. Y. beschikt, altijd over een aantal lange en uitstekend spelende spelers, waartegen de Fluksianen, wait -de lengte betreft, hel moeten afleggen. Wat spelgelialts betreft, zoo kunnen we zonder gewetensbezwaren zeggen', dat dit bij Fluks beter is. Haar tactisch kort samenspel steekt stukken boven het verrc-worpen-spel („long-passing" zouden we het kunnen noe men) van D. T. Y. uit. De Amsterdammers beschikken over een ploeg, die niet van op geven weet, wat o.a. Yitesse (L.) aan den lijve ondervonden heeft. Hiermee mogen de rood-witten wel terdege rekening hou den, en zullen ze moeten probeeren zoo spoedig mogelijk een flinken voorsprong te behalen, om D. T. V. niet in de gelegenheid te stellen haar achterstand iu te halen, zoo»- als dat zoo menigmaal gebeurd is. Dat Fluks daarbij rekent op haar ongeëvenaarde sterkte der damesploeg spreekt, van zelf. Ook in den anderen I A-strijd lijkt ons een verrassing niet uitgesloten. De twee oude schoolclubs, die eik-aar morgen ont moeten, hebben elkaar al meer dan eens liet vuur na aan dc schenen gelegd. Heb was op D. E. Y., dat D. Y. D. haar eerste puntje van dit jaar wist te veroveren. Zou ze er nu toe in slaat* zijn er dit keer 2 puntjes van te maken"? De geruchten, die er van deze club loopen, dat zij zoo goed als uiteen ligt-, zouden dezo vraag ontken nend beantwoorden. Wij willen echter aan nemen, dat liet nog niet zoo v er is, en daar D..E. Y, zich in den la als ten tijd eenigszina gedemoraliseerd toont, zou zij wel eens den Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE. (Nadruk verboden.) 37) Mevrouw Bean nam een pakje goudgele galeis op en sloeg een doek om, maar aan de deur bleef zij staan. „Herbegt zegt altijd,," zei zo, zonder om te zien, „dat het. droevigste van het sterven is, dat de menschen voor aangenomen hou den, dat de dingen jo niet meer kunnen gehelen. Het is alsof je hun handen loslaat. Ik ik heb een-gevoel, dat ik haar vast moet houden, totdat Zij hield op, en liep stil de gang door, zoodat de rookera haar niet koaiden hooren gaan, on Sophie ging voort, het porselein vrij ernstig te Waeschen totdat zij Picters stem hoorde zeggen ,He! Laat mij helpen. Wat aardig! Mijn heer Bean heeft een brief te schrijven, en heeft, mij dus niet noodig." ,,U kunt. de theelepeltjes afdrogen", zei Sophie, 'glimlachend, want zijn prettig, vroolijk gezicht sdheen de schaduwen te ver drijven, evenals of er werkelijk zonneschijn in de keuken kwam. Het- was zoo'n jongen vol hoop en jeugd. Het kleine huisje was heel stil en warm; opgewekte vrede scheen het te vervullen. Boven lagen de gelukkige, vermoeide kin deren te slapen. Geen wonder, dat de ge dachte aan een ander hoofdje Pieters hoofd vervulde, waar het meisje, dat hij liefhad, met hem een taak vervulde, die zij zouden Volvoeren als zij getrouwd waren. Geen wonder, diat zijn vingers beefden, toen hij een lepel afwreef, en zijn stem trilde, toen hij dien voor haar gezicht hield en zei „Daar! Wat kan w daarin zien?" „Mij zelf", lachte Sophie. „Weet u, wat ik er in zou willen zien?" vroeg hij, scherp turende. „Neen", antwoordde Sophie. „Mevrouw Pieter Norton", barstte hij uit, en hij werd heel bleek. „Lieveling kan je niet Sophie schudde heb hoofd. „Ik wilde, dat ik kon", zei ze. „Ik heb iemand noodig, die lief voor me zorgen wil, en ik houd zoo veel van je, Pieter. Maar ik kan niet." Hij legde den lepel voorzichtig op de ta fel en nam een anderen, dien hij lang bleef wrijven, terwijl Sophie de theekopjes weg zette. Toen zij voor den derden keer terug kwam, was hij klaar met den lepel en stond met zijn handen diep in zijn zakken aan zijn mes en sleutels te frommelen. „Ik wilde gratig weten is er iemand an dera „Ja", zei Sophie. „Ben je verloofd met hem?" „Neen", zei Sophie uitdagend. „Dat is niet het eind van alle liefdesgeschiede nissen." „Dat moet het zijn", zei Pieter, een beetje uit zijn evenwicht door teleurstel ling en verdriet. „Als een man gemaakt heeft dat een meisje van hem ging hóuden, en hij is een fatsoenlijke kerel." Sophie werd donker rooddiep belcedigd door dezen onbewusen aanval op dien man, aan wien zij haar hart verloren had. „Wat weet je weinig van het. levenzei ze. „Jouw idee van liefde bestaat in een huisje, zooals dir, in een kleine straat, en je droomt zelfs niet eens van de mogelijkheden in do wereld daar buiten." „Ik heb een klassieke opvoeding gehad. Ik weet veel meer dan jij", antwoordde de arme Pieter jongensachtig. „Maar daarom, verlang ik niet rond te zoeken naa«r „moge lijkheden." „Ik heb niet rondgezocht. Ze ze kwa men vanzelf!" barstte Sophie uit, ook ze nuwachtig. „En ik zou niet met jc willen trouwen, als we alleen op een verlaten eiland waren, en jij de laatste man op de ■wereld wvaart." „OPieter gaf een snik. „Nu weten we, waar we aan toe zijn." Hij ging naar de deur, bonsde legen de haastig terugkeerende mevrouw Beau aan, zei, „vervloekt!" zonder een verontschuldi ging en ging het huis uit. „Heb jelui gekibbeld?" vroeg mevrouw Bean. „Ja", zei Sophie. Mevrouw Bean opende haar mond, sloot hem, bedwong een bijna onoverkomelijk verlangen om meer te vragen, en zei einde lijk met gemaakte onverschilligheid „Nu, laten we maar liever gaan zien, wat Herbert bezig is te doen." HOOFDSTUK XI. 'a Morgens van den veertienden Februari Icroop eeu gele mist door iederen kier van deur en venster ia onze straat, en iedereen zag en in dat vreemde licht uit, alsof hij in ee nkelder opgegroeid was. Acht uur en de kerkklokken luidden„Het is' helder daarboven Het is helder daarboven Hoop Hoop Mevrouw Bean kwam cle kamer binnen, terwijl de klok sloeg, en dat hoorde zij uit de opgewekte tonen, hoewel zij het natuur lijk niet onder woorden bracht, maar zij voelde het alleen als ccn lichte prikkel van warmte en behaaglijkheid in haar gemoed, die maakte, dat zij er niet op lette, dat zij koude hand'en had, en dat het gas voor het ontbijt was aangestoken. Toen hoorde zij Betsy naar beneden loo pen, zonder ophouden hard zingend- In een oogenblik was mciTouw Beau terug in het oude huis, waar zij geboren was, met haar moeder, die bij hot vuur aardappelen stond te bakkencn de weg, grijs en 7.wart tin den Febrliarizomieschijndie zich voor het huis uitstrekte, terwijl de brievenbestel ler weg ging met zijn pak brieven en do geheele wereld jong was. „Moesje, riep Betsy aan de deur, en de wereld werd weer oud, hoewel minder vol van beloften. „Moesjo, Louiso heeft een vrijer. Hij beeft haar een prentbriefkaart gestuurd met een versje er op, maar hij heeft Anjelieren verkeerd gespeld. Dat zegt Bobby. Bobby heeft het mij geleerd om Louise te plagen. O! daar is ze! Dc ro.os is i'ood „Stil!" zei mevrouw Bean streng, toen de blzoende en verlegen Louise het geroosterde brood op tafel zette. „Het is heel .1 eel ijk, om de briefkaarten van andere menschen to 'lezen. Het verbaast me van Bob." Louise, rood'er dan ooit, morrelde aan den deurknop, toen barstte zij in één adem uit, zonder ophouden. „Hij deed 't niet, omdat ik hem zei, dat ik 't iemand moest zeggen, dien u niet kent, wat het is Mevrouw Bean keek haar kleine dienstr meisje nadenkend aan en ontward-e lang zamerhand den zin van dat verwarde ge praat. ,Ik begrijp het. Ik hoop., dat hij goed is, Louise." „Hij- is—" Louise hield op cn haalde diep adem. „Hij is buitengewoonNiet zoo om zijn uiterlijk, maar hij is flink en ver dient twaalf gulden in de week vasten hij kijkt evenmin naar een koffiehuis als mijn heer Bean." Mevrouw Bean kreeg een kleur, cn haar heldere oogen schitterden, om-dat zij zoo ge noot van een liefdesgeschiedenis, en zij liet de thee koud worden, terwijl zij nieuwsgie rig vroeg „Wanneer is het in orde gekomen?" „Gisteren, - antwoordde Louise. „In dien draaimolen op de kermis, dien ze „dc zee op het land" noemen. De boot kree^ een schok en ik gaf een gil en hij pakte me vast en zei: „Zullen wc, Louise?" en ik zei „goed". Het schijnt nu misschien niet zoo heel duidelijk bij het vertellen maar toen was het duidelijk genoeg. En dc mu ziek speelde het volkslied en ik voelde me een beetje raar door dc beweging van de boot. Zoolang als ik leef. zal ik 200'n „de zee op liet. land" prettig vinden. Hij heet Hendrik Willes." Do opgekropte aandoeningen van de laatste vier cn twintig uur hadden einde lijk een veiligheidsklep goyonden, cn de woorden kwamen in een stroom van onsa menhangende, vertrouwelijke mecledeelin- gèn, terwijl mevrouw Bean zich herinnerde, wat het was, om achttien jaar te zijn. Maar eindelijk kwam Bobby binnen en Louise ging terug naar de keuken mei haar muls scheef cn haar hoofd in gelukkige onrust. Bobby begon zijn ontbijt op een zakelijke manier ttoen viel zijn scherpe blik op da oogleden van zijn moeder. (Wordt vervolgd)»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5