No. 18637
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 4 December.
Tweede Biad. Anno i9'l0.
SPORT.
FEUILLETON
XN ONZE STRAAT
Zit ring van gistermiddag.
Staatsbegrootino voor 1921.
HOOFDSTUK IX (Waterstaat).
YöoHgegaan wordt met de behandeling van
•Hoofdstuk IX (Waterstaat).
Do Minister van Waters laat, -de heer KONIG,
beantwoordt do spreker3, dio gisteren het
"woond voerden. Wal de tollen betreft, zegt spr.
dat hij bezig is overleg te plegen met provin
ciale besturen. Zoodra alle adviezen zijn inge
komen, zal spr. de kwestie besludeeren en even
tueel oen wetsontwerp tot afschaffing van de
tollen.
Bij do keuzo der leden voor do Commissie
voor' dienst en rusttijden zal de Minister gaarne
rekening houden mei do wensehon van den
heer J. Ter Laan. De Commissies moeten echter
niet te groot worden.
Voor hoogerc bezoldiging van de toohnisolio
ambtenaren zegt spr. overweging toe.
De heer M.ARCJIANT (V. D.) verdedigt bij
art 14 zijn amendement om'dezen post met 12
mille te verminderen en geen directeur-gene
raal te benoemen. Spr. acht het niet gewenscht
dat het personeel weer wordt uitgebreid. De mo
tieven die de -Minister aanvoert zijn niet steek
houdend.
Do heer BOOGAERTS (R.-K.) betoogt dat de
Minister een adviseur meer noodig heeft. Hij
meent echter dat het niet noodig is -dien nieu
wen adviseur een hoogeren rang te geven dan
inspecteur-generaal.
De heer LELY (U. L.) sluit zich bij den heer
Boogaerts aan. Hij zal tegen het amendoment
stemmen als do Minister aan hel verzoek van
do heer Biogaerts voldoet.
De MINISTER herinnert cr aan dat hier fei
telijk hersteld wordt wat vroeger jarenlang
heeft bestaan. Spr. juicht het toe dat men in
ziet dat er een adviseur bij moet komen. Den
titel wil spr. dan wel wijzigon.
De heer MARCH A NT (V. D.) neemt zijn
amendement terug al is hij niet geheel gerust.
Bij art. 37 is tevens aan de orde de stemming
over de motie van orde betreffende de Beer-
sche Maasquaestie.
Do hoor VAN BERESTEIJN (V. D.) betoogt
dat wel degelijk ook gemis aan toezicht schuld
m aan do doorbraak.
Do MINISTER hoopt dat de heer Deckers
voldaan is met zijn toezegging omtrent de aan
vragen van gelden.
Do heer DECKERS (R.-K.) zegt voldaan te
«jn en trekt zijn motie in.
Bij art. 39 bespreekt de heer DE JONGE
(S.-D.) de Maaskanalisatie, voornamelijk uit
een economisch oogpunt. Hij vraagt of de mede-
deoüngcn van de Maastrichtsche burgemeester
omtrent het nieuwe Maaskanaal juist is. De
kwestie is spr. niet duidelijk vooral niet wat
betreft de grootte van het kanaal, of dit bere
kend zal zijn op "schepen voor 1000 of van
2000 ton.
Do MINISTER zegt dal het rhpport van de
commissie van onderzoek is verschenen. De me-
dodeelingen van den heer Boogaerts in de ver
gadering zijn juist.
Bij art. 55 klaagt de heer ADR. STAALMAN
(Midd.) er over dat de weg van Callantsoog
naar Petten voor het publiek gesloten is.
De MINISTER zegt, dat dezo weg in handen
van erven is, zoodat spr. daarover niets heeft
te zeggen.
Do heer TEÈNSTRA (V. D.) klaagt over de
afneming der duinen op Schiermonnikoog.
De MINISTER zegt verzorging too.
De heer LELY (U. L.) vraagt bij art. 64
den Minister hij zijn ambtgenoot aan to drin
gen op spoed bij het afdoon van de aangele
genheden betreffende do verbetering der Sche-
veningsoho bavoD, ten einde den Minister van
Waterstaat in de gelegenheid te stellen wetsont
werp tot verbetering in te dienen.
De Minister deelt mede, dat het zeer moei
lijk is de haven op diepte le houden. Volgens
deskundigen, zal de eenigc oplossing zijn de
havenhoofden -to verlengen tot voorhij de ver-
vandingen. Het Departement van Oorlog heeft
daartegen geen bezwaar.
De heer v. d. BILT (R.-K.) bespreekt, de po
sitie van het personeel aan de bruggen en slui
zen van de Zuid-Wdllemsvaart. Hij dringt op
verbéteringen aan.
De MINISTER geeft eenige inlichtingen en
zagt overweging toe.
De heer SASSE VAN YSSELT (R.-Kzegt
niet tevreden te zijn over de medodeelingon in
zake den linker Diezedijk,
Do MINISTER herhaalt zijn inlichtingen. Hij
erkent, dat de betrokkenen niet de dupe mogen
worclon Van do geschillen.
De heer VAN DE LAAR (G S.) bespreekt
den finanbieelen toestand van het waterschap
de oude IJscl.
De MINISTER zegt toe dit punt te onder
zoeken.
De heer v. d. BILT (R.-K.) informeert naar
do belangen van do bewoners welke te Sluiskil
langs het kanaal wonen. Hij hoopt, dak de Mi
nister voor deze personen wil zorgen.
De MINISTER zegt dat toe.
Art. 103 (Rijkswegen.)
Do heer SASSE VAN IJSSELT (R.-K.)
klaagt over de schade, die auto's aan do wegen
toebrengen en de gevaren die zij opleveren voor
do voetgangers. Hij wc-nscht strengere bepa
lingen tegen hen, speciaal tegen dronken chauf
feurs cn motorrijders en «vraagt den Minister
dit punt van het verkeer ernstig onder het oog
to zien.
De heer TER HALL (N. P.)' ondersteunt dit
betoog en juicht een strengere naleving van
de Motor- en Rij wiel wet toe. Hij hoopt, dat
een herziening der Motor- cm Rijwielwet spoe
dig zal volgen. Voetgangers en vrachtwagens
belemmeren het verkeer zeer en ook daartegen
dienon maatregelen te worden genomen.
De heer BULTEN (R.-K.) vraagt meer steun
aan do gemeenten voor het- onderhoud van
wegen.
Do heer IvLEEREKOPER (S.-D.) betoogt,
dat beroeps-chauffeurs de minste ongelukken
veroorzaken. Het zijn de eigenaars-bestuurders
dio de moeste schuld hebben.
Spr. vraagt of het juist is, dat de militaire
autoriteiten nog het gezag over de post-auto's
hebben,
Dc heer OTTO (U. L.) zegt, dat vele onge
lukken worden veroorzaakt door voetgangers,
dio zich niet houden aan de bepalingen.
Dc heer VAN RAVESTEIJN (C. P.) acht ook
voorziening dringend noodig.
De MINISTER zegt, dat een diploma niets
helpt. Het zijn de woeste rijdera en het is on
mogelijk alle rijders een examen af te nemen.
Spr. is het eens met den heer Otto, dat het
publiek uieer moet meewerken. Daarnaast wil
spr. krachtiger laten optreden hij schuld aan
ongelukken.
De kwestie van de past-auto's zal spr. onder
zooken.
Do heer VAN RAVESTEIJN (C. P.) dient
een motie in, waarin de instelling van een
vaardigheidsdiploma wordt gevraagd.
Deze motie komt aanstonds in behandeling.
Do heer RUTGERS (A.-R.) voelt niets voor
zoon diploma, dat toch geen waarborg is tegen
ongelukkon.
Do heer KRUYT (G. P.) verdedigt de instel
ling van een cliplom a
De MINISTER heeft het punt ernstig over
wogen, maar ziet geen heil in een diploma.
Dinsdag wordt over de motie gestemd.
De heer VAN RAVESTEIJN (C. P.) vraagt
inlichtingen over den weg Hangsohe Schouw
tot „Den Dcijl".
Hij verzoekt geen boomen to rooien langs
dezen weg.
Do MINISTER zal ddt tot het uiterste beper
ken, maar er komt een tijd, dat oude boomen
omgehakt moeten worden.
De vergadering wordt verdaagd tot Dinsdag
d BUITENL. WEEKOVERZICHT.
't Is een week van ka'uinetscrises. Van
tweede rangscrises, wel te verstaan, v.ant
nocli Portugal, noch Spanje, noch Hongarije
nemen een voorname p'.aats in het wereJ.I-
schouwtooneel in. Het wisselen van kabinet
in Lissabon is trouwens een zoo alledaagseb-
heid heeft Portugal al niet vaker dan
éér keer ministeries van één dag gehad,
gevoegelijk als vlinder-ministeries te beti
telen? dat daarvan al bijzonder weinig
notie wordt genomen. Zoo iets zit blijkbaar
in bet Portugeesch-Spaansche bleed; wan
neer men liet oog richt naar de Midden- en
Zuid-Amerikaansche republieken ziet men
immers hetzelfde verschijnsel. Spanje kan
ook heel wat ministeries aan, al steekt Por
tugal het de laatste jaren de Toef af. Oor
zaak in Spanje is natuurlijk de steeds en
steeds groeiende ontevredenheid in uitge-
breiden kring, zich uitend in stakingen, uit
sluitingen etc., natuurlijk gepaard aan rel
letjes met dooden en gewonden, in evenredig
heid aan het grootere temperament van
het volk, dat bij lange na niet de rjl kan
speler, in het groote wereldconcert waarop
het feitelijk recht kan laten gelden, ten
gevolge van de achterlijkheid, waarin het in
breede lagen is gebleven. Veel verschil of
daar nu een Maura dan wel een Dato ei
een ander het hoofd der regeering is, be
staat er niet. In hoofdzaken komt het zoo
ongeveer op" hetzelfde neer in de praetrjk.
De reden, dat aan een regeeringscrisis in
het eens zoo machtige rijk buitea Spanje
slechts weinig aandacht wordt geschonken.
Meer belangstelling is er vpor Hongarije.
Met name of daar eindeljjk eens de figuur
gevonden kan worden, die het aandurft de
bezem in den mast te binden. Die zich waagt
aan een reiniging van den Augiasstal der
militaire kliek, die trots alles nog een soort
dictatoriale terreur uitoefent, die tot dus
verre uit vrees in wezen niet is aangetast
durven worden. Ook van entente-zrjde is
daartegen slechts weinig pressie uitgegaan.
Misschien te verklaren uit het feit, dat
Frankrijk in stilte dien militairen geest in
Hongarije niet zoo ongaarne zag als een
soort wacht aan de Karpathen tegen een
naar 't Westen opdringend bolsjewisme. Een
gevaar, dat nog altjjd niet -is afgewend.-
Na met Wrangel te hebben afgerekend
waar Wrangel en zijn 70,000 geredden uit
de Krim-liquidatie voorloopig zullen wor
den opgeborgen .is nog niet zeker, ai zal
het wel ergens op den Balkan zijn, waar
toch net gebrek is aan zoo'n verwarring
stichtend element als dit leger is hebben
de rooden met Petljoera, den leider der
Cekrainische beweging, vrijwel hetzelfde
gedaan en ook do Poolsche generaals, die
op eigen houtje den strijd verder voerden,
loopen op hun laatste beenen. Zoo staat
na drie jaar sovjet-Rusland weer een3 ster
ker dan langen tijd het geval is geweest.
Hoe vaak heette de zal niet een kwestie,
van weken! Lenin c.s. poogt begrijpelijker
wijs zijn huidige, krachtige positie zooveel
mogeljjk uit te buiten. Polen ondervindt dat
in de eerste plaats, nu te Riga onderhan
deld wordt over een definitieyen vrede. De
sovjets toonen niets geen haast, schijnen in
tegendeel zooveel mogelijk te traineeren. zoo
zoodat de vrees, dat sovjet-Rusland zich pre
pareert om de nederlaag, tegen Polen ge
leden, ongedaan te maken, niet ongemoti
veerd schjjnt. Eu voorts ook Engeland, dat
door Isjitsjirin, den sovjet-commissaris voor
buitenl. zaken, nog eens herinnerd is aan
de wenschelijkheid, dat van de handelsover
eenkomst nu toch eindelijk eens wat zou
komen. Nu, Moskou kan in dit opzicht te
vreden zjjn, de Engelsche regeering heeft
Krassin, den vertegenwoordiger van Lenin
te Londen, het door Engeland opgestelde
handelsverdrag ter doorzending naar Rus
land om daar te worden goedgekeurd, over
handigd, zoodat thans een weer opnemen
van Rusland in het handelsverkeer niet ver-af
meer schijnt. Noodgedwongen gaat Frank
rijk ïunners Engeland in dezen na, gefijk
bekend.
Frankrijk schijnt in de Griekschc affaire
ter slotte toch nog een overwinning op
Engeland te hebben behaald, al leek vorige
week de Fransche zaak verloren. Het ver
moeden, dat Italië de Fransche zijde ge
kozen heeft, ligt voor de hand.Aan uet
Grieksche volk is toch door de entente zoo
veel als een waarschuwing gericht, gelijk
Frankrijk wilde, dat geschieden zou: Weet
wel, wat ge doet, door Konstantrjn te doen
terugkeeren. Wij zullen dien terugkeer niet
beletten, maar gij zelf zult de gevolgen te
dragen hebben, daar wij met Konstantiin
geen vriendschappelijke betrekkingen kun
nen onderhouden. Wat die gevolgen precies
zijn zullen, wordt niet met zoovee', woorden
gezegd, daarvan schijnt men in Londen,
waar de „opperste raad" weer bijeen is,
nog niet volledig te hebben beslist. Maar
daaronder kan moeilijk iets anders verstaan
worden dan stopzetten der finaneieele onder
steuning, wat Griekenland niet lang kan uit
houden en herziening, van het verdrag van
Sevres. Zoo Konstantrjn werkelijk het lands
belang stelt boven persoonlijk belang, dan
lijkt nu voor hem de gelegenheid gekomen
om daarvan te doen blijken door afstand
te doen van zijn rechten ten behoeve van
den vroegeren kroonprins. Te eer, waar
ook de actie tegen dezen weer terrein wint
Vermelden we ten slotte, toch met zeven
mijlslaarzen zoo over het terrein der bui
tenl. politiek schrijdend, nog het bestoken
van Engeland door Sinn Fein in eigen huis
en d'Annunzio's laatste bedrijf in Fiume.
Het moet voor de Engelschen wel een hard
gelag zijn zoo in de nationale eer te worden
getroffen door niet veilig meer te zjjn in
het hartje van hun land. Behalve in Liver
pool heeft de regeering overal de pogingen
tot brandstichting etc. kunnen voorkomen,
maar de voorzorgsmaatregelen hebben een
zeer pijnlijke hoogte bereikt. Of evenwel
in deze laatste geweldsuiting geen enkele
goede zaak wordt daarmee gediend is
te zien een laatste poging van een extre-
mistischen vleugel, die met band en fcind
de guerilla levendig wil houden? Men zou
geneigd zijn, het aan te gaan nemen, gelet
op de steeds krachtiger klinkende stemmen
var. Ierland en uit Sinn-Feinkringen zelf,
om tot een compromis te komen en een
einde te maken aan de moorden etc. 'tGaat
naar Kerstmis, dat wil nog wet eens vre-
desgedachten brengen. Moge een vrede voor
Engeland cu Ierland het Kerstgeschenk zijn!
d'Annunzio had vanuit Fiume een tweetal
eilanden doen bezetten, bij het verdrag van
Rapallo aan Italië toegekend. Het spreekt
vanzelf, dat Italië in een soort stille an
nexatie door de republiek Quarnero, zooals
d'Annunzio's rijk heet, niet kon berusten.
Wapengeweld, althans direct wapengeweld,
wil het niet toepassen. Het bezigt do blok
kade en waar Fiume zeer slecht voorzien
is geld is er h'eelemaal niet meer in de
regeeringskas, zoodat d'Annunzio een tijdje,
geïeden al kalmpjesweg een inval bij de
banken heeft gedaan is dit een scherp
treffend zwaard. Of de groote dichter nu
eindelijk zal inzien, dat het einde van zgn
actie gekomen is, dat hij z'jn rol heeft uit
gespeeld met het succes Fiume dan al niet
rechtstreeks voor Italië te hebben gered,
maar toch aan Zuid-Slavië te hebben ont
houden?
VOETBAL
Wedstrijd programma voor Zondag,
N. V. B. West le kl. Ajas—SpartaanU.
V. Y.—V. O. C.H. B. S.-D. F. C.A. F.
C.—H. V. Y.Sparta—Y. Y. A. Haarlem-
Bl.-Wit.
West. 3o kl. D. Delfia— CclcritasA. S.
C.-Ü. Y. S.B. AI. T.—Delft.
L. Y. B. le kl.Lugdunum L. F. C. II
12 uurU. Y. S. II—A. S. C. II12 uur.
3e kl. A. S. C. IIIa-A. S. C. Illb 12 u.
KweekschoolD. V. S. II 2 uur; L. A. I.
V. ILugdunum Ha 12 uur; Lugdunum
Ille—Lugdunum Illb 10 uur; Adsp. afd.
L. F. C.aL. F. C.b 12 uur; Sportman
L. A. Y. Y. 2 uur.
Overzicht.
Wij ziju thans, begin December, aardig
met. de competitie opgeschoten, zelfs in de
maanden October en November, waarin wij
andere jaren nog al eens regen Zondagen
hebben, zijn steeds allo wedstrijden doorge
gaan. Wanneer wij nu dezen winter een niet
al te Lange ijsperiode krijgen en god „Plu-
vius" blijft ons voetballers goed gezind, dan
zijn wij dit seizoen eens heel erg vroeg
klaar. Zou intusschen Zondag, de eerste
voetbaldag van afgekeurde terreinen wor
den
In het Westen Inrijgen wij morgen een
paar wedstrijden die heel aardige Sint-Ni-
colaas surprises kunnen geven.
Ajax zal in normale omstandigheden na
tuurlijk van Spartaan winnen, maar toch
zouden de a.s. kampioenco( morgen wel
eens de handen vol kunnen krijgen. Blauw-
Wifc zal morgen wil zij haar kansen niet
heelemaal verliezen, terdoge moeten op
passen voor Haarlem.
V. O. C. op bezoek bij U. Y. Y. krijgt
waarschijnlijk geen. kans om een paar pun
tjes, dio de rood-zwarte Rotterdammers
toch zoo hoog noodig hebben, te veroveren.
Sparta zal er niet in slagen morgen van de
laatste plaat-s te komen. Y. V. A. zal wel
met do overwinning gaan strijken. A. F. C.
en H. Y. Y. zweven beiden dicht bij de-
rucht$ plaatsen en van den wedstrijd A. F.
C.H, Y. Y. zal het afhangen, wie voorloo
pig één na laatst zal blijven.
Ten slotte H. B. S.—D. F. C. Wie we
hier als overwinnaar moeten noemen, we
ten wij niet. Ec_\ gelijk' spel, lijkt ons niet
onmogelijk.
In 3D morgen „dc" wedstrijd. A. S. C.
U. Y. S. Wij. verwachten een record aantal
toeschouwers, die zeer zeker een spannen-
den strijd te zien zullen krijgen. Aan voor
spellingen zullen wij ens niet wagen, even
min zullen wij uitweiden over de beide ploe
gen. Men kent ons oordeel over het spel
dezer elftallen.
G'eleritas, dat thans de beste kansen op
het kampioenschap heeft, krijgt morgen een
zwaren wedstrijd te spelen, uit tegen Delfia
en fiet zou ons niets verwonderen als één of
wel beide punten in Delft bleven. B. M. T.
kan van Delft winnen.
In den L. Y. B._slaat Lugdunum I na
tuurlijk L. F. C. II.. terwijl A. S. C. II in do
meerderheid zal blijven tegen U. V. S. II.
A. S. 0. IILv-A. >S C. IHb is voor het a
elftal ten minste als do jeugdige rood-zwar-
ten, dezen wedstrijd niet als een grap be
schouwen Kweekschool is niet al te sterk
en verliest van D. Y. S. II. Lugdunum lila
als a.s. kampioen in de derde klasse zal
ran L. A. Y. Y. I dienen te winnen, wil zij
haar voorsprong op A. S. C. lila niet prijs
geven. De wedstrijd tusschen de Illb en
Ulo elftallen van Lugdunum eindigt in het
voordeel van het hoogste elftal, evenals in
de adsp.-afd. do match tusschen het a en b
elftal \an L. F. C. Sportman—L. A. Y.
ten 'slotte is voor de thuisclub.
KORFBAL.
Programma voor a. s. Zondag.
W esHA: Fluks—D. T. V.D. E. Y.
-D. V. D.
West I*BH. S. Y.-O. S. C. R.
A. L. O.Rozenburg.
West IC: AdvendoA. W. Ready—'
Haarlem.
West II E Fluks II—Rood-Wit.
O o s t I A Be QuickWilli elmina.
Overzicht.
Wij schrijven Zondag cSen 5en November,
d. w. z. een dag van surprisen. En vooral
nu er op den dag a an St.-Nicolaas gespeeld
moet worden, zullen de Yor er voor zor
gen prettige of onaangename verrassingen
hun aanhangers(sters) te brengen. Hoewel
we niet bijgeloovig zijn willen we met onzen
tijd meedoen, en in dit overzicht de ver
schillende surprisen, die ons te wachten
staan, bespreken.
Wo beginnen dan meer met- do aange
naamste verrassing, die ons morgen te
wachten staat, n.l. een overwinning onzer
rood-witten. Daartoe moeten zo de rood-
gekraagdo Amsterdammers van haar lijf
weten te houden, 't Is echter geen gemak
kelijke cn aangename taak, die ze t« ver
vullen hebben. D. T. Y. beschikt, altijd over
een aantal lange en uitstekend spelende
spelers, waartegen de Fluksianen, wait -de
lengte betreft, hel moeten afleggen. Wat
spelgelialts betreft, zoo kunnen we zonder
gewetensbezwaren zeggen', dat dit bij Fluks
beter is. Haar tactisch kort samenspel
steekt stukken boven het verrc-worpen-spel
(„long-passing" zouden we het kunnen noe
men) van D. T. Y. uit. De Amsterdammers
beschikken over een ploeg, die niet van op
geven weet, wat o.a. Yitesse (L.) aan den
lijve ondervonden heeft. Hiermee mogen
de rood-witten wel terdege rekening hou
den, en zullen ze moeten probeeren zoo
spoedig mogelijk een flinken voorsprong te
behalen, om D. T. V. niet in de gelegenheid
te stellen haar achterstand iu te halen, zoo»-
als dat zoo menigmaal gebeurd is. Dat Fluks
daarbij rekent op haar ongeëvenaarde
sterkte der damesploeg spreekt, van zelf.
Ook in den anderen I A-strijd lijkt ons
een verrassing niet uitgesloten. De twee
oude schoolclubs, die eik-aar morgen ont
moeten, hebben elkaar al meer dan eens
liet vuur na aan dc schenen gelegd. Heb
was op D. E. Y., dat D. Y. D. haar eerste
puntje van dit jaar wist te veroveren. Zou
ze er nu toe in slaat* zijn er dit keer 2
puntjes van te maken"? De geruchten, die
er van deze club loopen, dat zij zoo goed
als uiteen ligt-, zouden dezo vraag ontken
nend beantwoorden. Wij willen echter aan
nemen, dat liet nog niet zoo v er is, en daar
D..E. Y, zich in den la als ten tijd eenigszina
gedemoraliseerd toont, zou zij wel eens den
Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE.
(Nadruk verboden.)
37)
Mevrouw Bean nam een pakje goudgele
galeis op en sloeg een doek om, maar aan
de deur bleef zij staan.
„Herbegt zegt altijd,," zei zo, zonder om
te zien, „dat het. droevigste van het sterven
is, dat de menschen voor aangenomen hou
den, dat de dingen jo niet meer kunnen
gehelen. Het is alsof je hun handen loslaat.
Ik ik heb een-gevoel, dat ik haar vast
moet houden, totdat Zij hield op, en
liep stil de gang door, zoodat de rookera
haar niet koaiden hooren gaan, on Sophie
ging voort, het porselein vrij ernstig te
Waeschen totdat zij Picters stem hoorde
zeggen
,He! Laat mij helpen. Wat aardig! Mijn
heer Bean heeft een brief te schrijven, en
heeft, mij dus niet noodig."
,,U kunt. de theelepeltjes afdrogen", zei
Sophie, 'glimlachend, want zijn prettig,
vroolijk gezicht sdheen de schaduwen te ver
drijven, evenals of er werkelijk zonneschijn
in de keuken kwam. Het- was zoo'n jongen
vol hoop en jeugd.
Het kleine huisje was heel stil en warm;
opgewekte vrede scheen het te vervullen.
Boven lagen de gelukkige, vermoeide kin
deren te slapen. Geen wonder, dat de ge
dachte aan een ander hoofdje Pieters hoofd
vervulde, waar het meisje, dat hij liefhad,
met hem een taak vervulde, die zij zouden
Volvoeren als zij getrouwd waren. Geen
wonder, diat zijn vingers beefden, toen hij
een lepel afwreef, en zijn stem trilde, toen
hij dien voor haar gezicht hield en zei
„Daar! Wat kan w daarin zien?"
„Mij zelf", lachte Sophie.
„Weet u, wat ik er in zou willen zien?"
vroeg hij, scherp turende.
„Neen", antwoordde Sophie.
„Mevrouw Pieter Norton", barstte hij uit,
en hij werd heel bleek. „Lieveling kan
je niet
Sophie schudde heb hoofd.
„Ik wilde, dat ik kon", zei ze. „Ik heb
iemand noodig, die lief voor me zorgen wil,
en ik houd zoo veel van je, Pieter. Maar
ik kan niet."
Hij legde den lepel voorzichtig op de ta
fel en nam een anderen, dien hij lang bleef
wrijven, terwijl Sophie de theekopjes weg
zette. Toen zij voor den derden keer terug
kwam, was hij klaar met den lepel en stond
met zijn handen diep in zijn zakken aan zijn
mes en sleutels te frommelen.
„Ik wilde gratig weten is er iemand an
dera
„Ja", zei Sophie.
„Ben je verloofd met hem?"
„Neen", zei Sophie uitdagend. „Dat is
niet het eind van alle liefdesgeschiede
nissen."
„Dat moet het zijn", zei Pieter, een
beetje uit zijn evenwicht door teleurstel
ling en verdriet. „Als een man gemaakt
heeft dat een meisje van hem ging hóuden,
en hij is een fatsoenlijke kerel."
Sophie werd donker rooddiep belcedigd
door dezen onbewusen aanval op dien man,
aan wien zij haar hart verloren had.
„Wat weet je weinig van het. levenzei
ze. „Jouw idee van liefde bestaat in een
huisje, zooals dir, in een kleine straat, en je
droomt zelfs niet eens van de mogelijkheden
in do wereld daar buiten."
„Ik heb een klassieke opvoeding gehad.
Ik weet veel meer dan jij", antwoordde de
arme Pieter jongensachtig. „Maar daarom,
verlang ik niet rond te zoeken naa«r „moge
lijkheden."
„Ik heb niet rondgezocht. Ze ze kwa
men vanzelf!" barstte Sophie uit, ook ze
nuwachtig. „En ik zou niet met jc willen
trouwen, als we alleen op een verlaten
eiland waren, en jij de laatste man op de
■wereld wvaart."
„OPieter gaf een snik. „Nu weten we,
waar we aan toe zijn."
Hij ging naar de deur, bonsde legen de
haastig terugkeerende mevrouw Beau aan,
zei, „vervloekt!" zonder een verontschuldi
ging en ging het huis uit.
„Heb jelui gekibbeld?" vroeg mevrouw
Bean.
„Ja", zei Sophie.
Mevrouw Bean opende haar mond, sloot
hem, bedwong een bijna onoverkomelijk
verlangen om meer te vragen, en zei einde
lijk met gemaakte onverschilligheid
„Nu, laten we maar liever gaan zien, wat
Herbert bezig is te doen."
HOOFDSTUK XI.
'a Morgens van den veertienden Februari
Icroop eeu gele mist door iederen kier van
deur en venster ia onze straat, en iedereen
zag en in dat vreemde licht uit, alsof hij in
ee nkelder opgegroeid was. Acht uur en
de kerkklokken luidden„Het is' helder
daarboven Het is helder daarboven Hoop
Hoop
Mevrouw Bean kwam cle kamer binnen,
terwijl de klok sloeg, en dat hoorde zij uit
de opgewekte tonen, hoewel zij het natuur
lijk niet onder woorden bracht, maar zij
voelde het alleen als ccn lichte prikkel van
warmte en behaaglijkheid in haar gemoed,
die maakte, dat zij er niet op lette, dat zij
koude hand'en had, en dat het gas voor het
ontbijt was aangestoken.
Toen hoorde zij Betsy naar beneden loo
pen, zonder ophouden hard zingend-
In een oogenblik was mciTouw Beau terug
in het oude huis, waar zij geboren was, met
haar moeder, die bij hot vuur aardappelen
stond te bakkencn de weg, grijs en 7.wart
tin den Febrliarizomieschijndie zich voor
het huis uitstrekte, terwijl de brievenbestel
ler weg ging met zijn pak brieven en do
geheele wereld jong was.
„Moesje, riep Betsy aan de deur, en de
wereld werd weer oud, hoewel minder vol
van beloften. „Moesjo, Louiso heeft een
vrijer. Hij beeft haar een prentbriefkaart
gestuurd met een versje er op, maar hij
heeft Anjelieren verkeerd gespeld. Dat
zegt Bobby. Bobby heeft het mij geleerd om
Louise te plagen. O! daar is ze! Dc ro.os is
i'ood
„Stil!" zei mevrouw Bean streng, toen de
blzoende en verlegen Louise het geroosterde
brood op tafel zette. „Het is heel .1 eel ijk,
om de briefkaarten van andere menschen to
'lezen. Het verbaast me van Bob."
Louise, rood'er dan ooit, morrelde aan den
deurknop, toen barstte zij in één adem uit,
zonder ophouden.
„Hij deed 't niet, omdat ik hem zei, dat
ik 't iemand moest zeggen, dien u niet kent,
wat het is
Mevrouw Bean keek haar kleine dienstr
meisje nadenkend aan en ontward-e lang
zamerhand den zin van dat verwarde ge
praat.
,Ik begrijp het. Ik hoop., dat hij goed is,
Louise."
„Hij- is—" Louise hield op cn haalde diep
adem. „Hij is buitengewoonNiet zoo om
zijn uiterlijk, maar hij is flink en ver
dient twaalf gulden in de week vasten hij
kijkt evenmin naar een koffiehuis als mijn
heer Bean."
Mevrouw Bean kreeg een kleur, cn haar
heldere oogen schitterden, om-dat zij zoo ge
noot van een liefdesgeschiedenis, en zij liet
de thee koud worden, terwijl zij nieuwsgie
rig vroeg
„Wanneer is het in orde gekomen?"
„Gisteren, - antwoordde Louise. „In dien
draaimolen op de kermis, dien ze „dc zee
op het land" noemen. De boot kree^ een
schok en ik gaf een gil en hij pakte me vast
en zei: „Zullen wc, Louise?" en ik zei
„goed". Het schijnt nu misschien niet zoo
heel duidelijk bij het vertellen maar
toen was het duidelijk genoeg. En dc mu
ziek speelde het volkslied en ik voelde me
een beetje raar door dc beweging van de
boot. Zoolang als ik leef. zal ik 200'n „de
zee op liet. land" prettig vinden. Hij heet
Hendrik Willes."
Do opgekropte aandoeningen van de
laatste vier cn twintig uur hadden einde
lijk een veiligheidsklep goyonden, cn de
woorden kwamen in een stroom van onsa
menhangende, vertrouwelijke mecledeelin-
gèn, terwijl mevrouw Bean zich herinnerde,
wat het was, om achttien jaar te zijn. Maar
eindelijk kwam Bobby binnen en Louise
ging terug naar de keuken mei haar muls
scheef cn haar hoofd in gelukkige onrust.
Bobby begon zijn ontbijt op een zakelijke
manier ttoen viel zijn scherpe blik op da
oogleden van zijn moeder.
(Wordt vervolgd)»