No. 18605
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 27 Octobèr.
Tweède Blad. Anno 1920.
UIT DE RAADZAAL
TWEEDE. KAMER
INGEZONDEN
FEUILLETON
IN ONZE STEAAT
.Wie had Maandagmiddag, gezien de agen
da, kunnen bevroeden, dat er 's avonds
.toch noi een avonzitting noodig zou zijn
Maar, we hebben er reeds vaker op ge
wezen. de mensch wikt eu de raad be
schikt. En zoo heeft deze, door meer dan
twee uur o\er de gas- on electriciteitsvoor-
stell°n tc praten, een avondzitting gefor
ceerd, waarin een extra-punt ter tafel
kwa?Uj nl. de salarisregeling van burge
meester, gemeente-secretaris en -ontvanger
en dat wel naar aanleiding van een mis
sive van Ged. Staten met een gesloten
zttting en alles wat dies meer zij.
Met bekwamen spoed was men door het
opvulsel van de agenda 's middags heen-
gesneld, alleen de wijziging van het uit
breidingeplan tuschen Haarleramertrok-
vaartweg er Hansenstraat hield nog even
op. De heer Groeneveld maakte bezwaar
tegen het doen wegvallen in dit plan van
de geprojecteerde dwarsstraat, blijkens de
stemming optredende voor zijn heele fractie
De heer Eerdmans kwam als redder in den
nood om een „partijstemming" af te wen
den, zooals ironisch, gezien het buiten alle
politiek vallende punt der agenda, werd
opgemerkt.
En toen volgde de opgewarmde hoofd
schotel van het raadsmenu der vorige
week, waarbij de politieke zweep weer
knalde af en toe. De heer Wilmer, eerste
spreker, begon daar al mee, toen hij de
socialimtpn, speciaal den heer De la Rie,
het lid der commissi© voor "de lichtfabrie
ken, te lijf ging, die daarop natuurlijk van
antwoord diende op zijn manier. Ieder
vogeltje xingt, zooale het gebekt is, zeide
de heer I>e la Rie ter snede, toen de heer
Sijtsr; a blijkbaar het woord beroerd, door
'den spreker in den mond genomen, niet
erg mooi oordeelde. Dat da heer De la Rie
nog eens herhaalde, dat hij alleen voor de
arbeidersklasse, niet voor de heele gemeen
schap, ln de commissie zit, we zullen daarop
niet nader meer ingaan, 't.is langzamer
hand te overbekend dan dat het noodig Is
nrg eens op het absurde van een dergelijke
„klasse behartiging" te wijzen. En ook ver
der bleef de politiek, helaas, in het debat.
Zelfs bleven de citaten van kopstukken
niet achterwege, alsof daarmee nog iets
bereikt wordt. Men bezigt ze immers, voor
zoover ze in eigen kraam te pas komen,
overigens lapt men dergelijke uitlatingen
aan de politieke zool t
Over te weinig praten is zeker geen kla
gen, als men ziet, hoe behalve natuurlijk
de betrokken wethouder (v. d. Pot) twaalf
van de 25 aanwezige leden het woord voer
den en wel 4 R.-K., 4 S. D. A. P., 1 Y.D.,
1 Chr.-Hist. en 2 A.-R.
Principieels tegenstanders waren alleen
de socialisten, om zoo te zeggen. Het is be
kkend, hoe zij van een progressieven gas-
prijs slechts heil verwachten. Nu daarvan
echter geen sp'rake is, zouden zij de fabrie
ken maar willen laten werken op de be
staande basis, het tekort eenvoudig op de
begrooting brengend, en dat dus te doen
betalen uit de progressieve belastingen,
alsof daaraan geen grens is en de arbei
ders dan nog niot zwaarder zouden moeten
worden gedrukt dan bij zichzelf bedruipen
de lichtfabrieken. De verdere tegenstand be
rustte alleen op het bezwaar, dat aanvan
kelijk, gelijk de wethouder gul toegaf, een
heel kleine categorie nadeel al is hel
dan geen onbillijkheid te noemen zou heb
ben van de voorgestelde regeling, nl. de
allerkleinste gebruikers, met evenwel in 't
verschiet een'komen uit het moeras en ver
betering voor de heele gemeenschap, ook
voor de genoemde kleine categorie. Op deze
kwestie zelf zullen we niet terugkomen,
we meenen, dat ons artikel van Vrijdag jl.
te duidelijk was, om daartoe over te gaan,
ook al bleek, dat enkelen nog in een ver
keerden waan waren.
Van de zijde der tegenstanders scheen
men het erg euvel te duiden, dat de com-
icdss'e der lichtfabrieken, uitgezonderd dan
de heer De la Rie.. zich z.g. had laten ,,be-
keeren". Alsof het een schande is, over
tuigd te worden. Eerder het. tegendeel, niet
vatbaar te zijn voor overtuiging, zou die
benam ng verdienen.
De lieer Sijtsma -cbruikte zelfs de dikke
woorden: antisociaal en anti-democratisch,
maai haa daarover toch wel heen willen
•stappen, wanner hij overtuigd was ge-,
worden, dat de voorstellen zouden leiden
tot hetgeen de voorstanders er van ver
wachten. Of deze woorden daarom niet cl
„dik"' waren gekozen?
Van verschillende zijden, ook uit de
voorstanders, gingen stemmen op, die-, al
hoewel ze geen schijn van bewijs konden
aanvoeren, als opinie verkondden, dat het
beheer der lichtfabrieken niet economisch
genoeg is, dat op administratie enz. wel is
te bezuinigen, 't Was zoo'n soort gevoel,
dat bij hen sprak. De wethouder en ook de
heer De Lange als lid der commissie dach
ten er anders over. Waar bovendien niet
met concrete feiten werd gekomen al
leen de heer Sijfsma noemde een te onder
zoeken geval is nagaan vrijwel ondoen
lijk. Het verstandigst lijkt ons de opmer
king van den heer De Lange, dat een
directeur, die zich een zeer goed leider be
toont als de huidige, niet het vertrouwen
mag worden opgezegd, voor en aleer er
bewijzen zijn van misstanden.
Het eind van het lange lied was, dat de
voorstellen met 16 tegen 9 stemmen er
door gingen, met een kleine schakeering
In de tegenstanders bij de gas- en clcctrici-
teirsregeling, waarmee de meerderheid,
naar wij vertrouwen, de wijste partij heeft
gekozen.
Een ander goed ding voor de gemeente
is o.i., dat hier voortaan ook het be-vroren
Argentijnsch vleesch zal zijn te bekomen,
't Is wei wat laat, bij andere plaatsen ver
geleken, maar beter laat dan nooit.
Tot slot de bespreking over genoemde
salarissen, waarbij de burgemeester, men
zal dat eerbiedigen, de leiding had over
gedragen aan den heer Pera en was heen
gegaan. De persoon van den burgemeester
werd zeer terecht geheel buiten de dis
cussie gehouden en alleen gedelibereerd
over de al of niet wenschelijkheid het
bui gemeesterssalaris van f 3000 op f 12,000
te brengen. Over niet-verhoogen van de
jaarwedden van gemeente-secretaris en
-ontvanger was volledige overeenstemming.
Het standpunt van den lieer Heemskerk,
dat het salaris zoodanig moet zijn, dat ieder
tot burgemeester is te benoemen, afgezien
van particuliere geldelijke omstandighe
den, is o.i. volkomen ad rem. Roeping
en al dergelijke fraaie aardigheden is
voor ieder vak niet een zekere roeping
noodig, wil men er iets in bereiken?
staan buiten de kwestie. Iets anders is na
tuurlijk verschil van meening ten aanzien
van de grootheid der som, daarvoor be-
noodigd, mede in verband met den stand
der gemeente-financiën. Met de kleinst mo
gelijke meerderheid is besloten tot de sa-
larisverhooging, waarbij, zondert men de
S. D. A. P. uit en de Vrijz.-Dem., die
unaniem tegenstemden, de overige fracties
verdeeld waren.
Zitting van gisteren.
Herziening Gemeentelijk Bela3tinggebied.
Aan do ordle is het wetsontwerp tot wijzi
ging der Gemeentewet en van cfle wet op de
Inkomstenbelasting 1914.
Do VOORZITTER geeft in overweging
zich bij de algemeone beschouwingen te be
palen tot het ontwerp in het algemeen en
in zijn geheel en dus niet. op de ar bi kei en
in te gaan.
Een wetsontwerp tot verhooging van de
algemeene Rijksuitkeering aan de gemeen
ten, gelijk in do Troonrede is aangekondigd,
heeft heb Departement van Binnenlnnd-
scbe Zaken verlaten. Spr. geeft in overwe
ging op deze aangelegenheid niet uitvoerig
in te gaan evenmin op de waardevermeer
deringsbelasting, ten behoeve van de ge
meenten, waarvoor een wetsontwerp in
voorbereiding is.
De forenzen-kwestie kan bij het desbetref
fend artikel behandeld worden.
Besloten wordt do spreektijd op een uur
te stellen.
Algemeene beschouwingen.
De heer VAN BERESTEIJN (V. D.)
meent, dat ook maar een oplossing, moet
gezocht worden op het gebied van de finan-
cieele verhouding tusschen de gemeente en
haar naburen.
Spr. vraagt- hoe de Regeering staat
tegenover de wet- van 1897, betreffende de
uitkeeringen aan de gemeenten,' wil men
een jaarlijksche uitkeering geven, of wel
een som, gelijk aan de kosten der gemeen
ten voor het uitvoeren an Rijkswetten.
Vervolgens schotst 6pr. den finanoieelen
nood der gemeenten en critiseert het beleid
van dezen Minister, die heb ontwerp her
haaldelijk wijzigde en dus -blijkbaar nieb
weet wat hij wil. Niemand weet wat de ge
volgen van deze wijzigingen zullen zijn. Hij
verwacht van verschillende nieuwe belastin
gen geen grootere inkomsten voor de ge
meenten. Spr. bestrijdt de meening, dat de
gemeente geen koopman mag zijn en geen
winst mag halen uit de bedrijven.
Spr. maakt over verschillende onderdee-
len der nieuwe voorstellen nog eenige op
merkingen.
Zijn eindconclusie is, dat het belasting
gebied der gemeente niet voldoende ver
ruimd is. Hij kan het beleid vam dezen Mi-
nisier niet bewonderen.
Do heer DE WI.JCKERSLOOTH DE
WEERDESTEYN (R.-K.) gelooft eveneens,
dat dit ontwerp geen voldoende verbetering
brengt. Spr. betoogt-, dat er nog veel on
zekers is in deze regeling, speciaal wat de
gevolgen betreft.
Alleen de opcenten op de vermogensbelas
ting, de passantenbelasting en do reclame-
belaslting geven eenige voordeelen, maar
zullen niet voldoende blijken om in den
nood te voorzien. Spr. wenscht in de eerste
plaats, dat do gemeenten zuiniger zullen
zijnwat niet zeggen wil het nalaten van
8oeialo maatregelen. Ten dorde moet de wet
van 1897 gewijzigd worden. Ten vierde wil
spr. een stelselmatige uitbreiding van de
groote gemeenten door bijtrekking van om
liggende gemeenten.
Vorder betoogt spr., dat er meer toezicht
moet zijn, m.n. vanwege Ged. Staten, op de
financieele gestie der gemeenten, door uit
breiding van art. 194 der Gemeentewet
o. a. ten aanzien van het verleenen van sub
sidie en do exploitatie van gemeentebedrij
ven en de gemcenteloonen. Ook wijst spr.
op dc hooger en duurder wordende eischen
voor den woningbouw.
De heer RELJMER (R.-K.) bespreekt uit
voerig den nood der gemeenten en betoogt,
dat een der oorzaken is het onvoldoendo ge
meentelijk belastinggebied.
Spr. acht het ontwerp geen voldoende
verbeteringten abele brengt' het een ver
schuiving Van lasten en anderdeels is het
een sprong in het duister.
Dc heer J. TER LAAN (S. D. A. P.)
keurt de ministerieele circulaire af, waarbij
de gemeentebesturen er op gewezen werden
geen' uitgaven te doen, zonder dat 'deze
door middelen gedekt zijn. Spr. noemt dat
misdadig. De loonon worden or door go-
drukt. Hij klaagt over de late indiening der
toegezegde noodregeling, van welker in
houd men zelfs nog niets weet. Spr. verwijt
de Regeering impotentie. Vervolgens be
spreekt hij het amendement-De Geer, tot
wijziging der financibele verhouding tus
schen Rijk en gemeenten, hetgeen hij be
strijdt De financieele verhouding moet
grondig worden herzien. Het Rijk zal ver
schillende groote uitgaven voor bepaalde
uitgaven voor eigen rekening moeten ne
men m.n. voor armwezen, politie en on
derwijs. Natuurlijk zal hierbij de autono
mie der gemeente gewaarborgd moeten wor
den. Door een deel der uitgaven voor reke
ning van de gemeenten to laten kan voorts
lichtvaardig uitgoven van Rijksgolden voor
kom eal worden.
Spr. protesteert tegen do rente van 7
pCt. voor het Bankkapitaal en zou hierom
trent een uitspraak der Kamer wenschen.
Hij vraagt voor de gemeente vrijheid om
een eigen grondbelasting te heffen. Hij acht
de voorgestelde regelingen niet voldoende.
De heer DE WILDE (A.-R.) betoogt, dat-
men eon Rijksuitkeering aan dé gemeenten
thans voor zich had moeten hebben. Het
vertrouwen in het financieel be'o'd i- pi- 1
versterkt. Spr. betreurt, het, dat men met
een noodrogeling genoegen zal moeten ne
men. De gemeenten zullon nu voortgaan op
den ingeslagen weg en in afwachtende hou
ding blijven leven. Een dergelijke nood-
regeling bazcort zich bovendien altijd op
toevallige omstancHigheden waardoor groote
onbillijkheden worden begaan.
Intusschen moet men billijk zijn in zijn
oritiok; het is een uiterst moeilijk onder
werp.
Spr. zou het in hooge mate betreuren, ala
er iets van de autonomie der gemeenten ver
loren ging. Men mag de gemeenten niet
stellen onder curateele van het Rijk. Maat
regel moet zijn, dat hetgeen de gemeente
doet zij beslist zelf moet betalen, liijkssteun
moet slechts gegeven worden, als een zeker
equivalent voor diensten aan het Rijk be
wezen. De belastingbevoegdheid moet zoo
ruim mogelijk zijn. De kosten van armwe
zen, onderwijs en politie zoudon ten deele
voor rekening van. het Rijk kunnen komen.
De kosten bedragen voor Den Haag respec
tievelijk 8, 34, 13 en 4.28 pCt. ran de totale
uitgaven. Hij vraagt wat de meening der
Regeering is om genoemde uitgaven groo-
tendeels voor rekening van het Rijk te doen
komen. Intusschen maakt spr. eenig voor
behoud omdat het voor den belastingbeta
ler vrijwel hetzelfde is of hij zijn geld bij
de gemeente- dan wel bij den Rijksontvan
ger brengt.
Van het wetsontwerp verwacht spr. niet
veel. Van het tweede amendement-De Geer,
de Rijksuitkeering betreffende, kan niemand
de portée overzien, daargelaten nu nog of
dat amendement toelaatbaar is.
De vergadering wordt verdaagd tot
Woensdag één uur.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie),
Reactie bij Volkshuisvesting.
Geachte Redactie.
Vergun ons een plaatsje in Uw blad, ton
einde te signaleercn hoe de reactie ten
opzichte ook van de Volkshuisvesting op
dit oegenblik hoogtij* viert.
We willen ons op dit oogenbllk niet ver
diepen in de vraag, hoe sinds 1914 de be
rekening van de crisisbijdrage steeds is ge
wijzigd en steeds is verminderd.
Ook willen wij nu niet aanloonen, hoe
den verwachtingen, ten opzichte der Volks
huisvesting bij het optreden van minister
Aaiberse, totaal de bodem is Ingeslagen.
We willen er alleen op wijzen, dat de
aanbouw totaal dreigt te worden stop ge
zet, hoe „Tuinstadwijk" haar plannen te
rug kreeg als ontoelaatbaar en hoe „Ons
Doel," „De Eendracht" en „Ons Belang"
zeer waarschijnlijk hetzelfde lot zullen
treffen.
Tenzij, dat de Gemeentebesturen, en dus
ook het Gemeentebestuur van Leiden, de
Regeering zal weten aan Het verstand te
brengen, dat we op die manier niet uit
dc woningmisère komen.
De jongste ministerieele circulaire gooi
de, zooals we dat van die offieieele mede-
deelingen gewend zijn, vroegere bepalin
gen overboord.
Voor de verschijning daarvan was het
standpunt van de afdeeling Volksgezond
heid, welk departement over de diverse
plannen heeft te oordeelen en te beslis
sen, als volgt weer to geven:
a. Aan dé plannen moeten architecto
nische eischen worden gesteld (Een bouw
plan van „De Eendracht" bijv. werd afge
wezen, omdat de opzet tc eenvoudig was).
b. Kazernebouw is ontoelaatbaar, terwijl
zooveel mogelijk moet worden gestreefd
naar eensgezinswoningen.
c. Een arbeiderswoning moet minstens
vijf vertrekken bevatten, waarvan drie
slaapkamers. Eén daarvan moest zoo groot
zijn, dat er ruim plaats was voor een
tweepersoonsledikant.
d. Platte daken zijn ongeoorloofd, als
vormende geen woningen, doóh woon-
doozen.
En we mogen constateeren, dat deze
voorschriften, waaraan door den Inspec
teur voor Zuid-Holand streng de hand
wordt gehouden, een gunstigen invloed
hebben gehad op de eischen, welke de ar
beiders aan hun woning zijn gaan stellen.
Do zucht, de huren te drukken ten koste
van de woning, is, zoowel bij de arbeiders
al9 bij de bouwvereonigingen, voor een
Naar het Engelsch van J E. BUCKROSE.
(Nadruk verboden.)
4)
Zij liep gauw heen en gaf haar taschjo
aan Sophie, en een oey.enblik later glipte
het lint uit de hand van heb meisje, terwijl
de inhoud, gekneusd, maar herkenbaar, in
allerlei richtingen ever den glad dén parket
vloer rolde. „Goede hemel, juffrouw Wat
son heeft van het souper gestolen!" riep de
jonge man, die naast haar had gezoten, op
gewonden uit-, „en ik hel» haar toch genoeg
gegeven.
Iedereen keek. Het was een pauze waarin
zij niets anders te doen hadden. En Sophie,
alleen in hun midden, raapte de verspreide
lekkernijen op met een gevoel van schaamte
en verlegenheid, dat vreeselijker was -dan
zij, die hun jeugd vergeten heöly?.u, ooit be
grijpen konden
Een oogenblik hielp niemand haar. Het
scheen haar een eeuwigheid. Toen ging Pie-
ter Norton haar helpen om de snoeperij
met een soort van medelijdende verachting
op te rapen, maar pas, toen zij het laatste
chooelaadjo hadden opgeraapt, en alle
anderen over niets druk aan het praten wa
ren, kwam mevrouw Bean terug. In een
oogenblik overzag zij met vluggen blik den
toestand en zij greep het taschje uit de
hand van den jongen Norton.
„Hot is het is van mij," hijgdL ze.
Toen drukte zij haar hand tegen het lijfje
van do ongelukkige rose satijnen japon en
wendde zich tot mijnheer Salisbury. „U
u moet niet denken, dat Herbert, er wat van
wist, mijnheer Salisbury. Als het u belieft
niet. Hij zal net zoo boos zijn als u. Het is
mijn schuld alleen."
„Waarom heb je het gedaan?" klonk de
stom van den heer Bean, zacht, maar vree-
selijk boos.
Mevrouw Beau keek den kring van ge
zichten rond, die haar aankeken, en ver
borg het haar in haar handen.
„Ik had er zoo het land over, dat ik ple
zier had, terwijl Bobby en Betsy niet. naar
don circus konden gaan. Hef. kwam bij me
op, toen ik naar de voordracht luisterde,
en kalmer werd, nadab ik zoo zoo vreese-
lijk vroolijk was geweest. En ik dacht, als
ik zelfs niets van het souper at, zou het niet
hinderen." Zij liet haar handen zinkon en
keek hen berouwvol aan. „Als u kinde
ren hebt, zal u hot misschien begrijpen
Toen legde Pietor Norton, die nog bij
haar stond, haar hand op zijn armhij
kreeg een kleur, terwijl hij het deed, en was
vreesclijk verlegen, maar hij zei heel dui
delijk
„Ofsohoon ik geen Irindleron heb, kan ik
het begrijpen. Kom nu mee om wat te eten"
„Het is heel Datuurlijk, dat u graag wat
lokkers voor de kinderen meenam, lieve
mevrouw Bean", zei mevrouw Salisbury
met koele beleefdheid. „Wees er niet be
droefd over en laten we niot meer over
zoo'n kleinigheid praten."
Maar die Deensche heer wilde volstrekt
all©3 van do zaak weten, en hij was het,
die inderdaad de lucht zuiverde.
„Lekkers voor de kinderen in haar tasch
je meenemen" zei hij in zijn uitstekend
Engelsch„natuurlijk doet ze dat mijn
vrouw doet het altijd. Een moeder leert
zulke dingen. Juffrouw Salisbury, u zal bet
niet begrijpen. Maar ik wil me zelf het ge
noegen geven een doos met lekkers aan die
bekoorlijke yrouw te zenden, die zoo bijzon
der chic enlief is 1van de beste Engel-
scho soort. Geef mé als het u belieft haar
adres."
Hetgeen juffrouw Salisbury wel doen
moest, terwijl de rest van het gezelschap
zich begon af te vragen of het ten slotte
niet „chic" was, op een avondpartij lek
kers te stelea, zóó zonderling was de ge-
lieole geschiedenis. Eenige oogenblikken la
ter ging Sopliie naar huis met de Beans
door onze stille straat te middernacht, me
vrouw Bean tob tranen toe berouwvol, en
mijnheer Bean nog erg boos.
„Ik wilde, dat je een beetje meer als
andere mensch en was," zuchtte hij ein
delijk.
„Ik niet", zei Sophie. „Als zij in heb
eeno opzicht meer op hen leek, zou ze liet
ook in het andere opzicht doen als u
weet wat ik bedoel. U zoudit haar niet an
ders willen hebben."
Maar de heer Bean wildo dit niet toege
ven, en zij gingen zwijgend verder, tot zij
aan het huisje kwamen, waar hij en zijn
vrouw gewoond hadden, zoolang zij ge
trouwd waren, en het doffe lioht van de
Lantaarn schee,n op het punt van den neus
van zijn vrouw, die altijd rood werd als zij
huilde.
„Kom, vrouwtje," zei hij toen; „ik
weet niet, of ik je eigenlijk wel anders wil
hebben."
En toen Sophie den blik zag, dien zij el
kander bij het licht van de lantaarn toe
wierpen, klopte haar hart- weer. Zij begon
zelfs in te zien, wat voor wonderlijke zaken
verbonden kunnen zijn aan eten on drinken
voor hen, die ©r niet te veel van hebben.
Heb is, als 'b ware, alsof medelijdon en
liefde aan alles een ziel gavenwant men
kan in onze 6traat. merken, dat, te doen,
alsof men het vette gedeelte van een scha-
pebout lekker vindt, een soort van offer op
liefdes altaar zijn kan.
HOOFDSTUK H.
Onze straat loopt van het Oosten naar
heb Westen tusschen twee lange wegen.
Do weg aan den Westelijken kant is breed
en stil, bografenissen gaan er iedcren dag
langs, maar zij drukken niemand ter ne
der, omdat zij er bij schijnen te behooren
en even natuurlijk zijn als het vallen der
bladeren van de populieren.
Den weg aan den Oostelijken kunt be
reikt men over een zeer breede spoorweg
brug, die als een heuvel aan heb eind van
onze straat verrijst, en Flodmouth is zoo
vlak, dat dikke dames even sbilstaan en
zich neg eens bedenken, voordat zij zoo'n
hoogte beklimmen. De weg is heel druk cn
vol leveneleetrische trams rijden naar
heb water, waaraan Flodmouth zijn naam
ontleentouderwetsche omnibussen voeren
naar buiten; oude wagentjes sukkelen tus
schen de menigte trams door op de drukste
uren van den dag.
De huizen bij de brug zijn zóó beschut-
voor- en afgesneden van den stroom van
leven op den weg aan do andere zijde, dat-
zij er heel saai en vervelend uitzien, en
hiermede wordt bij den huurprijs rekening
gehoudenmaar wij, die er wonen zeggen,
dat wij ze heel prettig vinden, omdat ze zoo
afgelegen zijn we zijn allen te fatsoenlijk
arm, om ooit te zeggen, dat wij arm zijn.
Maar het- moot gezegd worden, dat Sophie
nog niet zooveel van onze straat hield,
om de gebreken er van prettig te vinden.
groot deel verdwenen. De arbeiders zijn
prijs gaan stellen niet alleen op een be->
hoorlijk© woning, doch ook op een omge
ving, die een goede woning tot haar recht
doetkomen.
Tot de beruchte woonhokcirculaire vaq
minister Aaiberse dat alles den bodem
kwam inslaan.
Daarin tooli wordt bepaald, jdat vooij
woningen met een inhoud van 226 tot 275
kub. Meter minstens 60 pCt., van 276 tot
300 kub. Meter minstens 70 pCt der ex-
plotatiekosten door de huren moest zijrü
gedekt, terwijl voor woningen boven de
300 kub. Meter geen voorschot meer zou
worden gegeven.
En als we nu moeten vaststellen, wat
deze bepalingen voor den woningbouw inj
Leiden Yieteekenen, willen we even na
gaan, wat bijv. het woningtype van „Do;
Eendracht" tot financieel resultaat heb
ben zal.
Deze woningen, die slechts aan mini-
mum-eischen voldoen, hebben een inhouds
maat van 5.20 maal 8.50 maal 7.50 is on
geveer 325 kub. Meter.
Voor deze woningen is dus zelfs het ver
krijgen van voorschot afgesneden. Doch'
stel, dat minister Aaiberse voor een botte
weigering terugschrikt en een voorschot'
verleent, dan moeten toch de geheele ex-
plotatieVosten door.de huren worden ge
dekt.
De woningen, die nu gebouwd wordetf
(bouwplan kosten ongeveer f 7700. Zui
nig gerekend, mogen we wel aannemend-
dat ze nu kosten zullen f 8000.
Rekenen we het percentage, dat door
de Regeering wordt gesteld, doch wat door
zeer vele deskundigen te laag wo*dt ge
acht, n 1. 7 pCt van de kosten, dan zal
voor doze mihimumwoning aan huur
moeten worden opgebracht f 560 per jaar
of meer dan £10 per week.
Natuurlijk zal ieder toestemmen, dat dit
een onzinnigheid is.
Een bouwvakarbeider, die f 10 moet ver
wonen, ral zeer spoedig den patroons gaan
vertellen, dat hij minstens f80 per week
moet gaan verdienen. Een loonstijging, die
de bouwkosten weer schrikbarend zal op
voeren. Dat gaat dus niet.
Blijft over, mee te gaan met de plannen
van minister Aaiberse en woningen bou
wen van *2-26 kub. Meter. Dat moet worden
een cénkamerwoning bij éénsgezinswonin-
gen of verdiepingbouw. En nu mag verdie-
pingbouw pas zijn voor Amsterdam oT
BoUevdam, vcor Leiden is dat systeem
absoluut ongeschikt.
Wat moeten de bouwvereenigingen na"
auen
Woningen bouwen, welke over tien jaar
absoluut onvoldoende zijn en dan een beeld
geven van Hollandsche krenterigheid?
Het bijltje er bij neer leggen en tot de
Gemeente zeggenZorg zelf maar, dat de
ingezetenen een woning krijgen?
We meenen. dat nooh het een noch heï
ander aan te bevelen is.
En we meenen ook, dat, als het Ge
meen febésjuur verder wenscht te kijken
dan naar de belangen van het oogenblik,
on een open oog heeft voor de eischen,-
welke over een tien of vijftiental jaren aan
de arbeiderswoning zullen worden gesteld,
cTat zij dan met ons alle krachten zal in
spannen, dat de woning voor de arbei
dersbevolking niet voor 50 jaren zal zijn
bedorven.
Wij meenen, dat het de taak Is van het
Gemeentebestuur, in samenwerking met
andere Gemeenten, de Regeéring duidelijk
te maken, dat in de plaats van deze
„woonhokcirculaire" van minister Aaiberse
een Rcgeeringsbepaling wordt uitgevaar
digd, waarbij aan de-bouwvereenigingen
wordt gegeven een renteloos kapi
taal voor den aanbouw van woningen.
Waar het geld vandaan moet komen?
Wie de millioenen weet te vinden voor
het oorlogen ontketenende militairisme, zal
het ook wel weten te halen, al9 het voor dé
opheffing van den woningnood noodig is.
Geachte Redactie, onze dank voor de
plaatsing.
P. J. BOMLI.
3-October-strat No. 64*
Leiden, 25 October 1920.
en toen zij op een middag terugkwam van
haar dagelijbschen tocht naar c3e bibliotheek
zag zij alleen maar, hoe vervelend de hui
zen en hoe leelijk de populieren waren. Zij
herinnerde zich, dat de primula's in Long
Marthon bijna geplukt zouden worden en
zij zuchtte en het boekdeel „Do Republiek
der Nederlanden" woog baar zwaar, terwijl
zij keek naar de geel-grijze lucht on de grijze
huizen, die op een afstand weder bij elkan
der schenen te komen. Toen kwam een man
met een wagen met goedkoope, vreemde
hyacinten van den kant van- het dok den
hoek om en hun teere witte, rose en lila
kleuren staken heerlijk af tégen de som
bere straat en lucht en gaven leven aan die
saaiheiden toen zag Sophie, dat overal
schoonheid is.
Dus ging zij vroolijk naar boven, naar
de kamer, waar nioht Harm a heel gemak
kelijk en deftig op een groote canapé zat.
Mevrouw Watson was ziekelijk, meer
omdat zij er lust in had, dan dat zij het
werkelijk waszij was een van die vrouwen,
die op de eea of andere manier interessant
moeten zijn, en als al het andere mislukt,
nemen zij liuq toevlucht tot een bijzonderen
rug, been en, die geheel anders dan ander©
beenen zijn. Maar haar gezicht was uitste
kend en zij las den geheelen dag geschie
denis, levensbeschrijvingen en romans om
beurten als voortdurende geestelijke sand
wiches. Nooit had een oudé dame minder
behoeft aan gezelschap en zij nam alleen
oen meisje, omdat iemand haar briefjer
moest schrijven, met verstand haar boeken
moest ruilen en dc noodigo boodschappen
•doen.
(Woedt vervolgd.)