LEIDSCH DAGBLAD.
Dinsdag 26 October 1920.
EERSTE BLAD.
Officieels Kennisgevingen.
STADSNIEUWS
BINNENLAND,
GEMENGD NIEUWS
FEUILLETON,
IN ONZB STEAAT
PRIJS DER ADVERTENT I EN
BO Cts, per regel. D^s Zaterdags 40 Ots,
per regel. Eloine adveitentiën Woensdag,
yö Cts., Zaterdag f 1.—bij een maximum
aantal woorden van 30, Incasso volgens posi-
xpoht. Voor eventueel© opzending vad brieven
10 Ots, porto te betalen. Bewijsnummer 5 Ctö
Bureau Noordeindspleln. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Reaacfie 1507.
PBIJS DEZEK COUBANT:
ypor Leiden p. 8 mnd. f2.50, p. week f 0,10
BiÏÏten Ledden, waar agenten gevea^
tigd zijn, per week u 0.19
Franco per post t.a 2.90.
Nummer 18604,
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Do Burgemeester van Leiden brengt ter ken
nis van de ingezetenen, dat morgen (Woensdag)
aan -do gemeentelijke vischwinkels (Vdschmarkt
en Stadsliulpwerf) - verkrijgbaar is Schelvisch
«r f 0.18, groote Schelvisch a f 0.220-33, Schol
a f 0.26 en versche Haring a f 0.18 per pond.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgem.
Leiden, 26 October'1920.
VERKIEZING KAMER VAN KOOPHANDEL
EN FABRIEKEN.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den brengen ter kermis van belanghebben
den, dat, ingevolge art. 10 van het Ko
ninklijk besluit van 4 Mei 1896 (Staatsblad
No. 76) tot vaststelling van oen algemeen
reglement voor de Kamers van Koophan
del en Fabrieken, op VRIJDAG 26 NO
VEMBER 1920, des namiddags van twee
jt o t vier uren, ten llaadhuize eon ver
kiezing zal plaats hebben van VIJF LE
DEN VAN DE KAMER VAN KOOP
HANDEL EN FABRIEKEN in deze ge-
meent», ter vervulling der vacatures, dit
op 1 Januari 1921 zullen ontstaan, ten ge
volge van de periodieke aftreding van de
heeren G BOON) J. HERINGA, F. A. M.
PIECK, J P. VERGOUWEN cn H.
VROOM.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgem.
VAN STRIJEN Secretaris.
Leiden, den 25sten October 1920,
Lilly von Kovacks
Het tweede populair concert had, in
plaats van in de groote Stadszaal, door te
weinig belangstelling, plaats in den foyer.
Jammer, dat niet meer muziekliefhebbers
het optreden van de jeugdige Hongaarsche
pianiste Lilly von Kovacks, leerlinge van
Dohnangi, bijwoonden. Door verlating van
'den trein, verscheen Lilly een halfuur te
laat voor den vleugel. Zóó van den trein
gestapt naar het klavier, valt niet te ver
wonderen, dat vleugel en pianiste niet da
delijk aan elkaar gewend warenhoe lan
ger hoe meer giDgen zij 'zich veitetaan-,
waardoor de klank steeds voller werd.
Een verschijning voor en op het klavier-
gebied is Lilly von Kovacks zeer zeker te
noemen. Intelligent, muzikaal en zeker;
vergevorderd op technisch gebied is het
fameuze spel, terwijl door alles heen het
spel eu het optreden kinderlijk blijft. Die
hinderlijkheid uit zich in het eenvoudig
uiterlijk, eenvoudig optreden, vooral in
het kinderlijke vsu de toongeving. Lilly
speelt, alsof zij zelve schik heeft om te spe
len; van zwoegen op de moeilijke compo
sities is geen sprake; niets schijnt haar
moeilijk te vallen. Deze jeugdige Hongaar
sche heeft de muziek van haar ras met
zichzij bleek de Poolsche muziek van Cho
pin het best te verstaan; zooals de Etu
des, vooral die op de zwarte toetsen wer
den gespeeld, was meer dan knap spel.
Ook het Scherzo hield hiermede gelijken
tred. Hoe doet zij het met de kleine lian-
'den, hoewel do armspieren geweldig ont
wikkeld zijn Het Chopinsche Praeludium
was niet rijk genoeg van voordracht. Ook
in Beethoven's 32 variaties miste men de
jp-ootschheid van opvatting, maar het is
juist het aantrekkelijke van Lilly's spel,
clat het verband houdt met haar leeftijd.
Hoe oud is zij 1 hoorden wij vragen. Gister
avond heette Lilly zéstien jaar te zijn.
Voor het beheerschen van Liszt's Spaan-
sche Rhapsodie is zij te jong; zulk een
rhapsodie moet daveren uit het klavier
toch was het meer dan knap, zooals Lil
ly die speelde. En zoo onvermoeid.
Na het zware werk gaf zij een extra ten
beste in een Menuet van Gluck, met aan-
kleeding van Brahms.
Het programma noemt Lilly nu reeds
,,de beroemde". Of dit zoo is, weten wij
niet. Maar zij is op weg het te worden.)
Met geen bloemen werd zij gehuldigd,
maar wel door het enthusiasme van haar
toehoorders.
Prof. dr. D. A. de Jong, hoogleoraar
in de Faculteit der Geneeskunde, alhier,
heeft in Hopital Wallon een operatie on
dergaan. De toestand van den patiënt is
zeer bevredigend.
Dr. A. G. van Hamel, privaat-docent in bet
Keltisch aan de universiteit alhier, zal zijn col-
loges aanvangen met een openbare les over:
isolement en gemeenschap, toehouden op Vrij
dag a.s., des namiddags te drie uren, in het
kléin-auditorium van het universiteitsgebouw.
Do Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft in do commissie, in 1920
belast met het examineeren van hen, dio akten
van bekwaamheid wenschen te verkrijgen tot
het geven van lager onderwijs in do beginselen
der handelskennis, voor do dozen winter te hou
den examens lager onderwijs (akte U) benoemd
tot lid mej. O. Parmen/tier, leerares M. 0., alhier
Aan de Universiteit alhier zijn tot heden
voor den leergang 19201921 voor de oerste
maal ingeschreven 304 studenten, n.l. 69 dames
en 235 heeren, verdeeld als volgt: faculteit der
rechten 30 dames en 115 heeren; faculteit der
gonooskundo 12 dames cn 46 heeren; faculteit
der leiteren 14 dames cn 15 heeren; faculteit
der wis- cn natuurkunde 12 dames en 26 hee
ren; faculteit der Godgeleerdheid 1 dame en 9
hoeren; vereenigdc faculteiten van rechten en
letteren 24 heeren.
Aan onao gemeente zijn, ingevolge de be
palingen der Woningwet, tegen een Tentc van
vijf procent voorschotten toegekend van f 73.550
en f 356.950.
Hedenmorgen werd een juffrouw,T.
K. genaamd, op den Haarlemmerweg door
een hondenkar overreden. De oorzaak lag
in het woest rijden van den bestuurder der
kar. De juffrouw voelde eenige pijn in
den rug en dc armen en haar kleeding was
beschadigd. Tegen den bestuurder is pro
cesverbaal opgemaakt.
In den afgeloopen nacht werd door
'de politic een bok, die onbeheerd liep, op
gevangen. Belanghebbenden kunnen in
lichtingen vorkrijgen bij den Commissaris
van Politie.
De vrachtauto der Gebr. Br., alhier,
welke langs den Gemeeneweg, onder Ha-
zerswoude met een vracht reed, zakte in
den langs den weg gelegen berm, als ge
volg van het uitwijken voor een wagen,
uit do overgesteldo richting komende.
Na ongeveer vijf uren er aan' te hebben
gewerkt, is het gelukt de auto op den be-
ganen grond te brengen. De weg is daar
zeer slecht.
Opmorkzamo lezers zullen gisteren ver
moedelijk wel gezien hebben, hoe we in hot,
Raadsverslag bij punt 9 den beer de la Rie in
plaats van den heer Groenevolt hebben laten
sprekon.
LEIDSCHE SCHOUWBURG.
Die Ghcsellen van den Spelc.
Het abel spel van Gloriant-
Wedcrom was de schouwburg bij het sinds
eeuwen weer voor de eerste male ten too-
neele brengen van dit middeleeuwsche
,,abel spel" slecht bezet, al genoot Leiden
ook van dit gezelschap de eer van de
première. Afgezien van de i. bij het
groote publiek aan den dag tredende tegen
kanting als gevolg van het wel wat te veel
en te vlug achter elkaar volgen van derge
lijke werken uit vroegere tijden voor de
stukken zelf zegt dit uit den aard der zaak
niemendal, maar de smaak van 't publiek
is een factor, die niet verwaarloosd wor
den mag gelooven we intusschen niec,
dat een dienst is bewezen aan ons tooneel-
repertoire, dit stuk weer te hebben opge
graven uit de vergetelheid, waarin het, be
halve voor enkele intense beoefenaars der
oude litteratuur was weggezakt Dat. het
trouwens niet, zooals Lanceloet en Esme-
reit, eerder was herrezen, is, zoo al geen
direct bewijs, dan toch ook een vingerwij
zing in die richting. Bij vergelijking met
de twee genoemden valt het abel spel van
den hertog van Bruyswyck, in de wandeling
kortaf Floriant genoemd, in werkelijkheid
o. i. ook allesbehalve mee. Het mist o. L
het diep-menschelijke, dat blijft door de
eeuwon heen, geeft slechts een lang niet
verklaarde en daardoor niet aannemelijke
schets van het tot elkaar komen, doods
gevaar ten spijt, van twee trotsche zielen,
die zich voor ieder ander te hoog wanen,
n.l. van hertog Floriant, den Kerstenprins,
en van Florentyn, de Saraceensche konings
dochter, tot het Christendom bekeerd, haar
woesten vader koning Roedelioen ont
groeid. Ook de versvorm, hoewel hier en
daar mooi en zoet vloeiend, kan door bij
zondere schoonheid het stuk o. i. niet op
heffen.
Een gelukkige greep kunnen we derhalve
niet zeggen, dat de leider van dit gezel
schap, Eduard Veterman, heeft gedaan. De
opvoering in een zij het bijzonder primitief
gehouden maar daarom toch niet onaange
naam aandoend decor en in niet onwelge
vallige costumes, getuigde van fantaisie,
wat op zichzelf niet te misprijzen is. Even
wel vragen we ons toch af, of de fantaisie
niet in enkele opzichten te ver is doorge
dreven, waardoor enkele personen, b.v.
oom Gheraert, als het ware tot een cari-
catuur kwamen, die een glimlach, zacht
gezegd, ontlokte. Speciaal bedoelen we het
gemaniereerde bewegen der personen. Af
en toe kon men in deze onnatuurijke bewe
ging iets zien aangegeven, b.v. het zachte
wegsluipen enz., maar het werd o. i. te
ver doorgevoerd.
Of het Indische Wajangspel daartoe aan
leiding heeft gegeven? We zouden het haast
vermoeden, ook met het oog op de verlich
ting, die af en toe een sprekend schimmen
spel deed ontstaan.
De dictie van het moeilijke oud-Neder-
lundsch viel te prijzen; blijkbaar was de he-
teekenis daarvan goed doorvoeld. Voor te'
veel uitzetten der stem op het tooneei zij
echter gewaarschuwd, het gaat dan te veel
over in een galmen, dat niet is te verstaan.
Eduard Veterman had, behoudens de pro
loog, waarin hij zeer viel te waardeer en,
de rol van Floriant op zich genomen en
paarde aan fantasie gevoel. Met zjjn sterk
expressioneerende gebaren en lichaamshou
dingen leek hij ons aanvankelijk niet geheel
gelukkig: de hooge rug b.v. in het eerste
bedrijf hinderde. Het sterk toepassen van
gebarenspel, was overigens vrij algemeen.
De Gheraert van Jau v. d. Linden, ging,
zooals reeds gezegd, te Veel over in een
caricatuur. Beter bevielen ons de Rogier van
Johan Carpentier Alting en vooral de Roede
lioen van Otto Koch, die meer werkelijk wa
ren gehouden en dus aannemelijker. De Flo
rentyn, van Mien Tels, had veel goeds, vooral
in de scènes met Floriant, waarin goed sa
menspel viel te waardceren. Do Floerant en
hangdief (beul), door Leonard Roggeveen
gedoubleerd, hielden het midden tusschen
caricatuur en werkelijkheid en waren wel
te genieten.
Orgelspel van Hans Schouwman reeg de
tafereelen aan ©'kaar, probeerde dat te doen.
Het gezoem en gegons in de zaal, bewee-s
o.i. overtuigend, dat deze poging ondank
baar trouwens, dat zij erkend niet als ge
slaagd is te beschouwen.
Do weinige aanwezigen hebben yan hun
ingenomenheid doen blijken, terwijl 'de heet
Veterman een krans ein een bouquet, Mien
Telia twee bouqnetten in ontvangst had të
nemen, i
Gisteravond zijn in Den Haag, in "Sen
gezellig samenzijn ontvangen de deelne
mers aan de AJgemeeno Nederiandsche
Zendingsconferentie.
Ds. J. A. Cremer, voorzitter van het
Haagsche Hulpcomité sprak een welkomst
woord. Vervolgens heeft ds. P. E. Barbas,
voorzitter van het comité der Nederland-
sche Zendingsconferentie, het Woord ge
voerd. Verder sprak mej. zuster M. Schoch
diacones te Londen, Minahassa, Celebes.,
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel heeft gistermiddag in Den Haag
'do commissie voor de zuivering van afval
water geïnstalleerd.
Do voorzitter der commissie, de heer J.
P. Zaalberg, heeft de ministerieele rede be
antwoord.
Uit heb ten congresse van; de Commu
nistische Partij te Rotterdam uitgebrachte en
goedgekeurde jaarverslag blgkt, dat de Partjj
telt 2431 leden, waarvan 276 vrouwelijke^
tegen in April 1917: 1799.
In de vacature-ds. J. C. de Moor ia
bij de Geref. Kerk te Amsterdam beroe
pen ds. G. R. Kuyper, te Haarlem.
B. en W. van Amsterdam stellen voor
een leerstoel in te stellen voor de genees
middelen en tot professor in dit vak te be
noemen dr. E._ Laqueur.,
To Utrecht word een vorgadoring gehouden
van do Vereenrigiog van Vrijzkuaig-Democrati-
sohe Gemeenteraadsleden, onder voorzitterschap
van mr. S. J. L. van Aalten, uit Rotterdam.
Vooraf werd oen huishoudelijke vergadering ge
houden.
Door don heer W. 0. A. Koster uit Den Haag
word een inleiding gehouden over: „Do Gemeen
te en dé Kunsrt".
Het Twoode-Kamer-lid do heer Th. M. Kete
laar sprak over: „Do gemeente on het bewaax-
sohoolonderwijs".
Gisteravond is do vijftigste algemee-
no vergadering van den Nederl. Protestan
tenbond, die vandaag te Utrecht zal wor
den gehouden, ingeleid met een godsdienst
oefening in de Waalscho kerk aldaar, on
der leiding van dr. A. Binnerts Sr., Doops
gezind predikant te Haarlem, die naar aan
leiding van I Sam. 173840 een redo uit
sprak.
De gemeente zong eenige liederen uit
den gewonen bundel. Het Bachkoor gaf
eenige liëderén uit den nieuwen-, juist ver
schenen Vervolgbundel: Vondel's Bewer
king van Ps. 23 en Jan Luiken's ,,Laat krij
gen en schonden", beide op muziek van
Julius Röntgen.
Op de bijeenkomst der afgevaardigden,
na afloop van do godsdienstoefening in 't
gebouw van den Protestantenbond gehou
den, heeft hetzelfde koor nog een zestal
liederen van Röntgen uit den vervolgbun
del gezongen.
Er blgkt', volgens hadere mededeeling,
daü het bericht omtrent een spoedig aftre
den van don Commissaris der Koningin van
Gelderland onjuist is.
B. en W. van 'Assen hebben den Mi
nister van Oorlog verzocht, niet over to
gaan tot opheffing van de staf muziek al
daar.
Het aan het ,,U. D." i ntleënde be
richt betreffende verkoop van het zooge
naamde Roosterbosch, behoorende tot het
particulier domein Soestdijk, is voorbarig,
en de genoemde koopsom (f 1,200.000) is
onjuist.
Aan het van wego de Nederiandsche
Vereeniging voor Gemeentebelangen, dit
jaar gehouden examen, ter verkrijging
van een akte van- bekwaamheid in de ge
meente-ad ministratie, hebben 297 candidal
ten deelgenomen, van wie 166 tot het mon
deling gedeelte zijn toegelaten en 119 zijn
geslaagd. Aan het schriftelijk gedeelte
B, gehouden van wege den Nederland-»
schen Bond van Gemeenteambtenaren en
de Vereeniging van Nederiandsche gemeen
fterj, lïebben 3 candidajten deelgenomen,
van wie 1 tot het mondeling gedeelte is
toegelaten, doch ook is afgewezen.j
Gisteren had het comité voor salarisactio
van Onderwijzersbond, Hoof den-Vereeniging cn
N. O. G., een particuliere audiëntie bij den Mi
nister van Onderwijs.
Aan den Minister werd door de leden van hot
oomitó uiteengezet de groote bezorgdheid der
onderwijzers, ontstaan door de uitlatingen van
don Minister in de Eerste Kamer, waaruit zou,
kunnen blijken, dat do Regeering niet voorne-i
mons is, het advies der Centrale Commissie
voor Georganiseerd Overleg op te volgen^ maar,
vooral voor wat do beginselen betreft, daarvan,
in belangrijke opzichten zou willen afwijken.
Met nadruk werd ct op gewezen, dat dit on«»
der do belanghebbenden een buitengewone te
leurstelling zou doen ontstaan; een teleurstel-*
ling, die zich nu in onderwijzers kringen roedat
uit op een wijze, die voor het onderwijs het erg-<
6te doet vreezen.
De Minister dealde mede, dat op het oogen-
blik omtrent deze zaak overlog gepleegd werd
door do leden der Regoering en dat hij het in
correct zou vinden, in dit stadium der zaak om-1
ttrent zijn plan nadere mededeelingen te doem
Wel zegde hij toe den grootst mogelijken spoed
te zullen betrachten.
Blijkens ©en bij het; Ministerie van Bul-
fenlandsche [Zaken ingekomen telegrafisch
bericht van den consul der Nederlanden te
Heisiiigfors, zpn do volgende 14 Nederlan
ders in het Finscho quarantaine-station Te1-*
ryoki behouden uit Rusland aangekomen:
Frans' Blees met echtgenoot© en 2 kinderen;
Hubert Kamp met echtgenoot©; Jasper ten
Ca£e met e^tgenoote; de dames Alexandra
en Catherina Knuys; mej. Augusta Geelen;
iWillem Scholten met vrouw en dochter.
Bn de Rijkspostspaarbank is in Sep-»
tember i78.256.68y2 meer ingelegd dan. te
rugbetaald.
De heer Clémenceau is Zaterdagmor
gen per s.s. „Melchion Treub" te Tandjong
Priok gearriveerd, verwelkomd door dee
landvoogds adjudant, den heer De Vos van
Steenwrjk, den gouveniements-secretaris, den
hec-r Weiter, den resident en den Engöl-
sclien consul. Een vrij talrijk publiek was
aanwezig* Na verwelkoming vertrok de heer
Clémenceau per extra-trein naar Buitenzorg,
waar hg logeert in het paleis van den land
voogd. -j
Dc gewone audiënties van do Minis-»
ters van Marine a. i. en van Koloniën zul
len deze week niet plaats hebben.
Tengevolge van de invoe-
ring van den 8-urigem werkdag, is, zooals
wij reeds meldden, het personeel va-n do
touwspinnerij onder Leiderdorp, in staking
gegaan.
Naar wij nader vernemen, is door dé
directie het drieploegenstelsel ingevoerd,
waardoor een gedeelte van het personeel,
meestal meisjes, woonachtig te Rotterdam,
haar woonplaats niet eer dan des avonds
te ongeveer elf uren kan bereiken. Mede
is oorzaak der staking, derving van loon,
wegens verkorten arbeidstijd. In den loop
van den dag had gisteren een conferentie
met de directie plaats. Tot heden is nog
geen bevredigende oplossing gevonden.,
Hedenmorgen is de arbeid nog niet hervat
Te Utrecht is in de WillemstraaC
een man van 80 jaar bij het aanmaken van de
kachel in brand gevlogen en aan do yerworw
dingen overleden.
•Naar het Engelsch van J. E. BUCKROSE.
(Nadruk verboden.)
3)
„Dit is mijn schoonzuster, juffrouw
Salisbury. Zij was uit, toon jo vroe
ger hier geweest bont. Adela, dit is Sophie,
die nu bij moeder woont."
Juffrouw Adela Salisbury kwam naar
voren met een gerinkel als van een paard
op een landelijken feestdag zooveel din
gen rinkelden, ruischton en schitterden aan
haar, dat het zeer duidelijk was, dat de
oucüe lieor Salisbury goede zaken in boter
gedaan had, voordat hij stierf.
,,Hoo gaat het u?" vroeg zij met de
kalmte, die zij in veel vreemdo pensions en
hotels opgedaan had. ,,Dib is zeker een
lieele gebeurtenis voor de Tuinstraat." Hét
is onmogelijk to zeggen, waar haar toon
ouzo straat plaatste.
,,Ik ben ten minste opgewonden," zei
Sophie, glimlachend. „Ik ben eigenlijk
nooit op een groote partij geweest." Maar
juffrouw Salisbury luisterde niet, omdat
haar aandacht getrokken werd door me
vrouw Bean, die midden in de kamer stond
mot een paar spelden al uit haar kanten
draperie gevallen, en een voorkomen van
vroolijk© overgave aan het genot van het
^ogenblik, dat sterk afstak togen de stijve,
deftige houding der anderen, die bang wa
ren zich te laten gaan, uit vrees, dab zij iets
Verkeerds zouden doen.
„Wie is dio vrouw?" vroeg juffrouw Sa
lisbury. „Dat is mevrouw Bean zij is aller
liefst, als men haar kent," zei Sophie snel.
„Heeft zij dio japon van do pantomimo
van verleden jaar gekocht?" zei juffrouw
Salisbury. „Het was boter, dat zij stil ging
zitten en anderen het middelpunt van do
kamer liet innemen."
Sophie keek naar mevrouw Bean en
lachte.
„Ik geloof eigenlijk niet, dat mevrouw
Bean ooib aan meerderen of minderen denkt
als zij bij hen is. Het zijn allemaal menschon
om vroolijk mee te zijn."
„Dan moet hot haar geleerd worden," zei
juffrouw Salisbury, wat schorp. Er was iets
scherps in haar persoon in haar stijf
dichtgeknepen lippen, en haar neusvleu
gels; en daar de oude heer Salisbury een
soort van heel fijne boter in den handel had
gebracht, die Salisbury's beste" genoemd
werd, gaven wij haar dien bijnaam, omdat
wij, in onze straat, houden van die sooTte
grappen, dio zakonmenschen op een misti-
gen en regenachtigen dag doen zeggen:
„Nu, is het niet een prachtige morgen 1"
„Daar komen de Birbecks en juffrouw
"White," zei Sophie opgelucht.
„Zoo, terug van Italië, juffrouw Salis
bury? Ik denk, dat het den volgenden keer
de Zuidpool zal zijn," schertste onze predi
kant, de eerwaarde Handsley B. Birbeck.
„Mijn moeder kon nooit buiten Italië
overwinterenzij kon niet leven zonder
zonneschijn," zei mevrouw Birbeck met
trots, alsof het niot in staat zijn, om zonder
zonneschijn te leven, een soort stempel van
meerderheid gaf.
jjLe grootste moeilijkheid van het reizen
zijn de fooien,'- zei juffrouw Whiteeen.
biljet van zestig gulden is gauw weg." Bn
de Birbecks schuddon hun hoofd met wijs
heid en praatten met groove belangstelling
over het onderwerp door, ofschoon zij in
hun vacantie van drie weken ieder jaar in
oen klein pension in Scarborough waren,
terwijl juffrouw White de haro in een pen
sion in Harrogate doorbracht.
Maar juist toen de laatste bijna leugens
ging vertellen, omdat zij besloten was zich
niot te laten overbluffen door die juffrouw
Salisbury, was er een kleine opschudding,
en de Deensche heer trad binnen, rijn doos
met platen onder den een en arm en zijn
klak onder den anderen. Dit maakte do
begroeting moeilijk, maar nadat de heor
Salisbury hem zijn last afgenomen had, be
gon de gast van den avond bijziende rond
te kijken en was zeer hoffelijk en galant
jegens juffrouw Salisbury, die over het vas
teland van Europa met hem sprak. Maar
na een poosje kreeg hij er genoeg van, zoo
in beslag genomen te worden, en daar hij,
niet als Sophie, vroeger op zeer voel par
tijen geweest was, keek hij rond, zoekende
naar een amusement.
„Ik ben blij, oenigen der voornaamste in
woners van oen stad to ontmoeten, waar ik
lang zaken heb gedaan," zei hij. „Het spijt
mo, mij voor een oogonblik uit uw aange
naam gezelschap te moeten verwijderen
maar misschien moet ik Hij hield op,
zag de opvallende rose-en-zwarte japon van
mevrouw Bean, die zijn bijziend oog trof,
en ging voort: „Wilt u me voorstellen aan
die deftig uitziende dame in het rose?"
„Och, ik geloof heusch niet, dat u iets
aan haar zult hebben^" zei juffrouw Salis
bury haastig.
„Waarom?" zei de vreemdeling, die on
middellijk vermoedde, dat deze deftige per
soonlijkheid te deftig gevonden werd, om
door hem lastig gevallen te worden.
Maar juffrouw Salisbury kon niet zeggen,
dat mevrouw Bean de vrouw was van den
bediende van haar broer, omdat de vreem
deling gelooven moest, dat dit een bijeen
komst was van do aanzienlijken van Flod-
mouth, en rij kon geen andere reden geven
van kaan* weigering om hem voor to stellen
dus was zij in haar zenuwachtigheid ge
noodzaakt naar mevrouw Bean to gaan met
den held van. het feest. „Ik heb altijd graag
willen weten," zei mevrouw Bean, toen do
voorstelling was afgeloopen, wie het eerst
bedacht heeft, dé boter te maken op de
manier, zooials men dat in Denemarken
doet, of dat rij hot altijd! zoo gedaan hebben.
Juffrouw Salisbury was verbaasd over
zulk een gebrek aan manieren, zelfs bij me
vrouw Bean. Verbeeld je, met een boter-
koopman over boter to sproken'. Zij sid
derde bijna.
Maar het gekke van het goval was, dat de
vreemdeling het aardig scheen te vinden;
hij bleef bij mevrouw Bean, en vertelde al
lerlei van boter, aangemoedigd door haar
vluggo antwoorden en prettig lachen, tot
dat rijn geërgerde en verlegen gastheer hem
naar het scherm van de lichtbeelden brachr.
Mevrouw Bean keek vroolijk rond, toen
zij ging zitten onbewust, dat zij ergernis
gegeven had. Zij had zoo'n plezier, en
schreef het alles toe aan cïe Parij9clie rose-
en-zwarte japon, die zij heimelijk rondom
haar voeten uitspreidde, om het patroon
van de kant beter to doen uitkomen.
De lezing leek veel op andere voordrach
ten mét lichtbeeldendo lezer was warm
en opgewonden, toen het voorbij was, en
het gehoor koud en saai. Maar de Salis
bury's hadden voor een souper gezorgd, dat
zeer ongewoon was, en de heer Norton, de
vader van Pieter Norton, en de meisjes, die
vriendelijk jegens Sophie geweest waren.
nanrAiovrouw Bean -voor zijn dame, omdat
hij van haar hield. Mevrouw Norton vond
goed, dat hij het deed, omdat zij voelde, dat
do vreemdeling mevrouw Bean onderschei
den had, voor wie rij nederbuigond vriende
lijk was, als zij onder vier oogon waren.
Er was nog een andero reden, behalve
achting, waarom de heer Norton mevrouw;
Bean graag voor tafeldame aan het souper
had, en dat was, dat beiden van lekker eten'
hielden. Het was een soort verbond, en rij
moedigden elkander aan met een „nu, me
vrouw Bean, u moet dit eens proeven," of
eon mijnbeer Norton, als u wat van dat ijs
neemt, doe ik het ook." Het was een soort
van wedstrijd in beleefdheid.
Maar vanavond was alles anders. Men
vrouw Bean at niets. En Sophie, die tegen
over haar zat met een jong klerkje als cava
lier, boog zich eindelijk tot haar over en
zei met ongeruste stem
„Je bent toch niet ziek? Want dan ga ik
met je naar huis."
„Ik ben volmaakt in orde," zei mevrouw*
Bean stijfjes voor rich heen, on zeer rood
wordende.
Toch ging zij voort met niets te eten, en
alleen soda-watcr te drinken, en eindelijk
stonden zij allen van de kleine tafel op.
Sophie liep met haar door de kamer, en rij
hadden een glimmende ruimt© van parket
vloer rondom zich, toen mevrouw Bean iu
de kanten japon trapte en gauw weg moest
loopen, om eenige spelden opnieuw vast te
steken.
„Neen, ga niet met me mee. Houd maar
oven mijn taschjo vast," zei ze. „Ik ben
dadelijk weer terug
(Wordt vervolgd.)