- In eer hersteld. Bi, No. 18593 LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 13 October. Tweede Blad. Anno 1920. BINNENLAND, LAfi Salarissen Gemeentepersoneel. FEUILLETON BER het ten )90(if ,De Telegraaf 'publiceert, verschillende êiponderheden uit het rapport van de Staats lfeóromiasie, ingesteld om te onderzoeken, ka^rtlJin-ÏTUr WOT-den trenofcon door do burgemeesters en de anbtenaren en werklie- den in dienst der gemeente. ro! Wij ontleenen daaraan de volgende door roeide Staatscommissie voorgestelde sahr sscha. feu. In het rapport der Staatscommissie °-Jjvordt opgemerkt, dat groep J tot en met :'er-JPI van de seoretarie-ambtenaren en groep I?m"I tot en met VI van de administratieve j.^"ambtenaren der bedrijven en diensten ge- ^'"■ftjlc opgaan en in bun geheel kunnen worden ;esteld naast het zestal Rjjkaambten: schrij- er, klerk, adjunct-commies, commies, hoofd- foommies, referendaris. De Staatscommissie wenscht deze salarig- .a te doen uitgaan hoven de geldende .pksealarieeen en heeft daarbij mede de overweging doen gelden, dat bij de gemeente voor menigen ambtenaar minder perspectief znwazig is dan bij de Rijksambtenaren. Allereerst volgen de ealarissohalen voor l 'de ambtenaren ter Secretarie, voorgesteld: 'Groep I f 1600—f2300; groep II f1800 =-*-13000; groep III f2600—f3800; groep IV f3400—f4800; groep V f4400—£6000; groep VI 15600—-f 7200, en groep VII f 7000—f9000. Voor Groep I worden voorgesteld 7 jaar- lijksche verhoogicgen van i 100, zoodat het maximum in 7 jaren is bereikt. Voor groep O 2 éénjaarL verhoogingen van f200 en 8 éénjaarlijksche verhoogingen van f100; yocr groep III 2 éénjaarlijksche verlioc- gingen van f200 en 8 éénjaarlijksche ver- noogingen van f 100; voor groep IV 4 éénjaarlijksche verhoogingen van f200; en 3 tweejaarlijksche verhoogingtm van f200- voor groep V 1 tweejaarlpksohe ver- hóoging van f400 oa 4 tweejaarljjksche yerhoogingen van f300; voor groep VI 1 tweejaarlijksche verhocglp^ van f400 en 4 tweejaarlijksche vertaocgittgen van f300; yocr groep VII 4 tweejaarhjjksohe verhoc- gingen van f500. De salarisschalen voor de Administratieve 0 'Ambtenaren aan Bedrijven en Diensten, zoo- '"I als de Staatscommissie die v'oorsteltj zijn geheel gelijk aan de salarisschalen voor' de ambtenaren ter secretarie. De salarisschalen voor de technische en ekact-wetenschappeJljlre ambtenaren van ba- Si flrjjVen en Diensten. Zooals de Staatscommissie die voorstelt, tien er als volgt uit: Hoofdgroep I: Groep I f2000f2600; groep II f2400—f3000; gToew III £2800 —f3400; groep IV £3200— f3800; hoofd groep II: groep V f26003600; groep VI 13200—14200; groep VII £3300—£4800; groep VIII f4400—f 0400; hoofdgroep Hl: groep IX f3800£6000; groep X £4600— 15800; groep XI f5800—f7400; groep XII f8000—f 10.000. OVoor de vier groepen van hoofdgroep I .worden voorgesteld 6 éénjaarlijksche pe riodieke verhoogingsu van f100. Voor de Tier groepen van hoofdgroep II 2 éénjaar- Üjkscfie verhoogingen van f200 en 6 één- T. jnarljjksche verhoogingen van £100. Voor de eerste twee groepen van hoofdgroep III 14 tweejaarlijksche verhoogingeu van £300; voor de derde groep van hoofdgroep III (groep XI) 4 tweejaarljjksohe verhoogingen Van f 400; voor de laatste groep van hoefd- irtp groep III 4 tweejaarlijksche verhoogingen gj, .van f500. De kleinst mogelijke meerderheid der Staatscommissie stelt voor de volgende sa- larisschalen voor de politie: Groep I f2000 f3000; groep II f2800f3500; groep m f1800—f2800; groep IV f3400—f3500; groep V f4500—f6000. i Voor groep I worden voorgesteld 10 pe- j K riodieke éénjaarlijksche verhoogingen van 1100; voor groep H 7 éénjaarlijksche ver hoogingen van f100; voor groep III 5 één- jaarlijksche verhoogingen van f200; voor groep IV 8 éénjaariijluche verhoogingen tl var f.200 en voor groep V 5 tweejaarlijksche verhoogingen van f300. Ce grootst mogelijke minderheid meende, dat de volgende schalen dienden te worden toegepast: Groep I f2000f2600; groep let n f2400—f3200; groep III f1800—f2800; groep IV £3000—f5000; groep V f4000— f6000. Deze minderheid wenschte voor groep I 6 éénjaarijjksöha verhoogingen van £100; voor groep II 8 éénjaarlijksche verhocgin- gon van 1100; 5 éénjaarlijksche verhoogin- gen van f200; 10 éénjaarlijksche verhoo- hingen van f 200; 5 tweejaarlijksche verhoo gingen van 1400. Tot goed begrip laten wij nog even hier volgen het .type van, de verschillende groo^ pen. Groep I: agent van politie, rechercheur,, enz.; groep II: hoofdagent, brigadier; groep UI: adjunct-inspecteur, surnumerair; groep IV: inspecteur van politie; groep V: hoofd inspecteur Eenstemmig stelt de Staatscommissie de volgende salarisschalen voor commissarissen van politie voor: Indien het aantal inwoners der gemeente bearaagt 1—10.000 zij het minimum-salaris f3000- het maximum f5000. Voorgesteld worden 10 éénjaarlijksche periodieke yer hoogingen van £200. Voor gemeenten van 10.00120.000 in woners wordt een salaris voorgesteld van f 4500—f 6000 met 5 éénjaarlijksche verhoo gingeu van £200 on 5 éénjaarlijksche ver hoogingeu van f100. Veor gemeenten van 20.00160.000 in woners wordt voorgesteld een salaris van f5000—£6500 met 10 éénjaarlijksche ver heugingen van £200. Voor gemeenten van 60.001 en meer in woners wordt een salaris voorgesteld van 15500—f7000 met 10 éénjaarlijksche ver hoogingen Van £200. Voor den- Hoofdcommissaris van politie acnt ue Staatscommissie de volgende' salaris- se» zonder periodieke verheugingen noo dig en wel te Groningen f7500; ba- Utrecht f9000; te 's-Gravenhage f 10.000; te Rot terdam f 10.500 en te Amsterdam £11.000. Do door de Staatscommissie voorgesloldo ealarissohalen voor gemeentesecretarissen tien or uit als volgt: Inwoners Salarisschaal Éénjaarlijksche der gome oil ton in guldens vorhoogingon 1—1000 1600—2300 7X100 lOOl—2000 2000—2700 7X100 2001—3000 24003200 1X2OO+6X1OO 30014000 2890—3700 2 X20(H-&XlOO 40016000 3200—4200 2X2OO+6X1OO 5001—6000 3800—4800 2X200+6X100 6001—8000 4100—5200 2X200+8X100 8001—lOOOO 4400—5600 2X200+8X100 10001—13000 4700-0000 3X2O0+7X1OO 13001—16000 5000—6300 SX20O+7X10O 10001—20000 5200—6600 4X2OO+6X1OO 20001—25000 5500—6000 4X20O+6X10O 25001—30000 5800—7200 4X2OO+aXlO0 30001—10000 6100—7500 4X20O+6X10O 40001—50000 6200—7800 0X2OO+4X1OO 50001—COOOO 6500—8100 0 X200+4X100 60001—80000 68OO—8500 6X200+6X100 80001—100000 7000—9000 4X300+4X200 Voor do eocretarïssoii der vier grootste ge meenten werden, do voïgoitdo va&to salarissen, zonder periodieke verhoogingao, noodig geacht: Utrecht f 9000; 's-Gravonhage f 10.000; Rot terdam. f 10.500; Amsterdam f 11.000. Salarisschalen voor do ontvangers. Voor do ontvangers stolt de Staatscommissie do volgen de salarisschalen voor: A&nt. inwoners Jaarsalaris Period, ©enj. in guldens verhoogingon. 1—1000 000—1006 4X100 1001—2000 000—1400 5X1OO 2001—4000 1200—1800 6X100 4001—6000 1500—2200 7X1OO 6001—8000 1900—2700 8X100 8001—10000 2300—3200 9X1OO 10001—12000 2700—3700 1OX1OO 12001—1500O 31001200 1X2OO+9X1OO 15001—25000 3600—4800 2X20O+8X1OO 25001—40000 420O—5400 2X2OO+8X1OO 40001—60000 48006000 2X2OO+8X1OO 60001—80000 5400—6800 4X2OO+6X1OO 80001—lOOOOo 6000—7600 6X2OO+4X10O Voor de ontvangers der vier grootste gemeen ten wenden de volgende vaste salarissen (zon der periodieke vonhoogingen dus) noodig ge acht: Utrecht f 8000; 's-Gravenhago f 8500; Rot terdam f 9000; Amsterdam f 9500. Ten slotte stek de Staatscommissie nog voor de volgendo salarisschalen voor burgemeesters Aant. inwoners der gemeente 1—1000 1001—2000 2001—3000 3001—4000 4001—5OOO 5001—7000 7001—10000 10001—15000 15001—30000 30001—50000 50001—70000 70001—100000 100001—200000 200001—300000 301)001—400000 400001—500000 500001—600000 600001—da arbovca Omtrent de Jaarsalaris in guldens 1600—2300 2200—2800 2800—3400 3400—1000 4000—5000 5000-6000 6000—7000 7000—8000 8000—9Ö00 9000-10000 11000 12000 14000 16000 18000 20000 22000 251)00 loonen der Twee drioj. period, vorh. 400+300 2X300 2X300 2X300 2X500 2X500 2X500 2X5OO 2X500 2X500 arbeiders ie- zen wy: Wat betreft gegevens omtrent prijzen hier te lande, had men dc beschikking nog over een statistiek der klcinhandelprijzen van de voedingsmiddelen. Als de kleinhandelprijs der voedingsarti kelen in 1913 bedroeg 100, dan waB hij in 1914 103,0, in 1915 117,2, in 1916 120,9, in 1917 150,4, in 1918 180,6, in Jan. 1919 194,9, in Juli 1919 210,4, in Nov. 1919 202,4. Men nam zich echter in acht voor te ver gaande conclusies uit deze cijfers, die alleen de voedingsmiddelen betroffen (aardappe len en groenten uitgezonderd). In 19101911 maakten deze voedings middelen bijna 10 pCt. uit van de totale uitgaven van een twintigtal arbeidersge zinnen te Amsterdam. Rechtstreeks een beeld te geven van de kosten van het levensonderhoud is het doel van andere cijfers, mede door het Bureau van Statistiek der gemeente Am sterdam uitgegeven. Meer betrouwbare cij fers omtrent de stijging der arbeiders- budgets staan niet ter beschikking, De wijze, waarop deze gegevens worden ver kregen, is wetenschappelijk. Als uitgangs punt is genomen hetgeen in 19101911 werd uitgegeven door een aantal arbeiders gezinnen te Amsterdam, volgens gegevens oener studieclub, welke zich toen met de budgetten bezighield. Als een arbeidersgezin in 1911 voor zijn uitgaven noodig had f 100, dan had het noodig in Maart 1917 f 132.10in Maart. 1918 f 162.80; in Maart 1919 f 182.90in December 1919 f 203.80. Voor den tijd tusschen December 1919 en het najaar van 1920 of nog later werd door de Staatscommissie met zeer groote j waarschijnlijkheid een verdere stijging der kosten van levensonderhoud te gemoet ge zien. Tot welke hoogte men deze stijging thans reed6 kon omwerken, was een vraag, die men aan de hand van dc Engelsche in dexcijfers op globale wijze meende te kun nen beantwoorden. Bij beschouwing uer indexcijfers kwam men tot de conclusie, dat de groothandelsprijzen in Engeland sinds 1911 vermenigvuldigd waren volgens de rede 333:113, d.i. 3.1. Geenszins nauw keurig, maar benaderend meende men, dat de stijging der kosten van levensonderhoud binnen korten tijd de hoogte van 3.1 maal de hoogte van 1911 zou bereiken. Voor het vinden van een loon, dat als dan dezelfde koop waarde heeft als een bepaald loon in 1911, zou men op grond van het voorafgaande den factor 3.1 moe ten toepassen. Voor vergelijking met een bepaald loon in 1914 is eenige verdere be rekening noodig. Daarvoor moet de stij ging tusschen 1911 en 1914 in rekening wor den gebracht. Stelt men die stijging van 100 op 110, dan Is zij meer dan verwerkt Wi! men een bepaald loon van 1914 om- zotten in een loon van dezelfde koopkracht, dan geldt als ractor 310: 110 d. i. 2.8. Door de conclusie in zake de klassen- Indoeling der gemeoncn was een vereen voudiging gekomen in 't vraagstuk van het loon van den minst bezoldigden volwassen arbeider. Men kón nl volstaan met de be paling van het minimum-loon voor een der drie klassen. Door eenvoudige herleiding volgen dan de ciifers voor de andere klas sen. Om verschillende redenen was aan te bevelen de berekening to maken voor gemeenten van de eerste klas. Waar cte beste cijfers Amsterdam betroffen, was 't minimumloon te Amsterdam het best te bepalen. Te Amsterdam gold in 1914 als minimum weekloon voor den volwassen niet-geschool- den arbeider in dienst der gemeente f 12.42 welk weekloon van 1 Januari 1913 af gold. In 1911 gold als zoodanig minimum-week loon het bedrag van f 11.88. Past men op hot minimum-weekloon van 1911 den fac tor 3.1 toe, dan verkrijgt men het cijfer f36.83. Past men op het minimum-week loon van 1914 den factor 2.8 toe, dan ver krijgt men het cijfer f 34.78. Eenigszins het midden houden tusschen' beide cijfers, meende men, waar zoowel het cijfer, dat in 1911 te Amsterdam gold, als dat, hetwelk in 1914 gold, bepaald aan den logen kant waren, te mogen vaststellen als een loon, dat volgens de bovenstaande berekeningen met een goed loon vóór den oorlog overeenkwam, een minimum van 3.s grlcen. Bij verdere beraadslagingen is de over- groote meerderheid der Staatscommissie tot een minimum van 34 gulden per week gekomen, waarbij verschillende leden dier meerderheid van een hooger bedrag, dat zij wenschten, afzagen, om te geraken tot een cijfer, waarmee een betrekkelijk groote eenstemmigheid kon worden bereikt. Voor deze meerderheid was de boven staande berekening niet de eenige reden om. een minmurnloon van 34 gulden vast te stellen. Bij den een meer dan bij den ander, doch bij alle lecien dezer meerder heid in beduidende mate, telde mee de loon- beweging, welke men in tal van cijfers voor oogen had. Daarbij kwam, dat vérschillen- de factoren de verwachting omtrent stij ging der kosten van levensonderhoud kwa men bevestigen, als stijging der broodprij zen, hooge vrachten, stijging der woon huizen en dergelijke. Voor de leden dezer meerderheid was het rekening houden met de verschijnselen van de toonbeweging een correctie op het speculatieve element, dat in de gevolgde berekening had geheersclit. Met de bovenstaande argumenten voor een minimumloon van 34 gulden per week in een gemeente der eerste klasse konden enkele leden der Staatscommissie zich niet vercenigen. Zij hechtten aan de hierboven reeds vermelde cijfers niet dié groote betee- kenis en zij trokken uit de loonsbeweging, welke in allerlei bedrijvpn te constateer en is, niet de conclusie, dat een minimumloon van 34 gulden zou moeten' worden vastge steld. Deze leden zouden kunnen medegaan met- een minimumloon van 30 gulden voor de gemeenten der le klasse. Een der loden van de minderheid was van oordeel, dat in elk geval 30 gulden vcor een gemeente der eerste klasse als minimum te hoog was. Daarentegen voelden andere leden dezer minderheid tegen het bedrag van 3-1 gulden in een gemeente ala Amsterdam weinig of geen bezwaar. Hun bezwaar echter gold rechtstreeks en allermeest het hooge bedrag van het minimumloon, dat voor gemeenten der 2e klasse door aftrek van 4 pet. zou gelden en vooral het bedrag dat door aftrek van 8 pet. zou verkregen worden voor de gemeenten der 3e klasse. Op velerlei wijze is getracht- het meeninge verschil tusschen deze leden en de meerder heid der commissie te ondervangen; dit heeft echter niet mogen gelukken. Het verschil, dat in de Staatscommissie ten aanzien van het minimum loon dor ar beiders heeft bestaan had voor do loonen der arbeiders ir d-? 5 klassen zijn gevolgen. Ook voor dio loonen n.l. is meoningsverschil tusschen de bovengenoemde meerderheid en minderheid niet te vermijden geweest. Daarentegen heeft men eenstemmigheid verkregen, ten aanzien van de overige sa larissen met uitzondering van die voor de politie. Een der leden kon omtrent de voor gedragen salarissen in het algemeen zich niet definitief verklaren, omdat hij reke ning wilde houden met de financiecle gevol gen en deze niet kon overzien. De salarisschalen voor de arheidors zijn als volgt: Klasse I f 34f 38 klasse II f 37f 41 klasse III f 40—f 44, klasse IV f 43f 47, klasso V f 46f 50. Alle klassen mot 4 één jaarlijksche periodieke verhooging li f 1. Voor de afzonderlijke groep word noodig geacht een weekloon van f 29—f 33 even eens met 4 eenjaarlijksche periodieke ver hoogingen. Deze salarissen gelden voor da gemeente der eerste klasse. De minderheid der Staatscommissie welko een minimum-loon voorstond ymi f30 pér week, was van oordeel, dat de genoemde schalen naar evenredigheid lager moesten zijn, met dlien verstande, dat de echalen van twee opeenvolgende klassen ook volgens deze minderheid dezelfde opklimmingen moesten vertoon en. Overgangsbepalingen. Voor de gemeen ten, brengen de voorstellen der Staatscom missie een geenszins onbelangrijke vermeer dering van financieele lasten. Waar nu de toestand van die schatkist veler gemeenten zorgwekkend is, acht de Staatscommissie het geboden, dat de meerdere lasten niet aanstonds in volle zwaarte op de budgets der gemeenten gaan drukken. Dientengevolge wonscht de Staatscommis sie een regeling voor den overgang in acKÜ genomen le zier.. Zij geeft in het rapport de hoofdlijnen aan eener overgangsregeling, welke zij gcwenscht acht. Ten aanzien van de arbeidors gelde het volgende De opklimming var het minimum tot het maximum heeft plaats door 4 periodieke yerhoogingen van f 1 per week om het jaar, te rekenen van den d'ag, waarop de regeling in werking treedt. Aan de gemeen ten staat 't vrij, meer dan een dier perio dieke verhoogingen tegelijk too to kennen, o£ de genoemde periodieke verhoogingen telkens na korter-en tijd dan eon jaar to verleenen. Voor de toekenning van periodieke ver hoogingen tellen de dienstjaren vóór het in werking treden van deze regeling volbracht mede, met dien verstande dat dSrie dor dienstjaren zullen meebrengen heb recht op een periodieke verhooging en zes of meer dienstjaren het recht op twee periodieko verhoogingen. Indien bij het in werking treden van dit besluit een arbeidler langer dan twee en minder dan drie jaar in dienst; dor gemeente geaarbeid heeft, zal hem de eerste der vier periodieke verhoogingen worden toegokend, zoodra hij drie jaren in dienst der gemeente gearbeid heeft; en zoo hij bij het in werking treden van dit besluit langer dan vijf en minder dan zes jaren in dienst der gemeente gearbeid heeft-, zal de tweede periodieko verhooging worden toe gekend zoodra hij zes jaar in dienst der Ge meente gearbeid heeft. In geen geval worden wegens vroeger© dienstjaren méór dan twee periodieke ver hoogingen toegekend. Het tweedfe^ gedeelte van het door de Staatscommissie uit te brengen verslag zal de bespreking bevatten van onderscheiden© vraagstukken, in het eerste gedeelte nog niet- of niet ten volle behandeld. Daartoe behooren o. a. do salarieering van het on derwijzend personeel van middelbaar en gymnasiaal onderwijs en de salarieering van verschillende afzonderlijke betrekkin gen en een globale berekening der kosten, uit de voorstellen voortvloeiend. Paedagogische bibliotheek. Men schrijft ons: Op uitnoodiging van het Hoofdbestuur der Vereeniging van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in Ned. en O. B. werd 29 Sept. jl. in .Irene", te Utrecht, een vergadering gehouden van negen organi saties, welke in verband staan met heC Chr. Onderwijs, ter bespreking van bet plan-Jonkman, om nL te komen tot het stichten van een paedagogischc bibliotheek voor elke school. Vertegenwoordigd waren: de Sohoolraad, De Unie: Een School met den Bijbel, Chr. Volksonderwijs, Chr. M. U. L. O., Ver. van onderwijzend personeel aan Protest Chr. Kweekscholen, jGeref. Schoolverband, Unie van Chr. Onderwijzers en de Ver. van Chr. Onderwijzers en Onderwijzeressen in Ned. en O. B. De Ver. van Onderwijzend perso neel aan Chr. Normaallessen had bericht van verhindering gezonden. Een breedvoerige bespreking van dit plan had plaats. .Bijna unaniem spraken de aanwezigen de wenschelijkheid uit. Wel werden er bezwaren geopperd, wat de uitvoering betrof; maar men gevoelde. (J Van RENE BAZIN. (Lid van de Fransche Academie). UI" (Nadruk verboden). ie35» Zij is hein niet waard, daar ben ik zeker vanl Ik heb meermalen zijn gelijke in Afrika gezion; dezelfde flik kerende oogen, hetzelfde haar, dezelfdo gang, dezelfdo op /liegende natuuren een hart van een kind, als je hem maar goed weet aan te pakkenMaar het gaat mij eigenlijk niet aan. Zij zullen het wel weer eens worden. Ik ga voort met in ge- an Btrekten pas het herstel van eer te verkrij gen I Ik zal het hebben I" De nacht daaldo neder. Do officier, die T* gedoken zin het rijtuig, dat in volle vaart vooruitschoot, zag uit do onmetelijk vlakke gestrektheid do denneboeschon op- rijzen, die langzamerhand grooter werden, ^un yntvelde stammen lieten zien, rood in licht van de ondergaande zon, duister °P. plaatoen, waar de zon niet kon door- dringen,^ en eensklaps verdwijnend alsof •do wind ze achterwaarts dreef om een i?s' B^u'ere°i waarvan het gras en de struiken '■ïo ufr^ze en armelijke, reeds verduffende i we8vloeiden- Als nu on dan het r.V vaJl dooden boom zich boven den ver!lief' ajs €en eenzame figuur, die o ruit gezien «tond te beven en als uit den maalstroom van voorwereldlijke, lang vergeten streken scheen te rijn herre zen, was het Hellequin, ciio half droomde, alsof hij oen visschersboot zag, met het net aan de punt van den mast gehangen, voort gestuwd door onzichtbare roeiriemen, dio koers zotte naar een haven van Brest. HOOFDSTUK X Hel vertrek. Don volgenden morgen schreef Hellequin het verzoek om eerherstel, dat Pierre Quó- verne in blanco had onderteekend. Hij voegde or eenige stukkon bij, onder andoren zijn getuigenis, dio hij als volgt opsteldo; „Piorre Quóverne, soldaat bij de 7de compognie, heeft voortdurend eon voorbeeld van moed in den strijd gegeven en in 't bij zonder van uithoudingsvermogen. Hij heeft groote toewijding en gehechtheid aan zijn chefs betoond, op en top Franschman, is bij den terugkeer van een geslaagde overrom peling, waaraan hij als vrijwilliger had deelgenomen, ernstig gewond." Dienzelfden avond zette de commandant die nieuw aangekomen was bij het korps en aaii wien het dossier gebracht werd, zijn noot naast die van den kapitein van het 7de. ,,Zeer gunstig advies. Doze man heeft een oogenblik van drift, dat, naar ik ven- onderstel niemand zich meer herinnert, ruimschoots afgelost." Dertig uur later zette de kolonel die van het begin af het regiment had aange voerd te midden van stapels papieren op een keukentafel, die in zijn afdeeling stond, deze met nauwgezetheid overdachte regels: ,,Ik ondersteun met kracht dit verzoek. Krachtig, met vuur, meermalen vrijwilliger bij gevaarlijke ondernemingen, heeft Qué- verne zelfs in het gevaar zijn kameraden leiding weten te geven. Een soldaat, die op prijs gesteld moet worden." De generaal was van hetzelfde gevoelen, zoodat het verzoekschrift, regelmatig getee- kend, nog eens geteekend, vergezeld, van étappe naar étappe, bij de magistratuur aankwam. Acht dagen verliepen nog. Kapitein Hel lequin, die nu in die eerste line was terug gekomen, sliep geheel gekleed in de krib van zijn commandopost. Hij was gedurende den nacht twee maal door alarmgeblaas ge wekt. De dag begon voor hen, die niet onder de aarde leefden. Drie korte tikjes op de deur, die de kamer van den officier met die van de soldaten verbond. De kor poraal-telefonist txad. zonder antwoord af te wachten, binnen Kapitein? Men roept u aan^de telefoon. Wie? De hoofdofficier van gezondheid van heb hospitaal 47. Hellequin sprong van zijn krib, ging de aangrenzende kamer door naar het toestel, waar dag en nacht, als golden op een kust, stemmen uit de verte kwamen aanrollen. Bent u het, Marlier;Ja, u spreekt met kapitein Hellequin. Wat is er aan de hand? Het gaat slecht met Quóverne, Geen hoop meer? Ik vrees er voor. De ontsteking heeft rich uitgobreid. De oorzaak doet er weinig toe, nietwaar? Ik ben bezorgd. Hij vraagt naar u. Helaas, ik ben in de ourste linie. On mogelijk. Dit behoort wcor tot de verdriete lijkheden van dezen oorlog, die mii zelfs in mijn vriendschapsbetuigingen niet spaart. Is Quéverne bij kennis Volkomen. Zeg hem, dat ik met liefde aan hom denk. Ik zal zijn broeder, den priester Alain, laten waarschuwen. Hellequin deed de spreekbuis aan den. haak en vroeg den telefonist: Geef mij R '41. Er stonden vier mannen om hem hcon. Zij hadden het gesprok gedeeltelijk gohoord en deels geraden Toen zij don officier zoo ontroerd zagen, zeide éón van hen, een Bretagner, die er als een magere geit uitzag en altijd een be nevelden blik had: Trek het u niet zoo aan, kapiteinhet i3 er maar een van ons. Wat wildo hij daarmee zeggen? Welke duistere be teekenis van verzet of vernede ring lag er in de dubbelzinnige uitdrukking besloten? De offioier vermoedde niets kwaads. Hij antwoordde bedaard: Juist daarom, Le Coz:- een van de mijnen En zij, die daar in dien oorlagskeldler bij een waren, begrepen allen, dat deze 6trenge man, hun chef, voor hen allen een gevoel van teederheid had, waarvan zij de oorzaak niet kenden. Zij geloofden in hem, zelfs Lo Coz. Geen van hen zou het misschien be kend hebben. Maar zij hadden zulk een be hoefte aan genegenheid, dat hun ziel ont roerd werd, on zij bleven zwijgen zoolang de officier in gesprek was met den chef van den état-major van do divisie en zelfs nog ©enigen tijd nadat hij de kamer had ver laten.'Er is maar één liefde: de herinne ring aan de dingen van thuis was bij hen all on opgekomen. Het was maai al te waarhet ging slecht met Quóverne Er was infectie bij de wond gekomen en noch do operatie, noch de tel kens vernieuwde waterverbanden haddten de werking van het vergif in hot weefsel van dit jonge vleesch kunnen remmen, dab er uit de metaalontplcrffingen modder en helsche stof van het oorlogsveld was bin nengedrongen. Do koorts verslond en ver teerde met snelle teugen het reeds vermin derde bloed uit de aderen van dit arme lichaam. Sedert den vorigen avond had uien den strijd opgegeven. Inspuitingen met morphine verdoofden de pijn, als zij te hevig werd. Men had Quéverne overge bracht naar oen gesloten loods, waarin de barak van het hospitaal uitkwam. Tegen, het einde van den dag kon pater Alain, die 's morgens was gewaarschuwd, eerst bij zijn jongeren broeder komen. Het had hom heel wat moeite gekost den langen weg af te leggen. Voor hem was geen parti culier rijtuig beschikbaar, maar hij hirig van het toeval af: een vrachtauto, die ha ver had afgeleverd, de kar van een boer uit Ohampagne, die medelijden had mot dien grooten reiziger zonder panapluie, do poli tiemuts op het hoofd en in een stortbui dooy de modder wadend. Vervolgens was he® een lange tocht te voet geweest, dwars over het kamp van Ch&lons, door eentonige bos- schen en even eentonige open plekken. Hij was doorweekt, het slijk bedekt en uitge put aangekomen. Maar de ziel was zijn ge biedster. Hij had de deur geopend en Pierre gezienhij had zich over hem heengebogen met dezelfdo teederheid en dezelfde geba ren, die moeder Quéverne zou gehad heb ben zij, die van Chamdolent was on die nu in het paradijs is. (Wcwdt vervolgd-)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5