$o. 18471 LE1DSCH DAGBLAD, Vrijdag 21 Mei Tweede Blad. Anno 1920. TWEEDE KAMER. yergaderiug van gisteren. Regeling van werkzaamheden. Aan de orde is liet voorstel van de commissie va'n Voorbereiding, om dé be handeling van het wetsontwerp tot wijzi- gjnff van de Gemeentewet en van de wet ^>°de Inkomstenbelasting (verruiming ge meentelijk belastinggebied) voor'.oopig uit to ^De" VOORZITTER zegt, dat overleg is gepleegd niet de Regiering, en dat hjj jLjH voorstelt dit ontwerp te behandelen onmiddellijk na de Lager-Onderwq>wet. De heer MARCHANT (V.-D.) zegt, dat himmer een wetsontwerp zoo slecht is voor bereid als dat tot wijziging van de Ge meentewet. In den loop der tijdon zijn aller lei wijzigingen aangebracht, waarvan men de strekking op het Departement ni'st scneen te begrijpen. De Kamer kan weinig ver achtingen "koesteren van het nieuws over- lee met de Commissie va'n Voorbereiding, dat morgön zal plaats hebben. Er mo9t een vaste leiding komen bij de voorbereiding, ■welke tot nu toe ontbrak. Sommigen geven daarvan alle schuld aan den Minister, maar ook de Commissie heeft schuld aan den slechten gang van zaken. Spr. zou het op prijs stellen van den Minister van Binnen- ahdsche Zaken de verzekering te ontvan gt, dat hij de leiding weer in handen zal temen, nadat hij door ongesteldheid vor- lioderd was aan het verslag deel te nemen. De heer v. d. TEMPEL (S. D. A. P.) vraagt wat eigenlek de bedoeling is van het voorstel der Commissie. Zal er e'to wijziging worden voorgesteld? Hrj acht het dat gewenscht, dat nader overleg wordt ge pleegd met de gemeentebesturen. Het Is vol- doe'nde gebleken, dat het Departement do zaak biet beheerscht en niet over de noo- dige gegevëns beschikt. De heer. v. d. MOLEN (A.-R.) zegt, dat 'de critiek op het Ontwerp juist het uitstel rechtvaardigt, dan kan er nader overleg gepleegd worden. De heer MARCHANT (V.-D.) consta teert, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken vooralsnog niet geneigd schjjnt to abtwoorden. Een groot deel der Kamer acht het een absolute onmogelijkheid bet_ ont werp af te werken, als de leiding blijft in handen, waar zij nu is. Als de Minister van Binnenlandsche Za ken weer de leiding neemt, kan het over leg van morgen resultaat hebben. De heer RUTGERS (A.-R.) heeft met verontwaardiging den heer Marchant ge hoord. Deze kan van oordeel zijn, dat de Minister van Financiën te dezer zaice door een ander wordt vervangen. Maar de heer Marchant vraagt nu niet do Kamer van haar gevoelen te doen blijken, waartoe het trouwens niet het oogenblik is; maar wil het oordeel va'n den Minister van Bionen- lindsche Zaken. Spr. acht dat niet do juiste ivijze van parlementair overleg. Do heer Marchant vervangt dit door een bejegening met onbeleefdheden. De beer v. d. TEMPEL (S. D. A. P.) repli ceert en vraagt of het uitstel van behan deling voor de Regeering geen aanle.ding kaii zijn tot onverwijlde overweging van maatregel én om in den nood der gemeenten te voorzien. De heer VAN DOORN (U.-L.) merkt op, M het voorstel der Regeering geen vrucht van overleg is met de Commissie van Voor bereiding, maar deze Commissie juist aan leiding is Voor nader overleg. Spr. gelooft niet, dat de gemeenten met die wetsontwerp zoo vreeselijk geholpen wor den (Gelach). Heel veel zullen zij er biet aan hebben. Hij zou liever de geheele behandeling van het wetsontwerp willen uit stellen, om middelerwijl met nood-maatre gelen te komen, om in de behoeften der gemeenten te voorzien. De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C.- E.) meent, dat het niet aangaat om op uit stel aan le dringen, nu tot behandeling is besloten. Na hetgeen do heer Rutgers heeft opgemerkt tegenover den lieer Marchant, Over diens aandrang op de Regcering, wie do leiding zal hebben, zal spr. daarvan niets meer zeggen. Do heer MARCHANT (V.-D.) voert nog maals het woord. Tegen do heeren Rutgers FEUILLETON DE HOEVE IN 'T BROEK. Een roman uit Masoeren door RICHARD SKOWRONNEK. (Nadruk verboden.) 48) Na cenigo oogenblikken bespeurde zij duidelijk, dat liij uit het- water weer op bot droge kwam. Hij zette baar op den vasten, grond neer, nam haar den bundel af en i'orbood haar aan den blinddoek te raken, vóór hij dien zou afnemen. Zij bleef dus steedls in het donker staan, hij kleedde zich klaarblijkelijk weer aan cn onderhield zich daarbij mot don hond, dio met groot© sprongen om hom heen liep cn hem telkens met een kort geblaf antwoord de, alsof zij na do scheiding een gesprek elkander hieldon. „Waar Guzek is? Die komt dadelijk °pk!.En zonder jou, oude, zou ik er ?iet door zijn gckocnen. Dat was mij een inspanning, want boven het water stond do ®ovel zoo dik, dat van de berk niets meer Jfe zien was Wie dat is, vraag je, dat kleine meisje met de blooto voeten? Allo ®erbied, oude, want dab is onze kleine ko- ^gin on wij zullen haar van nu af te ge- "oorzamen hebben.'-' jJ^°° praatte hij overmoedig voort-, toen Sjorde zij hoe hij staal en steen tcgon eloeg om vuur to maken en oven arna het zachte knetteren van do vlam Wdroge rijshout. Nu eerst ging hij naar Ofl nam ^aar ^6n blinddoek van do Kon en sprak lachend: „Ziezoo, kijk r.u cn Lobman merkt hij op, dat hij getracht heeft jegons de Regeering zoo kuisch on zo» kiesch mogelijk te zija (gelach). Hij was objectief. Onjuist is, dat, gelijk do heer Van Doorn betoogde, de Oommissie van Voorbereiding geheel vrij uitgaat. Het is niet normaal, dat de best-uren der grooto gemeenten zich tot Kamerleden moe ten wenden, om te vragen of er door over leg niet tot een initiatief-voorstel 16 te ko men, om de gemeenten te heipon. Onder leiding van den Minister van Financiën is, toon do Minister van Binnen! an dficho Za ken ziek was, de zaak in het honderd geloo- pen. Elke poging, om diens beleid te vor- dedigen, moet mislukken. Er moei getracht worden een weg tot herstel te vinden. Komt de leiding in handen van den Minis ter van Binnenlandsche Zaken, dan is daarop kans. Deze is nu weder hersteld, zoodat er geen bezwaar ia. Maar wil deze Minister uit medelijden liever niet ant woorden, dan wil spr. met diens toestem- menden hoofdknik van daareven genoegen nemen. De heer RUTGERS (A.-R.) blijft de hou ding van den heer Marchant tegen Minis ter Do Vries uitermate onbehoorlijk vin den. Do heer v. d. TEMPEL (S. D. A. P.) merkt op, dat de Regeering het blijkbaar niot noodig vindt op do gestelde vragen te antwoorden. Spr. beschouwt dat als oen gebrek aan deferentie. Zelfs do gemeente besturen krijgen aldus geen antwoord c»p hun vragen om overleg. Spr. zal niet met een motie komen, om dat deze toch zou worden neorgestemd. De MINISTER VAN BINNENLAND SCHE ZAKEN, de heer RUYS DE BEE- RENBROUCK, deelt mede, dat hij giste ren een met-korte bespreking heeft gehad met een der directeuren van d'o Verecni- ging van Nod. Gemeenten. Het is tot dusver goede usanco geweest, dat de Regeering zich niet mengde in een regeling van werkzaamhedenheeft zij iets mede te dbelen, dan wendt zij zioh daartoe tot den voorzitter. Uit beleefdheid zijn de ministers cn spr. hier aanwezig; maar men maakt het do Regeering nu moeilijk op vragen te ant woorden. Bij het overleg met de Commis sie van Voorbereiding zal spr. tegenwoor dig zijn. Do financieolo verhouding tusschen Rijk cn gemeenten heeft reeds meermalen onder werp van bespreking uitgemaakt in den boezem der regeering. De heer VAN DOORN (U.-L.) stolt voor de wetsontwerpen tot verruiming van het belastinggebied der gemeenten van do agenda af te voeren De VOORZITTER acht dit niet ge wenscht. De wetsontwerpen zijn reeds ver- schovon tot na de behandeling der Lagor- Onderwijs-wotmen kam later altijd nog zien, of verder uitstel noodig is. De heer SCHAPER (8. D. A. P.) spreekt in gelijken zin. Onjuist is, dat- het een onbeleefdheid zou zijn, als de Regeering zich in een regeling van werkzaamheden zou mengen. Do Mi nister weet wel beter. Dat de Kamer onge rust was over do leiding, daarvoor was allo aanleiding. De heer v. d. MOLEN (A.-R.) zegt, dat. naar hij meent te weten, de overige leden der Com- missio van Voorbereiding het niet eens zijn met het voorstel-Van Doorn. De hoer VAN DOORN (U.-L.) trekt zijn voor stel in. Hot voorstel van don Voorzittor wordt z. h. st. aangenomen. Do VOORZITTER doelt mode, dat verschil- londo leden hom verzocht hebben Donderdag a.s. niet de Lagor-Onderwijs-wet le behandelen. Spr. stelt daarom voor dezen dag te beginnen mot de wetsontwerpen, welke voor de avond vergadering van dien dag zijn afgekondigd. Do hoor KETELAAR (V.-D.) lieoft hiertegen bezwaar. Do VOORZITTER stelt dan voor Woensdag 'a middags en 's avonds do Onderwijswet te be handelen on dan Donderdag geen avondverga dering to houden. Aldus wordt besloten. Lager-Onderwijs-web Voortgogaan wordt met do bohandeling van het ontwerp Lager-Onderwijswet. Aan de orde zijn de artt. 76 en 80 (waarbor- maar eens rond en zeg mij hoe het je in jo nieuwe koninkrijk bevalt!" Zij sloot verblind door den schijn van hot vuur eerst de oogen dicht. Wat dit alles beduiden moest, kon zij zich hoe langer hoo moeilijker verklaren, maar heb kwam haar toch voor, dat Jan's vroolijko gebaren al heel weinig in overeenstemming waren met den ernst van hun voornemen. Zij keek lang zaam in het rond cn alles scheen haar toe als uit een spookjesboek. Die als een muur staande boomon, waarvan de stammen door don schijn van het vuur rood licht afstraal den de groote hond, die voor haar zat cn haar opmerkzaam aanstaarde, alsof ook hij nieuwsgierig was naar hetgeen zij zeggen zou, en aan den rand van den lichtschijn de nederige hut precies het pannekoeken- huisje er ontbrak slechts aan, dat de oude heks uit de duisternis te voorschijn kwam. Het liefst zou zij van pleizier in de handen hebben geklapt, maar het viel haar bijtijds in, dat dit niet passend zou geweest zijn. Zij krulde even baar neusje en zei: „Nu ja, heel mooi! Maar welk doel heeft dit alles?" Hij scheeu wat ontstemd, dat zijn kwar tier haar niet beter beviel. Welk doel? Dat wij beiden hier op het droge kunnen zitten en lachen, terwijl de anderen in het moeras naar ons zoeken." Nu viel hem meteen in, dat hij haar vol gens de Wet zijner voorvaderen moest la ten zweren, dat zij heb geheim van het Broekeiland aan geen mensch zou verra den. Hij richtte zich op en zei plechtig den eed, dien hij in den eersbon nacht in Guzek's hand had moeien zweren, met den eisc-h het hem na te zeggen. Zij zag hem vorwonderd aan. „Welnu, -ik wil het zwerenmaar ook dat heeft geen doel. Aan wien zou ik net gen voor subsicliecring, mot amcuclcment-Rut- gors, om te laten vervallen de bepaling, dat bij do subsidie-aanvrago moot worden overgelegd eon stuk, waarbij de instelling of vcreoniging zich verbindt om, voordat met den bouw wordt aangovangen, als waarborgsom een bedrag, gelijkstaande met 15 pCt. van de stichlingskos- ten in do gemeentekas te storten). Do liocr KETELAAR (V.-D.) bestrijdt dit amendement on cenigo volgendo van den hcor Rutgers. Hij acht het niot gowensoht, dat do waarborgsom in contanten zal komen te verval len, en volstaan zal kunnen worden met een zekerheidstelling. Mon moet de subsidicering niet te gemakkelijk maken. De heer v. d. MOLEN (A.-R.) bestrijdt het amendement-Rutgers; zekerhcidsstciling biedt niet altijd voldoende zekerheid; een waarborg som is beter. Do MINISTER VAN ONDERWIJS, de heer DE VISSER, ontwikkelt gelijke bezwaren tegen het amendoment. Het amendcmeDt-Rutgers wordt met 59 tegen 12 stemmen verworpen. Bij art. 88bis (bepalingen betreffende de bij zondere sohool) licht de hoer VAN ZADEL- HOFF (S. D. A. P.) oen amcndemeat-Osson- dorp c.s. toe, om te bepalen, dat dc va^taange- slcldo bijzondere onderwijzer een jaarwodde geniet, wclko niet door gratificatiën, toelagen of op andere wijzen mag worden verhoogd, ook niet uit particuliere fondsen. De hoer OTTO (U.-L.) liclit een amendement van gelijke strekking toe. Do heer RUTGERS (A.-R.) verdedigt eon amendement, om te laten vervallen het voor geschreven overleg met den inspecteur over do benoeming van ouderwijzers, aangezien dit voor het bijzonder onderwijs niet is te aanvaarden De vrijheid der bonooming wordt hierdoor aan- gotast Een tweodo amendement-Rutgers beoogt t« laten vervallon de bepaling: Door de Vcreeni- ging wordt van de oudera, voogden of verzor gers der schoolgaande kindoren of bij ontsten tenis van beide ouders, van de kinderen zelvon geen ander schoolgeld goheven dan volgens arti kel 93 (hot vastgestelde evenredig schoolgeld). De bedoeling is do gesubsidieerde bijzondere scholen to verplichten niot om oen gelijk school geld van allo loerlingon to heffen als do open- baro sobolon, maar alleen om voor alle leerlin gen een zoodanig schoolgeld te verantwoorden aan het gemeentebestuur. Do hoer DE SAVORNIN LOHMAN (C.-H.) lioht een amendement toe, om in plaats van deze bepaling te lezen: „Het bestuur stelt zich aansprakelijk voor dc voldoening der krachtens do gemoentclijko verordening verschuldigde schoolgelden. Besloten wordt de behandeling van het lOo lid van art. 88bis aan te houden tot art. 93. Dc heer ALBARDA (S. D. A. P.) bestrijdt het eersto amendement-Rulgens. Tegen overleg met don inspecteur is geen bezwaar, ook het ge meentebestuur moet dal doen. De heer KETELAAR (V.-D.) vraagt den Mi nister of doze zijn toezegging zal handhaven dat hij bepalingen tegen schenkingen zal maken. Dc heer v. d. MOLEN (A.-R.) is voor hot amendement-Rutgers. Ook hij ver wacht moeilijkheden van verplicht overleg der schoolbesturen met den inspecteur. Dc heer VAN WIJNBERGEN (R. K.) herinnert aan 's Ministers toezegging bij art. 5 in zake een regeling, waarbij toela ge op do salarissen voorkomen wordt. Spr. zal zich daarbij neerleggen. Spr. verwacht geen bezwaar tegen overleg met den in specteur. In de Bevredigingscommissie is men hieromtrent tot overeenstemming ge komen. Do heer ICOLTHEK (Soc. P.) komt op tegen het streven het bijzonder onderwijs gelegenheid te geven voor extra-toelage aan de onderwijzers. Bij dit artikel zal men dus beslissen over de gelijkstelling van bijzondere en openbare school. De heer SCHOKKING (C.-H.) gaat niet mede met het amendement-Rutgershij is niet bang voor schooltoezicht, indien de inspectie maar goed is. Do hoer VAN RAVESTEIJN (Comm. P.) verklaart zich tegen bevoorrechting van do bijzonder onderwijzers. De MINISTER heeft zich over de scher pe oppositie van de heeren Ter Laan en Kolthek over het voortbestaan der vrije fondsen zeer verbaasd. Do Bevredigings- commissio kwam tot de conclusie, dat het dan wel verraden, als wij beiden in het Ava- ter liggen cn dood zijn?" Hij stond eerst een tijdlang stilzwijgend cn wist niot hoe hij haar woorden moest uitleggen. Eindelijk meendo hij te begrij- pon, wat zij bedoelde, cn dat leek hem zoo vermakelijk, dat hij hardop begon te lachen. En ook Slowik, do hond, scheen zich over dit antwoord to verwonderen, want hij stak den kop op cn liet een kort geblaf hooren. „Ik vind, dat er niets geen reden is om to lachen," zei zij een beetje gekrenkt. „Waarom heb jo mij dan eigenlijk ge haald?" Nu sloeg hij zijn handen om haar heen on eon jubelkreet steeg uit zijn borst. „Waarom ik je gehaald heb, mijn meisje? Om to loven! Niet om te sterven! Wat doet heb er toe wat achter ons ligt? Wij hebben daar toch geen schuld aan Geloof mij, ik heb daar lang genoeg over gopcinsd en gisteren nog liep ik met aller lei hersenschimmen rond, maar vandaag is mij alles volkomen licht- geworden in mijn binnenste. Toen jo gisteren cDoor de gelag kamer recht naar mij toekwam, wist ik, dat do lievo God ods destijds niet tevergeefs had samengebracht, toen ik nog niet wist wio je was. En als God met ons is, doet het er niet toe wat de menschen er mis schien van zullen zoggen! Ik heb je lief, kan zonder je niet leven, en daar ik nog geen lust heb om te sterven, word je mijn vrouw!" Hij wildo haar kussen, maar zij onttrok zich, en hij voelde, hoe zij in rijn armen beefde. Hij liet haar los on vroeg bezorgd: „Maar, Leent je, wat scheelt er aan? .- En hoo ben je toch weer op die dwaze ge dachte gekomen, dat wij samen in het wa ter zouden gaan? Je hebt) me toch zelf ge- practiseh onmoglijk was daaraan een ein de tc maken. Doch voor de onaangename gevolgen cr van is spr. niet blind, deze kunnen zich vooral voordoen ten aanzien van de salarieering der onderwijzers. Men heeft hierbij cr ook rekening mede te hou den dat het bijzonder neutraal onderwijs een groote vlucht neemt; door salaris-toe lagen zouden de best© krachten aan het openbaar onderwijs worden onttrokken. De vrije fondsen moeten blijven voor za kelijke verbetering van het onderwijs en om bij dc bevolking do energie te onder houden voor het onderwijs. Maar zij mo gen niet tot schadelijke gevolgen leiden. Daarom zegde spr. bij de algemeene be schouwingen reeds een aanvulllïng van art. 88bic toe, in dien zin, dat geen toe lage of verhooging mag genoten worden, tenzij wegens het bezit van een bijzondere akte. Spr. heeft dus geen bezwaar tegen het amendement-Otto, zooals dit door dezen is gewijzigd, maar laat dc beslissing aan de Kamer. Spr. bestrijdt het amendement-Rutgers voor de openbare school is geen enkele aanmerking gemaakt voor dit overleg met den inspecteur. De stemmingen worden aangehouden; do vergadering wordt verdaagd tot des avonds tc acht uren. Vergadering van gister avond. Lager-Onderwijs-wet. Aan de orde zijn de artt. 93 en 98 en bet 10de lid van art. 88bis, met het amende ment-Rutgers, om dc bijzondere scholen hoogcr schoolgeld te kunnen doen heffen dan de openbare scholen cn het amende- ment-Lohmnn oni de bijzondere scholen ten dezo vrij te laten. De heer ALBARDA (S. D. A. P.) be strijdt deze amendementen, welke dou bij zonderen scholen vrijheid geven tot andere en lioogero schoolgeldrcgcling, d.:n voer de openbare scholen. De Minister verklaart prijs to slcllen op het limitatief karakter van liet 10de li'd van art. 88bis, waardoor het paritcitsstelscl voor openbaar cn bijzonder onderwijzer vozekere is. Intuaschcn is spr. bereid, het amende ment-Lobman over te nemen, voor zoover dit •inhoudt, dat het schoolbestuur zich aanspra kelijk stelt voor do voldoening der krachtens <de gemeentelijke verordening verschuldigde scholen. 'Spr. bestrijdt het amendement-Rut gers. De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C-H) blijft bezwaar malcen tegen het 10de lid, maar neemt het overgebleven gedeelte van zijn amendement, om dat lid te laten verval len, terug. Do hoor RUTGERS (A.-R.) verdedigt nu nader zijn amendement inzake solioolgcH- liofling der schoolbesturen. De heer KETELAAR (V. D.) bestrijdt het betoog van den beer Rutgers, als een onbil lijke inbreuk op de gelijkstelling. Dc Minister brengt in art. 93 nog een wij ziging aan, zoodat nu bepaald is, dat het schoolgeld, indien het schoolbestuur dit wenscht. geïud wordt door het gemeentebe stuur. Spr. verklaart, dat dit schoolbestuur doer hot afdragen van het schoolgeld aan zijn verplichting hocfit voldaan. De stemming over de amendementen heeft morgen plaats. Bij art. 89 (leerplan) licht de heer OSSEN- DORP (S. D. A. P.) oen amendement toe, om voor dc eersto zes leerjaren als extra vak bij de bijzondere scholen alleen het gods dienstonderwijs toe to Laten. Een tweede amcndement-Ossendorp beoogt voor tc schrij ven, dat bij de vaststelling van het lcerplaa de onderwijzers gekend zullen worden- De heer ABR. STAALMAN (Ncutr. P.) verdedigt een amendement, om te voorkomen dat op de lagere en uitgebreid lagere school minder dan twee uur per weck les in licha melijke oefening wordt gegeven. Dc heer RUTGERS (A.-R.) verdedigt een amendement, om het onderwijs in do ver plichte rakken op niet minder dan 20 uur per week tc stellen in plaats van op 22. Do Minister zegt, dat de grondgedachte van het eersto amcndcment-Osscndarp hom sympathiek is, doch geeft een wijzigiug in overweging. Het tweede amendcment-Osscn- dorp moet spr- ontraden. zegd, dat jo mijn moeder vast beloofd liadt, het niet weer to zullen cioen?" Zij zag hem mot angstigo oogen aan on da woorden kwamon stamelend over haar lippen „Ja, ik weet zelf nietDat is zoo in eens over mijn lippon gekomen, alsof hot niet anders kon. En nu kan ik er maar niet in komen, dat wij weer zullen blijven leven." „Maar zeg het mij tocli, licb je mij dan niet ee>n beetje lief?" „Lief?O!" Een siddering voer door liaar lichaam, zij sloeg de handen voor haar gericht cn be gon to schreien. Nu ging hem een licht op. Het arme kind was verlegen cn van top tot teen doornat. Zij rilde, zoodat haar tanden op elkaar klapperden, cn hij liet haar hier staan, nam haar een plechtigen eed af, en kwelde haar met allerlei dingen, dio hem zelf ternau wernood duidelijk waren geworden. Hij nam haar bij de hand, bracht, haar in de hut en wikkelde haar in Guzek's lange pelsjas, zoodat het puntje van haar neus slechts even uit den zwarto wollen kraag to voor schijn kwam. Hij logde liaar op het bed, knielde naast haar neer, cn sprak haar met teedere woorden toe, dat zij zich verder niet angstig moest maken. Zij konden immers evengoed morgen spreken over hetgeen hun in da toekomst to doen stond? Nu wildo hij eerst wat war me koffie voor haar koken en daar moest zij dan van drinken, opdat zij van don tucht' door het Broekmecr geen koorts zou krij gen. Nu lachte zij hem dankbaar toe en liet hem begaan, toen hij haar zacht op het voorhoofd kuste. Jan stond nu op, liing den kleinen koperen ketel boven het vuur en zocht alles bijeen, wat hij voor het koken Hot amendement-Staalman geeft hij in overweging terug le nomen. Ook togen het amendement-Rutgers heeft hij bezwaar. Do heer STAALMAN (Ncutr. P.) trekt zija amendement iu. De heer OSSENDORP (S. D. A. P wij zigt zijn amondement als door den Minister aangegeven, dat door dezen wordt overge nomen. Morgen hebben de stemmingen plaats. Bij art. 90 neemt dc Minister, na wijziging een amcndoment-Rutgora over, om de kosten van het verlof met behoud vau salaris voor rekening van het Rijk te doen komen. Na art. 92 (straffen) licht dc heer OSSEN- DORP (S- D. A. P.) een amendement toe, met toevoeging van art. 92bis, om te bepa len, dat de schoolbesturen sb staffen kun nen opleggen a. waarschuwing b. schor sing voor ten hoogste oen maand met of zon der behoud van jaarwedde. Do Minister neemt het amondement over. Bij ant. 95bLs verdedigt do heer VAN WIJNBERGEN (It.-K.) een amendemeut der Commissie van Rapporteurs, om subsidie te verlecnen aan organisatie, dio aan heo, dio de lagere sohool hebben verlaten, en niet meer leerplichtig zijn, vervolg-onderwijs to geven- Dc Minister neomt het amendement over. Bij art. 97 (sumumeraire ouderwijzers) brengt do Minister na desbetreffende op merkingen, een redactie-verbetering aan. Bij ant. 104 (toegang tot dc bijzondere school voor kinderen van andere gezindte e d.) wil de heer VAN DER MOLEN (A.-R voorstellen om dezo bepaling betreffende godsdienstonderwijs in art. 104 te schrappen. Do Minister wil geen ondor.sebeid maken tusschen leerstel li ug onderwijs cn bijbolsche geschiedenis. Do heer OTTO (U.-L.) bestrijdt bet amen dement, dat geen enkele uitzundoring toe laat op de verplichting lot bijwoning van godsdienstonderwijs- Do heer KETELAAR (V.-D.) goeft iu trek king van het amendemeut ia overweging. De heer SNOECK IIENKEMANS (C.-H.) zegt, dat de zaak zich ia de practijk wel zal schikken. Morgen wordt or g03k-uid over het amen- idement. Bij art. 109 is aan dc orde oen amend-e- tnent-Rutgera, om to bepalen, dat Ncdor- landsehe onderwijzers aan Nederaudacho scholen in het buitenland hun pensioenaan spraken niet verliezen- Do Minister neemt dit over. Do Kamer is genaderd tot artikel 126. Te 11 uur 35 min. woedt de vergadering verdaagd tot Vrijdag te één uur. INGEZONDEN. (Buiten verantwoordelijkheid dor Redactie)É Verdediging. Ia het „L. D." van 19 Mei j.L zegt dc schrij ver van „Uit do Raadzaal": „Opmerkelijk wa3 hef alleen, dat de afvloeiing van den Bond een lager marge voorstond dan reeds bestaat cn dus do betrokkenen, wat hun bijzondere beloo- ihng betreft, achteruit wilde doen gaan." Do heer Knuttel drukto zich volgens het „L. D." van 18 Moi over dezelfde kwestie wat ster ker uit. Wij lezen daar n.L van hem: „Hij ver baast zich over do houding van den Bond vau N. O. die lager gaat dan roods wordt gegeven". En ab Dritto im Bundc komt de heer G. Wis- kerke, onderwijzer aan de buitengewone school, zorgen voor een climax door in het „L. D." van 18 Mei to zeggen, dat wij op de schriolo sala rissen van onzo collega's nog een f 200 pogen tc beknibbelen on do zaken listig en scheef hob- bcn voorgesteld. Van harte hopen wij. dat U, Mijuhoor do Re dacteur, ons do gclegenhoid zuK govon ons te gen dezo aanvallen al zü het kort to ver dedigen. Om te beginnen zien dc drie heeren (wij ne men aan, <lat do schrijver van „Uit do Raad zaal" ook tot hot manlijk doel der schepping behoort) over het hoofd, dat voor do helft vau liet personeel n.L do ongehuwden het geen wij vroegen geen vermindering, maar een verbetering zou zijn. Volgens de nu aangonomen verordening is hun maximum n.l. f 1800 f 600 I 2400. Was ons verzoek ingewilligd, dan zou het bedragen f 2300 f 400 f 2700. Nu iets over do marge. De overzichtsohrijvor noodlig had. Heb ging hom niet zoo vlot vau de hand, want tob nu toe had Guzek altijd voor het koken gezorgd, cn hij' was nog heel onbedreven in deze kunst. Eindelijk was hij er toch klaar mee, maar hij moest den bruinen drank in een glas presentee ren, want kopjes waren er niet in de Broek- hut. Toen hij eindelijk met het glas in de hand en zelfvoldaan voor Leemt jo's r>ed stond en vroeg of zij zich wat wilde op richten en drinken, kreeg hij geen antwoord meer en aan haar zware ademhaling be- merkto hij, dat zij, door al het verdriet heon, vast was ingeslapen. Hij besloot toen haar niet te wekken, maar stil weg to gaan. Hij ging op zijn vouwstoel dichter bij het vuur ritten en wilde op Guzek wachten. Do man van ervaring zou zekor raad we ten te geven, hoo hij rich in allca zou moe ten gedragen, want hier op het eiland kon den zij toch niet blijven, tot de 6trijd met zijn moeder beslist was En terwijl hij daar zoo zat en wachtlo, kwam hij tot nadenken over hotgeen zij wel van zijn snelle handeling zou zeggen. Eerst had alles hem heel licht toegesche nen on hij had aan niets ouders gedacht, dan zijn kleine Lccntje in veiligheid te brengen. Nu kwam het hom voor, alsof het moeilijksto eind van den weg nog vóór hem lagEn Guzek kwam maar niet. riet liep al ver naar middernacht on nog stceda hoonde hij tevergeefs naar het geluicl van iemand, die aan den rand van het Broek eiland uit bet water steeg Ook Slowik lag daar heel rustig, met zijn kop op zijn voorpoten. Toen bekroop hem do angst-, dab zijn getrouwe iets ernstigs kon over komen zijn. Misschien hadden de knechta van Bogdan hem toch overmeesterd cn nu zat hij hier werkeloos en kon niet heipeul (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5