$0. 18469 LEÜDSCH DAGBLAD, Woensdag 19 fö3©i Tweede Blad. Anno 1920. UIT DE RAADZAAL Oefdo salarisherziening is dan cia- "lelijk "op do vierdo zit ting in concessie afge handeld. Zoo ooit, dan kan men hier zeg- ocn dat dit voorstel van B. en W. is af gekloven tot op het been, maar het heeft taai weerstand geboden. Per slot van re kening is het er vrijwel ongewijzigd door gegaan, dank zij het gevaarlijke wapen, dat B. cn W. hadden aan doen rukken ter .verdedigins: n I- de bedreiging om bij in grijpende wijziging het voorstel terug te neruen, nog aangedikt door de portefeuil- jekwesti° van wethouder v. d. Pot. Zonder toepassing van dit grof geschut ware de 2ege voor B. en W. mooier en vollediger ge vreest. Bij de afhandeling van het staartje der salarisregeling kwam genoemd wapen Êrenwel niet meer te voorschijn, 't Was trouwens ook niet hard noodig, waar bij de hoogero loonen geen drijven van betee- kenis tot hoogero bedragen naar voren kwam. B. en W. kwamen eigener bewe ging een paar posten nog iets verhoogen, overigens vielen de verhoogingsvoorstel- Jcn wederom. Het slotbedrijf was juist tegenoverge steld aan wat vrijwel doorloopend aan de oido was geweest: n.l. voorstellen tot verlaging van het salaris van den direc teur der lichtfabrieken on van de tracte- menton van gemeente-ontvanger en ge meente-secretaris! In 't eerste geval heb ben B. en W. den strijd verloren. Uit de 'daarover gevoerde discussie wilen we oog iets aanstippen. Van weerskanten werden wederom appreciatie-motieven aan gevoerd, die we gevoeglijk kunnen laten rusten. Voor verlaging werden voorts nog de volgende motieven aangevoerd: de 'lieer Knuttel trok een vergelijking met ,eon professor etc. en meende, dat voor 8000 gulden bot 9000 gulden ingenieurs wel goedo ingenieurs voldoende wa- to krijgen; de heer Sijtsma merkte dab een vergelijking mot het particulier bedrijf toch niet te doorstaan was met hetgeen B, en W. voorstelden, jcodat de directeur ook daardoor niet zou worden vastgehoudende heer Heemskerk beriep zich op zijn vroeger verzet, toon destijds onder vertrek-bedreiging al een paar periodieke verhoogingen eerder dan rechtens den directeur toekwamen, waren toegestaan; do heer Van Stralen zag geen reden tot royaal zijn voor het hoog ste salaris der gemeente, waar de lagere zoo schriel waren behandeld. Hiertegen mooht wethouder v. d. Pot die voor dezen post de verdediging op zich had gonomen, terwijl de Voorzitter zelf voor de rest opkwam redeneeren als Brugmans, erkennend overigens dat van concurrentie met het particulier be drijf geen sprake kon zijn en dit ook niet tedoeld was, het mooht niet b 'en. Al Toerde hij aau, dat naast de eigenschap pen van goed ingenieur, die van een goed commercieel leider noodig waren juist bij den huidigen titularis zoo bijzonder te prijzen al deed hij uitkomen, hoe per- centagegewijs het salaris van don direc teur eerder laag werd gehouden dan hoog opgevoerd, al gaf hij tor vergelijking cij fers van elders, de schrik voor een cijfer van vijf oijfers, zooals do wethouder het uitdru-te, was te groot cn in meerder heid ging de raad mee met het voorstel- Sijtsma, het salaris bepalend op f8500— f9500. Een terugblik werpend op de lijdenshis torie van deze regeling, waarvoor zeven zittingen noodig waren, middag- epj 'avondvergaderingen afzonderlijk geteld ziet men, hoe de heele zondvloed van amendementen tot gevolg, tot miniem ge volg had: f 1 per week meer voor de brug wachters, een kleine verbetering voor de apothekers, hoog en laag, en voor den di recteur van bouw en woningtoezicht, oen verslechtering voor den directeur der lichtfabrieken. Tant de bruit pour une omelette, zou men, gelet op dit „succes^ haast zeggen, wanneer het onderwerp niet van prima kwaliteit ware geweest. Zeker als belooning voor al het vergeef- schc werk,.dat de soc.-dem. fractla bij deze herziening heeft verricht, namen B. en W. het laatste amendement dter fractie over, waardoor voor den onderwijzer van „Endegeest" etc. de verhooging reeds in gaat met 1 Jan. 1919. Hot eenigo amende ment van de heele reeks, dat genade vond Het is niet zonder vreeze, dat wij vra gen wanncor volgt een nieuwe herziening, gelet op den geest des tijds, de verhou dingen in de maatschappij cn alles wat dies meer zij Ter verademing gingen daarop eenigo punten vlug onder den hamer door. Do heer Do Lange hield nog even een varken- praatje. Met de hem eigen scherpzinnig heid op het gebied van het napluizen der verordeningen had hij ontdekt, dat in dio der marktgeldheffing do varkens alleen waren onderverdeeld in beeren, zeugen cn biggen. Hij achtte dat onnoodig en prefe reerde den soortnaam, maar een voorstel er van te maken deed hij niet, toen B. cn W. er niet aan wilden. Dat was ook hem blijkbaar do moeite niet waard. Toen volgde een tweede punt van belang. Dat van den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud. Als 'eigenaardigheid trof ons hierbij, hoo de heer Wilmer, den socia listen en den communist verwijtend, alleen uit propaganda-oogpunt met hoogo voor stellen te zijn gekomen, daaruit voor eigen parochie een verweer-politiek maakte. Hot spreekwoord van do balk en de splinter Zich niet stellend op het sma'lo stand punt der partijpolitiek zelden is dit standpunt zóo smal geweest als tegenwoor dig is voor de beschuldiging van den heer Wilmer bovendien geen reden. Wat is logischer, dan dat men, wanneer een on derwerp ter sprake komt, daarvan pro beert te maken, wat men kan Politiek, zui ver© kleine politiek werd heb echter, toen de soc. dom. fractie na het verwerpen van haar voorstel en dat van den heer Knuttel, toen het niet-kunnen door B, en W. inmid dels was aangetoond, opeens bout por- tant kwam met een wat verlaagd voorstel, speciaal gericht op de z.g. chr. arbeiders- afgevaardigden. Een vlieger, die evenwol niet opging, de heer Eikerbout pareerde uitstekend, toen hij wees op het reeds aan wezig zijn van een tusschenvoorstel. Spreekt men van een tusschenvoorstel, dan is uat natuurlijk van den heer Sijtsma, die een zekere virtuositeit daarin heeft, maar daar over straks nog. Den heer Dubbeldeman dachten wo op het goede pad te zien terugkeeren, toen bij hot amendement, waarvan liij eerste onder- tcekenaar was, terugnam, maar het motief, waarop hij dat deed, ontnam ons dleze illu sie. Hij nam het terug, omdat hij meende, dat men hem een kool zou stoven door het aan te nemen, hetgeen het beste bewijs leverde, dat politiek de drijfveer was bij het stellen van het amendement, voor wel ker consequentie hij zelf terugdeinsde. Do overigen zijner fractie handhaafden daarop dit polit^ek-amendement, dat kelderde. De heer Dubbeldeman trok wederom niet de consequentie van zijn 'terugnemem, door voor te stemmen Maar nu ter zake. Practïsch was een andere, verder gaande beslissing dan B. cn W. voorstelden onmogelijk. Voor 1 Juni moet deze regeling door Ged. Staten zijn goedgekeurd. Bij afkeuring was er dus geen tijd meer om een nieuwe regeling in elkaar to zetten, derhalve moest voor afkeuring angstvallig worden gewaakt, want dan zouden de cijfers van het vorig jaar worden gehandhaafd. Ge-zien het stand punt van Ged. Staten, zooals dat ten aan zien van andere plaatsen is gebleken, gin gen B. en W. met hun voorstel om den af trek voor ongehuwden op f 500, voor ge huwden op f700 en voor ieder kind bene den de 18 jaar op f 100 te brengen, nu resp. f 400, f 600 en f 50 vrijwel tot het uiterste, dat zij erkend. De raad was daarom o. i. verstandig door liever het halve ei te nemen dan de leege dop, alle amendementen en voorstellen ver werpend, dat van B. en W. aannemend. Heb halve ei, zeiden wo en dat lijkt ons niet te veel gezegd. Want dat de cijfers van B. en W. in werkelijkheid kunnen door gaan voor „noodzakelijk levensonderhoud" in deze tijden, de stereotype uitdrukking nemend zooals ze aangeeft, we zouden wel eens den heksenmeester willen zien, die dat in de praktijk bewees. Groot is ook wel de tegenstellingverhooging dor loonen door een nieuwe loonschaal, omdat de duurte enz. dat noodzakelijk heeft gemaakt stij ging der belasting dooi' geen gelijkmatige verhooging der som van aftrek voor nood- zakelijk levensonderhoud. Dat evenwel, waar hier de hoogste pro gressie. die do wet toelaat, reeds op belas tinggebied bestaat, afgezien van goed- of afkeuring, verhoogïng onmogelijk is B. en W hebben dat overtuigend aangegeven bewijst, dat er is „something rotten in tho state", waarin alleen verbetering kan komen van rijkswege, hetzij door vrij geven van do progressie, of hoe ook, wo zullen ons daarin hier niet verdiepen. En waar juist in de finantiëele verhouding tosschcn rijk en gemeenten verandering zal worden gebracht, richte men den strijd op do regeering van het rijk. Bij do regeling van het salaris van het personeel der openbare bewaarscholen en van do school voor zwakzinnigen kregen we een herhaling van de debatten bij de pas afgehandelde groote salarisherziening. Al lereerst weer de bekende pogingen om het salaris hooger te brengen, waarbij de heer Sijtsma met. een tusschenvoorstel voor de bewaarschooljuffrouwen wederom met het succes ging sleepen. Met zulke „onderkrui persamendementen", zooals de heer Dub beldeman het zei, heb je toch maar een reu- zenkans om de inooio jongen ta zijn, gelijk de volksmond het wel eens uitdrukt. Daarnevens kwamen nog andere dingen om den hoek kijken. Do heer Dubbeldeman tornde op tegen het ambulantisme, dat er niet is volgens wethouder v. d. Lip, den heor Van Hamel, voorzitter der commissie voor de bewaarscholen en anderen, maar dezo ontkenning leek ons niet geheel af doende. Speciaal niet, waar de heer Van Hamel later zooveel te kennen gaf, als dat do administratie enz. wel tijdens de school uren moest gebeuren enz. Verder probeer de do heer Dubbeldeman den strijd der on derwijzers voor bet door hen verlangde salaris van f2200—f4500 te stevigen doqr bier aan do school voor zwakzinnigen dat te betalen. Wat voor goeds kcant er echter van zulk een overbrengen van rijkspoli tiek op de gemeente? Heusch, er is al te veel politiek gedoe in den raad, die o. i. zeer wijs dcedl door den door B. en W. voorgestelden weg fce kiezen, nl. het leggen van een marge boven het algemeen door heb rijk vast te stellen onderwijzerssalaris, gelijk bovendien de belanghebbenden zelf c.n de afdeding Leiden van den Bond van N. O. ook vroegen. Opmerkelijk was het alleen, dat dis afdeeling van den Bond een lagere marge voorstond dan reeds bestaat en dus de betrokkenen wat hun bijzondere belooning betreft, achteruit wilde doen gaan Do heer Do Lange deed een prijzenswaar dige poging het gemeentebudget eenigszins to verhoogen door den huurprijs van een lap gemeente-grond te ver twee-cn-een-half- voudigen, maar trots sterke argumenten, door den heer Knuttel later nog aangedikt, wilde do raad er niet aan. 'c Is waar, het Raamland is voor bouw niet gewild, dus is eenige consideratie ter aanmoediging niet misplaatst-, maar de prijs, waarmee B. en W. kwamen, is wel bijzonder laag, naar net ook ons voorkwam. In ieder geval kan nu niet gezegd wor den, dat de gemeente alleen het oog op oigen kas heeft gehad! Heb laatste bedrijf werd gevormd door de interpellatie r. d. Zeeuw over het wei geren van toestemming door B. en W. om de muziektent in het v. d. Werffpark gratis af te staan aan zangvereenïgingen voor het geven van zanguitvoeringen. Het eenigo motief voor deze weigering, dat aangevoerd werd door wethouder v. d. Lip, was feite lijk de kwestie van censuur, die z. i. moei lijkheden zou geven. Een bepaald van breed standpunt getuigend argument was het geenszins. Leven we in een tijd, dat het be- kondo gezegde van den ouden Frits in ruimsten zin des woorda gehuldigd wordt, of niet, nl. Jedfer hat das Recht nach eigen Fassion selig zu werden? 't Is waar, dat men or met het oog op het Zondagswetont- werp b.v. wel eenigszins aan zou gaan twijr felcn De raad huldigt echter gelukkig nog het standpunt, dat ieder vrij is in zijn opvat ting en sympathieën, zooals de stemming aangaf. Met den heer Dubbeldeman zijn we overtuigd, dat onze burgemeester voldoende waarborg i3 tegen excessen. Waarschijnlijk nu drie weken rust. 'fc Is een ongekende weelde I PERSOVERZICHT. Do nieuwe Zondagswet. Prof. Sr. II. Th. Obbink zegt in „BERGOP- W AARTS": Onze Zondagswet is stokoud; over "de hon derd jaar. Zo is kreupel en blind. Ze ver toont zich bijna niet meer op straat, en ais ze er nog eens komt, raakt ze onder den voet, en loopt daarbij soms vrij ern-- stïgo kwetsuren op (zooals te Haarlem). Oir ongelukken te voorkomen, houdt ze rich am; liever binnenshuis. Een nieuwe Zondagswet is in sta'fu Eas- cendi. Of haar verschijning in do wereld met spanning wordt te gemoet gezien? Ik ge looi het niet. 't Gebeurt meer, dat de fa milie de geboorte van een kind, als een noodzakelijk gevolg van vroegere gebeur- tf.Tiirseo, met stille berusting, vreugdeloos begroet-. De stille berusting heeft in dit geval nog een speciale oorzaak. Reeds ver luidt dat de kleine, als wijlen M efiboseth, aan beide voeten kreupel is, en dab in de kraamkamer wordt gekibbeld, wie zich het lot van de jonggeborene zal aantrekken, en voc-r de opvoeding zorgen. He natuurlijke vader (de Staat) v/enschb' zich van zijn kind te ontdoen, on rracht het uit te besteden aan verschillende opvoe dt-, s (de gemeenten), van wie velen da kleine allerminst vriendelijk gezind zijn. Wat moed daarvan worden? Welk uragisch lot is bet wicht beschoren? Bij den een, die het verplegen moest, smaiWijk weggejaagd, en vluchtend naar den ander, smeekend om bescherming. Eb zoo zei er hier of daar wel oen veilige schuilplaats zijn, waar ze, in een vergeten hoekje gekoesterd wordt, en, groet gewor den, n.an haar natuurlijken vader smeek brieven schryft, om weer als kind in heb GU-derljjke huis te worden opgenomen. Maar hjj zal moeten weigeren, omdat do lieden, bij wie ze haar toevlucht zocht, haar willen blijven ©xploibsereo. En zoo vaak ze zich' buiten de deur waagt, zullen de buurjongens haar uitjouwen. Een droevig bestaan! Laat ons hopen,- dat haar en ons dit leed bespaard blijve, en ze nog in de kraam kamer sterve, ook al moeten wij 'dan nog een paar jaar verlangend uitzien naar de geb.orte van een „welgeschapen" Zondags wet. TWEEDE KAMER. Zitting van gistermiddag. Regeling van werkzaamheden. Op voorstel van den Voorzitter is beslo ten Donderdag 27 dezer, des avonds te acht ir r. de vergadering voort te zetten en voc-r deze avondvergadering aaa de orde te stellen eenigo ontwerpen, met bepaling, dat indien de behandeling daarvan dien avond niet afloopt, deze Dinsdag 1 Juni, des avonds t-o acht uren zal worden voortgezet, tenzij de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging d»»r Gemeentewet en van de Wet op de Inkomstenbelasting 1914, Dins dagmiddag 1 Juni gereed mocht zijn. In dat geval zal de behandeling van de- in de avond vergadering niet gereed gekomen onderwer pen ia de dagvergadering worden voortgezet. Voordracht leden Rekenkamer. Do VOORZITTER stelt voor, op 1 Juni a.i de voordracht voor twee leden van do Rekenkamer op te maken. Aldus wordt begoten. Interpellatie-v. d. Tempel. De VOORZITTER stelt voor, do interpeï- latie-v. d. Tempel in zake den steun vqn do werkloozen a.s. Vrijdag te houden en den duur te bepalen op anderhalf üur. .Aldus wordt besloten. Onlwerp Nager-Onderwijs-Wet. Hierna wordt voortgegaan met de behan deling van hst ontwerp Lager Onderwijswet. De heer K. TER LAAN (S. D. A'. P.)' vraagt heden niet te behandelen de artike len, waarop de nota van wijziging betrek king heeft, welke de Minister gisteravond heeft ingezonden. De VOORZITTER zegt, dst men hiermede rekening kan houden, als de behandeling zoo ver is gevorderd. Besloten wordt tot uitstel der betrekke lijke artikelen. In stemming komt hel' amsndement-0s- gendorp c.s. (politieke neutraliteit); het wordt mot 51 tegen 24 stemmen verworpen. Het amendement-Van Ravestevn c.s. (geen vermelding van de christelijke deugdea wordt met 73 tegen 2 stemmen verworpen. Aan de orde is art. 50, bepalende, dat het recht op pensioen wordt verkregen door ontslag na volbrachten 65-jarigen leeftijd, Dènev-eas door ontslag na 10-jarg-n diens?* tijd uit hoofde van ziels- of lichaamsgebre ken. De heer OSSENDORP (S. D. A. P.) licht zijn amendement toe, om te bepalen, dat het recht op pensioen ingaat na 60-jarigea leeftijd en dat op den leertjjd van 65 jaar ambtshalve ontslag wordt verleend en om voor pensioen n3 ontslag vcor ziels- of li chaamsgebreken geen 10-jarige diensttijd verplicht te stellen. De Minister van Onderwijs, de heer DE VISSER, merkt op, dat deze aangelegenhe den bij de pensioenwetten thuis behooren, waarna de heer OSSENDORP (S. D. A. P.) ztju amendementen intrekt. Bij art. 54, regelende het wachtgeld, I'ohb de lieer OSSENDORP (S. D. A. P.) een amendement toe, om in de bepaling, dat htt wachtgeld vervalt, zoodra de onderwijzer met- een diensttijd van 10 jaren cn meer, maar nog geen 25 jaren, zijn wachtgeld gedurende 15 jaren genoten heeft", het cij fer 25 te vervangen door 20. •T. MINISTER bestrijdt uitvoerig het amen "dement. Het gevolg van lie t amendement zal zijn, dat op 43- en 44-jarigen feoftijd 100 pCt. .salaris als wachtgeld verkregen zal lansen worden, waardoor voor den betrok kene elke prikkel ontbreekt om bij ophef fing van betrekking, naar öeu andere uit» te zien. Heb amendemeat-Ossendorp wordt met 41' tegen 26 stemmen verworpen. De heer OTTO (U.-L.) licht een amende, ment toe tot invoeging van een nieuw ar tikel 54bis, om onderwijzers, die lid der 'Tweede Kamer worden, van rechtswege op. non-activiteit te stellen, met do helft van he!» verlofstraktement, ten laste van het Rijk. De heer TEENSTRA (V.-D.) merkt op, dat ""de non-activiteitskwestie niet aan de» c-rdo is, anders zou hjj zich tegen Iieü amendement verzetten. Thans echter heeft dit ten doel om de ambtenaren'gelgk te stellen met andere ambtenaren. Do Leer K. TER LAAN (S. D. A P.) spreekt in gelijken zin; hjj hoopt, dat de maatregel zoo kort mogelijk zal duren. De heer J. TER LAAN (S. D. A. R) is voor behoud der tegenwoordige regeling; men moet rekening houden met het geval, dat iemand, die ambtenaar is, zjja Kamer lidmaatschap moet neerleggen. Dan zou hij volgens de opvatting van den heer Teen stra buiten betrekking zijn. De MINISTER neemt het amendement ovei, opmerkend, dat hiermede echter niet gepraejudiceerd wordt cp mogelijke andere regelingen, welke bij den rechtstoestand der ambtenaren aan de orde komen. Art. 54bis wordt z. h. st. aangenomen. Btj art. 57 licht de heer KETELAAR (V.-D.) een amendement toe, om de kosten, van de Ouderdomscommissies ten laste ran do gemeente te brengen. De heer SCHEURER (A.-R.) spreekt over het instituut der schoolartsen dat z. i. niet thuis behoort bjj onderwijs. Spr. dient met den heer Ketelaar een motie in. uitspreken de, dat het medisch-hygiënisch schooltoe zicht moet staan onder liet staatstoezicht vcor de volksgezondheid. De MINISTER bestrijdt de motie. Spr. wil de goede samenwerking tussehen schoolart sen en onderwijzers niet in gevaar brengen, dat zal geschieden wanneer men heb staats toezicht voor de volksgezondheid er tus- sc-hen schuift-. De heer v. d. MOLEN (A.-R.) acht de kwestie nog niet rjjp voor een beslissing) FEUILLETON DE HOEVE m 'T BROEK. Een roman uit Manoeren door RICHARD SKOWRONMEK. (Nadruk verboden.) 4'B) Ik sommeerde hem zijn geweer neer te leggen, maar hij lachte, rukt© het ge- veer van den schouder en zeid'o, dat ik het kon komen halen Toen ofi+stond er een voordenwisseling, ik heb bom ook wol ge tergd, en toon schoot hij op mij, trof mij echter niet, want ik was achter een zwaren pijnboom gesprongen En toen legda ik mijn geweer aanen hij lag in de sneeuw!" De oudo vrouw had rich in haar vollo lengto opgericht en haar stem klonk hard. »>Hu, en mijn beide zonen? Ik ben werke- hjk nieuwsgierig hoe gij u daaruit zult red den! Hebben die mcnschen ook eerst op u geschoten, terwijl zij in het geheel geen ge- veren bij zich hadden?" Ro houtvester wendde zijn blikken schuw ter zijde en greep met zijn handen naar de "eel, want het was alsoE iomnnd hem vilde borgen. wR cr mij niet van vrij spreken. Ik wist niet, dat uw man niet al- een was En toen ik hen daar over de zag aankomen, toen o bami- Heiland vrouw, vergeef het i toeD werd ik angstig, dat nu alles uitkomenen toenik had toch oen huis vol kindoren en daar daclib ik wat er van hen worden zou. - De- oude vrouw kreunde, van smart. Zij sloeg de handen voor heb gezicht en liet zich in den naasbbijzijnden stoel vallen. Al heb n-aa-mloozo leed, dat door de lango jaren gelenigd was, kwam haar weer voor den geest, zooals toen in dien nacht, en heb was haar alsof zij haar zonen eerst nu op d>t oogenblik geheel hacï verloren. Aan zijn eigen kinderen had" dit onmensch gedacht, toen liij haar beide zonen had omgebracht! De houtvester hield do leuning van den stoel vast en greep haar bij den rok. „Vrouw, ik heb niet veel tijd meer. Ik zal spoedig voor den Rechter hierboven staan Ik heb Hem steedls verloochend, maar nu weet ik dat Hij daar is Do ziekte, cïie ik destijds gehuicheld heb, die zond Hij mij later in werkelijk heid en bovendienheb ia rij kelijk geboethet geweten heeft mij geknaagd.... dag cn nacht." Hij riep nu luid en richtte zich opeens in zijn stoel op „God do Heer, Hemclsche Vader, help daar rijn zij weer heel dicht bij mij strekken de handen uit en willen mij voortsleep en." Hij zonk weer ineen cn er kwam roodachtig schuim op zijn lippen. „Vrouw Baginsky dén woord slechteopdat ik niet zoo vervloekt voor den rechter kom!" De oude vrouw sloeg de handen voor het gericht. „Ik zon u vergeven, mijnheer Höldprï Neen, dat kan ik niet! Dat gaat boven de menschelijko kracht De stervende sperde de oogen wijd open. „Nietvergeven?" Hij kromp m zijn stoel ineen, als kon hij daar voor iets, dat hém vervolgde, een toevlucht vinden. Nietvergeven?Zijn sidderende han den vouwden rich to zamon en hij beproef de met een stamelende stem het meest vol maakte gebed op te zeggen: „Onze Vader, Dio in de hemelen zijt Nu vouwde ook de -oude vrouw do handen en bad met luider stem tot het einde too moe. Toen zij Amen zeide en we-er opzag, was het leven naast haar gevloden. De man, die liaar zoo zwaar had doen lijden, lag lang uitgestrekt in den stoel, rijn banden hingen slap neder, maar zijn oogen stonden nog wijd open en daarin stond duidelijk nog het laatste woord geschreven, waar mede hij tot rijn rechter was genaderd: Ge lijk wij vergeven onzen schuldenaren Nu stond d!e vrouw op en bewees hem den laatsten dienst, dien hier op aarde de eeno mensch den anderen kan bewijzen. Zij streek zacht met do hand over het gericht en sloot hem de oogen. Do houtvestorsvrouw was angstig de ka mer binnengekomen. Toen rij haar man dood in den stoel zag liggen, wierp rij zich luid weenend op hem. Als kat en hond, die men te zamen in een kooi opsluit, hadden do boide menschen met elkaar geleefdgeen dag was in al die jaren zonder twist of strijd voorbij gegaan, en nu de dood tus- schcnbeido was getreden, begon de vrouw to jammeren, omdat haar man zonder af scheid van haar was heengegaan. En haar smart en haar tranen waren echt, want de dood overwint de meest verstokte harten en wischt alles uit Do oude vrouw Baginsky was voor het venster gaan staan en staarde lang in den donkeren voortuin. Nu had rij er bijna be rouw over, dat zij richzelve niet had kunnen overwinnen om een woord van vergiffenis tot den man te spreken, dat hij op zijn duisteren weg nog had kunnen meenemen. Het berouwde haar ter wille van het meisje dat haar om den hals had gehangen, cn hetwelk zij nu nog moest meedeelen, hoe haar vader gestorven was. Toen ging zij naar de vrouw, die nog steed3 aan cüo voe ten van liaar man geknield lag, cn raakte zacht haar schouder aan. „Vrouw Holder, luister naar wat u in uw smart misschien een kleine troost kaai zijn. Tussclion onze huizen is zooveel ern stigs gebeurd, dat dood noch tranen het kunnen uitwisschen. Maar Gods wegen zijn wonderbaar. Zooals Hij mij aanwees om uw man do oogen toe te drukken, zoo heeft Hij de harten van onz© kinderen tob elkaar ge bracht. En waar Hij zoo duidelijk gespro ken heeft, betaamt het ons niet-, ons daar tegen to verzettenAldus ben ik besloten .uw doebter aan mijn zoon tot vrouw te geven en beiden den Broekhof te schenken, opdat zij ciien naar eigen goedvinden kunnen besturen. Vóór ik dit echter doe, vraag, ik aan u, vrouw Holder, wilt gij mij uw kind geheel afstaan en van dit uur af aan u niet meer met haar bemoeien, zoolang rij zelf niet naar u verlangt De houtvestersvrouw was opgestaan en 6troek de loshangende haren uit heb be weend gelaat. Haar hart kromp ineen bij de gedachte, dat zij ook haar laatste kind zou moeten afstaan, want zij had het op haar manier lief on rij had niet het huwelijk, dat zij haar wilde opdringen, toch niets kwaads bedoeld. Maar wat hielp het of zij nu ook neen zeide Verloren had zij het- toch. Zij knikte dus toestemmend, want spreken kon rij niet. Vrouw Baginsky ging voort „Ik weet, dat gij en uw kind door dit- huwelijk met Daniël Bogdan een toekomst dacht te verzekeren. Daarom beloof ik u zoolang ik leef een ruimê toelage, opdat gij geen vreemd mensch ten laste behoeft te komen, en ik zal cr voor zorgen, dat mijn zoon ook na mij'n dood ook deze belofte houdt."' Vrouw Baginsky zuchtte diep „En nu bo- veel ik u in Gods genade aan, vrouw Hol der' Voor uw lrind behoeft gij geen zorg te hebben. Dat zal heb goed! hebben op den Broekhof, want ik heb hot lief!" Zij wilde heengaan, maar de andere trad haar in den weg. Haar gelaat vertrok hevig. Zij wilde iets zeggen, maar liaar lippen kon dén slechts stamelen. Zij wierp zich op den grond en omvatte do knieon van de oudo vrouw met haar armen. „O, barmhartige Heiland!En zou "hij dan niet-op genade mogen liopen, als zoo iets hier op aarde reeds mogelijk is?" Do oude vrouw Baginsky maakte rich zacht los en ging do kamer uit, want zij voelde haar hart week worden. Als zij nog langer gebleven was, wie weet of zij dan niet- ook de laatste harde voorwaarde had ingetrokken en cfic vrouw misschien had toegestaan in den Broekhof naar believen in en uit te gaan. En dat zou niet goed ge weest zijn, want twee schoonmoeders in cén huis zijn des duivels liefste tijdverdrijf Toen zij in haar rijtuig zat en de koetsier de paarden weer naar huis wilde wenden, zeide zij: „Naar Lisken!" Deze woorden waren haar, ondanks haar zelf, op de lip pen gekomen. Sedert den dag van haar hu welijk had er iets tusschen liaar en haar vader gestaan, wat in dit- uur was wegge vallen. Al die lange jaren had zij in zichzelf opgesloten stil gedragen, wat haar aan leed en zorgen was opgelegd, maar nu verlangde zij er naar haar hart bij haar vader uit te storten en uit zijn mond to hooren of zij goed gehandeld had (Wordt verv: ted.J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5