$0. 18469
LEÜDSCH DAGBLAD, Woensdag 19 fö3©i
Tweede Blad. Anno 1920.
UIT DE RAADZAAL
Oefdo salarisherziening is dan cia-
"lelijk "op do vierdo zit ting in concessie afge
handeld. Zoo ooit, dan kan men hier zeg-
ocn dat dit voorstel van B. en W. is af
gekloven tot op het been, maar het heeft
taai weerstand geboden. Per slot van re
kening is het er vrijwel ongewijzigd door
gegaan, dank zij het gevaarlijke wapen,
dat B. cn W. hadden aan doen rukken ter
.verdedigins: n I- de bedreiging om bij in
grijpende wijziging het voorstel terug te
neruen, nog aangedikt door de portefeuil-
jekwesti° van wethouder v. d. Pot. Zonder
toepassing van dit grof geschut ware de
2ege voor B. en W. mooier en vollediger
ge vreest.
Bij de afhandeling van het staartje der
salarisregeling kwam genoemd wapen
Êrenwel niet meer te voorschijn, 't Was
trouwens ook niet hard noodig, waar bij
de hoogero loonen geen drijven van betee-
kenis tot hoogero bedragen naar voren
kwam. B. en W. kwamen eigener bewe
ging een paar posten nog iets verhoogen,
overigens vielen de verhoogingsvoorstel-
Jcn wederom.
Het slotbedrijf was juist tegenoverge
steld aan wat vrijwel doorloopend aan de
oido was geweest: n.l. voorstellen tot
verlaging van het salaris van den direc
teur der lichtfabrieken on van de tracte-
menton van gemeente-ontvanger en ge
meente-secretaris! In 't eerste geval heb
ben B. en W. den strijd verloren. Uit de
'daarover gevoerde discussie wilen we
oog iets aanstippen. Van weerskanten
werden wederom appreciatie-motieven aan
gevoerd, die we gevoeglijk kunnen laten
rusten. Voor verlaging werden voorts nog
de volgende motieven aangevoerd: de
'lieer Knuttel trok een vergelijking met
,eon professor etc. en meende, dat voor
8000 gulden bot 9000 gulden ingenieurs
wel goedo ingenieurs voldoende wa-
to krijgen; de heer Sijtsma merkte
dab een vergelijking mot het
particulier bedrijf toch niet te doorstaan
was met hetgeen B, en W. voorstelden,
jcodat de directeur ook daardoor niet zou
worden vastgehoudende heer Heemskerk
beriep zich op zijn vroeger verzet, toon
destijds onder vertrek-bedreiging al een
paar periodieke verhoogingen eerder dan
rechtens den directeur toekwamen, waren
toegestaan; do heer Van Stralen zag
geen reden tot royaal zijn voor het hoog
ste salaris der gemeente, waar de lagere
zoo schriel waren behandeld.
Hiertegen mooht wethouder v. d. Pot
die voor dezen post de verdediging op
zich had gonomen, terwijl de Voorzitter
zelf voor de rest opkwam redeneeren
als Brugmans, erkennend overigens dat
van concurrentie met het particulier be
drijf geen sprake kon zijn en dit ook niet
tedoeld was, het mooht niet b 'en. Al
Toerde hij aau, dat naast de eigenschap
pen van goed ingenieur, die van een goed
commercieel leider noodig waren juist
bij den huidigen titularis zoo bijzonder te
prijzen al deed hij uitkomen, hoe per-
centagegewijs het salaris van don direc
teur eerder laag werd gehouden dan hoog
opgevoerd, al gaf hij tor vergelijking cij
fers van elders, de schrik voor een cijfer
van vijf oijfers, zooals do wethouder het
uitdru-te, was te groot cn in meerder
heid ging de raad mee met het voorstel-
Sijtsma, het salaris bepalend op f8500—
f9500.
Een terugblik werpend op de lijdenshis
torie van deze regeling, waarvoor zeven
zittingen noodig waren, middag- epj
'avondvergaderingen afzonderlijk geteld
ziet men, hoe de heele zondvloed van
amendementen tot gevolg, tot miniem ge
volg had: f 1 per week meer voor de brug
wachters, een kleine verbetering voor de
apothekers, hoog en laag, en voor den di
recteur van bouw en woningtoezicht, oen
verslechtering voor den directeur der
lichtfabrieken. Tant de bruit pour une
omelette, zou men, gelet op dit „succes^
haast zeggen, wanneer het onderwerp
niet van prima kwaliteit ware geweest.
Zeker als belooning voor al het vergeef-
schc werk,.dat de soc.-dem. fractla bij deze
herziening heeft verricht, namen B. en
W. het laatste amendement dter fractie
over, waardoor voor den onderwijzer van
„Endegeest" etc. de verhooging reeds in
gaat met 1 Jan. 1919. Hot eenigo amende
ment van de heele reeks, dat genade vond
Het is niet zonder vreeze, dat wij vra
gen wanncor volgt een nieuwe herziening,
gelet op den geest des tijds, de verhou
dingen in de maatschappij cn alles wat
dies meer zij
Ter verademing gingen daarop eenigo
punten vlug onder den hamer door. Do
heer Do Lange hield nog even een varken-
praatje. Met de hem eigen scherpzinnig
heid op het gebied van het napluizen der
verordeningen had hij ontdekt, dat in dio
der marktgeldheffing do varkens alleen
waren onderverdeeld in beeren, zeugen cn
biggen. Hij achtte dat onnoodig en prefe
reerde den soortnaam, maar een voorstel
er van te maken deed hij niet, toen B. cn
W. er niet aan wilden. Dat was ook hem
blijkbaar do moeite niet waard.
Toen volgde een tweede punt van belang.
Dat van den aftrek voor noodzakelijk
levensonderhoud. Als 'eigenaardigheid trof
ons hierbij, hoo de heer Wilmer, den socia
listen en den communist verwijtend, alleen
uit propaganda-oogpunt met hoogo voor
stellen te zijn gekomen, daaruit voor eigen
parochie een verweer-politiek maakte. Hot
spreekwoord van do balk en de splinter
Zich niet stellend op het sma'lo stand
punt der partijpolitiek zelden is dit
standpunt zóo smal geweest als tegenwoor
dig is voor de beschuldiging van den
heer Wilmer bovendien geen reden. Wat is
logischer, dan dat men, wanneer een on
derwerp ter sprake komt, daarvan pro
beert te maken, wat men kan Politiek, zui
ver© kleine politiek werd heb echter, toen
de soc. dom. fractie na het verwerpen van
haar voorstel en dat van den heer Knuttel,
toen het niet-kunnen door B, en W. inmid
dels was aangetoond, opeens bout por-
tant kwam met een wat verlaagd voorstel,
speciaal gericht op de z.g. chr. arbeiders-
afgevaardigden. Een vlieger, die evenwol
niet opging, de heer Eikerbout pareerde
uitstekend, toen hij wees op het reeds aan
wezig zijn van een tusschenvoorstel. Spreekt
men van een tusschenvoorstel, dan is uat
natuurlijk van den heer Sijtsma, die een
zekere virtuositeit daarin heeft, maar daar
over straks nog.
Den heer Dubbeldeman dachten wo op
het goede pad te zien terugkeeren, toen bij
hot amendement, waarvan liij eerste onder-
tcekenaar was, terugnam, maar het motief,
waarop hij dat deed, ontnam ons dleze illu
sie. Hij nam het terug, omdat hij meende,
dat men hem een kool zou stoven door het
aan te nemen, hetgeen het beste bewijs
leverde, dat politiek de drijfveer was bij
het stellen van het amendement, voor wel
ker consequentie hij zelf terugdeinsde. Do
overigen zijner fractie handhaafden daarop
dit polit^ek-amendement, dat kelderde. De
heer Dubbeldeman trok wederom niet de
consequentie van zijn 'terugnemem, door
voor te stemmen
Maar nu ter zake. Practïsch was een
andere, verder gaande beslissing dan B. cn
W. voorstelden onmogelijk. Voor 1 Juni
moet deze regeling door Ged. Staten zijn
goedgekeurd. Bij afkeuring was er dus geen
tijd meer om een nieuwe regeling in elkaar
to zetten, derhalve moest voor afkeuring
angstvallig worden gewaakt, want dan
zouden de cijfers van het vorig jaar
worden gehandhaafd. Ge-zien het stand
punt van Ged. Staten, zooals dat ten aan
zien van andere plaatsen is gebleken, gin
gen B. en W. met hun voorstel om den af
trek voor ongehuwden op f 500, voor ge
huwden op f700 en voor ieder kind bene
den de 18 jaar op f 100 te brengen, nu resp.
f 400, f 600 en f 50 vrijwel tot het uiterste,
dat zij erkend.
De raad was daarom o. i. verstandig door
liever het halve ei te nemen dan de leege
dop, alle amendementen en voorstellen ver
werpend, dat van B. en W. aannemend.
Heb halve ei, zeiden wo en dat lijkt ons
niet te veel gezegd. Want dat de cijfers van
B. en W. in werkelijkheid kunnen door
gaan voor „noodzakelijk levensonderhoud"
in deze tijden, de stereotype uitdrukking
nemend zooals ze aangeeft, we zouden wel
eens den heksenmeester willen zien, die dat
in de praktijk bewees. Groot is ook wel de
tegenstellingverhooging dor loonen door
een nieuwe loonschaal, omdat de duurte
enz. dat noodzakelijk heeft gemaakt stij
ging der belasting dooi' geen gelijkmatige
verhooging der som van aftrek voor nood-
zakelijk levensonderhoud.
Dat evenwel, waar hier de hoogste pro
gressie. die do wet toelaat, reeds op belas
tinggebied bestaat, afgezien van goed- of
afkeuring, verhoogïng onmogelijk is B.
en W hebben dat overtuigend aangegeven
bewijst, dat er is „something rotten in
tho state", waarin alleen verbetering kan
komen van rijkswege, hetzij door vrij
geven van do progressie, of hoe ook, wo
zullen ons daarin hier niet verdiepen. En
waar juist in de finantiëele verhouding
tosschcn rijk en gemeenten verandering zal
worden gebracht, richte men den strijd op
do regeering van het rijk.
Bij do regeling van het salaris van het
personeel der openbare bewaarscholen en
van do school voor zwakzinnigen kregen we
een herhaling van de debatten bij de pas
afgehandelde groote salarisherziening. Al
lereerst weer de bekende pogingen om het
salaris hooger te brengen, waarbij de heer
Sijtsma met. een tusschenvoorstel voor de
bewaarschooljuffrouwen wederom met het
succes ging sleepen. Met zulke „onderkrui
persamendementen", zooals de heer Dub
beldeman het zei, heb je toch maar een reu-
zenkans om de inooio jongen ta zijn, gelijk
de volksmond het wel eens uitdrukt.
Daarnevens kwamen nog andere dingen
om den hoek kijken. Do heer Dubbeldeman
tornde op tegen het ambulantisme, dat er
niet is volgens wethouder v. d. Lip, den
heor Van Hamel, voorzitter der commissie
voor de bewaarscholen en anderen, maar
dezo ontkenning leek ons niet geheel af
doende. Speciaal niet, waar de heer Van
Hamel later zooveel te kennen gaf, als dat
do administratie enz. wel tijdens de school
uren moest gebeuren enz. Verder probeer
de do heer Dubbeldeman den strijd der on
derwijzers voor bet door hen verlangde
salaris van f2200—f4500 te stevigen doqr
bier aan do school voor zwakzinnigen dat
te betalen. Wat voor goeds kcant er echter
van zulk een overbrengen van rijkspoli
tiek op de gemeente? Heusch, er is al te
veel politiek gedoe in den raad, die o. i.
zeer wijs dcedl door den door B. en W.
voorgestelden weg fce kiezen, nl. het leggen
van een marge boven het algemeen door
heb rijk vast te stellen onderwijzerssalaris,
gelijk bovendien de belanghebbenden zelf
c.n de afdeding Leiden van den Bond van
N. O. ook vroegen. Opmerkelijk was het
alleen, dat dis afdeeling van den Bond een
lagere marge voorstond dan reeds bestaat
en dus de betrokkenen wat hun bijzondere
belooning betreft, achteruit wilde doen
gaan
Do heer Do Lange deed een prijzenswaar
dige poging het gemeentebudget eenigszins
to verhoogen door den huurprijs van een
lap gemeente-grond te ver twee-cn-een-half-
voudigen, maar trots sterke argumenten,
door den heer Knuttel later nog aangedikt,
wilde do raad er niet aan. 'c Is waar, het
Raamland is voor bouw niet gewild, dus is
eenige consideratie ter aanmoediging niet
misplaatst-, maar de prijs, waarmee B. en
W. kwamen, is wel bijzonder laag, naar net
ook ons voorkwam.
In ieder geval kan nu niet gezegd wor
den, dat de gemeente alleen het oog op
oigen kas heeft gehad!
Heb laatste bedrijf werd gevormd door
de interpellatie r. d. Zeeuw over het wei
geren van toestemming door B. en W. om
de muziektent in het v. d. Werffpark gratis
af te staan aan zangvereenïgingen voor het
geven van zanguitvoeringen. Het eenigo
motief voor deze weigering, dat aangevoerd
werd door wethouder v. d. Lip, was feite
lijk de kwestie van censuur, die z. i. moei
lijkheden zou geven. Een bepaald van breed
standpunt getuigend argument was het
geenszins. Leven we in een tijd, dat het be-
kondo gezegde van den ouden Frits in
ruimsten zin des woorda gehuldigd wordt,
of niet, nl. Jedfer hat das Recht nach eigen
Fassion selig zu werden? 't Is waar, dat
men or met het oog op het Zondagswetont-
werp b.v. wel eenigszins aan zou gaan twijr
felcn
De raad huldigt echter gelukkig nog het
standpunt, dat ieder vrij is in zijn opvat
ting en sympathieën, zooals de stemming
aangaf. Met den heer Dubbeldeman zijn we
overtuigd, dat onze burgemeester voldoende
waarborg i3 tegen excessen.
Waarschijnlijk nu drie weken rust. 'fc Is
een ongekende weelde I
PERSOVERZICHT.
Do nieuwe Zondagswet. Prof.
Sr. II. Th. Obbink zegt in „BERGOP-
W AARTS":
Onze Zondagswet is stokoud; over "de hon
derd jaar. Zo is kreupel en blind. Ze ver
toont zich bijna niet meer op straat, en
ais ze er nog eens komt, raakt ze onder
den voet, en loopt daarbij soms vrij ern--
stïgo kwetsuren op (zooals te Haarlem).
Oir ongelukken te voorkomen, houdt ze rich
am; liever binnenshuis.
Een nieuwe Zondagswet is in sta'fu Eas-
cendi. Of haar verschijning in do wereld met
spanning wordt te gemoet gezien? Ik ge
looi het niet. 't Gebeurt meer, dat de fa
milie de geboorte van een kind, als een
noodzakelijk gevolg van vroegere gebeur-
tf.Tiirseo, met stille berusting, vreugdeloos
begroet-. De stille berusting heeft in dit
geval nog een speciale oorzaak. Reeds ver
luidt dat de kleine, als wijlen M efiboseth,
aan beide voeten kreupel is, en dab in de
kraamkamer wordt gekibbeld, wie zich het
lot van de jonggeborene zal aantrekken,
en voc-r de opvoeding zorgen.
He natuurlijke vader (de Staat) v/enschb'
zich van zijn kind te ontdoen, on rracht het
uit te besteden aan verschillende opvoe
dt-, s (de gemeenten), van wie velen da
kleine allerminst vriendelijk gezind zijn. Wat
moed daarvan worden? Welk uragisch lot
is bet wicht beschoren?
Bij den een, die het verplegen moest,
smaiWijk weggejaagd, en vluchtend naar
den ander, smeekend om bescherming. Eb
zoo zei er hier of daar wel oen veilige
schuilplaats zijn, waar ze, in een vergeten
hoekje gekoesterd wordt, en, groet gewor
den, n.an haar natuurlijken vader smeek
brieven schryft, om weer als kind in heb
GU-derljjke huis te worden opgenomen. Maar
hjj zal moeten weigeren, omdat do lieden,
bij wie ze haar toevlucht zocht, haar willen
blijven ©xploibsereo. En zoo vaak ze zich'
buiten de deur waagt, zullen de buurjongens
haar uitjouwen. Een droevig bestaan!
Laat ons hopen,- dat haar en ons dit leed
bespaard blijve, en ze nog in de kraam
kamer sterve, ook al moeten wij 'dan nog
een paar jaar verlangend uitzien naar de
geb.orte van een „welgeschapen" Zondags
wet.
TWEEDE KAMER.
Zitting van gistermiddag.
Regeling van werkzaamheden.
Op voorstel van den Voorzitter is beslo
ten Donderdag 27 dezer, des avonds te acht
ir r. de vergadering voort te zetten en
voc-r deze avondvergadering aaa de orde
te stellen eenigo ontwerpen, met bepaling,
dat indien de behandeling daarvan dien
avond niet afloopt, deze Dinsdag 1 Juni, des
avonds t-o acht uren zal worden voortgezet,
tenzij de behandeling van het wetsontwerp
tot wijziging d»»r Gemeentewet en van de
Wet op de Inkomstenbelasting 1914, Dins
dagmiddag 1 Juni gereed mocht zijn. In dat
geval zal de behandeling van de- in de avond
vergadering niet gereed gekomen onderwer
pen ia de dagvergadering worden voortgezet.
Voordracht leden Rekenkamer.
Do VOORZITTER stelt voor, op 1 Juni
a.i de voordracht voor twee leden van do
Rekenkamer op te maken.
Aldus wordt begoten.
Interpellatie-v. d. Tempel.
De VOORZITTER stelt voor, do interpeï-
latie-v. d. Tempel in zake den steun vqn
do werkloozen a.s. Vrijdag te houden en den
duur te bepalen op anderhalf üur.
.Aldus wordt besloten.
Onlwerp Nager-Onderwijs-Wet.
Hierna wordt voortgegaan met de behan
deling van hst ontwerp Lager Onderwijswet.
De heer K. TER LAAN (S. D. A'. P.)'
vraagt heden niet te behandelen de artike
len, waarop de nota van wijziging betrek
king heeft, welke de Minister gisteravond
heeft ingezonden.
De VOORZITTER zegt, dst men hiermede
rekening kan houden, als de behandeling
zoo ver is gevorderd.
Besloten wordt tot uitstel der betrekke
lijke artikelen.
In stemming komt hel' amsndement-0s-
gendorp c.s. (politieke neutraliteit); het wordt
mot 51 tegen 24 stemmen verworpen.
Het amendement-Van Ravestevn c.s. (geen
vermelding van de christelijke deugdea
wordt met 73 tegen 2 stemmen verworpen.
Aan de orde is art. 50, bepalende, dat het
recht op pensioen wordt verkregen door
ontslag na volbrachten 65-jarigen leeftijd,
Dènev-eas door ontslag na 10-jarg-n diens?*
tijd uit hoofde van ziels- of lichaamsgebre
ken.
De heer OSSENDORP (S. D. A. P.) licht
zijn amendement toe, om te bepalen, dat
het recht op pensioen ingaat na 60-jarigea
leeftijd en dat op den leertjjd van 65 jaar
ambtshalve ontslag wordt verleend en om
voor pensioen n3 ontslag vcor ziels- of li
chaamsgebreken geen 10-jarige diensttijd
verplicht te stellen.
De Minister van Onderwijs, de heer DE
VISSER, merkt op, dat deze aangelegenhe
den bij de pensioenwetten thuis behooren,
waarna de heer OSSENDORP (S. D. A. P.)
ztju amendementen intrekt.
Bij art. 54, regelende het wachtgeld, I'ohb
de lieer OSSENDORP (S. D. A. P.) een
amendement toe, om in de bepaling, dat htt
wachtgeld vervalt, zoodra de onderwijzer
met- een diensttijd van 10 jaren cn meer,
maar nog geen 25 jaren, zijn wachtgeld
gedurende 15 jaren genoten heeft", het cij
fer 25 te vervangen door 20.
•T. MINISTER bestrijdt uitvoerig het amen
"dement. Het gevolg van lie t amendement zal
zijn, dat op 43- en 44-jarigen feoftijd 100
pCt. .salaris als wachtgeld verkregen zal
lansen worden, waardoor voor den betrok
kene elke prikkel ontbreekt om bij ophef
fing van betrekking, naar öeu andere uit»
te zien.
Heb amendemeat-Ossendorp wordt met 41'
tegen 26 stemmen verworpen.
De heer OTTO (U.-L.) licht een amende,
ment toe tot invoeging van een nieuw ar
tikel 54bis, om onderwijzers, die lid der
'Tweede Kamer worden, van rechtswege op.
non-activiteit te stellen, met do helft van
he!» verlofstraktement, ten laste van het
Rijk.
De heer TEENSTRA (V.-D.) merkt op,
dat ""de non-activiteitskwestie niet aan de»
c-rdo is, anders zou hjj zich tegen Iieü
amendement verzetten. Thans echter heeft
dit ten doel om de ambtenaren'gelgk te
stellen met andere ambtenaren.
Do Leer K. TER LAAN (S. D. A P.)
spreekt in gelijken zin; hjj hoopt, dat de
maatregel zoo kort mogelijk zal duren.
De heer J. TER LAAN (S. D. A. R) is
voor behoud der tegenwoordige regeling;
men moet rekening houden met het geval,
dat iemand, die ambtenaar is, zjja Kamer
lidmaatschap moet neerleggen. Dan zou hij
volgens de opvatting van den heer Teen
stra buiten betrekking zijn.
De MINISTER neemt het amendement
ovei, opmerkend, dat hiermede echter niet
gepraejudiceerd wordt cp mogelijke andere
regelingen, welke bij den rechtstoestand der
ambtenaren aan de orde komen.
Art. 54bis wordt z. h. st. aangenomen.
Btj art. 57 licht de heer KETELAAR
(V.-D.) een amendement toe, om de kosten,
van de Ouderdomscommissies ten laste ran
do gemeente te brengen.
De heer SCHEURER (A.-R.) spreekt over
het instituut der schoolartsen dat z. i. niet
thuis behoort bjj onderwijs. Spr. dient met
den heer Ketelaar een motie in. uitspreken
de, dat het medisch-hygiënisch schooltoe
zicht moet staan onder liet staatstoezicht
vcor de volksgezondheid.
De MINISTER bestrijdt de motie. Spr. wil
de goede samenwerking tussehen schoolart
sen en onderwijzers niet in gevaar brengen,
dat zal geschieden wanneer men heb staats
toezicht voor de volksgezondheid er tus-
sc-hen schuift-.
De heer v. d. MOLEN (A.-R.) acht de
kwestie nog niet rjjp voor een beslissing)
FEUILLETON
DE HOEVE m 'T BROEK.
Een roman uit Manoeren
door RICHARD SKOWRONMEK.
(Nadruk verboden.)
4'B)
Ik sommeerde hem zijn geweer neer
te leggen, maar hij lachte, rukt© het ge-
veer van den schouder en zeid'o, dat ik het
kon komen halen Toen ofi+stond er een
voordenwisseling, ik heb bom ook wol ge
tergd, en toon schoot hij op mij, trof mij
echter niet, want ik was achter een zwaren
pijnboom gesprongen En toen
legda ik mijn geweer aanen hij lag in
de sneeuw!"
De oudo vrouw had rich in haar vollo
lengto opgericht en haar stem klonk hard.
»>Hu, en mijn beide zonen? Ik ben werke-
hjk nieuwsgierig hoe gij u daaruit zult red
den! Hebben die mcnschen ook eerst op u
geschoten, terwijl zij in het geheel geen ge-
veren bij zich hadden?"
Ro houtvester wendde zijn blikken schuw
ter zijde en greep met zijn handen naar de
"eel, want het was alsoE iomnnd hem vilde
borgen.
wR cr mij niet van vrij
spreken. Ik wist niet, dat uw man niet al-
een was En toen ik hen daar over de
zag aankomen, toen o bami-
Heiland vrouw, vergeef het
i toeD werd ik angstig, dat nu alles
uitkomenen toenik had toch
oen huis vol kindoren en daar daclib ik
wat er van hen worden zou. -
De- oude vrouw kreunde, van smart. Zij
sloeg de handen voor heb gezicht en liet
zich in den naasbbijzijnden stoel vallen. Al
heb n-aa-mloozo leed, dat door de lango jaren
gelenigd was, kwam haar weer voor den
geest, zooals toen in dien nacht, en heb was
haar alsof zij haar zonen eerst nu op d>t
oogenblik geheel hacï verloren. Aan zijn
eigen kinderen had" dit onmensch gedacht,
toen liij haar beide zonen had omgebracht!
De houtvester hield do leuning van den
stoel vast en greep haar bij den rok.
„Vrouw, ik heb niet veel tijd meer.
Ik zal spoedig voor den Rechter hierboven
staan Ik heb Hem steedls verloochend,
maar nu weet ik dat Hij daar is
Do ziekte, cïie ik destijds gehuicheld heb,
die zond Hij mij later in werkelijk
heid en bovendienheb ia rij
kelijk geboethet geweten heeft mij
geknaagd.... dag cn nacht." Hij riep nu luid
en richtte zich opeens in zijn stoel op
„God do Heer, Hemclsche Vader, help
daar rijn zij weer heel dicht bij mij
strekken de handen uit en willen mij
voortsleep en." Hij zonk weer ineen cn er
kwam roodachtig schuim op zijn lippen.
„Vrouw Baginsky dén woord
slechteopdat ik niet zoo vervloekt
voor den rechter kom!"
De oude vrouw sloeg de handen voor het
gericht.
„Ik zon u vergeven, mijnheer Höldprï
Neen, dat kan ik niet! Dat gaat
boven de menschelijko kracht
De stervende sperde de oogen wijd open.
„Nietvergeven?" Hij kromp m
zijn stoel ineen, als kon hij daar voor iets,
dat hém vervolgde, een toevlucht vinden.
Nietvergeven?Zijn sidderende han
den vouwden rich to zamon en hij beproef
de met een stamelende stem het meest vol
maakte gebed op te zeggen: „Onze Vader,
Dio in de hemelen zijt
Nu vouwde ook de -oude vrouw do handen
en bad met luider stem tot het einde too
moe. Toen zij Amen zeide en we-er opzag,
was het leven naast haar gevloden. De man,
die liaar zoo zwaar had doen lijden, lag
lang uitgestrekt in den stoel, rijn banden
hingen slap neder, maar zijn oogen stonden
nog wijd open en daarin stond duidelijk
nog het laatste woord geschreven, waar
mede hij tot rijn rechter was genaderd: Ge
lijk wij vergeven onzen schuldenaren
Nu stond d!e vrouw op en bewees hem den
laatsten dienst, dien hier op aarde de eeno
mensch den anderen kan bewijzen. Zij streek
zacht met do hand over het gericht en sloot
hem de oogen.
Do houtvestorsvrouw was angstig de ka
mer binnengekomen. Toen rij haar man
dood in den stoel zag liggen, wierp rij zich
luid weenend op hem. Als kat en hond, die
men te zamen in een kooi opsluit, hadden do
boide menschen met elkaar geleefdgeen
dag was in al die jaren zonder twist of
strijd voorbij gegaan, en nu de dood tus-
schcnbeido was getreden, begon de vrouw
to jammeren, omdat haar man zonder af
scheid van haar was heengegaan. En haar
smart en haar tranen waren echt, want de
dood overwint de meest verstokte harten en
wischt alles uit
Do oude vrouw Baginsky was voor het
venster gaan staan en staarde lang in den
donkeren voortuin. Nu had rij er bijna be
rouw over, dat zij richzelve niet had kunnen
overwinnen om een woord van vergiffenis
tot den man te spreken, dat hij op zijn
duisteren weg nog had kunnen meenemen.
Het berouwde haar ter wille van het meisje
dat haar om den hals had gehangen, cn
hetwelk zij nu nog moest meedeelen, hoe
haar vader gestorven was. Toen ging zij
naar de vrouw, die nog steed3 aan cüo voe
ten van liaar man geknield lag, cn raakte
zacht haar schouder aan.
„Vrouw Holder, luister naar wat u in
uw smart misschien een kleine troost kaai
zijn. Tussclion onze huizen is zooveel ern
stigs gebeurd, dat dood noch tranen het
kunnen uitwisschen. Maar Gods wegen zijn
wonderbaar. Zooals Hij mij aanwees om uw
man do oogen toe te drukken, zoo heeft Hij
de harten van onz© kinderen tob elkaar ge
bracht. En waar Hij zoo duidelijk gespro
ken heeft, betaamt het ons niet-, ons daar
tegen to verzettenAldus ben ik besloten
.uw doebter aan mijn zoon tot vrouw te
geven en beiden den Broekhof te schenken,
opdat zij ciien naar eigen goedvinden kunnen
besturen. Vóór ik dit echter doe, vraag, ik
aan u, vrouw Holder, wilt gij mij uw kind
geheel afstaan en van dit uur af aan u niet
meer met haar bemoeien, zoolang rij zelf
niet naar u verlangt
De houtvestersvrouw was opgestaan en
6troek de loshangende haren uit heb be
weend gelaat. Haar hart kromp ineen bij
de gedachte, dat zij ook haar laatste kind
zou moeten afstaan, want zij had het op haar
manier lief on rij had niet het huwelijk, dat
zij haar wilde opdringen, toch niets kwaads
bedoeld. Maar wat hielp het of zij nu ook
neen zeide Verloren had zij het- toch. Zij
knikte dus toestemmend, want spreken kon
rij niet. Vrouw Baginsky ging voort „Ik
weet, dat gij en uw kind door dit- huwelijk
met Daniël Bogdan een toekomst dacht te
verzekeren. Daarom beloof ik u zoolang ik
leef een ruimê toelage, opdat gij geen
vreemd mensch ten laste behoeft te komen,
en ik zal cr voor zorgen, dat mijn zoon ook
na mij'n dood ook deze belofte houdt."'
Vrouw Baginsky zuchtte diep „En nu bo-
veel ik u in Gods genade aan, vrouw Hol
der' Voor uw lrind behoeft gij geen zorg te
hebben. Dat zal heb goed! hebben op den
Broekhof, want ik heb hot lief!" Zij wilde
heengaan, maar de andere trad haar in
den weg. Haar gelaat vertrok hevig. Zij
wilde iets zeggen, maar liaar lippen kon
dén slechts stamelen. Zij wierp zich op den
grond en omvatte do knieon van de oudo
vrouw met haar armen.
„O, barmhartige Heiland!En zou
"hij dan niet-op genade mogen liopen, als zoo
iets hier op aarde reeds mogelijk is?"
Do oude vrouw Baginsky maakte rich
zacht los en ging do kamer uit, want zij
voelde haar hart week worden. Als zij nog
langer gebleven was, wie weet of zij dan
niet- ook de laatste harde voorwaarde had
ingetrokken en cfic vrouw misschien had
toegestaan in den Broekhof naar believen
in en uit te gaan. En dat zou niet goed ge
weest zijn, want twee schoonmoeders in cén
huis zijn des duivels liefste tijdverdrijf
Toen zij in haar rijtuig zat en de koetsier
de paarden weer naar huis wilde wenden,
zeide zij: „Naar Lisken!" Deze woorden
waren haar, ondanks haar zelf, op de lip
pen gekomen. Sedert den dag van haar hu
welijk had er iets tusschen liaar en haar
vader gestaan, wat in dit- uur was wegge
vallen. Al die lange jaren had zij in zichzelf
opgesloten stil gedragen, wat haar aan leed
en zorgen was opgelegd, maar nu verlangde
zij er naar haar hart bij haar vader uit te
storten en uit zijn mond to hooren of zij
goed gehandeld had
(Wordt verv: ted.J