LEÜDSCH DAGBLAD, Donderdag 29 April Tweede Bfed, Anno 1320. toegankelijk Eijn. De tooneeluitvoeringen worden dan wat minder on de muziek- en zanguitvoeringen in het geheel niet door de verzwaring der belasting getroffen. Ter stond kan worden toegegeven, dat deze in deeling iets willekeurigs heeft. Er zijn na tuurlijk muziekuitvoeringen, die met kunst weinig uitstaande hebben, en uitvoeringen mot zoogenaamd afwisselend programma, die het karakter van kunst naderen, ter wijl* het ovenmin ten vollo bevredigt, dat door het kiezen van een middenweg voor tooneeluitvoeringen een zuiver amusements stuk geheel eender wordt behandeld, als een openbarng van hooge dramatische kunst; doch men ontlast op deze wijze eenigermate die rubrieken van uitvoerin gen, die óf in den regel, óf althans veelal tot hot gebied der kunst' behooron en, bij gebreke van een behoorlijk criterium, schijnt een dergelijke oplossing toch altijd nog beter dan het maken van in het geheel geen onderscheid. Do thans in art. 5 sub 3o. der verorde- rin? geregelde heffing kan zonder bezwaar verdubbeld worden, meeoen B. en W. Met die fcub 2p. zouden ajj zóóver niet willon gaan, daar deze belasting thans reeds tamelijk hoog is en bjj al te groot© verzwaring .opheffing van vele abonnementen vermoe- lijk heb gevolg zou zjjn. Toch kan het tarief wel eemgszins worden verhoogd, zoodat zij v eerstellen de bedragen van f4, 17.50, f 12.50 en f25 in de geldende verordening te vervangen respectievelijk door f6, f10, f 16 on 130. Brj de toepassing der verordeaing hebben •zich geen andere moeilijkheden voorgedaan dan die, welke voortvloeiden uit de inter pretatie van het begrip „liefdadig doel" in art. 3 usb a. Zij zien echter geen kans deze bh tilijkheden door een wijziging der vcror- crefung te ontgaan, tenzij men de hier be- doeldo vrijstelling zou willea laten verval len, Waartoe wij evenwel het voorstel niet wenschen te doen. Ir. de invorderingsverordening zouden xjj den titel „Controleur der Gemeentebelastin gen1' 'overal willen vervangen door „Inspec teer der Gemeentebelastingen" en voorts aan art .7 een kleine, in de praktijk wenschelijk gebleken verruim'ng wTe.i geven, waardoor voorkomen wordt, dat aan do hier bedoelde ambtenaren de toegang wordt gewe'gerd, on der het voorgeven, dat er wel een verma kelijkheid wordt gehouden, doch deze heb karakter van openbare vermakelijkheid mist. De redactie is ontleend aan die van art. 54, derde lid, der Drankwet. De door het College voorgestelde wijziging, komb m hoofdzaak hierop neer, dat de briasting nu zal 'bedragen: lo. voor openbare vermakelijkheden, tct welke toegang wordt verleend tegen betaling van geld, om het even of deze betaling bij den ingang geschiedt, reeds geschied Is, of neg moet geschieden en of in dat" geld de prijs dei- vertering, een gedeelte van dien prijs, verplichte plaatsbespreking, aanschaf- iing van een programma of iets dergelijks is begrepen: 10 pCt. der onzuivere opbreugst. indien de vermakelijkheid bestaat uit een muziek- en/of zanguitvoering (muziek door automo- tisobe instrumenten daaronder niet begre- per); 15 pCt. der onzuivero opbrengst, indien de vermakelijkheid bestaat uit een tooneel- voorstelling; 20 pCt. der onzuivere opbrengst voor elke andere vermakelijkheid; 2o. voor bet hebben van een zelfwerkende piano, orchestriou, gramopheon of ander au tomatisch muziekinstrument in een voor het publiek toegankelijk gestelde inrichting, waar sterke of andere draak of eetwaren worden verkocht om ter plaatse van den verkoop te werden gebruikt, per kalendermaand, ge deelten (laarvan voor een geheele gerekend: voor localiteiten kleiner dan 50 vic-rk. M. f6; voor idem van 50 vierk. M. tot beneden 100 vierk. M. f10; voor idem van 100 vierk. M. tot boneden 200 vierk. M. f 16; voor idem van 200 viork. M. en daarboven m. 3o. voor andere dan do sub lo en 2o bedoelde openbare vermakelijkheden: e.* voor zoor/er zij worden gehouden-in de open lucht: voor elko 100 vierk. M. van de voor het /bliek bestemde ruimte of gedeelte daarvan per etmaal of gedeelte daarvan fl met een minimum, van f4; Jx voor zoover zjj niet in .de open lucht worden gehouden: voor elke 50 vierk. M. van de voor het publiek bestemde ruimte, of gedeelte daar van, per etmaal of gedeelte daarvan f2. De inwerkingtreding wenschen B. en W.- te stellen op 1 Juli 1920. Amendementen op de salarisregeling. Bohalve do amendementen van dr. Knut tel op do door B. en W. voorgestelde sala risregeling, waarvan wij medodeeliivg de den, zijn er nog eon aantal amendementen ingekomen. Yoor zoover dezo betrekking hebben op do nog to behandelen regelingen, laten we do voornaamste hier volgen. Do heer on Dubbeldenian en Van Stralen wenschen de kla6SCJi bij do brugwachters en politic-agenten to doen vervollen, waar mede den gepaard gaat een verhooging. dor wedde van de functionarissen 2de klasse. Do agenten zouden dan beginnen met f 35 en eindigen met f 42do brugwachters zouden.volgens-dit amendement krijgen f28 tot f 34. Het salaris der adj -inspecteurs, door B. en W. gesteld op f 2400 tot f 2300, willen, zij brengen op f 2200 tot f 2600, van do inspecteurs van f 3000 tot f 3400 (B- en. VV. komen tot een eindbalaris van f 3800) met opheffing der klas6e-indcebng. Het sa laris van den hoofdinspecteur van politie willen zij bepaald zien op f 3100. tot f 3800 (B. en W. hebben f 4000 tot f 4500). Van den waag en ijkmeester en den adj.- directeur .markt- en havendienst stellen zij nog verhoogingen voor van resp. f 200 en f 300. In staat D worden ook verschillende wij zigingen voorgesteld, die in de meeste ge vallen een aanzienlijke verhooging betcc- kenen. Met betrekking tot bet verplegend per soneel stellen zij voor de klassen to laten vervallen en hun te noemen reep. leerling verpleger (ster) en verpleger (ster), onder de laatsten te verstaan gediplomeerde of daarmede golijk to stellen verplegend per soneel. Hun jaarwedde te regelen ais volgt: In wonend Icorling verpl. late jaar 11200 2i3a jaar f 13503de jaar f 1500 - Inw. verpl. f 1800—f 2200. Aftrek voor kost en inwoning f 750. Hoofd.verpl. f 2200 f 2600. Alle verplegenölen vrije bovenbleeding te verstrekken op dezelfde wijze als bij de po litie te regelen. Adj. fröbel-onderw. f 1400f 1800 op 91-jarigcn leeftijd; f 100 minder voor elk jaar jonger. Voor do linnen en tafeljuffrouw de klas sen te laten vervallen en hun jaarwoddo respectievelijk te brengen op f 1800 f 2200 en f 1400—f 180O. Bij do betrekkingen naaister cn strijk ster zullen zij de klassen laten vervallen en voorts stellen zij voor het keukenperso- ncel aanzienlijke verhoogingen voor. Eindelijk stellen zij nog voor ook de loo- ncn der losse werklieden in dienst der ge meente en die der lantaarnopstekers, te verhoogen. De heer De Lange stelt voor, voor de administratieve ambtenaren „hoofdambte naar" te vervangen door adj.-referendaris on de titel „bouwkundig hoofd-ambtenaar" aan den technischen hoofdambtenaren toe to kennen. De heeren Stuurman en Splinter hebben voorgesteld do jaarwedde van den direc teur van het bouw- en woningtoezicht al dus te regelen: minimum-weddo f 4200; maximum f 5200 met 4 twee-jaarlijkscho priodieke verhoogingen van f 250. (B. en W. hebben f 4200 tot f 4800). De heer J. G. van der Zeeuw stelt voor de verordening aldus tc wijzigen, dat al leen salarissen beneden f 6000 per jaar worden verhoogd. Do hoer Dubbeldeman eindelijk wil de regeling terugwerkende kracht geven tot 1 Januari 1019, en niet, zooals B. en W., tot 1 Januari 1920. -X- TWEEBE KAMER. Vergadering van gisteren. 'r' Wetboek van Strafvordering. 'Aan de orde was de stemming ov6r de amendementen van den heer DRESSELHUYS (V, L.), op de artikelen 282, 283 en 284 van het Wetboek van Strafvordering (in voering van het kruisverhoor.) De amende ment er» werden verworpen met 48 tcgon 24 stemmen. Art. 282, 283 en 284 werden goedge keurd. Aan do orde waa artikel 400, luidende, dat sicchts met eenparigheid van stemmen kan worden bewezen verklaard datgene, waarvan de verdachte in eersten aanleg is vrijgesproken. Do heer DRESSELHUYS (V.-L.) wijst er op, dat de redactie onhoudbaar is, vocral van het tweede lid, luidende: Indien alleen de verdachte in hooger be roep is gekomen, kan hij ter zake van het geen in eersten aanleg te zijnen laste bewe zen is verklaard, niet tot een zwaardere Seraf worden veroordeeld, dan hem brj het vonnis is opgelegd. - Bovendien heeft de Minister er nog aan toegevoegd, dat {li© eenparigheid niet is vereischt, als bij een alternatieve ten-lasto- Iegging is beslist, dat door den verdachte een der hem ten laste gelegde feiten is be gaan. Spr. zet met détails uiteen, dat tech nische bezwaren de toepassing reels onmo gelijk maken. De Minister van Justitie, de heer HEEMS KERK, bestrijdt dit betoog. 1/3 i. is dit artikel thans zeer duidelijk. Het betreft hier het punt, waarop! do verdachte is veroordeeld. De heer DRESSELHUYS (V.-L.) dient) een am «idem ent in, om de laatste toevoe ging van den Minister te laten vervallen. -■ e heer BEUMER (A.-R.) plaatst zich aan de zijde van den Minister en bestrijdt het amendement, dat z.i. een verslechte ring is. De hoer VAN SCHAIK (R.-K.) is vóór het amendement. Dc heer VAN DOORN (U.-L.) bestrijdt het amendement. Bot amendemeot-DRESSELHUYS, om de laatst genoemde toevoeging te schrappen, wordt verworpen met 43 tegen 29 stemmen. Art. 400 wordt goedgekeurd. Titel VII.' (Rechterlijke bevelen tot hind- having der openbare orde). De heer KLERREKOPER (S. D.) be toogt, dat in dezen titel de positie van den verdachte wordt verzwakt en dat hier pre ventieve hechtenis wordt ingevoerd, waar zq tot nog toe niet bestond. Hij vreest, dat van deze bepaling gemakkelijk misbruik ge maakt kan worden; hij ziet er in een open deur voor groote willekeur, die zich kan uiten tegen iedere staking, tegen ieder ver zet, terwijl de bepaling, dat de bevelen do godsdienstige of staatkundige vrijheid niet mogen beperken, z.i. geen waarde heeft. De Regeering vecht tegen haar tegenstanders met middelen als hechtenis en vasthouding en spr. hoopt, dab geen partjj in de Kamer dit zal toelaten. Do heer REYMER (R.-K.) betoogt, dat de heer Kieerekoper zeer overdrijft. Met het ontwerp in zake de revolutionaire woelingen heeft dat ontwerp niets uit te staan. Alle veiligheidsmaatregelen bij de toepassing zijn gesteld en^dus valt niets te vreezen van'het geen do heer Kieerekoper wei vreesde. De heer "BEUMER (A.-R.) betoogt even eens, dat van willekeur geen sprake kan zijn Er moet gevaar zrjn voor voortzetting, wan neer eerst heb geval is ontdekt op hort er- daad. De heer DRESSELHUYS (V. L.) voor ziet ook geen enkel gevaar. Do MINISTER zegt zoo onschuldig als ten pasgeboren kind te zijn aan daze bepa ling. Met het ontwerp in zake de revolu- tiornaire woelingen heeft zij niets te maken. De bedoeling is echter duidelijk. Allerlei v.uhehoud is gemaakt on eenig gevaar voor willekeurige boepassing is er daarom niet. Lc preventieve hechtenis is een herhaling of voortzetting te belemmeren en niet om den gang van het recht te belemmeren, ge-- jgk de heer Kieerekoper meent, jvïens be zwaren al te veel berusteu op zijn levendige fantasie. Art. 509 komt in stemming en wordt aan genomen met 48 tegen 12 stemmen. Na art. 518 stolt de heer DRESSEL HUYS "(V.-L.) een nieuw art. 518a voor, ten aanzien van de zekerheidstelling. Do MINISTER neemt het amendement over. De eindstemming zal plaats hebben Dius- dag 11 Mei. Lager Onderwijswet. Voortgegaan wordt mot het ontwerp La ger Onderwijswet. Aan de orde zijn do ar tikelen. Titel I. (Algemeene bepalingen). De algemeene beschouwingen worden ge opend. Do heer ABR. STAALMAN (Neutr. P.) behandelt de beteekenis van do lichamelijke opvoeding voor het onderwijs. Hij heeft er bezwaar tegen, dat aan de klasse-onderwijzers opdracht wordt g ge ven om de lichamelijke opvoeding ie ici- dcn. Zij zijn daar niet alle geschikt voor. Bij dit wetsontwerp wordt dc lichamelijke opvoeding weer verwaarloosd. Spr. dringt op veel krachtiger bevordering aan, o a door liet beschikbaar stellen van groot© sommen gelds. De heer GERHARD (S. D. A. P.), be toogt, dat het onderwijs jaren cn jaren do voetbal van de politici ls geweest. Thans is het mogelijk het onderwijs vrij van de politiek tes behandelen. Hij wijst er op, dat er steeds meer vakken bij het onderwijs zijn gevoegd zonder dat men de vraag stelde, of dat alles wel nuttig was. Do lagere school begint veel te vroeg met het lezen en schrijven. Hij zou niet vóór het negende jaar willen beginnen. Die kwestie is eigenlijk nooit goed onder zocht. Het inpompen van kennis is het eenigc doel, dat men zich stelt; dc parate kennis acht men onmisbaar. Het kind leest reeds voor het nog voldoende gees telijke ontwikkeling heeft om daarvan voordeel to trekken. Er wordt zeer voel tijd in de scholen vermorst. Alle leer plannen en verplichte leervakken acht hij uit den booze, al erkent hij, dat ieuer on derwijzer een plan moet hebben om vol gens te werken. Hij moet de kinderen leeren denken, oordeelcn, waarnemen en begrijpen. Ten slotte oppert hij bezwaren tegen cl© eenheidsschool, wanneer dat beteekent do gelijk- en gelijkvormigheidsschool. Spr. wil, dat .üjder kincl ten volle gelegenheid krijgt om zijn aanleg en geschiktheid tot volledige ontplooiing te brengen, omdat het kind voor het leven leert. Het is echter niet aan tc geven, waarin de cischen van het leven bestaan. Men komt dan tot dc Christelijbo en maatschappe lijke deugden, waarover men het nooit eens wordt. Voorbereiding voor het leven'? Maar wat eïscht' dan heb leven'? Spr. meent den arbeid en den gemeenschapszin. De grondslag vah de school moet dus door deze beide ge vormd worden. De wet moet dan ook zóó zijn, dat dit bereikt kan worden. En dit ia het geval nog aiefc. De weg moet ruimte la ten voor de vrije ontwikkeling van het on derwijs en het belang van de maatschappij. De heer SNOEOK HENKEMANS (C.-H.) behandelt het TJ.L.O.- en "M.U.L.O.-onder wijs. Heb U.L.O. moet weer M.U.L.O. wor den. Döz© wet is een miskenning van het M.U.L.O.- en omschrijft de ©isdien preciea zonder eenige speling Ie laten. Spr. ontkc-nt, dat het de betere klassen alleen zijn die de M.U.L.O.-sckool bezoeken. Hij geeft voor beelden uit. Den Haag om te bewijzen dat-het tegendeel waar is. Vervolgens verdedigt hij het behoud van het Fransch ook in de lagere klassen, omdat heb van voel belaag is één 'vreemde taal te kennen. Met nadruk komt hg op tegen oivelleeringspogingen, waardoor de nu-er begaafden worden benadeeld. De heer RUTGERS (A.-R.) behandelt de artikelen 7, 8 en 9, bevattende algemeene bepalingen over den bouw en de inrichting der gebouwen en bespreekt de voorwaarden in art. 1 vervat, die z.i. niet voldoende zijn gegarandeerd. 'Le vergadering wordt verdaagt tot heden één mm De heer KETELAAR (V.-D.) bestrijdt den SEMEENTEZAKEN. Adviezen der Oommissie van Financiën'. T)e Commissie van Financiën deelt mede, zij tegen de door B. cn W. voorgestel- wijziging der verordeningen op do hef- nK ©ener plaatselijke direct© belasting aar het inkomen en de verordeningen, re dend de heffing en^de invordering van hen belasting onder naam van Havengeld en Bruggeld, geen bedenkingen heeft. Evenmin heeft de Commissie bezwaar 'éeeen do beschikbaarstelling van golden Joor de verbetering van zes beambtenwo- ®ingen van het Openbaar Slachthuis.. Vergunning tot vergrooting van een schuurtje. Ouder overlegging van een verzoek van Lucas, geven B. en W. den Raad in over -ging, aan adressant vergunning te verlee om oen houten schuurtje in den tuin i perceel Witte Rozenstraat No. 38 te ogen vergrootén. lste Suppletoir Kohier H. O. Door B. en |W. wordt aan den Raad ter aststelling aangeboden het lste supple er kohier der plaatselijke direct© belas- *ng dienst 1919/1920. Bij onveranderd© vaststelling zal het be- -tbaar inkomen bedragen f 1,241,460. erhocging der belasting op de openbare vermakelijkheden. l)e noodzakelijkheid, om do gemeentelij- 'c inkomsten nog langs andera wegen, dan Heen langs dien van den hoofdelijken om lag te versterken, leidt B. on W. er too uitvoering te geven aan een reeds bij do 'emorie van Antwoord op do begrooting .in het loopende dienstjaar aangekondigd voornemen, door den Raad, n.l. dc vorhoo- gmg in overweging te geven van da belas ting op de openbare vermakelijkheden Nagenoeg allo greotere gemeenten gis .en in dezen Leiden reeds voor. De belas ting werd in 1919 of begin 1920 gebracht: ia Amsterdam, Rotterdam, 'a-Gravenhige, Nijmegen, 'a-Hertogonbosch, Tilburg, enz. op 20 pCt., in Haarlem op 16 pCt., in Arn hem op 16 pCt. bioscopen 25 pCt. terwijl in Utrecht do heffing varieert tus- scheu 10 pCt, en 20 pCt, op een wijze, .waarop zoo aanstonds wordt teruggekomen Leiden komt dus laat met een vorhooging, doch in Leiden kwam de eerste verorde ning ook pas, na verschillende mislukkin gen, in September 1918, tot stand. Het soheen niet gewenscht do belasting al te spoedig na haar invoering reeds te verhoo gen; ook voor belastingen toch geldt, dat de mousch zich het best langs geleidelij ken weg aan iets nieuws aanpast. Nu de verordening ruim een jaar werkt, mag geconstateerd worden, dat do nadee- lige gevolgen, welke van haar door onze stad gevreesd werden, ten eencn male ach terwege zijn gebleven. Op grond van de opgedane ervaring mag verwacht worden, dat tegen do vorhooging dor belasting weder dezelfde bezwaren van do zijde der ondernemers zullen rijzen ah indertijd bij de invoering cn dat deze zeer spoedig even weinig gerechtvaardigd zul len blijken, aldus B. cn W. Waar de heffing van do zoekers van ver maak eenige extra-bijdrage verlangt in de gemeentelijke lasten, daar is het ongetwij feld te betreuren, dat werkelijke kunst niet vermaak over één kam moet worden geschoren. Intussehcn hebben alle pogin gen, om ©en bruikbare scheidingslijn tus- Bchcn beide terreinen te vinden, gefaald. Enkele der allergrootste gemeenten heb ben ten slotte de oplossing gezocht in een uniforme belasting naast plannen tot sub- sidieering van goedo kunst. Daarnaast heb bon andere^ zooals Arnhem, Maastricht, Groningen en Dordrecht een zwaardore hef fing uitsluitend voor de bioscopen ingevoerd B. cn W. lacht het meest toe hot systeem, dat nu onlangs in Utrecht is aanvaard, waarbij een drieledige indeeling is gemaakt van do vermakelijkheden, die tegen entréo FEUILLETON. DE HOEVE IN 'T BROEK. Een roman uit Masoercn door RICHARD SKOWRONNEK. (Nadruk verboden.) 80) r „O, li©ve, beste jongen, dank je, hoor! je, ik kan het niet holpcn, maar het gaat immers niet anders! Daarom is hot 't bost©, dab ik heenga, anders kom jij ook Nog in ellende. Maar, nietwaar, nu dat al lee uit is, mag ik je nog één keer op je lieve ©ogen kussen? Je behoeft er geen aisohuw van te hebben, wanb ik heb nog nooit ©en ander gebist!" Toen brak heb bijna hot hart en al ver bette hij er zich ook tegen, hij moest, on TOoht haar mond on cïacht aan niets andera dien al maar door t© kussen, zoolang bij haar in zijn armen droeg. Maar zij sloot haar oogon en nestelde met. een glimlach baar hoofd tegen zijn wang. Allo schuwheid waa van haar weggenomen, want heb ging mmiors naai' het einde! En zij wns tevreden, wanfc meer nog dan haar droom was in vervulling gegaan: Zij had nu nog bij lvaar leven gekregen, wat zij *>ch eerst voor dia ar dood gewenscht had.... ,®en duw van zijn voet deed do losjes ge- en dour van. do Broeklioevo opengaan, n u© oude vrouw, die in do grootte kamer, enzaain aontor haar gobc r' onboelc zat, •©brok lievig. ••Hier, moeder, neem haar bji je en laat zij er niet onder lijd/en, dat ik haar bij je breng. Zij kan heb niet helpenJo zal mede lijden met haar hebben, want zij wilde een eind aan haar leven maken Zoo zette Jan zijn lichten lash op do bank bij de kachel en voordat do oude vrouw van achter do tafel gekomen was, bad hij do deur reeds weer achter zich dichtgetrok ken, floot Slowik, den hond, en ging snel den weg terug, dien hij gekomen was. Dab scheen hem in zijn benauwenis d© eonigo weg, hoewel hij niet wist, waarheen, hij voeren zou. Maar ééu ding wist hij stel lig, dab zijn moeder niemand van haar drem pel wees, die hulpelocs was. Dnis zou zij ook wel erbarmen hebben met de kleine, hoewel zij de dochter van Holder was, en haar, de gedaobto uit het hoofd praten, om zioh neb leven te benemen. Voor hem was zij dan wel is waar tooh verloren, maar daar was nu eenmaal nieto aan te veranderen. Zij was de dloohter van houtvester Holder en bij de zoon van Adam Bagdnsky en tusschon hen beiden stond die onzalige eed, dien hij gezworen had te zul len wreken, voor zijn knecht-. En dat kon geen wind doen wegwaaien, geen regen af- wissohen, dab was het erfdeel, waarmee zij ter wereld gekomen waren. Maar waar bleef dan de zorgende hand van de Voorzienigheid, waarvan hij op sohool had goleord, dat zij over die paden van elk mensohenirind waakte? Hoo had Die hot gedoogd, dat twee menschen, die elkander liefhadden, elkaar nog erger moesten haten dan do nacht den dag cn hot. water het vuur? Zoo zou je haast wol liopoloos worden, en het vermoeden krijgen, cSat die menschen gelijk hadden, die elko gebeurtenis dezer wereld aan een blind' toe val toeschreven; een toeval, dab zieli hei melijk verheugde, als heb do noodlotsdaden van do afhankelijke mensohen eens flink in elkander geward had. En als dat zoo was, waarom moest hij dan met kleingeestige twijfelingen dulden, in plaats van met ruwe hand maar in de zen ordeloozen warboel in to grijpen en tot zich to trekken wat zijn begeert© op wekte? Voor wieu had hij d!an nu dit jonge loven gered? Voor een boerenlummd, wiens vader naar zijn erfdeel streefde' En als die dan bij het vuur zat en zijn begeerigo blikken op liet lieflijke, kloino liohaam liet ruston, dat hij in zijn armen bad gohad, dan zou bij onrustig en dak loos langs den landweg loopen en om zich zelf lachen, dat hij zioh toen met flauwe, bange gedaohton bal opgehouden, terwijl er maar van één ding sprake had mogen zijn: do krachtige en doelbewuste daad!.... Terwijl hij nu door heb moeras naar zijn schuilplaats terugging, berouwde het hem, dab hij niet maar dadelijk dezen weg was ingeslagen, toen hij r.og het meisje in zijn armen droeg. Dan hadden allo mensohen, dio hem nu al voor een uitvaagsel van het menschdom uitscholden, ten minst© een or- dentelijken grond gehad om over hem liun mond open te doen! Maar nn was hij ©on lamioe goedzak, die allerlei koene beslui ten nam, als hot rechte oogonblik om ze uit te voeren voorbij was; die zioh als oen held gedroeg, maar eerst achterna mot al lerlei maren aankwam vanöfit hodb je moeten doen en dat, terwijl daar buiten de slag al lang beslist was. Misschien zou, als zijn jeugd anders g©- weesb was, alles gegaan zijn, zooals hij nu alleen maar dacht. Ehis waren de veertien jaren, clSe hij onder de schoolmeesters had doorgebracht, niet zoo maar met één ge- baar uit. te wisschcn, en terwijl hij in ge dachten met do menschelijko stellingen en zeden brak, schit eerde er door do duister nis als een zwak liohtjo van hoop van verre hem toe, dat alles tooh misschien nog wel ten goede zou leiden, zooals het lichtje, dat hem den weg naar zijn meeder had ge wezen. Wie kon weten, wat tusscben die twee menschen in do. groote kamer van de Broeklioevo nu voorviol on -of de bruine oogen van het meisje bij zijn moedor niet meer vermochten dan zijn koppig optreden? Dan kwam misschien zijn moeder, wel tot rede enja, wat zij eigenlijk zou moe ten doen, daaraan durfdo hij in het geheel niet denken. Maar niettogenstaancle allo duistere gedachten, die hij juist had go- koesterd, was er in zijn hart nog iets leven dig uit den tijd, toen zijn moeder voor hem het begrip van de aarcbche almacht- ver tegenwoordigd had, die den jongen do gou den appelen uit den Kerstboom toereikte of hera in de donkere kamer opsloot, al naar hij belooning of straf had verdiend. En wie weet, misschien was ook nu haar hart geroerd, cn vond zij voor al zijn ellen- do hot juiste woord, dat slechts een moe der spreken kon, want hier bad zij alleen de macht te binden of te soheiden. Als zij datgene goedkourcle, waarnaar in den nacht vol wanhoop zijn vorlanger.de wenschen zioh uitstrekten, wie kon dan nog iets legen hem aanvoeren? Zóó ging hij over moeras en heidegrond, sprong over diepe greppels en ging dóór gevaarlijk borrelend water, cn toen hij aan de overzijde van het eiland weer vasten boden onder zijn voeten, voelde, was, na alle onrustigo gedachten, eon bijna blij ver trouwen over liern gekomen. En toen lui zich, in Guzek's pels gewikkeld, op zijn legerstede uitstrekte, vlogon zijr. droomen al in een lachend} cn gelukzalige toekomst vooruit, waarop hij zoo juist nog zoo aar zclend had gehoopt, en waarin her. woord van zijn moeder al tot een vanrelfspTekend verleden behoorde Maar tusscben d© twee menschen in d© groote kamer van do Broekhoeve ontstond na Jan's vertrek een lang stilzwijgen. Do oude vrouw streek mot de liaud over do oogen, als kon zij daar misschien uitwi3- schen, wat zij zoo juist gezien had. Dat wa/t imracra haar zoon geweest, dio daar tot haar gesproken bad, en het kleino meisje, dab altijd nog op do bank bij de kachel zat, en haar met ©en paar schuchtere oogen aankeek, was toch do dochter van den man, dio haai' man en haar zonen had vermoord 3 En zij keerde zich niet om eri ging niet heen, zooals hij, die a.ls oen hersenschim van haar verterend verlangen voor haar oogon was verschenen en weer verdwenen, maar zij bleef zrtton en keek raar haar als naar een verdwaalden vogel, die hier bij haar oen sohuilplaats zocht. Haat on medelijden voerden tweestrijd in haar hart en bijna hief zij dc band op, om de ongovraagdte indringster de deur t© wijzen. Daar zag zij, hoo do kleine o.nhoorb«ai van haar plaats opstond en langzaam lan-sj den muur naar den uitgang schoof. Toen »serwon het medelijden in haam maar rt»ch klonk dc stem ruw, toen zij zeido „Waarom blijf jo niet ritten mot je lam men voet? Heb ik jo don mijn huis verb»* denï't (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5