LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 23 Maart. Tweede Blad. Anno 192& Gemeenteraad van Leiden FEUILLETON. Ouden van Dagen. two. 18423 -y (Vervolg van gisteren). t Ingekomen stukken. Van <Ie verdere ingekomen stukken willen, jve nog vermelden: Een verzoek van een ï?3-tal onderwijzers(essen) om de moties tot Afschaffing van het ambulantieme niet aan te ^emeo. Een voorstel van de heeren De la Rie, v. jl. Zeeuw en mevr. BaartBraggaar om de aftrek voor eerste levensonderhoud bij de inkomstenbelasting te bepalen op f 800 voor ongehuwd en, f1200 voor gehuwden, met af- Vrck van flOO voor ieder ldnd. Een voorstel van den heer Knuttel de af trek voor allen te bepalen op f1500. Een voorstel van den heer Oostveen om fcdhaesie t9 betuigen aan het adres van den ïaad van negen van den Nat. Bond voor plaatselijke keuze inzake het ingediende wets ontwerp van de heeren Rutgers c.s., dat spoedig van praeadvies zal worden voorzien, jsooals de Voorzitter toezeide. Een voorstel van den heer Groeneveld om inzake de weigering vau Ged. Staten om den heer J. Tjalsma toe te laten als lid der Schoolcommissie in hooger bercep te gaan foij de Kroon. De VOORZITTER raadt aan, niet hierop In te gaan. Do heer GROENBVELD meent, dat de caad geen genoegen kan nemen met de be slissing van Ged. Staten. De redenen van niot-toelaten lijken hem zeer gezocht. Ged. £faten hebben niet alleen gehoord den dis trictsschoolopziener, ook den airondisso- imentsschoolopziener en zelf B. en W. van LeideD Naar het advies van de laatsten is hij zeer nieuwsgierig. Zoo geniepig achter den raad om. De VOORZITTER protesteert tegen dei-ge lijke insinuaties. - In 1918 heeft de schoolcommissie vijf maal vergaderd, dus houdt, vervolgt de heer Groeneveld, het m-otief, dat het werk zoo omvangrijk is, dat het niet vereenigbaar is met de taak van onderwijzer, geen steek. Professoren kunnen, dat blijkbaar wel ver een igeo. En wat betreft, dat een mindere •gezag zou krijgen over een. meerdere, de commissie is er een van toezicht en advies, Biet van gezag. Do heer OOSTDAM, hoewel voorstander van een kenner der soc.-dem. in het bezetten ivan commissies, acht het ptandpunt van jGed. Staten juist. De heer Tjalsma kan b.vs geen toezicht houden door bezoek zonden zelf de school te verzuimen. De heer VAN STRALEN: Aan de benoa- ïuing heb je zelf meegedaan. De heer OOSTDAM: Toen wist ik niet, flat de heer Tjalsma nog in functie was. De heer A. MULDER meent, -lat de zaak heel 'eenvoudig is. De heer Tjalsma kan een san beide betrekkingen toch nemen. De heer SIJTSMA wijst er op, dat de taad wist wat hy deed door den heer Tjalsma to benoemen en daarom is hrj voor de conse quentie daarvan. Hy vereenigt zich, zonder in do termen van den heer Groeneveld te Vallen, met diens beoordeelihg van de mo tieven van Ged. Staten. De heer KNUTTEL zegt, dat weer eens blykt, hoe volkomen schijnbaar de democra tie in Nederland is bij zoo'n eenvoudig be sluit, dat om futiele redenen vernietigd wordt. Alleen uit een oogpunt van demo cratic moet men al in beroep gaan. De heer DE LANGE is van oordeel, dat, bis democratie Is desorganisatie, de heer Knuttel gelyk heeft. Hfl is altijd tegen den heer Tjalsma geweest, niet als soc.-dem. anaai ais onderwyzer. Een ware democratie komt uit in een goede organisatie. uo heer KNUTTEL: En in eerbiediging Her raadsbesluiten. Wethouder v. d. LEP meent, dat de raad hier geen recht van hooger beroep hoeft. De voorbeelden wijzen uit, dat dit alleen^ is ban. den naast belanghebbende, dat is hier 1de heer Tjalsma. Laat deze zelf in beroep gaan. De heer Groeneveld is er met zijn wekende oppervlakkigheid weer op los ge trokken. Trouwens, Ged. Staten hébben niets vernietigd, alleen maar bezwaar gemaakt tegen de combinatie lid schoolcommissie-on derwijzer. Hij verdedigt verder de houding vau Ged Staten, in welken geest ook door heb college van B. en W. isl geadviseerd Wat hem betreft, benoeme men oen anderen soc.-dem. De heer GROENBVELD houdt vol, dat de raad wist, dat de heer Tjalsma onderwijzer was. Hy zelf heeft het gezegd, wethouder Peia ook. Het spijt hem, dat de heer Oost- dam dat niet gehoord heeft, maar hij kan niet aannemen, dat de heele raad heeft zitten maffen. Z.i. is de kwestie voor den heer Tjalsma van het minste belang, want het geeft hem geen cent. De heer WILMER is voor het in beroep gaan door den heer Tjalsma zelf, van wien hij een hooger dnnk heeft dan blijkbaar de heer Groeneveld, gezien diens laatste uitdrukking. De heer KUIVENHOVEN, geenszins 'de bezwaren van Ged. Staten deelend, gaat met den heer Wilmer mee. Do heer KNUTTEL meent dat door de jmistery, waaraan hij maling heeft, maar die niettemin bestaat, de heer Tjalsma werkelijk de eerst belanghebbende is. Van een beroep van den raad, die toch secundair bij' de zaak betrokken is, gaat echter meer kracht uit. Om een onzuivere stemming te vermijden raadt hij den heer Groeneveld aan zijn voor stel terug te nemen, al zal hij voorstemmen. De VOORZITTER stelt er prijs op, de aan dacht te vestigen op 'b feit, dat by1 't vragen van advies het college van B. en W. dat geeft niet als uitvoerders van raadsbesluiten maar als regeeringslichaam. Het voorstel-GROENEVELD wordt ver worpen met 18 tegen 12 stemmen (die der s.-d. en der heeren Knuttel, Sijtsma en Van Gruting). "Agenda. lo. Benoeming van oen lid der Commis sie van Toezicht op het Middelbaar Onder wijs. De heer GROENEVELD wil nog een aan beveling naast de gegeven© der commissie stellen. De VOORZITTER verzet zich daartegen. Dat is nu iedere keer» het geval, Iaat men den Raadsleden zoo'n aanbeveling tevoren doen toekomen. De heer DUBBELDEMAN meent, dat het nu komen met een aanbeveling niet in strijd is met wet of verordening. Men moet niet zoo vitterig zijn. Wanneer de Voorzit ter dan iets tegenzegt, vervolgt do heer DubbeldeurenIk krijg hot woord, maar men geeft mij niet de gelegenheid om te spreken. De heer KNUTTEL: Tegen jullie mag ie nooit inter rump eer en, ook niet op open bare vergaderingen. De heer DUBBELDEMANHou nou ook hier jo snuit. Hi eer toch is de heer Knuttel altijd even netjes. Kom echter maar eens op do vergaderingen. De heer KNUTTEL: dan ben ik ook netjes. Do heer GROENEVELD zegt voor mede- deeling vooraf geen tijd en geen geld te hébben. Wanneer hem vergunning gewei gerd wordt, zal hij geen naam noemen, hij wil geen gunst, alleen maar zijn recht. Ge k o z e n wordt daarop c?e heer P. HOOGENBOOM met 18 stemmentegen 3 op don heer Van Eek, 1 op den heer Van Heus den en 3 bl anco. 2o. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3de klasse No. 2 (vacature- VoTsselman). (86) Benoemd wondt de heer D. B. G. van Heuven, te Bussum met algemeene stem men. 3o. Benoeming van een onderwijzeres aan de school der 3de klasse No. 2 (vacature- MejGestman). (86) Benoemd wordt mej. L. van den Bran der, alhier, met algemeene stemmen. 4o. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3de klasse No. 6. (86) Benoemd wordt de heer J. O. B. Hunor, alhier, met algemeene stemmen. 5o. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3d© klasse No. 7. (86) Benoemd wordt de heer N. J. Swierstra, a-lhier, met 28 stemmen en 1 van onwaarde. 6o. Benoeming van een ouderwijzer aan de school der 3de klasse No. 8 (vacature- Offerijns). (86) Benoemd wordt de heer O. A. Aliens, al hier, met algemeene stemmen. 7o. Benoeming van een onderwijzer aan do school der 3de klasse No. 8 (vacivtüre- Teuuissen). (86) Benoemd wordt ,do heer W. F. de Gunst, alhier, met 2S stemmen en 1 van onwaarde. 8o. Benoeming van een onderwijzeres aan de school der 3de klasse No, 8 (vacature- Mej. Drlessens). (86) Benoemd! wordt mej. C. A. A, de Jong, alhier, met algemeene stommen. 9o. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 4de klasse No. 2 (vacature- Van den Briel). (86) Benoemd wordt de heer H. van Leeuwen, te Den Haag, met 23 stemmen en 1 blanco. 10. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 4de klasse No .2 (vacature- Hunor). (86) Benoemd wordt de lieer J. Obbink, te Gorinchem, met 27 stemmen tegen 1 op den heer F, A. Schilthuizen, alhier. Ho. Praeadvies op het verzoek van Mevr. G. PannekoekVan Bern mei om eer vol ontslag als leerares in het tee-kenen aan do Kweekschool voor Onderwijzers en On derwijzeressen en aan de Meisjesschool 2de klasse. (79) Conform besloten. 12o. Praeadvies op heb verzoek van I. Jaspers© om eervol ontslag als onderwijzer aan do school eter 3de klasse No. 5. (66) Conform besloten. 13o. Voorstel tot het openen van het bij art. 29, 7do lid, der wet op het Lager On derwijs bedoeld overleg met den Districts schoolopziener, ten aanzien van de benoe ming van een hoofd der nieuwe school der 2de klasse voor jongens en meisjes aan den Maresingel. (71) Conform - besloten. 14o. Praeadvies op het verzoek van de N. V. Rutten's Brouwerij om een door haar in den tuin van het perceel Stationsweg 711 op te richten gebouwtje van hout te mogen maken. (80) Conform besloten. 15o. Voorstel tot kostelooze in gebraik- geving van hot gymnastieklokaal aan de Pieterskerkgracht aan de Politie-Gymna stiek- en Schermvereeniiging en tot vergoe ding van do kosten van aanstelling van een leider tot een bedrag van f 300. (73) Dc heer GROENEVELD vindt iets vreemds in dit voorstel. Er zijn toch ve'reenigingen genoeg, wanneer de politieagenten aan gym nastiek willen doen. Bedoeling is tevens om boksles te geven. Dat hoeft toch niet op kos ten der gemeente. Dc heer BISSCHOP meent, dat waar aan de padvinders een locaal is ontzegd, ook hier •daarvan geen sprake kam zijn. De heeren agenten schijnen zelf geen offers te willen brengen. De heer KNUTTEL ziet in het voorstel ee'n bedenkelijken kant, nJ. dat van de boks- lessen etc. gébruik gemaakt zal worden te- ge u de arbeiders. Ook do heer HEEMSKERK is togen het voorstel. Laten de agenten maar uit eigen portemonnaio betalen. Bovendien, straks ko men op die manier andere gemeen team bte- naren. De VOORZITTER wijst er op, dat het oen corps van gemeente-ambtenaren betreft, voor wie lichamelijke ontwikkeling een groote factor is. Hoe beter geoefend des te beter treedt de politic op. In het algemeen ia er minder gevaar voor ruw optreden bij hen, die zelfvertrouwen hebben dan bij ze- nuwaohtigen. In tal van plaatsen krijgt de politie van gemeentewege onderricht in li chaamsoefening. Boksen, al ia hij er geen groot bewonderaar van, ïs voor de politie ook zeer van pas. Op de manier van het voorstel krygt men een goed ontwikkeld politiecorps tegen 1/4 of 1/5 van de -kosten, die een voor eigen re kening nemen van het onderricht zou mee brengen. De heer SIJTSMA voelt veel voor de ar gumenten van den voorzitter. Hij heeft ech ter een tweetal bezwaren: le. Zijn er wel veel liefhebbers? 2e. Het deelnemen wordt toch niet verplichtend .gesteld? De heer DUBBELDEMAN meent, dat men moer heeft aan mannen, die tactisch op kun nen treden dus geen „boerenkinkels" dan aan krachtpatsers. Na repliek van do heeren HEEMSKERK en KNUTTEL en dupliek van den VOOR ZITTER, wordt: het voorsteL verworpen met 15 tegen 14 stemmen (die der heeren Sijtsna, Wilmer, v. Tol, A. Mulder, Pera, Van der Lip, Bots, Van der Pot, Van Hamel, Do Lange, J. P. Mulder, Splinter, Stijnman en Huurman), Hierop gaat de raad over in een zitting! met gesloten deuren. Avondzittiiig. lGo. Voorstel tot verhuring van cJe boven verdieping van den westelijken vleugel van het voormalig Invalidenhuis aan H. J. van de Ven. (74) Ingekomen ia nog een voorstel van den heer J. de Graaf, te Leiderdorp om de le verdieping met bovonzolders te huren voor f 1000 per jaar, of het gedeelte Middelweg voor f 800 of het andere gedeelte voor f 700 per jaar onder dezelfde voorwaarden als den heer V-an de Ven zijn voorgelegd. Nadat de heer VAN HAMEL zich voor hot aanbod-De Graaf verklaard had en wethou der BOTS er op Kad gewezen, dat de situa tie moeilijk is, waar B. en "W. hun woord be houdens goedkeuring van den raad aan den heer Van de Ven hebben gegeven, wordt op voorstel van den heer DE LANGE besloten, nadat de hée. VAN GRUTING had meege deeld, dat de heeren De Graaf en Van - do Ven zeer bevriend zijn en elkaar niet zullen benadeelen, dit punt aan te houden tot de volgende zit ting om B. en "W. in de gelegen heid te stellen nader de zaak te onderzoeken. 17o. Voorstel tot verhuring van dc per- ceelen bouwland c.a. onder Oegstgeesfc, Sec tie E nis 2407, 2403 en 2409 aan cle N .V. Vereenigde Bloembollenculturen v.h. Gebr. de Graaff en S. A. van Konijnenburg en Co, te Noordwijk. (75) Conform besloten. 18o. Voorstel tot wijziging der begrooting dienst 1919, in verband met do verhooging en verleen ing van eenig© woningbouw voor schotten. (72) Conform besloten. 19o. Verordening, houdende wijziging van het Reglement van Ord© voor dc vergade ringen van den Raad der gemeente Leiden van 21 Januari 1904 (Gemeenteblad No. 1). (87) Conform besloten. 20o. Voorstel tot wijziging van het Raads besluit van 5 Januari 1920, in zake de toe kenning van een subsidie aan de vereeni- ging ,,De Ambachtsschool.(70) Conform besloten. 21o. Voorstel tot toekenning van een sub sidie over 1919 en van oen voorloopige sub sidie over 1920 aan de Zifcavereeniging, ten behoevo van haar vakschool voor meisjes. (70> De heer WILMER heeft hierbij een amendement ingediend, bepalende, dat do Zita-Vereeniging zal krijgen f 7899.90 zoo dra rijk en provincie te zamen een subsidie hebben toegekend van f 16.416.50. wat z. i. geheel in het voorstel van B. en "W. ligt. Do VOORZITTER verklaart dat B. en W. het amendement overnemen. De heer KNUTTEL vtil geen subsidie toestaan aan een onderwijsinrichting op confessioneel en grondslag. Z. i. bestaat deze school, afgezien van prioriteit tegen de neu trale op de Heerengracht als een reclame middel voor de R- K. Kerk. De heer GROENEVELD heeft ook be zwaar. Hij is niet voer versnippering; zijn partij kan straks met evenveel recht f 24.000 subsidie voor een dergelijke school komen eischen. De gemeenschap kan die versnip pering niet betalen. Hij klaagt verder over de weinige gegevens waarover men ten aanzien der Zita-school beschikt. De heer WIl.MER wijst er op dat de Zita school eerder bestond dan die op do Heeren gracht, ook in den huidigen vorm. Zij is een der beste van het land Hij zou van zijn kant wel kunnen vragen: Waarom was die *mdtere sohool noodig Het verzet berust alleen op het R. K.-zijn var. het Bestuur. Den heer SIJTSMA verbaast 't, dat hier mors wat anders doen. het Bureau der Gemeentewerken en de Wethouder VAN DER LIP simt zich aan bij het betoog van den heer Wilmer en geeft over de school zelf nog eenige cijfers, bijv. d&t er pl.m 200 leerlingen zijn De heer DE LANGE betreurt het. dat de animositeit tegen de religte, in strijd met- de leer van Domei a Nieuwemhuia recht voor allen, zoo'n vorm heeft, aange nomen. De beer SIJTSMA verbaast het, dat hier, de schoolstrijd zoo wordt doorgezet na do pacificatie. Z. i. is er g©en enkele reden de subsidie te weigeren. Heb voorstel wordt aangenomen met J9> ©gen 10 stemmen (die der S. D. en van den heer Knuttel). 22o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelcfen ten behoeve van cïe uitbreiding van personeel op het bureau van den Contro leur der Gemeentebelastingen en van den Gemeente-Ontvanger. (91) Het voorstel wordt z. li. s. aangenomen na een ^roag van den heer HEEMSKERK of die deurwaarders hier niet goedkooper kunnen zorgen voor vervolging en bette kenen van dwangbevelen dan de voorgestel de> administrateur 2de kla&sse, door •wet houder VAN DER POT aldus- beantwoord,, dat z. i. cfe gemeente daardoor slechter zon uitzijn, daar do ervaring leert, dat er dan veel blijft sloffen, daar cite deurwaarders» het te druk hebben Goedkooper wil hij niet direct betwisten, maar als er zulk werk niet is, zal de aan te stéllen ambten aai* im mers wat andrs doen. 23o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden, in verband met de verplaatsing van. heb kantoor der afdeeling Contról© Ge meentebelastingen naar de tegenwoordige trouwzaal. (92) Conform besloten. 24o. Voorstel tot beschikbaarstelling van. gelden ten behoeve van. de verbouwing van. heb bureau de r Gemeen bewerken en dé aanschaffing van meubilair. (88) Z h. 3. wordt het voorstel aangenomen, nadat de wethouder BOTS en de heer DE ij AN GE den heer KNUTTEL gerust had den gesteld, die vreesde voor aantasting van het raadhuis, wat hij bedenkelijk zou vinden. 25o. Voorstel tot beschikbaarstelling van. gelden voor de vernieuwing van do War- monderhekbrug. (77) Conform besloten. 26o. Voorstel tot het geven, van namen aan eenige straten en wegen gelegen rondom het Volkspark en in de wijk be noorden den Maresingel. (89) De heer GROENEVELD steunt de Een dracht om den naam Volkspark te behou den. Ook lijkt hen niet good toe te voor één straat twee namen te nemen als bv. Siebddstraab en Parkstraat, Lombokstraat en Nipponstraat. Hij dient een amende ment in om deze straten geheel Parkstraat en Lombokstraat te noemen, hetgeen hij echter verandert in Sieboldtstraat ern Nip ponstraat, wanneer de VOORZITTER ver klaart in dat geval veel voor de amende menten te voelen en meent dat de laan tus- schen Medusastraat en Kooisfcraat daar Parklaan zou kunnen worden genoemd. De heer KNUTTEL kan met het voorstel niet meegaan, waar aan één wijk als het ware imperialistische namen worden gege ven, die er nog zijn zullen, wanneer ïndië vrij zal zijn en aan een andere nationalis tische als de Zuid-Afrikaansche. Voor Volkspark voelt hij niets, dien naam vindt hij bijzonder ongelukkig en hinderlijk, 'b Is geen monument, voor het Volk, weer iets van 2de en dus inferieure rang. De heer HUURMAN stelt een amende ment voor om heb park Fisoher-park te noe men naar den verdienstelijken vroeg eren wethéuder, die ook zooveel deed voor dit bouwplan. Wanneer wethouder v. d. LIP dan ver klaart dezen naam later elders te willen gedenken, neemt de heer HUURMAN zijn amendement terug. Nadat cc© heer WILM/ER ziek tegen den naam Volkspark heeft verklaard evenals de heer DE LANGE, die het zonde van den tijd vindt langer op deze namen-kwestie ia te gaan en wethouder v. d. POT dit voor stel nog nader heeft verdedigt wordt het amendemenLGROENEVELD om den naam Volkspark te handhaven v e rw o r- p e n met 15—14 stemmen (die der s.-d. en de heeren Heemskerk, v. Tol, Kuivenhoven, v. Hamel en Splinter) evenals hét amende- ment-Groeneveld tot samenvoeging der na men tot Sieboldtstraat en Nipponstraat, door J. DELFOS (Na-druk verboden.) (Slot.) D© oogen der oude vrouw welen weer "dicht. De gedachte aan de koe, dfe wellicht •om harentwil kon worden vergeten, bad haar uit de verdooving gewekt, maar nu ook had zij niets meer te zeggen. Dit moe gestreden ldnd, wachtte op aflossing. En Strinder zat stil, niets durvende zeg gen, en toch met zoo naamloos veel op zijn hart. Een soort van verwondering over al dat niouwo, dat vreemde, (hut opeeus over hem gekomen was, scheen, hem te beschuldi gen, tot schuldbekentenis te nopen en hem tegelijkertijd de keel dicht te snoeren. Plotseling keek de oude vrouw op en maakte een beweging alsof zij wat zocht. Strindter sprong op. „Is or iet®?" vroeg hij. „Niets," fluisterde do oude, „niets; het is alleen zoo donker. Het deed Strinder pijnlijk aan, dat hij baar den vordgen avond zoo hard had ge vallen, omdat zij zich een beetje licht wilde Verschaffen. Hij ging lucifers zoeken en stak de lamp aan, terwijl hij by zichzelf dacht: zij zal ft-en minste riet in do duisternis sterven. Hij plaatst© de lamp zoodanig, dat het schijnsel niet in cite ©ogen zijner vrouw kon 'Vallen, en besluitloos, wat hij nu eigenlijk doen zou, ging hij weer op zijn oude plaats zitten. Daar zag bij hoe do oude vrouw eenige tastende bewegingen op het dek maakt©, herhaaldelijk den mond opende, alsof zij nog iets wilde zeggen, en ten laatste strak voor zioh uit keek. Hij boog zich voorover, om beter te kunnen hooren; maar hij hoor de niets. Haar hoofd viel zijdelings op het oude kussen, evenals vroeger, wanneer zij insliep, en de kaken drukten zich stijf op elkaar. Nu ia heb zeker gedaan, dacht Strindcr.- Hij beurde haar hand op en liet ze vallen. Zij viel zwaar op haar klein, ineenge schrompeld lichaam neer en zijn eerste ge dachte wasIs dat nu sterven 1 Onder gewoonte vouwde hij de handen en 6tond een oogenblik stil voor de doode, die even gemakkelijk was heengegaan, als een lamp, waarvan de olie onder het bran den vermindert, al lager de vlam ziet gaan, al flauwer het licht ziet worden, dan mat, dan blauw, dan klein, ten slotte zeer klein, om dan plotseling uit te dooven. Een beklemd gevoel maakte zich van den man meester. Het sohoot hem eens klaps te binnen, hoe angstig zijn vrouw gis teren geweest was, toen hij mét het hout uit het boscli terugkeerde. Het scheen hem toe, dat Karl vreeselijk lang wegbleef, en hij stond op het punt buiten te gaan, om hem t© gaan halen. Er klonken stappen op den deel en Karl trad binnen. Strander vermande zich om zijn zwakheid niet tic doen blijkenhij keek hem kalm aan en knikte. „Het is afgeloopen." Karl ging naar het bed en daar bleven ze beiden een oogenblik staan, de doocle zwijgend beschouwende. „Wij moeten immers allen sterven," zei Karl en keek om zioh heen. Strindcr t-oog met heb hoofd, als wilde hij aantoonen, dat hij yolkomen begreep, dat de ander met die woorden hem zijn dteélneming had willen betuigen. Den volgenden dag was het een vrees e- lijke sneeuwstormde wind- was naar het noordoosten gekeerd en het bosch kreunde onder zijn zwiepende slagen. Om nu een dokter te halen of iemand om het lijk af te leggen, er viel niet aan te den ken. Daarom had Strinder de oogen van de doode zelf toegedrukt, het lichaam ge- wasschen en in een laken gehuld. In een oud o kist, door de zomergasten het vorig jaar nagelaten, deed hij stroo, legde een laken daarover heen en schudde voor het hoofd een kussen op. Zij zou naar de schuur worden gedragen en daar blijven staan tot het beter weer werd en men een dokter kon halen voor den d'codsohouw. Karl nam schoffel en spade en maakte een beganen weg dwars door de sneeuw naar cle schuur. Toen begonnen zij don boel te ruimen, oude visclmetten werden over den grond gespreid, totdat als 't ware de steenen grond als door een rouwkleed werd gedekt; dan plaatste hij in eiken hoek der schuur eh ook nog langs den wand een en kel clenn©boompje en de grafkapel was ge reed. Met dien pleohtigen, somberen tred, der- gelijken plechtigheden eigen, droegen de mannen door sneeuw en wind de afgestor vene naar haar v.oorloopige rustplaats. Zwijgend zetten rdj daarop de kist. neer en Strinder, cïhe voelde, dat het nu nog niet uit mocht zijn, begreep, dat er iets van hem behoorde uit te gaan. Want al was er sleohs één getuige, die ééne toch kon hem navertellen, dat er geen gevoelvol woord bij het afsterven van zijn vrouw van hem was uitgegaan. Strinder begreep, dat Karl iets van hem verwachtte. Een eindweegs van de doode bleef hij dan ook staan naui zijn pelsmuts in de hand en reciteerde, terwijl Karl naast hem stond Wie hier moedloos grafwaarts hijgen, Over het graf heen staart mijn oog. Niet waar 's werelds stormen zwijgen, Maar waar de engel juicht omhoog, In het licht van Jezus troon, Is mijn sabbatsrust en kroon. Hij hield een oogenblik op en zag Karl aan, die met neergeslagen oogen, de muts op zijn rug, naast hem stond. „Zullen wij gaan, Karl?" -„Zou-je nog iets voorlozen uit het heilige boek?" vroeg de aangesprokene fluisterend. Daarop nam hij zijn ouden Bijbel waarvan cBö band versleten was en de hoeken omge kruld waren. Heb boek viel open bij den gezangenbundel. En met van aandoening bevende stem las Strinder „Wai\t Hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig zijnde dat wij stof zijn. De dagen des menschen zijn als het gras, gelijk ee-n bloem des velds, alzóó bloeit bij. Als de wind daarover gegaan is, zoo is zij niet meer, en haar plaats kent. haar niet meer. Maar de goedertierenheid des Heeren is van eeuwigheid en tot eeuwigheid over de genen, die Hem vreezen, en zijn gereoh- tigheid aan kindskinderen." Toen hij heb geheele hoofdstuk had voor gelezen, keek hij herhaaldelijk naar het in gevallen gelaat van de döodb, dat zoo klein was als van een kind, zooals het daar neer lag op het eenvoudige kussen, door onge schaafde planken en denneboompjes om geven, die in de kleine ruimte de kist ge heel insloten. Toen deed het hem opeens weer zoo'n pijn, dat hij voor haar dood zijn vrouw niet eens vaarwel had kunnen zeggen, te bedrem meld of wel te lafhartig was geweest, om goed te maken, wat hij voorheen bedierf. Hij schraapte al zijn moed bijeennog achtte hij het niet te Iaat, en niettegen staande Karl er bij stond, trad bij op de kist toe en niet beid© handen het heilige - boek omklemmend alsof dit hem helpen kon, de woorden gemakkelijker uit te spre ken, zei hij„Jarenlang ben je mijn vrouw geweest; jo hebt mijn bed opgemaakt, mija et-en bereid en mijn kinderen geboren. Rust in vrede, want je bent oud en des leveos zat. Je hebt een goede levenstaak verricht." Daarna keerde bij zich om, zag Karl scherp aan en om te voorkomen, dat hij eenige verwondering zou toonen, ging hij langzaam met hem naar buiten en sloot de deur toe. Maar toén zij beiden in de kamer gekomen waren, bemerkte hij eerst, dat er een plaats ledig was. Hij wendde zich tot Karl en zei: „Je blijfb tooh zeker zao lang bier tot ik mijn vrouw begraven heb." Karl keek op zij, spuwde, keok Strinder van ter zijde eens aan, deed een paar flinke trekken aan zijn onontbeerlijke pijp en ant woordde: „Dat wil ik wel doen." Strinder bedankte hem, denkende aan de woorden, die zijn vrouw hem gisteren nog gezegd had. -Heb is zoo vreeselijk alleen t© zijn. En hij hij moest nu alleen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5