LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 23 Maart.
Tweede Blad. Anno 192&
Gemeenteraad van Leiden
FEUILLETON.
Ouden van Dagen.
two. 18423
-y (Vervolg van gisteren).
t Ingekomen stukken.
Van <Ie verdere ingekomen stukken willen,
jve nog vermelden: Een verzoek van een
ï?3-tal onderwijzers(essen) om de moties tot
Afschaffing van het ambulantieme niet aan te
^emeo.
Een voorstel van de heeren De la Rie, v.
jl. Zeeuw en mevr. BaartBraggaar om de
aftrek voor eerste levensonderhoud bij de
inkomstenbelasting te bepalen op f 800 voor
ongehuwd en, f1200 voor gehuwden, met af-
Vrck van flOO voor ieder ldnd.
Een voorstel van den heer Knuttel de af
trek voor allen te bepalen op f1500.
Een voorstel van den heer Oostveen om
fcdhaesie t9 betuigen aan het adres van den
ïaad van negen van den Nat. Bond voor
plaatselijke keuze inzake het ingediende wets
ontwerp van de heeren Rutgers c.s., dat
spoedig van praeadvies zal worden voorzien,
jsooals de Voorzitter toezeide.
Een voorstel van den heer Groeneveld
om inzake de weigering vau Ged. Staten om
den heer J. Tjalsma toe te laten als lid der
Schoolcommissie in hooger bercep te gaan
foij de Kroon.
De VOORZITTER raadt aan, niet hierop
In te gaan.
Do heer GROENBVELD meent, dat de
caad geen genoegen kan nemen met de be
slissing van Ged. Staten. De redenen van
niot-toelaten lijken hem zeer gezocht. Ged.
£faten hebben niet alleen gehoord den dis
trictsschoolopziener, ook den airondisso-
imentsschoolopziener en zelf B. en W. van
LeideD Naar het advies van de laatsten is
hij zeer nieuwsgierig. Zoo geniepig achter
den raad om.
De VOORZITTER protesteert tegen dei-ge
lijke insinuaties.
- In 1918 heeft de schoolcommissie vijf
maal vergaderd, dus houdt, vervolgt de heer
Groeneveld, het m-otief, dat het werk zoo
omvangrijk is, dat het niet vereenigbaar is
met de taak van onderwijzer, geen steek.
Professoren kunnen, dat blijkbaar wel ver
een igeo. En wat betreft, dat een mindere
•gezag zou krijgen over een. meerdere, de
commissie is er een van toezicht en advies,
Biet van gezag.
Do heer OOSTDAM, hoewel voorstander
van een kenner der soc.-dem. in het bezetten
ivan commissies, acht het ptandpunt van
jGed. Staten juist. De heer Tjalsma kan b.vs
geen toezicht houden door bezoek zonden
zelf de school te verzuimen.
De heer VAN STRALEN: Aan de benoa-
ïuing heb je zelf meegedaan.
De heer OOSTDAM: Toen wist ik niet,
flat de heer Tjalsma nog in functie was.
De heer A. MULDER meent, -lat de zaak
heel 'eenvoudig is. De heer Tjalsma kan een
san beide betrekkingen toch nemen.
De heer SIJTSMA wijst er op, dat de
taad wist wat hy deed door den heer Tjalsma
to benoemen en daarom is hrj voor de conse
quentie daarvan. Hy vereenigt zich, zonder
in do termen van den heer Groeneveld te
Vallen, met diens beoordeelihg van de mo
tieven van Ged. Staten.
De heer KNUTTEL zegt, dat weer eens
blykt, hoe volkomen schijnbaar de democra
tie in Nederland is bij zoo'n eenvoudig be
sluit, dat om futiele redenen vernietigd
wordt. Alleen uit een oogpunt van demo
cratic moet men al in beroep gaan.
De heer DE LANGE is van oordeel, dat,
bis democratie Is desorganisatie, de heer
Knuttel gelyk heeft. Hfl is altijd tegen den
heer Tjalsma geweest, niet als soc.-dem.
anaai ais onderwyzer. Een ware democratie
komt uit in een goede organisatie.
uo heer KNUTTEL: En in eerbiediging
Her raadsbesluiten.
Wethouder v. d. LEP meent, dat de raad
hier geen recht van hooger beroep hoeft.
De voorbeelden wijzen uit, dat dit alleen^ is
ban. den naast belanghebbende, dat is hier
1de heer Tjalsma. Laat deze zelf in beroep
gaan. De heer Groeneveld is er met zijn
wekende oppervlakkigheid weer op los ge
trokken. Trouwens, Ged. Staten hébben niets
vernietigd, alleen maar bezwaar gemaakt
tegen de combinatie lid schoolcommissie-on
derwijzer. Hij verdedigt verder de houding
vau Ged Staten, in welken geest ook door
heb college van B. en W. isl geadviseerd
Wat hem betreft, benoeme men oen anderen
soc.-dem.
De heer GROENBVELD houdt vol, dat de
raad wist, dat de heer Tjalsma onderwijzer
was. Hy zelf heeft het gezegd, wethouder
Peia ook. Het spijt hem, dat de heer Oost-
dam dat niet gehoord heeft, maar hij kan
niet aannemen, dat de heele raad heeft zitten
maffen. Z.i. is de kwestie voor den heer
Tjalsma van het minste belang, want het
geeft hem geen cent.
De heer WILMER is voor het in beroep
gaan door den heer Tjalsma zelf, van
wien hij een hooger dnnk heeft dan blijkbaar
de heer Groeneveld, gezien diens laatste
uitdrukking.
De heer KUIVENHOVEN, geenszins 'de
bezwaren van Ged. Staten deelend, gaat met
den heer Wilmer mee.
Do heer KNUTTEL meent dat door de
jmistery, waaraan hij maling heeft, maar die
niettemin bestaat, de heer Tjalsma werkelijk
de eerst belanghebbende is. Van een beroep
van den raad, die toch secundair bij' de zaak
betrokken is, gaat echter meer kracht uit.
Om een onzuivere stemming te vermijden
raadt hij den heer Groeneveld aan zijn voor
stel terug te nemen, al zal hij voorstemmen.
De VOORZITTER stelt er prijs op, de aan
dacht te vestigen op 'b feit, dat by1 't vragen
van advies het college van B. en W. dat
geeft niet als uitvoerders van raadsbesluiten
maar als regeeringslichaam.
Het voorstel-GROENEVELD wordt ver
worpen met 18 tegen 12 stemmen (die der
s.-d. en der heeren Knuttel, Sijtsma en Van
Gruting).
"Agenda.
lo. Benoeming van oen lid der Commis
sie van Toezicht op het Middelbaar Onder
wijs.
De heer GROENEVELD wil nog een aan
beveling naast de gegeven© der commissie
stellen.
De VOORZITTER verzet zich daartegen.
Dat is nu iedere keer» het geval, Iaat men
den Raadsleden zoo'n aanbeveling tevoren
doen toekomen.
De heer DUBBELDEMAN meent, dat
het nu komen met een aanbeveling niet in
strijd is met wet of verordening. Men moet
niet zoo vitterig zijn. Wanneer de Voorzit
ter dan iets tegenzegt, vervolgt do heer
DubbeldeurenIk krijg hot woord, maar
men geeft mij niet de gelegenheid om te
spreken.
De heer KNUTTEL: Tegen jullie mag
ie nooit inter rump eer en, ook niet op open
bare vergaderingen.
De heer DUBBELDEMANHou nou ook
hier jo snuit. Hi eer toch is de heer Knuttel
altijd even netjes. Kom echter maar eens
op do vergaderingen.
De heer KNUTTEL: dan ben ik ook
netjes.
Do heer GROENEVELD zegt voor mede-
deeling vooraf geen tijd en geen geld te
hébben. Wanneer hem vergunning gewei
gerd wordt, zal hij geen naam noemen, hij
wil geen gunst, alleen maar zijn recht.
Ge k o z e n wordt daarop c?e heer P.
HOOGENBOOM met 18 stemmentegen 3
op don heer Van Eek, 1 op den heer Van
Heus den en 3 bl anco.
2o. Benoeming van een onderwijzer aan
de school der 3de klasse No. 2 (vacature-
VoTsselman). (86)
Benoemd wondt de heer D. B. G. van
Heuven, te Bussum met algemeene stem
men.
3o. Benoeming van een onderwijzeres aan
de school der 3de klasse No. 2 (vacature-
MejGestman). (86)
Benoemd wordt mej. L. van den Bran
der, alhier, met algemeene stemmen.
4o. Benoeming van een onderwijzer aan
de school der 3de klasse No. 6. (86)
Benoemd wordt de heer J. O. B. Hunor,
alhier, met algemeene stemmen.
5o. Benoeming van een onderwijzer aan
de school der 3d© klasse No. 7. (86)
Benoemd wordt de heer N. J. Swierstra,
a-lhier, met 28 stemmen en 1 van onwaarde.
6o. Benoeming van een ouderwijzer aan
de school der 3de klasse No. 8 (vacature-
Offerijns). (86)
Benoemd wordt de heer O. A. Aliens, al
hier, met algemeene stemmen.
7o. Benoeming van een onderwijzer aan
do school der 3de klasse No. 8 (vacivtüre-
Teuuissen). (86)
Benoemd wordt ,do heer W. F. de Gunst,
alhier, met 2S stemmen en 1 van onwaarde.
8o. Benoeming van een onderwijzeres aan
de school der 3de klasse No, 8 (vacature-
Mej. Drlessens). (86)
Benoemd! wordt mej. C. A. A, de Jong,
alhier, met algemeene stommen.
9o. Benoeming van een onderwijzer aan
de school der 4de klasse No. 2 (vacature-
Van den Briel). (86)
Benoemd wordt de heer H. van Leeuwen,
te Den Haag, met 23 stemmen en 1 blanco.
10. Benoeming van een onderwijzer aan
de school der 4de klasse No .2 (vacature-
Hunor). (86)
Benoemd wordt de lieer J. Obbink, te
Gorinchem, met 27 stemmen tegen 1 op den
heer F, A. Schilthuizen, alhier.
Ho. Praeadvies op het verzoek van
Mevr. G. PannekoekVan Bern mei om eer
vol ontslag als leerares in het tee-kenen aan
do Kweekschool voor Onderwijzers en On
derwijzeressen en aan de Meisjesschool 2de
klasse. (79)
Conform besloten.
12o. Praeadvies op heb verzoek van I.
Jaspers© om eervol ontslag als onderwijzer
aan do school eter 3de klasse No. 5. (66)
Conform besloten.
13o. Voorstel tot het openen van het bij
art. 29, 7do lid, der wet op het Lager On
derwijs bedoeld overleg met den Districts
schoolopziener, ten aanzien van de benoe
ming van een hoofd der nieuwe school der
2de klasse voor jongens en meisjes aan den
Maresingel. (71)
Conform - besloten.
14o. Praeadvies op het verzoek van de
N. V. Rutten's Brouwerij om een door haar
in den tuin van het perceel Stationsweg
711 op te richten gebouwtje van hout te
mogen maken. (80)
Conform besloten.
15o. Voorstel tot kostelooze in gebraik-
geving van hot gymnastieklokaal aan de
Pieterskerkgracht aan de Politie-Gymna
stiek- en Schermvereeniiging en tot vergoe
ding van do kosten van aanstelling van een
leider tot een bedrag van f 300. (73)
Dc heer GROENEVELD vindt iets vreemds
in dit voorstel. Er zijn toch ve'reenigingen
genoeg, wanneer de politieagenten aan gym
nastiek willen doen. Bedoeling is tevens om
boksles te geven. Dat hoeft toch niet op kos
ten der gemeente.
Dc heer BISSCHOP meent, dat waar aan
de padvinders een locaal is ontzegd, ook hier
•daarvan geen sprake kam zijn. De heeren
agenten schijnen zelf geen offers te willen
brengen.
De heer KNUTTEL ziet in het voorstel
ee'n bedenkelijken kant, nJ. dat van de boks-
lessen etc. gébruik gemaakt zal worden te-
ge u de arbeiders.
Ook do heer HEEMSKERK is togen het
voorstel. Laten de agenten maar uit eigen
portemonnaio betalen. Bovendien, straks ko
men op die manier andere gemeen team bte-
naren.
De VOORZITTER wijst er op, dat het
oen corps van gemeente-ambtenaren betreft,
voor wie lichamelijke ontwikkeling een
groote factor is. Hoe beter geoefend des te
beter treedt de politic op. In het algemeen
ia er minder gevaar voor ruw optreden bij
hen, die zelfvertrouwen hebben dan bij ze-
nuwaohtigen. In tal van plaatsen krijgt de
politie van gemeentewege onderricht in li
chaamsoefening. Boksen, al ia hij er geen
groot bewonderaar van, ïs voor de politie ook
zeer van pas.
Op de manier van het voorstel krygt men
een goed ontwikkeld politiecorps tegen 1/4
of 1/5 van de -kosten, die een voor eigen re
kening nemen van het onderricht zou mee
brengen.
De heer SIJTSMA voelt veel voor de ar
gumenten van den voorzitter. Hij heeft ech
ter een tweetal bezwaren: le. Zijn er wel
veel liefhebbers? 2e. Het deelnemen wordt
toch niet verplichtend .gesteld?
De heer DUBBELDEMAN meent, dat men
moer heeft aan mannen, die tactisch op kun
nen treden dus geen „boerenkinkels"
dan aan krachtpatsers.
Na repliek van do heeren HEEMSKERK
en KNUTTEL en dupliek van den VOOR
ZITTER, wordt: het voorsteL verworpen met
15 tegen 14 stemmen (die der heeren Sijtsna,
Wilmer, v. Tol, A. Mulder, Pera, Van der
Lip, Bots, Van der Pot, Van Hamel, Do
Lange, J. P. Mulder, Splinter, Stijnman en
Huurman),
Hierop gaat de raad over in een zitting!
met gesloten deuren.
Avondzittiiig.
lGo. Voorstel tot verhuring van cJe boven
verdieping van den westelijken vleugel van
het voormalig Invalidenhuis aan H. J. van
de Ven. (74)
Ingekomen ia nog een voorstel van den
heer J. de Graaf, te Leiderdorp om de le
verdieping met bovonzolders te huren voor
f 1000 per jaar, of het gedeelte Middelweg
voor f 800 of het andere gedeelte voor f 700
per jaar onder dezelfde voorwaarden als den
heer V-an de Ven zijn voorgelegd.
Nadat de heer VAN HAMEL zich voor hot
aanbod-De Graaf verklaard had en wethou
der BOTS er op Kad gewezen, dat de situa
tie moeilijk is, waar B. en "W. hun woord be
houdens goedkeuring van den raad aan den
heer Van de Ven hebben gegeven, wordt op
voorstel van den heer DE LANGE besloten,
nadat de hée. VAN GRUTING had meege
deeld, dat de heeren De Graaf en Van - do
Ven zeer bevriend zijn en elkaar niet zullen
benadeelen, dit punt aan te houden tot de
volgende zit ting om B. en "W. in de gelegen
heid te stellen nader de zaak te onderzoeken.
17o. Voorstel tot verhuring van dc per-
ceelen bouwland c.a. onder Oegstgeesfc, Sec
tie E nis 2407, 2403 en 2409 aan cle N .V.
Vereenigde Bloembollenculturen v.h. Gebr.
de Graaff en S. A. van Konijnenburg en
Co, te Noordwijk. (75)
Conform besloten.
18o. Voorstel tot wijziging der begrooting
dienst 1919, in verband met do verhooging
en verleen ing van eenig© woningbouw voor
schotten. (72)
Conform besloten.
19o. Verordening, houdende wijziging van
het Reglement van Ord© voor dc vergade
ringen van den Raad der gemeente Leiden
van 21 Januari 1904 (Gemeenteblad No. 1).
(87)
Conform besloten.
20o. Voorstel tot wijziging van het Raads
besluit van 5 Januari 1920, in zake de toe
kenning van een subsidie aan de vereeni-
ging ,,De Ambachtsschool.(70)
Conform besloten.
21o. Voorstel tot toekenning van een sub
sidie over 1919 en van oen voorloopige sub
sidie over 1920 aan de Zifcavereeniging, ten
behoevo van haar vakschool voor meisjes.
(70>
De heer WILMER heeft hierbij een
amendement ingediend, bepalende, dat do
Zita-Vereeniging zal krijgen f 7899.90 zoo
dra rijk en provincie te zamen een subsidie
hebben toegekend van f 16.416.50. wat z. i.
geheel in het voorstel van B. en "W. ligt.
Do VOORZITTER verklaart dat B. en
W. het amendement overnemen.
De heer KNUTTEL vtil geen subsidie
toestaan aan een onderwijsinrichting op
confessioneel en grondslag. Z. i. bestaat deze
school, afgezien van prioriteit tegen de neu
trale op de Heerengracht als een reclame
middel voor de R- K. Kerk.
De heer GROENEVELD heeft ook be
zwaar. Hij is niet voer versnippering; zijn
partij kan straks met evenveel recht f 24.000
subsidie voor een dergelijke school komen
eischen. De gemeenschap kan die versnip
pering niet betalen. Hij klaagt verder over
de weinige gegevens waarover men ten
aanzien der Zita-school beschikt.
De heer WIl.MER wijst er op dat de Zita
school eerder bestond dan die op do Heeren
gracht, ook in den huidigen vorm.
Zij is een der beste van het land
Hij zou van zijn kant wel kunnen vragen:
Waarom was die *mdtere sohool noodig
Het verzet berust alleen op het R. K.-zijn
var. het Bestuur.
Den heer SIJTSMA verbaast 't, dat hier
mors wat anders doen.
het Bureau der Gemeentewerken en de
Wethouder VAN DER LIP simt zich aan
bij het betoog van den heer Wilmer en
geeft over de school zelf nog eenige cijfers,
bijv. d&t er pl.m 200 leerlingen zijn
De heer DE LANGE betreurt het. dat
de animositeit tegen de religte, in strijd
met- de leer van Domei a Nieuwemhuia
recht voor allen, zoo'n vorm heeft, aange
nomen.
De beer SIJTSMA verbaast het, dat hier,
de schoolstrijd zoo wordt doorgezet na do
pacificatie. Z. i. is er g©en enkele reden
de subsidie te weigeren.
Heb voorstel wordt aangenomen met J9>
©gen 10 stemmen (die der S. D. en van den
heer Knuttel).
22o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelcfen ten behoeve van cïe uitbreiding van
personeel op het bureau van den Contro
leur der Gemeentebelastingen en van den
Gemeente-Ontvanger. (91)
Het voorstel wordt z. li. s. aangenomen
na een ^roag van den heer HEEMSKERK
of die deurwaarders hier niet goedkooper
kunnen zorgen voor vervolging en bette
kenen van dwangbevelen dan de voorgestel
de> administrateur 2de kla&sse, door •wet
houder VAN DER POT aldus- beantwoord,,
dat z. i. cfe gemeente daardoor slechter zon
uitzijn, daar do ervaring leert, dat er dan
veel blijft sloffen, daar cite deurwaarders»
het te druk hebben Goedkooper wil hij niet
direct betwisten, maar als er zulk werk
niet is, zal de aan te stéllen ambten aai* im
mers wat andrs doen.
23o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden, in verband met de verplaatsing van.
heb kantoor der afdeeling Contról© Ge
meentebelastingen naar de tegenwoordige
trouwzaal. (92)
Conform besloten.
24o. Voorstel tot beschikbaarstelling van.
gelden ten behoeve van. de verbouwing van.
heb bureau de r Gemeen bewerken en dé
aanschaffing van meubilair. (88)
Z h. 3. wordt het voorstel aangenomen,
nadat de wethouder BOTS en de heer DE
ij AN GE den heer KNUTTEL gerust had
den gesteld, die vreesde voor aantasting
van het raadhuis, wat hij bedenkelijk zou
vinden.
25o. Voorstel tot beschikbaarstelling van.
gelden voor de vernieuwing van do War-
monderhekbrug. (77)
Conform besloten.
26o. Voorstel tot het geven, van namen
aan eenige straten en wegen gelegen
rondom het Volkspark en in de wijk be
noorden den Maresingel. (89)
De heer GROENEVELD steunt de Een
dracht om den naam Volkspark te behou
den. Ook lijkt hen niet good toe te voor
één straat twee namen te nemen als bv.
Siebddstraab en Parkstraat, Lombokstraat
en Nipponstraat. Hij dient een amende
ment in om deze straten geheel Parkstraat
en Lombokstraat te noemen, hetgeen hij
echter verandert in Sieboldtstraat ern Nip
ponstraat, wanneer de VOORZITTER ver
klaart in dat geval veel voor de amende
menten te voelen en meent dat de laan tus-
schen Medusastraat en Kooisfcraat daar
Parklaan zou kunnen worden genoemd.
De heer KNUTTEL kan met het voorstel
niet meegaan, waar aan één wijk als het
ware imperialistische namen worden gege
ven, die er nog zijn zullen, wanneer ïndië
vrij zal zijn en aan een andere nationalis
tische als de Zuid-Afrikaansche. Voor
Volkspark voelt hij niets, dien naam vindt
hij bijzonder ongelukkig en hinderlijk, 'b
Is geen monument, voor het Volk, weer iets
van 2de en dus inferieure rang.
De heer HUURMAN stelt een amende
ment voor om heb park Fisoher-park te noe
men naar den verdienstelijken vroeg eren
wethéuder, die ook zooveel deed voor dit
bouwplan.
Wanneer wethouder v. d. LIP dan ver
klaart dezen naam later elders te willen
gedenken, neemt de heer HUURMAN zijn
amendement terug.
Nadat cc© heer WILM/ER ziek tegen den
naam Volkspark heeft verklaard evenals
de heer DE LANGE, die het zonde van den
tijd vindt langer op deze namen-kwestie ia
te gaan en wethouder v. d. POT dit voor
stel nog nader heeft verdedigt wordt het
amendemenLGROENEVELD om den
naam Volkspark te handhaven v e rw o r-
p e n met 15—14 stemmen (die der s.-d. en
de heeren Heemskerk, v. Tol, Kuivenhoven,
v. Hamel en Splinter) evenals hét amende-
ment-Groeneveld tot samenvoeging der na
men tot Sieboldtstraat en Nipponstraat,
door
J. DELFOS
(Na-druk verboden.)
(Slot.)
D© oogen der oude vrouw welen weer
"dicht. De gedachte aan de koe, dfe wellicht
•om harentwil kon worden vergeten, bad
haar uit de verdooving gewekt, maar nu
ook had zij niets meer te zeggen. Dit moe
gestreden ldnd, wachtte op aflossing.
En Strinder zat stil, niets durvende zeg
gen, en toch met zoo naamloos veel op zijn
hart. Een soort van verwondering over al
dat niouwo, dat vreemde, (hut opeeus over
hem gekomen was, scheen, hem te beschuldi
gen, tot schuldbekentenis te nopen en hem
tegelijkertijd de keel dicht te snoeren.
Plotseling keek de oude vrouw op en
maakte een beweging alsof zij wat zocht.
Strindter sprong op.
„Is or iet®?" vroeg hij.
„Niets," fluisterde do oude, „niets; het
is alleen zoo donker.
Het deed Strinder pijnlijk aan, dat hij
baar den vordgen avond zoo hard had ge
vallen, omdat zij zich een beetje licht wilde
Verschaffen.
Hij ging lucifers zoeken en stak de lamp
aan, terwijl hij by zichzelf dacht: zij zal
ft-en minste riet in do duisternis sterven.
Hij plaatst© de lamp zoodanig, dat het
schijnsel niet in cite ©ogen zijner vrouw kon
'Vallen, en besluitloos, wat hij nu eigenlijk
doen zou, ging hij weer op zijn oude plaats
zitten.
Daar zag bij hoe do oude vrouw eenige
tastende bewegingen op het dek maakt©,
herhaaldelijk den mond opende, alsof zij
nog iets wilde zeggen, en ten laatste strak
voor zioh uit keek. Hij boog zich voorover,
om beter te kunnen hooren; maar hij hoor
de niets. Haar hoofd viel zijdelings op het
oude kussen, evenals vroeger, wanneer zij
insliep, en de kaken drukten zich stijf op
elkaar.
Nu ia heb zeker gedaan, dacht Strindcr.-
Hij beurde haar hand op en liet ze vallen.
Zij viel zwaar op haar klein, ineenge
schrompeld lichaam neer en zijn eerste ge
dachte wasIs dat nu sterven 1
Onder gewoonte vouwde hij de handen
en 6tond een oogenblik stil voor de doode,
die even gemakkelijk was heengegaan, als
een lamp, waarvan de olie onder het bran
den vermindert, al lager de vlam ziet gaan,
al flauwer het licht ziet worden, dan mat,
dan blauw, dan klein, ten slotte zeer klein,
om dan plotseling uit te dooven.
Een beklemd gevoel maakte zich van
den man meester. Het sohoot hem eens
klaps te binnen, hoe angstig zijn vrouw gis
teren geweest was, toen hij mét het hout
uit het boscli terugkeerde.
Het scheen hem toe, dat Karl vreeselijk
lang wegbleef, en hij stond op het punt
buiten te gaan, om hem t© gaan halen.
Er klonken stappen op den deel en Karl
trad binnen. Strander vermande zich om
zijn zwakheid niet tic doen blijkenhij keek
hem kalm aan en knikte.
„Het is afgeloopen."
Karl ging naar het bed en daar bleven
ze beiden een oogenblik staan, de doocle
zwijgend beschouwende.
„Wij moeten immers allen sterven," zei
Karl en keek om zioh heen.
Strindcr t-oog met heb hoofd, als wilde
hij aantoonen, dat hij yolkomen begreep,
dat de ander met die woorden hem zijn
dteélneming had willen betuigen.
Den volgenden dag was het een vrees e-
lijke sneeuwstormde wind- was naar het
noordoosten gekeerd en het bosch kreunde
onder zijn zwiepende slagen.
Om nu een dokter te halen of iemand om
het lijk af te leggen, er viel niet aan te den
ken. Daarom had Strinder de oogen van
de doode zelf toegedrukt, het lichaam ge-
wasschen en in een laken gehuld. In een
oud o kist, door de zomergasten het vorig
jaar nagelaten, deed hij stroo, legde een
laken daarover heen en schudde voor het
hoofd een kussen op. Zij zou naar de schuur
worden gedragen en daar blijven staan tot
het beter weer werd en men een dokter
kon halen voor den d'codsohouw.
Karl nam schoffel en spade en maakte
een beganen weg dwars door de sneeuw
naar cle schuur. Toen begonnen zij don boel
te ruimen, oude visclmetten werden over
den grond gespreid, totdat als 't ware de
steenen grond als door een rouwkleed werd
gedekt; dan plaatste hij in eiken hoek der
schuur eh ook nog langs den wand een en
kel clenn©boompje en de grafkapel was ge
reed.
Met dien pleohtigen, somberen tred, der-
gelijken plechtigheden eigen, droegen de
mannen door sneeuw en wind de afgestor
vene naar haar v.oorloopige rustplaats.
Zwijgend zetten rdj daarop de kist. neer en
Strinder, cïhe voelde, dat het nu nog niet
uit mocht zijn, begreep, dat er iets van
hem behoorde uit te gaan. Want al was
er sleohs één getuige, die ééne toch kon hem
navertellen, dat er geen gevoelvol woord
bij het afsterven van zijn vrouw van hem
was uitgegaan.
Strinder begreep, dat Karl iets van hem
verwachtte. Een eindweegs van de doode
bleef hij dan ook staan naui zijn pelsmuts
in de hand en reciteerde, terwijl Karl naast
hem stond
Wie hier moedloos grafwaarts hijgen,
Over het graf heen staart mijn oog.
Niet waar 's werelds stormen zwijgen,
Maar waar de engel juicht omhoog,
In het licht van Jezus troon,
Is mijn sabbatsrust en kroon.
Hij hield een oogenblik op en zag Karl
aan, die met neergeslagen oogen, de muts
op zijn rug, naast hem stond.
„Zullen wij gaan, Karl?"
-„Zou-je nog iets voorlozen uit het heilige
boek?" vroeg de aangesprokene fluisterend.
Daarop nam hij zijn ouden Bijbel waarvan
cBö band versleten was en de hoeken omge
kruld waren. Heb boek viel open bij den
gezangenbundel. En met van aandoening
bevende stem las Strinder
„Wai\t Hij weet, wat maaksel wij zijn,
gedachtig zijnde dat wij stof zijn. De dagen
des menschen zijn als het gras, gelijk ee-n
bloem des velds, alzóó bloeit bij. Als de
wind daarover gegaan is, zoo is zij niet
meer, en haar plaats kent. haar niet meer.
Maar de goedertierenheid des Heeren is
van eeuwigheid en tot eeuwigheid over de
genen, die Hem vreezen, en zijn gereoh-
tigheid aan kindskinderen."
Toen hij heb geheele hoofdstuk had voor
gelezen, keek hij herhaaldelijk naar het in
gevallen gelaat van de döodb, dat zoo klein
was als van een kind, zooals het daar neer
lag op het eenvoudige kussen, door onge
schaafde planken en denneboompjes om
geven, die in de kleine ruimte de kist ge
heel insloten.
Toen deed het hem opeens weer zoo'n
pijn, dat hij voor haar dood zijn vrouw niet
eens vaarwel had kunnen zeggen, te bedrem
meld of wel te lafhartig was geweest, om
goed te maken, wat hij voorheen bedierf.
Hij schraapte al zijn moed bijeennog
achtte hij het niet te Iaat, en niettegen
staande Karl er bij stond, trad bij op de
kist toe en niet beid© handen het heilige -
boek omklemmend alsof dit hem helpen
kon, de woorden gemakkelijker uit te spre
ken, zei hij„Jarenlang ben je mijn vrouw
geweest; jo hebt mijn bed opgemaakt, mija
et-en bereid en mijn kinderen geboren. Rust
in vrede, want je bent oud en des leveos
zat. Je hebt een goede levenstaak verricht."
Daarna keerde bij zich om, zag Karl
scherp aan en om te voorkomen, dat hij
eenige verwondering zou toonen, ging hij
langzaam met hem naar buiten en sloot de
deur toe.
Maar toén zij beiden in de kamer gekomen
waren, bemerkte hij eerst, dat er een
plaats ledig was. Hij wendde zich tot Karl
en zei: „Je blijfb tooh zeker zao lang bier
tot ik mijn vrouw begraven heb."
Karl keek op zij, spuwde, keok Strinder
van ter zijde eens aan, deed een paar flinke
trekken aan zijn onontbeerlijke pijp en ant
woordde: „Dat wil ik wel doen."
Strinder bedankte hem, denkende aan de
woorden, die zijn vrouw hem gisteren nog
gezegd had. -Heb is zoo vreeselijk alleen t©
zijn. En hij hij moest nu alleen