No. 18396
LEIOSCH DAGBLAD, Vrijdag 20 Februari.
Tweede Blad Anno 1920.
GEMEENTEZAKEN
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON
Met de Lappen op het Hoogland.
II.
Verhuring van land.
Door B en W. wordt voorgesteld het
perceel toellancl in den Bosohhui/.crp older
pl.m. 70 H.A dat sinds 1917 werd gebruikt
voor volkstdintj es, te verhuren aan J. Th.
Oskam, melkverkooper te Leiden, tegen
•een huurprijs van f 200 pier jaar.
Vorder wordt door B. en W. in overwe
ging gegeven de ten behoeve van do bouw-
plannen der bouwvereeniging „Tuirustacï-
wijk' aangekochte perceelen teel land aan
dte Heerenstraat, groot 2.38.fio H. A., te
verhuren aan O. L. van Velzen, expediteur
alhier, voor 250 per H. A.
Aanstelling inwonend concierge.
Nu de afdeeling Militaire Zaken der Ge
meente-Secretarie in het jmroecl Brecstr.
No. 119 i6 gevestigd, zal, ook naar het ge
voelen van de Commissie van Fabricage,
moeten worden overgegaan tot de benoe
ming van eon concierge, die met zijn gezin
in dat perooel woont, voor de bewaking en
het schoonhouden zorg draagt, en verdere
diensten van liuidiouctelijken aard verricht
Bovendien zullen hem bodediensten ten be
hoeve van de afdeeling Militaire Zaken"
en zoo noodig ook ten bohoeve van hot
Raadhuis worden opgedragen.
In het po.roeel is op de bovenachUrvier-
diteping vo1 doende woongelegenheid be
schikbaar voor een concierge met zijn ge
zin. De nieuwe titularis ware verder, even
als die» bediende ten llaadhuiae, in te dee-
len in den rang van concierge A, met ge
not van vrij wonen, vuur en licht, waar
voor, ingevolge het bepaalcte in de aige-
meene salaris verordening, een nader door
B. en Wto bepalen, bedrag op de wedde
wordt gekort.
Onder mededeeli'ig dat de desbetreffende
begrootingsregeling te :pjnerr tijd bij den
Raad zal worden irge«liend, geven B. en VV
derhalve thans in overweging, goed te
keuren, dat tot de benoeming van een in
wonend concierge ten behoeve van het per
ceel Breestraat 119 wordt overgegaan. Aan
dezen concierge zullen dan de bovenom
schreven werkzaamheden worden opgedra
gen, terwijl hij door hun College zal wor
den inged~ r rang van concierge A
Geen fwc-j
wi.uren van Gemeentewerken.
Nu de heer Bolhuis, uit inschoten, mc
degedeeld heeft, dat hij zijn benoeming
tot adjunct-dircctenr van gemeentewerken
alhier iuet aanneemt, stellen B. en W
voor, het Raadsbesluit van 2 dezer inzake
de wijziging van samenstelling van het Bu
reau van Gomoonte werken aldus te rege
len, dat-in den vervolge in plaats lan
twee adjuiict-direcrbctiron, aan dit bureau
één adjunct-dr^cteur en één bouwkundig
hoofidamV-r worden aangesteld.
Geen exh. .ng aar, leeraren Gymnasium
en H. B. S.
In een gemotiveerd adres yor/oeken het
bestuur van het- Genootschap van Leera
ren aan Neder!andsche Gymnasia cn het
Hoofdbestuur der Vereeniging van Leera
ren bij het Middelbaar Onderwijs in de eer
ste plaats, om de oxtra-maand uitkeoring
welke van Rijkswege aan de Rijksambtenv
ren over het jaar 1919 word verstrekt, ook
aan de leeraren aan liet Gymna*ium en de
lloogero Burgerschool alhier te verleunen.
Ook de Minister "van Onderwijs Kunsten en
wetenschapp ca vestigde bij missive van 5
en 7 November j. 1. de aandacht op deze
aan gelegenheid
Inwilliging van het verzoek van beide he-
sturen kunnen B en W. den Raad irefaun-
raden. Zooals toch bekend is, werd bij
Raadsbeslul' van IC Oct. besloten, slechts
aan die vaste en daarmee gelijkgestelde
ambtenaren der gemeente Leiden een mt-
keering ineens over 19i9 uit te betalen wier
salaris minder dan f 2400 per jaar bedroeg
on zij zouden het daarom tegenover de ove-
Tage ambtenaren dier gemeente in hooge
raSjto onbillijk achten, indien aan de leera
ren aan het Gymnasium en do Hooge.re
Burgerschool, voor zoover het traktement
f 2400 of meer bedraagt, ten laste van de
gemeentekas een dergelijke uitkeer,!ug werd
gegeven en aan hun in dezelfde omstandig
heden verkeerende collega's in gemeente
dienst niet. Bij het Rijk deed zich dezr- on
billijkheid niet voor, aangezien aldaar de
grens niet bij f 2-100, doch eerst bij f 10.000
was getrokken.
Zij geven daarom den Haad in overwe
ging
a. niet in te willigen het verzoek, van
adressanten, om aan de leeraren a"n hét
Gymnasium en de Hoogere Burgerschool
alhier een uitkeering ineens over het jaar
1919 to verloenen en hen vrij to stellen van
pensioenstortingen
b. hun Collego evenwel te machtigen aan
de leeraren aan het Gymnasium en de Hon
ger© Burgerschool voor Jongens alhier,
vanaf 1 Januari 1920 een voorschot toe te
kennen op de voor hen vast te stellen saln-
risverhooging ten bedrage van de helft
van het verschil tusschen de bestaande sa
larisregeling en do in Staatsblad No. 37
opgenomen nieuwe Rijksregeling cn cht
voorschot tegelijk met het traktement te
doen uitbetalen
Gedeeltelijke herziening van het uitbreidingsplan
der gemeente.
B. en W. stellen een tweetal wijzigingen
voor in heb in 1h07 vastgestelde uitb rei dings
plan der gemeente.
De eerste wijziging staat in verband met
hdb door die vereendglng „Tuinstad wijk"
ingediende plan tot het stichten van een
nieuwe woonwijk op aan de gemeente toc-
behoorend terrein beoosten do II eerenstraat
en den voorgenomen aanleg oer electri-
sche tramlijn Leiden—Voorburg- Den Haag
De herziening vau het pi an strekt zich
uit over bijna het gehecle buidelrjk half
rond der gemeente, doch behoeft voorloo-
pig slechts to worden vastgesteld ten op
zichte van het gedeelte der gemeente, ge
legen tuösclieu de Hcerenstraat en de tram
lijn.
De andere wijziging betreft net gedeelte
benoorden den Heeronsingel bij de Ar.na-
Paulowna-straat en do J ulianastroat cn
wel naar aanleiding van het verzocic \a.n
het R.IC. Parochiaal Kerkbestuur der pa
rochie van Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart
en het bestuur der Zusters Carmelitessen
a'hier, om, in verband met den voorgeno
men bouw van oen R.-K kerk, pastori:, cn
bijbehoorendo lokalen cn vaneen It. K.
gesticht voor onverzorgde kinderen op het
hun toobehoorend complex perceelen aan
den Hcert-nsingel tiu^hen de Juliana-
straat en de Alexanclerstraut-, de volgens
het uitbreidingsplan over dat complex ge
projecteerde 10 M breede straat, gelegen
in het verlengde van de Anna Paulowna-
straat, te doen vervallen
Ook iri"l9IG bereikte B. en W namens
de èigonaressen een verzoek van gelijke
strekking, waarop échter overeenkomstig
praeadvies van den Raad afwijzend werd
beschikt. Als motief voor deze afwijzende
beschikking voerden B. en W destijds aan. j
dat bij inwilliging van het gedano verzook
dc geprojecteerde Anna-Paulownastraat, j
welke op het aanvankelijke plan van uit
breiding niet voorkwam, doch in verband
met de toenmalige bouwplan non vui de
vereenigingen „Ons Belang" cn ,,Dc Goéde J
Woning' op het uitbreidingsplan werd aan- j
gebracht, tot een doodJöopend slop zou
worden bestemd, hetgeen niet alleen in
strijd met een aesthetischen straataanlog,
doch bovendien onaangenaam en onbillijk
zou zijn voor bovengenoemde bouwvereeni-
ging.
.Móet nu met betrekking lot het thans
aanhangige verzoek eenzelfde standpunt
worden ingenomen, of wijkt dit tweede
adres zoodanig van het in J:)16 gedane ver
zoek af, dat tegen inwilliging geen ovcrwe
gende bezwaren meer bestaan?
De Commissie van Fabricage is blijkens
haar rapport van 31 Mei j.l. het laatste ge
voelen toegedaan.
Hoewel B. cn VV. aan do Commissie
moest toegeven, dat de bouw van de nieu
we kerk on van net gesticht voor onver
zorgde kinderen ongetwijfeld kan bijdragen
tot verfraaiing van het stadsgedeelte, ter-
wijl daarentegen de doortrekking van do
Xnna-Panlownastraat zeer problematiek is i
Vorgadering van gisteren.
Toetreding tot den Volkenbond.
Voortgegaan wordt met het wetsontwerp
houdende voorbehoud in zake do bevoegd
heid tot toetreding tot het Volkenbends-
verdrag.
Bij de algemeene beschouwingen is tevens
aan de orde de motie-Dressclhuys c. s.
Do MINISTER VAN BITITFNLAND
SCHE ZAKEN do heer VAN KARNE
BEEK beantwoordt de sprekers.
Het ligt niet op zijn weg om dc beschou
wingen op den voet te volgen en hij meent
zich te mcete-n beperken tot het verdrag,
zich plaatsend op den bodem dór feiten.
In de eerste plaats over de voorbereiding
van dit ontwerp, waartegen do heer Mar
ch ant bezwaar had. Men had inlichtingen
gevenscht aan het Ncderlandscho publiek
vóór do indiening. Dat zou een stuk met
een academisch karakter moeten geweest-
zijn. Z. i ligt zo-s iots niet op den weg dér
Regeering. Welk oogenblik had mem voor
dc uitvaardiging moeten kiezen? Het stond
niet te zien. wanneer het verairag zoa ko
men, en het zou zonderling geweest zijn
aan den vóór-avond van het verdrag een
dergelijk stuk uit te geven I
Zwitserland stond er anders voor, om
dat voor dit land de periode van twee
maanden niet voldoende zou zijn. Preala
bel met oen academische verhandeling te
komen zou noodzakelijk hebben gemaakt,
dat men do beschikking had over gegevens
omtrent de strekWng van net verdrag. En
die ontbraken zoolang het. verdrag niet
verschenen was
Do fundamenteel© vraag voor ons is
en, indien zij al na onteigening plaats heeft
dasrdoor toch geen goed", toestand kan
worden geschapen, nu verdere huizenbouw
niet mogelijk is, meenden zij toch, dat een
zonder meer doodloopen der Anna Paulow-
straat in gcon geval mocht worden tooge
staan.
Zij trachtten daarom een oplossing te
vinden, waardoor eonerzijds het tot-stand-
Icomen van de plannen van adressanten
niet onmogelijk werd gemaakt, en ander
zijds het- scheppen van misstanden en liet
schaden van do belangen van de bewoners
der huizon aan (Je zuid-oostzijde vah.de An-
na-Paulownastraat zooveel mogelijk werd
tegengegaan.
Dcrc oplossing, waaromtrent met den
gemachtigde der eigenaren, den lieer A.
Leusen, kapelaan alhier, vooraf van ge
dachten werd gewisseld, komt op liet vol
gende neer
De straat, geprojecteerd in. het verleng
de der Anna-raulownnctraat, vervalt, doch
ten einde te voorkomen, dat aan liet zui-
oelijk einde der bestaande straat een on-
gewenschto toestand ontstaat, zal vanaf de
Anna-Paulowno-straat naar de Juliana-
straat, dus m westelijke richting, een
straat ter breedte van 8 M. worden aan
gelegd, zooals op de tor visie liggendo tee-
kerning nader is aangegeven, terwijl na
aemping der vervuilde sloot aan het zui
delijk deel der Anna-Paulowna-straat over
een lengto van pl. m. 25 M. dit gedeelte
<3er straat over de volle breedte zal wor
den aangelegd
Ten einde de tot stand-koming van een
en ander mogelijk te maken, moesten de
eigenaren zich bereid verbaren, om, on
middellijk nadat de hiermede verband
houdende wijziging van het uitbreidingsplan
door don Raad vastgesteld en door Gedrep.
Staten goedgekeurd was, den hun toebe
hoorenden grond, voor do tot-stand-koinir.g
van do wijziging ter plaatse benoodigd en
cp de beckoning in bruin aangeduid, aan
de gemeente kosteloos in eigendom over
te dragen en torras aan do gemeente to
vergoeden de kosten van demping der ge
noemde sloot, voer zoover die sloot a.tn
adressanten toebehoort.
Bedoelde eigenaren zijn daartoe, zij het
dan ook noode, bereid, en daarom stellen
B. en W voor, ovenals tot de eerstgenoem
de wijziging, ook tot deze wijziging over t*
gaan.
deze. Wat beteekent dat contract? Waar
komt heb instrument op neer? Wat is de
working van het statuut? Het antwoord is
niet gemakkelijk, omdat wij hier te doen
hebben met een wereldgrondwet zonder
meer. Alleen de Engolschc commentaar en
c enige uitleggingen bestaan or, maar meer
is er niet voor de vorming van een nauw
keurig denkbeeld omtrent do stichting van
het-, verdrag. Voor objectieve beoordelin
gen moet mt&n zich los maken van allerlei
mogelijke veronderstellingen, die reeds ge
maakt zijn.
Het systeem van het contract komt hier
op neer, dat men niet. tc maken heeft met
eon. super-staat, een .Statenbond een vol
kenrechtelijk persoon Men heeft getracht
in heb leven te ruepon eon basis voor per
manente regelmatige samenwerking van
Staten. „International cooperation" was
het doel ,een vast contact; oen kring, die
zaken voor dien kring van belang zal be
handelen en georganiseerd overleg Of die
kring er een is van broederschap, is een
tweede vraag. Het is een kring van Staten
op een vasten grondslag, waarmede een po
sitief resultaat is Ivereiikt.
Men spreekt op den duur van een 50-tal
Staten, die een contact zullen vormen De
gedachte van con cohaerentie van Staten
heeft men in een concreten vorm willen
brengen.
Waaraan had die zich te houden Het
belangrijkste punt was, dat degene, die
bepaalde regelen van den kring overtrad,
een daad van oorlog deed tegenover alle
anderen. Iedereen is partij en niemand
kan zeggen, dat hij geen partij i9. Wie zich
niet onderwerpt, wordit in don ban gedaan.
Bellum justuni tegenover oelluui injustum
is de grondgedachte. Eenmaal behocrend
tot dezen Boud, zal men zich niet meer af
scheiden, omdat men partij is en blijft.
Tweo automatische verplichtingen zijn er
economische boycot en verlecnen van fa
ciliteiten, cosu quo deelnemen aan de ge
noemde actie. De boycot i3 een consequen
tie van het partij-zijn, het uitgangpunt
evenals de doortocht. Als die consequentie
niet worcfo aanvaard, is de eenheid ver
broken. Er zal een moreelc» verplichting
zijn om mee to doen. al staat nergeas, dat
men moet meedoen. Mecloea aan ge
meenschappelijke actio zal afhangen vmi
geografische omstandigheden e. d. Souvo
reinitedt is geen formecle kwestie, doch een
materieel© zaak
De vermindering zal een belaigrijke zaak
zijn, een opoffering, die voor den een veel
^zwaarder kan wegen dan voor den ander.
Het is niet de bedoeling gewenst verder te
gaan met de inkorting van do souvereini-
teit dan is aangegeven. Het is niet gezegd,
dat iedere Eegeering gebonden is aan de
beslissingen van den Conseil. Het besluit
is vaak slechts een advies, een rcconimaa-
rlatur. Er is reden aan te nemen, dat dc
Regeeringen worden gebonden door haar
mannen in den Raad. Zij. die riet worden
geroepen in der Raad zullen niet- gebonden
zijn.
Dat alles vloeit voort- uit hot uitgangs
punt van den opzet, waarbij het r.iefc de
bedoeling is geweest zoo chop in de zelf
standigheid van de Staten in te grijpen,
dat de volksvertegenwoordigingen ziin uit
geschakelde.
Nu zijn er nog nadere afspraken, o.a. lot uit
bouw van dc middelen en gesoliillen, door ar
bitrage op te lossen. De grondslag is gelegd
van een Permanent Gerechtshof cn voor een
onderzoek van den Gonseil, dat niet uitsluit on
derzoek krachtens het Bryantraclaaf.
Het derde punTls de kwestie van de bewa
pening. De bedoeling van het contract is ver
mindering \au bewapening, als een zedelijke
verplichting. .Nationale veiligheid en hetgeen
noodig is voor de internationale verplichtingen
zijn do maatstaven voor do grootte. De Conseil
kan plannen maken op het gebied der bewape
ning. Die plannen zullen worden voorgelegd
aan do leden. Zij binden alleen, als men zo
heeft aanvaard. Aanvaardt men ze niet, dan is
het weer een kwestie van goed vertrouwen. Het
goheel is de goede trouw, dat men zal trachten
naar vermindering van bewapening. Ontwapo- 1
ning is niet het doel, omdat het niet vereenig-
baar is met de gemeeno actie. De Conseil kan
niet bepalen, dat iemand moer moet doen dan
bij zelf wil. Hoe valt dit nu uit voor Neder- 1
lande De beperking van onze souYeroiniteit acht
spr. wel degelijk belangrijk en ingrijpend. Moor
dau een mogelijkheid, dal Nederland zichzelf
niet meer zal kunnen zijn, kan niet aangenomen
worden. Bij inbellum justum blijft de neutrali
teit; alleen hij den ongeoorloofden oorlog valt
de neutraliteit; maar zelfs dan zullen wij nog
niet behoeven moo te doen aan do gemeenschap
pelijke actie. De economischo boycot kan beden
kelijk werken voor Nederland. Het goven van
de faciliteiten bij don doortocht is ook van be
lang. Voor ons land is hot van hijzondór be
lang, omdat doortocht verschillende dingen kan
meebrengen, o.a. dat het land operatie-baxsis kan
worden. Ieder land blijft vrij in het beoordoelen
van de vraag of een oorlog geoorloofd of on
geoorloofd is. De Conseil zal overwegen of er
een gemeene actie zal zijn en Noderland zal dan
het recht hebben bij dat overleg betrokken te
worden..
Wanneer dat art. 4 op dit geval niet toepasse
lijk was, wat hebben wij daaraan dan? Spr.
staat op het standpunt, dat Nederland door toe
treding dc verplichtingen aanvaardt; maar te
vens zal staan op zijn rcoht om hij de toepas
sing mee tc spreken.
Do kwestie van do bewaponing is onder het
oog gezien door de commissie tot voorbereiding
van de derde Vredesconferentie. Er is jaren ge
leden een studie-commissie voor intensievo
vraagstukken ingesteld. Zij is o.a. gekomen met
eon plan van grondslagen voor een Volken
bond. Het was studiewerk en niet meer dan dat.
In den gedachtengang van die punten heeft men
zich bezig gehouden mei het vraagstuk der po
litie. De Regeering heeft daarmede niefcs to
maken.
Hoe staat Nederland nu tegonover den Vol
kenbond, wat betreft de toetreding? Met den
heer Van Ravesteijn is het moeilijk debatteeren,
omdat spr. in het uilgangspunt niets met hem
gemeen heeft.
Do toetreding der Centraion wordt door ve
len gewen scht, cok* in het belang van den Vot-
kenöond. Spr eikent het belang van die toe
treding voor den Bond en hij twijfelt niet of zij
zulten lev. riot ie moeten worden toegelaten.
Blykt het ton slotte slechts, dat een deel van
Europa in don B- nd vcrcenigd is, dan kan Ne-
derianl overwogen om den Bond te verlaten.
"Wachten op de toelating van de Centrale*
acht spr. niet in het belang van ons zelf,
maai van de Central en.
Als Amerika niet toetreedt, wat is dan
de b&teekenis van onze toetreding? Hoo ia
de bedoeling, den Bond te laten doorgaan,
ook al doet Amerika niet mee? De Bood
krijgt dan wel een ander karakter, maar
dat is niet zóó, dat het beter voor ons zou
zijn om niet toe te treden.
Natuurlijk is bet van belang, dat Nedeiv
land zoo voordeelig mogelijk weet toe fe
treden. Wanneer anderen worden toegela
ten op een vb et, die ons niet toekwam, volgt
daaruit nog geen recht voor o-ns op die-
zelid® gunstige voorwaarden.
Veel was er in de kritiek, dat spr. toö-
geeft. Er zit veel zonderlings in het trao
taat, o.a. het toelaten van specifieke allian
ties ook al zijn zjj defensief. Defensieve
allianties worden licht offensieve. Maar op
grond van de grieven mag men niet komen
tot een afwijzing. Evenmin mag men op
grond van grieven tegen het Vredesverdrag
komen tot afwgzing van het Bondsverdrag.
Laat men zich do vraag eous stellen of er
meer te bereiken was iu Europa met zqn
uiteenloopende tradities en adspiraties.
Spr. stelt voordeelen oa nadeel en van de
toetreding uog eens tegenover elkaar en
meent, dat do eerste overwegen. Te midden
vnn de algemeene verwarring en ontredde
ring zal deze Bond eon verzamelplaats zijn
voor de volken. Deze Bond zal iets goeds
wezen, indien het gelukt don goeat levend'g
te houden, dien Europa noodig haeft. Als de
toetreding, tcfc den Bond, evonals do ni9t-
toeti^ding, een sprong is in bet duister,
can meent spr., dat het beton is met don
Bond 'te springen. (Gelach).
Tegen de motie-Dresse'huys heeft spr.
geen bezwaar.
De heer DRESSELHUY3 CV.-L.) vult zijn
motie aan, zoodat dez9 komt te luiden:
,.De Kamer, van oordee', d t de Vol .eu-
bond van zijn tegsnwoordigea onvo'maaktea
vorm zich zoo spoedig mogelijk zal moeten
ontwikkelen in de richting van eon cp het
recht gebouwd? samenleving, en dat dien
tengevolge op den voorgrond mceten sLan:
a. verplichting tot vreedzame beslechting
Uit bet Deensch vertaald door M. D. Z.
(Nadruk verboden.)
S3)
Als men warm geworden was door het
vuur en wat opgemonterd door de koffie,
haalde men zijn stijf bevroren schoenen van
heb- hek, droogde en warmde zoowel de
schoenen als het hooi, dat cr in-was, trok
ze aan, deed den leeren riem om en het
schortje voor, terwijl men zijn andere klee-
ren op hun plaats trok en glad streek, en
klaar was het morgentoilet.
Later op don dag kon men ach een
beetje wassclien, als men er lust in had;,
maar lust had men zelden.
Wie het prettig wil hebben in een Lap-
penhut, moet met het vuur leeren omgaan,
moet. leeren er gebruik van te maken en er
voorzichtig meo te zijn. Vooral moet men
oppassen er niet te dicht bij te komen, als
men zijn pelskleeren aan heeft; al vliegt
men niet aanstonds in brand, de haren zen
gen toch van de hitte, en draagt men al
leen de onderpcls, dan kan de binnenzijde
ook licht beschadigd worden. Bij erge kou
de, als het vuur groot en heet was, werd
er altijd tegen mij en de kinderen geroe
pen: „Past op voor je pelsjas en je schoe-
oien." Men kan er echter niet altijd voor
oppassen do vonken spatten, en al zijn die
oo- tamelijk onschuldig daar ze zelden
rand veroorzaken, ten minste niet over
dag, ze kunnen toch gaten branden in je
kleeren en je haar leelijk zengen. Heb je
daar zelf met dadelijk erg in, dan roept
wel de een of ander: „er is hier walm,"
waarop een. ieder onderzoekt waar dat van
daan kan komen. Valt er een vonk in het
dikke haar van een man; als hij onder het
eten zijn muts af heeft, gewoonlijk bemerkt
men dat. eerst, als er zich een fijn, sterk
walmend rookkolommetje vormt boven zijn
kruin, cn een der aanwezigen hem kalm
toeroept„Je hoofd brandt Voor vonken
behoeft men niet. bang te zijn, als er op do
vuurplaat berkenhout- wordt gebrand, dat
is „stil hout"; maar als er-jeneverbestak
ken voor worden gebruikt, een zeer gelief
koosde brandstof op het hoogland, daar
dat hout zoo spoedig vlam vat en zoo goed
warmt, vallen er onvermijdelijk evenveel
gaten in jo kleeren, als in,het voorjaar in
den rug van het rendier door de Jarven
van do bromvlieg.
In de lager gelegen streken, waar den
nenhout gebrand woYdt, is het- nog erger.
Dat hout knettert zoo sterk en er springen
zooveel vonken, dat het gevaarlijk is voor
de pelsdekens, het lioutzeil en voor alles in
de hut-. Men kan niet gaan slapen vóór het
vuur gedoofd is, als men niet bloot wil
staan aan ernstig onheil. Het gebeurt dik
wijls genoeg, dat een Lappenhut in brand
vliegtdo oorzaak is meestal, dat heb vuur
'8 avonds niet voldoende is gedoofd, of op
nieuw opvlamt, 't Is betrekkelijk gemak
kelijk zichzelf te redden, als er 'e nachts
brand komtmen heeft het zeil maar op
te lichten en men is buiten, maar slapende
kinderen of voorwerpen uit de hut- te ha
len, is niet zoo gemakkelijk em zonder
brandwonden komt men cr niet af. Ook over
dag, als er bij afwezigheid brand ontstaat,
gaat de heele hut met volledlgen inventaris
er aan, en dat is geen klein verlies. Assu
rantie kent men natuurlijk niet.
De donkere tijd, in November en Decem
ber, is niet zoo triest als men rich dat al
gemeen voorstelt. Bij heldere lucht riet men
heel vroeg de morgenschemering en dio
zachte zonsopgangsvaagheid houdt ver
scheidene uren aan, tot zij in den namid-
c)ag overgaat in zonsondergangslichtdan
zijn er de maan en de sterren cn dikwijls
heef verschillend noorderlicht in wonder-
li.jko vormen Wij kregen het buitendien
altijd to weten, als de dag in aantocht was
want de kleine Nilsa begon, als bij ijn
morgenkoffie op had en kou cn slaap te
boven was, wanhopig naar zijn muts te zoe
ken hij moest en zou naar .buiten en dat
blootshoofds te doen, is een ondenkbaar
iets voor een Lap. Een paar minuteD in
kou en sneeuw te loopen met blooto voe
ten hindert niemand, maar zonder muts
dat. doet man noch vrouw. Niet, dat men
de kou aan het hoofd niet verdragen kan,
men is eenvoudig niet gekleed als men het
hoofd bloot draagt, 's Nachts slapen de
Lappen met hun hoofddeksel op, dat is
voor de warmtemaar meestal verliezen
zij hun mute in dien slaap en moeten er
's morgens naar zoeken. Nilsa kon de zijne
nooit vinden, hij begon bijna te huilen van
ergernis, schopte de honden op zij, haalde
al het beddegoed door elkaar en verschoof
de brandende takken, om meer licht te krij
gen, terwijl intusschen plagerijen en aller
lei raadgevingen om rijn ooren gonsden als
„Bind je muts vast, als jo ze vindt"
„Zeg, Nilsa, heb je wel een mute?" En als
dan eindelijk de roode kwast te zien kwam
en de muts op Nilsa's lang, dik haar was
gezet, weg was de jongen, de koude mor
genlucht in, die spoedig zijn ©rgernis weg
waaide. Geregeld kwam hij ons rijn waar
neming mededeelen, geregeld hoorden we;
,,'t Begint al licht te worden."
Dan verbleekten dc sterren boven de
rookspleet en tegen negen uren stonden do
bergen rood tegen do melkblauwe lucht-, en
do morgenschemering wierp een schijnsel
over de donkere hutten. De zon zelf kwam
niet voor den dag, maar tot tien uren kon
men zien, bij welk werk cob. Binnen m de
hut werd het natuurlijk eerder donker en
als men met zijn werk moest ophouden,
wanneer het daglicht voorbij was, zou men
niet veel kunnen uitvoerenhet overige
deel van den dag werkte men dus bij het
schijnsel van het vuur.
Het gebeurde soms 's avonds, dat ik een
tijd lang met de kinderen alleen in de hut
was, als Inga en Sara met haar handwerk
bij anderen op bezoek waren. Wij verdre
ven dan zoo goed mogelijk den tijd. Elle
hield veel van teekenen en in een schrift,
dat ik haar gegeven had, maakte zq met
potlood op heel kinderlijk© wijze schetsjes
van het dagelijksch leven in onze Lappen-
gemeente. Nilsa kerfde in een stuk hout.
De kinderen vonden het ook heerlijk luci
fers af te strijken, het vlammetje omhoog
te houden en te zien, hoe bet uitging. Daar
uit voorspelde zij het weer voor den volgen
den dag. Men had mij' eens uit Denemar
ken een pak couranten toegezonden kre
gen de kinderen een der groote bladen in
handen, dan bekeken zij eerst heel nauw
keurig de plaatsjes, die er in stonden.
Daarna verbrandden zij het papier stuk
voor stuk. De aardigheid was de vlammen
de reepen te rien opstijgen, tot rij door de
rookspleet in de donkere lucht verdwenen.
De dichterportretten, die in de courant
waren, Drachmanns portret cn Bjornson
in groot formaat, ondergingen hetzelfde lot.
Toen Nilsa 'n oogenblik gekeken had naar
Björnson, trok hij een afschuwelijk gericht.
„O, wat een boozqynanDi moet ver
brand worden" riep hij en daar ging
Björnson in roode vonken de lucht in, wel
dra gevolgd door Draehmann, die ook niet
beantwoordde aan Nilsa's Lapsch schoon
heidsideaal.
Elle kwam op een avond met een van
haar melktandjes. Zij wikkelde er een
hoofdhaar omheen een offer aan het vuur
en legde het loen onder een van do
haardsteenen. Ik hoorde haar echter niet
het gewone formulier uitsprekenVuur,
vuurdaar heb je oen zilveren tand, geef
mij een gewonen tand. Als men zich ge
brand heeft, zegt men op gelijk© wijze
Vuur, vuur, daar heb je Iwud vel, geef mij
nlijn leelijke vel terug.
's Zondags was lezen de beste horigheid,
en op een keer had Sara aan de kinderen
gezegd, dat zij in plaats van „andere on
nuttige spelen" een bock moesten nemen.
Elle pakte de Bijbelsehe geschiedenis in het
Finsöh en ging er mee bij sa ritten. Na
eenig heen en weer bladeren riep zij vroo-
lijk„Laten we dan maar cïe geschiedenis
van Simeon lezen, dat is do leukste."
Eigenlijk moesten die tweo groot© kinde
ren overdag hout hakken, maar dat deden
zij meestal niet, rij hadden zooveel andero
dingen te doen, die volgens hun meening
veel gewichtiger en ook prettiger waren,
bijv. strikken zetten voor sn^euwhoanders.
Het eerste, wat do kinderen 's i torgens na
een verplaatsing deden, was op verkenning
uitgaan, om to ontdekken, waar de sneéuw-
hoenders zich ophielden en daar spanden
zij dan hun strikken. Hetzelfde deden bijna
allo vrouwen. Als zij tijd hadden en gc»e>d
geluk, konden zij daaruit in den loop van
don winter een aardige bijverdienste heb
ben. fVVordt vervolgd.)