No. 18396 LEIOSCH DAGBLAD, Vrijdag 20 Februari. Tweede Blad Anno 1920. GEMEENTEZAKEN TWEEDE KAMER. FEUILLETON Met de Lappen op het Hoogland. II. Verhuring van land. Door B en W. wordt voorgesteld het perceel toellancl in den Bosohhui/.crp older pl.m. 70 H.A dat sinds 1917 werd gebruikt voor volkstdintj es, te verhuren aan J. Th. Oskam, melkverkooper te Leiden, tegen •een huurprijs van f 200 pier jaar. Vorder wordt door B. en W. in overwe ging gegeven de ten behoeve van do bouw- plannen der bouwvereeniging „Tuirustacï- wijk' aangekochte perceelen teel land aan dte Heerenstraat, groot 2.38.fio H. A., te verhuren aan O. L. van Velzen, expediteur alhier, voor 250 per H. A. Aanstelling inwonend concierge. Nu de afdeeling Militaire Zaken der Ge meente-Secretarie in het jmroecl Brecstr. No. 119 i6 gevestigd, zal, ook naar het ge voelen van de Commissie van Fabricage, moeten worden overgegaan tot de benoe ming van eon concierge, die met zijn gezin in dat perooel woont, voor de bewaking en het schoonhouden zorg draagt, en verdere diensten van liuidiouctelijken aard verricht Bovendien zullen hem bodediensten ten be hoeve van de afdeeling Militaire Zaken" en zoo noodig ook ten bohoeve van hot Raadhuis worden opgedragen. In het po.roeel is op de bovenachUrvier- diteping vo1 doende woongelegenheid be schikbaar voor een concierge met zijn ge zin. De nieuwe titularis ware verder, even als die» bediende ten llaadhuiae, in te dee- len in den rang van concierge A, met ge not van vrij wonen, vuur en licht, waar voor, ingevolge het bepaalcte in de aige- meene salaris verordening, een nader door B. en Wto bepalen, bedrag op de wedde wordt gekort. Onder mededeeli'ig dat de desbetreffende begrootingsregeling te :pjnerr tijd bij den Raad zal worden irge«liend, geven B. en VV derhalve thans in overweging, goed te keuren, dat tot de benoeming van een in wonend concierge ten behoeve van het per ceel Breestraat 119 wordt overgegaan. Aan dezen concierge zullen dan de bovenom schreven werkzaamheden worden opgedra gen, terwijl hij door hun College zal wor den inged~ r rang van concierge A Geen fwc-j wi.uren van Gemeentewerken. Nu de heer Bolhuis, uit inschoten, mc degedeeld heeft, dat hij zijn benoeming tot adjunct-dircctenr van gemeentewerken alhier iuet aanneemt, stellen B. en W voor, het Raadsbesluit van 2 dezer inzake de wijziging van samenstelling van het Bu reau van Gomoonte werken aldus te rege len, dat-in den vervolge in plaats lan twee adjuiict-direcrbctiron, aan dit bureau één adjunct-dr^cteur en één bouwkundig hoofidamV-r worden aangesteld. Geen exh. .ng aar, leeraren Gymnasium en H. B. S. In een gemotiveerd adres yor/oeken het bestuur van het- Genootschap van Leera ren aan Neder!andsche Gymnasia cn het Hoofdbestuur der Vereeniging van Leera ren bij het Middelbaar Onderwijs in de eer ste plaats, om de oxtra-maand uitkeoring welke van Rijkswege aan de Rijksambtenv ren over het jaar 1919 word verstrekt, ook aan de leeraren aan liet Gymna*ium en de lloogero Burgerschool alhier te verleunen. Ook de Minister "van Onderwijs Kunsten en wetenschapp ca vestigde bij missive van 5 en 7 November j. 1. de aandacht op deze aan gelegenheid Inwilliging van het verzoek van beide he- sturen kunnen B en W. den Raad irefaun- raden. Zooals toch bekend is, werd bij Raadsbeslul' van IC Oct. besloten, slechts aan die vaste en daarmee gelijkgestelde ambtenaren der gemeente Leiden een mt- keering ineens over 19i9 uit te betalen wier salaris minder dan f 2400 per jaar bedroeg on zij zouden het daarom tegenover de ove- Tage ambtenaren dier gemeente in hooge raSjto onbillijk achten, indien aan de leera ren aan het Gymnasium en do Hooge.re Burgerschool, voor zoover het traktement f 2400 of meer bedraagt, ten laste van de gemeentekas een dergelijke uitkeer,!ug werd gegeven en aan hun in dezelfde omstandig heden verkeerende collega's in gemeente dienst niet. Bij het Rijk deed zich dezr- on billijkheid niet voor, aangezien aldaar de grens niet bij f 2-100, doch eerst bij f 10.000 was getrokken. Zij geven daarom den Haad in overwe ging a. niet in te willigen het verzoek, van adressanten, om aan de leeraren a"n hét Gymnasium en de Hoogere Burgerschool alhier een uitkeering ineens over het jaar 1919 to verloenen en hen vrij to stellen van pensioenstortingen b. hun Collego evenwel te machtigen aan de leeraren aan het Gymnasium en de Hon ger© Burgerschool voor Jongens alhier, vanaf 1 Januari 1920 een voorschot toe te kennen op de voor hen vast te stellen saln- risverhooging ten bedrage van de helft van het verschil tusschen de bestaande sa larisregeling en do in Staatsblad No. 37 opgenomen nieuwe Rijksregeling cn cht voorschot tegelijk met het traktement te doen uitbetalen Gedeeltelijke herziening van het uitbreidingsplan der gemeente. B. en W. stellen een tweetal wijzigingen voor in heb in 1h07 vastgestelde uitb rei dings plan der gemeente. De eerste wijziging staat in verband met hdb door die vereendglng „Tuinstad wijk" ingediende plan tot het stichten van een nieuwe woonwijk op aan de gemeente toc- behoorend terrein beoosten do II eerenstraat en den voorgenomen aanleg oer electri- sche tramlijn Leiden—Voorburg- Den Haag De herziening vau het pi an strekt zich uit over bijna het gehecle buidelrjk half rond der gemeente, doch behoeft voorloo- pig slechts to worden vastgesteld ten op zichte van het gedeelte der gemeente, ge legen tuösclieu de Hcerenstraat en de tram lijn. De andere wijziging betreft net gedeelte benoorden den Heeronsingel bij de Ar.na- Paulowna-straat en do J ulianastroat cn wel naar aanleiding van het verzocic \a.n het R.IC. Parochiaal Kerkbestuur der pa rochie van Onze Lieve Vrouwe Hemelvaart en het bestuur der Zusters Carmelitessen a'hier, om, in verband met den voorgeno men bouw van oen R.-K kerk, pastori:, cn bijbehoorendo lokalen cn vaneen It. K. gesticht voor onverzorgde kinderen op het hun toobehoorend complex perceelen aan den Hcert-nsingel tiu^hen de Juliana- straat en de Alexanclerstraut-, de volgens het uitbreidingsplan over dat complex ge projecteerde 10 M breede straat, gelegen in het verlengde van de Anna Paulowna- straat, te doen vervallen Ook iri"l9IG bereikte B. en W namens de èigonaressen een verzoek van gelijke strekking, waarop échter overeenkomstig praeadvies van den Raad afwijzend werd beschikt. Als motief voor deze afwijzende beschikking voerden B. en W destijds aan. j dat bij inwilliging van het gedano verzook dc geprojecteerde Anna-Paulownastraat, j welke op het aanvankelijke plan van uit breiding niet voorkwam, doch in verband met de toenmalige bouwplan non vui de vereenigingen „Ons Belang" cn ,,Dc Goéde J Woning' op het uitbreidingsplan werd aan- j gebracht, tot een doodJöopend slop zou worden bestemd, hetgeen niet alleen in strijd met een aesthetischen straataanlog, doch bovendien onaangenaam en onbillijk zou zijn voor bovengenoemde bouwvereeni- ging. .Móet nu met betrekking lot het thans aanhangige verzoek eenzelfde standpunt worden ingenomen, of wijkt dit tweede adres zoodanig van het in J:)16 gedane ver zoek af, dat tegen inwilliging geen ovcrwe gende bezwaren meer bestaan? De Commissie van Fabricage is blijkens haar rapport van 31 Mei j.l. het laatste ge voelen toegedaan. Hoewel B. cn VV. aan do Commissie moest toegeven, dat de bouw van de nieu we kerk on van net gesticht voor onver zorgde kinderen ongetwijfeld kan bijdragen tot verfraaiing van het stadsgedeelte, ter- wijl daarentegen de doortrekking van do Xnna-Panlownastraat zeer problematiek is i Vorgadering van gisteren. Toetreding tot den Volkenbond. Voortgegaan wordt met het wetsontwerp houdende voorbehoud in zake do bevoegd heid tot toetreding tot het Volkenbends- verdrag. Bij de algemeene beschouwingen is tevens aan de orde de motie-Dressclhuys c. s. Do MINISTER VAN BITITFNLAND SCHE ZAKEN do heer VAN KARNE BEEK beantwoordt de sprekers. Het ligt niet op zijn weg om dc beschou wingen op den voet te volgen en hij meent zich te mcete-n beperken tot het verdrag, zich plaatsend op den bodem dór feiten. In de eerste plaats over de voorbereiding van dit ontwerp, waartegen do heer Mar ch ant bezwaar had. Men had inlichtingen gevenscht aan het Ncderlandscho publiek vóór do indiening. Dat zou een stuk met een academisch karakter moeten geweest- zijn. Z. i ligt zo-s iots niet op den weg dér Regeering. Welk oogenblik had mem voor dc uitvaardiging moeten kiezen? Het stond niet te zien. wanneer het verairag zoa ko men, en het zou zonderling geweest zijn aan den vóór-avond van het verdrag een dergelijk stuk uit te geven I Zwitserland stond er anders voor, om dat voor dit land de periode van twee maanden niet voldoende zou zijn. Preala bel met oen academische verhandeling te komen zou noodzakelijk hebben gemaakt, dat men do beschikking had over gegevens omtrent de strekWng van net verdrag. En die ontbraken zoolang het. verdrag niet verschenen was Do fundamenteel© vraag voor ons is en, indien zij al na onteigening plaats heeft dasrdoor toch geen goed", toestand kan worden geschapen, nu verdere huizenbouw niet mogelijk is, meenden zij toch, dat een zonder meer doodloopen der Anna Paulow- straat in gcon geval mocht worden tooge staan. Zij trachtten daarom een oplossing te vinden, waardoor eonerzijds het tot-stand- Icomen van de plannen van adressanten niet onmogelijk werd gemaakt, en ander zijds het- scheppen van misstanden en liet schaden van do belangen van de bewoners der huizon aan (Je zuid-oostzijde vah.de An- na-Paulownastraat zooveel mogelijk werd tegengegaan. Dcrc oplossing, waaromtrent met den gemachtigde der eigenaren, den lieer A. Leusen, kapelaan alhier, vooraf van ge dachten werd gewisseld, komt op liet vol gende neer De straat, geprojecteerd in. het verleng de der Anna-raulownnctraat, vervalt, doch ten einde te voorkomen, dat aan liet zui- oelijk einde der bestaande straat een on- gewenschto toestand ontstaat, zal vanaf de Anna-Paulowno-straat naar de Juliana- straat, dus m westelijke richting, een straat ter breedte van 8 M. worden aan gelegd, zooals op de tor visie liggendo tee- kerning nader is aangegeven, terwijl na aemping der vervuilde sloot aan het zui delijk deel der Anna-Paulowna-straat over een lengto van pl. m. 25 M. dit gedeelte <3er straat over de volle breedte zal wor den aangelegd Ten einde de tot stand-koming van een en ander mogelijk te maken, moesten de eigenaren zich bereid verbaren, om, on middellijk nadat de hiermede verband houdende wijziging van het uitbreidingsplan door don Raad vastgesteld en door Gedrep. Staten goedgekeurd was, den hun toebe hoorenden grond, voor do tot-stand-koinir.g van do wijziging ter plaatse benoodigd en cp de beckoning in bruin aangeduid, aan de gemeente kosteloos in eigendom over te dragen en torras aan do gemeente to vergoeden de kosten van demping der ge noemde sloot, voer zoover die sloot a.tn adressanten toebehoort. Bedoelde eigenaren zijn daartoe, zij het dan ook noode, bereid, en daarom stellen B. en W voor, ovenals tot de eerstgenoem de wijziging, ook tot deze wijziging over t* gaan. deze. Wat beteekent dat contract? Waar komt heb instrument op neer? Wat is de working van het statuut? Het antwoord is niet gemakkelijk, omdat wij hier te doen hebben met een wereldgrondwet zonder meer. Alleen de Engolschc commentaar en c enige uitleggingen bestaan or, maar meer is er niet voor de vorming van een nauw keurig denkbeeld omtrent do stichting van het-, verdrag. Voor objectieve beoordelin gen moet mt&n zich los maken van allerlei mogelijke veronderstellingen, die reeds ge maakt zijn. Het systeem van het contract komt hier op neer, dat men niet. tc maken heeft met eon. super-staat, een .Statenbond een vol kenrechtelijk persoon Men heeft getracht in heb leven te ruepon eon basis voor per manente regelmatige samenwerking van Staten. „International cooperation" was het doel ,een vast contact; oen kring, die zaken voor dien kring van belang zal be handelen en georganiseerd overleg Of die kring er een is van broederschap, is een tweede vraag. Het is een kring van Staten op een vasten grondslag, waarmede een po sitief resultaat is Ivereiikt. Men spreekt op den duur van een 50-tal Staten, die een contact zullen vormen De gedachte van con cohaerentie van Staten heeft men in een concreten vorm willen brengen. Waaraan had die zich te houden Het belangrijkste punt was, dat degene, die bepaalde regelen van den kring overtrad, een daad van oorlog deed tegenover alle anderen. Iedereen is partij en niemand kan zeggen, dat hij geen partij i9. Wie zich niet onderwerpt, wordit in don ban gedaan. Bellum justuni tegenover oelluui injustum is de grondgedachte. Eenmaal behocrend tot dezen Boud, zal men zich niet meer af scheiden, omdat men partij is en blijft. Tweo automatische verplichtingen zijn er economische boycot en verlecnen van fa ciliteiten, cosu quo deelnemen aan de ge noemde actie. De boycot i3 een consequen tie van het partij-zijn, het uitgangpunt evenals de doortocht. Als die consequentie niet worcfo aanvaard, is de eenheid ver broken. Er zal een moreelc» verplichting zijn om mee to doen. al staat nergeas, dat men moet meedoen. Mecloea aan ge meenschappelijke actio zal afhangen vmi geografische omstandigheden e. d. Souvo reinitedt is geen formecle kwestie, doch een materieel© zaak De vermindering zal een belaigrijke zaak zijn, een opoffering, die voor den een veel ^zwaarder kan wegen dan voor den ander. Het is niet de bedoeling gewenst verder te gaan met de inkorting van do souvereini- teit dan is aangegeven. Het is niet gezegd, dat iedere Eegeering gebonden is aan de beslissingen van den Conseil. Het besluit is vaak slechts een advies, een rcconimaa- rlatur. Er is reden aan te nemen, dat dc Regeeringen worden gebonden door haar mannen in den Raad. Zij. die riet worden geroepen in der Raad zullen niet- gebonden zijn. Dat alles vloeit voort- uit hot uitgangs punt van den opzet, waarbij het r.iefc de bedoeling is geweest zoo chop in de zelf standigheid van de Staten in te grijpen, dat de volksvertegenwoordigingen ziin uit geschakelde. Nu zijn er nog nadere afspraken, o.a. lot uit bouw van dc middelen en gesoliillen, door ar bitrage op te lossen. De grondslag is gelegd van een Permanent Gerechtshof cn voor een onderzoek van den Gonseil, dat niet uitsluit on derzoek krachtens het Bryantraclaaf. Het derde punTls de kwestie van de bewa pening. De bedoeling van het contract is ver mindering \au bewapening, als een zedelijke verplichting. .Nationale veiligheid en hetgeen noodig is voor de internationale verplichtingen zijn do maatstaven voor do grootte. De Conseil kan plannen maken op het gebied der bewape ning. Die plannen zullen worden voorgelegd aan do leden. Zij binden alleen, als men zo heeft aanvaard. Aanvaardt men ze niet, dan is het weer een kwestie van goed vertrouwen. Het goheel is de goede trouw, dat men zal trachten naar vermindering van bewapening. Ontwapo- 1 ning is niet het doel, omdat het niet vereenig- baar is met de gemeeno actie. De Conseil kan niet bepalen, dat iemand moer moet doen dan bij zelf wil. Hoe valt dit nu uit voor Neder- 1 lande De beperking van onze souYeroiniteit acht spr. wel degelijk belangrijk en ingrijpend. Moor dau een mogelijkheid, dal Nederland zichzelf niet meer zal kunnen zijn, kan niet aangenomen worden. Bij inbellum justum blijft de neutrali teit; alleen hij den ongeoorloofden oorlog valt de neutraliteit; maar zelfs dan zullen wij nog niet behoeven moo te doen aan do gemeenschap pelijke actie. De economischo boycot kan beden kelijk werken voor Nederland. Het goven van de faciliteiten bij don doortocht is ook van be lang. Voor ons land is hot van hijzondór be lang, omdat doortocht verschillende dingen kan meebrengen, o.a. dat het land operatie-baxsis kan worden. Ieder land blijft vrij in het beoordoelen van de vraag of een oorlog geoorloofd of on geoorloofd is. De Conseil zal overwegen of er een gemeene actie zal zijn en Noderland zal dan het recht hebben bij dat overleg betrokken te worden.. Wanneer dat art. 4 op dit geval niet toepasse lijk was, wat hebben wij daaraan dan? Spr. staat op het standpunt, dat Nederland door toe treding dc verplichtingen aanvaardt; maar te vens zal staan op zijn rcoht om hij de toepas sing mee tc spreken. Do kwestie van do bewaponing is onder het oog gezien door de commissie tot voorbereiding van de derde Vredesconferentie. Er is jaren ge leden een studie-commissie voor intensievo vraagstukken ingesteld. Zij is o.a. gekomen met eon plan van grondslagen voor een Volken bond. Het was studiewerk en niet meer dan dat. In den gedachtengang van die punten heeft men zich bezig gehouden mei het vraagstuk der po litie. De Regeering heeft daarmede niefcs to maken. Hoe staat Nederland nu tegonover den Vol kenbond, wat betreft de toetreding? Met den heer Van Ravesteijn is het moeilijk debatteeren, omdat spr. in het uilgangspunt niets met hem gemeen heeft. Do toetreding der Centraion wordt door ve len gewen scht, cok* in het belang van den Vot- kenöond. Spr eikent het belang van die toe treding voor den Bond en hij twijfelt niet of zij zulten lev. riot ie moeten worden toegelaten. Blykt het ton slotte slechts, dat een deel van Europa in don B- nd vcrcenigd is, dan kan Ne- derianl overwogen om den Bond te verlaten. "Wachten op de toelating van de Centrale* acht spr. niet in het belang van ons zelf, maai van de Central en. Als Amerika niet toetreedt, wat is dan de b&teekenis van onze toetreding? Hoo ia de bedoeling, den Bond te laten doorgaan, ook al doet Amerika niet mee? De Bood krijgt dan wel een ander karakter, maar dat is niet zóó, dat het beter voor ons zou zijn om niet toe te treden. Natuurlijk is bet van belang, dat Nedeiv land zoo voordeelig mogelijk weet toe fe treden. Wanneer anderen worden toegela ten op een vb et, die ons niet toekwam, volgt daaruit nog geen recht voor o-ns op die- zelid® gunstige voorwaarden. Veel was er in de kritiek, dat spr. toö- geeft. Er zit veel zonderlings in het trao taat, o.a. het toelaten van specifieke allian ties ook al zijn zjj defensief. Defensieve allianties worden licht offensieve. Maar op grond van de grieven mag men niet komen tot een afwijzing. Evenmin mag men op grond van grieven tegen het Vredesverdrag komen tot afwgzing van het Bondsverdrag. Laat men zich do vraag eous stellen of er meer te bereiken was iu Europa met zqn uiteenloopende tradities en adspiraties. Spr. stelt voordeelen oa nadeel en van de toetreding uog eens tegenover elkaar en meent, dat do eerste overwegen. Te midden vnn de algemeene verwarring en ontredde ring zal deze Bond eon verzamelplaats zijn voor de volken. Deze Bond zal iets goeds wezen, indien het gelukt don goeat levend'g te houden, dien Europa noodig haeft. Als de toetreding, tcfc den Bond, evonals do ni9t- toeti^ding, een sprong is in bet duister, can meent spr., dat het beton is met don Bond 'te springen. (Gelach). Tegen de motie-Dresse'huys heeft spr. geen bezwaar. De heer DRESSELHUY3 CV.-L.) vult zijn motie aan, zoodat dez9 komt te luiden: ,.De Kamer, van oordee', d t de Vol .eu- bond van zijn tegsnwoordigea onvo'maaktea vorm zich zoo spoedig mogelijk zal moeten ontwikkelen in de richting van eon cp het recht gebouwd? samenleving, en dat dien tengevolge op den voorgrond mceten sLan: a. verplichting tot vreedzame beslechting Uit bet Deensch vertaald door M. D. Z. (Nadruk verboden.) S3) Als men warm geworden was door het vuur en wat opgemonterd door de koffie, haalde men zijn stijf bevroren schoenen van heb- hek, droogde en warmde zoowel de schoenen als het hooi, dat cr in-was, trok ze aan, deed den leeren riem om en het schortje voor, terwijl men zijn andere klee- ren op hun plaats trok en glad streek, en klaar was het morgentoilet. Later op don dag kon men ach een beetje wassclien, als men er lust in had;, maar lust had men zelden. Wie het prettig wil hebben in een Lap- penhut, moet met het vuur leeren omgaan, moet. leeren er gebruik van te maken en er voorzichtig meo te zijn. Vooral moet men oppassen er niet te dicht bij te komen, als men zijn pelskleeren aan heeft; al vliegt men niet aanstonds in brand, de haren zen gen toch van de hitte, en draagt men al leen de onderpcls, dan kan de binnenzijde ook licht beschadigd worden. Bij erge kou de, als het vuur groot en heet was, werd er altijd tegen mij en de kinderen geroe pen: „Past op voor je pelsjas en je schoe- oien." Men kan er echter niet altijd voor oppassen do vonken spatten, en al zijn die oo- tamelijk onschuldig daar ze zelden rand veroorzaken, ten minste niet over dag, ze kunnen toch gaten branden in je kleeren en je haar leelijk zengen. Heb je daar zelf met dadelijk erg in, dan roept wel de een of ander: „er is hier walm," waarop een. ieder onderzoekt waar dat van daan kan komen. Valt er een vonk in het dikke haar van een man; als hij onder het eten zijn muts af heeft, gewoonlijk bemerkt men dat. eerst, als er zich een fijn, sterk walmend rookkolommetje vormt boven zijn kruin, cn een der aanwezigen hem kalm toeroept„Je hoofd brandt Voor vonken behoeft men niet. bang te zijn, als er op do vuurplaat berkenhout- wordt gebrand, dat is „stil hout"; maar als er-jeneverbestak ken voor worden gebruikt, een zeer gelief koosde brandstof op het hoogland, daar dat hout zoo spoedig vlam vat en zoo goed warmt, vallen er onvermijdelijk evenveel gaten in jo kleeren, als in,het voorjaar in den rug van het rendier door de Jarven van do bromvlieg. In de lager gelegen streken, waar den nenhout gebrand woYdt, is het- nog erger. Dat hout knettert zoo sterk en er springen zooveel vonken, dat het gevaarlijk is voor de pelsdekens, het lioutzeil en voor alles in de hut-. Men kan niet gaan slapen vóór het vuur gedoofd is, als men niet bloot wil staan aan ernstig onheil. Het gebeurt dik wijls genoeg, dat een Lappenhut in brand vliegtdo oorzaak is meestal, dat heb vuur '8 avonds niet voldoende is gedoofd, of op nieuw opvlamt, 't Is betrekkelijk gemak kelijk zichzelf te redden, als er 'e nachts brand komtmen heeft het zeil maar op te lichten en men is buiten, maar slapende kinderen of voorwerpen uit de hut- te ha len, is niet zoo gemakkelijk em zonder brandwonden komt men cr niet af. Ook over dag, als er bij afwezigheid brand ontstaat, gaat de heele hut met volledlgen inventaris er aan, en dat is geen klein verlies. Assu rantie kent men natuurlijk niet. De donkere tijd, in November en Decem ber, is niet zoo triest als men rich dat al gemeen voorstelt. Bij heldere lucht riet men heel vroeg de morgenschemering en dio zachte zonsopgangsvaagheid houdt ver scheidene uren aan, tot zij in den namid- c)ag overgaat in zonsondergangslichtdan zijn er de maan en de sterren cn dikwijls heef verschillend noorderlicht in wonder- li.jko vormen Wij kregen het buitendien altijd to weten, als de dag in aantocht was want de kleine Nilsa begon, als bij ijn morgenkoffie op had en kou cn slaap te boven was, wanhopig naar zijn muts te zoe ken hij moest en zou naar .buiten en dat blootshoofds te doen, is een ondenkbaar iets voor een Lap. Een paar minuteD in kou en sneeuw te loopen met blooto voe ten hindert niemand, maar zonder muts dat. doet man noch vrouw. Niet, dat men de kou aan het hoofd niet verdragen kan, men is eenvoudig niet gekleed als men het hoofd bloot draagt, 's Nachts slapen de Lappen met hun hoofddeksel op, dat is voor de warmtemaar meestal verliezen zij hun mute in dien slaap en moeten er 's morgens naar zoeken. Nilsa kon de zijne nooit vinden, hij begon bijna te huilen van ergernis, schopte de honden op zij, haalde al het beddegoed door elkaar en verschoof de brandende takken, om meer licht te krij gen, terwijl intusschen plagerijen en aller lei raadgevingen om rijn ooren gonsden als „Bind je muts vast, als jo ze vindt" „Zeg, Nilsa, heb je wel een mute?" En als dan eindelijk de roode kwast te zien kwam en de muts op Nilsa's lang, dik haar was gezet, weg was de jongen, de koude mor genlucht in, die spoedig zijn ©rgernis weg waaide. Geregeld kwam hij ons rijn waar neming mededeelen, geregeld hoorden we; ,,'t Begint al licht te worden." Dan verbleekten dc sterren boven de rookspleet en tegen negen uren stonden do bergen rood tegen do melkblauwe lucht-, en do morgenschemering wierp een schijnsel over de donkere hutten. De zon zelf kwam niet voor den dag, maar tot tien uren kon men zien, bij welk werk cob. Binnen m de hut werd het natuurlijk eerder donker en als men met zijn werk moest ophouden, wanneer het daglicht voorbij was, zou men niet veel kunnen uitvoerenhet overige deel van den dag werkte men dus bij het schijnsel van het vuur. Het gebeurde soms 's avonds, dat ik een tijd lang met de kinderen alleen in de hut was, als Inga en Sara met haar handwerk bij anderen op bezoek waren. Wij verdre ven dan zoo goed mogelijk den tijd. Elle hield veel van teekenen en in een schrift, dat ik haar gegeven had, maakte zq met potlood op heel kinderlijk© wijze schetsjes van het dagelijksch leven in onze Lappen- gemeente. Nilsa kerfde in een stuk hout. De kinderen vonden het ook heerlijk luci fers af te strijken, het vlammetje omhoog te houden en te zien, hoe bet uitging. Daar uit voorspelde zij het weer voor den volgen den dag. Men had mij' eens uit Denemar ken een pak couranten toegezonden kre gen de kinderen een der groote bladen in handen, dan bekeken zij eerst heel nauw keurig de plaatsjes, die er in stonden. Daarna verbrandden zij het papier stuk voor stuk. De aardigheid was de vlammen de reepen te rien opstijgen, tot rij door de rookspleet in de donkere lucht verdwenen. De dichterportretten, die in de courant waren, Drachmanns portret cn Bjornson in groot formaat, ondergingen hetzelfde lot. Toen Nilsa 'n oogenblik gekeken had naar Björnson, trok hij een afschuwelijk gericht. „O, wat een boozqynanDi moet ver brand worden" riep hij en daar ging Björnson in roode vonken de lucht in, wel dra gevolgd door Draehmann, die ook niet beantwoordde aan Nilsa's Lapsch schoon heidsideaal. Elle kwam op een avond met een van haar melktandjes. Zij wikkelde er een hoofdhaar omheen een offer aan het vuur en legde het loen onder een van do haardsteenen. Ik hoorde haar echter niet het gewone formulier uitsprekenVuur, vuurdaar heb je oen zilveren tand, geef mij een gewonen tand. Als men zich ge brand heeft, zegt men op gelijk© wijze Vuur, vuur, daar heb je Iwud vel, geef mij nlijn leelijke vel terug. 's Zondags was lezen de beste horigheid, en op een keer had Sara aan de kinderen gezegd, dat zij in plaats van „andere on nuttige spelen" een bock moesten nemen. Elle pakte de Bijbelsehe geschiedenis in het Finsöh en ging er mee bij sa ritten. Na eenig heen en weer bladeren riep zij vroo- lijk„Laten we dan maar cïe geschiedenis van Simeon lezen, dat is do leukste." Eigenlijk moesten die tweo groot© kinde ren overdag hout hakken, maar dat deden zij meestal niet, rij hadden zooveel andero dingen te doen, die volgens hun meening veel gewichtiger en ook prettiger waren, bijv. strikken zetten voor sn^euwhoanders. Het eerste, wat do kinderen 's i torgens na een verplaatsing deden, was op verkenning uitgaan, om to ontdekken, waar de sneéuw- hoenders zich ophielden en daar spanden zij dan hun strikken. Hetzelfde deden bijna allo vrouwen. Als zij tijd hadden en gc»e>d geluk, konden zij daaruit in den loop van don winter een aardige bijverdienste heb ben. fVVordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5