No. 18390 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 Februari. Tweede Blad Anno 1920. EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER. BINNENLAND, FEUILLETONV_ Met tie Lappen op het Hoogland. 17) Zitting van gisteren. "Na aanneming zonder hoofdelijke stem ming van de begroeting van Binnenlaad- acho Zaken was aan do orde HOOFDSTUK Va. f (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen) De heer VAN DER ÏÏELTZ (V. D.) be toogt, dat uitvoerig de vooratellen der Staatscommissie voor do blindenverzorging ia stand moeten blijven. Do beer FRAN8BEN (A. R.) weuscht, dat wanneer aan een bijzondere school we gens adekfco van een onderwijzer een tijde- lijko leerkracht wordt aangesteld, deze uit de gemeentekas zal worden betaald, gel ijk dat, bij' het openbaar onderwijs het geval is De heer VAN DER MAE SEN DE SGM- BREFF (R -K kl.aagt over de ongeregel de uitbetaling 'üer onderwijzerssalarissen. Do heer MENDEL8 (S. D. A. P.) spreekt, over de uitvooring van die wet De Visser. Verschillende gemeentebesturen blijven na latig in het betaloi der uitkeeringen. wel ke zij volgens deze wet aan de onderwij zers verschuldigd zijn. De gemeenten sche pen do ojv'brwijzers af met de mededeeling dait het Rijk het geld nog niet gestuurd heeft. Namens den Bond van Ned. Onder wijzers hoeft spr. een twaalftal van de erg ste nalatige gemeenten gedagvaard. Daar na hebben enkele gemeenten dö achterschul dige salarisbedragen uitbetaald De gemeen tebesturen hooren niets van het Rijk ter wijl zij de voreischte statuten reeds heb ben ingezonden. Maandenlang bleef c5e noodtoestand bestaan totdat spr. met dag vaardingen kwam. Hij vraagt cfen Minister deze zaak spoe dig af te doen Hierna bespreekt hij de niet-benoeming van den heer Pannekoek tot onderdirec teur van de Leidsche Sterrenwacht De Mb uister erkent hem niet bonoemd te hebben omdat dr. Pannek'^ek die communistische beginselen is toegedaan. Spr. staat in be ginselen en tactiek niet naast hem, docb in menig opzicht tegenover hem. De Re gee ring is met haar redeneering op het ver keerde pad; waar is dan het einde? Het betreft hier niet een*"richting, welke straf baar is, en do Grondwet zegt, dat elko Ne derlander benoembaar is. Nu gaat de Re geering een bepaa1de richting uitsluiten. 'Hoe gaat he:, als de reeds benoemde amb ten aar aanhanger ^an die partij is? Zal do Minister hem dan ontslaan? "Wat is 'e Mi nisters plan daaromtrent? De Minister van Financiën giDg niet zoo verdie plaatste een belasting-ambtenaar over, omdat deze tot cte communistische partij behoorde. Het beginsel van minister De Visser is bolsje- wiatchch. De beer SMr.ENGE (U. L.). brengt den Minister hulde- voor zijn hou<Lng ten aan zien van bet groenwezen. Spr heeft r bezwaar tegen, dat de op richting van Rjjks Hooger Burgerscholen wordt r3lemmerd door in sommige gamecn- ten plannen om uct stichting van eeu blon dere H. B. S. te komen, zonder dat men met deze plannen vordert. Hij zou daarom v „nschen, dat in dergelijke gevallen een termijn gesteld werd na verloop waarvan he1, rijk zelf de zaak ter hand neemt. Voor het onderwijzend personeel van het hand Is- en arbeidsonderwijs vraagt hij een extri- maand salaris. De heer VAN KOL (S. a A. P.) bepleit dö bekngen van den schilder Jan ten Kate. Een comité heeft hem voor den Nobel prijs voorgedragen. Deze schilder 13 thans oud en met instemming vernam Spr., dat de Minister de aandacht van museumd re:teuren op zijn werk zal vestigen. De Mmister van Onderwas, Kunsten en .Wetenschappen, de heer 'DE VISSER, be gint mei eenige détailkwesties. u t 'ng van de denkbeelden vam het ■raport' der Staatscommissie i. z. de blin denzorg verd'ent ernstige overwegng. Over leg met andere Dep:rtezamten zal daarbij no(-dig zijn. De leid.ng zal zooveel mogelijk' in één hand bjj spr.'s departement moeten zijn. De hu.de. aan den schilder Ten Kate gebracht, onderschrijft spr. volkomen; hjj is zooveel mogeljjk In de gewenschte rich ting werkzaam. De achterstand in de uitbetaling der onder wijzers salarissen is een onaangename zaak. Voortdurend wordt de hoofdbeschuldiging tegen spr.'s Departement gericht, maar dat is politiek onrechtvaardig. Het Rjjk whs tot dusver niet op do hoogte van de salarissen der onderwijzers en had alleen met de uit betaling der minima te maken. Men moest dus thans van de gemeenten al de dossiers opvragen, 32,000. Het Departement heeft hieraan hard gewerkt. Maar alle spoed is afgestuit op de traagheid van andere c>!- leges. Zeer laat kwamen de opgaven der gemeenten in; nog ontbreken de opgaven van tal van gemeenten, en de opgave van Amsterdam moest wegens een geheel fou tieve berekening worden teruggezond:!). Ook de gegevens voor de voorschotten, aan de gemeente te verstrekken, komen zeer traag in. Voorschot tot een willekeurig bedrag is in stxgd met de bestaande voorschrift^. Verkeeren vele mensohon in financieren en socialen nood, dan rust het odium1 daar van op andere colleges. Bij aanstelling wegens ziekte van een tij delijk onderwijzer aan een bijzondere school, moet de gemeente daarvoor betalen; maar geen bijzondere school heeft het recht deaa tijdelijke aanstelling om te zetten in een vaste aanstelling. De vakonderwijzers en wat zij ontvangen staat buiten de wet; daaromtrent hebben de gemeenten geen verplichtingen. In deze leemte wordt voorzien bjj het ont- werp-L. O.-wet, naar nit de Memorie van Antwoord zal blijken. Spr. deelt mede, dat de Regeering bereid is uitvoering te geven aan ds motie-Smeenk betreffende een extra-maand salaris voor het personeel der Nijverheidsscholen. De kosten bedragen 31/2 mdllioen. Met het visscherij-onderwijs zal spr. sposd betrachten. Met genoegen vernam spr., dat er tua- echen de communisten en den heer Mendels principieel en tactisch een niet te over bruggen kloof bestaat. Spr. hoopt, dat dit ir.el de soc.-dem. meer en meer het geval zal zijn. De niet-benoeming van dr. Pannekoek was voor den Minister niet een kwestie van poli tieke richting. Het betrof hier een man, drager van een beginsel, dat de omverweiv ping beoogt van de bestaande orde van zaken. Dr. Pannekoek was om deze begin selen uit Duitechland uitgewezen. Misschien zou dit geen aanleiding zijn geweest voor spr.'s afwijzend advies in zake de benoeming, indien hij niet van het Departement van Justitie bericht had ontvangen, dat dr. Pan nekoek een der leidende personen is van de communistische partij en dat hij door Bels Kun tot eerelid van den Arbeiders- en Sol- datenraad te Boedapest werd benoemd. Thans geeft dr. Pannekoek cursussen over zijn poli tieke richting. Een dergelijk persoon zal spr. nooit benoemen. Het gaat niet aan te be slissen voor welke betrekkingen zco iemand misschien geschikt zou zijn. Invloed van dr. Pannekoek op zijn leerlingen zou niet uit- fesloten zijn bij den in tie men omgang op de terrenwacht; bovendien is hjj een warm pro pagandist. In dezen abnormalen tijd kan spr. in geen geval tot een dergelijke benoeming over gaan. Spr. heeft in zijn staatkundige loop baan genoeg getuigd-'van zijn vrijbeidsop- vatting, maar er is een limiet in het be'ang van de openbare orde en rust. Liever zou spr. 2ijn ambt neerleggen dan tot een der gelijke benoeming over te gaan. De lichamelijke opvoeding zal spr. af doende regelen, nadat de ond:rwijswetgeving is afgedaan. Wat "de oprichting van H. B.-scholen be treft, te Harderwijk is een bijzonder lyceum opgericht. Na re- en dupliek wordt Hoofdstuk Va z. h. st. aangenomen. HOOFDSTUK VIIB. (Financiën). Hierna is aan de orde Hoofdstuk Vllb. bane vena (die motie-A'an Kol, betreffende een grondig onderzoek naar de voor- en nadeelen van verschillende noorten van Staatsmonopolies door een daartoe in het leven te roepen Staatscommissie. De heer VAN KOL (S. D. A. 9Ê) licht zijn motie toe on wijst er op, dat deze iets andera beoogt dan do socialisatie-motie- Marchani. Spr.'s motie gaat uit van de grondslagen der kapitalistische maat- echappij. De hoor FRANSEN (A. R.) maakt eenige opmerkingen over de predikantstraktemen ten in verband mat het wetsontwerp in za ke de nieuwe predikanteplaata te Rotter dam, welk ontwerp cDestijds door de Eer ste Kamer werd verworpen. De heer GtLISSE (R-K.) betoogt, dat de gedwongen leaning hot karakter van een heffing ineens heeft en wijst op de de preciatie der coupons als gevolg van de onereuzo rentebetaling. Hij vraagt sitrengo maatregelen, om be voorkomen, dat valscho bankbiljetten uit Rusland hier in circulatie komen. Spr. had handhaving gewenscht van de zegelbelasting op facturen, cognossemen ten, enz. De weeldebelasting zou men dan e enigszins kunnen matigen. Hij vraagt den Minister het vraagstuk van omzetting van zilvergeld in nikkelen mun te laten bosbudeeren. De bankbiljebtendiefsta-1 te Haarlem is ernstig, maar nog erger, dat deze biljet ten niet bewaard werden in een inbraak- vrije kluismen ihoet dit den fabrikant dwingend voorschrijven. De hoor VAN HOUTEN (U.-L.) merkt op, dat aanvankelijk de bedoeling van den heer Van Kol was een onderzoek naar de Staatsmonopolies, met heit oog op het fi nancieel belang van den Staat. De motie is veel algemeencr gesteld en loopt paral lel met de motie-Marchant. In elk geval oient de motie beperkt te wordien tot het belang van de schatkist. Spr. dient hier voor een amendement in. De heer STORK (V. L.) is tegen de mo tie omdat hij tegenstander is van elk Staatsmonopolie, wanneer dit niet noodza kelijk is. Door eon Staatsmonopolie worden de burgers slechter bediend dan door een vrij bedrijf. Spr. is ook tegen hot amende ment-Van Houten; door de motie-Mer chant is de motie-Van Kol bovendien over bodig. De vergadering wordt verdaagd tot Vrij dag elf uren. Vergadering van Donderdag. Belediging W. Sasse varr Ysseit. Heö nienw gekozen lid der Kamer. W. Sasse van Ysseit, legt de vereischte eeden af en neemt zitting. Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER deelt mede. dat de Cen trale Sectie besloot op 26 en 27 Februari in de afdeelingen een serie wetsontwerpen te onderzoeken. Conform besloten. interpellatie-Braat. De heer BRAAT (P. P.) trekt zijn ver zoek tot het houden van een interpellatie in. Duurfewcl. Voortgegaan wordt met het wets ntwerp houdende maatregelen ter bestrijding van het onredelijk opdrijven en hooghouden der prijzen. Do heer SANNES (S. D. A. P.) vervolgt zijn rede. Hjj vraagt wat het oordeel vaa den Minister van Arbeid over deze wet is. Het geldt hier toch een diep ingrijpenden socialen maatregel. Spr. vreest, dit de hoogstaande mannen" vreemd zullen zijn aan den socialen strijd. Wanneer man nu al zegt, dat die man nen zich met de rechten van art. 3 niet zullen inlaten, waarom begint men er dan mee? Spr. begrijpt er niets van hoe de Mi nister z.ch de to.pass ng van de wet denkt. In verband daarmede stelt hij verschillende vragen aan den Minister. In andere opzich ten gaat het ontwerp niet ver genoeg, naar spr.'s meening. De Centrale Raad en de districtsraden zullen zijn samengesteld uit met-belangheb benden, o.a. rechters. Dit acht spr. al een verkeerd systeem. Deze personen moeten groote kennis van economische vraagstuk- len hebben. Z. i. moeten consumenten en arbeiders in deze comm ss'es ve.tegenwoor- digd z;jn, hetgeen noodig is om vertrouwen te wekken bij de groote ma*s3a. Spr. acht het niet verschrikkelijk, dat dezo wet het verbintenissenrecht op zg stelt Als de omstandigheden zich wijzigen, moet dat recht zich aanpassen, heeft de heer Mar chant gezegd; maar hij bleef zich tegen deze wet, die het nieuwe recht regelt, verzetten. Het element van onzekerheid, dat deze wet zou brengen, acht spr. gering, in vergelij king van de belangrijke voordeeion, die zjj biedt. De heer SCHOUTEN (A.-R.) juicht het ontwerp toe. Z.i. kan de Centrale Raad zelf het best do volgens art. 3 noodige maat regelen beoordeelen, omdat hij eerst de en quête heeft geleid. Spr. ziet geen enkele tegenstrijdigheid tusscben artikel 2, waar da eDquêto wordt geregeld, en artikel 3, dat de bevoegdheden regelt. De heer VAN RAVESTEIJN (Comm. P.) betoogt, dat de Regeering veel tot bestrijding van de duurte had kunnen doen; maar zij deed niets. Thans komt- zij met dit ontwerp, dat niets revolutionairs heeft. Van deze wet verwacht hij niets. In het gunstigste geval zullen groote roofvogels beslissen over het geen kleine roofvogels doen. Van mannen als Kröller, Van Aalst, Colrjn en soortgelijken valt niet te wachten, dat zij handelsovereen komsten zullen vernietigen. Deze wet is vol komen ondemocratisch, wat vooral blijkt uit de samenstelling der raden. De heer KOLTHEK (Soc. P.) spreekt in gelijken geest. De heer HERMANS (R.-K.) verdedigt het ontwerp en sluit zich bij den heer Schou ten aan. De Minister van Landbouw, de ii°er VAN IJSSKT«STEUN, zal al'e n de niet-jur d eche punten behandelen. Dit ontwerp ia ook het gevolg van den wensch der Kamer. Het geldt voor abnormale tijden en is dus ab normaal. De markt is op sommige punten dalende; maar toch acht spr. de wet nog noodig, omdat liet zeer lang duurt eer de kleinhandel de daling bespeurt. Als art 13 verviel, gaf»het ontwerp steenen voor brood. Er moet iDgegrepen worden, wil het ontwerp effect hebben. Wordt art. 3 geschrapt, dan zou de Regeering ernstig intrekking van de wet overwegen. Over art. 3o kan eventueel no1* gepraat worden. Er zijn contracten aangegaan, waarin de verplichting ligt om een bepaald aantal ja ren van een bepaalde fabriek te blijven be trekken. Voor dergelijke gevallen is ingrij pen noodig. Tot de teeltregeling denkt spr. niet terug te gaan. Misschien kunnen nitvoerbepnlingen daarop uitwerking hebben. Ook tegen stil zetten van de productie kan deze wet een ïèm aanleggen, omdat zij de prijzen aan banden legt. De loonen worden in deze wet gehouden, omdat het een bevoorrechting van een be paalde klasse zou zijn, als deze er buiten vielen en uitsluiting daarvan zou leiden tot ontduiking met allerlei gefngeerde contrac ten. Aaan. m'n_j van het arnendemenl-Sannea zou onaannemelijk zijn voor spreker. De Minister van Justitie, de heer HEEMS KERK zegt. dat art. 3 van dit ontwerp toe laat vernietiging van een overeenkomst. Dit geschiedt in het algemeen belang en het Iran zrjn, dat liet is tegen het belang van een der partijen. In zooverre is het be paalde niet in strjjd met de Grondwet. Qok is het niet in strijd met art. 1374 van het Burgerlijk W t' o k. Er worden hier slechts eenige gevallen aangewezen, waarin wijzi ging oi vernietiging is mogelijk gemaakt. Niet alle contracten zijn in volle vrijheid gesloten, hetgeen ook reeds de grondge dachte van de Huurcoramissiewet is ge weest. Dat recht van vernietiging is niet revolu tionair o£ bolsjewistisch, omdat het niet eenzijdige contracten vernietigt. De grond gedachte is het algemeen belang, dat ge diend moet worden. Het argument, dat de Centrale Raad niet moet bestaan uit hoogstaande mannen, ont gaat spreker. De reenters mogen toch wel als zoodanig worden beschouwd. De norm voor de rechtspraak is de billijkheid, hetgeen uit de considerans reeds duidelijk blijkt. - Eenige leden repliceeren. De heer SANNES (S. D. A. P.) Iaat zich niet afschrikken door de onaanneme'ijk-ver- klariDg van zijn amendement. Hjj behoudt zich zijn beslissing over de wet nog voor. De vergadering wordt verdaagt tot Vrij dag één uur. De staking in het transportbedrijf. De besturen van den Central on Bond van Transportarbeiders en de Neder], Federatie van Transportarbeiders richten een open brief aan de burgerij van Nederland inzake de staking in het transportbedrijf be Am sterdam en Rotterdam, die Maandag zal aan vangen, na3r men thans wel met zekerheid mag aannemen. Aangevangen wordt met er op, te wijzen, hos sinds 1914 natuurlijk ook onder da transportarbeiders de lasten van den wereld- strijd, die wij doorloven, zich zwaar decl-a voelen,' zoodat ook van werkgeverszijda werd erkend, dat loonsverhcoging noodza kelijk was. Men wilde evenwel in 1918 niel verder gaan dan een verhooging hoogstens gelijkstaande ami het percentage, dat da prjizen der levensmiddelen waren gest g n, waardoor de achterstaand In de vorige oor logsjaren onder de arbeiders ontstaan, niet kon worden ingehaald. Noodgedwongen f g- den de organisaties zich in Jan. 1919 neer bg het aangeboden standoardloon vaa f5.50 per dag, hoewel f6.50 toen reeds in haan ocgen een bescheiden eisch was. De prijzen der levensmiddelen, in plaats van te dalen, bleven stijgen. Ia Sept. 1919. deden de werkgevers daarop, nadat de onte vredenheid onder de arbeiders steeds scher per tot uiting kwam, een aanbod, om hel loon der losse arbeiders te brengen op f 6.50 in plaats van f fx50 per dag, het weekloon der vaste havenarbeiders met f3 te ver- hoogen en dus op f36 te brengen en he# maandloon der zeelieden te verhoogen me# £15. Wederom namen de organisaties nood gedwongen aan. December 1919 kwam de Loonraad op nieuw bijeen. Ditotaal ter bespreking van de loonen en arbeidsvoorwaarden voor 1920. Maar daar werd door de werkgevers niet meer de noodzakelijkheid van verdere ver ruiming der levensomstandigheden voor de arbeiders erkend. Daar werd de „beperkte bevrediging* en do „opvoering der productie" den ar- be'ders voorgehouden. Aan verdere looasver- hooging viel niet te denken. Slechts zonden de werkgevers tegenover de afsluiting van collectieve arbeidsovereenkomst voor 1920 de standaardloonen voor lome arbeid rs meb fO.60 per dag willen verhoogen, de loonen der vaste arbeiders met £3 per week en ds zeeliedengages opnieuw met f 15 per maand. Het verlangen der arbeiders was een vet- hooging van den standaard met f 1.50 pen dag en gelijkstelling tusschen losse en vista arbeiders voor de berekening van het loon. Voor de zeelieden f 50 per maand- Dit laatste hield en houdt verband met het pogen den internationaal georganiseerde zeelieden onj oen internationaal gelijke gageregellag te verkrijgen. De Engelsche, Scandinavische ea Belgische gages zijn reeds geruimen tgd ge steld op het loonbedrag, thans door ons gevraagd. Voor Amerika staan ze hooger. Uitvoerig wordt dan ingegaan op de cij fers, door den heer Paul Njjgh successie velijk gegeven en daarop een met cijfers gedocumenteerd verweer en bestrijding gi geven, die we niet mee kunnen dealen, 't zon ous te ver voeren. De verschillen komen in hoofdzaak hierop neer, dat, terwijl - de heer Njjgh berekent, dat de loonen ovep een paar weken in Januari gemiddeld be dragen hebben f35 en 34.75, de organi saties voorrekenen, dat de loonen over die weken gemiddeld slechts bedroegen f32.63 en f32, feitelijk, alle factoren inbegrepen, nog lager waren. Verder worden nog de cijfers van de hee- ren Hudig en Stakenburg in de „Tel." aan vechtbaar genoemd en dit ook met cijfer» uitgerekend. Ten slotte worden de eischen der haven arbeiders matig en rechtvaardig genoemd, wanneer men nagaat, dat de levensstandaard voor Nederland sinds 1914 met 103 pCt is gestegen. Bovendien wordt er op gewezen, dat de werkgevers erkend hebbend dat zjj wel een hooger loon kannen betalen, maar zij zich niet gerechtgd achten ten nadeele vgn andere groote groepen der bevolking een verdere loonsverhooging toe te staan. y Zoo treden de scheepvaart- en havenbap'tv listen. die niet schroomden de vrachten to# ongekende hoogte op te voeren zie da Uit het Deensch vertaald door M. D. Z. (Nadruk verboden.) In paradijsvredig liohfc glinsterde 'oovon de aneeuw en de lange, goudgerande schadu -wen verplaatsten zich stil te. gelijk met de rijen der lastdieren, 't Was of wij regel recht den hemen tegen gingen. De in zoch ten gang voortschrijdende rendieren staken hun gewei omhpog in de avondlucht, en de kleurige pracht der Lappenkleeding kroeg glans en gloed. Als een heilige pro cessie bewoog zich de stoet weg van 's we relds leed en dood. Niemand sprak, doch één van de vrouwen zong met zachte stem een paar Psalmverzen, v^óór de rijen dier trekdieren uit werd de kudde den voor ons liggenden berg opgedreveneen kudde van vele duizenden. Nikki ging voorop met .het rendier, dat do kudde aanvoert, en achter hom als een breede, wigvormige massa, gingen al dë overige rendieren, 6aamge- houden door de honden en de wachters. Toen wij de rotsvlakto over waren en de zon onder was, sloeg de ernstig-stille stem ming bij'na plotseling om in dartele vroo- lykheidmen begon met elkaar te praten als tweo groepen zoo dicht bij elkaar kwa men,, dat een gesprek mogelijk was, of men babbelde met de kinderen of zei een woordje tegen de rendieren. In jolig gewoel ging et toen bergaf. Dien dag hadden wij geen tegenspoed; d© stoornis uitgezonderd, die een ongetemd rendier veroorzaakte, dab •chtsr de laatste slee van Inga's sleep ge bonden was. Dat beest gedroeg zich bij buien wild, sprong op zij, stribbelde tegen, viel en rolde om, in één woord verzette zich in woesten angst, zoodat zijn tong blauw uit zijn bek hing. Bij tusschenpoozen echter gedroeg het zich gedweeër en binnenkort zou men het voor een slede kunnen span nen en in de rij achter een heel tam en ge lijkmatig loop end rendier. De maan stond hoog, toen wij in tame lijke menigte bij het berijpte berkenboschje aankwamen, waar wij ons kamp wilden op slaan Do rijen van lastdieren werden tot staan gebracht, en de heele kudde kwam langs de berghelling als een storm op ons aan, en in een oogenblik was het stille, witte bosoh levendig door geluiden, kleu ren en beweging. Er waren menschen ge noeg om vlug <3o hutten op te zetten, na dat de wachters de kudde hadden vrijge laten de dieren gaan namelijk dadelijk liggen, zoodra zij voldoende gevoed zijn. Inga en ik konden dus dadelijk op weg gaan om hout te kappen. Zelden vellen de Lappen de boomen vlak bij hun hutdie doen dienst als kapstokken, wanneer het voor korter verblijf niet de moeite waard is een „lueva" te maken (een toestel om hooi te drogen, vachten te luohten en klee- ren op te hangen). Het is opmerkelijk, dat niemand iets voelt voor het lot van den berkenboom als hij valt onder de bijl van wie op het hoogland zwervenhet is of die berk daar op die hoogte, waar niemand anders nut van hem kan hebben, enkel en alleen groeit om het beslaan der Lap pen mogelijk te maken. X. Hier aan den zuidkant van Puollimaive, aan den zoom van V berkenbosch, hielden wij ons vrij lang op, langer dan de rendie ren prettig vonden. De oude omheining, die daar nog stond, werd weer bruikbaar gemaakt-, en bijna iederen dag was de kudde daar binnen, gedleeltelijk opdat nog verder de eigendom kon vastgesteld worden, en ge deeltelijk ter wille van het melken. Dat laatste zou in het midden van November zoo goed als geheel ophouden. Een andere Lappengerueente, een mijl van ons af, ge bruikte dezelfdo omheining als zij haar kudde volgens eigendom wilde groepeeren zij had haar hutton staan op de kale rot sen boven het bosch en moest zich met rijs hout. tevreden stellen, als zij vuur wou aanmaken. Uit nog andere gemeenten kwamen gasten bij ons op bezoek. Sommi gen brachten rendieren, anderen haalden rendieren af. Zoo gaat het bijna den heelen winter door tot ieder zijn kudde voltallig bijeen heeft. Een paar dagen had de omheindo ruimte leeg gestaan, een dikke wintermist maakte het hoeden moeilijk, de boomen hadden dui- menlange ijskegels aan alle takken en twij gen en de minste wind veroorzaakte in het bosch een eigenaardig gekraak, 's Morgens had de hemel de kl.eur van oude Provenee- rozen, en de berijmde booTnen geleken in dat grijs-rose licht op zacht donker eek hoornhout. De hut met haar gestreept wollen overtrek stond to midden van ie sprookjeswereld en zag er zoo warm en vei lig uit. Door alle reten lichtte de gloed van het vuur, terwijl do rook wegdreef tus schen het geboomte en de vonken uiteen spatten. Het was zoo stil, alle herders en honden waren weg, maar wat later op den dag hoorde men het gestamp der kudde op de bevroren sneeuw en het scherpe geluid van do honden. Niet lang daarna kwamen de dieren langs cüen voet van den heuvel voor bij. Allen in de gemeente hadden het geluid gehoord en haastten zich naar de omhei ning. De leider was al bij den ingang en herhaalde 'fc lokkende ,,cus-cus". Achter de kudde en langs de kanten sprongen en schreeuwden de Lappen, hun stokken en mutsen zwaaiend, tor-wijl de honden de uit do kudde wegloopende rendieren achterna zetten. In suizende vaart renden do dieren naar binnen, cn de wachters waren al bij de hand, om den toegang af te sperren met de boomstammen, die daartoe gereed lagen, toen opeens de grond trilde als was er oen aardbeving, do. tabkon braken en een stuk van do omheining werd wegge trapt dë heele kudde was mot de snelheid van den bliksem ,,omgekeord", niets kon haar tegenhouden, zij rende voort niet lettend op het razende geroep van de Lappen, noch op het woeste blaffen der honden. Alles, wat in den weg was, werd onder den voet geloopcn, en wee dengene, die valt, als de kudde aldus „omkeert" hij ziet er erg toegetakeld uit, als een paar duizend rendieren over hem heen zijn ge galoppeerd. Zoo viel eens Sara, met haar gezicht in de sneeuw gedrukt en kon niet op de been komen. Toen zij bevrijd werd, was zij bijna gestikt en half dood getrapt. Ditmaal had geen monsch er door te lijden, maar de rendieren trokken hot gebergte in, en kwamen dien dag niet meer binnen de omheining. De Lappen waren doodop, me nigeen was ton gevolge van don mist al langer dan gewoonlijk bezig geweest; in zulk weer kan men als men niet goed op past, licht groote troepen van rendieren kwijtraken. Twee van de jonge mannen waren twee maal vier en twintig uur uitgeblevenzij moesten verdwaald zijn en daar zij geen proviand mee hadden, begon men onge rust over hen te worden. Biettar ging met zijn knapzak er op uit, om naar hen te zoe ken maar kwam terug zonder hen te heb ben gevonden. Den volgenden dag kwamen zij echter opdagen, en wij kregen hun avonturen te' hooren. Zij waren nogal ver in Zuidelijke richting gegaan, om een paar rendieren to halen, die trekken in het najaar altijd Zuidwaarts maar gevon den hadden zij hun dieren niet en zelf wa ren, zij verdwaald iu den dikken mist, die dag en nacht aanhield. Twee dagen en twee nachten hadden zij rondgeloopen, voedsel hadden zijn niet, rust nemen durfden zij niot, daar het nogal hard vroor do jong ste liet zich telkens op den grond vallen, om te slapen, maar de oudste joeg hem weer op. Eindelijk hadden zij gelukkig een plaggenhut gevonden, waar nu en dan Fin nen verblijf hielden, als zij strikken gingen zetten voor sneeuwhoenders. De hut was onbewoond, maar zij vonden or wat meel en koffie en oen flescli sterken drank. Do jongste proefde er van en sliep onmiddel lijk, de oudste maakte vuur aan, kookte koffie, bakte brood. Yer'nwikc en uitgerust gingen zij weer op weg en vonden een troep rendieren, wier spoor hun de rich ting aanwees, maar naar huis konden zij dien nacht nog niet, want zij moesten den teruggevonden troep bijeen houden. Den derden morgen kwamen zij bij de omhei ning aan en hadden daar nog uren lang werk, het was avond vóór zij in de hut te rugkeerden en eten krogen en rust. Voor lang uitrusten was geen tijdden volgeiv den morgen moesten zij weer terug. (Wordfc vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5