No. 18388 LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 11 Februari. Tweede Blad Anno 1920. PERSOVERZICHT. EERSTE KAMER TWEEDE KAMER. FEUILLETON Uet de Lappen op het Hoogland. r De studie der biologie voor .vrouwen. In MINERVA" komt een leer belangwekkend artikel voor van mejuf frouw prof. dr. Joha. Westerdijk over liet Studeeren van vrouwen in de biologie. De scbryfster merkt op, dat het aantal vrouwe lijke studenten in dat vak veel grooter is, dan dat der manlijke: aan de Utrecht-cbe 'universiteit studeeren op hot oogenblik totaal 125 biologen, waarvan 70 vrouweD en 55 mtumen. Over het studieverloop zegt zij: „Van het groote aantal meisjes-biologen, die jaarlijks aan onze vier groote universi teiten voor de biologie aankomen, komt een deel dus niet klaar, omdat do studie te swaar is; een ander deel niet, omdat zij trouwen. Door het groote aantal worden vaak de practica, hoogleerarm en assisten ten zwaar belast, zonder dat het resultaat bemoedigend 13, want ik heb reeds gezegd, Br zyn altijd nog te weinig biologen. Het óntbreekt echter veelal aan de geschikte, aan dén werkelijk biologischen man of vrouw. Wat nu de toekomst van de vrouwelijke bioloog aangaat, die is goed. Heelt zij zin voor ondefwijs, dan heeft zij meestal te kiezen uit ver chlicnle goed;"'b trekkngfu. Het echter tooh een teeken de: tijds, dat een groot deel van de vrouwelijke bio logen geen onder wy 9 willen gevün. Het is trouwens in vee andere vakken een modern verschijnsel, dat de leeraarsbetrekkingen on populair lijn. De salarieering is veilal voor mao met gezin .niet best, het is moeilijk orde te houden in de klasse, en de biologie ie een vak, dat op het eindexamen gym nasium niet gevraagd wordt. Buitendien jnoet men n et vergeten, dat de meesti ge studeerden nooit les hebben g g.ven ao hun pas sinds enkele jaren door professoraten in de paedagogiek eengermate in die rich ting voorlichting wordt gegeven. Vele ge studeerden zyn vol wijsheid, doch weten niet hoe deze ^an een tegenstribbelende, aan al baar banden trekkende klasse mee te deden. Wat andere biologische betrekkingen aan gaat, ,zoo zijn er verschillende betrekkingen aan hoogescholen, die meer van blyvendon aard zijn dan assvstentschappen, bijv. con servator aan herbaria, musea en verzame lingen, in het algemeen betrekkingen waar Ben vrouw van kan bestaaD en die haar wel passen. Verder zijn er a^si:tentschappen Bn andereonderzoekingsinrt tuten waarin •sen vrouw goed werk kan verrichten. Een andere toekomst Voor biologen ilgt in Indië aan de verschillende proefstations ten bate van de cultures. Het is echter zeer de vraag, of meisjes in deze betrek kingen zullen slagen Het is niet in de Berste pluats h ar wetenso'ap. ©Iq e k nni% die hier den doorslag geeft; maar haar kun nen op ancier terrein. 'De werkkring aan de proefstations is veelal verbonden met ïeizen op ondernemingen in afgelegen stre ken met proefnemingen buiten. Vr» uwen. die maar eenigszins angstig van aard of tuk op haar damesachtigheid zijn, z;n h er ni t op haar plaats. Flinkheid, wat brutaliteit, het goed kunnen omgaan met allerle soort n^enscben en veel zelfvertrouwen zijn ean eerste vereischte. Een meisje, dat niH bra ai" ia, zal hier niet.slagen. Aan den anderen kant moet men tegenr ovor de kan6 van hier goed werk te ver richten niet a! te pessimistisch stian. want ook mannen zonder deze eigen chappen Blagen in de tropen niet, en er zyo er velen niet geschikt gebleken. Het feit dat men in de tropen minder afleiding heeft dun bij ons. maakt, zoowei voor vrouwen als voor matinen. een rijker hnerlyk leven noodig. zonder hetwelk het leven daar niet uithoudbnar is. En laten zij die.er hem trekken, a let bang zyn, dat zij haar be schaving zullen vt:l ez:n. De w re be-cha- ving blijft in de ru.mte van het koloniale leven all cht simpeler en zniverd r oestaaa. In Amei i' a ziin aan 'aborat ria steeds tal van vrtrweiijke werfkrachten verbon den. Zij hmrJen zicb bezig met microtoomsnijden, voedingsbodems maken voor bacteriologie, prac- paraten maken, fotografeeren, uitwerken van tabellen en curven. Zij zijn niet weten^cbnppe- lfck gescho ld doch werken zich in een be paald deel van bet werk volkomen in .zoodal zij dit vak beter verstaan dan wetenschappe lijk© ktachfft, die dit werk slechts sporadisch verrichten. Hoewel zulke krachten ook hier wel gebruikt worden, zijn zij lang niet algemeen gonoeg. Zij kunnen hooglecraren en assistenten van een deel van het werk ontlasten, en dezs kunnen hun tijd aan moeilijker werk besteden; ook kunnen zij een groot deel van de admi nistratieve dasten en zorgen der groote insti tuten dragen. Aangezien vrouwen in het alge- mcon meer gewend zijn te schipperen en te zorgen en zij wat minder „pontcnour" hebben dan mannen, zijn zij dikwijls beter assistenten in den waren zin van het woord en kunnen zij beter iemands rechterhand zijn. Zoolang echter het Rijk tegen „administratrices" is, en bijv. deze werkkrachten bij de gemeente Amsterdam veel minder verdienen dan de schoonmaaksters, huivert men wel eens, meisjes dit weTk aan te raden. Toch zouden vele laboratoria en hoog leeraren mot meer vrouwelijke gespecialiseerde werkkrachten, zoowel waA het werk betreft als economisch, gebaat zijn. Evenzeer meen ik, dat bijv. een opleiding aan de meisjes-tuinbouw- school voor haar, die van biologie houden, in aanmerking komt. Deze krachten zouden zeer goed in proeftuinen van wetenschappelijke in stituten voor allerlei werk te gebruiken zijn, bijv. bestuivinge- en kruising^werk. Dezo oplei ding is veol minder zwaar dan de universitaire, Doch ook hieraan is men nog niet gewend, al zai eenmaal het voordeel van dergelijke werk- ki achten wel blijken. Toch blijft er plaal9 genoeg voor de weten schappelijk gevormde botanica of zoöloge, maar ■laten zij dan komen, die den noodigen ernst, liet noodige uithoudingsvermogen, een behoor lijke voorontwikkeling hebben gehad, en die niet studeeren om „student te zijn"."' De Middenstandsbond en de K a m o r. - In het algemeen week blad „DE MIDDENSTANDSBOND" schrijft D. Hans, over de wijze, waarop de middenstand vertegenwoordigd is in het Parlement en hoe daarin verandering te brengen. De schrijver, die al vele jaren op de perstribune van het Parlement zit, beeft er de stem van den echten middenstander nog nooit gehoord. Wèl de stem van alle andere volksgroe pen. Wèl de stem ook van den groot industrieel en den groot-handelaar. Maar niet het geluid van mannen, die er de reclitnie/trge middenstandsbelangen wisten te vertolken, niet in dien zin, dat al het andere daarvoor moet wijken, maar in har monie rnet die andere belangen. Het slot van het betoog nemen wij ge heel over „Wij willen de Middenstanders absoluut niet verleiden het Neutrale karakter van hun Bond prijs te geven. Maar het wil er bij ons niet in, dat, met behoud van dat neutrale karakter, niet een middel te vin den zou zijn om de stem van don Midden stand in het Parlement te doen hooren. De toestand van thans komt hierop neor, dat de Middenstanders het parlementaire strijdmiddel eenvoudig verwaarloozen. Do middenstand zoo zegt men is de ruggegraat van het volk. Het is schoon ge sproken en geschreven. Maar is het dan niet ongelooflijk, dat diezelfde midden stand tot dusver heeft verzuimd gebruik te maken van de parlementaire strijdtribune Dat die „ruggegraat" in het Parlement gansc'nelijk niet vertegenwoordigd is? Wij weten wel, dat ten slotte iemands religieuze en politieke overtuiging de hoofd zaak en de alles-beheorschende is, en dat zijn economisch middenstands-belang daar aan secundair moet worden geacht. En het is niet onze bedoeling om deze verhouding om te draaien. Er zijn echter belangen, die alle middenstanders, van welke richting zij ook zij", gemeen hebben. Maar zelfs die be langen zijn tot dusverre in het Neder- landsche Parlement niot~~behartigd. Dit is de eenvoudige, bijna humoristische waar heid." Vergadering van Dinsdag. In Memeriam mr. Kappoyne v. d. Cop'ieUo. De VOORZITTER herd nkt liet overleden lid mr. Koppeyne, een energiek man, vri,.in de! rk in dan omgang en scherpzinnig jurist. Z{n naam schitterde vele jaren als advo caat en pleiter; zijn adviezen vonden ai tijd een gretig gehoor. Door groote werkzaam heden heeft hij ook in deze Kamer een be langrijke plaats ingenomen. Zijn herinne ring 'blijft bij one allen in eere. De Ministor van Binnenlandsche Zaken, de heer RUYS DE BEERENBROUCK. ner- denkf den overledene als een der corypheeën van de advocatnor. De openbare zaak ver liest in hem een schat van rechtschapen heid; twee belangrijke Staat.commiss es ver liezen in hem een schat van vernuft en kennis. Staatabegrooting voor 1920. Algemeene Beschouwingen. (Replieken). De heer VAN DER HOEVEN "(C.-H.) repliceert. Hij dringt aan op krachtige bevordering van den woningbouw em ep reorgans.it e van de Huurcommissiewet, de z. i. schadelijke praktijken heeft opgeleverd. De heer VLIEGEN (S. D. A. P.) blijft op grooten spoed aandringen bjj de invoering van de Arbeidswet. De gemeente-financlën be p-ekend. wrj t hij er op, dat in vele groote buitenlandscne steden de politie Rijkspolitie is. Hem lijkt dit billijk. Spr verdedigt de staking in het haven bedrijf. Wat de looneischen betreft acht hij de staking volkomen geiechlvaard gl. Hjj hoopt, dat de Regeering zich afzija.g za. houden. Ten slotte bestrijdt hij het betoog van den heer Van Einbden. De heer STORK (Lib.) zegt, dat de redo van den heer Mondeis hem deed djn'esa aan die van een kwakzalver op een marktplein, die met groote woorden zijn waar aanprijst. Wat het salarisbesluit betreft, zegt spr. niet bedoeld te hebben, dat dit een wet van Meden en Perzen moet zijn. Spr. verdedigt zich tegen den aanval van den heer Vliegen. Hg ontkent, dat hij do Regeering in de havenstaking partij wilde laten kiezen. Slechts wenscht hij, dat ons land daarvan niet de dupe za! zjn. De Minister van Finance®, de he;r DE VRIES, antwoordt nog kort. Hij verdedigt de handhaving van het leening fonds en be toogt, dat het toepassen van zuinlg'ie'd toch niet veel kan opleveren. De ambtenaren-salarLsen zijn gestegen ge middeld 86 pCt., salarissin tot f26 0 116 p€t., tot f5000 84 pCt-, daarboven 59 pCt. Bt den post 'is het gemiddelde 103 pCt. De vergadering wordt verdaagd tot Woens dag 11 uur. Vergadering van Dinsdag. Interpellatie» Fe heer OUD (V.-D.) vraagt verlof voor een interpellatie totr den Minister van Fi nanciën omtrent de onzekerheid, op belas tinggebied ontstaan ten gevo'ge ven de jong ste verklaringen van den Minister. De heer VAN RAVESTEIN (Comm. P.), vraagt verlof tot den Minister van Buiten- landsche Zaken vragen te mogen richten ropens de mogelijkheid van herstel van de betrekkingen met Rusland. De heer TEENSTRA (V.-D.) vraagt ver lof voor een interpellatie tot de Ministers van Justitie en van Landbouw, Nijverheid en Handel betreflende de uitvoering on de voorgenomen wijziging van de Landarbei ders wet. Morgen zal over deze verzoeken worden beslist. Regeling van werkzaamheden. De heer VAN DIJK (R.-K.) vraagt uit stel van behandeling van het wetsontwerp tot reorganisatie der Kamers van Koop handel. De VOORZITTER heelt lrertegen bezwaar; irtusschen zal dit heden toch nog niet aan de orde zijn. Het wetsontwerp wordt op de agenda ge- piaatst. De VOORZITTER deelt mede. dat uiter lijk morgenavond de M. v. A. van het. wets ontwerp betreffende toetreding tot den Vol kenbond zal verschijnen. Spr. stelt voor het wetsontwerp don Vrijdag a.s. to behandelen. De heer TREUB (Econ. B.) wenscht uitstel van behandeling tot Dinsdag. De VOORZITTER deélt mede, dat de Mi nister van Buitenlandsche Zaken op spoedige behandeling prrjs stelt. De heer TRÖELSTRA (S. D. A. P.) sluit zich aan by den heer Treub. Hot voorstel van den Voorzitter -wordt goedgekeurd Yerschilende wetsontwerpen. Aan de orde zijn hierna: 1. "Wetsontwerp goadkeuriog van een over eenkomst met de Stoomvaart-Maatschappij „Zealand", wegens het uitvoeren van een maildienst tusschen Vlissingen en Queens- borough, Folkstone of een andere Engel- ache haven. 2. Wetsontwerp overneming in eigendom, beheer en onderhoud bij het Ryk van het veer over het Hollandsch Diep tusschen Willemsdorp en Moerdijk. 3. Wetsontwerp Wijziging van de begioo- fcing wan (le Posterijen, de Telegrafie en Tele fonie voor 1919 (Verschillende onderwer pen). 4. Wetsontwerp Onteigening in de gemeen ten Beek, Geleen en Sittard, voor de verbete ring van den Rijksweg van Maastricht naar Nijmegen in die gemeenten. By No. 1 (Overeenkomst Stoomv.-Mij. „Zeeland") spreekt de heer BRAUTIGAM (S. D. A, P.) en wijst er op, dat de gages van kapiteins en stuurlieden bij de~e Ma.tschap- py veel ongunstiger zyn dan bijv. bij de Batauerlijn. De verantwoordelijkheid is daar bij niet minder; er wordt byv. door het drukste vaarwater gevaren. De heer VAN STAPELE (S. D. A- P.) betoogt, dat de post op deze boeten zeer slecht wordt behandeld. Ook klaagt hg over het verblijf aan boord voor het poslpovacueel. Hij vraagt den Minister deze punten eens te laten onderzoeken. De heer OUDEGEEST (S. D. A, P.) vraagt of het juist is, dat de Regeering met een wetsvoorstel zal komen tot verleening van financieelen steun aan de My. „Zeeland.' Ook vraagt hij inlichtingen over de gerucaten betreffende de verplaatsing uit Vlissingen, De heer KOLTHEK (Soc. P.) vraagt oven eens inlichtingen over voornemens tot subsi- dieering van de Mij. „Zeeland" en over de plannen tot verplaatsing. De heer MARCHANT (V.-D.) vraagt eem- ge inlichtngcn o/er de arbeidsvoorwaarden. De heer BEUMER (A.-R.) verklaart zich tegen verplaatsing. De Minister van Waterstaat, Je heer KöNIG, betoogt, *dat de lor nee overeenkc ni etig de bepalingen van den Loonraad zyn. De positie van het postpersoneel zal spr. na gaan, ten einde te beoordeelen of er aanlei ding tot verandering is. Voor naderen fi- nancieelen steun zyn onderhandelingen 0aan- dt. Het postvervoer staat hierbuiten. Er zijn geui onderhandelingen met de spoorweg maatschappijen gaande over verplaatsing der Mi„Zeeland." In elk geval zou de Regee- ling hiertoe moeten medewerken. Over de arbeidsvoorwaarden zal overleg worden ge pleegd met de vakorganisaties. Het wetsontwerp wordt z. h. st. aange nomen. No. 24 worden z. h. st. aangenomen. Reorganisatie Kamer van Koophandel. Hierna kwam in behandeling het wetsont werp tot samenstelling, inricht ng en be voegdheid der Kamers van Koophandel en Fabrieken en het wetsontwerp tot wijziging de? handelsregisterwet 191S. Algemeene beschouwingen. De heer OUD (V.-D.) bespreekt de rege ling van het kiesrecht. Do Rcgcering koos een stelsel, waarbij de leden der Kamers van Koophandel deels door de vakorganisaties deels door de indi- vidueele kiesgerechtigden worden gekozen.. Spr. is voor individueel kiesrecht in gelij ken geest als dat dor Kamerverkiezingen dan kunnen ook de vagorganisaties zich doen gelden, door eenvoudig een candida te nl ijst in te dienen. Het stelsel, ten slotte door de Regeering aanvaard, is een bedenkelijke stap in do richting van het systeem, door den heer Van Dijk verdedigd, die verkiezing door de vagorganisaties verlangt. Bij het stelsel der Regeering kunnen de kiesgerechtigden hun stemrecht overdragen op hun vakorgani satie. Spr. wijst op verschillende practische be zwaren van bet stelsel der Regeering, v.n. wanneer iemand lid is van twee Vereenigin- gen. Ook het geheim van bet stemrecht gaat aldus verloren. In zijn M. v. A. noem de do Minister zelf het onmogelijk om een dergelijke regeling te treffen. Spr. heeft met den beer Staalman en eoruge andere leden amendementen voorge steld, om te komen tot een wijze van ven- kiezing, welke overeenkomt met die van de ïweede Kamer. De heer VAN DIJK! (R.-K.) verdedigt het stelsel van verkiezing door de vakorga nisaties. Men ziet niet in, welke plaats cle Kamers van Koophandel tegenwoordig innemen in het economisch leven. Men moot bij de samenstelling der Kamers rekening houden met het opbloeiende vereenigings- leven. De Kamers moeten als het ware worden oen comité, gevormd uit de vereeni- gingen van belanghebbenden. De heer SNOECK KENKEMANS (R.- K.) betuigt instemming met de regeling van het kiesrecht, door den Minister voorge steld. De heer DE MONTE VER LOREN (A.- R.) kan zich bij do regeling van den Minis ter neerleggenal is hij daardoor niet ge heel bevredigd. Spr. is tegen de aangekon digde amendementen, cJoch zal er thans niet over spreken. De heer STAALMAN (Middenst.p.) wijst op de beteekenis van hot wetsontwerp, waardoor de Kamers van Koophandel een belangrijker positie krijgen cn veel meer zullen kunnen doen op velerlei gebied. Van groot belang is daarom voor do toekomst hoe de Kamera zullen zijn samengesteld. Bij 't stelsel der Regeering verwacht spr. een wedstrijd tusschen de Vereenigingen, om zooveel mogelijk gedelegeewlen in de Ka mers te verkrijgen. Verschillende organi saties zijn hiervoor sok niet speciaal in het leven geroepen. Wie weigert zijn kiesbe voegdheid te delegeeren aan de organisatie zal voor het zwarte schaap worden gehou den. Voorts staat te vreezen, dat de politiek zich er in zal mengen. Reeds nu is er in de organisaties scheiding op confessioneelen grondslag. De heer VAN WUNBERG-EN (R.-K.) is op opportunistische gronden voor het stel sel der Regeering. De kwestie moet einde lijk tot oplossing komen. Voor politieken invloed behoeft niet gevreesd te worden. Het is van groot belang, dat de organisa ties sterk worden en daarom is spr. voor het regeeringsstelsel. De MINISTER VAN LANDBOUW, NIJVERHEID EN HANDEL, de heer VAN USSELSTEYN, verdedigt het stelsel der Regeering. Hij kan zich met de verkie zing door de organisaties vereenigen. Toen de eisch was vervallen, dat deze niet uit sluitend het kiesrecht zouden uitoefenon, en toen bleek, dat niet noodig was het ver plicht lidmaatschap van de vakverenigin gen. Na re- on dupliek worden de algemeene beschouwingen gesloten. Interpellatie. De heer DECKERS (R.-K.) vraagt ver lof voor een interpellatie tot den Minister van Landbouw, enz. over den noodtoestand in het klompenmakersbedriif. Morgen zal over dit verzoek worden beslist. De vergadering wordt verdaagd tot Woensdag één uur. SCHEEPSTIJDINGEN. 8TV MIJ. NEDERLAND. ORANjE pass, 9 Febr. Gibraltar. BAND A uitr. 5 Febr. van Suez. RADJA 7 Febr. van New-York naae Louis burg. KON. NED. ST00M3. MIJ. DEUCALION 9 Febr, van Smyrna fee Alexandria. NEPTUNUS 7 Febr. van Constanfcinopet fe9 Sa mos. ULYSSES 6 Febr. van Sfc. Aiidrews-Bay naar Buenos-Ayr es. ZEUS pass. 9 Febr. Cuxhaven KON. HOLL. LLOYD. HOLLANDIA thu'sr. 9 Febr van Vigo. HOLL-AMERIKA LIJN MAASDIJK pass. 9 Febr. Lzard. NO OR DAM 10 Febr. van New-York te Rotterdam», ROTTERD. LLOYD GOENTOER uitr. 10 Febr. van Gibraltar. Uit bet Deensch vertaald door M. D. Z. Nadruk verboden.) 16) De raanneD zijn geboren vormartis- ten voor het ornament, 'als zij rendier- gowoien bewerkeD of houtsnijden, en de vrouwen bewijzen evenveel goeden smaak, als zij haar pelsmutsjes maken of haar cein tuur of wat ook. bij do kindoren is gevoel voor schoonheid een natuurgaveeens, toen ik met Elle wandelde, riep zij toen wij voorbij een door een Fin gemaakte slede kwamen: „Wat een leelijke pulk!" Op het eerste gezicht was die" slee niet anders dan andere Lappensleden, maar bezag men haar van naderbij, dan had zij geen sier lijken vorm en de afmetingen waren in ver houding niet goed. Dat had het kind bij den eersten oogopslag geziende leelijk- heid er van had voor haar ieta aanstoo- telijks. IX. Nu bet in allen ernst najaar was geworden, en het gedaan was raefc alles, wat zomerverpoozing heet, draaiden de ge- 8pr*r.__en on het heele leven enkel om het randierdat onderwerp is nooit uitgeput en het eenigo, wat den Lappen ten volle interesseert. Vreemden, mot wie zij in aan- 1 if"13 21j,n Kökomen, al was het de koning verbleoken in bun herinnering, en de boiangsteUmg y00r bon is bitter klein in vergelijking met die voor een of andere ge beurtenis m de kudde. De toeristen, met bun kinderachtige, onbeleefde vragen, zyn weggevaagd uit het bewustzijn der Lappen, zoodra zij do zomerwoonplaatsenhebben verlaten, of al veel vroeger, er wordt niet meer van gerept, als zij de hut uit djn. De Lappen hebben tot hun geluk een go- zond egoïmehun rendieren, de omstan digheden in hun familie, hun godsdienst en mystiek, daarmee zijn vervuld. Op het eenzame hooggebergte zijn zij de meerde ren, daar heerscht de Lap en beheersoht iederen toestand, zijn zelfgevoel wordt machtig, andere menschen hebben geen be teekenis meer, bij minacht ze. Waarom ook zou bij vriendschap voelen voor andere rassen, die jaren en jarenlang zijn vijan den zijn geweest en alles hebben gedaan, om hem uit te roeien en zijn bezrt te vev- vernietigen Hoe zou hij plotseling ver trouwen kunnen stellen in enkelen, die nu ernstig zijn welzijn op 't oog hebben? Nooit te voren heeft hij oprechte welwillendheid ondervondeneerlijk gemeende vriend schap op voet van gelijkheid is hem nooit aangeboden. Een zekere vrieudclijkbeid on dervindt de Lap wel is waar dikwijls, maar die is lin de meeste gevallen zóó oppervlak kig en neerbuigend, dat hij met zijn fijn instinct voor mon$chen en menschen zich er nierfc door van do wijs laat brengen. In tusschen heeft de Lap, door altijd de mindere te zijn, een hoog© mate van slim heid en geslepenheid ontwikkeld, zoodat hij zich met zijn natuurlijke intelligentie heel gemakkelijk aanpast: levendig, als hij is, lijkt hij soms beminnelijker en meer ge ïnteresseerd dan hij wel bedoelt. Hij ge looft al# het op stuk van zaken komfc niemand buiten zijn eigen volksgenooten. Van de oudste tijden af aan tot op heden, ia hij niet anders geweest dan een belas tingbetaler niemand was zijn vriend, nie mand gaf raad en hulp in moeilijkheden. De predikanten gingen op harde, niet van be grijpen getuigende wijze tegen zijn ouden godsdienst in, de plaatselijke overheid pers te hem schatting af, do Regeering maakte wetten on verordeningen, die zijn vrijheid beperkten, do boeren plunderden hem uit en sloegen hem en zijn rendieren dood. En toch verwijt men den Lappen bun wan trouwen 1 Tegenwoordig tracht men de levensvoor waarden voor de Lappen te verbeteren en hen zelf en hun leefwijze beter te verstaan. De Zweden hebben de beteekenis van de Lappen als volk ingezieu en het recht der nomaden erkend op het hoogland, waar geen akkerbouw mogelijk is. 't Is te ho pen, dat men ook begrijpt, dat de Lappen uit dat kal o hooggebergte alleen dan waar de kunnen halen, wanneer in den zomer de toegang voor hun dieren openstaat op plaat sen, waar gras te grazen valt, en zij in den hardsten tijd van den winter naar de pijnbosschen mogen gaan. De tijd, dat men den Lappen belasting afzette, is voorbij men verlangt die nu slechte in geringe matemaar dat voorrecht hebben zij nog niet zoo lang, dat bet bun als een voorrecht bewust is geworden en in hun binnenste het eeuwenoud wantrouwen heeft kunnen overwinnen tegen alles, wat Regeering, overheid of „heeren" heet. Do Lappen kunnen maar niet gelooven, dat zij nu in Zweden werkelijke vrienden hebben men schen, die hen begrijpen en groot en goed werk doen, om hen vooruit te helpen en hun hun broodwinning en volksbestaan te laten. De 'angzame waardeering van die te gemoetkoming moet men niet al te hard be oordeelen. Wild, dat jaren lang van alle kanten opgejaagd en vervolgd is, zal ook niet gauw vertrouwen stellen in vriende lijke toenadering. Het dagelijksch leven van de Lappen is in 't geheel niet „arm". De lijst, waarin het gevat is ,is' prachtig genoeg rotsen, zon, duisternis, ongekend weer, de wijde be- mel, de sterTbn, het noorderlicht en een uitgestrektheid land mijlen ver in den om trek wie in onze maatschappij heeft zulk een achtergrond voor zijn werk? Daarbij komen do afwisseling en de spanning van heb rendierhoeden van verlies en winst, en dan de strijd met de natuur, de voortdu rende verandering ton gevolge van het trekken, de gezelligheid van het huiselijk leven in de faniiliehut en hot familiegevoel zelf, dat alle leden van een geslacht saam- verbindt. Er is op het hoogland niet veel tijd zich te vervelen, als uien het leven in een Lappenhut meemaakt. Wel vindt men daar andere afleiding, andere gezelligheid en andere vermaken dan waaraan wij ge woon zijn, maar daarom zijn zij niet van minder waarde en wie voor dat leven ge boren is, mist ze niet graag. 't Valt wel is waar niet te ontkennen, dat hot leven van den Berglap een moeiLijk be staan ismaar alle volwassen familieleden deelen met hem de bezwaren en moeiten. De man neemt het hardste deel van het werk op rich, vooral tegenwoordig, nu de vrouwen hoe langer hoe meer ontzien wor den, ten minste de gehuwde vrouw, die bij het rendierhoeden niet geregeld behoeft te helpen. En als er verhuisd wordt, balen de mannen de kudde, en de vrouwen pak ken in. Als het verhuisgoed op zadeltrek dieren geladen wordt, maken rij gelijke vrachten gereed en leggen tuig en dekklc9- dea klaar, zoodat alles vlug opgeladen kan worden. De dieren laat men nooit wachten. Maar het omgekeerde gebeurt soms. Toen wij van Abrantjakka zouden verhuizen, had den wij alles in orde wij zouden met sleden gaan. Wat achter moest blijven, stond be hoorlijk toegedekt, de hut was leeg, maar de rendieren kon men niot bij elkaar krij gen vóór het avond was, en dus moesten wij de riemen van de sleden weer los maken en het allernoodigste er uit halen. Zoo'n lecge hut zonder dennentakken op den grond is akelig koud. Nog vóór het licht word, gingen de man nen de trekdieren ophalen, en toen kwa men wij vroeg weg. Een bevroren paars winterzonnetje keek even boven het geberg- e te uit en wierp een mat schijnsel op de lan ge rijen van sleden, die als bonte strepen langs de rotsen zich voortbewogen. Do grond was wit en de lucht overal helder maar er lag slechts een dunne sneeuwlaag en do sleden gleden er niet zacht over heen, zij hobbeldon qver rotsstukken en oneffen heden, rolden soms geheel om en moesten weer opgeholpen worden, wat geen gemak kelijk work was. Meestal moest ik een oogje op de sleden houden, als ik niet zelf een sloep te sturen hadniemand mag werkloos blijven op een verhuistocht, en de hulp, die men verleu nen kan, wordt met dank aangenomen. Er is altijd iets gejaagds bij die verhuistoch ten een* zekere haast, die haar verklaring vindt in de beperkte kracht van het ren dier. Heb kan niet lang achtereen trokken, heeft weer voedsel en rusrt noodig en bezit niet zulk een taai uithoudingsvermogen als het paard. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1920 | | pagina 5