LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 16 Januari. Tweede Blad Anno 1920.
No. 18366
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De Gouden Kern.
De Middenstandsraad en de duurte.
Gelijk geutèld is, heeft de Minister van
Landbouw in zak© de Duurtewet niet slechts
advies ingewonnen vain den Nqverheids-
taad, maar ook van den Middenstandsraad.
Met betrekking1 tot het standpunt, dab
$6 Middenstandsraad ten opzichte van de
■Duurtewet inneemt, kan het volgende wor
den medegedeeld:
Den 4den November zond de Minister het
pntwerp-Duurtewet 1919 om advies aan den
Middenstandsraad toe, en reeds den volgen
den dag maakte het ontwerp een punt van
beraadslaging 'van dien Raad uit.
B\j de beraadslagingen betreurde men
algemeen, dat het particulier initiatief niet
zoodanig heeft gewerkt, dat liet ontwerp
Overbodig was. De tot-stand-koming van pen
Duurtewet werd echter in de tegenwoordige
omstandigheden als een noodzakelijkheid ge
voeld Met de strekking kon men zich dan
dok ajgemeen vereenigen. Dit neemt bvetnwaï
niot weg, dat men tegen enkele bepalingen
van het ingediende ontwerp, zooals iet
luidde, zeer ernstige bezwaren koesterde en
voorts op verschillende punten nadere in
lichtingen wenschte. Met betrekking tot eeh
6fl auder merkte men op, dat in sommige
Opzichten het ontwerp zich ia zeer vage ter
men uitspreekt. Wat is b\jv. onder een rede
lijken prijs te verktaan? Zullen de Raden er
rekening mee "houden, dat da eene hand^
laar goedkooper kan inkoopea en dus ook
verkoopen dan een andere? Gaan voorts de
«egeven bevoegdheden niet veel te ver, zoo-
uat bjjv. de centrale raad eenvoudig alles,
.wat historisch geworden, en alles, wat no
tarieel is vastgelegd, kan vernietigen?
Voorts vreesde men, dat de wet zelfs aan
leiding tot allerlei misbruiken zou geven.
Fabrieks- handelsgeheimen locpen gevaar
openbaar te worden, doordien de verhooren
Jn bet algemeen openbaar zgu, en geen vol
doende waarborgen gege ven worden, dab een
eventueel opgelegde geheimhouding niet ge
schonden zal worden. Men achtte dan ook,
dat b\j èchending van -verplichte geheimhou
ding niet. zooals het wetsontwerp voorstelde»
volstaan zou kunnen worden met het opleg
ger van boete of hechtenis, dcch bepleitte
zoer stellig uitsluitend prinoipalo hechtenis.
Eveneens vreesde men voor het indienen
van allerlei 'ongemotiveerde klachten en fri
verband daarmee een nocdeloos schaden va'n
het bedrijf, doordien fabr.kanb en handelaar
telkens hun zaken zouden moeten verlaten,
oirj inlichtingen te geven of zich te verant
woorden. Hel werd daarom' ook wensciielflfc
geacht in het ontwerp een bepaling op te
nemen, die den voorzitter vai den distric-ts-
raad de bevoegdheid zou verleenen. pnv, zoo
daarvoor termen aanwezig waon, bijv. wan
neer, de ülaclit alleen geschiedde, om' heb
iemand lastig te maken, den onrecht ma tigeh
klager een boete op te leggen.
Ter voorkoming voorts van allerlei klach
ten achteraf, oordeelde men het eveneens
.wenschelijk den termijn, waarbinnen de
klacht moet zpn ingediend, niet te bepalen
op 14 dagen, evenals het wetsontwerp wil,
doch op 8 dagen.
Zeer veel bezwaren ontmoetten de bepalin
gen, die de bevoegdheid der plaatselijke
duur te-commissies regeien. Deze óornm'ssies
zullen, volgens het ontwerp,-hun aandacht
hebben te vestigen op prijzen, die in den
kleinhandel of daarmee gelijk te stellen be
drijven "worden gevraagd en zullen aain het
publiek de door haar in verband <laaim?de
nuttig geachte wenken vei strekken.
Wil dit zeggen, dat wanneer de commissie,
tot de wetenschap komt, dat een artikel bij'
den eenen winkelier goedkooper verkrijg
baar is dan bü een anderen, zij ae aandacht
van hot publiek daarop rncot vesGgen?
Zoo ja dan achtte men zulks on tooi nut
baar.
De duurtewet is er om woeker to weien,
(maar niet om vcorliehting té go ven over p Ij
zen bij verschillende winkeliers en te'.i be
hoeve van bepaalde winkeliers als otficie-fe
reclame-bureau op te treden. Het ho'Vios-
zwaar in deze was echter, dat ife p'.aatse-
iijkc duur te-commissies bevoegdheden erlan
gen. buiten de wet gelegen', net geva>n dier
bevoegdheden strookt trouwens diet mot het
geheele karakter der wet: een bij d<s et
ongesteld© commissie moet geen bevoegd
heden hebben, welke buiten de wet zijn ge
legen.
Besloten werd bovenbedoelde opmerkin
gen ter kennis van den, Minister te breng m,
wat dan ock geschied is bij brief tf.d. 12
November.
Bi]'de indiening van het definitieve ont
werp is echter gebleken, dat dit slechts op
zeer ondergeschikte punten afw\jkt vau het
•door den Raad beoordeelde wetsontwerp,
2ocdat derhalve aan de bezwaren van oen
Middenstandsraad trouwens evenmin aan die
van den^ eveneens ter zake geraadpleegd2'n
Nijverheidsraad, niet is te gemoet gekomen.
internationale Credietverleening.
Het momorandum, waai-omtrent wij gisteren een
en ander meedeelden, luidt:
Do ondergeteekenden, al? particulieren, ver
oorloven zich aan hun RegcerLug hot voorstel
te doen, dat do Regoeringen der voornaamste
betrokken Staten, waaronder begrepen de Ver-
eenigde Staten van Amerika, Groot-BrittanniÖ
en Ierland en do Britsche Overzeesclie gebieden,
Frankrijk, België, Italië, Japan, Duitschland,
Oostenrijk, de neutrale Stalen van Europa, en
de voornaamste exporlecrcnde Stalen van Zuid-
Amèrika, worden uitgenoodigd om ten spoedig
ste (daar het hier een zaak van dringenden
aard geldt) oen bijeenkomst van financieele ver
tegenwoordigers te beleggen met het doel om den
toestand, zooals hier nader kor lelijks uiteenge
zet, te onderzoeken, on om aan te bevelen, voor
het geval zij tot de overtuiging mochten komen,
dat gemeenschappelijke hulp noodzakelijk is en
moet wordon aangeraden, aan wien en door wien
die hulp zou moeten worden verstrekt en op
welke algemeene voorwaarden.
Zij nomen de vrijheid om aan de bovenstaan
de aanbeveling de navolgende opmerkingen vast
to knbopon:
De oorlog heeft in gelijke mate zoowel den
overwinnaar als den overwonnene voor hel pro
bleem gesteld, om de middelen te vinden, waar
door afdoende oen eind kan worden gemaakt
aan de voortdurende toeneming van den om
vang der circuleerende middelen en Staats
schulden, en aan hetgeen daarmede noodzakelijk
gepaard gaat, de voortdurende stijging der prij
zen. Een vermindering in buitensporige con-
sumptio en een toenemen van productie en be
lastingheffing worden erkend als de meest be
lovende, zoo niet do eenige, geneesmiddelen. En
tenzij deze ten spoedigste worden toegepast, zal,
naar gevreesd wordt, de depreciatie van hot
geld verderen voortgang hebben, en zoowel ver
nietigen al hetgeen in vroegere tijden is ge
spaard, als voeren tot een geleidelijke, maar
hardnekkige, verspreiding van bankroet en
anarchie in Europa.
Er kan, in sociaal of economisch opzicht, geen
toekomst zijn weggelegd voor welk land ook,
dat de politiek blijft toepassen om zijn loopen-
de uitgavon te bestrijden door een voortdurende
■uitbreiding zijner circulatie en cloor bet steeds
opvoeren van zijno rentedragende schulden
zonder eene daarmede corrcspondeerendo ver
meerdering van zijn werkelijke inkomsten. Van
zakelijk standpunt zal het noodig zijn, dat de
behandeling van ieder land wordt vastgesteld
na een nauwkeurig onderzoek en mot inachtne
ming van zijn eigen omstandigheden en behoef
ten. Geen land echter verdient crediet, of kan
worden beschouwd als een zoodanig solvabel
debiteur, dat zijne obligaties bij het formulee
ren der toekomstplannen als waardevolle vor
deringen kunnen worden aangenomen, indien
het niet bereid of in staat is om zijn loopende
uitgaven te brengen binnen de grenzen van zijn
inkomsten uit belastingheffing of andero vaste
bronnen. Van dit beginsel dienen de volkeren
van alle Staten goed doordrongen te zijn, om
dat het anders onmogelijk zal blijken hen te
wokken uil een droom van valsche verwachtin
gen en illusies en (o brengen lot de erkenning
DUITSCHLAND EN OOSTENRIJK.
Het is duidelijk, dat Duitschland en Oosten
rijk een zwaarder last zullen moeten dragen,
dan hun overwinnaars, on dat 'zij. in overeen
stemming met het vredesverdrag, den zwaarst
mogelijken last zullen moeien torsen, dien zij
veilig op zich kunnen nemen. Doch er zal voor
moeten worden gezorgd, dal die last de grens
dor uiterste draagkracht niet te boven ga; en
dat hij het productie vermogen hetwelk juist de
«gonlijke bron van pracliscke. belastingheffing
is, niot vernietigt. Hel is in het belang hunner
crediteuren, en in het belang van de geheele
wereld, wier toekomstige sociale on economi
sche' ontwikkeling op het spel slaat, dat
Duitschland en Oostenrijk niet tot eon bankroet
worden gebracht. Indien bijv. na een nauwkeu
rig onderzoek de Commission des Reparations
tot de conclusie mocht komen, dat zelfs door
het meest drastische plan van belastingheffing
op eigendommen, inkomsten, handel en con
sumptie, do bedragen, welke deze landen on
middellijk tor beschikking kunnen steilon voor
de Joopondo uitgaven van hunne crediteuren,
niet reiken tol het bedrag nis thans overeen
gekomen, dan zou men van do Commission des
Réparalions mogen verwachten, dal zij het
standpunt innam, dat dc omvang der jaarlijk-
sche bijdrage behoorde tc worden teruggebracht
binnen do grenzen zijner solvabiliteit, zelfs al
zou' hel noodzakelijk blijken te dien einde de
periode der jnarlijksche afbetalingen te verlen
gen Het gewicht van den last en het tijdvak,
waarever- hij zic.li uitstrek!, mag immers be
paalde grenzen niet ovenschrijden; er mag niet
uitvoortspruiten een zoo drastisch drukken
van de levensomstandigheden, dat de bereidheid
om eene rechtmatige schuld tc betalen omslaat
in een geest van wanhoop en opstand.
DE OVERWINNAARS.
Hot is evenzeer niet tc onlkeimen,. dat onder
de overwiimonde landen zich enkele bevinden,
wier economische toestand builengowoon ernstig
is, en die ook lot de uiterste grenzen van moge
lijkheid van belastingheffing zuilen moeten
gaan. Het komt ondergelcekende* daarom voor,
dal bij het beschouwen van do-positie dezer lan
den eveneens in het oog zal moeten worden
gehouden de noodzakolijïcheid om de belastin
gen binnen de grenzen van het dragelijke tc
doen blijven, en binnen een omvang, die niet be
hoeft te leiden tot een finanoieelen chaos en
sociale onrust.
Do balans, die 's we reis schulden vertoon!, is
in den war gebrac-lit; zij is topzwaar eri een
zijdig geworden. Zal hel niet noodig blijken, die
balans te bevrijden van enkele fictieve xiostcn
welke haar nu hebben opgedreven en die aan
leiding geven tol vrees of wanhoop bij enkelen,
en tot roekoloosheid bij anderen? Moet een de
flatie van 's wei els balans niet de eerste slap
geacht worden in do richting van een herstel?
Zoodra eenmaal de uitgaven van de verschil
lende Europeesc-Iio landen gebracht zullen zijn
in overeenstemming met hun vermogen om be
lastingen te heffen (hetgeen con eerste voor
waarde zou moeten zijn voor het verleen en van
yordore hulp) en zoodra de schuldonla?t lus-
schen de verschillende naties onderling terug
gebracht zal zijn binnen do grenzen van hot
dragelijke, dan rijst het probleem, hoe die lan
den voorzien moeien worden van het bedrijfs
kapitaal, noodig voor het financieren van den
import dien zij boboeven voor het weer op gang
brengen van hun normale ruilverkeer, voor hot
herstellen van hun productie on het rcorgaui-
seeren van hun muntstelsels.
De ondergeteekenden geven als hunne rhoe-
ning, dat, hoewel veel zal kunnen worden go-
daan door middel van de gebruikelijke bank-
transacliën, hot benoodigd kapitaal te groot zal
blijken on te snel zal moeion worden bijeenge
bracht om door die normale hulpmiddelen te
wordon versohaft. Zij zijn daarom van oordeel,
dat een meer omvattend plan noodig is. Het is
niet eene kwestie van het hulpvcrleenon aan een
enkel land, of zelfs aan een enkele, gedu
rende den oorlog verbonden groep van lan
den. De belangen van geheel Europa, en ,wat
meer zegt, van de geheele wereld, ètoan op het
spel.
CONCLUSIES.
Hel is niet onze bedoeling in détails de me
thode aan te geven, volgens welke een derge
lijke internationale samenwerking bij hel ver-
leenen van crediet kan worden verkregen. Wij
veroorloovdn ons slecht* dc navolgende opmer-
kiugen:
J. Het grootste gedeelte van de bcnoodigde
fondsen moet noodzakelijk worden verschaft
door die landen, voor welke handelsbalans en
wisselkoers* gunstig zijn.
2. Builenlandsc-h crediet op langen termijn,
zooals wij hier voor oogen hebben, is alleen
wenschelijk als het absoluut noodzakelijk is,
om het productievermogen te herstellen. Het
mag niot in de plaats treden van eigen krachts
inspanning en opoffering, daar deze alleen een
land in staat stellen zijn interno problemen
tot oplossing te brengen. Hc-t evenwicht kan
slechts hersteld worden, wanneer werkelijk de
ocononiisolie omstandigheden den zoo noodigon
ernstigen druk uitoefenen op het individu.
3. Om deze reden en evenzeer uit hoofde
van do groote* vraag naar kapitaal ten behoeve
van de eigen blnnenlandsche behoefte in de
geldgevendo lauden zelf, dient liet verstrekte
crediet tot het absoluut noodige minimum be
perkt tc blijven.
4. De hulp zou, voor zooveel mogelijk, in een
vorm moeien worden gegoten, welke don natio-
nalon on internationalen handel vrij laat van
iedere beperkende inmenging der Regceringon.
5. Ieder plan zou in dc eersto plaats zoo
veel mogelijk moeten aanmoedigen het verlcc-
nen van crediet en bet ontwikkelen van den
handel langs de normale wegen.
6. Voor zoover het mogelijk mocht blijken in
de geldgevende landen loeningen onder het pu
bliek te plaatsen, moeten die lecningen worden
uitgegeven op zoodanige voorwaarden, dal zij
aantrekkelijk zijn voor don werkelijken beleg
ger, anders zouden zij slechts vermeerdering der
inflatie ten gevolge hebben.
7. Do geld nemende landen zouden de best
verkrijgbare zekerheid moeten stellen. Te dien
einde zou moeten worden overeengekomen, dat:
a. dergelijke leeninger een voorrang zou
den hebben boven iedere andere schuld,
van wolken aard ook, onafhankelijk van
de vraag of* het een oinnenlandschc. schuld
is of zij herstel van oorlogsschade beoogt,
of uit intor-gealliebrdc rcgeeringssehuld
bestaat.
b. bijzondere zekerheid door.de gel due-
mende landen afgezonderd zou moeten wor
den als garantie voor de betaling vau in
terest en aflossing, welke zekerheid wel
licht in ieder land van karakter zou kun
nen verschillen, doch die, voor zoovev
Duitschland en de nieuw gevormde staten
betreft, het verpanden van de in- en uit
voerrechten zou moeten omvatten, betaal
baar op een goudbasis en, voor zoover het
staten betreft-, welke gerechtigd zijn tot
een schadeloosstelling van Duitschland.
een eerste verband op dit reclit van schade
vergoeding.
De toekomst ziet er thans donker uit.
Geen grooter taak dan omjfe middelen te
vinden, waardoor hoop kan herleven in den
geest der volken.
Het herstel van algemeene werkwil'ig-
lieid en geneigdheid tot sparen, de opwek
king t-ob de grootst- individueel© krachtsin
spanning, cn het verschaffen van- do gele
genheid aan iedereen, om in het genot te
blijven van een redelijk deel van de vrucht
zijner inspanning, moeten 't doel zijn waar
toe do beste krachten in ieder land be
boeren samen te werken Slechts indien
wij erkennen, dat de tijd nu gekomen is
voor onderbage hulp tusschen alle landen,
raogon wij verwachten een atmospheer te
kunnen scheppen, waarin wij een herstel
van normale omstandigheden en het ein
de onzer tegenwoordige rampspoeden ruo-
fen tegemoet zien.
Ten slotte wenschen dus de ondergetec
kenden, die wij reeds noemden, met over
tuiging nogmaals den nadruk te leggen op
die zeer ernstige urgentie dezer vraagstuk
ken. Iedere maand, welke voorbijgaat, ver
ergert het probleem cn doet de moeilijk
heden voor de oplossing toenemen. Al wat
zij hebben kunnen waarnemen, versterkt,
hen ia dc overtuiging, dat zeer kritieke
dagen voor Europa voor de deur staan,
en dat geen lijd verloren mag gaan, in
dien men een catastrophe wenseht te ver
mijden.
Reizen op verminderd tarief voor dienst
plichtigen.
Het Ned Gorr.-Bureau meklt thans, dat de
Minister van Oorlog a.i. de beschikking heeft
genomen, waardoor alle dienstplichtigen, daar
onder begrepen het reserve-personeel benedon
den rang van adjndaut-ojiderofficicr(-vaan-
drig), en vrijwillig, dienende militairen boneden
den rang van onderofficier, mils in uniform ge
kleed, zich de mogelijkheid geopend zien om len
hoogste viermaal per maand bij verleend ver
lof of bewegingsvrijheid ie worden vervoerd in
rijtuigen van do laagste klasse legen betaling
van 40 procent van de gewone -burgervracht-
prïjzen.
Landweerverdediging.
Dozer dagen deed een berichl van hot No-
derlandsche GorrcspondenUoburcau dc ronde,
dut de heer H. Cplijn om -persoonlijke redenen
bedankt zou hebben voor dc aanvaarding der
portefeuille vau een in te stellen Departement
van Landsverdediging.
Wij koesteren aldus „De Stand." eeni*
gen twijfel omtrent dc volledigheid van de ver
melding der motieven, welke er den heer Colijn
toe goloid zouden hebben om voor de hem aau-
gobodon portefeuille Ic bcdankeu.
Wij mcenen iets te weten van de inzichten
van den tïjdolijken voorziller van bet Centraal-
Gomilé mei .betrekking tot de oplossing van de
crisis, en indien den beer Golijn de portefeuille
is aangeboden, en deze daarvoor heeft bedankt,
dan staat dat bedanken minstens .evenzeer in
verband met overwegingen van algemeenen als
met consideration van persoonlijken aard.
Een wethouderscrisis te Amsterdam
aanslaande?
Naar bet „Hbl." verneemt, is het geens
zins zeker, dat de beide sociaal-democrati-
sche wethouders, de heeren F. M. Wibaufc
en S. R. de Miranda, leden van het col-<
lego van B. en W. zullen blijven; binnen
kort zal hieromtrent de beslissing vallen
en het is, naar het „Hbl." ter oore kwam,
hoogstwaarschijnlijk, dat de S. D. A. P. niet
langer geneigd zal zijn deel uit te maken
van het dagelijksch gemeentebestuur.
,,Dal schrijft genoemd blad desa
kwestie thans aan de orde is in de leringen
der S L>. Ji. P., is een gevolg van da
situatie, bij de behandeling der jongste lcon-
vocrdracht in den Raad ontstaan. Ondanksl
do uitdrukkelijke verklaring door den hoogste
bekwamen wethouder voor de financiën,
den heer Wibaut, namens B. en \Y. afgelegd:
,,dat het college géén verantwoordelijkheid
oor eenige verhooging van Rie loonvoor-.
dracht'kon aam vaarden", heeft de sociaal
democratische Raadsfractie, tegen het advies!
barer beide wethouders in, haar amende*
ment gehandhaafd. Een crisis in het col
lege werd slechts voorkomen door de hou
ding der R.-K., vrijzin nig-denwcratische^
antl-revo]Lticnaïre, neutrale, Unie- en Vrij-
Liberale Raadsfracties. Daardoor behaalden
da soc.-dem. wethouders de* overwinning opi
de sociaal-democratische Raadsfractie. Het
was wederom de heer Pothuis,, die, vóór do
eindbeslissing en nil- het onaannemelijk"-
van de tafel van B. en W. verklaarde, dank
baar te z'ón voor hetgeen de twee soc.-da-
mocratische wethouders voor Amsterdam
deden, „doch ging de keuze tusschen heb
behouden van die wethouders en het aan-*
nemen van zijn voorste], dan zag hij liever,
dat zijn amendementen werden aangenomen.^
De beide soc.-dem1. wethouders zijn dus op
kun zetels gebleven, ondanks de soc.-deuL
Raadsfractie. De heeren Wibaut- en De Mi-:
randa beseften, dat zij zich in die situatie
niet als wethouders konden handhaven.
Daar uu de meerderheid der soc.-dem. Raatls«i
Iractie blijkbaar geen prijs stelt op huü
aanblijven, hebben beide heeren aan hun'
partij de beslissing gelaten, of zij hl, dan
niet, zullen blijven in het college vain B. en Wi
De hierover reeds geopende 'beraadslagin
gen zijn nog niet beëindigd. Zijn wij
schrijft het „Hbl/' goed ingelicht, dan"
is de kans zéér groot, dat do S. D. A. B.
zal verklaren, dat het. ter vermijding van
dergelijke conflicten, gewenscht is, dat liaAr,
er trouwensmannen zich uit het dagelijksch
gemeentebestuur terugtrekken. Wanneer de
beslissing valt in deze richting, dan zou
den de soc.-democraten voor de vacatures
ock geen opvolgers uit hun midden benoe-
raen.,:
De diamant-industrie.
Blijkens het verslag van de Bondsraadverga
dering van don A. N. 1). B van 8 Jamiari, op
genomen in het „Weekblad", hoeft dc voorzit
ter, de lieer Henri Polak, bovestigond geant
woord op een vraag, gesteld naar aanleiding
van de lieersohendc geruchten in zake het ver
trok naar Antwerpen, zoowol van werkgevers
als van werklieden, welke in verband staan met
den aldaar heersohenden Ia geren geldkoers en
goedkooporo bedrijfskosten.
Do heer Polak voegde daaraan toe, dat lo
Amsterdam het werklooionegfer op ongeveer
10.000 loden 2000 is, terwijl de Belgische orga-
nisatio mei 13.000 loden or pl.ra. SOO heeft. Èf-
tuUjko niet onbelangrijke werkgevers laten reeds
bepaal do soorten goederen in Bolgic bewerken,
terwijl Antworpsche firma's, die le Amsterdam
hebben laten werken, dil tliaus niot meer laten
doen ol ciTbinnenkort medo zullen eindigen. Po-
door
EDGAR POE.
f7)
Het» werd' echter hard noodig, dat ik,
«pm zoo te zeggen, meëstev en knecht wak
ker schudde en huil aan het vorstand bracht
hoeveel haast we moesten mak«sui om den
Rcbat zoo spoedig mogelijk in veiligheid te
brengen.
De nacht ging ten einde
Wij wisten waarlijk niet wat te doen en
verknoeiden veel tijd met beraadslagen.
Ten slotte ontlaadden wij de kist, door or
twee derde van den inhoud uit te nemen
en konden eindelijk, met moeilo, de kist
paar boventrekken. De voorwerpen, welke
we er uit haalden, werden tusschen de
struiken gelegd en onder bewaking gesteld
van den hond, aan wien Jupiter gelastte
op zijn plaats te blijven en zelfs niet te
blaffen.
Toerf gingen wij ijlings met den koffer
op wegwij bereikten om éón uur 'e mor
gens de hut, zonder incidenten, doch dfoo-
cïelijk vprmoeid.
Dusdanig uitgeput, bleek het ondoenlijk
om dadelijk weer terug te gaan. Wij rust
ten daarom een uun, soupeerden daarna en
begonnen vervolgens de rem naai' het ge-
4>ej.*gfco, gewapend met drie groofce zakken,
$0 we gelukkig in de hut gevonden
hadden
vóór vieren kwamen wij bij den kuil
»,un, wij verdeelden c3e rest van den buit
aoo goed mogelijk, en zonder het gat weer
dicht to gooien keerden wij terug naar huis,
waar wij ten tweeden male onzen kostba
ren last deponeerden, juist toen het och
tendgloren aan den oostelijken hemel zicht
baar werd. Wij waren volkomen gebroken,
maar de geweldigo opwinding, waarin wij
nog verkeerden, gunde ons geen rust. Na
een lichten slaap van drie, vier uur, ston
den wij weer op, verlangend onze vondst- te
onderzoeken.
De kist was boordevol geweest cn. den
heelen dag en het grootste gedeelte van
den nacht bleek noodig, om een inventaris
op te maken van den inhoud.
Toen alles gerangschikt en berekend was,
waren wij in heb bezit van een fortuin, dat
ons vermoeden ver te boven ging
Er was aan geldstukken voor meer dan
450,000 dollar waarde aanwezig. Daartus-
ecken niet één enkel zilverstuk. Alles in
oud-goud, van allerleiFransche munten,
Spa-ansche, - Duitscho, eenige Engelsche
guinjes en speelpenningen. Er waren ver
schillende munten, zéér groot, zéér zwaar,
maai' zóó versleten, dab men do inschriften
niet ontcijferen kon. Geen enkel Ameri-
kaansch geldstukWat de sieraden botreft
dit viel lastiger te beramen. Wij vonden
eon aantal buitengewoon groote en fraaie
diamanten in het geheel honderd en
tion achttien robijnen, driehonderd en tien
smagavden, allo oven schoon, één en twin
tig saffieren en één apaal. Ad deze steenen
had men uit hun monturen gerukt, en door
elkaar in de kist gegooid. De monturen
zelf schenen door hamerslagen onherken
baar te zijn gemaakt. Bovendien was er
een enorme kwantiteit massief gouden
voorwerpenongeveer tweehonderd rin
gen of oorringen, prachtige kettingen, wel
dertig, als ik mij niet vergisdrie en tach
tig kruisbeeldenvijf wierookvateneen
reusachtige gouden geciseleerde öiowl-
komtwee wonderlijk-mooi bewerkte de-
gengevesten en een massa andere kleine
dingen, die ik me niet allemaal herinner.
Het gewicht van deze kostbaarheden te
zamen bedroeg 350 pond en bij mijn op
somming verzuimde ik do honderd zeven en
negentig horloges nog to noemen, waarvan
er drie stellig wel vijfhonderd dollar per
stuk waard waren. Enkele leken erg oud
en hadden als uurwerk dit had veel ge
leden door liet vocht cllsr aarde weinig
waardezij waren echter rijk versierd met
cdelsteonen.
Naar onze schatting vertegenwoordigde
de totale inhoud van den koffer oen IV2
milliocn dollar. En naderhand, toen wij
de sieraden en steenen hacMen apart ge
legd na er eenigo voor persoonlijk ge
bruik te hebben afgehouden kwamen wij
tot de conclusie, dat de taxatie véél te
laag moest zijn. 'Nu onze inventaris einde
lijk gereed was en onzo zenuwen ccnigs-.
zins tob rust schenen gekomen, begon Le
grand, mijn ongeduld bemerkend, het raad
sel te verklaren.
Je herinnert je dien avond, zei hij,
toen ik je dc teekening van dien kever liet
zien? Nu. jo weet ook, hoe ontstemd ik was
door je koppig? beweringen, dat mijn tee
kening iets van een doodskop had. Eerst
dacht ik, dat je schertste; de rare rugge-
vlekken van heb dier maakten je veronder
stelling eenigszins aannemelijk, dit moest ik
zelf toegeven. Je ironische critiek over mijn.
teekentalent ergerde mij evenwel, want ik
ga door voor een vrij goed kunstenaar-.
Toen je me het stukje perkament, terug gaf,
stond ik dan ook op het puilt dit, kwaad,
ineen to frommelen en in het vuur te
smijten.
Het stuk papier, wil je "zeggen, zei ik.
Neendaar leek het veel op, en ik
dacht het eerst ook, maar al teekenend be
merkt© ik spoedig, dat het een stuk zeer
dun perkament moest zijn. Herinner je je
nog hoe vuil het was? Plotseling, net vóór
ik het vernietigen wilde, viel mijn oog op de
teekening en begrijp mijn verbazing, toen
ik duidelijk een doodshoofd op do plaats
zag afgebeeld, waar -ik den kever meende
nagebootst te' hebben. Even voelde ik mij
ontdaan om logisch te denken. Ik wist, dat
mijn schets in al haar onderdeelen ver
schilde van deze andere teekening. al toon
den do omtrekkon gelijkenis. Ik nam een
kaars en beschouwde het perkament aan
dachtig. Het omkeerende, zag ik aan den
achterkant mijn eigen penteekening, pre
cies gelijk ik die gemaakt had l Mijn eerste
indruk was alleen bevreemding er was
waarlijk een bijzondere overeenstemming
in omlijning; daarbij trof het al heel zon
derling, dat do doodskop ziclr vlak achter
mijn kever-teekening bevond, een doods
kop, die zóó in het oogvallend niet alleen
wat omtrek, doch ook wat grootte betreft,
op dio teekening geleek 1 Ik zeg je, dat die
toevallige omstandigheid mij een oogenblik
versufte. Dit is heb bekende resultaat van
deï'gelijko gebeurtenissen. De geest, die een
verklaring, een verband probeert te vin
den, en niet bij machte is hierin zoo da
delijk te slagen, doorloopt een enkel mo
ment van verlamdheid. Maai', nadat ik mij
hersteld had van die dofheid, voelde ik
langzaam-aan oen overtuiging in %iij opko
men. Ik wist mij duidélijk en zeker te her
inneren, dat er g 0 e 11 teekening op heb
perkament aanwezig was,' toen ik m ij n
teekening 411:1 akte. Ik weet nog, hoe ik het
bekeken heb cn omgekeerd, om het schoon
ste plekje uit te zoeken. Indien de doods
kop achtbaar warö geweest, had ik dien
moeten zicu. Hierin school een mysterie,
dat ik niet. in staat was op te lossen, maar
vaih dd oogenblik begon een zwakke
schijn te lichten in dc donkerste, diepste
sferen van mijn denkvermogen. Ik stond
vast besloten op, borg het perkament weg,
en dacht er niet verder in door, totcïat ik
geheel alleen zou zijn. Toen jij vertrokken
waart en Jupiter reeds sliep, bestudeerde
ik de zaak met meer methode. Allereerst
wenschte ik te weten, op welke wijze dit
stuk perkament mij in handen was geko-^
men. D oplek, waar wij den kever vonden,'
was op het vasteland, vlak aan de kust.
Hem aanpakkend, beet hij mij, en ik liet
hem los. .Jupiter, met zijn aangeboren voor
zichtigheid, zocht echter in de nabijheid
naar een blad of iets dergelijks, waarmede
li ij het dier zou kunnen vangen. Dat oogen
blik vielen onzo oogen togelijkertijd op het
stukje perkament, hetgeen ik voor papier
versleet. Het zat gedeeltelijk in het zand,
een hoek er boven uit. Niet ver van dezo
plaats lag een wrak. Mijns inziend moest
heb van een groot schip afkomstig zijn en
reeds aardig lang daar liggen, want men
kon nauwelijks uit die overblijfselen het
geraamte A an een scheepsromp herkennen.
Jupiter raapte dus heb perkament op,
deed het insect er in cn gaf het mij. Kort
daarop vingen wij den terugtocht, aan en
ontmoetten luitenant G. Ik liet hem het
diertje den, en hij vroeg permissie om heb
rueo-.te nejnoB naar het fort. Ik stemde toe
en. Iiij stopte liet zóó in zijn vestjeszak zon-_
der perkament, wat er omheen gezeten had,
en dat ik nog al tijd'in mijn hand hield, ter
wijl hij den kever bekeek. Zonder er bij to
denken, moet ik^het toen, al pratende, in
mijn zak gestoken hebben.
(Wordt vervolgd.)