Ho. 18333
Gemeenteraad van Leiden
TWEEDE KAMER,
LEJDSOH DAGBLADj Vrijdag 5 December.
Tweeds 85ad Anno ÏS19.
(Vervolg van gisteren).
E
De heer VAN DER ZEEUW stelt bij do in
komsten in een motie voor om goen subsidie, in
welken vorm ook, aan do padvinders to geven,
dio do kosten zelf wel willen dragen.
De heer KNUTTEL steunt deze motio om
principieel© redenen, daar hij do padvinderij be
schouwt ais oen miUtairistische organisatie on
Als onpaedagogisch.
Wethouder VAN DER LIP merkt op, dat d®
kleine togemootkoming in de huur van het ge
bruikte lokaal daarom wordt gegeven, daar or
onder do padvinders ook wel zijn, die do kosten
niet kunnen dragen. Hij dringt aan op continu
ïteit in subsidiearing.
Do motic-van der Zeeuw zal op do eerstvol
gende agenda worden geplaatst.
De lieer VAN DER ZEEUW dringt aan op
overleg mot do naburige gemeenten om te ge
raken tot afschaffing dór tollen, waarop wet
houder VAN DER POT verzekert, dat niets
aan B. en W. aangenamer zou- zijn.
Op eon vraag van den heer SYTSMA, hoo 0.
on W. de minder bedeelden tegemoet willen
komen om hen meer gelegenheid te openen tot
het genieten van middelbaar onderwijs, ant
woordt wethouder VAN DER LIP, dat de vor
ming van een studiefonds -in overweging is.
De heer KNUTTEL, openbare vermakelijkhe
den ook beschouwd als te behooren tot de le
vensbehoeften, wil alle belasting daarop ophef
fen. Hij wijst er nog op, hoe juist door de be
lasting do beste veTmakelijkhedon het ergste
worden gedrukt.
De hoor DE LANGE spreekt daarentegen de
hoop uit, dat B. en W. werkelijk, gelijk zij over
wegen, er too zullen overgaan de belasting op
de openhaTe vermakelijkheden te verhoogen.
Wethouder VAN DER POT acht de openbare
vermakelijkheden ook eon gelukkig beIa«tingob-
ject. Iedor heeft hier zelf in do hand of hij
dlo belasting wil betalen «of niet»
Een motio Knuttel wordt verworpen met 19
tegen 8 stemmen (dio van den voorsteller en
der S. D.).
Do hoer DE LA RIE is van meening, dat door
do retributie bij gas- ooi electrlciteitsbedrijf
winst wordt weggecijferd, tengevolge waarvan
verlaging van don prijs wordt tegengehouden.
Hij stolt voor do retributie in het vervolg te
doen vervallen.
Wethouder VAN DER POT is van oordeel,
dat door de retributie hoelemaal geen winst
wordt weggecijferd. Het geschiedt alleen om het
beheer der fabriek zuiver af te scheiden. Hij
verwijst ook naar do straatverlichting en merkt
op, dat de ga^prijs hier beneden den kost
prijs is, zoodat de prijs allerminst gedrukt
wordt.
Met 18 togen 8 stemmen wordt de motie de
la Rie verworpen.
De heer DUBBELDEMAN doet een voorstel
om de gemeente-apotheek open te stellen voor
ziekenfondsen, die daaruit tegen kostprijs dan
zouden kunnen betrekken op voorwaarde, dat
ie gemeente medezeggenschap krijgt over de
contributie-regeling dezer ziekenfondsen. Hij
meent te mogen vastleggen, dat do apothekers
overvragen.
Nadat do heer HUGES heeft werklaard, dat
hij alleen mee kan gaan met maatregelen van
algemeen belang, niet voor bepaalde groepon,
wordt dit voorstel in handen van B. on W.
gestejd voor praeadyiea.
De VOORZITTER deelt mee, dat de hoofdelij-
ko omslag is bepaald op f 1.890.522, terwijl voor
onvoorziene uitgaven is uitgetrokken f 141.765.
Do heer HEEMSKERK acht den aftrek voor
noodzakelijk levensonderhoud to laag. Vooral
voor grootore gezinnen ia hooger kinderaftrek
zeer gewemscht. Hij wil B, en W. in overwe
ging geven, zonder eenig cijfer zelf aan te ge
ven, te onderzoeken, hoever in dezen kan wor
den gogaan on hij stelt een motie van deze
strekking voor, die hij tenslotte terugneemt,
wanneer de heer SYTSMA en de VOORZITTER
er op gewezen hebben, dat toch reeds praead-
vies over deze aangelegenheid van B. on W. is
te wachten.
Do heer DE LA RIE deelt nog mede. dat hij
f 1200 aftrek niet te hoog acht,, terwijl ten slot-
to wethouder VAN DER POT vorzoekt eventu-
eele voorstellen in deze materie in te zenden
vóór 1 Maart a.s.
Hierop wordt de begrooting met alleen de
stem van den heer Knuttel tegen aangenomen.
De heer GROENEVELD zeide, dat de S. D.
vóór stemde, al had do begrooting niet de al
geheel© instemming. Hij wees er verder op, dat
do S. D.-fractie alleen steun had gevonden bij
den heer Knuttel, doch overigens vrij geregeld
allo 21 burgerlijke Raadsleden als een gesloten
blok tegen zich had gevonden. Een overtuigend
bewijs, hoezeer het goed geweest was, geen wet-
houderszclel to aanvaarden.
Do heor OOSTDAM: eindelijk hebben zo wat
gevonden als mosterd na. den maaltijd.-
Spoedeischend komt dan in behandeling een
voorstel tot aankoop van een terrein, groot
6803 c.A., tegen een prijs van f2.75 per M2.,
grenzend aan terrein, dat de gemeente reeds ia
eigendom heeft bij de Maria Gondastraat, dat 3.
h. s. wordt aangenomen.
Rondvraag.
De Heer KNUTTEL klaagt over het stenogra
fisch verslag, waarop do VOORZITTER mee
deelt, dat voorstellen dienaangaande spoedig te
wachten zijn. Tevens komt -do heer KNUTTEL
nog eens terug op do kwestie uit de vorige
raadszitting over de benoeming van een onder-
wijzoros in de vacature van een onderwijzer,
wat weihouder VAN DER LIP zijn destijds in
genomen standpunt nog eens doet uiteenzetten.
^Vo zullen daarop niet terugkomen.
De heer HEEMSKERK wil gaarne maatre
gelen 2ien getroffen tegen de geweldige vracht
auto's, hetgeen de VOORZITTER doet opmer
ken, dat dit een punt is, dat do aandacht heeft
yan B. en W., doch waaraan weinig te doen is,
.daar Ged. Staton goedkeuring verleenen.
Nadat wethoudor VAN DER LIP nog heeft
Aoeegedeeld op een vraag van den heer DUB
BELDEMAN van de vorige raadszitting, dat in
de volgende zitting den raad een voorste! zal
boreiken tot het verleenen van een voorschot
ban Mathesis Scientiarum Genctrix, wordt do
tittlng gesloten.
Vergadering van D~o nderdag
rü i d d a g.
- Staatsbegroting 1920-
Hoofdstak X.
Aan de orde is de stemming over het
amendJement-RUTU E R8 op artikel 46 van
Hoofdstuk X (Landbouw, Nijverheid on
Handel) der Staabsbegrooting voor 1920
(om de subsidie van f 7500 aan liet Kon
Ned. Landbouwcomifcé niet toe to kennen.
Het wordt met 58 tegon 11 stemmen aan
genomen.
Hoofdstuk X wordt hierna z.; h. at', aan
genomen.
Interpellatie-Braat,
Besloten wordt den heer Braai verlof to
verleenen tot iiet richten van vragen aan
den Minister van Waterstaat over den
toestand, ontstaan door de staking der R.
T. M. op de Z.-Hollandscho en Zeeuwscho
eilanden en over de vraag of öb Minister
in het belang van heb algemeen niet be
middelend kan optreden of maatregelen
treffen, dat deze onhoudbare toestand wordt
opgeheven.
Wijziging M. O.-wet.
Aan de orde is hierna heb wetsontwerp
tot wijziging en aanvulling van do wet tot
regeling van het middelbaar onderwijs.
De heer DRESSELHITYS (V-L.) heeft
er bezwaar tegen, dat kennis van het
Fransch geen deel zal uitmaken van de
admissie-oischen voor de iBte klasse eener
lioogere burgerschool. Spr. wijst op de be-
teekenis van de moderne talen voor ver
scheidene betrekkingen, juist voor ons land
Spr. wijst op de nadeelige gevolgen van
's-Ministers voornemenhet onderwijs in
de vreemde talen zal daardoor op d'e H.
B.-scholen worden benadeeld. Hij verde
digt dlaarbij het behoud van het Fransch
voor cfe lagere school. Flij vraagt» of de re
geling ook voor de gymnasia zal gelden.
De heer YAN DER BILT (R.-K.) be
tuigt ingenomenheid üiet hei ontwerp. Ook
liet M. O, moet zich aan de eischen van
den tijd aanpassen. Afschaffing van heb
Fransch is in hei belang van de lagere
school. Verder hoopt spr., dat bij de Ne
tte rlandscha taal de regels voor die geslach
ten zullen worden afgeschaft. Muziek wil
spreker wel op de H. B. 8. hebben, mits
er weer niet een examenvak bijkomt. Het
onderwijs is reeds overladen, daarom is
besnoeiing gewenscht.
De heor VAN BERESTEYN (VD.) be
toogt. dat het onderwijs op die H. B. 8.
veel te Intellectualistiech is. Veredeling
van het hart is gewerscht. Daarom wijst
spr. op de bet eekenis van muziekonderwijs
dat echter geen examenvak moet worden.
Spr. bestrijdt, n*et een beroep pp elgeo
ei varing als leeraar, den lieer Dresselhuys.
het Fransch behoort op de lagere school niet
thuis.
De heer KRUYT (Bond van Chr. Soc.) ver
dedigt het Fransch voor de lagere school;
do kennis van deze taal is een eisen, welke
voor heb leven beslissend is. Men zal .door
de afschaffing van het Fransch niet verkrij
gen democratiseeriog, maar vulgariseering
van de. lagere school.
De heer ALBARDA (S. D. A. P.) verbaast)
zich er over, dat de vorige spreker zich
aansloot bij het betoog van aen heer Dressel-
huys. Dat was allerminst democratisch. Men
moet het lager onderwijs niet bezien van
het M. O. en gymnasiaal-onderwgs. De rege
ling van den Minister beteekent een weldaad
voor het lager onderwijs. Dit heeft zich niet
te richten naar M. O. en hooger onderwijs.
Reeds lang is er op aangedrongen tot dezen
stap over te gaan. Het verplichte onderwijs
in Fransch heeft in het algemeen liet onder
wijs op de lagere school benadeeld.
I e moeilijkheden voor het M. O. zal men
moeten^ oplossen door beperking van het
plan en besnoeiing van de leerstof.
De Minister, de heer DE VISSER, heeft
vroeger reeds gezegd, dat hij de lagere
schooi fiiet langer gedénatureerd wenscht te
zien, door verplichtingen voor ander onder
wijs. Niemand heeft er zich toen tegen ver
zet. Het is ongerijmd, dat op tal van lagere
scholen de kinderen in de 3de klasse reeds
beginnen Fransch te spreken, dat ia op 8-
rigen leeftijd. 96 pCt. der kinderen bezoekea
met meer dan de lagere sicholen.
Spr. beroept zich voor zijn standpunt op
onder wijsspecialiteiten. De lag. school moet
eindonderwijs geven en moet niet verband
houden met het verdere onderwijs. De leer
lingen van H. B. S. en gymnasia zullen er
geen nadeel van ondervinden. De bedoeling
is wel degelijk lycea en gymnasia op ge
lijk e wijze te behandelen als de H. B. S.
Spr. zal de leeraren Hoeren alvorens "den
gemeenen maatregel van bestuur te conci-
p.eaen. Maar al waren de adviezen ongun
stig, spr. zal zich aan zijn voornemen hou
den, met het oog op de adviezen, welke hij
reeds ontving. t
Wat de muziek betreft, binnen zeer korten
fcrjd zal spr. de inspectie hooren $ver zijn
voornemen om het leerplan der H, B. S.
slechts in hoofdlijnen in den algemeenen
maatregel van bestuur op te nemen, zoodat
sonvmigo vakken facultatief worden, opdat
het onderwijs meer dienstbaar kan worden
gemaakt aan de bepaalde richting, die de
jongc-lui Volgen. Het aantal vakken voor
her ëmdexamen wordt daarbij aanzienlijk
beperkt.
Bij .art. XII spreekt de heer VAN WIJN
BERGEN (R.-K.) Deze heeft bezwaar tegen
do bepaling, dat directeuren leeraren
en beambten der Rijks H. "B.-schoIen zullen
benoemd, geschorstt en ontslagen worden
door den Minister en niet door de Kroon.
Do MINISTER neemt het artikel terug.
Bij art. XIII maakt de heer ALBARDA'
(S. D. A. P.) een opmerking, waarna do
MINISTER antwoordt met het oog op de
bijzoEdere tijdsomstandigheden de schaal der
schoolgelden te zullen herzien.
art. XIV verdedigt de heer VAN [VEEN
(C.-H.) een amendement', om het schoolgeld,
waarvan het to heffen proportioneel minimum
door den Minister wordt vastgesteld, te re
gelen met inachtneming der iinancieele draag
kiacbt der belanghebbenden.
De MINISTER wijzigt dienovereenkomstig
zijn regeeringsartikel.
De heer VAN VEEN (C.-H.) trekt dit
amendement in. Spr. licht een amende
ment toe, om do H. B.-scholen, die onder
bouw van lycea vormen, to behandelen als
H B.-scholen met 5-jarigen cursus.
De heer OTFO (D -L.) vraagt, of, in
dien bij dit wetsontwerp eeu betere uit
drukking wordt aangenomen dan (.propor
tioneel mini mum'', een gelijko redactie
zal worden opgenomen in dc wijziging der
II. O.-wet.
Spr. wenscht te lezen-. Het schoclgekl
wordt aldus geregeld, dat voor geen groep
van belanghebbenden het schoolgeld lager
is, dan aan de Ier plaatse: aanwezige open
bare scholen
Spr. dient hiervoor een amendement in.
De VOORZI l? IER merkt- op. dat een
dergelijke wijziging niet bij tweede lezing
in do wijziging der H. O.-wet kan inge
voegd worden.
De heer DE GEER (C.-Hacht dit
amendement beter en duidelijker dan de
wijziging door den minister aangebracht.
De MINISTER heeft geen bezwaar de
lycea in het ontwerp op te nemen, maar
do vorm, waarop de heer Van Veen dit
wil doen, berust op een misvatting. Spr.
zegt de verlangde wijziging toe.
De heer VAN VEEN (O.-H.) trekt dan
zijn amendement in.
De MINISTER neemt het amendement-
Otto pver.
Bg XVIII verklaart de heer VISSER
VAN IJZENDOORN zich tegen dit artikel.
Bij de exameneischen voor het gymnasium
wenscht hg boekhouden te zien opgenomen;
voor juristen is het noodig, dat zij dit vak
k old en. Heb stelsel van gecommitteerden of
„dwarskijkers" bg de eindexamens beschouwt
hg als een teruggang. Bij de gymnasia heeft
dit stelsel piet gunstig gewerkt. De groote
fout is, dat uitsluitend de leeraren der
schooi bet examen afnemen;- zgn deze hier
voor niet geschikt, dan vermag de deskun
dige daartegenover niets. Er kan volkomen
zekerheid zijn, dat de zwakke candidaat er
door komt.
De heer KETELAAR (V.-D.) 13 het eens
met het stelsel, door den Minister gekozen.
De heer VAN WIJNBERGEN (R.-K.) ver-
dedigt het voorgestelde eindexamen-systeem.
Do heer TEENSTRA (V.-D.) is het eens
xuet den heer Visser van IJzendoora. Een
examen door een vreemde commissie 18 de
beste waarborg tegen misbruiken.
Ds heer ALBAitDA (S. D. A. P.) be
schouwt het instituut der gecommitteerden
als een waarborg tegen misbruiken en tegen
te lage exameneischen, Spr. wil het met deze
proef wagen.
1 e heer OTTO (U.-L.) is eveneens voor hef
systeem van den Minister.
'Be MINISTER verdedigt het voorgestel
de schoolexamen. In paedadogisehe kringen
gaat men er meer en meer toe over het
schoolexamen boven het Staatsexamen, te
verkiezen. Bij het gymnasium heeft Het
schoolexamen voort-s bezwaren ontmeet m
het peil van onze gymnasia is goed. Meer
misbruiken verwacht spr. niet en daartegen
kunnen trouwens altijd maatregelen worden
genomen.
Heb artikel wordt met 50 teg-en 7 stemmen
aangenomen.
Ee eindstemming over het wetsontwerp
zal op een later te bepalen dag plaats heb
ben.
Z. h. st. wordt aangenomen het wets
ontwerp, houdende machtiging tot bet van
Rijkswege garandeeren van de geldleenmgeu
ten behoeve van de stichting en inrichting
■\ab gebouwen van gesubsidieerde bijzon
dere scholen voor nijverheids- en handels
onderwijs.
Staatsbegroting 1920.
Hoofdstuk Xa (Arbeid),
Hierna is aan de orde Hoofdstuk Xa (Ar
beid) der Staatsbegrooiing voor 1920.
Bij de af deeling Arbeid spreekt de heer
SCHAPER (S. D. A. P.). Deze wijst op
eenige belangrijke sociale wetten. De Ar
beidswet wordt gesaboteerd. Er zijn patroons,
m n bakkers en bouwvakpatroons, die tot de
arbeiders zeggen, dat zij van minister Aal-
berse gunstige afwijkingen zullen verkrijgen,
en op grond daarvatn collectieve contracten
willen sluiten, tot ver in 1920.
Spr. releveert ook het adres van de Veree-
nigMg „De Ned. Dagbladpers", om1 de Ar
beidswet niet op de journalisten toe te pas
sen, €n vraagt den Minister ook eend rifet
den Ned. Journalistenkring te spreken, of
al die bezwaren der directeuren gegrond
zijn.
De heer SMEENK (A.-R.) maakt eenige
opmerkingen over de sociale wetgeving. Hij
wil een permanent hof van arbitrage in ar-
hoidsaangelegenheden, naar heb voorbeeld
van Engeland. Spr. vraagt hoe het staat met
de voorbereiding van de invoering der Ar
beidswet.
De heer REYMER (R.-K.) bespreekt 'dé
werkkracht van dezen Minister, voor wien
blij a ens de aangekondigde wetsontwerpen de
tijd van rust nog niet gekomeh is. Hij vraagt
spoedige regeling van Het collectieve arbeids
contract.
De MINISTER zegt', dat' schgnbaar .naar1
buiten de spoed van de voorbereiding der
verdere sociale wetgeving iets minder zal
worden. Dat is noodig, omdat er anders' op-
eenhooping komt.
Aan de voorbereiding der invoering van
do nieuwe Arbeidswet wordt' hard gewerkt.
,V erschillendo algemeene maatregelen van
bestuur zijn zöo goed als geheel gereed. 'Aan
paticonsvereenigingeii heeft spr. geenerlei
toezeggingen gedaan. De concept-maatrege
len yan algem eni bestuur zul'efo. bij eten'Hoo-
gen'Raad van Arbeid komen.
Do regeling van arbitrage komt- bg het
cc-Uectief arbeidscontract tevens aan de ordei
feoor de collectieve arbeidsovereenkomsten
fcumt een voorloopige regeling. Voor de
pobliek rechtelijke regeling zal een speciale
subcommissie uit den Hoogen Raad van
Arbeid worden ingesteld.
De vergadering wordt verdaagd tot des
avonds 8 uur.
Vergadering van Donderdagavond.
Slaatsbegrooting voor 1920.
Hooge colleges von Staat.
Aan de orde is Hoofdstuk II der Staats-
begróoting voor 1920.
De algemeene beschouwingen worden ge
opend.
Dc heer DE MONTé VERLOREN (A.-R.)
vraagt of de Minister niet kan overwegen
of liij den toelichtenden staat voor de be
grootingen der verschillende departementen
niet uniform kan inrichten, opdat de "Ka
mer kan nagaan of de gelden besteed wor
den op de wijze zooals tusschen de regee
ring en Kamer is overgekomen.
De MINISTER VAN FINANOIEN, de
heer DE VRIES, meent, dab principieel
deze zaak omgaat buiten hetbudgetrecht
der Kamer, doch zegt- overweging toe.
De algemeene beschouwingen worden ge
sloten en de begrooting aangenomen
z. h. st.
Financiën«
Aan de orde is Hoofdstuk VII B der
staatsbegroting voor 1920.
De algemeene beschouwingen worden ge
opend.
De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.)
dringt aan op spoedige verkrijgbaarstellmg
van het rapport der Staatscommissie voor
de pensioenwetgeving en komt op tegen de
beperking der ambtenaren in heb uiting
geven aan hun politieke overtuiging.
Spr. protesteert tegen 's Ministers optre
den, dat in de eerste plaats gericht is tegen
de sociaal-democraten^
Spreker citeert een aantal gevallen, die
den schijn hebben van een politieke ver
plaatsing.
Vervolgens wijst spr. op den achterstand
in de belastingheffing.
De heer HEEMSKERK (A.-R.) verheugt
zich over de toezegging van den Minister
om te overwegen weder een inspecteur van
's Rijks betaalmeesterskantoren aan te stel
len.
De kgn.' TER HALL (N. P.) vraagt of de
werkwijze van de Regeeringsbureaux wel
economisch is te noemen.
Do heer OUD (V. D.) ondersteunt het be
toog van den heer Ter Laan inzake de poli
tieke verplaatsingen. Spr. gaat vervolgens
de regeling na van den aanslag van vreem
delingen.
Hoe staat het met den aanslag van den
ex-keizer.
Do MINISTER zegt, dat, zoodra bekend
was, dat de ex-keizer een huis te Doorn
had aangekocht, waaruit valt to concludee-
ren, dat hij hier wilde blijven, de belasting
administratie is aangeschreven, dat hij in
de Nederlandsche belasting moest worden
aangeslagen. Ook andere vreemdelingen,
van wio kan worden opgemaakt, dat zij
hier wilden blijven, zijn in de belastingen
aangeslagen. Het is wel gemakkelijk te zeg
gen er moeb bezuinigd worden, maar het
is de vraag, wa-ar bezuinigd: moet worden.
Spr. heeft de impressie, dat de ambtenaren
aan zijn Departement buitengewoon bard
werken.
"VVat de inspectie van de betaalmeesters
kantoren aangaat, daarvoor zal een zeer
speoia-al deskundige worden aangesteld.
Aan het verkrijgen van nieuw personeel
voor d'e belastingen wordt zooveel mogelijk
gewerkt. Spr. ontkent echter, dat eenig
persoon is overgeplaatst wegens zijn poli
tieke overtuiging.
Wel echter zijn wel eens overplaatsingen
geschied! in verband! met het politiek optre
den der ambtenaren. Want do belasting
ambtenaren moeten noch te zeer vermaag
schapt worden met de bevolking noch ook
de geheelo bevolking tegen zich in het har
nas jagen. Maar dat spr. een socialist, om
hem onaangenaam to zijn overplaatst, dat
ontkent spr. ten sterkste. Spr. wil perso
nen van elke overtuiging in Staatsdienst J
Houden, mits hun overtuiging geen schade
doet aan den dienst zelf.
In den Ministerraad 13 besloten, dat, als
een ambtenaar wethouder wordt, hem niet
het halve salaris kan worden uitgekeerd.
Een verwijzing naar art. 89 juncto 62 der
Gemeentewet is niet van beteekenia. Een
Rijksbelastingambtenaar kan juist- wel wet
houder worden.
Do heer SNOECK HENKEMANS (O.-H.)
bespreekt do uitkeering aan de gemeenten
van een deel van de opbrengst der oorlogs
winstbelasting.
Spr. vraagt of de gemeente 's-Gravenhage
voor die uitkeering in aanmerking zal ko
men. Hij bepleit haar aanspraak daarop
wegens Haar krachtige steunverleening aan
onvermogen den tijdens den oorlog, zonder
een beroep te doen op het Kon. Nat.
Steuncomité en wègens het doen van tal
van extra-uitgaven voor het onderwijs zon
der om steim van het Rijk aan te kloppen.
De heer OTTO (U. L.) wijst er op, dat de
motie-Rink niet alleen den wensoh naar
bezuiniging inhield, maar tevens de uitnoo-
cüging aan de regeering, aan do Kamer
mede te dcelen wat zij ten deze denkt te
verrichten.
De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.) repli
ceert.
De heer BEUMER (A.-R.) merkt op, dat de
feiten, door don heer Ter Laan aangevoerd,
volkomen zijn teniet gedaan door do mededee-
lingcn van den Minister.
Do MINISTER deelt nog mede, dal voor oen
dag of vijf het besluit genomen is het rapport
betreffende de pen^ioenwetgeviug te publicee-
ren. In zake Den Haag kan spr. nog geen en-
dag of vijf het besluit genomen is, ke* rapport
Yan do gecombineerde Gedeputeerden omtrent
de verdeeling van het beschikbaar aandeel iiit
do oorlogswinstbelasting.
De hoer SNOECK HENKEMANS (O.-H.):
Maar u hebt toch geen parti-pris legen Den.
Haag!
Do MINISTER; Als ik" dat zeide, zou ik" spre
ken logen mijn geweten. Spr. is op zoek naar Ie
middelen tot bezuiniging.
De algemeene beschouwingen worden ge Jay
ten.
Bij de derde afdeeling (Kosten van 's Rijk"*
schatkist) bepleit do heer HEEMSKERK d'e
belangeu der betaalmeester.
De MINISTER zegt, dat cr geen reden ii
om voor betaalmeesters op den tor zake gel*
denden regel een uitzondering te makan.
Bij do vijf do afdeeling (Kosten voor mi
nis! ratio der directe belastingen) vraagt do liöOJr
J. TER LAAN hoever het ontwerp op de rrchts-
positio thans gevorderd is. Spr. behandelt aan
geval van z.i. ongeoorloofde pressie te Oostburg
door een hoofdambtenaar geoefend op zijn
ambtenaren om'doel uit te maken van de bur'-'
gerwacht.
Do heer HEEMSKERK acht het onrecht vaar
dig, dat oudere ontvangers op klei nero piaaV
sen zijn gepasseerd door jongere ontvLiigers
bij het vorkrijgen van hooger bezoldigde kan
toren.
De heer OUD (V. D.) sluit zich hierbij aan,
evenals do heer SGHOKKING (G.-H.)
Do MINISTER zegt, dat het wetsontwerp op
den recbtstoeeland met den meestcn spoed doot
den Minister van Justitie wordt voorbereid.
Spr. heeft het gevalle Oostburg onderzocht on
I? van meening, dat de redactie van de aan
schrijving aan de ambtenaren van den hoofd*
commies te Oostburg verder gaat dan hij meent,
dat do hoofdcommies had mogen gaan. Wat de
ontvangers betr-eft, wier kantoor niet in aan*
merking kwam om van tweede- eerste kia9se
te worden, deze zijn. feitelijk jaloersch op de
ontvangers die wel de voordeelen genoten van'
de opschuiving van hun kantoor. Spr. ziet geoa
rechtsgrond om eerstgenoemde ontvangers nu
óók iets meer te geven.
Bij de zesde afdeeling (Kosten van admini*
stratie van Het zegel, enz.) betoogt do haeü
NIEMEIJER (V. L.), dat do particuliere lote
rijen op zeer bedenkelijke wijze in omvang zijn'
toegenomen. Spr. vraagt oen grondig onder
zoek.
De heor BEUMER is allerminst bevredigd
door 's Ministers antwoord op den aandrang
voor afschaffing der Staatsloterij. Spr. zal een
amendement indienen, om stemming te vragen
over het eerste onderdeel van dezen poot, be
treffende de Staatsloterij.
De MINISTER verklaart persoonlijk tegen*
stander te rijn v&n do Staatsloterij, dooh ziet
daarom geen aanleiding deze dadelijk af te
schaffen. Daardoor zou men slechts spelen ftf
de kaart dor ongecontroleerde loterijen.
Op art. 40 dient de heer BEUMER (A.-R.)
een amendement in om het artikel te vermin
deren met f 1 om Jo Kamer in de gelegenheid
te stellen uit te spreken dat de Staatsloterij
zal worden afgeschaft.
Verschillende sprekers wilien het amende
ment veranderd zien in een motie.
De heer BEUMER (A.-R.) acht een amen
dement even goed, doch heeft geen bezwaar bef
amendement te vervangen door de velend®
motio:
„Do Kamer, van oordeel dat afschaffing der^
Staatsloterij noodzakelijk is, gaat over tot de
orde van den djg."-
Deze motie zal worden behandeld op nader
te bepalen dag.
Bij de ariitste afdeeling (Kosten van pensi
oenraden enz.) klaag1 de heer SCHAPER (Sj
D. A. P.) over slordigheid van een ambtenaar,
die de pensioenzaken heeft af te doen en die
tevens commandant is van de burgerwacht Iflr
Den Haag.
De MINISTER zegt, 'dat de klachten over
langzame afdoening van pensioenaanvragen bij
verandering der pensioeninschrijving zullen ver
mindoren.
De heer OTTO (U. L.) zegt, dat een 'dergelij
ke belangrijke zaak had moeten zijn onderwor
pen aan den Raad van Ministers en van don
Raad van State.
De bcgrooting wordt aangenomen z. S. et'.
Verschillende wetsontwerpen.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming worden daarna aangenomen do volgende
wetsontwerpen:
1'. Regeling .van "de ontvangsten en uitgaven
van het pensioenfonds voor de gemeenteamb
tenaren voor 1920.
2. "Wijziging en verhooging van de begroo
ting van uitgaven van het Fonds voor de uit
voering van de Tiendwot 1907 (Staatsblad No»
222) voor 1918 (Uitkeering uit het Fonds aari
's Rijks middelen).
8. Regeling van de ontvangsten en uitgaven!
van hot Weduwen- en Weezenfonds voor bur
gerlijke ambtenaren voor 1920.
'4. Regeling van do ontvangsten en uitga veil
van de Weduwen- en Weezenfondsen voor mi
litairen en gepensioneerde militairen der land-
cm zeemacht voor 1920.
5. Wijziging der Leeningwet 1914.
Wegens het vergevorderd uur wordt te 12 uai
20 min. de vergadering verdaagd, tot Vrijdag
morgen elf uur precies.
SCHEEPSTIJDINGEN.
STV. MIJ. NEDERLAND.
AXÏBNOR 28 Hor. te Padang.
BATOE thuisr. 30 Nov. van PortJSaid.
GItOTIUS uitr. 3 Deo. van Southampton.
KON. NED. STOOMB. MIJ.
DANAE 2 Dec. van Algiers naar Carta
gena.
IRIS 3 Dec. van Havre naar Amsterdam.
MINERVA 8 Dee. van Hamburg naar
Barr.v Roads.
TELLUS paas. 4 Deo. Dungeness.
KON. WEST-IND. MAILDIENST.
OOMMEWYME 20 Nov. van Curtujao
naar La Guayra.
ORXNSSEN 30 Nov, van Ouragao naaf
Puerto Columbia.
STV. MIJ. OCEAAN.
RHESUS aa Nor. van Hongkong.