No. 13332 LE3DSCH DAïaBLAIO, Donderdag 4 December. Tweede Blad Anno 1919. TWEEDE KAMER. PENSIOE^WETGEVING. UIT DE OMSTREKEN. FEUILLETON, Een Meisje met karakter, Vergadering Tan Woensdagmiddags Interpellatito-Braat T>o heer BRAAT (Plattelaada-P.) vraagt vei lof den Minister van Waterstaat te inter- pelleeren orer den toestand, ontstaan doOT 03 staking bö de Rotterdamse he Tram-Mjj; Morgen zal hierover worden beslist. Subsidie dramatische kunst- In stemming komt begrootingsartïbel 228 van Hoofdstuk Va (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen) der Staatsbegrooting toot 192C (memoriepost voor de subsidieering van da dramatische kunst. Het artikel wordt met 42 tegen 41 stem men aangenomen. Voor stemden <le hoeren J. ter Laan, Van Ster ele, Marchant, Van Doorn, Van Ï3sre- rteijii, De Groot, Staalman (Midden-P,), Stu- lemejjer, Visser van Uzeodoom, Hugenh-^Bz( Da Murait, Engels, K. ter Laan, Ossendorp, Van Ryckevorseh Dekkers, Loeff, Rink, Van Rappard, Oud, H. Hermans (R.-K.), Nie- meyer, Ter Hall, Van Schalk, Van Dijk, Brau- tigam. Do Jonge, Teenstra, Van Wijnber gen, Otto, Hazovoet, Lely, Wmtermans, Lohman, Bulten, Dresselhuys, Kuiper, Poels, Biaat, Schaper, Be Bnissonjé en de voor zitter. Tégen stemden de heeren Staalman (Chr.- Dem.), Swane, Sannes, Helsdingen, Zglstra, Van der Molen, Troelstra, Kleerekooper, De Jlonté verLoren, Van der Voort van Zijp, Van Ravestojn, Van den Tempel, Duys, Eluy't, Schokking, Van Veen, Kolkman, Duy- maer van Twist, De Geer, Weitkamp, Van der Bilt, Van der Laan, Bogaerta, Kooien, Scheurer, Smeenk, Schonten, Arts, Beumer, Golftn, Rutgers, Rogge, Van Zadelhofi, Heemskerk, Snoeek Henkemans, De Wildo, Van Vuuren, "Alharda, Reymer, "Van der Woerden en Bakker. De Kamer heeft dus principieel ten gunste der subsidie besloten, vóór den poet stem den 14 Roomsch-Katholieken, 1 Christel(jk- Historisc.h, 8 Sociaal-Democraten, 6 ünle- Liberalen, 4 Vrijzinnig-Democraten, 4 Vrij- Liberalen, 4 Neutralen en 1 Plattelander; tegen den post^stemden 18 Anti-Revolatran- nau-en, 8 Katholieken, 6 Christelijk-Histori- schen, 1 Christen-Democraat, 1 Christelijk- Sociaal, 10 Sociaal-Democraten en 2 Revolu- tiennairen. Ijparna werd de begrooting van Onder wijs met 78 tegen 2 stemmen aangenomen; Tegen de heeren Van Ravesteyn en Kruytt Wijziging Hocger-Onderwijswet. Hierna wordt voortgegaan niet het wets ontwerp tot wijziging en aanvulling Her Hooger-Onderwjjswet. Aan de orde is de verdere behandeling van artikel XXXIII. Op voorstel van den teer K00LEN (R.-K.) wordt hierbij de be raadslaging over art. XXI heropend. De heer KOOLEN (R.-K.) spreekt over do amendementen-Rutsrers. Beuuier en Dres- seftuys, betreffende da vereischbe van den graad van doctor in de rechtswetenschappen voor rechterlijke betrekkingen. Hp aoht het r-iet- gewenscht, dat er twee soorten ju risten bomen. Spi. dient een amendement in, om m ait. XXIter de voorwaarde, te laten verval len, dat de toekenning van den doctoralen graad geschiedtna verdediging van tel proefschrift. De Minister van Onderwijs. Kunsten en .Wetenschappen, de heer DE VISSER, wijst er op, dat de onderscheiding van doctorandi en doctoren voor andere faculteiten blijft, er moeten dus overwegende reden zgn om deze voor de juristen niet aan te hemen. Spr. verdedigt de regeling van liet Re- geeringsentwerp. Van revolutioneering van de rechterlijke macht is geen sprake. Het systeem, door den heer Rutgers oniVikkeTd, is het meest logische; aan de praktijk tornt spr. ook niet. De titel van meester in de rechten zal ook de doctorandus mogen ble ven dragen. In de H.-O.-wet zal spr. voor do doctorandi in de rechtswetenschap de bevoegdheid opnemen om onderwijs te geven. Aan de orde is dan eerst art. XXIter. Be heer VISSER-VAN IJZETfDOORN (V.-L) zet zijn meening nader uiteen om trent de promotie op Stellingen en dio op proefschrift. Spr- verdedigt de waarde van da promotie op Stellingen. De meeste Stel lingen worden zelf gekozen; wel wórden Stel lingen gevraagd over onderwerpen, welke buiten het studieterrein van dein candidaai liggen. De- dissertatie brengt hierin geen ïeiandering. Het voordeel van de promotie op Stellingen is, dat men gelegenheid heeft de kennis van den candidaat op verschillends terreinen van het recht na te ian. Spr. acht het verkeerd, dat men nu voor de juri- diBche faculteit een stap-terug zou doen. De heer SGHOKKING (C.-H.) is tegen het aimendement-Koolen en verdedigt net standpunt van minister De Viseer. De heer KOOLEN (R.-K.) bljjft van mea ning, dat twee soorten juristen niet ge wenscht is. De advocatenstand zal geschaad worden, wanneer de meesterstitel niet ver band zou houden met de doctors-promotie. Do heer BEUMER (A.-R) trekt z(jn amendement in, waar het door 't amende- nent Dresaelhuys grootendeels wordt gedekt. Spr. is voor het amendement-Kooien. Wordt dit abiendement verworpen, dan zal nog de beslissing moeten worden genomen ten aanzien van den meesterstitel voor docto randi. De heer DRESSELHUYS (V.-L) zal bjj aanneming van het amendement-Kooien zijn amendement op artikel XXXIU intrekken. De heer VAN DOORN (ü.-L) wijst er op, datpromoveeren op proefschrift duur is en vraagt daarom of het noodzakelijk is, dat het proefstuk werdt gedrukt Do heer RUTGERS (A.-R) trekt zijn amendement in en vereenigt zich met het amen demcr, t-Koolen. Do MINISTER zal over het denkbeeld ran den heer Van Doorn het oordeel van de Senaten vragen en de zaak verder over wegen. Spr. verdedigt verder het proefschrift ais eisch voor de promote. Het amendemmt- Koolen kan spr. als niet passend in het stelsel van het ontwerp, niet overnemen. Hij Iaat de beslissing aan de Kamer. Het amendement-KOOLEN '(om voor de juristen promotie op Stellingen mogelijk te maken) wordt met 71 tegen S stemmen aargenomen. Do MINISTER trekt hierna art. XXI ter, dat overbodig geworden is, in. Bjj art. XXXII stelt de heer VAN VEEN (C.-B.l voor, om een zinsnede toe te voegen, bepalende, dat de bijdrage in de stichi'ngs- kosten van 75 op 90 pCt. wordt gebraent, en voorts, dat een bjjdrage in de aan den rector uit te keeren jaarwedde tot een be drag van drie duizend gulden zal worden nitgekeerd. De heer VAN RAVESTEYN (Comm. P.) verdedigt nog eens de wenscheljjlcheid van de uitbreiding der natuurkundige rakker, op da gymnasia, een bepaling, die ook voor do bijzondere gymnasia moet gelden. De heer OTTO (Ïï.-L) heeft geen ba- zwaar tegen de verhooging van de subsidies; maar hij gelooft, dat dit punt hierbij niet aan de orde is. Spr. verzet zich tegen deze amendementen. De heer VAN DE LAAR (Chr. Soc.) komt op tegen het betoog van den heer Van Ravesteyn, dat het bqjzonder onderwijs min derwaardig is. Ds heer VAN DER MOLEN (A.-R) steunt hei betoog om de subsidiebedragen tot 90 pCt. op te voeren. De MINISTER zegt, dat, als in verband met de salarissen de subsidies onvoldornló zijn,' hij zal voorstellen deze te verhoog;n. Daarbij overweegt hij een stelsel, waarbij een bepaald percentage van de to faalkosten wordt vergoed. Tsgen net voorstel-Van Veen heeft de Minister op dit oogenbllk ern3tig bezwaar. De verhooging tot 90 pCt. acht h(j on aannemelijk en het tweede amendement ont raadt hij ernstig. De heer VAÏJ VEEN (C.-H.) trekt dit amendement in. De MINISTER wijzigt het artikel in dien zin, dat bij de bepaling van het subsidie bedrag ook medetelt de ontspajiuingstijd lus- schen de lesuren. De heer VAN VEEN (C.-H.) trelft nu ock zijn ander amendement in. Spreker verdedigt hierna een amendement om te bepalen, dat het tekort op de oxploi- tatierekening der school voor eenige jaren kan worden opgenomen onder de uitgaven dier rekening van oen volgend jaar. Dc MINISTER bestrijdt het amendement. Practisch komt dit hierop neer, dat -.Ie sub sidie meer dan 75 pCt. kan bedragen. Spr. verzoekt het amendement in Ijs trekken. De heer OITO (U.-L) b.strijdt het anten- dement op gelijke gronden. De heer "VAN VEEN (C.-H.) trekt zijn amendement in. Spreker verdedigt hierna een amendement, cm bij niet-nakoming van bepaalde verplich tingen het verval van aanspraak op „subsi die" to vervangen door „verval van geheele of gedeeltelijke subsidie". De MINISTER heeft bezwaren tegen het amendement. Een strenge straf is trij der gelijk verzuim gemotiveerd. Spr. brengt éch ter eenige wijziging in zijn artikel. De heer VAN VEEN trekt zijn amende ment in. Op een opmerking van den heer OTTO (U.-L.) verklaart de MINISTER, dat hel niet de bedoeling 13, dat onwillekeurig ver zuim per se het vervallen der subsidie ten gevolge heeft. In het Kon. besluit zal hier mede rekening worden gehouden. De beer VAN VEEN (C.-H.) licht een amendement toe. om het schoolgeld, waar van het te heffen proportioneel njimmum dorr den Minister wordt vastgesteld, te regelen met in-acht-neming ran de finan- cieele draagkracht der belanghebbenden. De MINISTER kan zich hiermee rereeni- ger.. Spr. neemt het amendement over. De heer OTTO (U.-L.) heeft hiertegen bezwaren en geeft een wijziging aan. waar deer de bijzondere gymnasia geen lagere schoolgeld kunnen heffen dan de openbare gymnasia. De heer ALBARDA (S. D. Ai. P.) acht deze wijziging een verbetering. Dc MINISTER handhaaft zjju gewijzigde redsc-tie van het artikel. Het amendement-OTTO wordt met 30 te- ger. 22 stemmen verworpsn. De heer OUD (V.-D.) licht een ameuds- men* toe, dat bedoelt een overgangsbepa ling in te voegen, voor hen, die thans nog aan hun studie zgn voor d o:: toraal-examen op proefschrift. De MINISTER neemt het amendement over. De heer K. TER LAAN (S. D. A. P.) ver dedigt een amendement, om de leeraren in het bezit van de bevoegdheid voor het M. O. in Nederlandsch of van de B-akte voor Fransch, Duitsch of Engelsch zonder anders examens tot de promotie toe te laten. Het artikel is als orergangsbep- ling bedoeld. De heer VAN DER MOLEN (A.-R.) rer- j klaart zich voor het amendement. De MINISTER bestrijdt het amendement, cmdal dit een geheel nieuw beginsel in ae wet brengt, dat men n.l. doctoraal zou kun nen promoveeren, zonder ooit de universi- teil te hebben bezocht Men begaat bovendien een onrechtmatigheid tegenover andere groe- pen leeraren. I- De heer OTTO (U-L.) bestrijdt het amen- J dement. De stemming zal plaats hebben Vrijdag a.s. na de pauze. De heer RUTGERS (A.-R.) licht eea amen dement toe. voor een overgangsbepaling voor ben, die het candldaateexamen heb'-en afge legd. doch nog niet gepromoveerd zijn. De MINISTER neemt het amendement j over. De vergadering wordt verdaagd tot Don derdag te é4n uur. ®- De Staatscommissie ter Voorbereiding van een algemeen e herziening der niet-militaire pensioenwetgeving heeft haar rapport aan j de Koningin uitgebracht. De Commissie werd iDgesteld bij Kon. be sluit en kreeg tot taak cie voorbereiding j van een algemeene herziening der niet-mili- j taire pensioenwetgeving. De voornaamste punten, waarop haar voorstellen afwijken van de huidige wette- lijke regeling, worden met een enkel woord aangestipt lo. Wat den kring der pensioengerech tigde aangaat, brengt baar ontwerp een aanvulling van het bestaande, doordat niet slechts tijdelijke ambtenaren op denzelfden I voet als vaste aanspraak op pensioen zul- I len hebben, maar de bepalingen van de pensioenwetgeving zich in het algemeen zul len uitstrekken tot allen, dio, benoemd door het daartoe bevoegd gezag van Rijk, provincie, gc-mccnte, waterschap, veen- schap of vconpoldor, een betrekking beklce- den, waaraan een wedde is verbonden uit do inkomsten van één of meer dier lichar men. M. a. w. niet zullen, als thans, enkele groote groepen van ambtenaren pensioen gerechtigd zijn, maar in het algemeen al len, die in dienst zijn van esnigerlei over heid. - 2o. Voor het pensioen zal (behoudens in- koopsommen) van de ambtenaren geen bij drage meer worden gevraagd. Wel zal het voor de pensioneering noodige geleidelijk worden bijeengebracht en in een fonds worden beheerd, maar dat fonds zal ge voed worden door bijdragen van de licha men, bij welke ambtenaren in dienst zijn, zonder dat die lichamen deswege eenig ver haal kunnen uitoefenen op do pensioenge rechtigden. Dat zal zoowel voor eigen pen sioen gelden als voor het pensioen van na gelaten betrekkingen. Voor den Slaat, die thans van de pensioenen der eigen ambte naren on onderwijzers ongeveer 2/3 betaalt, terwijl de weduwen- en weeeenpensioenen door de bedragen der ambtenaren ten volle gedekt worden, brengt deze verandering een zwaren last mode. Eveneens geldt dit voor de gemeenten, boewei er zijn, die van allo verhaal van bijdragen reeds hebben afgezien. 3o. Voor het pensioen der ambtenaren zal evenals thans, in hot algemeen alle dienst als „ambtonaar" in aanmerking komen. Daar het begrip, „ambtenaar" eohter be langrijk wordt- uitgebreid, zal als onmiddel lijk gevolg ook op ruinier schaal diensttijd bij het pensioen in aanmerking worden ge bracht. Feitelijk zullen alle jaren, doorge bracht in welken overheidsdienst ook, in den vervolge medetellen. Bovendien zal op het voetspoor van de tegenwoordige rege ling bepaalde dienst-, niet als „ambtenaar" doorgebracht medetellen, hetzij kerkelijk militaire, koloniale dienst, enz., het zij be paalde zijdelingsche of onbezoldigde dienst tijd. Die laatste zal dan echter moeten zijn. ingekocht. Door de nieuwe regeling van den medetellenden diensttijd mag worden aan genomen, dat alle jaren, die redelijkerwijs in aanmerking zouden kunnen komen, voor het pensioen zullen mederekenen. 4o. Het pensioenbedrag zal aan andere regelen gebonden zijn, als thans. Het maxi mum wordt tot 70 pCt. van de in aanmer king konfendc som verhoogd, en een mini mum pensioen wordt ingevoerd van 30 pOt. van die som. In verband met dit laatste zal om misbruiken te voorkomen, ook voor ouderdomspensioen een wachttijd moeten gelden, die 7 jaar zal bedragen en dus voor invaliditeitspensioen, vergeleken bij het tegenwoordige zal worden verlaagd. Yoorte wordt, het- pensioen voor ieder jaar dienst niet berekend naar 1/60, van den grondslag, raaar naar 1]50, zoodat reede na 35 jaar het maximumpensioen zal zijn bereikt. In plaats van over het gemiddelde gedurende de laatste 5 jaren, zooals behoudens uit zondering thans, zal bet pensioen worden berekend over het gemiddelde van de laat ste 3 jaren af, wanneer liet gemiddelde van do laatste 10 jaren of van den geheel en diensttijd greoter zou zijn, over dat gemid delde. Ingeval eenzelfde persoon diende in vorschillende betrekkingen tegelijk, is een nieuwe regeljng getroffen, om tot een bil lijk pensioenbedrag te kom6n, in verband waarmede het stelsel van bevestiging van pensioengrondslagen is vervallen. Voorte is het- absolute maximum van pensioen ver hoogd van f 3000 op f 4000 en voor den ge wezen Minister van f 4000 op f 6000. Wat het weduwen- en weezenpensioen be treft-, ia voorgesteld, dat het weduwenpen- sioen zal bedragen 40 pCt. (thans 33% pCt.) van den laatsten grondslag van den over ledene, of, indien zulks tot hooger pensioen zou leiden, 40 pCfc. van een drjejaarlijksoh gemiddelde gedurende den tijd vau het hu welijk. Daar rekening zal worden gehouden met een grondslag van ten hoogste f3000 thans f 2400 zal het weduwenpensioen van f 800 kunnen komen op f 1200. Het wee zenpensioen zal voor iedere volle wees be dragen 1/8 en voor iedere halve wees 3/40 van den evenbedoelden grondslag of mid- dolsoin. Hot zal voor ieder kind "doorloopen tot 21 jaar thans 18 ja-ar maar niet onverminderd blijven voortbestaan tot het j ongst-e kind een bepaalden leeftijd zal heb ben bereikt. Het tot-aal van het weduwen- en weezen* pensioen of van het weezenpensioen alleen is verhoogd tot hoogstens den grondslag van den overledene, met een maximum van f3000. 5o. De gevallen, waarin recht op pensioen bestaat, zijn in hoofdzaak gelijk aan de te genwoordige. Alleen is ook recht op pen sioen toegekend ingeval de ambtenaar om' andere redenen dan ziekten of gebreken on- gesohikt is verklaard voor de verdere waar neming van zijn betrekking, waartegenover* vervallen is het recht op uitgesteld pensioen bij ontslag, niet op eigen verzoek doch niet bij wijze van 6traf. Voorts is het recht op weduwen- en weezenpensioen ook geschapen voor die vrouwen, welke met den betrok kene gehuwd tussohen zijn 60ste en 65ste jaar, en voor de kinderen uit dat huwelijk. 6o. De pensioenprocedure is zooveel mo gelijk vereenvoudigd, door de beslissing over alle onderdeelen un het pensioenrecht te leggen in handen van een gereorgani- seerden Pensioenraad van welks beslissin gen beroep openstaat op den Centralen Raad van Beroep in Ongevallenzaken. 7o. Voorgeschreven is, dat de pensioenen maandelijks cn bij vooruitbetaling zullen worden uitgekeerd, terwijl in de wet vrij heid ia gelaten, om die wijze van uitbeta ling te volgen die het best een vlugge beta ling der pensioentermijnen kan waarbor gen. Behalve van een ontwerp van wet inzake verleening van pensioenen aan ambtenaren en hun weduwen en weczen met Memorie van Toelichting en Bijlage is het verslag vergezeld van afzonderlijke nota' -. LEIDERDORP. Gemeenteraad. Voorzitter: de burgemeester. Door den Voorzitter worden de vclgen-i de mededeelmgen g6daan: dat door den. keei! .J de Graaf Czn., in verband met hetgeen! hij daaromtrent iku de vorige vergadering! heeft kenbaar gemaakt, is ingediend een- voorstel tot uitbreiding van de waterleiding op een drietal genoemde plaatsen, en dat B. en W. daaromtrent in onderhandeling ztfn getreden met een naburige gemeente, waar omtrent echter nog geen nadere gegevens kunnen worden verstrekt; dat het bestuur der bouwvereeniging „Dorpsbelang" heeftj ingezonden een schrijven, waaruit blijkt, dat van een onderhuring van een huis in heti Van-Leeuwen-park, waarop de heer Piekaar den vorigen keer wees, geen sprake is. Deze médedeelingen werden voor kennis geving aangenomen. Vervolgens werd ter tafel gebracht en gelezen: een schrijven van de heeren Ka I'lék aar en G. Mechelse Dz., waarbj) zij voorstellen in het belang der gemeente over te gaan tot aankoop van Amerikaanechflf schoenen. B. en W. deelen mede, dat zij deze zaak reeds in handen hadden gegeven van de commissie van bijstand voor de distributie van levensmiddelen, met het resultaat, dat ü'eze schoenen met behoeven te worden aan geschaft, omdat ze uit Leiden kunnen worderi betrokken. Idem, waarbij wordt voorgesteld in het belang der volksgezondheid ten spoedigste maatregelen te treffen door het doen in stellen van een onderzoek naar de wonin gen, behoorende bg de steenplaats aan den Zftldtjk. B. en W. zeggen tce, dat z# met beinva- men spoed alle hun ten dienste staande mid delen zollen aanwenden, om aan den ben etaanden toestand een einde te maken. Idem,* om over te gaan tot verbetering \an de Middenstraat door bestrating, rio- Ieering, enz. De Voorz. deelt mede, dat hij andermaal met de belanghebbenden een besproking heeft gehouden, met het resultaat, (kit men geneigd is tot verbetering over te gaan. Wijl deze straat geheel particulier eigendom is, gaat het niet aan haar voor rekening der gemeente to nemen om te verbeteren^ Een schrijven van B. en W» to Leiden, door CHARLES GARVICE. Vrij naar het E n g e 1 b o h. (Nadruk verboden.) 50) „Ik zal er eens over denken", zei hij, „er is geen haast bij." Er was toevallig een klein huisje te huur in het donpdaarheen verhuisde Lyoett maar heb nieuwere gedeelte van zijn oude woning bleef hij nog gebruiken. Ddt bestond uit zijn kantoor en een paar andere ka mers daar bracht hij zijn zaken over en al wat daarmee in velband etend. Het oude, onveilige gedeelte van het huis werd verla ten en bood een somberen aanblik aan voor do mensdhen, die de poort in den hoogen muur inkwamen. De menschen vroegen zich af, waarom mijnheer Lycett Crayson, die bekend stond als een zeer welgesteld man, zijn huis niet liet verbouwen op een wijze, overeenkomstig zijn stand en fortuin maar Lycett toonde opnieuw zijn onver schilligheid voor de opinie van zijn buren en liot het huis zooals het was. Hij ging iederen dag naar zijn kantoor en deed daar zijn zaken af; 6om« liep hij door don met onkruid begroeiden tuin ach ter het huis, het kiezelpad over met zijn handen op zijn rug en da oog en nu en dan zijdelings gevestigd op dcfii oudon aonnewij- zer, waaronder hij het testament verhor- gen had, dat aan Constance en hem ecu groot fortuin zou vereohaifen. Hij be- aohoaprdo het, xooals een man een venhor sen schab zou beschouwen, dien hij op een gegev en o ogenblik zou kunnen opgraven, en hij staarde de plek aan als een gie rigaard zijn zorgvuldig verborgen schat. Welk een verrassing- zou het wezen, voor heel het graafschap, als hij met Constance Deebrook trouwde en het testament „ont dekt" werd en wijd en zijd verkondigd zou worden, dat zij de erfgenamo vai von sir JohnHij zou don de plaats bekleeden in j het graafschap, waarop hij aanspraak maaktehij zou niet alleen zijn mr. Lycett Crayson, de notaris, maar de echtgenoot van sir John's doohter. Hij zou zelf een groot huis bouwen, precies op de grena van het landgoed Desbrook Park hij had j eem hypotheek op een stuk grond, dat juist geschikt zou wezenhij zou lid van het Parlement worden, hij zou mild bijdragen aan de kas der partijen, hij zou een rid derschap verkrijgen, misschien wel baron worden air Lycett en lady Orayeon. Dat klonk goed. Met Constance's geld on zijn eigen hersenen kon hij gemakkelijk de eer ste man van de plaats worden. Constance was uitstekend geschikt den toen aan te geven op alle terreinen, op maatschappe lijk gebied en in de groote wereld, en dj zouden dus de eersten van het graafschap worden. Heb was eon heerlijke droom. Lyoett Cray- son s hart begon er luid van te kloppen. Hij koD het best volhouden, gelukkig de verkwisting op het kasteel aan te zien en air Ralph geld voor te schieten. De toe komst behoorde hem toe, de roemrijke, de rooskleurige toekomst.. Vroolijk en opge wekt werkte hij voort in rijn kontoor, gren zende aan de bouwvallen van zijn huis. Hij moest afwachten alles gekikt dein man, dSe weet af te wachten, zoo sprak hij riohzelf toe, l In tussohen zette Constance, om wie hfj zijn net weefde, haar loven van zelfverloo chening 'en zelfopffermg voort. Zij was den volgenden dag Becky Thorpe weer een be zoek gaan brengen. Becky was wat beter dien morgen zonder twijfel had de ge dachte, dat haar huishuur betaald was, een zwaren last van haar hart afgenomen zij 1 zat op en was bezig een tooneelkostuum te rep are er en. Zij begroette Constance schuw, maar dankbaar. „Ge riet, wat u voor mij gedaan hebt. Dc ben een heel ander mensch voor mijn ge voel. O, ik ben zooveel beter vandaag. Ik tal heel gauw weer uit mogen gaan en her steld zijn." „Dat doet mij erg veel pleirier," zei (Don- stance „maar u moet niet al te veel wa gen. U ia nog riek en heel «wak. Ik heb wat consommé en een flesoh port voor u meegebradht. Neen, bedank mij maar niet. hot kamt van het Huis." Zij trok een 6tool bij heb vuur en zag Beoky glimlachend aan, een glimlach, dien niet alleen Lycett Cray- son en air Ralph, maar de meeste menschen onweerstaanbaar vonden. „Ik kom alleen een praatje maken. Vertel mij eens irmM van uzelf. Becky's gezicht betrok. „Er ia niete te vertellen," woi m. „Nieta. dat voor uw ooren geschikt je. Dc ben al de moeite, die u rich voor mö geeft, en ai uw vriendelijkbeid niet waard." „Daar ben ik nog too zeker niet von. fir k geen muaohje, dat op aarde vaR, Maar dat weet u allemaal wel. En u ia lang geen muschje; u is een vrouw van karakter au zelfvertrouwen. U aal spoedig weer beter rijn heri spoedig, hoop ik en dan zal u oen betere meaning hebben otrtr u zelf.** Beoky aag haar dankbaar aan. „Als da# too is, dan beb ik hot aan u te danken. U I - is een soort mensoh, dat iemand hoop geeft en u hebt mij meer goed gedaan, dan al de dokters met hun ^medicijnen mij zouden doen. Ik heb een gevoel of u verdriet hebt, en dat u daardoor roovecl sympathie voor mij hebt." Constance strekte baar handen uit naar hot vuur en glimlachte. Het was een droe vig lachje. „O ja, ik heb veel verdriet gehad!" zei ze. „Wie heeft dat niet?" „Vertel heb mij," zei Becky als een plot selinge ingeving. „Misschien kan ik u hel pen. Aoh neen, dat is natuurlijk dwaas 1" Constance keek peinzend in heb vuur. „Ik zou het u wel willen vertellen, zei ze, „en toch 'l „Doe het niet, als u het liever niot doet." Constance haalde iiep adem. „O, het is niet zoon groot verdriet," zei ze, „het is nieta, bij het uwe te verge lijken. Wil ik er wat kolen bij doen? Ik heb een halve ton besteld. Wee» daar uiefc boos om. Ge hebt warmte noodig. Ja, ik sal bet u vertellen. Ik ben de dochter van een landedelman, een ba ron. Ik denk niet, dat ge bean ooit hebt hoor en noementoch was hij wel bekend in rijn tijd. Hij beeft mij achtergelaten zonder eenig fortuin en onder voogdij van den man, aan wi»n hij al rijn bezittingen had vermaakt." Zij awecg een oogenbllk en staarde in het vuur. Het was haar zelf eoo vreemd en onverklaarbaar, deze begeerte rich toe te vertrouwen aan een meisje, dat haar bijna vreemd wasmisschien kwam het, omdat rij haar hour vriendschap ge schonken had. „Ik ik wend verliefd op hem, maar ik vond ontdekte iet» in zijn verleden, dat mjjn huwelijk met rit Ralph onmogelijk maakte." De naam ont viel haar onwillekeurig. Beoky, in haar stoel geleund, zag he* mooie geriohtje vol sympathie aan. „Wij scheidden van elkander," ging Con stance voort, „en cn dat is alles. Het i» een heel gering verdriet, vergeleken bij heb uwe. Doet uw been u vaodaag wat min der pijn? Ik denk, dat u betere hulp moest hebben, dat. u oen specialiteit moest raad plegen. Ik ken er een, hij ia doktor aan heb St.-George-hospitaal. Hij is heel bekwaam voor gevallen zooals bet uwe. Ik weet zeker dat. hij bij u zal willen komen, als ik heb hem vraag, ik aal hem schrijven, als u het goed vindt." „Neen, neen," zei Becky. „Ik weet wat dat beteekent. Dan betaalt u de onkosten. Geef mij rijn naam en adres op, dan vraag ik aan den dokter, die bij mij komt, of hij wil schrijven.^ „Heel goed," zei Constanoe. „Wat is u fcrotsohHebt u een blaadje papier voor mij? Neen, neem, ik zal het wel krijgen. Staat u liever niet op. AVaar is het?" Beoky zei waar rij het kon vindon en Con stance schreef een kort briefje aan een be roemd geneesheer. ZSj onderteekende het zonder er bij te denken met haar eigen naam en gaf het toegevouwen aan Beoky. „Al» u dit aan den dokter meegeeft, dan zal hij het verzenden." Becky bedankte haar en legde het toege vouwen briefje op de tafel naast rich. Con stance bleef zoo lang als zij kon en praatte vroolijk met haar patiënt; en toen rij op stond om heen te gaan, hield Beoky haar onder een of onder voorwendsel nog terug. SWord* vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5