No. 18313 LEiDSCH DAGBLAD, Woensdag 12 November. Tweede BSacS Anno 1919. PERSOVERZICHT. BINNENLAND. TWEEDE KAMER. FEUILLETON. Een Meisje met karakter, Ds verdeeling 'n kieskrin- on_ „DB STANDAARD" spreekt in fen driestar'nognaals zijn leedwezen uit ovet de ir.deeling van de kiezers voor de Tweed» Kamer in achttien kieskringen. Onder het Ijatiinel-Cort van der Linden had men zich deze regeling wel moeten schikken, maar ion meent thans onder dit kabinet en bg tegenwoordige samenstelling der Tweede Kamer opnieuw op eenheid van formatie1 te moeten aandringen. Waarom het blad een dergelijke verandering wenscht, blgkt uit het volgende: Ue nu ingevoerde methode verbrokkelt CDze kracht, en is oorzaak, dat we in beteekenis achteruit gingen. De indeeling toch in de achttien kieskringen brengt te weeg, dat in zekeren kieskring een opinie do overhand erlangt, die in dezen kieskring bjj de kiezers, die onzerzijds een gewgzigde opinie zgn toegedaan, tweespalt en ten Hotte verlies van stemmen veroorzaakt. J)e geavanceerden moeten dan toch allaen hun opzet doorzetten, terwgl de overigen dan allicht terugtrekken, en ten slotte met de Cbristelijk-Historischen meegaan. Nu gaven we zeiven aan, dat dit bezwaar voor de Roomsche kiezers niet in lie mate geldt, maar toch blijft het onze overtoi ling. dat op den duur ook de Roomsche Staatspartij er bij in zal boeten. Ditmaal vooral zag meü het toch,, tot zelfs in Beieren, hoe de Roomschen allengs hun stemmen dalen en hun kiezers afglijden zien Let maar op Maastricht, Nu toch is men genoodzaakt zooveel doenlijk ook le geesten, die tot afdoling neigen, vooralsnog bij zich te houden, doch het euvel is dan niet te mijden, dat de staatkundige eenhei i van overtuiging voor een deel terzijde wordt gelaten, terwijl men zijn eenheid zoekt in kerkelijke overtuiging. Juist wat jn Beieren en elders ten slotte tot het springen van den boog geleid heeft." Het tarief der gedwongen ise- n i n g. Mr. Joh. J. Belinfante schrjjft in „DE NEDERLANDSCHE NIJVERHEID" shet orgaan van het Verbond van Ned. Fa- rikanten-Vereenigingen, in een artikel over gedwongen leening: Al is de opbrengst van deze belastingen (Ve dedigingsbelasti. gen I b en ip te stol len op ongeveer 35 millioen, dit bedrag is stellig kleiner dan de bedragen aan obli gaties, die den eersten tijd ter markt zullen komen, daar het tal van zaken en personen niet schikt, een min cf meer belangrijk bedrag in deze stukken te beleggen. Dit klemt natuurlijk des te meer, naarmate het bedrag dezer leening in de rad ijk grooter zal blijken dan uit de bewering in de Me morie van Toelichting, dat de tarieven zoo nauwkeurig mogelijk berekend z/'n ter ver krijging van het benoodigde bedrag van 450 millioen, zou kunnen worden opgemaakt. Ten einde omtrent die bewering wat meer Zekerheid te verkrijgen, zijn wjj zelf ook eens aan het cijferen gegaan. Zooals wjj zooeven reeds zeiden, is 19171918 bet laatste jaar, waaromtrent statistische ge gevens betreffende de opbrengst der Rijks belastingen zijn gepubliceerd. Dit kan niet anders, want over 19181919 staan nog met alle aanslagen vast, en ook al ware -et anders, de verwerking van dit omvangrijk materiaal eischt maanden. Toen m.n zen derhalve aan het Ministerie van Financiën heeft gezet aan het ontwerpen der tarieven voor de deelneming in deze leoning, be schikte man uitsluitend over de gegevens van vorige jaren, ofschoon die deelneming zal moeten geschieden naar den maatstaf van Jen aanslag over 1918—1919. Wij heb ben zelfs goede redenen om aan te nem;n, dat de berekening is gemaakt op de basis van het belastingjaar 19161917, omdat de statistiek over 19171918 eerst 31 Juli van dit"jaar verscheen, toen men waar- Bclirlilijk reeds geruimen tijd bezig was, deze gedwongen leening voor ta bereiden. Maar in elk geval, indien men 3e bere kening maakt, daarbij tot basis nemende 19171918, komt men tot de conclusie, dat reeds voor dit belastingjaar de opbrengst der leening volgens he't tarief van artt. 2 en 4 verre het benoodigde bedrag van 450 •millioen zou overschrijden. Wij hebban uit gerekend, dat voor de physieke personen, aangeslagen in de inkomstenbelasting, 'net totaal hunner gedwongen deelname in Ue leening zou bedragen f192,754.300; voor de physieke personen, aangeslagen in da vermogensbelasting f323.041,500, en voor de later te lande gevestigde naimloczs ven nootschappen, commanditaire vennootschap pen op aaadeelen, coöperatieve en andera vereenigingen en onderlinge verzekaring- maatsch. f48,355,100; te zamen dus f664,150,900. Houdt mien rekening met het accrès der belastingen, dat dit jaar zeer merkbaar is geweest, dan kan men zonder vrees voor overdrijving profeteeren, dat de leening volgens deze tarieven de 600 miljoen waarschijnlijk een heel eind zal overschrij den, in elk geval veel meer dan 100 mil lioen zal komen boven het benoodigde bedrag. Waar dit vaststaab, kan men er zeker van zijn, dat, ondanks de faciliteit, om de verdedigingsbelasting lb en II te betalen in obligaties der leening pari, de koers van de obligaties aanmerkelijk zal dalen, zoodat menigeen er een „strop" aan zal hebben. De eenige, die profiteers® zal, is het Rijk, dat op zijn meer dan 100 millioen, die het van deze leening zaj overhouden, ean zoet winstje zal maken, door de pas tegen 100 pCt. uitgegeven obligaties terug te koopen tegen 95 of nog lager misschim. En nu misgunnen wij den Staat dit wiusfcje niet, maar wjj vragen ons alleen aE: Is dat een faire methode om te leenen? Waar m?n cp zijn vingers kan narekenen, dat men met dit tarief véél te veel nËllioenen binnen krijgt, en dat, hoe grooter de leening wordt, ts grooter ook het aanbod van stukken, en dus de depreciatie worden zal. daar diende de Regeering öf alenog het tarief te wijzigen öf doeltreffender te waken t?g?n depreciatie der obligaties. Een midlel daar toe ware, ook de betaling van 3ndere be lastingen dan alleen de verdedigingsbelas tingen in obligaties dezer leening a apri too te laten. Wordt echter nagelaten, hierin op een of andere wgze te voorzien, dat zal men straks de grove onrechtvaardigheid aanschouwen, dat het Rjjk profijt zal trekken van de schade, welke het zelf door zjjn slechte regeling aan tal van reeds zwaar onder de belastin gen gebukt gaande particulieren en onder nemingen heeft berokkend. Schr. deelt dan nog in een naschrift mede, dat hem nader gebleken is, dat :nder- daad aan het Departement van Financiën j het tarief was samengesteld op den grocd- j s'ag *j van de belastingstatistiek 1916 1917; dat het departement heeft erkend dat het tarief herziening behoeft; en dat bin nenkort daartoe een nota van wijziging zal worden ingediend. In „DE LOODS" (E. B.), waarvan de heer Belinfante waarnemend hoofdredacteur is, wordt medegedeeld, dat het tarief „ten deele'1 gebaseerd is op dien grondslag, Jaar bg de voorbereiding van het wetsontwerp de cijfers over 19171918 nog niet alle bekend waren. Arbeidsvoorwaarden van Rijks werk lieden. De Minister van Arbeid heeft, in afwach ting van de tot-stand-koming en ir-werl.ing- treding van een a'genreenen maatregel van bestuur, houdende instelling van een com missie van advies voor de arbeidsvoorwaar den van Rgkswerklieden. ingesteld een com missie, welke hem van advies dient ten aan zien van alle onderwerpen, we'lke arbeids voorwaarden van Rgkswerklleden raken De commissie bestaat uit dertien leden. Drie hunner mogen niet bij een Rijksinrich ting of een tak van 's Rijks dienst, waaraan werklieden verbonden zijn, werkzaam zijn Vijf ieden worden benoemd uit de hoofden van of de hoofdambtenaren, werkzaam bij die inrichtingen of takken van dieast De overige vgf leden worden Denoemd op voordracht van de organisaties Jer Rjjks- werklieden. Uit do drie leden, hiervoren bedeeld, wordt een voorzitter en een plaats vervangend voorzitter aangewezen. Aan le commissie wordt een secretaris toegevoegd, daartoe aangewezen door den Minister ran Arbeid. Benoemd zijn in deze commissie: tot lhl en voorzitter de heer H. de Wilde, lid van Gedep. Staten van Zuid-Holland, te 's-Gra- venhage; tot lid en plaatsvervangend voor zitter de heer C. F. Stork, industrieel to Hengelo (0.); tot leden de heeren J. van den Tempel, lid van ie Tweede Kamer, te 's-Gravenhage; G. Th. van Dam; directeur der Artillerie-Inrichtingen aan de Hembrug; G. Gerbranda, houtvester bij het otaafcs- bcschbeheer, te Utrecht; dr. C. Hoitsema, muntmeester van 'sRgks Munt, te Utrecht; F. J. G. Janssens, hoofdambtenaar, hoofd van den magazijndienst bij het Koloniaal Etablissement, te Amsterdam; jhr. H. Rap- pard, directeur van 's Rijks werven, te Wil lemsoord: H. P. Baak, lid van het bestuur der Centrale van Vereen'gingen van Perso neel in 's Rjjks dienst, te Den Helder: J. H. Heemskerk, penningmeester van den Ned. R.-K. Bond van Personeel in dienst van openbare lichamen en bedrijven „St.- Paulus", te Utrecht; J. Schenk, secretaris van den Ned. Federatieven Bond van Personeel in openbaren dienst, te Amster dam; D. J. Tiepen, secretaris van d:n Alg Ned. Rgkswerkliedenbond, te Amsterdam; P. L. van den Voorde, secretaris van den Ned. Christelgken Bond van personeel in puMieken dienst, te Rotterdam. Secretaris is de heer A. Mastenbroek, comm. bij het Departement van Arbeid, te Rotterdam. Gemengde Iredrijlsraud in de metaal ny verheid. De R.-K. Vereeniging van Werkgevers in de Metaalnijverheid heeft in haar verga dering met algemeene stemmen de overeen komst bekrachtigd, waarbij genoemde Ver eeniging met den R.-K. Metaaltewerkers- bond en den Christ. Metaalbewerkersbond oveieengekomen is, een vast scheid gerecht, zes verzoeningsraden en een bedrgfsraad in te stellen. Deze bedrrjfsraad is do eerste, waarin naast en gelijkberechtigd met de Kat.hoTeke leden, do Christelijke arbeiders zitting heb ben. Dezo bedrrjfsraad is gebouwd op de basi3, aangegeven in het manifest der R.-K. vakbeweging en het daarop gevolgde congres j te 'r-GraveDhage. Le bedrgfsraad bestaat uit vier werkge vers, vier werknemers, met prof. .1. D. J. Aengeoent, te Warmond, als voorzitter. Do taak van den bedrrjfsraad is drieledig: hij fungeert als vast scheidsgerecht, dat in hoog er beroep uitspraak doet over de be slissingen van de verzoekingsraden; ook spreekt hij in sommige gevallen in eersten aanleg recht, vervolgens is hij controleerend org„an voor de naleving van het collectief arbeidscontract, en ten slotte beraadslaagt hij tea minste iedere drie maanden over o-, toestand van de industrie en de te voeret prijspolitiek, over de middelen om de pro ductie op te voeren, zonder de arbeidskracht overmatig te belasten, en over de noodan en verlangens van dö werknemers. De contrac- teexonde organisaties zijn verplicht, alle voorstellen van den bedrijfsraad in haar ver gaderingen te behandelen. Tot die vergade ringen hebben de leden van den bedrgfsraad toegang; zij brengen een adviseeremde stem uil, zocidat dus de werknemers-leden gelegen heid hebben in de vergaderingen van de werkgevers het woord te voeren en ook omgekeerd. Hierdoor wil men verkrggeo, dat een onpartijdige en loyale uitvoering van de besluiten van den bedrijfsraad gewaar borgd is. De bedrijferaad is gevestigd te Amster dam; de vereenigingsraden zgn te Amster dam, Utrecht, Arnhem, Hengelo, Roermond en Tilburg gevestigd. Ue weeldebelasting. Naar van goed ingelichte zjjde wordt ver- vernomen, is het voorontwerp va» de weel- aébelasting, dut in de pers is geipubliceerd, niet het vastgestelde voorontwerp. Alles, wat over het percentage is geschreven, is pure fantasie; evenals de bewering, dat de weelde belasting zou worden goheven over het beeit en niet slechts bg verkoop. Uit het boven staande blijkt, dat de begane onbescheiden heid niet op rekening komt van iemand, die lid is van de Staatscommissie. T.ncËfersbelastliig. Naar „De Stand." meldt, nadert de rege ling der lucifersbelasting het laatste sta dium. Nadat de onderhandelingen met de eigenaars der Nederlaodsche lucifersfabrie ken moesten afspringen ten gevolge van „overvragen" der fabrikanten, schijnt dt heffing van een accijns volgens het bande- rollestelsel thans vaat te staan. Evenwel: als een overgangsmaatregel. Immers, de invoe ring van een zuiver Staatsmonopolie slaat, evenals in Duitschland, op het progriu, In laatstgenoemd land is op 1 October 1.1. een accijns op lucifers en andere aanstcek- miüdelen in werking getreden. Op de vraag, of bij den overgang van de vervaardiging van lucifers door parti culieren op den Staat, de particuliere fabrie ken dan zullen worden overgenomen, schijnt het antwoord te zullen luiden: misschien, namelijk wanneer fabrikanten op basis van de boekwaarde van 1 Jan. 1919 hun be- drgf wenschten over te doen. Die boekwaarde slaat thans voor de Regeering vast, nu de onderhandelingen der laatste maanden dit medebrachten. P en Staatsbedrijf schijnt ten dezen niet afhankelijk geste'd behoeven te worden van de medewerking der fabrikanten, aldus „De Stand." In Duitschland toch zijn volledige in- ftallaties van meer moderne vinding dan weiden aangetroffen in onze. wel eanigszins verouderde fabrieken, tegen lage prijzen aan to schaffen. En deskundige leiders en tech nici levert Duitschland er thans gaarne bij! Pensioen-verliooging. De Kon. Bond van Gepensioneerds en eervol ontslagen militaire officieren van Moederland en Koloniën en hun Weduwen „Bc-ndor" heeft zich andermaal tot de Tweede Kamer gewend met het dringend verzoek te gelijk met het te behandelen Regeeringsvoorstel om alle Rjjkspensioenen piet 20 pCt. te verhoogen, te willen helpen bevorderen de tot-stand-koming van de reeds zceveel malen gevraagde pens'oensgelijk- stelling voor da gepensioneerde officieren van land- en zeemacht. Door vele Bonden en Vereenigingen van actief dienenden '»n gepensioneerden is aan het denkbeeld van jiensicensgelijkstelLng adhaeSie betuigd. Daarenboven is door den zei Mn Bond een tweede request aan de Tweede Kamer aan geboden, waarin, met het oog op dan groo- ten nood der tij-den, een verhooging van 50 pCt. van alle Rgks- en ook weduwen- pensioenen van Rjjksdienaren wordt ge vraagd. wendsel, dat herstellingen noodig waren, verhaald uaar de haven van 2jjpe, waar de boot wordt vastgehouden. De „Nation beige" voegt er aan toe, dal een otficieele nota aan de NederlanJscne regeeriug zal worden gezonden. Pogingen, om iets naders over het nisuwe „incident" te weten te komen, mislukten, da3r men ter plaatse, waar men het weten moest, al3 iets dergelijks wa3 geschied, er niels van wist. Aangez'en hei lichten van een stoombooS in liet gat van Brouwershaven, met iets is, dat zco maar kan geschieden, kan het ga- val ook niet van zoo recenten datum zijn, dat daarin een verklaring zon kunnen zgn geiegen van het feit, dat ambte.ijke be richten nog niet binnen waren gekomen. Het „Hbld." heeft zich om inlichtingen gewend tot den burgemeester \fon Brou wershaven, die de stellige verzekering gaf, dat het verhaal van de „Nation beige" van a tot z uit den duim1 gezogen is. Er heefl in Js haven zijner gemeente geen Belgisch jacht gelegen. Naar Havas-Reuter uit Brussel seint, zegt 'de „Soir" met betrekking tot het inci dent te Breskens: „De Belgische Regeering besloot niet al leen vergoeding te vragen aan Nederland voor de schade, toegebracht aan Belgische schepen, maar ook een plechtige genoegdoe ning voor de beleediging, 'de vlag ïange- dcan. Een Belgisohe torpedoboot zal de Schelde afvaren en de vlag zil moeten wor den gegroet door de Nederlandsche auto riteiten." Tergade.ring van gisterem Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER stelt voor te beginnen met Hoofcfetuk I der Staatsbegrooting voor 1920 en tevens te behandelen de motie-Mar- cbant i. z. socialisatie. De heer VAN RAVESTEYN (Comm. P.) stelt voor tevens te behandelen zijn motie i. z. confiscatie van het privaat bezit. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER, stelt voor Donderdag avond te vergaderen ter behandeling van Hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken.) De heer JUTEN (R.-K.) vraagt dagelijks om halfelf te beginnen. De VOORZITTER antwoordt, dat verscheidene leden hier tegen bezwaar hebben. Besloten wordt dan Donderdagavond a.s. te vergaderen. Invoer uit DHÜseliland. Met verwijzing naar de mededeeling voor komende in de ,,Ned. Staatsct." van 17 Januari 1918, brengt de Minister van Bui- tenlandsche Zaken ter kennis van belang hebbenden, dat in den vervolge bij den in- voei uit Duitschland in Nederland van goe deren, afkomstig uit of vervaardigd uit grondstoffen, afkomstig uit landen, vroeger in oorlog met Duitschland, niet meer ge vorderd zal worden eea verklaring van de® consul-generaal, hoofd van de afdeeling Han del van het gezantschap Berlijn, blijkens de in te voeren goederen niet zijn. oorlogs buit en niet zgn gerequixeerd op bezet ge bied. Nederland en België. De „Nation beige" meldt, dat de Bel gische regeering u.tleg ;hgen deed vragen in Den Haag over het incident t> Breskens, waarbg een Belgische vlag werd verbrand. Het blad meldt een nieuw incident, dat gebeurd zou zijn in de haven van Brouwers haven, waar het Belgische stoomjacht „lava" voor anker lag.Nederlandsche m'l.tairea en burgers zouden den gezagvoerder hebben aangevallen on hem een pak slaag hebben gegeven, vervolgens de vlag van liet jacht hebben weggenomen en djt hebben doen zinken. De gezagvoerder deed zijn beklag bij de Nederlandsche militaire autoriteiten. Deze hebben de boot laten lichten en onder voor- Vcrklarieig*Van Groencndael. De heer VAN GROENENDAEL (R.-K.) krijgt gelegenheid voor een korte verkla ring. Spr. is in overleg getreden met den persoon, met wien hij het hem ten laste ge legde gesprek te Brussel gevoerd heeft, j Dezo heeft geen bezwaar gemaakt hem te noemen on hun gesprek openbaar te maken. Om zijn reis naar Frankrijk te kunaen beginnen, begaf spr. zich 19 Juni naar het Fransche consulaat te Luik, waar hij ech ter geen visum kon krijgen. Hij werd naar da Fransche legatie te Brussel verwezen. Dit was de eenige reden, waarom spr. zich op 20 Juni to Brussel ophield. Hij werd daar ontvangen door den gezant. Deze in formeerde naar het doel van zijn reis on informeerde, spr.'s pas ziende, naar zijn partij en naar toestanden bier te lande. Vervolgens kwam het gesprek op het ple- besciet. Spr. verklaarde altijd voor een re ferendum te zijn geweest en voor beslissing door het volk zelf. Zou er thans een stem ming worden gehouden, zoo voegde spr. hieraan toe, dan zou er geen meerderheid voor aansluiting bij België worden gevon den. Dat is alles, wat er gezegd is. Andere personen heeft spr. te Brussel niet gespro ken. Openlijk dank brengt hij aan den Franschen. gezant voor diens welwillende ontvangst. Andere verhalen, welke de rondo doen omtrent spr., zijn onjuist. De heer KOOLEN (R.-K.) zegt, dat het raadsel nu opgelost is. Er blijkt tha®3, dat de heer Van Groenendael niet, zooals de voorzitter der R.-K. Kamerclub hem be- door CHARLES GARVICE. Vrij naar het Engelsoh. (Nadruk verboden.) U) ,,U kan ik moeilijk een heilige noemen," merkte Constance op, volkomen bedaard en beslist-. ,,Je kunt mij noemen zooals je wilt," zei bij woedend. „Maar in ieder geval, niefe een gek; en ik geef je raad voor je eigen bestwil. Je bent vrij om mijn raad aan te nemen of te verwerpen." „Dank u zeer vriendelijk," zei Constance met een spottende nederigheid. „Het is heel aardig van u de keus aau mijzelf over to laten." Zij liep de kamer uit en lieb sir Ralph alleen, brommende en woedend ronkende. HOOFDSTUK Xn. Sir Ralph wierp zijn pijp op den schoor steenmantel en liep het huis uit. Hij was woedend en wist zelf eigenlijk niet waarom. Hij maakte zichzelf wijs, dat het was, om dat Constance hem zoo onaardig behandeld had; maar hij had een flauw vermoe den, dat dit toch niet do eenige reden was. Hij was gewend aan haar koele en hooghartige manier van doen en het was dezen morgen met erger geweest dan gewoonlijk. Nog steeds met een boos gezioht liop hij bet grasveld over, bijna tegen Lycett Oray- flon aan, die langs een zijpad bet huis na derde. Lycett zag er bleek en ernstig uit. Hij had een akeligen tijd achter den rug. Hij had sir John's testament in zijn bezit; maar tot nu toe scheen het van weinig nut voor hem te zijn. Hij was heel erg verliefd op Constance, maar er was niet veel meer kans voor hem op haar bezit dan voordat het testament gevonden wasen hij kon or maar niets op bedenken hoe hij gebruik zou kunnen maken van zijn kostbaar en gevaarlijk geheim. En hij had sir Ralph geld goleend. Het vraagstuk hield hem 's nachts wakker, stelde zich tusschen hem en zijn werk, verdreef de kleur van zijn wangen en maakte hom prikkelbaar en zenuwachtig. Hij ontmoette Constance nu en dan en altijd grootte zij hem vriendelijk l iedereen kent dat genadige glimlachje, dien eigen aardige® toon, welke de meerdere geheel onwillekeurig tegenover don mindere aan neemt. Zij had geheel en al vergeten, dat de man haar een huwelijksaanzoek gedaan en zij hom geweigerd had. Hij was mr. Ly- cett-e Crayson voor haar, de zaakgelastigde van haar vader, dat was alles. Maar Ly- ett Crayson was het niet vergeten; zijn 'iefde voor haar hinderde hem als een knoopje tusschen zijn overhemd en zijn hals. „Hallo, Crayson 1" riep sir Ralph, „hoe gaat het? Het treft goed, dat ik u tegen kom. Ik wou juist naar u toe gaan voor zaken. Ik heb nog wat geld noodig." Lycett's gezicht betrok en hij liep nu rechts, dan links van sir Ralph met de uit drukking van een opgejaagden haas. „Ik ik ben bang, dat dit niet gaat, sir Ralph," zei hij. Sir Ralph zette groote oogon op van ver bazing. „Waarom niet? Wat voor bezwaar is er? Lieve hemel I Waarom zou ik niet wat geld kunnen krijgen Er moet toch genoeg voor handen zijn. Ik heb idee als ik naar de Bank ging, dat zij mijn wissel met een aardige som honoreeren zouden. Als je dat liever hebt, kan ik dat wel doen." Lycett bad wel lust hem naar de Bank te laten gaanmaar bij Dader inzien zei bij I „Ik zal mijn best doen het te schikken, sir Ralph. Hoeveel wou u hebben?" I «O, geef mij maar weer een paar duizend pond!" zei sir Ralph. I Lycett trachtte zijn kaak in evenwicht 1 te houden, maar hij liet hem hangen. „Duizend zou ik u wel kunnen bezorgen," zoi hij. Hij dacht aan de som, die hij reeds had voorgeschoten, aan de schenkings akte, die hij had opgemaakt- ten voordeele van Constance, en de zweetdroppels parel den op zijn voorhoofd. „A propos, sir Ralph, hoe staat het met de schenkings akte?" „O, freule Constance wou het niet aan nemen," zei sir Ralph. „Zij heeft het docu ment versoheurd. Maar dat doet or niet toe. Het blijft natuurlijk tusschen ons, maar lord Dollington heeft» baar ten huwe lijk gevraagd, en het spreekt vanzelf, dat ik haar dezelfde som meegeef." Do zweetdropp'els droogden op Lycett's voorhoofd. Hij werd doodsbleek. Hij keerde rich af, om het niet te laten bemerken. „Is heb al een beklonken zaak?" vroeg hij met heesche stem. „Neen, nog niet geheel," antwoordde sir Ralph, de wenkbrauwen fronsend„maar ik twijfel niet of bet zal in orde komen. Gaat u naar bet kasteel? Mooi zoo! Goe den morgen." Toen sir Ralph was voortgeloop en, viel Lycett op een tuinbank neer en wischt© zijn voorhoofd af. Het scheen hem een onmoge lijkheid, dat öonstanoo met hem trouwde. Ja, den titel niet meegerekend, was hij een 1 veel betere man voor Constance dan Cla rence, lord Dollingt-on. O neen, het was onmogelijk, Constance zou zich niet verne deren en een man nemen als Clarence. Nog eens twee duizend pondWaar j moest dat heen 1 Eenigen tijd daarna richtte hij zich op en ging naar het huis. Alsof het toeval het zoo wilde, zag hij Constance op het terras staan. Zij was in haar rijkostuum eu wachtte op haar paard. Zij groette hem met een glimlach en „een vriendelijk woordje", dat Lycett Grayson's hart on stuimig deed kloppen. Hij hield zich zoo lang hij durfde in haar nabijheid op toen ging hij naar de biblio theek, om een paar rekeningen na te zien; maar rijn hoofd gloeide, zijn hersens waren als een kluwen wol, en weldra verliet hij het huis en liep snel naar het park. Daar liep hij, in het bezit van het testa ment, met Constance's toekomst in het holletje van rijn hand, en toch was bij machteloos. Zij zou misschien trouwen met- lord Dollington. Of rij dat deed, ja of neen, hij, Lycett Crayson, was een nul; iemand, waar niemand rekening mede hield. Hij kwam in het bosch en bezwaard door den last - van zijn gedachten, viel hij neer op het gras, op een afgelegen plekje. Een oogenblik daarna hoorde hij het geluid vau voetstappen tusschen de struiken; hij keek op en zag sir Ralph door het bosch loopeu. Hij rookte een zware sigaar en liep met gebogen hoofd en de handen gevouwen op den rug. Wel was het vreemd, dat hij staan bleef dicht bij de plek, waar Lycett zat, verborgen door het kreupelhout, en ging ritten op een omgevallen boomstam. Ly- oett was hoegenaamd niet verlangend het gesprek van zooeven met den lord van Des- brook voort te zetten j zoo bleef hij stil rit ten en wachtte tot sir Ralph zou heengaan. Maar daar hoorde hij het geluid van paar denhoeven op het mospad en Constance kwam aanrijden. Sir Ralph zat zoo rustig en stil, dat zij vlak bij hem was voordat zij zijn tegen woordigheid bemerkt hadhet onstuimige paard schrikte en richtte zich op en als Constance niet stevig in het zadel gezeten had, zou rij er afgeworpen rijn. Ralph stond op en greep den teugel. „Het spijt mij," zei hij. „Ga je rijden? Waarom heb je me niet gewaarschuwd?" „Ik wou alleen zijn," zei Constance. „Dat begrijp ik. Om over de zaak na te denken. Ben je tot een beslissing geko men Zij zag op hem neer, fier en koel. Zij was niet tot een beslissing gekomen; maar zijn vraag dwong haar. „Ja," zei ze, „ik zal Clarence aannemen." De roode streep gloeide in sir Ralph's oogen, maar do neergeslagen oogleden ver borgen bet. „Mooi zoozei hij streng. „Ik geloof, dat je gelijk hebt. Het is een goed huwe lijk. Hij zal zeker een goed echtgenoot voor je zijn, daaraan twijfel ik niet." Constanco beet op haar lip en raakte on willekeurig het paard aan met haar spoor. Zij had in dagen niet gereden en het dier was nog frischhet steigerde en sloeg met het been, zoodat het dier sir Ralph aan zijn schouder raakte. Hoe sterk sir Ralph ook was, hij viel. Constance dacht, dat hij aan het hoofd geraakt was. Het bloed stroom de baar naar het hoofd, haar hart bonsde alsof het uit haar lichanm sprong. Zij gleed uit het zadel en stond oogenblikkelijk naast hem. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5