No. 18313
LEiDSCH DAGBLAD, Woensdag 12 November.
Tweede BSacS Anno 1919.
PERSOVERZICHT.
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON.
Een Meisje met karakter,
Ds verdeeling 'n kieskrin-
on_ „DB STANDAARD" spreekt in
fen driestar'nognaals zijn leedwezen uit ovet
de ir.deeling van de kiezers voor de Tweed»
Kamer in achttien kieskringen. Onder het
Ijatiinel-Cort van der Linden had men zich
deze regeling wel moeten schikken, maar
ion meent thans onder dit kabinet en bg
tegenwoordige samenstelling der Tweede
Kamer opnieuw op eenheid van formatie1 te
moeten aandringen. Waarom het blad een
dergelijke verandering wenscht, blgkt uit
het volgende:
Ue nu ingevoerde methode verbrokkelt
CDze kracht, en is oorzaak, dat we in
beteekenis achteruit gingen. De indeeling
toch in de achttien kieskringen brengt te
weeg, dat in zekeren kieskring een opinie
do overhand erlangt, die in dezen kieskring
bjj de kiezers, die onzerzijds een gewgzigde
opinie zgn toegedaan, tweespalt en ten
Hotte verlies van stemmen veroorzaakt.
J)e geavanceerden moeten dan toch allaen
hun opzet doorzetten, terwgl de overigen
dan allicht terugtrekken, en ten slotte met
de Cbristelijk-Historischen meegaan.
Nu gaven we zeiven aan, dat dit bezwaar
voor de Roomsche kiezers niet in lie mate
geldt, maar toch blijft het onze overtoi
ling. dat op den duur ook de Roomsche
Staatspartij er bij in zal boeten. Ditmaal
vooral zag meü het toch,, tot zelfs in
Beieren, hoe de Roomschen allengs hun
stemmen dalen en hun kiezers afglijden
zien Let maar op Maastricht, Nu toch is
men genoodzaakt zooveel doenlijk ook le
geesten, die tot afdoling neigen, vooralsnog
bij zich te houden, doch het euvel is dan
niet te mijden, dat de staatkundige eenhei i
van overtuiging voor een deel terzijde
wordt gelaten, terwijl men zijn eenheid
zoekt in kerkelijke overtuiging. Juist wat
jn Beieren en elders ten slotte tot het
springen van den boog geleid heeft."
Het tarief der gedwongen ise-
n i n g. Mr. Joh. J. Belinfante schrjjft
in „DE NEDERLANDSCHE NIJVERHEID"
shet orgaan van het Verbond van Ned. Fa-
rikanten-Vereenigingen, in een artikel over
gedwongen leening:
Al is de opbrengst van deze belastingen
(Ve dedigingsbelasti. gen I b en ip te stol
len op ongeveer 35 millioen, dit bedrag
is stellig kleiner dan de bedragen aan obli
gaties, die den eersten tijd ter markt zullen
komen, daar het tal van zaken en personen
niet schikt, een min cf meer belangrijk
bedrag in deze stukken te beleggen. Dit
klemt natuurlijk des te meer, naarmate het
bedrag dezer leening in de rad ijk grooter
zal blijken dan uit de bewering in de Me
morie van Toelichting, dat de tarieven zoo
nauwkeurig mogelijk berekend z/'n ter ver
krijging van het benoodigde bedrag van
450 millioen, zou kunnen worden opgemaakt.
Ten einde omtrent die bewering wat meer
Zekerheid te verkrijgen, zijn wjj zelf ook
eens aan het cijferen gegaan. Zooals wjj
zooeven reeds zeiden, is 19171918 bet
laatste jaar, waaromtrent statistische ge
gevens betreffende de opbrengst der Rijks
belastingen zijn gepubliceerd. Dit kan niet
anders, want over 19181919 staan nog
met alle aanslagen vast, en ook al ware -et
anders, de verwerking van dit omvangrijk
materiaal eischt maanden. Toen m.n zen
derhalve aan het Ministerie van Financiën
heeft gezet aan het ontwerpen der tarieven
voor de deelneming in deze leoning, be
schikte man uitsluitend over de gegevens
van vorige jaren, ofschoon die deelneming
zal moeten geschieden naar den maatstaf
van Jen aanslag over 1918—1919. Wij heb
ben zelfs goede redenen om aan te nem;n,
dat de berekening is gemaakt op de basis
van het belastingjaar 19161917, omdat
de statistiek over 19171918 eerst 31
Juli van dit"jaar verscheen, toen men waar-
Bclirlilijk reeds geruimen tijd bezig was,
deze gedwongen leening voor ta bereiden.
Maar in elk geval, indien men 3e bere
kening maakt, daarbij tot basis nemende
19171918, komt men tot de conclusie,
dat reeds voor dit belastingjaar de opbrengst
der leening volgens he't tarief van artt. 2
en 4 verre het benoodigde bedrag van 450
•millioen zou overschrijden. Wij hebban uit
gerekend, dat voor de physieke personen,
aangeslagen in de inkomstenbelasting, 'net
totaal hunner gedwongen deelname in Ue
leening zou bedragen f192,754.300; voor
de physieke personen, aangeslagen in da
vermogensbelasting f323.041,500, en voor
de later te lande gevestigde naimloczs ven
nootschappen, commanditaire vennootschap
pen op aaadeelen, coöperatieve en andera
vereenigingen en onderlinge verzekaring-
maatsch. f48,355,100; te zamen dus
f664,150,900. Houdt mien rekening met het
accrès der belastingen, dat dit jaar zeer
merkbaar is geweest, dan kan men zonder
vrees voor overdrijving profeteeren, dat de
leening volgens deze tarieven de 600 miljoen
waarschijnlijk een heel eind zal overschrij
den, in elk geval veel meer dan 100 mil
lioen zal komen boven het benoodigde bedrag.
Waar dit vaststaab, kan men er zeker
van zijn, dat, ondanks de faciliteit, om de
verdedigingsbelasting lb en II te betalen
in obligaties der leening pari, de koers
van de obligaties aanmerkelijk zal dalen,
zoodat menigeen er een „strop" aan zal
hebben. De eenige, die profiteers® zal, is
het Rijk, dat op zijn meer dan 100 millioen,
die het van deze leening zaj overhouden, ean
zoet winstje zal maken, door de pas tegen
100 pCt. uitgegeven obligaties terug te
koopen tegen 95 of nog lager misschim.
En nu misgunnen wij den Staat dit wiusfcje
niet, maar wjj vragen ons alleen aE: Is dat
een faire methode om te leenen? Waar m?n
cp zijn vingers kan narekenen, dat men met
dit tarief véél te veel nËllioenen binnen
krijgt, en dat, hoe grooter de leening wordt,
ts grooter ook het aanbod van stukken,
en dus de depreciatie worden zal. daar
diende de Regeering öf alenog het tarief
te wijzigen öf doeltreffender te waken t?g?n
depreciatie der obligaties. Een midlel daar
toe ware, ook de betaling van 3ndere be
lastingen dan alleen de verdedigingsbelas
tingen in obligaties dezer leening a apri too
te laten.
Wordt echter nagelaten, hierin op een of
andere wgze te voorzien, dat zal men straks
de grove onrechtvaardigheid aanschouwen,
dat het Rjjk profijt zal trekken van de schade,
welke het zelf door zjjn slechte regeling
aan tal van reeds zwaar onder de belastin
gen gebukt gaande particulieren en onder
nemingen heeft berokkend.
Schr. deelt dan nog in een naschrift
mede, dat hem nader gebleken is, dat :nder-
daad aan het Departement van Financiën
j het tarief was samengesteld op den grocd-
j s'ag *j van de belastingstatistiek 1916
1917; dat het departement heeft erkend dat
het tarief herziening behoeft; en dat bin
nenkort daartoe een nota van wijziging
zal worden ingediend.
In „DE LOODS" (E. B.), waarvan de
heer Belinfante waarnemend hoofdredacteur
is, wordt medegedeeld, dat het tarief „ten
deele'1 gebaseerd is op dien grondslag, Jaar
bg de voorbereiding van het wetsontwerp
de cijfers over 19171918 nog niet alle
bekend waren.
Arbeidsvoorwaarden van
Rijks werk lieden.
De Minister van Arbeid heeft, in afwach
ting van de tot-stand-koming en ir-werl.ing-
treding van een a'genreenen maatregel van
bestuur, houdende instelling van een com
missie van advies voor de arbeidsvoorwaar
den van Rgkswerklieden. ingesteld een com
missie, welke hem van advies dient ten aan
zien van alle onderwerpen, we'lke arbeids
voorwaarden van Rgkswerklleden raken
De commissie bestaat uit dertien leden.
Drie hunner mogen niet bij een Rijksinrich
ting of een tak van 's Rijks dienst, waaraan
werklieden verbonden zijn, werkzaam zijn
Vijf ieden worden benoemd uit de hoofden
van of de hoofdambtenaren, werkzaam bij
die inrichtingen of takken van dieast De
overige vgf leden worden Denoemd op
voordracht van de organisaties Jer Rjjks-
werklieden. Uit do drie leden, hiervoren
bedeeld, wordt een voorzitter en een plaats
vervangend voorzitter aangewezen. Aan le
commissie wordt een secretaris toegevoegd,
daartoe aangewezen door den Minister ran
Arbeid.
Benoemd zijn in deze commissie: tot lhl
en voorzitter de heer H. de Wilde, lid van
Gedep. Staten van Zuid-Holland, te 's-Gra-
venhage; tot lid en plaatsvervangend voor
zitter de heer C. F. Stork, industrieel to
Hengelo (0.); tot leden de heeren J. van
den Tempel, lid van ie Tweede Kamer, te
's-Gravenhage; G. Th. van Dam; directeur
der Artillerie-Inrichtingen aan de Hembrug;
G. Gerbranda, houtvester bij het otaafcs-
bcschbeheer, te Utrecht; dr. C. Hoitsema,
muntmeester van 'sRgks Munt, te Utrecht;
F. J. G. Janssens, hoofdambtenaar, hoofd
van den magazijndienst bij het Koloniaal
Etablissement, te Amsterdam; jhr. H. Rap-
pard, directeur van 's Rijks werven, te Wil
lemsoord: H. P. Baak, lid van het bestuur
der Centrale van Vereen'gingen van Perso
neel in 's Rjjks dienst, te Den Helder: J.
H. Heemskerk, penningmeester van den
Ned. R.-K. Bond van Personeel in dienst
van openbare lichamen en bedrijven „St.-
Paulus", te Utrecht; J. Schenk, secretaris
van den Ned. Federatieven Bond van
Personeel in openbaren dienst, te Amster
dam; D. J. Tiepen, secretaris van d:n Alg
Ned. Rgkswerkliedenbond, te Amsterdam; P.
L. van den Voorde, secretaris van den
Ned. Christelgken Bond van personeel in
puMieken dienst, te Rotterdam. Secretaris
is de heer A. Mastenbroek, comm. bij het
Departement van Arbeid, te Rotterdam.
Gemengde Iredrijlsraud in de
metaal ny verheid.
De R.-K. Vereeniging van Werkgevers
in de Metaalnijverheid heeft in haar verga
dering met algemeene stemmen de overeen
komst bekrachtigd, waarbij genoemde Ver
eeniging met den R.-K. Metaaltewerkers-
bond en den Christ. Metaalbewerkersbond
oveieengekomen is, een vast scheid gerecht,
zes verzoeningsraden en een bedrgfsraad
in te stellen.
Deze bedrrjfsraad is do eerste, waarin
naast en gelijkberechtigd met de Kat.hoTeke
leden, do Christelijke arbeiders zitting heb
ben. Dezo bedrrjfsraad is gebouwd op de
basi3, aangegeven in het manifest der R.-K.
vakbeweging en het daarop gevolgde congres j
te 'r-GraveDhage.
Le bedrgfsraad bestaat uit vier werkge
vers, vier werknemers, met prof. .1. D. J.
Aengeoent, te Warmond, als voorzitter.
Do taak van den bedrrjfsraad is drieledig:
hij fungeert als vast scheidsgerecht, dat in
hoog er beroep uitspraak doet over de be
slissingen van de verzoekingsraden; ook
spreekt hij in sommige gevallen in eersten
aanleg recht, vervolgens is hij controleerend
org„an voor de naleving van het collectief
arbeidscontract, en ten slotte beraadslaagt
hij tea minste iedere drie maanden over o-,
toestand van de industrie en de te voeret
prijspolitiek, over de middelen om de pro
ductie op te voeren, zonder de arbeidskracht
overmatig te belasten, en over de noodan en
verlangens van dö werknemers. De contrac-
teexonde organisaties zijn verplicht, alle
voorstellen van den bedrijfsraad in haar ver
gaderingen te behandelen. Tot die vergade
ringen hebben de leden van den bedrgfsraad
toegang; zij brengen een adviseeremde stem
uil, zocidat dus de werknemers-leden gelegen
heid hebben in de vergaderingen van de
werkgevers het woord te voeren en ook
omgekeerd. Hierdoor wil men verkrggeo,
dat een onpartijdige en loyale uitvoering
van de besluiten van den bedrijfsraad gewaar
borgd is.
De bedrijferaad is gevestigd te Amster
dam; de vereenigingsraden zgn te Amster
dam, Utrecht, Arnhem, Hengelo, Roermond
en Tilburg gevestigd.
Ue weeldebelasting.
Naar van goed ingelichte zjjde wordt ver-
vernomen, is het voorontwerp va» de weel-
aébelasting, dut in de pers is geipubliceerd,
niet het vastgestelde voorontwerp. Alles, wat
over het percentage is geschreven, is pure
fantasie; evenals de bewering, dat de weelde
belasting zou worden goheven over het beeit
en niet slechts bg verkoop. Uit het boven
staande blijkt, dat de begane onbescheiden
heid niet op rekening komt van iemand,
die lid is van de Staatscommissie.
T.ncËfersbelastliig.
Naar „De Stand." meldt, nadert de rege
ling der lucifersbelasting het laatste sta
dium. Nadat de onderhandelingen met de
eigenaars der Nederlaodsche lucifersfabrie
ken moesten afspringen ten gevolge van
„overvragen" der fabrikanten, schijnt dt
heffing van een accijns volgens het bande-
rollestelsel thans vaat te staan. Evenwel: als
een overgangsmaatregel. Immers, de invoe
ring van een zuiver Staatsmonopolie slaat,
evenals in Duitschland, op het progriu,
In laatstgenoemd land is op 1 October 1.1.
een accijns op lucifers en andere aanstcek-
miüdelen in werking getreden.
Op de vraag, of bij den overgang van
de vervaardiging van lucifers door parti
culieren op den Staat, de particuliere fabrie
ken dan zullen worden overgenomen, schijnt
het antwoord te zullen luiden: misschien,
namelijk wanneer fabrikanten op basis van
de boekwaarde van 1 Jan. 1919 hun be-
drgf wenschten over te doen. Die boekwaarde
slaat thans voor de Regeering vast, nu de
onderhandelingen der laatste maanden dit
medebrachten.
P en Staatsbedrijf schijnt ten dezen niet
afhankelijk geste'd behoeven te worden van
de medewerking der fabrikanten, aldus „De
Stand." In Duitschland toch zijn volledige in-
ftallaties van meer moderne vinding dan
weiden aangetroffen in onze. wel eanigszins
verouderde fabrieken, tegen lage prijzen aan
to schaffen. En deskundige leiders en tech
nici levert Duitschland er thans gaarne bij!
Pensioen-verliooging.
De Kon. Bond van Gepensioneerds en
eervol ontslagen militaire officieren van
Moederland en Koloniën en hun Weduwen
„Bc-ndor" heeft zich andermaal tot de
Tweede Kamer gewend met het dringend
verzoek te gelijk met het te behandelen
Regeeringsvoorstel om alle Rjjkspensioenen
piet 20 pCt. te verhoogen, te willen helpen
bevorderen de tot-stand-koming van de reeds
zceveel malen gevraagde pens'oensgelijk-
stelling voor da gepensioneerde officieren
van land- en zeemacht. Door vele Bonden
en Vereenigingen van actief dienenden '»n
gepensioneerden is aan het denkbeeld van
jiensicensgelijkstelLng adhaeSie betuigd.
Daarenboven is door den zei Mn Bond een
tweede request aan de Tweede Kamer aan
geboden, waarin, met het oog op dan groo-
ten nood der tij-den, een verhooging van
50 pCt. van alle Rgks- en ook weduwen-
pensioenen van Rjjksdienaren wordt ge
vraagd.
wendsel, dat herstellingen noodig waren,
verhaald uaar de haven van 2jjpe, waar de
boot wordt vastgehouden.
De „Nation beige" voegt er aan toe, dal
een otficieele nota aan de NederlanJscne
regeeriug zal worden gezonden.
Pogingen, om iets naders over het nisuwe
„incident" te weten te komen, mislukten,
da3r men ter plaatse, waar men het weten
moest, al3 iets dergelijks wa3 geschied, er
niels van wist.
Aangez'en hei lichten van een stoombooS
in liet gat van Brouwershaven, met iets is,
dat zco maar kan geschieden, kan het ga-
val ook niet van zoo recenten datum zijn,
dat daarin een verklaring zon kunnen zgn
geiegen van het feit, dat ambte.ijke be
richten nog niet binnen waren gekomen.
Het „Hbld." heeft zich om inlichtingen
gewend tot den burgemeester \fon Brou
wershaven, die de stellige verzekering gaf,
dat het verhaal van de „Nation beige" van
a tot z uit den duim1 gezogen is. Er heefl
in Js haven zijner gemeente geen Belgisch
jacht gelegen.
Naar Havas-Reuter uit Brussel seint,
zegt 'de „Soir" met betrekking tot het inci
dent te Breskens:
„De Belgische Regeering besloot niet al
leen vergoeding te vragen aan Nederland
voor de schade, toegebracht aan Belgische
schepen, maar ook een plechtige genoegdoe
ning voor de beleediging, 'de vlag ïange-
dcan. Een Belgisohe torpedoboot zal de
Schelde afvaren en de vlag zil moeten wor
den gegroet door de Nederlandsche auto
riteiten."
Tergade.ring van gisterem
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER stelt voor te beginnen
met Hoofcfetuk I der Staatsbegrooting voor
1920 en tevens te behandelen de motie-Mar-
cbant i. z. socialisatie.
De heer VAN RAVESTEYN (Comm. P.)
stelt voor tevens te behandelen zijn motie
i. z. confiscatie van het privaat bezit.
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER, stelt voor Donderdag
avond te vergaderen ter behandeling van
Hoofdstuk V (Binnenlandsche Zaken.)
De heer JUTEN (R.-K.) vraagt dagelijks
om halfelf te beginnen. De VOORZITTER
antwoordt, dat verscheidene leden hier
tegen bezwaar hebben.
Besloten wordt dan Donderdagavond a.s.
te vergaderen.
Invoer uit DHÜseliland.
Met verwijzing naar de mededeeling voor
komende in de ,,Ned. Staatsct." van 17
Januari 1918, brengt de Minister van Bui-
tenlandsche Zaken ter kennis van belang
hebbenden, dat in den vervolge bij den in-
voei uit Duitschland in Nederland van goe
deren, afkomstig uit of vervaardigd uit
grondstoffen, afkomstig uit landen, vroeger
in oorlog met Duitschland, niet meer ge
vorderd zal worden eea verklaring van de®
consul-generaal, hoofd van de afdeeling Han
del van het gezantschap Berlijn, blijkens de
in te voeren goederen niet zijn. oorlogs
buit en niet zgn gerequixeerd op bezet ge
bied.
Nederland en België.
De „Nation beige" meldt, dat de Bel
gische regeering u.tleg ;hgen deed vragen
in Den Haag over het incident t> Breskens,
waarbg een Belgische vlag werd verbrand.
Het blad meldt een nieuw incident, dat
gebeurd zou zijn in de haven van Brouwers
haven, waar het Belgische stoomjacht „lava"
voor anker lag.Nederlandsche m'l.tairea
en burgers zouden den gezagvoerder hebben
aangevallen on hem een pak slaag hebben
gegeven, vervolgens de vlag van liet jacht
hebben weggenomen en djt hebben doen
zinken.
De gezagvoerder deed zijn beklag bij de
Nederlandsche militaire autoriteiten. Deze
hebben de boot laten lichten en onder voor-
Vcrklarieig*Van Groencndael.
De heer VAN GROENENDAEL (R.-K.)
krijgt gelegenheid voor een korte verkla
ring. Spr. is in overleg getreden met den
persoon, met wien hij het hem ten laste ge
legde gesprek te Brussel gevoerd heeft,
j Dezo heeft geen bezwaar gemaakt hem te
noemen on hun gesprek openbaar te maken.
Om zijn reis naar Frankrijk te kunaen
beginnen, begaf spr. zich 19 Juni naar het
Fransche consulaat te Luik, waar hij ech
ter geen visum kon krijgen. Hij werd naar
da Fransche legatie te Brussel verwezen.
Dit was de eenige reden, waarom spr. zich
op 20 Juni to Brussel ophield. Hij werd
daar ontvangen door den gezant. Deze in
formeerde naar het doel van zijn reis on
informeerde, spr.'s pas ziende, naar zijn
partij en naar toestanden bier te lande.
Vervolgens kwam het gesprek op het ple-
besciet. Spr. verklaarde altijd voor een re
ferendum te zijn geweest en voor beslissing
door het volk zelf. Zou er thans een stem
ming worden gehouden, zoo voegde spr.
hieraan toe, dan zou er geen meerderheid
voor aansluiting bij België worden gevon
den.
Dat is alles, wat er gezegd is. Andere
personen heeft spr. te Brussel niet gespro
ken. Openlijk dank brengt hij aan den
Franschen. gezant voor diens welwillende
ontvangst. Andere verhalen, welke de
rondo doen omtrent spr., zijn onjuist.
De heer KOOLEN (R.-K.) zegt, dat het
raadsel nu opgelost is. Er blijkt tha®3, dat
de heer Van Groenendael niet, zooals de
voorzitter der R.-K. Kamerclub hem be-
door CHARLES GARVICE.
Vrij naar het Engelsoh.
(Nadruk verboden.)
U)
,,U kan ik moeilijk een heilige noemen,"
merkte Constance op, volkomen bedaard
en beslist-.
,,Je kunt mij noemen zooals je wilt," zei
bij woedend. „Maar in ieder geval, niefe
een gek; en ik geef je raad voor je eigen
bestwil. Je bent vrij om mijn raad aan te
nemen of te verwerpen."
„Dank u zeer vriendelijk," zei Constance
met een spottende nederigheid. „Het is
heel aardig van u de keus aau mijzelf over
to laten."
Zij liep de kamer uit en lieb sir Ralph
alleen, brommende en woedend ronkende.
HOOFDSTUK Xn.
Sir Ralph wierp zijn pijp op den schoor
steenmantel en liep het huis uit. Hij was
woedend en wist zelf eigenlijk niet waarom.
Hij maakte zichzelf wijs, dat het was, om
dat Constance hem zoo onaardig behandeld
had; maar hij had een flauw vermoe
den, dat dit toch niet do eenige reden
was. Hij was gewend aan haar koele
en hooghartige manier van doen en het
was dezen morgen met erger geweest dan
gewoonlijk.
Nog steeds met een boos gezioht liop hij
bet grasveld over, bijna tegen Lycett Oray-
flon aan, die langs een zijpad bet huis na
derde. Lycett zag er bleek en ernstig uit.
Hij had een akeligen tijd achter den rug.
Hij had sir John's testament in zijn bezit;
maar tot nu toe scheen het van weinig nut
voor hem te zijn. Hij was heel erg verliefd
op Constance, maar er was niet veel meer
kans voor hem op haar bezit dan voordat
het testament gevonden wasen hij kon
or maar niets op bedenken hoe hij gebruik
zou kunnen maken van zijn kostbaar en
gevaarlijk geheim. En hij had sir Ralph
geld goleend. Het vraagstuk hield hem
's nachts wakker, stelde zich tusschen hem
en zijn werk, verdreef de kleur van zijn
wangen en maakte hom prikkelbaar en
zenuwachtig.
Hij ontmoette Constance nu en dan en
altijd grootte zij hem vriendelijk l iedereen
kent dat genadige glimlachje, dien eigen
aardige® toon, welke de meerdere geheel
onwillekeurig tegenover don mindere aan
neemt. Zij had geheel en al vergeten, dat
de man haar een huwelijksaanzoek gedaan
en zij hom geweigerd had. Hij was mr. Ly-
cett-e Crayson voor haar, de zaakgelastigde
van haar vader, dat was alles. Maar Ly-
ett Crayson was het niet vergeten; zijn
'iefde voor haar hinderde hem als een
knoopje tusschen zijn overhemd en zijn
hals.
„Hallo, Crayson 1" riep sir Ralph, „hoe
gaat het? Het treft goed, dat ik u tegen
kom. Ik wou juist naar u toe gaan voor
zaken. Ik heb nog wat geld noodig."
Lycett's gezicht betrok en hij liep nu
rechts, dan links van sir Ralph met de uit
drukking van een opgejaagden haas.
„Ik ik ben bang, dat dit niet gaat, sir
Ralph," zei hij.
Sir Ralph zette groote oogon op van ver
bazing.
„Waarom niet? Wat voor bezwaar is er?
Lieve hemel I Waarom zou ik niet wat geld
kunnen krijgen Er moet toch genoeg voor
handen zijn. Ik heb idee als ik naar de Bank
ging, dat zij mijn wissel met een aardige
som honoreeren zouden. Als je dat liever
hebt, kan ik dat wel doen."
Lycett bad wel lust hem naar de Bank
te laten gaanmaar bij Dader inzien zei bij
I „Ik zal mijn best doen het te schikken,
sir Ralph. Hoeveel wou u hebben?"
I «O, geef mij maar weer een paar duizend
pond!" zei sir Ralph.
I Lycett trachtte zijn kaak in evenwicht
1 te houden, maar hij liet hem hangen.
„Duizend zou ik u wel kunnen bezorgen,"
zoi hij. Hij dacht aan de som, die hij reeds
had voorgeschoten, aan de schenkings
akte, die hij had opgemaakt- ten voordeele
van Constance, en de zweetdroppels parel
den op zijn voorhoofd. „A propos, sir
Ralph, hoe staat het met de schenkings
akte?"
„O, freule Constance wou het niet aan
nemen," zei sir Ralph. „Zij heeft het docu
ment versoheurd. Maar dat doet or niet
toe. Het blijft natuurlijk tusschen ons,
maar lord Dollington heeft» baar ten huwe
lijk gevraagd, en het spreekt vanzelf, dat
ik haar dezelfde som meegeef."
Do zweetdropp'els droogden op Lycett's
voorhoofd. Hij werd doodsbleek. Hij keerde
rich af, om het niet te laten bemerken.
„Is heb al een beklonken zaak?" vroeg
hij met heesche stem.
„Neen, nog niet geheel," antwoordde sir
Ralph, de wenkbrauwen fronsend„maar
ik twijfel niet of bet zal in orde komen.
Gaat u naar bet kasteel? Mooi zoo! Goe
den morgen."
Toen sir Ralph was voortgeloop en, viel
Lycett op een tuinbank neer en wischt© zijn
voorhoofd af. Het scheen hem een onmoge
lijkheid, dat öonstanoo met hem trouwde.
Ja, den titel niet meegerekend, was hij een 1
veel betere man voor Constance dan Cla
rence, lord Dollingt-on. O neen, het was
onmogelijk, Constance zou zich niet verne
deren en een man nemen als Clarence.
Nog eens twee duizend pondWaar j
moest dat heen 1 Eenigen tijd daarna richtte
hij zich op en ging naar het huis. Alsof het
toeval het zoo wilde, zag hij Constance op
het terras staan. Zij was in haar rijkostuum
eu wachtte op haar paard. Zij groette hem
met een glimlach en „een vriendelijk
woordje", dat Lycett Grayson's hart on
stuimig deed kloppen.
Hij hield zich zoo lang hij durfde in haar
nabijheid op toen ging hij naar de biblio
theek, om een paar rekeningen na te zien;
maar rijn hoofd gloeide, zijn hersens waren
als een kluwen wol, en weldra verliet hij
het huis en liep snel naar het park.
Daar liep hij, in het bezit van het testa
ment, met Constance's toekomst in het
holletje van rijn hand, en toch was bij
machteloos. Zij zou misschien trouwen met-
lord Dollington. Of rij dat deed, ja of neen,
hij, Lycett Crayson, was een nul; iemand,
waar niemand rekening mede hield.
Hij kwam in het bosch en bezwaard door
den last - van zijn gedachten, viel hij neer
op het gras, op een afgelegen plekje. Een
oogenblik daarna hoorde hij het geluid vau
voetstappen tusschen de struiken; hij keek
op en zag sir Ralph door het bosch loopeu.
Hij rookte een zware sigaar en liep met
gebogen hoofd en de handen gevouwen op
den rug. Wel was het vreemd, dat hij staan
bleef dicht bij de plek, waar Lycett zat,
verborgen door het kreupelhout, en ging
ritten op een omgevallen boomstam. Ly-
oett was hoegenaamd niet verlangend het
gesprek van zooeven met den lord van Des-
brook voort te zetten j zoo bleef hij stil rit
ten en wachtte tot sir Ralph zou heengaan.
Maar daar hoorde hij het geluid van paar
denhoeven op het mospad en Constance
kwam aanrijden.
Sir Ralph zat zoo rustig en stil, dat zij
vlak bij hem was voordat zij zijn tegen
woordigheid bemerkt hadhet onstuimige
paard schrikte en richtte zich op en als
Constance niet stevig in het zadel gezeten
had, zou rij er afgeworpen rijn. Ralph
stond op en greep den teugel.
„Het spijt mij," zei hij. „Ga je rijden?
Waarom heb je me niet gewaarschuwd?"
„Ik wou alleen zijn," zei Constance.
„Dat begrijp ik. Om over de zaak na te
denken. Ben je tot een beslissing geko
men
Zij zag op hem neer, fier en koel. Zij was
niet tot een beslissing gekomen; maar zijn
vraag dwong haar.
„Ja," zei ze, „ik zal Clarence aannemen."
De roode streep gloeide in sir Ralph's
oogen, maar do neergeslagen oogleden ver
borgen bet.
„Mooi zoozei hij streng. „Ik geloof,
dat je gelijk hebt. Het is een goed huwe
lijk. Hij zal zeker een goed echtgenoot voor
je zijn, daaraan twijfel ik niet."
Constanco beet op haar lip en raakte on
willekeurig het paard aan met haar spoor.
Zij had in dagen niet gereden en het dier
was nog frischhet steigerde en sloeg met
het been, zoodat het dier sir Ralph aan zijn
schouder raakte. Hoe sterk sir Ralph ook
was, hij viel. Constance dacht, dat hij aan
het hoofd geraakt was. Het bloed stroom
de baar naar het hoofd, haar hart bonsde
alsof het uit haar lichanm sprong. Zij gleed
uit het zadel en stond oogenblikkelijk
naast hem.
(Wordt vervolgd.)