LEIDSCH DAGBLAD. Donderdag 9 October 1919. Officieels Kennisgevingen. STADSNIEUWS BINNENLAND FEUILLETON. Een Meisje met karakter, PKIJS DER ADVERTENTIES» SO Cts. per D«3 Zaterdaga 40 Ots. por regoL Kleine advertentiSn Woensdag Ï6 Ots. Zaterdag f 1.tij een maximum aantal woorden ran 80. Incasso volgens post. recht. Voor eventueel® opzending van brieven J0 Cta, porto te betalen. Bewijsnummer 5 Ctj. Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PRIJS DEZER CODRANT: Koor Lelden p. 3 mnd. f 2.10, p, weet 1048 Bui ton Leaden, waar agenten ge vestigd zyn, per week jls m ai 0.15 Eranoo per post 2,50 Nummer 18284. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. GELDIGHEID BON 7 DER NORMAAL MARGARINEKAART VAN HET 5e TIJDVAK. De Burgemeester der gemeente Leiden brengt ter algemeens kennis dat Bon 7 der Normaal mangarinekaaiMi 5e tijdvak geldig is van af Vrijdag 10 October 1919 tot en met Vrijdag 17 Oct). 1919. IV. PERA, "VVehh., lo.-Burgemeester. Leiden, 9 October 1919. HINDERWET. Burgemesetcr en Wethouders van Leiden Gezien art- 8, lb alinea der Hinderwet; Brengen bij dezen ter algemeeno kennis, dat door hen op 6 October j.l. voorwaar delijk vergunning is verleend aan W. v. d. WIJNGAARD en Rechtverkrijgenden tot het# uitbreiden van de brood-, beschuit- en koekbakkerij in het perceel Oranjegraclit No. 71, kad. Sectie C. No. 519, door bijtrek king van het perceel Waardgracht No. 78, kad. Sectie C. Nó. 943, waarin geplaatst zal worden een bakoven. W. PERA, Weth., lo.-Burgomeester. VAN STRIJEN, Seoretaris. Leiden, 8 October 1919. Raad van Arbeid. Gisteravond, vergaderden, voor hot eerst de pas benoem do leden van den Raad van Arbeid, al hier, en hun plaatsvervangers. Do vergadering had plaats in het gebouw van do Maatschappij tot Nut van het Algemeen, aangezien, in ver band met do verbouwing van het pand aan de Breestraat, waar de Raad van Arbeid is geze teld, de raadzaal nog niet voldoende is inge richt, om aldaar to vergaderen, on het toch, ïnct het oog op den fatalen termijn van 3 De cember, noodzakelijk is, dat genoemde Raad met zijn werkzaamheden eon aanvang maakt. Behalve do heeren Haithik, Horikx en Slech- tenhorst, die respectievelijk waren, benoemd tot lid-werkgever, lid-arbeider en plaatsvervangend lid-arbeider, doch voor hun benoeming hadden bedankt, waren alle leden en plaatsvervangende leden aanwezig; benevens de heeren Goslinga en Bol-sius, respectievelijk voorzitter en plaatsver vangend voorzitter van genoemden Raad. Nadat de vergadering door den Voorzitter was geopend, werd door hem een uiteenzetting gege ven van de bedoeliug van den wetgever en de strekking der wet, speciaal den nadruk leggen de op dat gedeelte, hetwelk meer in het bij zonder de taak van den Raad van Arbeid als zoodanig regelt. Door hem word voorts de me dewerking van de loden ingeroepen, waarbij hij de hoop uitsprak, dat het hem mocht worden gegeven eenheid te brengen in do mogelijk soms uiteenloopende belangen, waarvan de beharti-' ging aan den Raad van Arbeid is opgedragen, waarna hij eindigde met den wensch, dat Gods zogen op dezen arbeid moge rusten. Na mededeeling van dc aanwezigen/,' dat allen hun benoeming zich lieten welgevallen, richtte de Voorzitter zich tot hen met de vraag of zij bereid waren .de belofte af te leggen, overeen-' komstig het bepaalde in art. 82 der Radonwet waartegen bij geen hunner bezwaar bestond. Staande werd hierna door ieder der leden en plaatsvervangende leden de vorenbedoelde belofte in handen van den Voorzitter afgelegd en kon de aad zijn veelomvattende en betcekenis- Vollo taak aanvangen met de verkiezing van be- stiiursleden. Volgen9 het bepaalde bij art. 26 der Radonwet, bestaat het bestuur van den Raad van Arbeid uit den voorzitter, twee leden en twee plaatsvervangende leden. Tot lid-arbeider werd gekozen de heer F. Elkorbout, tot lid-werkgever de heer A. Haen- tjes. Werd de functie door eerstgenoemde, aan vaard, de heer - Haentjes meende deze functie niet te kunnen aanvaarden, daar eigen zaken te zeer beslag legden op zijn tijd. •Bij de in verband daarmede gehouden her stemming werd in plaats van den heer Haentjes gekozen de heer P. Boot Sr., die zich de be noeming liet welgevallen. Als plaatsvervangend lid-arbeider werd geko zen de heer T. Groeneveld en als plaatsvervan gend lid-werkgever de heeir J. F. X. Sanders, welke heeren eveneens de benoeming hebben i aangenomen. j Nadat door den voorzitter, don lieer Goslin ga, eonlgo modedeelingen aan den pas gc- installcerden Raad waren verstrekt omtrent het gebouw van den Raad, de aanstelling van amb tenaren, den stand dor werkzaamheden, enz. cn hij oonigo tot hom gerichte vragen had beant woord, word de vergadering gesloten. Het Tehuis voor Schoolgaande Kinderen in nood. Hot bestuur dor Vereeniging „Tehuizen voor Schoolgaande Kin deren", dio in 1904- haar eer ste „Tehuis" in het Nutsgebouw aan de Langc- bruig opende, schijnt bij de -burgerij in het ver geetboek te geraken. Dat zou op zichzelf niet hinderen, de Vereeniging arbeid in stilte en haar werk is er niet minder om. Maar de contribu anten, die door overlijden of vertrek afvallen, worden op die wijze niet of onvoldoende aange vuld. Dat is in een tijd, nu .or ook van baar grooto financieel© offers worden gevraagd, niet vol te houden. En daarom willen wij even de aandacht op dezo nuttige instelling vestigen. Schoolgaande kinderen van ouders, die hun ar beid buitenshuis Jhebben, vinden in het Te huis tusschen en na de schooluren een gastvrij onderdak. Het aantal, dat er geregeld gebruik van maakt, bedraagt 30 k 40; de leeftijd vari eert van 6 tot 13 jaar. Zij genieten er het middagmaal en 's avonds eon boterham met melk terwijl zij verder wor den beziggehouden met allerlei spelen en hand werken. Aan het Tehuis is een tuin verhonden met schommels, ringen en andere eenvoudige gymnastiek-toestellen, terwijl de kinderen er ook in het zand kunnen spofen. Verder worden er, voornamelijk des Woensdags en des Zaterdags, wandelingen gemaakt. Do stemming in het Te huis is uitstekend, waaraan de directrice (mej. Sleyser)- cd haar helpster, bijgestaan door da- moslcerlingen [van Maatschappelijk Werk, te Amsterdam, krachtig medewerken. Toen wij or een. -bezoek brachten, stond dc ta fel gedekt met hier en daar een veldbouquet, door de kindoren op de wandeling zelf gezocht, tusschen de borden. De eenvoudige maaltijd; capi^cijners, met grics- pudding na, word met grooten eetlust genuttigd» Per dag wordt voor elk kind, wiens ouders bei den leven, 15 cents betaald, voor kinderen van weduwen en weduwnaars nog 5 cents minder. De meeste kinderen zijn van alleen wonende werk vrouwen, 'voor wie het een groote geruststelling is, dat haar kroost, als zij onder de menschen zijn, goed verzorgd wordt en van de straat wordt gehouden. Mon zal nu gaarne geloovcn dat dit Tehuis een hoogst nuttige, zoo niet onmisbare instelling is. Doch als men dit gelooft, zal men ook moe- ton meehelpen deze in stand te houden, om niet te zoggen uit te breiden.' En de Vereeniging ver keert in geldelijken nood. Dc dure tijden heb ben daartoe medegewerkt. Het jaarlljksch budget bedraagt thans f2700 en daar kan niets af. De inkomsten zijn: f600-aan contributie en bijdra gen; f250 aan subsidie van de gemeente en f 800 a f 900 aan kindergeld. Ieder voor zich kan nu de rekening maken. Indien er ten slotte geen extra-bijdragen binnen kwamen, zou het er al zeer treurig uitzien Het bestuur overweegt verhooging van bel kin dergeld, al beseft bet, dat voor menige weduwe ccn grootero bijdrage dan 60 cents per week be zwaarlijk wordt. Dan zal aan liet gemeentebestuur een ver hoogd subsidie worden gevraagd. Op meer dan het dubbele durft men echter niet hopen. Rest ten slotte een beroep op de welgezinden onder 'de burgerij. Het bestuur heeft goed vertrouwen dat er nog velen in Leiden zullen zijn, die dit goede werk met een jaarlijksche bijdrage of een gift ineens willen steunen. Gaarne bevelen wij het Tehuis voor dien steun aan. Voorzitter is mevrouw K. Zeemande Bruyn; secretaresse mevrouw A. G. VijghVijgh en pen- ningmeesteres mej. Caroline Goohergh, Bree straat 133. Deze dames zullen gaarne nieuwe contribuanteu aannemen of bijdragen aanvaar den. 'Aan den Raad dezer gemeente is per adres te kennen gegeven door de heeren W. Veerman en C. Streeflandt, resp. voorzitter en secretaris van de samenwerkende Chr. en R.-K. organisaties van Overheidspersoneel, dat zij met belangstelling hebben kennis genomen van dc voorstellen en ontwerp-regelingen, voor het ge organiseerd overleg; dat zij echter zeer tot hun spijt den Raad moeten mededeolen, dat zij het betreuren, dat beperkende bepalingen zijn ge maakt ten opzichte van hel ledental, en boven dien, dat ook de gelegenheid is opengesteld voor plaatselijk^ vereenigingen om zitting te nemen in het georganiseerd overleg. Reeds is door Chr. en R.-K. Organisaties bij den Raad er voortdurend op aangedrongen, dat alleen tot het georganiseerd overleg zouden wor den toegelaten plaatselijke afdeelingen van na tionale organisaties. In verschillende adressen is dan ook reeds breedvoerig op de bezwaren, voortvloeiende uit do erkenning van plaatselijke vereenigingen, ge wezen. Adressanten doen oen ernstig beroep op den Raad om te gemoet te komen aan de bezwaren," welke hierboven zijn genoemd. Gisteravond hield de Leidsche Coöperatie ve Verbruiksvereeniging „Ons Voordeel", onder voorzitterschap van den heer W. Balfoort, een zeer druk bezochte ledenvergadering in „Den Burcht". Allereerst kwamen aan de orde de statuten der Vereeniging, door het bestuur in overleg met mr. Van Urk ontworpen. Na eenige besprekin gen werden deze vastgesteld, evenals bet huis houdelijk reglemont. Op "de statuten zal de Ko ninklijke goedkeuring worden gevraagd. Ook word besloten zich aan te sluiten bij den Landclijkon Bond van Vereenigingen ter bestrij ding van do Duurte. Mevrouw TjalsmaVos bad een gecombineer de vergadering van consumenten-vereenigingen. to Utrecht bijgewoond cn. deed vooraf eenige me dedeelragen daarover. Daar was duidelijk geble ken, dat dc consumenten-vereenigingen zich niet alleen hebben te stellen tegen de winkeliers cn grossiers, maar dikwijls ook tegen fabrikanten cn groothandelaren. Een landelijke Bond vermag daartegen voel meer dan een plaatselijke veree niging. Ten slotte werd een definitief bestuur geko zen. In de plaats van den heer Balfoort, die we gens drukke ambtsbezigheden niet voor een vas te benoeming in aanmerking wilde komen, werd gekozen de hoer A. I. Witmans Mz. Verder werden tot bestuursleden benoemd me vrouw TjalsmaVos, C. v. d. Graaff, W. Bal foort. J. G. F. van Ewijck, mevrouw Metz Re tiling, mevrouw VerverAkkerman, mevrouw Ten Boschvan der Tak en P. H. de Carpeai- tier. De heer P. Schop huizen, alhier, is in Den Haag geslaagd voor het examen wiskunde L. O. De „St.-Crt." bevat de statuten van den Ned. R.-K. Smedenpatroonsbond ,.S(. Eligius", kring Leiden. Bij de'firma Arnold, B reestraat, alhier, is van 9 tot 17 October tentoongesteld, de zil veren wisselprijs (Bongers-de-Hoog-bal), welko dit jaar door het polo-zovental van de „Leidsche Zwemclub" gewonnen wcrcD In de hoop, dal belanghebbenden or goede nota van zullen nemen en het onthouden zul len, deelen wij niede, dat de gemeente-apotheek eiken avond na acht uren, 's Zaterdags na. tien uien en voorts eiken nacht gesloten is. In 1 spoedeischonde gevallen worden belang hebbenden geholpen in do beide particuliere apotheken, welke des nachts geopend zijn. Gistermiddag werd een achtjarige knaap, L. G., uitde Magdalena-Moons-straat, op de Breestraat dooi* een fietsrijder aangereden. Hij kreeg eenige niet ernstige hoofdwonden. Na op het politiebureau voorloopdg verbonden te zijn, werd de jongen door een politieagent voor vor- dere verpleging naar het Academisch Zieken huis geleid. Een dochtertje van de wed. Ben H.y van hier, kwam te Wassenaar gisteren met een der beentjes tusschen de spaken van een rijwiel. Het beentje werd gewond. Br. Den Haan constateerde echter, dat het ge val iiiet ernstig was. STEUNCOMITÉ LEIDEN. Oorlogstoestand 1914. Staat van ontvangsten en uitgaven over de maand September 1919. Vorige opgave 491,899.— Sedert ontvangen van: Goll. dubbeltje of cent 190.90 Koninkl. Nat. Steunco mité ondersteuning 12,564.19 Idem rest. ophuur- bons1,006.53 Gem. Leiden bijdrage over Juli 1919 5,978.31 492,089.90 19,549.03 Maandbijdrago 511,638.93 10.— Uitgaven: lsie tot 261slc week 519,643.36 261ste tot 265ste weck 7,539.80 511,648.9; 527,183.16 Saldo tekort 15,534.23 Saldo tegoed van hot Kon. Nat. Steunc. 3,769.90 Idem van de Gom. Lei den over "Aug. 1919 6,795.33 Idem over Scpl 1919 3,569. Voorschotten 1,400. 15,531,23 Saldo Nihil In de afgeloopen week 28 September4 Octo ber werden ondersteund: Door het Liquidatie Comité 125 personen. Door de Wachtgeldregeling 139 personen, het ovor en weer praten der studenten o-nder elkaar en heb verhaal van Klein- Zak werd geestig door Hoffmann verteld.: Zijn actie was daarbij geheel in overeen stemming. Echt Oflcnbachsch is de muziek' als Hoffmann van zijn K'cin-Zakverhaal overgaat in zijn eigen liefdesontboezemin gen. Van ironisoh kort rythme gaat hij in eens over in lyrische melodie. E'lizo do Haas als Olympia in het eerste, bedrijf is een uitnemende coleraturzmgcres en best bleef zij in haar moeilijke rol van menschpop. Het tweede verhaal geeft prachtige gelegenheid tot zingen, cn Scliulzo's tenorgeluid kwam goed tot zijn recht. De moeilijke beurtza ig tusschen Ju liette en Hoffmann, waarin hij zijn liefde' uitzingt, en zij hem onder de bekoriDg van haar persooai brengt, word gloedrijk ver tolkt-. Mevrouw Santhagens—Manders mag zioh gelukkig prijzen zulk een krachtig sopraangeluid te bezitten. In het derde be drijf bereikt Offenba-ch wel zijn hoogte-* punt. Voortreffelijk werd de rol van Antlionia gezongen door mevrouw Cathr.; G-eyselGestirran. Fijn weet zij haar kop stem te gebruiken en haar lyrisch geluid bekoort. Hoe geheel anders is de liefde voor Anthonia uitgebeeld door den componist,; a-ls die welke Hoffmann voor Giulietta in zich voelt oplaaien. Zeker komt een woord van lof toe aan Jan Blok, die. de drie dramatische rollen van Coppelius, Doper- tutto en Dr. Mirakef alle zoo meesterlijk heeft vervuld, vooral in het laatste bedrijf was hij buitengewoon. Ook de kleine rol van Lindorf was hem toevertrouwd. Jacques van Bijlevelt heeft zeker allen geamuseerd met zijn komische wedergave van de verschillende, knecht- rollen en Coen Muller als Crespel in heb derde bedrijf was forsch in zijn samenzang met Jan Blok. De nationale opera heeft van Hoffmann's vertellingen een opvoe ring gegeven, die lof genoemd mag wor den. Koor, ballet, orkest, de kleinere rol len over het algemeen waren goed verzorgd. De regie was in elk bedrijf volkomen, en met krachtige hand leidde Willem Har mans koor en orkest en solisten. Er was veel gejuich en mooie bloemen werden aangeboden. LEIDSCHE SCHOUWBURG. NATIONALE OPERA. „Hoffmann's Vertellingen". 21 Juni 1819 (dus een eeuw geleden werd Offenbach, zoon van den Keulschen Syna- gogecanfcor) geboren. Heel zijn opleiding van af zijn veertiende jaar heeft hij te Pa rijs genoten, en altijd is hij er gebleven, behalve eenige jaren, die hij in Duitschland doorbracht. In~lé55 nam hij de leiding op zich' der „Bouffes parisiens", waarin hij uitmuntend slaagde. In 1880 is hij overle den, een honderdtal opera's en operettes nalatende, en raak weef- hij bestaande toe standen, die in dien tijd te Parijs beston den af t-e schilderen en duchtig te hekelen. Zijn melodieën getuigen van groot talent en geest. In 't lyrisoh© is Offenbach soms zeer gevoelig van 't frissche kraentige rhytlime en zijn melodie is zoo'n charme uitgegaan, dat zijn muziek gauw te popu lair werd. Ook deze opera is vol durf en pikanterie. De uitvoering der fantastische Hoffmann-yerhalon is uitstekend geweest. De entrée in do Bierstube had -wat losser gespeeld kunnen worden. Rhythmisch was Postcheque- en girodienst. Een wetsontwerp1 is ingediend om den postchèque- en giro dienst ender beheer van het Departement van Financiën in te richten tct StaatsbelrijL Daar deze tak van Staatsdienst een com mercieel en financieel instituut is, dat nauw samenhangt met liet algemeene geldverkeer in den lande, en van grcoben invloed is op den aard van dat geldverkeer in het alge meen en cp| de circulatie van munten en bankbiljetten, is de Regeering van oordeal, dat devc tak van dienst aan den Minister va*. Financiën behoort te worden overgedragen* Deze afscheiding van het Staatsbedrijf der r; T. en T., zal gepaard dienen te j*aan met' een reorganisatie van de inrichting van Tien dienst, en wel met dien verstande, dat da postkantoren alleen belast blijven met het in- ontvangst-nemen der stortingen sn het uit betalen der chèques en wat hieruit recht streeks voortvloeit. Dc- rekening-courant werden aangehou den brj daarvoor in een zeker aantal plaatsen in te richten kantoren, agentschappen, de rekeninghouders zenden dan bun overschrij- vihgsbiljetten en andere formulieren recht streeks aan deze agentschappen, de postkan- teren hebben met de behandeling er van dart geen bemoeienis meer. Aan deze agentschap pen. ral een groots mate- van zelfstandigheid gegeten worden. Het ligt in de bedoeling op ongeveer 25 plaatsen agentschappen als beven bedoeld te vestigen en wel te Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en verder in de plaatsen, die we gens haar omvang, en ligging daarvoor in aanmerking komen. Een voerdeel dezer regeling is, dat da don- CHARLES GARVICE. V r ij naar het E n g e 1 s c h. (Nadruk verboden.) 2) Zij waren gentlemen geweest en Lycetb's vader had getracht. een heer van hem te maken; bij had hem naar Oxford gezonden, had hem goed geld te verteren gegeven, zoodat bij zich bij ander© jongelui van goeden stand kon aansluiten; maar het was den ouden man niet gelukt. Hot was Oxford en den om gang met nette jongelui ook niet gelukt. Lycetb's vader was met zijn keukenmeid •getrouwd, een goede keukenmeid, maar leen slechte vrouw, en ten gevolge daarvan was er een slechte neiging in Lycett-; een neiging, dio door niets kan Worden uitge- iwischt. Hij kwam de kamer binnen met zijn 'eigenaardigen zachten, onhoorbaren stap. Zijn rouwkleederen van zwart serge dieden de bleekheid van zijn gezicht, zijn ontzet tend licht haar en zijn lichte oogen nog meer uitkomen. Hij sloeg do zware oogleden 'oen oogenblik op en zag eerst Constance en 'toen juffrouw Waring aan; maar het was slechts een oogenblik en niemand, die dien blik hacl gezien, zou denken dat Lycett Crayson de dochter van sir John liefhad. „Liefde'' is een groot woord, men is soms •genoodzaakt het te gebruiken bij gebrek aan een juister woord. Laat ons zeggon, clat Lycett Crayson na en naast zichzelf en zijn eigen gemak en welvaart Constance liefhad. Het behoeft nauwelijks -gezegd te worden, dat hij zijn liefde niet verklaard had. Er is bijna een even groot verschil, ee-n even diepe kloof tusschen een meisje van Constance's maatschappelijke positie en die van, Lycett Crayson, als tusschen een generaal en een gewoon soldaat, vooral als zij in Engeland.beiden buiten wonen op een kleine plaats. In Lycetb's oogen was freule Desbrook van het kasteel bijna een koningin en Constance beschouwde clen heer Crayson waar zij intusschen niet veel mee ophad met een onverschilligheid, die geken merkt wordt door een duidelijker uitko mende beleefdheid dan die, waarmee men zijn gelijken behandelt. Zij wist. niet, dat deze nauwgezette be- j leefdheid, deze behandeling uit de hoogte waarvan zij zichzelf niet bewust was den heer Lycett. Crayson soms half waanzinnig maakte; maar dlit was zoo, en er waren tij den, wanneer hij zichzelf wijs maakte, clat hij haar haattetijden, dat hij haar ver liet, worstelend tegen zijn. gekwetste inge- nomendheid met zichzelf en brandende van inwendige behoefte zich te wreken. „Het spijt mij, dat ik u moet lastig val len, freule Desbrook/' zei hij; „maar er is iets belangrijks waarover ik u wou spre ken." „Wilt u niet gaan zitten?" vroeg Con stance. Hij nam den st.oe-l zeer gaarne aan, want hij voelde zich altijd onhandig als hij tegen over haar stond! en haar kalme oogen hem aanzagen alsof zij mijlen ver weg was. Juffrouw Waring wou do kamer uitgaan; maar freule Desbrook riep „U behoeft niet weg te gaan!" Lycett Grayson's voet hij had kleine, nette voeten schuifelde onrustig heen en weer. „Het is over een particuliere zaak, freule Desbrook." Met een niet zeer vriendelijken blik ging juffrouw Waring de kamer uit-. Cottie ging achterover zitten in haar stoel en wachtte. Lycètt Crayson zag haar van ter zijde aan en toen, met de oogen op het vloerkleed ge vestigd, zeide hij Ik meende u te moeten mededeelen, aa-t ik nog niets van sir Ralph gehoord heb. Ik heb hier brieven geschreven en ze geadres seerd naar zijn laatste woonplaats of naar zijn club met verzoek den brief op te zen den. Het is best mogelijk, dat hij niet in Engeland is. Sir John hielcl al jaren lang geen briefwisseling meer met hem en wij, op het kantoor, hebben ongeveer cvenlang niets van hem gehoord." Hij zweeg even en ging toen voort, op nog gedempter toon ,,Er hangt zooveel af van sir Ralph ik meen voor uw toekomst-, freule Des brook, Het feit, dat sir John zulk een tes tament gemaakt heeft of liever, ik wou zeg gen," hij verbeterde zichzelf schielijk en met een snellen blik op het bleeke, bedroef de gezicht „dat er geen ander testament gevonden is, brengt u in een positie, die al heel ongelukkig is." Constance keek recht voor zich uit zonder een trilling van haar oogleden of eenig tee- ken van ontroeringhaar stilzwijgen sloeg Lycett Crayson een weinig uit het veld. „Ik heb uw zaken zeer nauwkeurig on op lettend nagegaan en het spijt mij u te moe ten mededeelen, freule, dat, indien er geen testament in uw voordeel gevonden wordt, u geen middelen hebt, geen eigendommen behalve het kleine inkomen, dat sir John u heeft nagelaten, en eenige voorwerpen, die u persoonlijk behooren, juweelen bijv. er is niets anders, wat u bepaald bet uwe kunt noomeai. Het is zeer pijnlijk voor mij u dit te moeten zeggen; maar het is na tuurlijk mijn plicht als uw zaakgelastigd© u voor te bereiden op d'e onmiddellijke ge-~ volgen clbr zonderlinge daad van sir John en de verwaarloozing van zijn dochter." Bijdeze woorden steeg het 'bloed Con stance naar de wangen, haar oogen scho ten vuur op d!e bleekblauwe oogen van den spreker en haar handen, over den armstoel hangende, sloot zij krampachtig samen. Maar zij zei niets en Lycett Crayson ging voort „Het is mijn plicht, u te zeggen, dat uw neef sir Ralph Desbrook hier volkomen de baas zal zijn, en dat hij nagenoeg al het geld van sir John in bezit zal nemen. Hij zal misschien voor u zorgen." Constance sloeg haar oogen tot hem op. „Dio mogelijkheid behoeft niet in aan merking genomen te Worden, mijnheer Crayson," zei ze,, volkomen kalm. „Zou u dat niet willen aannemen ?Wat zal u dan doen?" vroeg hij, een weinig aarzelend. „Wat andere meisjes, minder sterk dan ik, die bijna zonder een cent op dc wereld worden achtergelaten, genoodzaakt zijn te doen mijn brood verdienen." Crayson beet op zijn lip, keek eerst naar het tapijt, daarpa naar -haar. „Dat klinkt als een onmogelijkheid," zei hij. „U is totaal ongeschikt. U weet niet, wat dat beteokent. Ik ik deins terug van de gedachte van het denkbeeld alleen van zulk een lot voor u. Ik ik Hij stond op, bepaald bevende van agitatie, en stamelde: „Ik en mijn familie, wij hebben gedurende verschillende geslachten do be langen van de uwe behartigd en er over gewaakt. Wij wij mogen bijna als vrien den beschouwd worden. Ik freule Des brook Constance", hij bevochtigde zijn lippen „ik smeek u niet te denken, dat ik ongevoelig ben of onverschillig voor het feit, dat u uw vader verloren hebtmaar de treurige omstandigheden, de vreeselijke positie, waarin u geplaatst is, moeten mijn verontschuldiging zijn, dat ik durf spreken zonder er u eenigszins op te hebben voor bereid. Wilt u een voorstel in overweging nemen, dat ik wensch, dat ik vurig verlang u te doen? Het ie dit: vergun mij het on uitsprekelijk voorrecht voor uw toekomst ~te zorgen. Constance zag hem aan, niet met veront waardiging of toorn, maar met verrassing en verbazing. Men kan wel aannemen, dat zij hem op dat oogenblik niet begreep, of schoon hij haar bij haar naam genoemd hadmaar in den grond van haar hart was een vermoeden, dab hij plotseling krank zinnig geworden was. „Neem mij niet kwalijk, ik begrijp u niet goed," zei ze op haar gewonen, kalmen toon. „Meent u, dat u mijn zaakgelastigde wilt blijven, evenals u voor mijn vader was?" Lycett Craysón-s gezicht werd vuurrood en zijn lippen trilden. „O ja," stamelde hij „maar ik meende nog iets meer. Ik bedoelde u te vragen of ik mocht zorg dragen voor uw toekomst, als als een echtgenoot zorg draagt voor zijn vrouw. Ik wou, cfc.it- u mijn .vrouw werd. Ik heb u al zoo lang liefgehad, freule. Ik kon natuurlijk niet spreken. Maar nu zijn de omstandigheden veran derd. Ik misschien moest ik dat niet zeggen maar ik ben een vrij rijk man. Ik heb een zeer uitgebreide praktijk, die van jaar tot jaar toeneemt. Ik kan u natuur lijk niet zulk een tehuis aanbieden als li gewoon is (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 1