LEIDSCH
DAGBLAU
Feestdag van
Leiden's Ontzet
Dinsdag 30 September 1919.
OfficieeBe Kennisgevingen.
STADSNIEUWS
FEUILLETON,
NIEST TES KOOP.
PRIJS DER ADVERTENTIES
BO Ots. per regel. Dos Zaterdags 40 Ots.
pet' regel. Kleine adveitentiïu Woensdag
76 Ots., Zaterdag 1.— bij een maximum
Bantal woorden Tan 30. Incasso yolgons posi-
reebt. Voor evontucole opzending van brieven
JO pta, po-rto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
PRIJS DEZER COURANT:
iVooi Leiden p, 8 mnd, I2J.0, p, Treek £0.13
■Luiten Leiden, waar agenten ge
vestigd zijn, per week M O.iü
'Franco per post
as as acs vx p
2.50
Nummer 18277.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen.
EERSTE BLAD.
Op Vrijdag 3 October a.s.
zal liet „X.eidscli Dagblad"
niet verschijnen.
UITREIKING VAN SU IK ER KAARTEN.
Ie Burgemeester der Gemeente Leiden
brengt ter algemeene kennis, dat Woensdag
1 October een aanvang zal worden gemaakt
jnet de uitreiking van Suikerkaarten.
Deze uitgifte geschiedt uitsluitend cpf
•vertoon van de Levensmiddelenkaart en wel:
Aan heb Broodbureau Nieuwe-Ryn van
's morgens 912 uur 's middags van- 25
uur en 's avoids van 7—9 uur.
Aan de volgende hulpposten: i
frludstimmerwerf, Galgewater. i 1 I
Gasfabriek. Tweelingstraalv I i
Reinigingsdienst, St.-Jacobsgracht. 1
"aMcrgens van 912 en 's middags van
Z5 uur.
De uitgifte zal geschieden voor hen wier
kc'art is afgestempeld Pest Nieuwe-Rijn:
- Woensdag 1 October No. 1 t/m 2000.
Donderdag 2 Oct. No. 2001 t/m 4000.
Zaterdag 4 Oct. No. 4001 t/m 6000.
[Maandag 6 Oct. Ne. 6001 en hooger.
iVccr hen wier kaart is afgestempeld voor
©en der hulpposten
Woensdag 1 October No. 1 t/m S00.
Donderdag 2 Oct. Nc. 800 t/m 1600.
Zaterdag 4 Oct. No. J601 t/m 2400.
Maandag 6 Oct. Nc. 2401 en hooger.
Een ieder is verplicht zich aan boven
staande regeling te houden en onmiddellijk
na in ontvangst name der kaarten te over
tuigen, dat het juiste aantal ontvangen is.
Aan later inkomende reclames kan geen
gevolg wofden gegeven.
Aan kinderen beneden 14 jaar worden
gem kaarten afgegeven.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
I eiden, 29 September.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
De Burgemeester der gemeente Leiden
brengt ter kennis van do ingezetenen, dat
morgen (Woensdag) aan den Gemeentelij
ken Vischwinkct ^ViSchmarkt) en aan de
Stadshulpw.erf (Oude Hoerengracht) ver
krijgbaar wordt gesteld:
KLEINE SC DEL VISCH a f 02Ó per
half K. G.
De verkoop heeft plaats van omstreeks
^/alfnegen v.m. tot 2 uur n.in.%
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, 30 September 1919.
GROENTENVERKOOP.
De Burgemeester van Leiden brengt ter
algemeene kennis, dab alleen voor inwo
ners van. Leiden met ingang van Woens
dag 1 October a. 8., dagelijks, behalve Zon
dags des voormiddags van 8 tot 12 uur
groenten zullen worden verkocht in onder
staande localiteiten
Garenmarkt, hoek Levendaal, Stadshuip-
werf aan do Oude Heerengracht, Centrale
Keuken aan de Pasteurstraa/t,' en in het
Brandspuithuis aan de Kruisstraat, hoek
Narmstraat.
De groenten zullen zooveel Juiogelijk
per gewicht worden verkocht.
Prijslijsten zijn in de verkooplokalen op
gehangen.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden. 30 September 1919.
LEIDSCHE WINKELWEEK.
II. i
(De opening).
Er heersebte gisteravond reeds een recht
gezellige drukte in Leidens winkelstraten,
De meeste mededingers hadden hun uitstal
lingen gereed en zij zcuden geen goede za-
kenmenschea zijn geweest, zoo zij met het
openstellen hadden gewacht tot het uur der
cfficieele opening. Voor andere winkelra
men bleven de gordijnen nog gesloten, doch
heb was merkbaar, dat men in den winkel
in veile actie was. Dat duurde bij sommigen
zeTts tct na middernacht. Het zegt heelwat,
ton mooie étalage te maken!
En nu is dan heden eindelijk alles gereed
gekomen en zijn wij in de gelegenheid ge
steld de prestaties van onzen winkelstand
in haar vollen omvang te kunnen bezichti
gen enbewonderen.
De algemeane indruk wij spreken hier
niet vcor onszelf alleèn is buitengewoon,
gunstig. Wie zich de vorige winkelweek nog
herinnert, zal bij een vergelijking onmiddel
lijk tct de slotsom komen, dat de uitstallin
gen niet alleen veel talrjjker, maar cok veel
vollediger, veel rijker en veel mooier zijn.
Er is beduidend meer werk van gemaakt.
Daarbij komt, dat de medewerking der bur
gerij door heb aanbrengen van versieringen
en vluggen in vele straten den totaalindruk
veel grooter maakt.
En wanneer zoo als vandaag het vroolrjke
herlstzcnn.tje de versierde straten beschijnt
en menige schitterende uitstalling in gloed
zet, wordt liet een dubbel genot niet één
maal. maar by herhaling een wandeling door
do stad te maken.
Wjj liepen morgen onze indrukken daar
over cenigszins gedetailleerd weer te geven;
vandaag willen wij ons bepalen tot de ope
ning zelve.
De redevoeringen en toesprakén, daarbij
gehouden, hebben niet alleen als gelegen-
li aids* peches waarde; hun beteekenis gaat
verder, waar de drie heeren, die heb woord
hebben gevoerd, allen het vraagstuk der
duurte hebben belicht, en uit de toespraken
is gebleken dat cok bij de winkeliers zeiven,
heb besef levendig wordt, dat elke onrede
lijke prijsopdrijving uit den booze is en
onbetamelijk en tien slotte den winkelstand
als zoodanig zal schaden.
Vanmiddag te twaalf uren, kwamen in de
kamer van B. en W. met het Dag. Bestuur
dor gemeente en tal van Raadsleden, het
bestuur der 3 October-Vereeniging, de Com
missie der Winkelweek een grcot aantal me-
cedingers en andere genoodigden voor de
openingsplechtigheid bijeen.
Do waarnemende voorzitter der S-October-Ver-
cenigirig, do heer W. van Rossum du Chattel,
hield.de volgende rede:
„Alvorens IJ, Edelachlbaren Heer Burgemees
ter, te verzoeken de winkelweek te openen, zij
het mij als, loco-voorzitter der B-October-Veröe-
niging vergund een enkol woord tot U allon te
spreken.
Laat ik dan beginnen mijn groote vreugde uit
te spreken, dat, na vijf jaren van worsteling
tegen de grootste ramp, die ooit het menschdom
heeft geteisterd, eindelijk een betere tijd is aan
gebroken en de eerste officieele feestdag van
Leidens Ontzet tn al zijn ouden luister weer zal
gevierd worden.
Ik wil mij echter niet ontveinzen, dat de toe
stand nog steeds zeor duister is en het probleem
van schaarschte en duurte het evenwicht in ons
economisch lewn tracht te vejsloron. Dit neemt
echter niet weg, dat er gegronde roden is om to
hopon, 'dat betere tijden zullen komen, tijderfvan
geluk en welvaart; tijden van arbeid, arbeids-
lusf en arbeidsvreugde.
Beter en welsprekender had waarschijnlijk on-
zo waardige vroegere Voorzitter, wijlen den heer
N. Brouwer, deze inleidende woorden tot U kun
nen richten, on ik hen er zeker van, de tolk
van alle leden der 3-Oclober-Vereeniging te zijn,
wanneer ik van dezo plaats c-en weemoedige
huldo breng aan de nagedachtenis van den man,
die 29 jaren lang de herdenking van Leidens
Ontzet op zoo meesterlijke wijze wist te leiden.
En in dit Raadhuis, het historisch gebouw, waar
Leidens geschiedenis haar middelpunt vindt, wij
den wij hem nog gaarne een woord van innigen
dank en gedenken helgeon hij heoft gedaan voor
de geschiedenis van onze geliefde stad Leiden.
Dezo feestviering der 3-0ctoberrVcreeniging
wijkt ditmaal wel wat af van het klassieke pro
gram uit vroegere jaren. Mede geleid door de
gedachte, dat na de vijf moeilijke crisisjaren het
oude feest, zoo het kon, nog luisterrijker dan
voorheen behoorde gevierd to worden, heeft ons
bestuur gemeend aan de herdenking van den 3-
Octoberdag nog een winkelweek te moeten ver
binden.
Het bestuur werd hiertoe gebracht door het
feit, dat het internationaal verkeer zich langza-
morhand weer gaat herstellen, dat import en
export hun nuttigen invlood op vraag en aan
bod als voorheen doen gevoelen, en meende daar
om den Leidschen winkelier of heter gezegd den
handeldrijvenden middensand in de gelegenheid
to moeten stellen, om het beste, het mooiste en
zoo het kan het goedkoopste te doen zien, dat
op dit 'dogen-blik door don handel aangeboden
wordt.
De deelneming der Leidsche winkeliers is zeer
groot. 230 in 't geheel werken mede en dit is een
getal, dat niemand onzer bij den opzet had
verwacht. Dit dunkt ons een bewijs, dat de win
kelstand zoekt front to maken tegenover een
deel der burgerij, dat in den winkelier ziet den-
gene, dio er op uit is zijn medemenschen door
woekerwinsten of andere praktijken het vel over
do ooren te lialen.
Hierbij kan dadelijk opgemerkt worden, dat er,
helaas, gevallen zijn voorgekomen, misschien nog
zich voordoen, dat niet werd gehandeld in het
belang der gemeenschap on daarom is het ook
do taak der middenstandsorganisaties, om haaT
leden to wijzen op de plichten, die zij hebben
tegenover de gemeenschap.
De vroegere goede en eerlijke verhouding tus-
sclion consument en winkelier moet wederkeeren
en wij mogen er van verzekerd zijn: wanneer
weer eerst de groote schaarschte zal zijn verdwe
nen en eenige reserves kunnen worden gemaakt,
do levering van levensmiddelen en handelswaren
evenals vóór don oorlog weer tot tevredenheid
van consument en winkelier beiden, zal worden
uitgevoerd.
Ik meen dan ook namens den geheelen handel
drijvenden middenstand te spreken, wanneer ik
U, Edelaclrtba.ro Heer Burgemeester, dank zeg,
dat Gij U als hoofd der gemeente bereid verklaard
hebt de Leidsche Winkelweek officieel te willen
openen.
Wij zien hierin toch duidelijk aangetoond, dat
het Gemeentebestuur vertrouwen stelt in den
winkelstand. Do winkelier op zijn beurt zal het
als een eer beschouwen zijn taak en verplichtin
gen ten opzichte van overheid en burgerij naar
behooren te vervullen.
Deze winkelweek wijkt belangrijk af van die,
welke hier drie jaar geleden werd gehouden.
Bracht men toon uitsluitend het Nedérlandsch
fabrikaat naar voren hetgeen vooral in dio
crisisjaren van het hoogste belang was, waar
deering van eigen nijverheid was den Hollander
vóór den oorlog nog weinig eigen, thans, zooals
reeds werd opgemerkt, zal men naast vele voort
brengselen van eigen nijverheid ook het mooiste
on beste kunrien zien, wat thans weer uit het bui
tenland wordt aangevoerd.
Ons bestuur hoopt dan ook, dat de Leidsche
winkelweek die zal aansluiten aan de luisterrijke
viering van den 3-October-dag, een gepaste ont
spanning zal brengen na een reeks van scherpe
tegenstellingen en zware zorgen, zooals wij in do
laatste jaren hebben doorgemaakt
Dank zij de medewerking van alle kringen,
de vele straatversieringen in allo deelen der stad
spreken hier voor zichzelf meent "ons bestuur
roods nu te mogen verklaren met deze wijze van
feestviering in alle opzichten gelukkig geslaagd
te zijn.
Aan allon, die hierloo hebben medegewerkt,
ouzo oprechto dank.
Dio dank geldt 'in nog meerdere mate U allen,
hier tegenwoordig, dio met zooveel ijver en toe
wijding de uitvoering van het plan hebt mogelijk
gemaakt, en nogmaals en nog meer in het bij
zonder brengen wij onzen dank aan U, Edelacht
bare Heor Burgemeester, wien ik bij dezen ver
zoek de winkelweek to willen openen."
Er volgden op dezo redo warme toejuichingen.
De burgemeester, JhV. mr. dr. N. C dc Gijsc-
laar, die op zich genomen bad de winkelweek of
ficieel to openen, hield daarop de navolgende
toespraak:
„Mijnheer de loco-voorzitter van de 3-Oclober-
Vereeniging,
Alvorens over to gaan, om te voldoen aan Uw
verzoek, om do winkelweek te willen openen, zou
ik gaarne enkele woorden spreken in antwoord
op Uw zooeven gehouden rode.
Ook het gemeentebestuur van Leiden verheugt
zich met U, dat dit jaar wederom het gebruike-
lijko 3-October-feest gevierd kan worden, speci
aal, dat de Iraditioneelc uitdeeling van haring
cn wittebrood, jarenlang niet mogelijk, thans
weer kan plaats hebben.
Wol is de toekomst nog steeds niet helder,
maar laten wij op betere tijden hopen; in alle
gevallen wenschcn wij do 3-October-Vereeniging
succes too mot de hervatting van haar werk
zaamheden.
Met voldoening nam het gemeentebestuur nota
van Uwe verklaring, dat hel ook de taaie is van
do middenstandsorganisaties om haar leden te
wijzen op de plichten, die zij hebben tegenover
de gemeenschap.
Nog kort geleden had binnen deze stad een
R.-K. Middenstandscongres plaats en een der
sprekers verkondigde toen, naar ik mij meen
to herinneren, de leer, dat aan den middenstand
zeker, voor zijn moeite, initiatief en energie een
winst toekomt, doch dat dio winst rechtvaardig
moet zijn en de middenstand in de eerste plaats
or zich van doordrongen moet voelen, dat hij
do maatschappij moet dienen.
Dat standpunt was, mijns inziens, het juiste.
Wordt daarvan afgeweken, dan moet het ge
meentebestuur ingrijpen en zal niet aarzelen
dat te dpen
Wordt het juiste standpunt door sommigen
nidt ingenomen, dan komt ook verzet van uit de
burgerij: het bewijs hiervoor behoef ik thans
niet in herinnering lo brengen.
Na uwe pertinente verklaring, dat de winkelier
bet als een eer zal beschouwen zijn taak en ver
plichtingen ten opzichte van overheid en bur
gerij naar behooren te vervullen en in verband
met Uwe mededoeling, dat de winkelweek den
Leidschen winkelier of beter gezegd den handel
drijvenden middenstand in de gelegenheid zal
stellen om het beste, bet mooiste en zoo het kan
het goedkoopste te doen zion, dat op het oogc-n-
blik door den handel wordt aangeboden, meen
ik, dat hel gemeentebestuur niet anders kan doen,
dan met sympathie Uwe plannen én voornemens
to begroeten.
Mogen den de 3-Oclober-foe3ten, waarbij wij,
ovonals U, met leedwezen de leiding van den
betreurden Brouwer missen, en eveneens do
winkelweek, slagen
Nogmaals, na het door U medegedeelde, be
schouwen wij het geheolc plan, door U zoocven
ontvouwd, met waardeering ön gaarne verklaar
ik dan ook, op Uw verzoek hiermede de win
kelweek voor geopend en dank alle aanwezigen
zeer voor hare en hunne tegenwoordigheid.''
Ook op dezo toespraak volgde warm applaus.
Ten slotte voordo nog het woord do voorzit
ter der Gommissio ter voorbereiding en regeling
der Winkelweek, do heer H. M. Pierrot.
„EdelAchtbare Heec Burgemeester,
Als voorzitter der commissie van de Leid
sche winkelweek rust op mij, na de opening,
welke zoo juist door UEd.Achtbare heeft plaats
gehad, dc plicht U namens deze commissie on-
zon liartelijken dank te betuigen, want door deze
daad hebt gij getoond met het streven der win-
koliers te sympathiseeren en de kroon op ons
werk gezet. Gode zij dank, zijn wij voor oorlog
gespaard gebleven, maar, het is reeds door den
loco-voorzitter der 3-October-Voreeniging aan
gestipt, voor een nieuw gevaar hebben wij on3
te hoeden en dit gevaar is: de publieke opinie.
Zij ziet in den winkelier een zwart monster,
door sommige is, het zij tol hun schande ge
zegd, daar aanleiding tos gegeven; maar do
rechtgeaarde winkelier is paraat, hij slaat klaar
dit te logenstraffen, cn zal daartoe alle middelen
aanwenden, ja zelf meewerken dit kwaad, mocht
het onverhoopt nog bestaan, te bestrijden. De
organisaties zullen binnen korten tijd daarom
besluiten, hen, dio zich schuldig maken aan
prijsoverdrijvmg, uit lnm gelederen te verwijde
ren. Een nieuw tijdperk gaat de winkelier in.
De winkelweek, in het leven geroepen door do
3-Ocober-Vcreeniging, biedt hun daarvoor een
schoone gelegenheid. Een woord van dank is
hier dan ook zeker op zijn plaats aan het be
stuur dier Veveeniging voor het initiatief, dat
zij genomen en do financieelc steun ,die zij er
voor geschonken heeft. Het aantal deelnemers
was voor dc Commissie meer dan woorden zeg
gen een voldoening voor haar arbeid, maar het
aantal is nog niet groot genoeg, het belang van
een zoodanigo week wordt nog niet algemeen
begrepen; een winkelweek is immers voor den
winkelier wat de Jaarbeurs voor den fabrikant
is; geeft deze te aanschouwen wat de nijver
heid lot stand kan brengen: gene brengt de nij
verheidsproducten onder het oóg van do ver
bruikers, geplaatst in sierlijke en wedijverende
étalages, welks streven van al-dan-niet geslaagd
zijn door een jury zal beoordeeld worden. Het
zij hier dan ook met groote blijdschap in herin
nering gebracht, dat het Koninklijk Huis dit
streven waardeerde; want tijdens de Haagsche
winkelweek nam H. M. onze geëerbiedigde Ko
ningin persoonlijk verschillende étalages in
oogenschouw, aldus zich overtuigend van het-
gcon den winkelier tot stand kan brengen. Ook'
kior ondervinden wij deze sympathie, daar
H. M. de Koningin, ovenals H. M. de Koningin-
Moeder de Commissie een medaille ter beschik
king stelde, wolk schoon voorbeeld, hetzij in den
vorm van medailles, luxe-artikelon of geld, door
velo particulieren en instellingen gevolgd is. Aan
allen do oprechto dank der Commissie. Eindi
gend wil ik den wensch uitspreken, dat aan een
volgendo winkelweek door alle Leidsche winke
liers zal worden deelgenomen
Na deze toespraken liet buiten voor het
Stadh is het Stedelijk Muziekkorps zich hoo-
cen, cm vervolgens spslend een rondgang
makende door heb oentram der stad als het
ware luide en blij verkondigend, dat da
Leidsche Winkelweek geopend was.
In da straten was het dez'en geheeletn
eer-ten dag reeds druk. Zóó zal het wel
voortduren tot en op' den 3den October, den
groeten feestdag.
lioudt vooral rechts, wandelende Leide-
naars, en weest in gepast vroolrjke stemming!
Dan gaat het goed en valt er veel te ge
nieten in Leiden in feestdos
Do heer A, de Jong Ezn., 3lhier,-
eerste secretaris van de Ver. van ChïJ.
Onderwijzers, is benoemd tot directeur van
het weldra te openen Vereenigingskantoor.
De benoeming door het hoofdbestuur ge
schiedde mtet algemeene stemmen.
Men zal zich herinneren, dat B. en Wu
dezer gemeente de grootste moeite gehad'
hebben om de goedkeuring van Z.Exc. den'
Minister van Onderwijs he verkrijgen og
de jongste verordening, regelende de jaar
wedden van de leeraren bij het Gymnasiaal
en Middelbaar Onderwijs hier ter plaatse.
Ten slotte moest de Raad zich neerleggen
by den wensch van den Minister om niet'
boven de Rijksregeling te gaan.
Waar nu evenwel den Ryksleeraren, even
als aan alle ambtenaren van het Ryk, met
1 October een bijzondere uitkeering is toe
gezegd. bestaande in een twaalfde van hun
jaarwedde tot f2400 plus één vier-en-twïn-
tigste van dat gedeelte van hun salaris,
dat de f2400 te boven gaat, meent de
Vereeniging van Leeraren in dienst der ge
meente Leiden, dat door dezen maatregel
een ongelijkheid is ontstaan in salarieering
van leeraren in Rijks- en in Gemeentedienst,
wat de Minister juist wenscht te verhinderen.
Daarom heeft hot bestuur dier Vereeni-
(Nadruk verboden.)
55)
Maydienston© keek haar met de uiterste
verbazing aan. Hij had er geen begrip van,
wat er gebeurd) was, en hij wilde natuurlijk
vragen doenmaar inziende, dat cr slechts
ieen verkeerd woord noodig was, om haar
geheel te doen inzinken, was hij bang om
te spreken.
„Toe, Essie, wil je mijn goed weer dicht
maken?" vroeg Kitty. Hot is koud." Het
was zeer duidelijk, dat zij met het geluk
kig snel vergeten van kinderen vond, dat
er vreeselijk veel drukte om niets gemaakt
werd. Esther lachte on kuste haar.
,,Wilt u mij er doorheen helpen?"- vroeg
zij, terwijl zij naar Maydenstone opkeek
ondor het vastmaken van de jurk van het
kind.
.Zeker," zei hij; ,,ik zal er u doorheen
helpen."
„U hadt gelijk omtrent Dora," zei zc
hem vertrouwelijk„zij heeft gefaald. Er
was geen voorafgaand feit. Arme Dora."
„Kijk eens," zei Maydenstone opgewekt,
„ik dacht er juist over om thee te gaan
zetten."
Het was niet waar, want hij had juist
meer dan een uur geleden zijn laatsten
maaltijd voor dien dag genomenmaar het
hielp hem in zijn voornemen, om haar af
leiding te geven.
„O ja, laat ik u helpen," zei Esther op
gewekt. „Heb je honger, Kitjjy?"
„Een klein beetje," zei het kind, dat ver-
langead naar den blaasbalg keek.
Maydenstone wierp nog wat turf op het
vuur, zette water op, en maakte Kitty
hoogst gelukkig, door haar den blaasbalg
te geven, om mee te spelen. Esther volgde
hem door het huisje op de aandoenlijk on- j
derworpen manier van iemand, die te veel
overspannen is, <5m zich van zijn. eigen be- I
weging bewust te zijn. Ver van bem te hel- I
pen, hinderde zij hem bij het gereed maken
van don maaltijd: zij liep hem in den weg.
deed de dingen nog eens, die hij al gedaan j
had, schikte de borden heen en weer met
kleine, afgetrokken duwtjes; het was alles j
treurig om te zien bij iemand, die gewoon-
lijk zoo flink was bij alles, wat zij deed. Hij
spon de voorbereidingen van den maaltijd
zóó uit, dat hij begreep, dat bij belachelijk
werd, en hij praatte voortdurend onzin over
zijn huishoudelijke bezigheden. Zijn eenig
denkbeeld' was, haar aan den gang te hou
den. Hij vreesde, dat er weldra een reactie
zou komen, en dat zij spijt zou hebben over
wat zij gedaan had, wat het ook zijn mocht,
ïn ieder geval vermoedde hij, dab zij een
plotselinge ingeving gevolgd was met bij
hem te komen, en hij hoopte, dat die in
geving, gaandeweg in gang zou komen en
haar .in een toestand brengen, waarin zij
kalm en verstandig met hem spreken kon,
en door hem gerustgesteld kon worden, dat,
wat er ook gebeurd was, zij bet best moge
lijke ding gedaan had, door bij hem te. ko
men. Zijn eenige vrees was, dat zij spijt kon
hebben, dat zij gekomen was. Voor hem zelf
was het genoeg, dat zij er was, onder zijn
dag, instinctmatig daar heen geleid en blijk
baar in de hoop op zijn bescherming en
hulp. Het was met die gedachte te geluk- i
kig, om veel te tobben, over wat er gebeurd j
was en thans vond hij or een genoegen in
te trachten, d'e oplossing te zoeken uit de
enkele woorden, die zij losliet omtrent het
geen zij gedaan had, voordat zij naar hem
kwam.
Toen do maaltijd eindelijk klaar was,
was het een zonderling mengelmoes van
koek en sardines en ingelegde vruchten, cn I
op het punt van gesprek was het kwijnend i
en opgeschroefd. Esthor en Maydenstone
deden, alsof zij veel aten, en lachten uit
bundig over al de opmerkingen van Kitty,
telkens met een gevoel van verlichting,
alsof zij niet. precies wisten, wat er komen
zou. Zij spraken luid en snel, zooals men-
schen doen, om een ander te doen zwijgen,
die ieder oogenblik wat geks zeggen kan,
en de omstandigheden maakten inderdaad
van Kit-ty nogal een enfant terrible. Tegen
het einde van don maaltijd, dien zij rekten
zoolang zij konden, zei Kitty, die peinzend
naar het donkerblauwe vierkant van het
raam keek, met een trilling in haar stem
„Zullen wij in het donker naar huis moe
ten loopenï"
„Juffrouw Jelbart zal u graag willen lo-
geeren," zei Maydenstone. zich haastig tob
Esther keerendc. Zij keek een beetje teleur
gesteld en zei, met een verlegenheid, die hij
allerliefst in haar vond
„Mogen wij niet hier blijven?"
„O, wil u?" zei hij met klqppend hart.
Hij tastte zoo volkomen in het duister, in
hoever zij begreep, wat zij deed, dat hij
bang was geweest haar te vragen om te
blijven. Nu schikte do zaak zich prachtig.
Straks zou hij naar de boerderij gaan, en
juffrouw Jelbart sturen, om rijn plaats in
te nemen. Juffrouw Jelbart was zeer be
scheiden, en zoo moedig als een leeuw. I
Zij maakten het zich zeer druk met het
theegoed om te wasschen en weg te zetten,
terwijl Kitty slaperig voor het vuur zat, en
met haar blaasbalg kleine holten in de
grauwe brandstof maakte. Maydenston§
kreeg opeens angst, dat Esther in haar heen
en weer loopen met kopjes en bordjes haar
handschoen zou vinden. Wat het ook kost
te, dat moest hij verhinderen. Zij iou bang
worden bij het eerste teeken van sentimen
taliteit. Na een paar angstige oogenblik-
ken slaagde hij er in, den handschoen on
gemerkt te nemen uit de lade, waar zijn
tafellaken lag, en hem in zijn zak le stop
pen.
Het grappige van in haar kleeren naar
bed te gaan op den mooien zolder onder
liet dakraam met de sterren, die naar bin
nen zagen, deed Kitty eindelijk besluiten
den blaasbalg en haar plaats bij het vuur
te verlaten. Zij viol in slaap, terwijl zij de
sterren telde in de keuken beneden hoor
den zij haar slaperige stem midden in een
berekening stil worden. Een moeilijk oogen
blik bleef nog. Indien Esther handelde met
het volle bewustzijn van wat de menschcn
zouden zeggen, van al de gevolgen voor
haar zelf. dan was hij tot alles bereid; en
do oogenblikkelijko mogelijkheid van Ro-
sewarne's komst en een grooten twist, gaf
hem 'slechts een heerlijk voorproefje van
de gelegenheid om voor haar te strijden.
Maar hij verlangde natuurlijk eerst pre
cies te weten, waarvoor zij wegliep, in welke
hoedanigheid en hoe ver zij dacht te gaan.
Intusschen zat rij behaaglijk voor het vuur.
„Is u niet bang, hier een halfuur alleen
te blijven?" vroeg hij thans. ,,U kunt do
deur op slot doen. Ik ga naar do boerderij,
om juffrouw Jelbart bij u te sturen."
P4Neen, ik- geloof niet, dat ik bang ben,"
zei ze; „maar is dat noodig? Wij rijn hee!
goed hier zooals wij zijn."
Hij was er te veel op gesteld het juiste
gevoel te peilen, om daarmede tevreden te
zijn. De echte vreugde van den toestand
hing voor hem daarvan af, of zij precies
wist, wat zij deed. Als zij alleen uit veilig
heid naar hem gevlucht was, zou hij trouw
tot don dOod zijn maar altijd met bet ge
voel, dat hij beroofd was van het schoonste
bewijs van haar liefde roor hem.
„Neen, hot is niet noodig," zei hij„niet
als u alles inziet, wat de eer, die u mij aan
doet, u later kosten kan."
„Ja, dat begrijp ik volkomen. Ik geloof, -
dat ik voor den eersten-keer van mijn. leven
volmaakt verstandig ben. U heeft eens ge
zegd. dat niets, wat wij zeiden, iets beteo-
kende. Nu wensch ik duidelijk te spreken.
Het is niet mooi er u in te halen, dat
weet' ik, maar ik dacht riet. u niet,
hoe ik op u vertrouw?" vroeg zij plotse
ling, met tranen in haar oogon. „Er was
niemand anders, dien ik kon bedenken, die
er niet in zekeren zin bij betrokken is, en
als u mij in den steek laat
„Neen, dat zal ik niet doen," zei hij, in
zijn geheele wezen aangovuurd door net
groote vertrouwen, dat zij hem schonk,
was hem genoeg, en hij was blij t-e gevoe
len, hoe tevreden hij was met het vertrou
wen, dat zij in hem stelde, zonder zelfs den
wensch te koesteren om te mijmeren, over
de zachtere gevoelens, waarvan men bil
lijkerwijs zou mogen veronderstellen, dat
zij er mee verbondon waren.
(Wordt vervolgd.)