LEIDSCH DAGBLAU Feestdag van Leiden's Ontzet Dinsdag 30 September 1919. OfficieeBe Kennisgevingen. STADSNIEUWS FEUILLETON, NIEST TES KOOP. PRIJS DER ADVERTENTIES BO Ots. per regel. Dos Zaterdags 40 Ots. pet' regel. Kleine adveitentiïu Woensdag 76 Ots., Zaterdag 1.— bij een maximum Bantal woorden Tan 30. Incasso yolgons posi- reebt. Voor evontucole opzending van brieven JO pta, po-rto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PRIJS DEZER COURANT: iVooi Leiden p, 8 mnd, I2J.0, p, Treek £0.13 ■Luiten Leiden, waar agenten ge vestigd zijn, per week M O.iü 'Franco per post as as acs vx p 2.50 Nummer 18277. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen. EERSTE BLAD. Op Vrijdag 3 October a.s. zal liet „X.eidscli Dagblad" niet verschijnen. UITREIKING VAN SU IK ER KAARTEN. Ie Burgemeester der Gemeente Leiden brengt ter algemeene kennis, dat Woensdag 1 October een aanvang zal worden gemaakt jnet de uitreiking van Suikerkaarten. Deze uitgifte geschiedt uitsluitend cpf •vertoon van de Levensmiddelenkaart en wel: Aan heb Broodbureau Nieuwe-Ryn van 's morgens 912 uur 's middags van- 25 uur en 's avoids van 7—9 uur. Aan de volgende hulpposten: i frludstimmerwerf, Galgewater. i 1 I Gasfabriek. Tweelingstraalv I i Reinigingsdienst, St.-Jacobsgracht. 1 "aMcrgens van 912 en 's middags van Z5 uur. De uitgifte zal geschieden voor hen wier kc'art is afgestempeld Pest Nieuwe-Rijn: - Woensdag 1 October No. 1 t/m 2000. Donderdag 2 Oct. No. 2001 t/m 4000. Zaterdag 4 Oct. No. 4001 t/m 6000. [Maandag 6 Oct. Ne. 6001 en hooger. iVccr hen wier kaart is afgestempeld voor ©en der hulpposten Woensdag 1 October No. 1 t/m S00. Donderdag 2 Oct. Nc. 800 t/m 1600. Zaterdag 4 Oct. No. J601 t/m 2400. Maandag 6 Oct. Nc. 2401 en hooger. Een ieder is verplicht zich aan boven staande regeling te houden en onmiddellijk na in ontvangst name der kaarten te over tuigen, dat het juiste aantal ontvangen is. Aan later inkomende reclames kan geen gevolg wofden gegeven. Aan kinderen beneden 14 jaar worden gem kaarten afgegeven. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. I eiden, 29 September. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. De Burgemeester der gemeente Leiden brengt ter kennis van do ingezetenen, dat morgen (Woensdag) aan den Gemeentelij ken Vischwinkct ^ViSchmarkt) en aan de Stadshulpw.erf (Oude Hoerengracht) ver krijgbaar wordt gesteld: KLEINE SC DEL VISCH a f 02Ó per half K. G. De verkoop heeft plaats van omstreeks ^/alfnegen v.m. tot 2 uur n.in.% N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 30 September 1919. GROENTENVERKOOP. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene kennis, dab alleen voor inwo ners van. Leiden met ingang van Woens dag 1 October a. 8., dagelijks, behalve Zon dags des voormiddags van 8 tot 12 uur groenten zullen worden verkocht in onder staande localiteiten Garenmarkt, hoek Levendaal, Stadshuip- werf aan do Oude Heerengracht, Centrale Keuken aan de Pasteurstraa/t,' en in het Brandspuithuis aan de Kruisstraat, hoek Narmstraat. De groenten zullen zooveel Juiogelijk per gewicht worden verkocht. Prijslijsten zijn in de verkooplokalen op gehangen. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden. 30 September 1919. LEIDSCHE WINKELWEEK. II. i (De opening). Er heersebte gisteravond reeds een recht gezellige drukte in Leidens winkelstraten, De meeste mededingers hadden hun uitstal lingen gereed en zij zcuden geen goede za- kenmenschea zijn geweest, zoo zij met het openstellen hadden gewacht tot het uur der cfficieele opening. Voor andere winkelra men bleven de gordijnen nog gesloten, doch heb was merkbaar, dat men in den winkel in veile actie was. Dat duurde bij sommigen zeTts tct na middernacht. Het zegt heelwat, ton mooie étalage te maken! En nu is dan heden eindelijk alles gereed gekomen en zijn wij in de gelegenheid ge steld de prestaties van onzen winkelstand in haar vollen omvang te kunnen bezichti gen enbewonderen. De algemeane indruk wij spreken hier niet vcor onszelf alleèn is buitengewoon, gunstig. Wie zich de vorige winkelweek nog herinnert, zal bij een vergelijking onmiddel lijk tct de slotsom komen, dat de uitstallin gen niet alleen veel talrjjker, maar cok veel vollediger, veel rijker en veel mooier zijn. Er is beduidend meer werk van gemaakt. Daarbij komt, dat de medewerking der bur gerij door heb aanbrengen van versieringen en vluggen in vele straten den totaalindruk veel grooter maakt. En wanneer zoo als vandaag het vroolrjke herlstzcnn.tje de versierde straten beschijnt en menige schitterende uitstalling in gloed zet, wordt liet een dubbel genot niet één maal. maar by herhaling een wandeling door do stad te maken. Wjj liepen morgen onze indrukken daar over cenigszins gedetailleerd weer te geven; vandaag willen wij ons bepalen tot de ope ning zelve. De redevoeringen en toesprakén, daarbij gehouden, hebben niet alleen als gelegen- li aids* peches waarde; hun beteekenis gaat verder, waar de drie heeren, die heb woord hebben gevoerd, allen het vraagstuk der duurte hebben belicht, en uit de toespraken is gebleken dat cok bij de winkeliers zeiven, heb besef levendig wordt, dat elke onrede lijke prijsopdrijving uit den booze is en onbetamelijk en tien slotte den winkelstand als zoodanig zal schaden. Vanmiddag te twaalf uren, kwamen in de kamer van B. en W. met het Dag. Bestuur dor gemeente en tal van Raadsleden, het bestuur der 3 October-Vereeniging, de Com missie der Winkelweek een grcot aantal me- cedingers en andere genoodigden voor de openingsplechtigheid bijeen. Do waarnemende voorzitter der S-October-Ver- cenigirig, do heer W. van Rossum du Chattel, hield.de volgende rede: „Alvorens IJ, Edelachlbaren Heer Burgemees ter, te verzoeken de winkelweek te openen, zij het mij als, loco-voorzitter der B-October-Veröe- niging vergund een enkol woord tot U allon te spreken. Laat ik dan beginnen mijn groote vreugde uit te spreken, dat, na vijf jaren van worsteling tegen de grootste ramp, die ooit het menschdom heeft geteisterd, eindelijk een betere tijd is aan gebroken en de eerste officieele feestdag van Leidens Ontzet tn al zijn ouden luister weer zal gevierd worden. Ik wil mij echter niet ontveinzen, dat de toe stand nog steeds zeor duister is en het probleem van schaarschte en duurte het evenwicht in ons economisch lewn tracht te vejsloron. Dit neemt echter niet weg, dat er gegronde roden is om to hopon, 'dat betere tijden zullen komen, tijderfvan geluk en welvaart; tijden van arbeid, arbeids- lusf en arbeidsvreugde. Beter en welsprekender had waarschijnlijk on- zo waardige vroegere Voorzitter, wijlen den heer N. Brouwer, deze inleidende woorden tot U kun nen richten, on ik hen er zeker van, de tolk van alle leden der 3-Oclober-Vereeniging te zijn, wanneer ik van dezo plaats c-en weemoedige huldo breng aan de nagedachtenis van den man, die 29 jaren lang de herdenking van Leidens Ontzet op zoo meesterlijke wijze wist te leiden. En in dit Raadhuis, het historisch gebouw, waar Leidens geschiedenis haar middelpunt vindt, wij den wij hem nog gaarne een woord van innigen dank en gedenken helgeon hij heoft gedaan voor de geschiedenis van onze geliefde stad Leiden. Dezo feestviering der 3-0ctoberrVcreeniging wijkt ditmaal wel wat af van het klassieke pro gram uit vroegere jaren. Mede geleid door de gedachte, dat na de vijf moeilijke crisisjaren het oude feest, zoo het kon, nog luisterrijker dan voorheen behoorde gevierd to worden, heeft ons bestuur gemeend aan de herdenking van den 3- Octoberdag nog een winkelweek te moeten ver binden. Het bestuur werd hiertoe gebracht door het feit, dat het internationaal verkeer zich langza- morhand weer gaat herstellen, dat import en export hun nuttigen invlood op vraag en aan bod als voorheen doen gevoelen, en meende daar om den Leidschen winkelier of heter gezegd den handeldrijvenden middensand in de gelegenheid to moeten stellen, om het beste, het mooiste en zoo het kan het goedkoopste te doen zien, dat op dit 'dogen-blik door don handel aangeboden wordt. De deelneming der Leidsche winkeliers is zeer groot. 230 in 't geheel werken mede en dit is een getal, dat niemand onzer bij den opzet had verwacht. Dit dunkt ons een bewijs, dat de win kelstand zoekt front to maken tegenover een deel der burgerij, dat in den winkelier ziet den- gene, dio er op uit is zijn medemenschen door woekerwinsten of andere praktijken het vel over do ooren te lialen. Hierbij kan dadelijk opgemerkt worden, dat er, helaas, gevallen zijn voorgekomen, misschien nog zich voordoen, dat niet werd gehandeld in het belang der gemeenschap on daarom is het ook do taak der middenstandsorganisaties, om haaT leden to wijzen op de plichten, die zij hebben tegenover de gemeenschap. De vroegere goede en eerlijke verhouding tus- sclion consument en winkelier moet wederkeeren en wij mogen er van verzekerd zijn: wanneer weer eerst de groote schaarschte zal zijn verdwe nen en eenige reserves kunnen worden gemaakt, do levering van levensmiddelen en handelswaren evenals vóór don oorlog weer tot tevredenheid van consument en winkelier beiden, zal worden uitgevoerd. Ik meen dan ook namens den geheelen handel drijvenden middenstand te spreken, wanneer ik U, Edelaclrtba.ro Heer Burgemeester, dank zeg, dat Gij U als hoofd der gemeente bereid verklaard hebt de Leidsche Winkelweek officieel te willen openen. Wij zien hierin toch duidelijk aangetoond, dat het Gemeentebestuur vertrouwen stelt in den winkelstand. Do winkelier op zijn beurt zal het als een eer beschouwen zijn taak en verplichtin gen ten opzichte van overheid en burgerij naar behooren te vervullen. Deze winkelweek wijkt belangrijk af van die, welke hier drie jaar geleden werd gehouden. Bracht men toon uitsluitend het Nedérlandsch fabrikaat naar voren hetgeen vooral in dio crisisjaren van het hoogste belang was, waar deering van eigen nijverheid was den Hollander vóór den oorlog nog weinig eigen, thans, zooals reeds werd opgemerkt, zal men naast vele voort brengselen van eigen nijverheid ook het mooiste on beste kunrien zien, wat thans weer uit het bui tenland wordt aangevoerd. Ons bestuur hoopt dan ook, dat de Leidsche winkelweek die zal aansluiten aan de luisterrijke viering van den 3-October-dag, een gepaste ont spanning zal brengen na een reeks van scherpe tegenstellingen en zware zorgen, zooals wij in do laatste jaren hebben doorgemaakt Dank zij de medewerking van alle kringen, de vele straatversieringen in allo deelen der stad spreken hier voor zichzelf meent "ons bestuur roods nu te mogen verklaren met deze wijze van feestviering in alle opzichten gelukkig geslaagd te zijn. Aan allon, die hierloo hebben medegewerkt, ouzo oprechto dank. Dio dank geldt 'in nog meerdere mate U allen, hier tegenwoordig, dio met zooveel ijver en toe wijding de uitvoering van het plan hebt mogelijk gemaakt, en nogmaals en nog meer in het bij zonder brengen wij onzen dank aan U, Edelacht bare Heor Burgemeester, wien ik bij dezen ver zoek de winkelweek to willen openen." Er volgden op dezo redo warme toejuichingen. De burgemeester, JhV. mr. dr. N. C dc Gijsc- laar, die op zich genomen bad de winkelweek of ficieel to openen, hield daarop de navolgende toespraak: „Mijnheer de loco-voorzitter van de 3-Oclober- Vereeniging, Alvorens over to gaan, om te voldoen aan Uw verzoek, om do winkelweek te willen openen, zou ik gaarne enkele woorden spreken in antwoord op Uw zooeven gehouden rode. Ook het gemeentebestuur van Leiden verheugt zich met U, dat dit jaar wederom het gebruike- lijko 3-October-feest gevierd kan worden, speci aal, dat de Iraditioneelc uitdeeling van haring cn wittebrood, jarenlang niet mogelijk, thans weer kan plaats hebben. Wol is de toekomst nog steeds niet helder, maar laten wij op betere tijden hopen; in alle gevallen wenschcn wij do 3-October-Vereeniging succes too mot de hervatting van haar werk zaamheden. Met voldoening nam het gemeentebestuur nota van Uwe verklaring, dat hel ook de taaie is van do middenstandsorganisaties om haar leden te wijzen op de plichten, die zij hebben tegenover de gemeenschap. Nog kort geleden had binnen deze stad een R.-K. Middenstandscongres plaats en een der sprekers verkondigde toen, naar ik mij meen to herinneren, de leer, dat aan den middenstand zeker, voor zijn moeite, initiatief en energie een winst toekomt, doch dat dio winst rechtvaardig moet zijn en de middenstand in de eerste plaats or zich van doordrongen moet voelen, dat hij do maatschappij moet dienen. Dat standpunt was, mijns inziens, het juiste. Wordt daarvan afgeweken, dan moet het ge meentebestuur ingrijpen en zal niet aarzelen dat te dpen Wordt het juiste standpunt door sommigen nidt ingenomen, dan komt ook verzet van uit de burgerij: het bewijs hiervoor behoef ik thans niet in herinnering lo brengen. Na uwe pertinente verklaring, dat de winkelier bet als een eer zal beschouwen zijn taak en ver plichtingen ten opzichte van overheid en bur gerij naar behooren te vervullen en in verband met Uwe mededoeling, dat de winkelweek den Leidschen winkelier of beter gezegd den handel drijvenden middenstand in de gelegenheid zal stellen om het beste, bet mooiste en zoo het kan het goedkoopste te doen zion, dat op het oogc-n- blik door den handel wordt aangeboden, meen ik, dat hel gemeentebestuur niet anders kan doen, dan met sympathie Uwe plannen én voornemens to begroeten. Mogen den de 3-Oclober-foe3ten, waarbij wij, ovonals U, met leedwezen de leiding van den betreurden Brouwer missen, en eveneens do winkelweek, slagen Nogmaals, na het door U medegedeelde, be schouwen wij het geheolc plan, door U zoocven ontvouwd, met waardeering ön gaarne verklaar ik dan ook, op Uw verzoek hiermede de win kelweek voor geopend en dank alle aanwezigen zeer voor hare en hunne tegenwoordigheid.'' Ook op dezo toespraak volgde warm applaus. Ten slotte voordo nog het woord do voorzit ter der Gommissio ter voorbereiding en regeling der Winkelweek, do heer H. M. Pierrot. „EdelAchtbare Heec Burgemeester, Als voorzitter der commissie van de Leid sche winkelweek rust op mij, na de opening, welke zoo juist door UEd.Achtbare heeft plaats gehad, dc plicht U namens deze commissie on- zon liartelijken dank te betuigen, want door deze daad hebt gij getoond met het streven der win- koliers te sympathiseeren en de kroon op ons werk gezet. Gode zij dank, zijn wij voor oorlog gespaard gebleven, maar, het is reeds door den loco-voorzitter der 3-October-Voreeniging aan gestipt, voor een nieuw gevaar hebben wij on3 te hoeden en dit gevaar is: de publieke opinie. Zij ziet in den winkelier een zwart monster, door sommige is, het zij tol hun schande ge zegd, daar aanleiding tos gegeven; maar do rechtgeaarde winkelier is paraat, hij slaat klaar dit te logenstraffen, cn zal daartoe alle middelen aanwenden, ja zelf meewerken dit kwaad, mocht het onverhoopt nog bestaan, te bestrijden. De organisaties zullen binnen korten tijd daarom besluiten, hen, dio zich schuldig maken aan prijsoverdrijvmg, uit lnm gelederen te verwijde ren. Een nieuw tijdperk gaat de winkelier in. De winkelweek, in het leven geroepen door do 3-Ocober-Vcreeniging, biedt hun daarvoor een schoone gelegenheid. Een woord van dank is hier dan ook zeker op zijn plaats aan het be stuur dier Veveeniging voor het initiatief, dat zij genomen en do financieelc steun ,die zij er voor geschonken heeft. Het aantal deelnemers was voor dc Commissie meer dan woorden zeg gen een voldoening voor haar arbeid, maar het aantal is nog niet groot genoeg, het belang van een zoodanigo week wordt nog niet algemeen begrepen; een winkelweek is immers voor den winkelier wat de Jaarbeurs voor den fabrikant is; geeft deze te aanschouwen wat de nijver heid lot stand kan brengen: gene brengt de nij verheidsproducten onder het oóg van do ver bruikers, geplaatst in sierlijke en wedijverende étalages, welks streven van al-dan-niet geslaagd zijn door een jury zal beoordeeld worden. Het zij hier dan ook met groote blijdschap in herin nering gebracht, dat het Koninklijk Huis dit streven waardeerde; want tijdens de Haagsche winkelweek nam H. M. onze geëerbiedigde Ko ningin persoonlijk verschillende étalages in oogenschouw, aldus zich overtuigend van het- gcon den winkelier tot stand kan brengen. Ook' kior ondervinden wij deze sympathie, daar H. M. de Koningin, ovenals H. M. de Koningin- Moeder de Commissie een medaille ter beschik king stelde, wolk schoon voorbeeld, hetzij in den vorm van medailles, luxe-artikelon of geld, door velo particulieren en instellingen gevolgd is. Aan allen do oprechto dank der Commissie. Eindi gend wil ik den wensch uitspreken, dat aan een volgendo winkelweek door alle Leidsche winke liers zal worden deelgenomen Na deze toespraken liet buiten voor het Stadh is het Stedelijk Muziekkorps zich hoo- cen, cm vervolgens spslend een rondgang makende door heb oentram der stad als het ware luide en blij verkondigend, dat da Leidsche Winkelweek geopend was. In da straten was het dez'en geheeletn eer-ten dag reeds druk. Zóó zal het wel voortduren tot en op' den 3den October, den groeten feestdag. lioudt vooral rechts, wandelende Leide- naars, en weest in gepast vroolrjke stemming! Dan gaat het goed en valt er veel te ge nieten in Leiden in feestdos Do heer A, de Jong Ezn., 3lhier,- eerste secretaris van de Ver. van ChïJ. Onderwijzers, is benoemd tot directeur van het weldra te openen Vereenigingskantoor. De benoeming door het hoofdbestuur ge schiedde mtet algemeene stemmen. Men zal zich herinneren, dat B. en Wu dezer gemeente de grootste moeite gehad' hebben om de goedkeuring van Z.Exc. den' Minister van Onderwijs he verkrijgen og de jongste verordening, regelende de jaar wedden van de leeraren bij het Gymnasiaal en Middelbaar Onderwijs hier ter plaatse. Ten slotte moest de Raad zich neerleggen by den wensch van den Minister om niet' boven de Rijksregeling te gaan. Waar nu evenwel den Ryksleeraren, even als aan alle ambtenaren van het Ryk, met 1 October een bijzondere uitkeering is toe gezegd. bestaande in een twaalfde van hun jaarwedde tot f2400 plus één vier-en-twïn- tigste van dat gedeelte van hun salaris, dat de f2400 te boven gaat, meent de Vereeniging van Leeraren in dienst der ge meente Leiden, dat door dezen maatregel een ongelijkheid is ontstaan in salarieering van leeraren in Rijks- en in Gemeentedienst, wat de Minister juist wenscht te verhinderen. Daarom heeft hot bestuur dier Vereeni- (Nadruk verboden.) 55) Maydienston© keek haar met de uiterste verbazing aan. Hij had er geen begrip van, wat er gebeurd) was, en hij wilde natuurlijk vragen doenmaar inziende, dat cr slechts ieen verkeerd woord noodig was, om haar geheel te doen inzinken, was hij bang om te spreken. „Toe, Essie, wil je mijn goed weer dicht maken?" vroeg Kitty. Hot is koud." Het was zeer duidelijk, dat zij met het geluk kig snel vergeten van kinderen vond, dat er vreeselijk veel drukte om niets gemaakt werd. Esther lachte on kuste haar. ,,Wilt u mij er doorheen helpen?"- vroeg zij, terwijl zij naar Maydenstone opkeek ondor het vastmaken van de jurk van het kind. .Zeker," zei hij; ,,ik zal er u doorheen helpen." „U hadt gelijk omtrent Dora," zei zc hem vertrouwelijk„zij heeft gefaald. Er was geen voorafgaand feit. Arme Dora." „Kijk eens," zei Maydenstone opgewekt, „ik dacht er juist over om thee te gaan zetten." Het was niet waar, want hij had juist meer dan een uur geleden zijn laatsten maaltijd voor dien dag genomenmaar het hielp hem in zijn voornemen, om haar af leiding te geven. „O ja, laat ik u helpen," zei Esther op gewekt. „Heb je honger, Kitjjy?" „Een klein beetje," zei het kind, dat ver- langead naar den blaasbalg keek. Maydenstone wierp nog wat turf op het vuur, zette water op, en maakte Kitty hoogst gelukkig, door haar den blaasbalg te geven, om mee te spelen. Esther volgde hem door het huisje op de aandoenlijk on- j derworpen manier van iemand, die te veel overspannen is, <5m zich van zijn. eigen be- I weging bewust te zijn. Ver van bem te hel- I pen, hinderde zij hem bij het gereed maken van don maaltijd: zij liep hem in den weg. deed de dingen nog eens, die hij al gedaan j had, schikte de borden heen en weer met kleine, afgetrokken duwtjes; het was alles j treurig om te zien bij iemand, die gewoon- lijk zoo flink was bij alles, wat zij deed. Hij spon de voorbereidingen van den maaltijd zóó uit, dat hij begreep, dat bij belachelijk werd, en hij praatte voortdurend onzin over zijn huishoudelijke bezigheden. Zijn eenig denkbeeld' was, haar aan den gang te hou den. Hij vreesde, dat er weldra een reactie zou komen, en dat zij spijt zou hebben over wat zij gedaan had, wat het ook zijn mocht, ïn ieder geval vermoedde hij, dab zij een plotselinge ingeving gevolgd was met bij hem te komen, en hij hoopte, dat die in geving, gaandeweg in gang zou komen en haar .in een toestand brengen, waarin zij kalm en verstandig met hem spreken kon, en door hem gerustgesteld kon worden, dat, wat er ook gebeurd was, zij bet best moge lijke ding gedaan had, door bij hem te. ko men. Zijn eenige vrees was, dat zij spijt kon hebben, dat zij gekomen was. Voor hem zelf was het genoeg, dat zij er was, onder zijn dag, instinctmatig daar heen geleid en blijk baar in de hoop op zijn bescherming en hulp. Het was met die gedachte te geluk- i kig, om veel te tobben, over wat er gebeurd j was en thans vond hij or een genoegen in te trachten, d'e oplossing te zoeken uit de enkele woorden, die zij losliet omtrent het geen zij gedaan had, voordat zij naar hem kwam. Toen do maaltijd eindelijk klaar was, was het een zonderling mengelmoes van koek en sardines en ingelegde vruchten, cn I op het punt van gesprek was het kwijnend i en opgeschroefd. Esthor en Maydenstone deden, alsof zij veel aten, en lachten uit bundig over al de opmerkingen van Kitty, telkens met een gevoel van verlichting, alsof zij niet. precies wisten, wat er komen zou. Zij spraken luid en snel, zooals men- schen doen, om een ander te doen zwijgen, die ieder oogenblik wat geks zeggen kan, en de omstandigheden maakten inderdaad van Kit-ty nogal een enfant terrible. Tegen het einde van don maaltijd, dien zij rekten zoolang zij konden, zei Kitty, die peinzend naar het donkerblauwe vierkant van het raam keek, met een trilling in haar stem „Zullen wij in het donker naar huis moe ten loopenï" „Juffrouw Jelbart zal u graag willen lo- geeren," zei Maydenstone. zich haastig tob Esther keerendc. Zij keek een beetje teleur gesteld en zei, met een verlegenheid, die hij allerliefst in haar vond „Mogen wij niet hier blijven?" „O, wil u?" zei hij met klqppend hart. Hij tastte zoo volkomen in het duister, in hoever zij begreep, wat zij deed, dat hij bang was geweest haar te vragen om te blijven. Nu schikte do zaak zich prachtig. Straks zou hij naar de boerderij gaan, en juffrouw Jelbart sturen, om rijn plaats in te nemen. Juffrouw Jelbart was zeer be scheiden, en zoo moedig als een leeuw. I Zij maakten het zich zeer druk met het theegoed om te wasschen en weg te zetten, terwijl Kitty slaperig voor het vuur zat, en met haar blaasbalg kleine holten in de grauwe brandstof maakte. Maydenston§ kreeg opeens angst, dat Esther in haar heen en weer loopen met kopjes en bordjes haar handschoen zou vinden. Wat het ook kost te, dat moest hij verhinderen. Zij iou bang worden bij het eerste teeken van sentimen taliteit. Na een paar angstige oogenblik- ken slaagde hij er in, den handschoen on gemerkt te nemen uit de lade, waar zijn tafellaken lag, en hem in zijn zak le stop pen. Het grappige van in haar kleeren naar bed te gaan op den mooien zolder onder liet dakraam met de sterren, die naar bin nen zagen, deed Kitty eindelijk besluiten den blaasbalg en haar plaats bij het vuur te verlaten. Zij viol in slaap, terwijl zij de sterren telde in de keuken beneden hoor den zij haar slaperige stem midden in een berekening stil worden. Een moeilijk oogen blik bleef nog. Indien Esther handelde met het volle bewustzijn van wat de menschcn zouden zeggen, van al de gevolgen voor haar zelf. dan was hij tot alles bereid; en do oogenblikkelijko mogelijkheid van Ro- sewarne's komst en een grooten twist, gaf hem 'slechts een heerlijk voorproefje van de gelegenheid om voor haar te strijden. Maar hij verlangde natuurlijk eerst pre cies te weten, waarvoor zij wegliep, in welke hoedanigheid en hoe ver zij dacht te gaan. Intusschen zat rij behaaglijk voor het vuur. „Is u niet bang, hier een halfuur alleen te blijven?" vroeg hij thans. ,,U kunt do deur op slot doen. Ik ga naar do boerderij, om juffrouw Jelbart bij u te sturen." P4Neen, ik- geloof niet, dat ik bang ben," zei ze; „maar is dat noodig? Wij rijn hee! goed hier zooals wij zijn." Hij was er te veel op gesteld het juiste gevoel te peilen, om daarmede tevreden te zijn. De echte vreugde van den toestand hing voor hem daarvan af, of zij precies wist, wat zij deed. Als zij alleen uit veilig heid naar hem gevlucht was, zou hij trouw tot don dOod zijn maar altijd met bet ge voel, dat hij beroofd was van het schoonste bewijs van haar liefde roor hem. „Neen, hot is niet noodig," zei hij„niet als u alles inziet, wat de eer, die u mij aan doet, u later kosten kan." „Ja, dat begrijp ik volkomen. Ik geloof, - dat ik voor den eersten-keer van mijn. leven volmaakt verstandig ben. U heeft eens ge zegd. dat niets, wat wij zeiden, iets beteo- kende. Nu wensch ik duidelijk te spreken. Het is niet mooi er u in te halen, dat weet' ik, maar ik dacht riet. u niet, hoe ik op u vertrouw?" vroeg zij plotse ling, met tranen in haar oogon. „Er was niemand anders, dien ik kon bedenken, die er niet in zekeren zin bij betrokken is, en als u mij in den steek laat „Neen, dat zal ik niet doen," zei hij, in zijn geheele wezen aangovuurd door net groote vertrouwen, dat zij hem schonk, was hem genoeg, en hij was blij t-e gevoe len, hoe tevreden hij was met het vertrou wen, dat zij in hem stelde, zonder zelfs den wensch te koesteren om te mijmeren, over de zachtere gevoelens, waarvan men bil lijkerwijs zou mogen veronderstellen, dat zij er mee verbondon waren. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 1