KUNST EN LETTEREN. gever die dit und&rwys lieelt gevolgd, i kriigt meer belangstelling voor zijn arbeid. Veef dingen, die hij tot nog toe eenvoudig op gezag of onbewust van de bct-eekenis verrichtte, verschijnen thans veer heir, in en ander licht: hij begrijpt zijn werk. Pit verhoogt zijn productiewaarde en daarmee op den duur zijn inkomen. Aan de leerlingen, die den cursus ge durende twee winters met ijver hsfch-n ge volgd, wordt daarvan een bewijs uil ge reikt. een diploma, liet is jammer, dat door de patroons in het bloemtollenbedrijf slechts zeer zelden eenigo voorkeur o£ financieel profijt aan dit diploma wordt toegekend." Toch" zal dit op den duur ongetwijfeld ge beuren. Hoe ninn elders over dit diploma denkt, blijkt wel, als men de advertentie kolommen van „Floralia" doorkijkt. Een geval, dat onlangs te Rillegom is voorge komen, diene als voorbeeld. Een bloemist- knecht solliciteerde naar de betrekking van tuinbaas op een bepaalde inrichting. De verkregen inlichtingen en de persoonlijke kennismaking waren van dien aard, dat men dezen sollicitant gaarne de betrekking wilde toevertrouwen. Zjjn benoeming stuitte echter alleen af op het feit, dat hij niet in het bezit was van een diploma van een tuir.- bonwwintercursus. ite fessen aan deze cursussen zijn toe gankelijk voor leerlingen van elke gods dienstige richting. De lesuren vallen steeds in den avond en de kosten zijn uiterst ge ring. Dat men dan ook de gelegenheid tot het verkrijgen van vakonderwijs op zu.ue gemakkelijke voorwaarden niet late voorbij gaan. JV. A. VAN DER WAL, Land- en tuinbouwonder'.vijzer, v Hillegonr. HOLLAND, ONTWAAK! Door de vtranderdo economische en poli- tifke toestanden is het thans, méér dan ooit, zaak vcor ons, Hollanders, de banden met het buitenland, waar het kan, te versterken, ^n do eerste plaats met dia landen, waar stamverwanten wonen en die ens sympathiek zijn. Len der landen, die er voor in aanmer king komt, is zeker Zuid-Afrika. Hoezeer men ens daar genegen is, blijkt wel uit het zen den v.pn het schip met maïs, en uit de houding van Botha en Smuts, die oase voor spraak waren bij de groote mogendheden. Hoe weinig is hier in Heiland békend, dat nvnigeen daar goed zjjn brood zou kunnen virden in iandbeuw, handel of nijverheid. Het klimaat schijnt er gunstiger voor den Europeaan dan Indië. In Zuid-Afrika is in het Hollandsch sprekende gedeelte plaats vior zestig niillioen zielen! Haar dan is een Stoomvaartlijn, die Hc-lland di rect met een Zuid-Afrikaansche haven verbindt, gebiedend eisch. Personen en goederen moeten snel over en weer vervoerd kunnen woredn. Méér konmc moet verspreid worden omtrent de vooruitzichten voor hen, d'.e er een werk kring zoeken. In plaats van landverhuizing naar Amerika en Canada, waardoor 't En- gelsehdcm bevorderd, naar Argentinië waar door 't Latijnsche ras versterkt wordt, dient m.n naar Zuid-Afrika ts trekken. Zonder dht zal hetHcllandschdom er v en- tf w rjn e n en de Hollandsche taal er ten slotte ten ouderg3an. Dit khn on mag Holland niet onverschil lig laten. Komaan, laten wij deze zaak een3 flink aanpakken. Tijd en gelegenheid zijn na, méér dan óóit-, er toe aangebroken. B. K. Belangrijke invoer van fokschapen en fokvarkens uit Engeland, Da heeren Jb. Zuurbier, te Alkmaar, en R. Visser Lz., te Eerkkcufc, leden der firma Zuurbier en Zn., rijn dezer dagen uit Enge land teruggekeerd, waar door genozmde Ir ma fck-sciiapen en -varkens zijn aangekocht, cm te voorzien in de zoo hoognodige blóed- \<rversching van het Linccln-schaap en het Gk 'i-Ycrkshire-varken, waarvan, wat de schapen betreft, er reeds veel fckxers zijn ia Noord-Holland, Friesland en Groningen en ten aanzien van de varkens in Ncord- Eclland, Zuid-Holland, Zeeland, Limburg, Utiecht en Gelderland. en met kiektoestellen, hielden stil om do twee „typen" te bekijken. Lugg tikte tegen zijn pot en wilde wat zeggen, maar de da mes werden bang en gingen verder. „Sommige vrouwen verdienen de kroep te krijgen met haar lang uitgesneden klee- deren," zei de roockieurigen man. Lugg was niet de eerste mensch, die ban ger was voor den naam van een ding dan voor de zaak zolfZoo van het eene kar weitje op 't andere was hij een heel ijverig man, maar bij de eerste gedachte aan ge regelde bezigheid kreeg hij den schrik en zocht een uitvlucht. Misschien was er in zijn geest onderscheid tusschen werken cn werk. Als men er goed over dacht, was hij altijd aan het werken, maar werk? Werk, o ja, werk! Daarover sprak de dominee altijd. De plicht-, het voorrecht, do schoonheid, de vreugde van den arbeid. „Lugg," was hij gewoon te zeggen „waarom neem je niet wat werk?" En Lugg antwoordde. „Ik denk er over, mijnheer, ik denk er over." Hij had plezier in den dominee. Lang, met een rood gezicht, en goedhartig, moest hij altijd gehoor geven aan do roepstem van een klok. Lugg had niet graag een dominee willen zijnde klok kwam te veel er bij. te pas. Maar de predikant was niet de eenige, die tot hem over werk sprak. Daar was bijv. ook Rosewarne zelf. Toen hij aan hem dacht, spuwde Lugg voor zijn voeten. Rosewarne's opvatting van werk was, zijn klauwen op je te kunnen leggen dat kon iedereen zien. Hij had wel eén mil- lioen. Kenwyn kon hem beter begrijpen. Het behandelen van de kwalen van zijn hond had hem ©enig begrip gegeven van het werk van een dokter. Er was iets te doen; men zag wat men gedban ha^; men Gedurende de oorlogsjaren is, vcor zoover bekena, niet geïmporteerd. Vóór den oorlog hc-bben de hesren Zuurbier en Visser reeds verscheidene malen in Engeland met hetzelf de doel fokmateriaal aangekocht. Zcovvel toen als nu, hebben genoemde Ik en zich gewend „tot de voornaamste fok kers in Engeland, tea einde er voor te zor gen, dat eerste-klas-materiaal in ens land ter beschikking zou komen. het spreekt vanzelf, dat niet die prijzen kenden worden besteed als gemaakt ;rjn voor sommige rammen cp de groote jaarlijksche vcrkcoping van de „Lincoln Longwool Sheep Bloeders Association", ditmaal 11 Augus tas j.l. te Lincoln gehouden, waarbij één mm vuor 1600 guinfes (ongeveer 20.000 gn1 den) en verscheidene exemplaren voor meer dan 1200 gulden per stuk werden ver kocht. i:eze prrjzefi werden besteed door de eige naars van zeer groote fokkerijen in Argen tinië en Australië. Genoemde firmanten lmbb3n zich, overeen komstig de ©rflrjkheidslesr, er toe bepaald dieren te kcop.n, waarin het Moed voorkomt van de eerste prijswinnaars op de groote Engelsche tentoonstellingen. Van de 21 geïmporteerde D/c-jarige ram men zgn er 5 afkomstig uit de fokkerij van den heer Clifford Nicholson, wiens rammen dit- jaar op de groote Rcyal Show te Car diff riist don Champion en Keserve-Cham- picn benevens vele eerste prijzen werden bckicond. Do kudde van genoemden lokker, de „Hork stow manor kudde", is ontstaan dooi de overneming van een greet aantal (250 schapen) dieren met 5 van de D^sle rammen van wijlen den lieer Henry Dudding, wiens fokkerij tot de beroemdste van geheel En- geiann behoorde. Zevtn stuks zjjn aangekocht uit de fok kerij van den heer Turton, die in 1917 rammen gebruikte, afkomstig uit de fokke rij van den heer Jcseph Brocklebank, fok- xer van den reeds msergeno'emden ram van f2:".000. De 9 overige dieren zijn betrekken uit de icklerrj van den heer William li. Swallow, waarvan reeds vroeger véle exemplaren naar ens land zijn geëxporteerd, één v«n de erdste en meest beroemde fokkers van En geland. D* daarvan afkomstige dieren dragen h;t ocimerk No. S. het spreekt vanzelf, dat wij. da beschre ven dieren persoonlijk in oogenschouw heb ben genomen op de weider ij van den lieer IL Visser Ls. te Berkhout, waarbij het ons opviel, dat de rammen aan een bijzoader kiachtigen bouw paren een ongeëvenaarde trjnl-rid van kwaliteit. De dcnkexblauwachtig getinte kop ver toont een zwarten neus met brsede neus vleugels. De krachtige kop is versierd met een sterk bewolda kruin, wat aan de dieren een eigenaardig cachet geefc. Do coren aan weerszijden van den Dres den kiuin zijn bijzonder lang. Zé zijn blauw achtig grijs met donker getinte vlekken. liet lichaam is opvallend lang met bre-sde i en diop-gebouwde borst; de rug breed en zeer gevleesehd. Het lichaam is bedekt met een bijzonder zvare vacht wol van uitstekende kwaliteit. De pooten zijn eveneens krachtig gebouwd en tb de meeste exemplaren zwaar bewold. In verband mst vorenstaande is hat ouge- fcwijfeld van belang, een en ander mede te dooien ever de registratie van da Liucoln- schapcn in Engeland zelve. Den 31sten December 1917 telde de Lin coln Longwool Sheep Breeders Association (Lh cclnschapenickvereeniging) 229 leden; teiwiji teen gemerkt waren 31702 lamme ren. Het lidmaatschep bedraagt als entreegeld f24 en een jaarlrjksche bedrage van f12, 150 stuks bestaat, en f6, wanneer de kudde vanreei de betreffende kudde uit meer dan kleiner is. Veer inschrijving van een ram wordt door elk lid 60 cent en dcor niet-leden f3 be taald. Bh' de inschrijving ontvangen de rammen een naam. Het is verboden eenzelfde naam aan een ander dier te geven. De fokkers hebben het recht, om een'zekere voor- of achternaam te laten registreeren, cm onder dien naam hun schapen te verkGopen. Deze naam geeft dus een directe aanwijzing om trent de herkomst van de dieren. Zoo is bijv, „Moorland" de"' geregistreerde naam begon niet en hield niet op bij het luiden van ©en klok. Het had Lugg niet kunnen schelen een dokter te zijn. Dan was er nog die zonderlinge kerel Maydenstone. Hij had ook nog een ouderwetsch begrip om trent werk. Over oio heide to wandelen en allerlei dingen neer te schrijven. Toen hij aan Maydenstone dacht, lacht© Lugg, maar zonder boosheid hij had zelfs het onaangename gevoel, dat de lach rich tegen hem zou kunnen keeren. Men wist het nooit, als men .met zulk een baas to doen had. Hij zei binnensmonds„O, een klok ter waarschuwing." Dat' scheen het werk ver genoeg uit te stellen. „O, een klok om te waarschuwen." Lugg krabde zijn hoofd en vroeg zich af, waarom hij de zee had omgegeven. „O, een klok om te waarschu wen." Hij rook den warmen, ki^iidacktigen geur der tropen, en hoorde de vreemde, droevige kreten van zwarte menschen in witte, fladderende gewaden. Intusschen moest cr iets gedaan worden hij was zeer hongerig cn had geen tabak. Het zien van den heer Leddra, die uit het postkantoor kwam, bracht hem tot een plotseling be sluit. De heer Led dra had het toezicht op het werk een woord van hem, en iemand had een baantje. Lugg naderde hem met een smartelijke en deugdzame uitdrukking van gericht. De heer Leddra keek hem aan. „Een baantje, Lugg?" Ik heb geen baantje voor verkwisters zooals jij. Hoo kan je nog een hond houden?" Lugg zag ,dat het niet hielp, en hij wilde iets lomps zeg gen, toen Rosewarne den hoek qmkwam. Hij nam Lugg van onder tot boven met een scherpen blik op, en zag de teekenen van een leege maag de, vlag van overgave. „Wel, Lugg, wat is er?" vroeg hij, zijn belangstelling verbergend. vcor de schapen van den heer Joseph Brock- kbank. Deze fokker gebruikte in 1917 uit 2ijn eigen aanlok de ram „Moorland Invin cible" No. 14615 en „Riby Moorland Enter prise'' No. 13934. De toevoeging van het woord „Riby" aan den naam „Moorland" geui te kc-nuen, dat d<e heer Brockléoank gebruikt h;eft e n afstammeling van de fok kerij van den heer Dudding. wiens gere gistreerde naam ,,Riby" is, zoodat uit deu naam van list fckdier aanstonds is cp te ma ken, dut mm in dat geval tö doen heeft met; oen kruising uit géncande twee fokke rijen. Waarschijnlijk is deze wijze van benaming der dieren ook bruikbaar voor de stamboek-, vereenigingen h\er te lande. Do lammeren worden in de maand Juli van een tafccueernierk in hst linkeroor voor zien (do letter L met het volgnummer, waar onder de kudde van het lid in het foxre- gister is ingeschreven). Hot m:rken geschiedt door een beambte der vereeniging in tegenwoordigheid van een dpartce aangewezen feestuurs.id. De on kosten vcor h:t merken bedragen per 100 lammeren van een eigenaar f2.10 en 40 cents per 20 stuks van een eigenaar, die minder dan 100 lammeren bezit. Het is - verboden, lammeren van ingeschreven ouders te vcrkccpen vóór decK gemerkt zijn, zon der voorkennis van het Bestuur. De leden mogen geen andere exemplaren dan inge- ér hieven schapen cp hun boerderij houden." m 1905 is heb stamboek ges'.oten, d.w.a. cat na dien .datum slechts arj, die, inge schreven dieren 'hebben gekocht, als lid kunnen werden toegc-later. Liermede willen wij onze beschouwing c-ver vorengenoemde schoons collectie fok- dhitn eindigen, in een vplgend artikel stel- len wij ons voor eenige belangrijks gegevens to verstrekken ever de in Engeland aange kochte fokvarkens. Uit hei Indische leven. VI. Dc ontwikkeling van do maatschappij is aan vele zaken merkbaar. Niet het minst aan de verkeersmiddelen en de wijze, waar op gereisd wordt. Blijven wij bij ons eigen land, dan zullen ouden van dagen, die nog wel gegaan zijn per trekschuit of diligence, mij gelijk geven. Hoe is dat tegenwoordig heel anders! Dat is in Indic al precies hetzelfde. Toen ik den eersten keer naar Indië ver trok, had ik passage op het. stoomschip „Prinses Amalia", als ik mij niet vergis do eerste boot, die do Maatschappij „Neder land" in 1873 ongeveer door het Kanaal van Suez zond. In alle gevallen, toen ik mijn eersto reis maakte, was de „Amalia" de eerste boot die van een installatie voor elec- trisch licht voorzien was. De oude juffrouw voer met een bedaard gangetje, gewoon lijk 8 mijl, terwijl wij nu mopperen, wan- nocr wij maar 14 maken. Maar dio 8 mijl hinderden ons toen. niets. De reis duurde volle 43 dagen en was ons niets to lang. Integendeel, wij hadden het best en erg gezellig. Er hoerschte een prachtige har monie onder de 23 passagiers der eerste klasse. Tegenwoordig zijn naar mijn smaak de booten veel to vol. Toen reisden wij als oen groote familie, tegenwoordig als glo be-trotters in 'n drijvend luxe-hotel. Maar ik geef de voorkeur aan het eerste. Wij zochten vermaak en dat gelukte won derwel. Natuurlijk waren de dagen, door gebracht te Southampton, Genua, Port- Said cn Padang, vanzelf al feestdagen. Maar ook midden op den Oceaan wisten wij wel wat te vinden. Zoo hebben wij eens een dag met alle passagiers en leden der bemanning op het 'achterschip, bestemd voor do eerste klasse, kermis gehouden. Kermis in Amaliadorp. Het was keurig en de bowl smaakte 's avonds kostelijk Op een anderen dag kwam een der pas sagiers, eon ongehuwd kapitein der artille rie, 's morgens met handdoek en zeepbakje ge\yapend uit zijn hut om een bad te gaan neihen en zag voor de deur de hutbedion- den in twee rijen staan, deftig het geweer presentserend. Toen hij later aan do ont bijttafel kwam, was het salon met vlaggen en linton versierd en op rijn word lagen onze kaartjes, p.f. Alles ter ccro van den verjaardag van de „Hij zegt, dat hij werk verlangt," zei Leddra met een kort lachje. „Goed," zei .Rosewarne kalm, „ik zal je werk geven." Lugg keek hem listig aan. Al zijn wan trouwen tegen het werk kwam met dubbele kracht bij hem boven. Het was zoo gomak- kelijk er in te komen zoo moeilijk er weer uit te geraken. Maar hij had ergen honger. Rosewarne voelde, d*at dit een der gewich tigste oogenblikken van zijn leven was. Evenals alle practischo menschen was hij een idealist en Lugg vertegenwoordigde iets, dat hij indcrd'aad vreesded.e ontem bare, werkelijke vrijheid der menschelijke natuur, die nie^ met geld gekocht kan wor den, dio elk oogenblik d'e berekeningen dor sterksten en verstandigst en der wereld omverwerpen. „Goed," zei Lugg schor. Rosewarne vroeg Leddra om papier en potlood. Led dra scheurde een blacl uit rijn zakboekje, en Rosewarne schreef er iets op en vouwde het dicht. „Breng dit naar den mijn-oprichter te. Balmoon," zei hij, „en hij zal jo werk geven. Geregeld werk. Je zult niet in de mijn behoeven te werken.. lederen Zater dag zullen je twaalf gulden uitbetaald worden." Hij riep Leddra en de twee mannen gin gen in do richting van de bovenstad. Lugg keek naar het gevouwen stuk pa pier. Werk. Geregeld werk. Twaalf gulden per week. Hij zat er nu aan vast. Het stuk papier had een hypnotische uitwerking op hemhet maakte hem al het eigendom van Rosewarne. Wat eén dwaas was hij ge weest, het aan te nemen 1 Hij schaamde zichvoor het eerst in zijn léven kon hij echtgenoot©, die hij had moeten hebben. Wij hebben hem attn zijn verstand gebracht, dat het zijn schuld en niet de onze was, dat hij geen vrouw had, en dat zij dus dien éfig niet jarig was. Zijn schuld moest hij boeten, 's Avonds was hij f 70 armer. Maar later lieeft Lij mij wel eens gezegd, nooit zno'n pretügen dag gehad tc hebben. Nu, wij hadden ook ons pleizier. Ja-, dat was een prettige reis. Den Oden J uli kwamen wij te Batavia en negen dagen later stoomden mijn vrouw en ik weer. uit per stoomschip „Karaug". Nu ging- het naar Borneo's Westkust. Ook die reis ral ik "nooit vergeten. In de eerste plaats was -de boot ontzag lijk vuil. Men werd aan dc kadé al onpas selijk van den stank van machineolie en vier dagen, lang proefden wij die olie in de spijzen. Tegenwoordig varen in de Indische wateren de nette booten der K. P. M. of Koninklijke Paketvaartmaatsehappij, die maar óén kwaal hebben, nl. dat zij wel eens te laat zijn, waarom K. P. M. in den volks mond heet: Kom pas morgen. Om Pontianak te bereiken moesten wij -eerst twee dagen over zee en dan voeren wij een van do Zuidelijke monden van de Kapoeas op tot aan de splitsing der rivier, dus in den top der delta. Dan ging het dc hoofdrivier af en vervolgens langs de Klei ne Kapoeas naar Pontianak, dat aan den mond van de Landakrivier ligt. Die Ka poeas is een prachtrivier, breed met kolos saal snellen .stroom. Maar zij is niet overal even bevaarbaar.Do kapitein moet het vaarwater goed kennen om de geul te houden. Daarvoor stuurt hij af op een wit bord, dat aan een der oevers in 't oerwoud staat, en zoekt dan naar een volgend bord, waarheen gekoerst moet worden. Van 's nachts varen, is dus geen sprake. Om zes uren 's avonds gaat de boot voor anker midden in de rivier en men brengt dan een minder aangenomen nacht door. Het ia daar midden in de bosschen kolossaal warm en het krioelt er van muskieten en andere insecten, waaronder de Karaug, een vlie- gensoórt van eenige centimeters groot, inet hol achterlijf, waarmeo het een geluid maakt, dat op grooten afstand te hooren is. Welnu, wij kwamen 's middags tegen twee uren ongeveer aan den mond der ri vier. Nu werden de sloepen voor op de zonnetent geheschen en de sloepen achter werden gestreken. Die zouden op sleeptouw meegenomen worden. In elke sloep namen twee Inlandsche matrozen plaats om te stu ren. Deze sloepenmanoevre geschiedde, omdat wij soms zoo dicht langs den oever moesten houden, dat do sloepen, zoo rij in do davids bleven hangen, hinderen zouden door aanraking met het geboomte. Het was zoowat vier uren geworden en wij waren de eilandjes in den breeden mond al lang voorbij en bevonden ons midden in het geweldige oerwoud, toen wij plotseling achteruit groot geschreeuw hoorden. Op springen. en overboard kijken was de eerste beweging en daar zagen wij de beide sloe pen met de kiel boven in het zog van de boot en de vier Inlanders uit alle macht aau het zwemmen oca den oever te berei ken. Nu, zwemmen konden rij als de besten. Maar ineens, gaf één der mannen een luiden schreeuv/, sloeg met zijn armen om hoog en verdween in de diepte. Een twee de en een derde volgde. De geweldige he- v/eging in het water bewees ons, welk vrceselijk drama daar werd afgespeeld. De rivier de Kapoeas krioelt van krokodillen en dio hadden hun slachtoffers te pakken. De vierde wist den oever te bereiken en werd door een sloep opgepikt. Wij verna men toen, dat een der mannen bijwijzo van spel rijn sloep tegen de andero had aangestuurd cn in de snelle vaart waren toen beide omgeslagen. Wij bleven'dien nacht daar voor anker, maar oen aangenamo avond was dat niet. Den volgenden middag het was zoo wat drie uren en ik lag aan dek een dutje to doen op een rustbank werd ik plotseling gewekt, doordat ik met een smak op de planken van hot dek terecht kwam. Wat was er gebeurd)? Wij waren aan dc splitsing der rivier ge komen en het roer was gewend om den hoek te nemen. Doch de hoek werd tekort genomen. Er was niet gerekend op den snellen stroom, die nu het schip langszij te pakken kreeg zonder dat er genoeg ruimte was om te draaien. De kapitein had eerst nog wel een kwartier stroomopwaarts moe ten houden en dan draaien, dan waren wij de wereld niet in 't gericht zien, en toen de man, die over politiek met hem had wil len praten, zei„Er in geloopen, hè V' had hij niet de kracht hem uit te vloeken. Hij riep zijn hond en zij slenterden heel de stad door. Twaalf gulden per week; een goud stuk. Lugg hield van goudhij verbond goudstukken altijd aan het vinden va-n lijken. Hij wilde liever een lijk vinden dan een week werken voor een goudstukmaar men vond niet iedere week door niet de holen en spleten te doorzoeken, waarbij hij zijn leven herhaaldelijk waagde, om een lijk te vinden. Hij deed het niet uit mensch- lievendheid, maar voor bclooning. En daar enboven kwam zijn naam in de couranten. Hij vond het prettig zijn naam in de cou ranten te zien. „Het lijk werd gevonden döor den heer Samuel Lugg". Het was een zaak van beteekenis, in druk de heer Sa muel Lugg genoemd te worden. Twaalf gul den per week. Wat een massa bier kon men voor twaalf gulden krijgenMet twaalf gulden kocht men de beleefdheid der her bergiers en werd „Mijnheer Lugg" ge noemd. Hij had nu graag wat te drinken gehad. Toen hij buiten de stad in bet open veld kwam, was hij meer dan ooit gedrukt door het denkbeeld van geregeld werk. Een do zijn mogelijke manieren om zijn brood te verdienen kwamen bij hem op. Als hij ge bleven was, waar hij stond, waren er mis schien Vreemdelingen gekomen, die een gids wilden hebbéu. Op dit oogenblik werd er misschien aan de kade een schoener ge lost, waar gebrek aan werklieden was. Hij weifelde. Zou hij teruggaan? Toen voelde hij het stukje papier in zijn zak. Neen, hij had zich overgegeven; hij moest het door zetten. juist op het goede oogenblik den hook langs gegleden den Yroorsteven vooruit. Nit sloeg onze boot met- groot geweld tegen den oever aan en boorde den neus in dé modder. De boegspriet duwde een vrij dik-«- ken boom gewoon om. Dc boot zat zoo vast als een huis. Er was geen beweging in te krijgen, hoo do schroef ook achteruit sloeg. Dus werd een dikke kabel naar den andoren oever ge bracht en daar om een reus van een boom geslingerd. De lier ging aan het Yterk, do schroef sloeg achteruit en met een ge luid als van een donder knapte de kabel in tweeën. Wij zaten nog vast. Nu werden twee staalkabels overgebracht en weer deed de machine haar werk. Nu met beter succes. Langzaam, o zoo lang zaam schoof eindelijk de boot haar neus uit den modder en wij konden een betere ankerplaats zoeken dan daar aan dc-n rand van het bosch. Den volgendien morgen stoomden wij langs de Chinccsche nederzettingen bij Pontianak en wij kregen nu juist geen aan genaam idee van onze nieuwe woonplaats, tot wij plotselig voorbij een van de fraai ste riviergezichten voeren, die ik ooit heb gezien. Daar lag de Europeescke neder zetting. Prachtig eenvoudig. Dertien maanden ben ik er geweest on met leedwezen volgde ik toen mijn nieuwe bestemming. Ik heb heb er goed gehad en veel verandering zag ik er. Er woonden on geveer een dertig Europeescke gezinnen, maar na een jaar behoorde ik al tot de oudsto helft der ingezetenen. Dat was een va et vient, dat oen eigenaardig verschijn sel is van de Indische -wereld. Maar de reis naar Pontianak vergeet ik' nooit. A. v. W. Nieuwe uitgaven. Vierde Nederlandsen© Jaarbeurs van 23 Februari tot 6 Maart 1920. Brochure van hét secretariaat der Vcreeniging fot- heti houden van jaarbeurzen in Nederland, te Utrecht. Ken nuttig werkje voor alien, die willen inschrijven, daar het voor de zulken véle gegevens bevat. Het Geïllustreerd Gemeenteblad, No. 1, eerste jaargang. Uitgave van H. O. Pons, to Den Haag. Prijs f 7.50 per jaargang. Gedrukt op goed papier en verlucht meo vele fraaie foto's. Het wil rijn een maand schrift, dat rieli zal toeleggen op de bespre king van hetgeen in de Nederlandscho ge meenten aan nieuws en bestaande instel Jingie.Q van gemeentelijken aard do aan dacht verdient. Nederland in den oorlogstijd. De ge echiedenis van Nederland en van Neer- lands Indië gedurende den oorlog van 19U "tot 1919, voor zoover rij met dien oorlog verband houdt, onder leiding van prof. d\\ H. Brugmans, boogieera-ar aan de univer siteit te Amsterdam, met 25 groote pren ten en ongeveer ?00 illustraties tusschen den tekst. Uit te geven in 12 afleveringen elk inhoudend 32 bladzijden, door de Uit gevers Mij. Elzevier" te Amsterdam. Aflevering 1 ligt voor ons, bevattende hoofdstuk 1, bchande'lendf de mobilisatie van dc landmacht door den kapitein van den g'.neralen staf P. J van Munnekrede, Zij maakt een alleszins gunstigen indruk met haar aangenaam lezende tekst cn fraaie foto's. Het portret van H. M. de Koningin opent do rij de2er foto's. Bedoe ling is het werk populair te houden en 7.00 het te maken tot een tot velen spre kende gedachtenis van de ruwe oorlogstij den. Gezien de lijst van medewerken, waarop o. a. voorkomen de liceren prof. Oolenbrandor, mr. Treub, Van Aalst, mu Van Dorp, mr. Vissering, Idenburg, Elout, enz., mag men groote verwachtingen kocs- toren. FAILLISSEMENTEN. H. Zuiderent, koopman, Dordrecht. Mevr. J. B. de Bruyn, Amsterdam. J v. d. Meulen, electroteclinikor, Amster dam. Thans bracht de wind hem het geluid der balken over. „Hoera! hoera! hoera!" zeiden ze. Dab moest het genot van den arbeid zijn, waar óver do predikant sprak. Hij werd over vallen door een koude rilling, en ging bij do haag ritten. Zijn hond kwam treurig naar hem toe en likte rijn hand. „We ritten cr aan vast, Rickze hebben ons, dat is zeker," mompelde bij, terwijl hij den hond aan de ooren trok. Een winvdlaag veranderde den klank der, balken, zoodat zij zeiden „Maak voort! Maak voort!" Reeds onder de betoovering van het werk 6tond Lugg werktuiglijk gehoorzaam op en liep den weg verder. Nu. kon hij de mijn- gobouwen zien, met tinnen daken opéén gebouwd tegen den kant van het dal. Het zonlicht werd bezoedeld door een rook pluim uit den grooten ijzeren schoorsteen: Als het met de mijn goed bleef gaan, zou den zij weldra een machinehuis bouwen en stecncn schoorstecnen. Hier vandaan kon Lugg de balken zien, meer dan een dozijn, die in razende haast achter elkander rezen en daalden. Met een soort vau verontwaar diging zag hij, dat zij door stoom in plaats van door waterkracht, werkten. Dat maakte hem nog somberder. „Wat een geraasWat een geraasWat een geraas!" zeiden ze, met belachelijke zelfverheffing. „O, 't is goed," zei Lugg met een knikje; „je kunt wachten." Hij begon nu te twijfelen of de domon van heb werk wel zóo machtig was als hij ver onderstelde. Menschen, die zoo'n drukt? over hun werk maakteD, waren niet zeke$ van zichzelf. (Wordt vervolgd*)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 6