KUNST EN LETTEREN.
gever die dit und&rwys lieelt gevolgd, i
kriigt meer belangstelling voor zijn arbeid.
Veef dingen, die hij tot nog toe eenvoudig
op gezag of onbewust van de bct-eekenis
verrichtte, verschijnen thans veer heir, in
en ander licht: hij begrijpt zijn werk. Pit
verhoogt zijn productiewaarde en daarmee
op den duur zijn inkomen.
Aan de leerlingen, die den cursus ge
durende twee winters met ijver hsfch-n ge
volgd, wordt daarvan een bewijs uil ge
reikt. een diploma, liet is jammer, dat door
de patroons in het bloemtollenbedrijf slechts
zeer zelden eenigo voorkeur o£ financieel
profijt aan dit diploma wordt toegekend."
Toch" zal dit op den duur ongetwijfeld ge
beuren. Hoe ninn elders over dit diploma
denkt, blijkt wel, als men de advertentie
kolommen van „Floralia" doorkijkt. Een
geval, dat onlangs te Rillegom is voorge
komen, diene als voorbeeld. Een bloemist-
knecht solliciteerde naar de betrekking van
tuinbaas op een bepaalde inrichting. De
verkregen inlichtingen en de persoonlijke
kennismaking waren van dien aard, dat men
dezen sollicitant gaarne de betrekking wilde
toevertrouwen. Zjjn benoeming stuitte echter
alleen af op het feit, dat hij niet in het
bezit was van een diploma van een tuir.-
bonwwintercursus.
ite fessen aan deze cursussen zijn toe
gankelijk voor leerlingen van elke gods
dienstige richting. De lesuren vallen steeds
in den avond en de kosten zijn uiterst ge
ring. Dat men dan ook de gelegenheid tot
het verkrijgen van vakonderwijs op zu.ue
gemakkelijke voorwaarden niet late voorbij
gaan.
JV. A. VAN DER WAL,
Land- en tuinbouwonder'.vijzer,
v Hillegonr.
HOLLAND, ONTWAAK!
Door de vtranderdo economische en poli-
tifke toestanden is het thans, méér dan ooit,
zaak vcor ons, Hollanders, de banden met
het buitenland, waar het kan, te versterken,
^n do eerste plaats met dia landen, waar
stamverwanten wonen en die ens sympathiek
zijn.
Len der landen, die er voor in aanmer
king komt, is zeker Zuid-Afrika. Hoezeer men
ens daar genegen is, blijkt wel uit het zen
den v.pn het schip met maïs, en uit de
houding van Botha en Smuts, die oase voor
spraak waren bij de groote mogendheden.
Hoe weinig is hier in Heiland békend, dat
nvnigeen daar goed zjjn brood zou kunnen
virden in iandbeuw, handel of nijverheid.
Het klimaat schijnt er gunstiger voor den
Europeaan dan Indië. In Zuid-Afrika is in
het Hollandsch sprekende gedeelte plaats
vior zestig niillioen zielen! Haar dan is een
Stoomvaartlijn, die Hc-lland di
rect met een Zuid-Afrikaansche
haven verbindt, gebiedend eisch.
Personen en goederen moeten snel over
en weer vervoerd kunnen woredn. Méér
konmc moet verspreid worden omtrent de
vooruitzichten voor hen, d'.e er een werk
kring zoeken. In plaats van landverhuizing
naar Amerika en Canada, waardoor 't En-
gelsehdcm bevorderd, naar Argentinië waar
door 't Latijnsche ras versterkt wordt, dient
m.n naar Zuid-Afrika ts trekken. Zonder
dht zal hetHcllandschdom er v en-
tf w rjn e n en de Hollandsche taal
er ten slotte ten ouderg3an.
Dit khn on mag Holland niet onverschil
lig laten. Komaan, laten wij deze zaak een3
flink aanpakken. Tijd en gelegenheid zijn
na, méér dan óóit-, er toe aangebroken.
B. K.
Belangrijke invoer van fokschapen en
fokvarkens uit Engeland,
Da heeren Jb. Zuurbier, te Alkmaar, en R.
Visser Lz., te Eerkkcufc, leden der firma
Zuurbier en Zn., rijn dezer dagen uit Enge
land teruggekeerd, waar door genozmde Ir
ma fck-sciiapen en -varkens zijn aangekocht,
cm te voorzien in de zoo hoognodige blóed-
\<rversching van het Linccln-schaap en het
Gk 'i-Ycrkshire-varken, waarvan, wat de
schapen betreft, er reeds veel fckxers zijn
ia Noord-Holland, Friesland en Groningen
en ten aanzien van de varkens in Ncord-
Eclland, Zuid-Holland, Zeeland, Limburg,
Utiecht en Gelderland.
en met kiektoestellen, hielden stil om do
twee „typen" te bekijken. Lugg tikte tegen
zijn pot en wilde wat zeggen, maar de da
mes werden bang en gingen verder.
„Sommige vrouwen verdienen de kroep
te krijgen met haar lang uitgesneden klee-
deren," zei de roockieurigen man.
Lugg was niet de eerste mensch, die ban
ger was voor den naam van een ding dan
voor de zaak zolfZoo van het eene kar
weitje op 't andere was hij een heel ijverig
man, maar bij de eerste gedachte aan ge
regelde bezigheid kreeg hij den schrik en
zocht een uitvlucht. Misschien was er in zijn
geest onderscheid tusschen werken cn
werk. Als men er goed over dacht, was
hij altijd aan het werken, maar werk?
Werk, o ja, werk! Daarover sprak de
dominee altijd. De plicht-, het voorrecht, do
schoonheid, de vreugde van den arbeid.
„Lugg," was hij gewoon te zeggen
„waarom neem je niet wat werk?" En Lugg
antwoordde. „Ik denk er over, mijnheer,
ik denk er over."
Hij had plezier in den dominee. Lang,
met een rood gezicht, en goedhartig, moest
hij altijd gehoor geven aan do roepstem
van een klok. Lugg had niet graag een
dominee willen zijnde klok kwam te veel
er bij. te pas. Maar de predikant was niet
de eenige, die tot hem over werk sprak.
Daar was bijv. ook Rosewarne zelf. Toen
hij aan hem dacht, spuwde Lugg voor zijn
voeten. Rosewarne's opvatting van werk
was, zijn klauwen op je te kunnen leggen
dat kon iedereen zien. Hij had wel eén mil-
lioen. Kenwyn kon hem beter begrijpen.
Het behandelen van de kwalen van zijn
hond had hem ©enig begrip gegeven van
het werk van een dokter. Er was iets te
doen; men zag wat men gedban ha^; men
Gedurende de oorlogsjaren is, vcor zoover
bekena, niet geïmporteerd. Vóór den oorlog
hc-bben de hesren Zuurbier en Visser reeds
verscheidene malen in Engeland met hetzelf
de doel fokmateriaal aangekocht.
Zcovvel toen als nu, hebben genoemde
Ik en zich gewend „tot de voornaamste fok
kers in Engeland, tea einde er voor te zor
gen, dat eerste-klas-materiaal in ens land
ter beschikking zou komen.
het spreekt vanzelf, dat niet die prijzen
kenden worden besteed als gemaakt ;rjn voor
sommige rammen cp de groote jaarlijksche
vcrkcoping van de „Lincoln Longwool Sheep
Bloeders Association", ditmaal 11 Augus
tas j.l. te Lincoln gehouden, waarbij één
mm vuor 1600 guinfes (ongeveer 20.000
gn1 den) en verscheidene exemplaren voor
meer dan 1200 gulden per stuk werden ver
kocht.
i:eze prrjzefi werden besteed door de eige
naars van zeer groote fokkerijen in Argen
tinië en Australië.
Genoemde firmanten lmbb3n zich, overeen
komstig de ©rflrjkheidslesr, er toe bepaald
dieren te kcop.n, waarin het Moed voorkomt
van de eerste prijswinnaars op de groote
Engelsche tentoonstellingen.
Van de 21 geïmporteerde D/c-jarige ram
men zgn er 5 afkomstig uit de fokkerij van
den heer Clifford Nicholson, wiens rammen
dit- jaar op de groote Rcyal Show te Car
diff riist don Champion en Keserve-Cham-
picn benevens vele eerste prijzen werden
bckicond.
Do kudde van genoemden lokker, de
„Hork stow manor kudde", is ontstaan dooi
de overneming van een greet aantal (250
schapen) dieren met 5 van de D^sle rammen
van wijlen den lieer Henry Dudding, wiens
fokkerij tot de beroemdste van geheel En-
geiann behoorde.
Zevtn stuks zjjn aangekocht uit de fok
kerij van den heer Turton, die in 1917
rammen gebruikte, afkomstig uit de fokke
rij van den heer Jcseph Brocklebank, fok-
xer van den reeds msergeno'emden ram van
f2:".000.
De 9 overige dieren zijn betrekken uit de
icklerrj van den heer William li. Swallow,
waarvan reeds vroeger véle exemplaren naar
ens land zijn geëxporteerd, één v«n de
erdste en meest beroemde fokkers van En
geland.
D* daarvan afkomstige dieren dragen h;t
ocimerk No. S.
het spreekt vanzelf, dat wij. da beschre
ven dieren persoonlijk in oogenschouw heb
ben genomen op de weider ij van den lieer
IL Visser Ls. te Berkhout, waarbij het ons
opviel, dat de rammen aan een bijzoader
kiachtigen bouw paren een ongeëvenaarde
trjnl-rid van kwaliteit.
De dcnkexblauwachtig getinte kop ver
toont een zwarten neus met brsede neus
vleugels. De krachtige kop is versierd met
een sterk bewolda kruin, wat aan de dieren
een eigenaardig cachet geefc.
Do coren aan weerszijden van den Dres
den kiuin zijn bijzonder lang. Zé zijn blauw
achtig grijs met donker getinte vlekken.
liet lichaam is opvallend lang met bre-sde
i en diop-gebouwde borst; de rug breed en
zeer gevleesehd.
Het lichaam is bedekt met een bijzonder
zvare vacht wol van uitstekende kwaliteit.
De pooten zijn eveneens krachtig gebouwd
en tb de meeste exemplaren zwaar bewold.
In verband mst vorenstaande is hat ouge-
fcwijfeld van belang, een en ander mede te
dooien ever de registratie van da Liucoln-
schapcn in Engeland zelve.
Den 31sten December 1917 telde de Lin
coln Longwool Sheep Breeders Association
(Lh cclnschapenickvereeniging) 229 leden;
teiwiji teen gemerkt waren 31702 lamme
ren.
Het lidmaatschep bedraagt als entreegeld
f24 en een jaarlrjksche bedrage van f12,
150 stuks bestaat, en f6, wanneer de kudde
vanreei de betreffende kudde uit meer dan
kleiner is.
Veer inschrijving van een ram wordt door
elk lid 60 cent en dcor niet-leden f3 be
taald.
Bh' de inschrijving ontvangen de rammen
een naam. Het is verboden eenzelfde naam
aan een ander dier te geven. De fokkers
hebben het recht, om een'zekere voor- of
achternaam te laten registreeren, cm onder
dien naam hun schapen te verkGopen. Deze
naam geeft dus een directe aanwijzing om
trent de herkomst van de dieren. Zoo is
bijv, „Moorland" de"' geregistreerde naam
begon niet en hield niet op bij het luiden
van ©en klok. Het had Lugg niet kunnen
schelen een dokter te zijn. Dan was er nog
die zonderlinge kerel Maydenstone. Hij
had ook nog een ouderwetsch begrip om
trent werk. Over oio heide to wandelen en
allerlei dingen neer te schrijven.
Toen hij aan Maydenstone dacht, lacht©
Lugg, maar zonder boosheid hij had zelfs
het onaangename gevoel, dat de lach rich
tegen hem zou kunnen keeren. Men wist het
nooit, als men .met zulk een baas to doen
had. Hij zei binnensmonds„O, een klok
ter waarschuwing." Dat' scheen het werk
ver genoeg uit te stellen. „O, een klok om
te waarschuwen." Lugg krabde zijn hoofd
en vroeg zich af, waarom hij de zee had
omgegeven. „O, een klok om te waarschu
wen." Hij rook den warmen, ki^iidacktigen
geur der tropen, en hoorde de vreemde,
droevige kreten van zwarte menschen in
witte, fladderende gewaden. Intusschen
moest cr iets gedaan worden hij was zeer
hongerig cn had geen tabak. Het zien van
den heer Leddra, die uit het postkantoor
kwam, bracht hem tot een plotseling be
sluit. De heer Led dra had het toezicht op
het werk een woord van hem, en iemand
had een baantje. Lugg naderde hem met
een smartelijke en deugdzame uitdrukking
van gericht. De heer Leddra keek hem aan.
„Een baantje, Lugg?" Ik heb geen
baantje voor verkwisters zooals jij. Hoo kan
je nog een hond houden?" Lugg zag ,dat
het niet hielp, en hij wilde iets lomps zeg
gen, toen Rosewarne den hoek qmkwam.
Hij nam Lugg van onder tot boven met
een scherpen blik op, en zag de teekenen
van een leege maag de, vlag van overgave.
„Wel, Lugg, wat is er?" vroeg hij, zijn
belangstelling verbergend.
vcor de schapen van den heer Joseph Brock-
kbank. Deze fokker gebruikte in 1917 uit
2ijn eigen aanlok de ram „Moorland Invin
cible" No. 14615 en „Riby Moorland Enter
prise'' No. 13934. De toevoeging van het
woord „Riby" aan den naam „Moorland"
geui te kc-nuen, dat d<e heer Brockléoank
gebruikt h;eft e n afstammeling van de fok
kerij van den heer Dudding. wiens gere
gistreerde naam ,,Riby" is, zoodat uit deu
naam van list fckdier aanstonds is cp te ma
ken, dut mm in dat geval tö doen heeft
met; oen kruising uit géncande twee fokke
rijen.
Waarschijnlijk is deze wijze van benaming
der dieren ook bruikbaar voor de stamboek-,
vereenigingen h\er te lande.
Do lammeren worden in de maand Juli
van een tafccueernierk in hst linkeroor voor
zien (do letter L met het volgnummer, waar
onder de kudde van het lid in het foxre-
gister is ingeschreven).
Hot m:rken geschiedt door een beambte
der vereeniging in tegenwoordigheid van
een dpartce aangewezen feestuurs.id. De on
kosten vcor h:t merken bedragen per 100
lammeren van een eigenaar f2.10 en 40
cents per 20 stuks van een eigenaar, die
minder dan 100 lammeren bezit. Het is
- verboden, lammeren van ingeschreven ouders
te vcrkccpen vóór decK gemerkt zijn, zon
der voorkennis van het Bestuur. De leden
mogen geen andere exemplaren dan inge-
ér hieven schapen cp hun boerderij houden."
m 1905 is heb stamboek ges'.oten, d.w.a.
cat na dien .datum slechts arj, die, inge
schreven dieren 'hebben gekocht, als lid
kunnen werden toegc-later.
Liermede willen wij onze beschouwing
c-ver vorengenoemde schoons collectie fok-
dhitn eindigen, in een vplgend artikel stel-
len wij ons voor eenige belangrijks gegevens
to verstrekken ever de in Engeland aange
kochte fokvarkens.
Uit hei Indische leven.
VI.
Dc ontwikkeling van do maatschappij is
aan vele zaken merkbaar. Niet het minst
aan de verkeersmiddelen en de wijze, waar
op gereisd wordt. Blijven wij bij ons eigen
land, dan zullen ouden van dagen, die nog
wel gegaan zijn per trekschuit of diligence,
mij gelijk geven. Hoe is dat tegenwoordig
heel anders!
Dat is in Indic al precies hetzelfde.
Toen ik den eersten keer naar Indië ver
trok, had ik passage op het. stoomschip
„Prinses Amalia", als ik mij niet vergis do
eerste boot, die do Maatschappij „Neder
land" in 1873 ongeveer door het Kanaal
van Suez zond. In alle gevallen, toen ik mijn
eersto reis maakte, was de „Amalia" de
eerste boot die van een installatie voor elec-
trisch licht voorzien was. De oude juffrouw
voer met een bedaard gangetje, gewoon
lijk 8 mijl, terwijl wij nu mopperen, wan-
nocr wij maar 14 maken. Maar dio 8 mijl
hinderden ons toen. niets. De reis duurde
volle 43 dagen en was ons niets to lang.
Integendeel, wij hadden het best en erg
gezellig. Er hoerschte een prachtige har
monie onder de 23 passagiers der eerste
klasse. Tegenwoordig zijn naar mijn smaak
de booten veel to vol. Toen reisden wij als
oen groote familie, tegenwoordig als glo
be-trotters in 'n drijvend luxe-hotel. Maar
ik geef de voorkeur aan het eerste.
Wij zochten vermaak en dat gelukte won
derwel. Natuurlijk waren de dagen, door
gebracht te Southampton, Genua, Port-
Said cn Padang, vanzelf al feestdagen.
Maar ook midden op den Oceaan wisten
wij wel wat te vinden. Zoo hebben wij
eens een dag met alle passagiers en leden
der bemanning op het 'achterschip, bestemd
voor do eerste klasse, kermis gehouden.
Kermis in Amaliadorp. Het was keurig en
de bowl smaakte 's avonds kostelijk
Op een anderen dag kwam een der pas
sagiers, eon ongehuwd kapitein der artille
rie, 's morgens met handdoek en zeepbakje
ge\yapend uit zijn hut om een bad te gaan
neihen en zag voor de deur de hutbedion-
den in twee rijen staan, deftig het geweer
presentserend. Toen hij later aan do ont
bijttafel kwam, was het salon met vlaggen
en linton versierd en op rijn word lagen
onze kaartjes, p.f.
Alles ter ccro van den verjaardag van de
„Hij zegt, dat hij werk verlangt," zei
Leddra met een kort lachje.
„Goed," zei .Rosewarne kalm, „ik zal je
werk geven."
Lugg keek hem listig aan. Al zijn wan
trouwen tegen het werk kwam met dubbele
kracht bij hem boven. Het was zoo gomak-
kelijk er in te komen zoo moeilijk er weer
uit te geraken. Maar hij had ergen honger.
Rosewarne voelde, d*at dit een der gewich
tigste oogenblikken van zijn leven was.
Evenals alle practischo menschen was hij
een idealist en Lugg vertegenwoordigde
iets, dat hij indcrd'aad vreesded.e ontem
bare, werkelijke vrijheid der menschelijke
natuur, die nie^ met geld gekocht kan wor
den, dio elk oogenblik d'e berekeningen dor
sterksten en verstandigst en der wereld
omverwerpen.
„Goed," zei Lugg schor.
Rosewarne vroeg Leddra om papier en
potlood. Led dra scheurde een blacl uit rijn
zakboekje, en Rosewarne schreef er iets op
en vouwde het dicht.
„Breng dit naar den mijn-oprichter te.
Balmoon," zei hij, „en hij zal jo werk
geven. Geregeld werk. Je zult niet in de
mijn behoeven te werken.. lederen Zater
dag zullen je twaalf gulden uitbetaald
worden."
Hij riep Leddra en de twee mannen gin
gen in do richting van de bovenstad.
Lugg keek naar het gevouwen stuk pa
pier. Werk. Geregeld werk. Twaalf gulden
per week. Hij zat er nu aan vast. Het stuk
papier had een hypnotische uitwerking op
hemhet maakte hem al het eigendom van
Rosewarne. Wat eén dwaas was hij ge
weest, het aan te nemen 1 Hij schaamde
zichvoor het eerst in zijn léven kon hij
echtgenoot©, die hij had moeten hebben.
Wij hebben hem attn zijn verstand gebracht,
dat het zijn schuld en niet de onze was,
dat hij geen vrouw had, en dat zij dus dien
éfig niet jarig was. Zijn schuld moest hij
boeten, 's Avonds was hij f 70 armer. Maar
later lieeft Lij mij wel eens gezegd, nooit
zno'n pretügen dag gehad tc hebben. Nu,
wij hadden ook ons pleizier.
Ja-, dat was een prettige reis.
Den Oden J uli kwamen wij te Batavia en
negen dagen later stoomden mijn vrouw en
ik weer. uit per stoomschip „Karaug". Nu
ging- het naar Borneo's Westkust. Ook die
reis ral ik "nooit vergeten.
In de eerste plaats was -de boot ontzag
lijk vuil. Men werd aan dc kadé al onpas
selijk van den stank van machineolie en
vier dagen, lang proefden wij die olie in de
spijzen. Tegenwoordig varen in de Indische
wateren de nette booten der K. P. M. of
Koninklijke Paketvaartmaatsehappij, die
maar óén kwaal hebben, nl. dat zij wel eens
te laat zijn, waarom K. P. M. in den volks
mond heet: Kom pas morgen.
Om Pontianak te bereiken moesten wij
-eerst twee dagen over zee en dan voeren
wij een van do Zuidelijke monden van de
Kapoeas op tot aan de splitsing der rivier,
dus in den top der delta. Dan ging het dc
hoofdrivier af en vervolgens langs de Klei
ne Kapoeas naar Pontianak, dat aan den
mond van de Landakrivier ligt. Die Ka
poeas is een prachtrivier, breed met kolos
saal snellen .stroom. Maar zij is niet overal
even bevaarbaar.Do kapitein moet het
vaarwater goed kennen om de geul te
houden. Daarvoor stuurt hij af op een wit
bord, dat aan een der oevers in 't oerwoud
staat, en zoekt dan naar een volgend bord,
waarheen gekoerst moet worden. Van
's nachts varen, is dus geen sprake. Om zes
uren 's avonds gaat de boot voor anker
midden in de rivier en men brengt dan een
minder aangenomen nacht door. Het ia
daar midden in de bosschen kolossaal warm
en het krioelt er van muskieten en andere
insecten, waaronder de Karaug, een vlie-
gensoórt van eenige centimeters groot, inet
hol achterlijf, waarmeo het een geluid
maakt, dat op grooten afstand te hooren is.
Welnu, wij kwamen 's middags tegen
twee uren ongeveer aan den mond der ri
vier. Nu werden de sloepen voor op de
zonnetent geheschen en de sloepen achter
werden gestreken. Die zouden op sleeptouw
meegenomen worden. In elke sloep namen
twee Inlandsche matrozen plaats om te stu
ren. Deze sloepenmanoevre geschiedde,
omdat wij soms zoo dicht langs den oever
moesten houden, dat do sloepen, zoo rij in
do davids bleven hangen, hinderen zouden
door aanraking met het geboomte.
Het was zoowat vier uren geworden en
wij waren de eilandjes in den breeden mond
al lang voorbij en bevonden ons midden in
het geweldige oerwoud, toen wij plotseling
achteruit groot geschreeuw hoorden. Op
springen. en overboard kijken was de eerste
beweging en daar zagen wij de beide sloe
pen met de kiel boven in het zog van de
boot en de vier Inlanders uit alle macht
aau het zwemmen oca den oever te berei
ken. Nu, zwemmen konden rij als de besten.
Maar ineens, gaf één der mannen een
luiden schreeuv/, sloeg met zijn armen om
hoog en verdween in de diepte. Een twee
de en een derde volgde. De geweldige he-
v/eging in het water bewees ons, welk
vrceselijk drama daar werd afgespeeld. De
rivier de Kapoeas krioelt van krokodillen
en dio hadden hun slachtoffers te pakken.
De vierde wist den oever te bereiken en
werd door een sloep opgepikt. Wij verna
men toen, dat een der mannen bijwijzo
van spel rijn sloep tegen de andero had
aangestuurd cn in de snelle vaart waren
toen beide omgeslagen.
Wij bleven'dien nacht daar voor anker,
maar oen aangenamo avond was dat niet.
Den volgenden middag het was zoo
wat drie uren en ik lag aan dek een dutje to
doen op een rustbank werd ik plotseling
gewekt, doordat ik met een smak op de
planken van hot dek terecht kwam.
Wat was er gebeurd)?
Wij waren aan dc splitsing der rivier ge
komen en het roer was gewend om den
hoek te nemen. Doch de hoek werd tekort
genomen. Er was niet gerekend op den
snellen stroom, die nu het schip langszij te
pakken kreeg zonder dat er genoeg ruimte
was om te draaien. De kapitein had eerst
nog wel een kwartier stroomopwaarts moe
ten houden en dan draaien, dan waren wij
de wereld niet in 't gericht zien, en toen
de man, die over politiek met hem had wil
len praten, zei„Er in geloopen, hè V' had
hij niet de kracht hem uit te vloeken. Hij
riep zijn hond en zij slenterden heel de stad
door. Twaalf gulden per week; een goud
stuk. Lugg hield van goudhij verbond
goudstukken altijd aan het vinden va-n
lijken. Hij wilde liever een lijk vinden dan
een week werken voor een goudstukmaar
men vond niet iedere week door niet de
holen en spleten te doorzoeken, waarbij
hij zijn leven herhaaldelijk waagde, om een
lijk te vinden. Hij deed het niet uit mensch-
lievendheid, maar voor bclooning. En daar
enboven kwam zijn naam in de couranten.
Hij vond het prettig zijn naam in de cou
ranten te zien. „Het lijk werd gevonden
döor den heer Samuel Lugg". Het was een
zaak van beteekenis, in druk de heer Sa
muel Lugg genoemd te worden. Twaalf gul
den per week. Wat een massa bier kon men
voor twaalf gulden krijgenMet twaalf
gulden kocht men de beleefdheid der her
bergiers en werd „Mijnheer Lugg" ge
noemd. Hij had nu graag wat te drinken
gehad.
Toen hij buiten de stad in bet open veld
kwam, was hij meer dan ooit gedrukt door
het denkbeeld van geregeld werk. Een do
zijn mogelijke manieren om zijn brood te
verdienen kwamen bij hem op. Als hij ge
bleven was, waar hij stond, waren er mis
schien Vreemdelingen gekomen, die een
gids wilden hebbéu. Op dit oogenblik werd
er misschien aan de kade een schoener ge
lost, waar gebrek aan werklieden was. Hij
weifelde. Zou hij teruggaan? Toen voelde
hij het stukje papier in zijn zak. Neen, hij
had zich overgegeven; hij moest het door
zetten.
juist op het goede oogenblik den hook
langs gegleden den Yroorsteven vooruit. Nit
sloeg onze boot met- groot geweld tegen
den oever aan en boorde den neus in dé
modder. De boegspriet duwde een vrij dik-«-
ken boom gewoon om.
Dc boot zat zoo vast als een huis. Er
was geen beweging in te krijgen, hoo do
schroef ook achteruit sloeg. Dus werd een
dikke kabel naar den andoren oever ge
bracht en daar om een reus van een boom
geslingerd. De lier ging aan het Yterk, do
schroef sloeg achteruit en met een ge
luid als van een donder knapte de kabel in
tweeën. Wij zaten nog vast.
Nu werden twee staalkabels overgebracht
en weer deed de machine haar werk. Nu
met beter succes. Langzaam, o zoo lang
zaam schoof eindelijk de boot haar neus
uit den modder en wij konden een betere
ankerplaats zoeken dan daar aan dc-n rand
van het bosch.
Den volgendien morgen stoomden wij
langs de Chinccsche nederzettingen bij
Pontianak en wij kregen nu juist geen aan
genaam idee van onze nieuwe woonplaats,
tot wij plotselig voorbij een van de fraai
ste riviergezichten voeren, die ik ooit heb
gezien. Daar lag de Europeescke neder
zetting. Prachtig eenvoudig.
Dertien maanden ben ik er geweest on
met leedwezen volgde ik toen mijn nieuwe
bestemming. Ik heb heb er goed gehad en
veel verandering zag ik er. Er woonden on
geveer een dertig Europeescke gezinnen,
maar na een jaar behoorde ik al tot de
oudsto helft der ingezetenen. Dat was een
va et vient, dat oen eigenaardig verschijn
sel is van de Indische -wereld.
Maar de reis naar Pontianak vergeet ik'
nooit. A. v. W.
Nieuwe uitgaven.
Vierde Nederlandsen© Jaarbeurs van 23
Februari tot 6 Maart 1920. Brochure van
hét secretariaat der Vcreeniging fot- heti
houden van jaarbeurzen in Nederland, te
Utrecht. Ken nuttig werkje voor alien,
die willen inschrijven, daar het voor de
zulken véle gegevens bevat.
Het Geïllustreerd Gemeenteblad, No. 1,
eerste jaargang. Uitgave van H. O. Pons,
to Den Haag. Prijs f 7.50 per jaargang.
Gedrukt op goed papier en verlucht meo
vele fraaie foto's. Het wil rijn een maand
schrift, dat rieli zal toeleggen op de bespre
king van hetgeen in de Nederlandscho ge
meenten aan nieuws en bestaande instel
Jingie.Q van gemeentelijken aard do aan
dacht verdient.
Nederland in den oorlogstijd. De ge
echiedenis van Nederland en van Neer-
lands Indië gedurende den oorlog van 19U
"tot 1919, voor zoover rij met dien oorlog
verband houdt, onder leiding van prof. d\\
H. Brugmans, boogieera-ar aan de univer
siteit te Amsterdam, met 25 groote pren
ten en ongeveer ?00 illustraties tusschen
den tekst. Uit te geven in 12 afleveringen
elk inhoudend 32 bladzijden, door de Uit
gevers Mij. Elzevier" te Amsterdam.
Aflevering 1 ligt voor ons, bevattende
hoofdstuk 1, bchande'lendf de mobilisatie
van dc landmacht door den kapitein van
den g'.neralen staf P. J van Munnekrede,
Zij maakt een alleszins gunstigen indruk
met haar aangenaam lezende tekst cn
fraaie foto's. Het portret van H. M. de
Koningin opent do rij de2er foto's. Bedoe
ling is het werk populair te houden en
7.00 het te maken tot een tot velen spre
kende gedachtenis van de ruwe oorlogstij
den. Gezien de lijst van medewerken,
waarop o. a. voorkomen de liceren prof.
Oolenbrandor, mr. Treub, Van Aalst, mu
Van Dorp, mr. Vissering, Idenburg, Elout,
enz., mag men groote verwachtingen kocs-
toren.
FAILLISSEMENTEN.
H. Zuiderent, koopman, Dordrecht.
Mevr. J. B. de Bruyn, Amsterdam.
J v. d. Meulen, electroteclinikor, Amster
dam.
Thans bracht de wind hem het geluid der
balken over.
„Hoera! hoera! hoera!" zeiden ze. Dab
moest het genot van den arbeid zijn, waar
óver do predikant sprak. Hij werd over
vallen door een koude rilling, en ging bij
do haag ritten. Zijn hond kwam treurig
naar hem toe en likte rijn hand.
„We ritten cr aan vast, Rickze hebben
ons, dat is zeker," mompelde bij, terwijl
hij den hond aan de ooren trok.
Een winvdlaag veranderde den klank der,
balken, zoodat zij zeiden
„Maak voort! Maak voort!"
Reeds onder de betoovering van het werk
6tond Lugg werktuiglijk gehoorzaam op en
liep den weg verder. Nu. kon hij de mijn-
gobouwen zien, met tinnen daken opéén
gebouwd tegen den kant van het dal. Het
zonlicht werd bezoedeld door een rook
pluim uit den grooten ijzeren schoorsteen:
Als het met de mijn goed bleef gaan, zou
den zij weldra een machinehuis bouwen en
stecncn schoorstecnen. Hier vandaan kon
Lugg de balken zien, meer dan een dozijn,
die in razende haast achter elkander rezen
en daalden. Met een soort vau verontwaar
diging zag hij, dat zij door stoom in plaats
van door waterkracht, werkten. Dat maakte
hem nog somberder.
„Wat een geraasWat een geraasWat
een geraas!" zeiden ze, met belachelijke
zelfverheffing.
„O, 't is goed," zei Lugg met een knikje;
„je kunt wachten."
Hij begon nu te twijfelen of de domon van
heb werk wel zóo machtig was als hij ver
onderstelde. Menschen, die zoo'n drukt?
over hun werk maakteD, waren niet zeke$
van zichzelf.
(Wordt vervolgd*)