LEIDSCH m DAGBLAD.
Dinsdag 19 Augustus 1919.
Officiate Kennisgevingen-
STAnsmiuws
BINNENLAND
FEUILLETON
SflIÜT TH K®OP.
PRIJS DER ADVERTENTIKNi
fcö Dts. per legefc. Dea Zaterdags 40 Cts.
pek1 rcgcL Eik-ima advertent 1811 Woensdag
75 'Ovü.j Zaterdag f 1,—"bij een maximum
yautal \voordea van 30. Inoasso volgens post-
iwefei. Voos: oven-tueele opzending vaa brieven
]G OttJ, porto te betalen. Bewijsnummer 50t&
Bureau Ncordeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
PKIJS DEZES COÜBANT:
Sfoot: Leiden p, S mni f2.10, p, week fOJfl
Luiten Leiden, waar agenten ge
vestigd zijn, pet week .js u u 0.13
Franco pet post .j. 2.D0
Nummer 18241.
Bit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
NORMAftL-MARGARINEKAARTEN.
De Burgemeester der Gemeente Leiden, brengt
ter kennis aan de bezitters van normaai-marga-
riivekaoiden van het 4e tijdvak dat vanaf Woens
dag 20 Augustus a.s. een aanvang zal worden
gomaskl met de uitreiking van de noTmaalmar-
gariaekaarton van liet 5o tijdvak.
Deze .niigifto zal geschieden uitsluitend op
vertoon van de levensmiddelenkaart en alleen
aan het Broodhureau Nïouwe-Rijii 22 van 's mor
gens 012 en 's middags van 25 uur.
N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
'Leiden, 19 Augustus 1919,
KOHIER DER PLAATSELIJKE DIRECTE
BELASTING NAAR HET GNKOMEN.
Burgemeester en Wethouders van Lolden
brengen ter algemeen© konnis, dab hek 4e
Suppletoir kohier der Plaatselijke Directe
Belasting naar het inkomen dienst 1918 en
1919, is goedgekeurd, en, ingevolge art. 264
der gemeentewet, ter lezing is nedergelegd.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgomeester.
VAN STRIJEN, Secretaris
Leiden, 19 Auguskuc 1919.
KOHIER DER PLAATSELIJKE DIRECTE
BELASTING NAAR HET INKOMEN.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeone kennis, dak hek Na-
vorderingskohier der Plaatselijke Directe
Belasting naar het inkomen dienst 1917, is
goedgekeurd, en, ingevolge art. 204 der
Gemeentewet, ter lezing is nedergelegd.
N C. DE GIJSELAAR. Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 19 Augustus 1919.
Kamer van Küojiliande! en Fabrieken-
Til (Slot.)
Handel in koloniale wa
ren,— Het jaar, waarin do oorlog ten
einde liep, heeft zeer belommerend op dit
bedrijf gewerkt, hoofdzakelijk als gevolg
van do streng toegepaste en zich steeds
uitbreidende - d i s t rib u ti e ma at r eg el enOok
het- meer en meer verdwijnen van de markt
van een groot aantalgangbaro en door
het publiek st-eds gcwenschte. artikelen
was oorzaak, dat de handel zeer beperkt
was en zich voornamelijk bepaalde tot den
verkoop van do zoogenaamde Regeerings-
artikelen. Dat het bedrijf dus niet bepaald
loonend was, behoeft zeker wel geen nader
betoog.
D i s t i 1 le e r d e r ij c n en han
del in gedistilleerd. Het
jaar 1918 had voor dc distilleerderijen een
zeer Icalm 'verloop. Alio grondstoften kwa
men in handen van het Centraal-Verkoop-
bureau van teclinischen Spiritus en Gedis
tilleerd te D~Lifc, dat, in samenwerking met
den Bond 'van Distillateurs, on Likeursto
kers, een vrijwillige distributie invoerde.
Iedere distillateur werd bij diet- betrekken
zijner grondstoffen gerantsoeneerd volgens
een roaanctelijksch vastgesteld percentage
van zijn nomaalverbruik onder verplich
ting volgens dienzelfden maatstaf zijn
cliënte o1 i var. het bewerkt product te voor
zien
De prijzen voor moutwijn eh spiritus be
reikten een ongekende hoogte, zoodat zelfs
in distributie voor deze artikelen resp.
f 300 en f 121.80 moest worden betaald-
Bierbrouwerij. Daar de eenige
hier bestaande bierbrouwerij in 1918 opge
heven werd, kan over dit bedrijf geen ver
slag meer gegeven worden.
Mineraalwater- en, limo-
n a d e-b o d r ij v o n. Ondanks het
weinig gunstige weer, is het jaar 1918 voor
het limonadebedrijf gunstig geweest. Hier
toe werkte mede de 6chaarsckte aan cQn-
sumptiemid'd-elen als thee, koffie, cacao,
enz. en do minder goede hoedanigheid van
'liet bier. Daar gedurende het seizoen 1918
do suiker, hoewel zij niet tot ieder kwan
tum geleverd werd, toch nog niet gedistri
bueerd was, was er voldoende van deze
grondstof te verkrijgen en behoefde men dë
produotie dus niet te beperken.
v$ i g a r e ni n d u s t r i e. Zooals bij
kans allo takken 'van nijverheid bereikten
in hot laatste oorlogsjaar 1918 ook voor
de sigarenindustri© do moeilijkheden en
belemmeringen wel baar toppunt.
In de eerste plaats stond dit jaar voor de
industrie in het teeken der Regëorings-
bemoeiing en het dient gezegd te worden,
dat do fabrikanten zonder uitzondering j
zeer slecht to spreken zijn over de maat
regelen, waarmede men van officieele zijde
zonder ophouden deze nijverheid heeft be
moeilijkt, door draconische verbodsbepa
lingen van allerlei aard de expansie- heeft
belet en ten slotte zonder noodzaak den
export, die groote voilighcidskleop voor
deze vadorlandsche industrie, door onoor
deelkundig gedoe van crisisambtenaren
heeft genekt.
Gr r o e n t n t e c 1 t, landbouw
on veeteelt. Do groente ntcolt in
1918 was zeer loonend. Do oorzaak hiervan
is we-1 in hoofdzaak, dat het Centraal- I
Bureau voor Groentenveilingen in Neder
land, dat daartoe de macht had, de prijzen
dër groenten, wat betreft het buitenlandsch
gedeelo, zoo hoog stelde, "dat bij den voor-
deeligen groenfcenoogst van 1918 de resul
taten uiterst bevredigend moesten zijn,
niettegenstaande de prijzen van mest cn
de arbeidsloono.n en landhuur abnormaal 1
hoog waren.
De groenenteelt in Leiden en omstreken
word nog weer uitgebreid, wat blijkt uit de
i volgende cijfers, betreffende de Leidscho
I Groentenveiling.
I De omzet wa-s in 1918 in totaal j
f 1,27*2,130.73. De omzet in 1917 bedroeg
f 1,073,794.63. Het omzetcijfer steeg dus
met f 198,336.10.
De cijfers bewegen zich nog altijd in stij
gende lijn. Hoe dit zal zijn in 1919, is een
open vraag, maar als niet alle voorteekenen
bedriegen, kan het wel zijn, dat de naaste
toekomst voor. de groententeelt niet schit
terend zal zijn.
(Wij vermoeden, dat deze profetie door
dë feiten niét bevestigd zijn. De groenten-
teelt floreert ook nu nog. Red.) I
Vee t' e e 1 t. Het vette vee, zoowel 1
als het melkvee, bracht abnormaal hooge
prijzen op de melkprijzen bereikten ook j
een ongekende hoogte.
Gebrek aan kraebtvoeder vyas echter een j
zeer groote factor, en wat er nog te krijgen
was, was zóó hoog in prijs, dat dienten
gevolge een zeer groot deel van de ge- j
maakte winst weer verloren ging.
De varkensmesterij stond ongeveer stil,
omdat er bijna geen geschikt krachtvoer te i
krijgen was.
Mond- en klauwzeer kwam weer veel meer I
voor dan in 1917, voor al in het najaar. Ge
lukkig droeg het over het algemeen geen
kwaadaardig karakter.
De aanvoer op do Leidscho Veemarkt be
droeg in 1918 beduidend minder dan in
1917, hetgeen in hoofdzaak te wijten was
aan het weinige vette vee, dat nog voor-
banden was. In 't laatst van 1917 was toch
rijp en groen voor de slacht opgeruimd en
voer om te mesten was er bijna niet. Waar
o.a. in 1917 nog 2460 vette kalveren ter
markt kwamen, bedroeg dit aantal in 1918
slechts 354 on een dergelijke vermindering
kwam voor bij de vette koeien, schapen en
varkens. Wegens totaal gebrek aan aan
voer werd de bediening der vette varkens- j
markt van -af 19 Maart 1918 zelfs gestaakt
en bleef deze markt verder bet gekcele jaar
gesloten.
In begin 1918 was bet vette vee dan ook
zóó schaarsch, dab er voor dë nog spora
disch aanwezige vette koeien prijzen wer
den besteed vaii f 900 tob f 1100. Vette scha
pen brachten nog van f 60 tot f 100 op, ter
wijl er in die dagen zelfs slachtgeitcn en
gesneden bokken werden verkocht voor do
nooit gehoorde prijzen van f.100 tot f 200
per stuk.
Bloembollenteelt. Het
bloembollenbedrijf kon in 1918 niet genoemd
wordlen een loonend bedrijf. De bollen wa
ren over het. algemeen riieb best gegroeid,
zoodat er niet veel leverbare bollen be
schikbaar waren voor het buitenland. Niet
tegenstaande den nog steeds heerscbcnden
oorlogstoestand, kon er toch een tamelijk
deel bollen geplaatst worden in heb buiten
land, vooral in Scandinavië en Amerika
(Engeland bleef gesloten)maar do booge
bedrijfskosten on de betrekkelijk nog lage
"verkoopsprijzen waren oorzaak, dat de
resultaten niet zoo gunstig waren.
Do algemeone verwachting evenwel is,
dat de naaste toekomst in verband met den
vrede veel beter zal zijn. Alen verwacht zelf3
een zeer sterken opbloei van dit bedrijf.
Wat de vaste planten, als paoenia, enz.
betreft, staat dei zaak iets anders. Ten ge
volge van het dreigen van Amerika met
een invoerverbod van vaste planten, wordt
ernstig gevreesd, dat, wanneer dit verbod
doorgaat, die teelt, die in en om Leiden
nogal sterk voorkomt, zeer zwaar getroffen
zal worden.
Er worden echter pogingen in feèfc werk
gesteld om alsnog de Amerikannsolie regee
ring van dit heilloos voornemen "af to
brengen.
D r u k k e r ij en- Le uitkomsten, die
het afgeloopen jaar voor de drukkersen
hier ter stede gaf, zijn nogal uiteenloopend.
Het meerendeel der bedrijven l^od nog
onder de oorlogsomstandigheden. Dit zal
blijven voortduren, totdat de bloembollen
en boomkweekerijen weer in volle bedrijf
zijn. De zeer belangrijke loonsveriioogingen,
diö in 1918 aan het personeel gegeven wer
den, veroorzaakten een belangrijke stijging
der drukprrjzen.
Werklopskeeid kwam niet veel voor, doch
iets meer dan het vorige jaar.
Geld- en Effectenhandel. De
plaats der Banken in het economison verkeer
is in de vier oorlogsjaren buitongewoon veel
belangrijker geworden. Deels wordt dit ver
oorzaakt door het omvangrijk beroep, dat
voor allerlei emissies telkens en telkens
weer op de geldmarkt moet worde gedaan,
waarbij de Banken uit den aard der zaak
de bemiddelende rol spelen; deels ook door
den opbloei van tal van ondernemingen met
de. daarmede .gepaard gaande grooiere cre-
dietbehoeifce, en eindelijk door het stilliggen
van bedrijven, waardoor het liquide gewor
den Kapitaal vloeide naar de Bankinstel
lingen.
De concentratie in het Bankwezen hier te
lande, waarop reeds meermalen in deze ver
slagen werd gewezen, is wel is wanr reeds
vóór den oorlog begonnen, doch zij wordt
ten zeerste bevorderd door het belang" eenër
krachtige positie in verband met de thans
door de Banken op zich genomen taak. De
ontwikkeling gaat in deze richting nog steeds
verder, ook hier ter stede.
Gasfabriek. De gevolgen van den
oorlogstoestand deden zich ook dit jaar in
sterke mate gevoelen.
Dc aanvoer van Engelsche gaskolen -en
van Amerikaansche gas olie stond vrijwel ge
heel stil; terwijl die van Duitsche gaskolen
zeer. onregelmatig was.
Door de sterke stijging van de prijzen der
gaskolen moesten de gasprrjzen wederom aan
merkelijk worden verhoogd. De standaard
prijs bedroeg op 1 Januari 18 cts., op 31
December 26 cts. per kub. M.
Do nuttige gasaflevering bedroeg in 1917:
8,785,707 kub. M. en. steeg in 1918 tot
9,726,648 kub. M.; de vermeerdering be
draagt dus ongeveer 10,7 pCt.
Het aantal gasverbruikers in Leiden en
11 buitengemeenten bedroeg op 31 Decem
ber 1917: 16,007; op, 31' December 1918:
13,374 of 14.75 pCt. meer.
Electric it ei ts fabriek. De
omzet der. Stedelijke Electriciteitsfabriok ïs
in 1918 zeer sterk toegenomen, waartoe.de
heerschende kolenschaarschte veel belaft me
degewerkt; hij steeg van 7.173,560V2 K.W.U.
in 1917 op 8,517,1761/s K.W.U. in 1918,
zijnde een vermeerdering van ongev. 19 pCt.
Ook het aantal aansluitingen nam' belang
rijk toe.
In de samenstelling de r Kamer.
om hiermede ons verslag te eindigen
kwam dit jaar geen wijziging. De met 1
Januari 1919 aan de beurt van aftreding
zijnde leden, de heeren Bots, Mulder, Pera
en Smits, werden herkozen en namen hun
herbenoeming aan. De Kamer was alzoo bj
hot einde des jaars samengesteld als volgt:
W. Pera. Voorzitter; J. Heringa, Vice-Voor-
zitter; Arnold L. Smits, G. Boon, H. Vroom,
A. Mulder, F. M. A. Pieck, J. Bots en P. A.
de Gooyer. Als secretaris fungeerde mt. dr.
O. W. van der Pot Bz.
De Kamer hield in den loop van het jaar
zeven vergaderingen, en wel op 15 Januari,
5. Maart,. 28 Mei, 25 Juni, 20 August ui,
26 November en 6 December.
Dc altredende Raad zal onzen burgemees
ter jhr. air. dr N. G. de Gij-selaar en mevrouw
De Gijsolaar oen diner aanbieden ojj Donderdag
28 Augustus in het café-restaurant ;,In dén Ver
gulden Turk."
Alhier is in het ïïöpltal vallen op 77-jari-
genleèftijd overleden clr D. R. Thierry, oud-
leoraar in do wis- en natuurkunde bij liet mid
delbaar onderwijs te 's-Gravenhage.
Met den verkoop van loten voor de verlo
ting van een paslei van den Leidscken schilder
KesJer, cn ten behoove van de verpleging van
een tuberculeus meisje, welke schilderij bij de
firma Sala is tentoongesteld, gaat bet nog niet
naar wensch. De claiu.es kregen voor den ter
mijn van. verkoop van B. en W. verlenging tot
15 September cn de loten zijn tot dien datum
i alsnog verkrijgbaar bij de firma Sala. Wie een
goed werk wil doen en tegelijk een kansje wil
hebben op liet bezit van een kunstwerk, bevel/|
wij dezo verloting aam
Gisteren heoft dë politie eenige brooden,
afkomstig uil België, die buiten de distributie
orn, waren verkocht, in beslag genomen.
Er wordt tegenwoordig, zooals wij reeds meld-
j den, uit België in de Zuidelijke provinciën nogal
I veel brood ingevoerd. Dit brood is van zuiver
i bloem gebakken eu valt er Wel in den- smaak,
ook al wordt bet iets duurder verkocht.
Een Leidenaar, zoo pas uit Brabant gekomen,
had een honderdtal brooden meegenomen, om
j te probeeren of dit brood er hier ook in wilde
i Gebiklp dit, dan zou hij meer brooden laten kc-
mem Hoewel het brood hier oudbakken aan-
I kwam, vond het nog al koopers. De politie heeft
i echter eenige brooden in beslag genomen en den
verkoop buiten de distributie verder verboden.
Gister namiddag, omstreeks vier uren,
geraakten in de Oranjegracht alhier twee
i kinderen te water. De heer Th. Zitman,
timmerman en aannemer alhier, zag van uit
zijn werkplaats heb ongeval, sprong geklèed
te water en kon beide drenkelingen, waar
van de één reeds in zinkenden toestand ver
keerde. behouden op het droge brengen. Da
heer Z. heeft reeds menigmaal met gevaar
voor eigen leven drenkelingen gered.
Gi3te cnamiddag speelde aan den Oude
Vest- do tienjarige knaap J. L., wonende
in de Janvossensteeg, met een sportwagen.
Een spaak geraakte uit het wiel én drong
met een scherpe punt in het dijbeen van
den jongen door, ten gevolge waarvan een
hevige bloeding ontstond. In de apotheek
van ,,Hulp dër Menschheid" binnen gedra
gen, verleende dr. Yan der Horst de eerste
geneeskundige hulp. Het bleek d'at door
heb ijzeren voorwerp een slagader was ge
troffen. Dr. Yan der Horst aohtto.het ge
val zoo ernstig, dat hij opneming in het
Academisch Ziekenhuis noodig oordeelde.
Op het z.g. Zwarte Laantje bij de
"Gasfabriek liepen gisteravond eenige scha
pen onbeheerd, terwijl er juist een kolen-
trein naar de Gasfabriek kwam aanrijden.
Eén der schapen werd middendoor gere
den en een ander werd een poot afgereden.
Ook dit dier moest worden afgemaakt.
De Icger-umforme». Bij Kon. besluit zijn
dë volgende tenuen voor het leger vast
gesteld
Yoor alle hoofd- en subalterne officieren,
onderofficieren en minderen.
Da-gel ij ksche tenue, bestaan
de uit: veldjas c.q. overkleeding. Onbere-
denenkorte pantalon met beenwinclsels
(c.q. beenstukken). Beredenen rijbroek met
beenstukken. Kcpi van grijs laken,
Sohooisel.
V e 1 d-t o n u c, gelijk aan de dagelijk-
sche tenue, bovendien de wapenen en uit
rustingsstukken voor heb betrokken wa
pen (dienstvak) voorgeschreven. Cacalcrie
en rijdende-artillerie de kolbak in p-laats
van de kepi.
Voor lioofd- en subalterne officieren en
onderofficieren, zoomede voor leerlingen
van de Koninklijko Militaire Academie, de
Cadettenschool on den Hoofdcursus.
G e k i e e d e tenue gelijk aan de
thans in do „Beschrijving der Uniformen,
enz." vastgestelde „kleine tenue" en c e-
r o m o n ie e 1 e tenue gelijk aan de
thans in de „Beschrijving der Uniformen,
enz." vastgestelde „groote-tenue".
Het bezit van do tot de ceremonieele
tenuen behoórende kleedingstukken, enz. is
alleen verplichtend voor de beroeps-offi-
qieren, behoorende tob den Generalen
Staf, den Brigadéstaf Grenadiers en Ja
gers, de Grenadiers, de Lagers, den Staf
Cavalerie, de Rij- en Hoefsmidschool, do
Regimenten Cavalerie, de Depot-s Cava-
lorie, het Eskadron Ordonnansen en do
Rijdende-Artillerie, zoomede voor de leer
lingen van de Koninklijke Militaire Acade
mie, dë Cadettenschool en dë Hoofdcursus
en niet verplichtond voor do overige offi
cieren en onderofficieren.
De kleedingstukken van laatstgenoemdo
tenuen mo^en worden afgedragen bij dien
sten in de kazerno (z.g. kleine diensten) en
bij diensten zonder troepenverband.
Door de minderen van liet wapen dor
cavalerie en van het korps rijdende-artil
lerie zal in dagelijksche tenue worden ge
dragen een kepi van grijs laken van het
model als voor onderofficieren van bedoeld
wapen of korps vastgesteld, doch met een
kokarde van onderscheidenlijk wit en geel
metaal.
"Voorts is bepaald, dat de donkere uni
form nog mag worden afgedragen tot 1 Ja
nuari 1921.
Spoorwegen en steenkolen. Naar "aanlei
ding van klachten over de dienstregeling der
Nederl Spoorwegen, deelt men ons van be
voegde zijde het volgende mede:
Wegens het tekort aan brandstoffen wordt
van Regeeringswege bij iedere nieuwe dienst
regeling vastgesteld, hoeveel duizend tón
steenkolen maandelijks ?mn de spoorwegen
zullen worden verstrekt, waaruit volgt, noe-
veei reizigerstreinen dagelijks kunnen rijden.
In de dienstregeling, ingaande 16 Decem
ber 1918, koiiden in vergelijking mot
1913 tot 1914 ongeveer 40 pCt. der
reizigerstreinen Ioopen.
Ingaande 9 Juli 1919 is dit cijfer ver
hoogd tot 60 pCt. Voorshands is er geen
sprake van, dat meer treinen kunnen worden
ingelegd. Daarentegen is het aantal reizigers
tbans weer ongeveer gelijk aan dat van vóór
den oorlog. Het behoeft geen betoog, dat in
deze omstandigheden de dienstregeling niet
aan de eischen van het verkeer kan voldoen,
en de treinen nog overvuld zijn.
Hieraan worde toegevoegd, dat wegens
het aan de spoorwegen opgelegde zuinige
brandstofverbruik, de snelheid der sneltrei
nen met 15 K.M. per uur is gedaald. De
beperking" van het aantal treinen met 40
pCt. en de kleinere snelheid leiden të zamen
(Nadruk verboden.)
19)
„Ik geloofde het ook. eigenlijk niet. Het
zou mij ook spijten, omdat ik geloof, dat,
ondanks alles, mijn vador hem in den
grond van zijn hart meer acht dan iemand
andërs, dien. hij kent."
„Daar ben ik blij om," zoi Dora, en
toon, daar Esther niet geneigd scheen nog
iets meer over het diner te zeggen,
va-o eg zij
„En mijnheer May dens tone,?"
„Ik weet^ het niet," zei«Esther langzaam
en niet een peinzend en glimlach „Ik ge
loof, dat ik genoeg heb van knappe men-
sbken. En mijnheer Mayclenstone is wat
al to veel geneigd om do dingen als aan^
genomen to beschouwen, alsof hij. er al te
voren zijn meening over heeft. Ik geloof,
dat hij mij do eer aandoet mij een tamelijk
merkwaardig w ezen te vinden, en ik word
niet graag als zoodanig behandeld. Maar
•ik geloof niet, dat hij oen nul is; wo zul
len hem dus waarschijnlijk niet veel zien."
Dora wilde tegen deze cynische opmer
king proitesteeren, toen zij de voordeur
hoorden opengaan en het geluid van man-
Eersleuimon vernamen.
„Daar is hij," zoi Dora
Esther maakte even een zenuwachtig ge-
Laar on wilde door de achterdeur wegslui-
3>oa. maar Morlev Konwyn's gehoor was
dan zij dacht, cn hij riep„Kom
Èior. Maydonstone, wo vindon ze aan hot
j)ratenDat „ze" werd onbewust gezegd,
maar Esther begreep er uit, dat de twee
mannen, die nu de apotheek binnenkwa
men, over haar gesproken hadden, en May-
denstono kreeg den indruk van een wild
dier, dat in het nauw gebracht was met
haar mooi, donker hoofd opgeheven, één
voet vooruit, en haar armen uitgestrekt
achter haar tegen do deur. Haar oogen
echter, die gewend waren aan de scheme
ring van die plaats, gaven haar een
voordeel en de verlegenheid was geheel
aan den kant van Maydensfcone, vooral om
dat hij haar ontmoette in tegenwoordigheid
van het meisje, over wie zij bijna gekibbeld
hadden. Bleek en vermoeid door zijn wan
deling, en in de war gemaakt door de
vreemde, benauwd ruikende plek, bleef hij
op den drempel, verlegen glimlachend,
staan, en een oogenblik genoot Esther van
haar voordeel en keek hem strak en spot
tend aan.
Dora ging naar hem toe en zei„Hoe
maakt u het?" De stevige greep van haar
kleine, koude hand verrastte hem. Esther
had eerst alleen maar gebogenmaar met
een zonderlinge, weifele-nde beweging kwam
zij ook naar hem toe en gaf hem „zeemans-
achtig 'de hand' vond hij, terwijl hij den
ruk van haar voorarm opmerkte.
„Wat een massa flesschen," zei hij veiv
baasd.
Ivenwyn lachte.
„Allo met oen naam, dat kan ik u ver-
zokeren," zei hijcn Dora zal het prettig
vinden, u met. haar vertrouwelingen bekend
te maken."
Maydenstone keek rond met een vluchti-
gen, waardeerenden glimlach. Plet vol
tooide den indruk, dien zij maakte, van
een kleine, bleeko toovenares in een- don
keren kelder.
•„U is dus meesteres hier vroeg hij.
„Ja, mijnheer," zei zij met- een buiging;
„wat wenscht u? Ik kan u droomon van
vergetelheid verkoop en.-
„Ik heb te veel droomen," zei hij; „en
mijn geheugen is niet al to best. Maar geef
me iets om rne op te wekken e'n mij te hel
pen duidelijk te zien."
„O, d!at is gemakkelijk," zei zij, en zij
kreeg een flesch van de plank„ruik daar
aan, maar pas op, het. is heel sterk."
Hij snoof voorzichtig op en een geur
trok door zijn hoofd en bracht tranen in
zijn oogen.
„Dat ken ik," zei hij, hoestend„het is
ammoniak."
„Ithuriel met zijn puntigen speer," mom
pelde zij „en wat is dit?"
Hij nam de zware flescE met kleurloos
vocht en' hield dio onder zijn neus.
„Het is een tuin. vol van sterk geurende'
bloemen, en doe nooit vandaag, wat ge tot
morgen kunt uitstellen, en dolco far
niente neen, het is een vrouw met droo-
merige oogen, dio zachte muziek zingt, en...
„U heeft meer dan genoeg gehad," zei
zij, „want het is chloroform."
„Ik wist niet, dat geneesmiddelen zoo
merkwaardig waren."
„Het" is het merkwaardigste^ dat op die
wereld bestaat. Het wonder is niet, dat
Keats apotheker was, maar dat Leder apo
theker geen dichter is."
„Zij hebben prachtige namen, dat is
zeker," zei hij, een etiket lezende„Spi
ritus Aetheris Nitrosi", het klinkt als een
gedicht."
„Jamaar u weet niet hoe mooi de na
men van geneesmiddelen zijn, voordat u
iets gehoord heeft omtrent hun toeberei-
ding cn eigenschappen. Het hoofdbestand
deel, dat is, do ziel vain belladonna wordt
atropine genoemd, van opium, morphine
en het hoofdbestanddeel van sinaasappe
len en citroenen wordt het peridine ge
noemd is dat niet veelbeneekenend
„Maar allo mid'dolen worden toch niet
van planten gemaakt?"
„Neen, maar de andere, de onbewerk
tuigde stoffen zijn even merkwaardig. Als
ik zwavelzuur moest uittcekenen, zou ik liet
doen als Don Juon met een zwaard en een
snor. Als men zwavelzuur op marmer giet,
vormt heb onoplosbaar cqfloium-sulpliaat,
en koolzuur wordt vrij met opbruising.
Hoeveel liedereu van teleurgestelde liefde
zijn niets dan dë vrijmaking van een
beetje koolzuur met opbruising. En zooals
men zegt, dat de bekeerde schelm de beste
echtgenoot wordt, zoo zijn dë samenstel
lingen van zwavelzuur do standvastigste,
dio bekend zijn."-
Maydenstone's geboeide aandacht voor
haar opgewekte, zachto stem gaf Kenwyn
gelegenheid, om tob Esther te zeggen
„Ik vrees, dat Jelbart stervend is."
Zij keek hem aan, alsof zij een beteeke-
nis achter die woorden vermoedde, en zei:
„Het spijt me erg, dat te hooren."
„Hij wil, dat ik Tregiffian zal koopen."
„U!" riep zij met verschrikte oogen uit.
Hij knikte.
„Het is heel ongelukkig," zei ze na een
oogenblik, met een treurigen blik„maar
u moet doen wat u goed schijnt."
„Zullen we naar boven gaan?" zei Dora,
hun in do rede vallende„de theo zal da
delijk klaar zijn."
De huiskamer van dë Kenwyn's had dien
zelfden vorm en hetzelfde uitzicht als die
van Maydenstonemaar daarmee hield de
gelijkenis op. Do armoedige meubelen en
het stuk versleton blauw vilt op den grond
deden hem verwonderd zijn over Kenwyn's
toespeling op de mogelijkheid, d!at hij Tre
giffian zou koopenhoewel de kamer niet
dén indruk maakte van armoede, voortko
mende uit de noodzakelijkheidmaar van
armoede, die vroolijk aanvaard werd. De
eenige plaat in de kamer, boven den schoor
steen, was op zichzelf een verheerlijking
van do armoodo het leven op cDen laag-
sten voet, maar toch vol liefde, vreugde en
vrede. Het was een fotografische reproduc
tie in donker-blauw van een schilderij, die
een vermagerd man mot een baard voor
stelde, de geduldig gevouwen handen op
een net rustend, naast een stil watereen
vrouw, dio bloemen plukte, en een klein
kind, slapend op den grond. De naam van
do schilderij was „Do arme Visschor."
Maydenstone's eerste gedachte bij het
binnenkomen van die kamer was, dat, als
Esther dikwijls naar de Kenwyn's ging, hij
haar uit zijn venster kon zien langs komen,
als zij o-ver het terras ging. Nu wilde hij
haar liever zien loepen dan met haar spre
ken, want haar woorden schenen uitgeko
zen om hom op een afstand te houden. Hij
was nieuwsgierig of do klaarblijkelijke ver
wijdering tusschen haar en liaar stiefmoe
der zoo scherp en van-de zijde van Esther
zoo onredelijk was, dat zij verlangde, dat
haar vrienden onbeleefd tegen mevrouw
Rosewarno zouden zijnmaar hij voelde,
dat hij haar vriendschap niet zou willen
koopen op ecnigo voorwaarde van die
soort. Minder omdat hij met mevrouw. Ro
sewarno wilde praten, hoewel zij hem in
zokeren zin aantrok, dan omdat hij met
Esther alleen wilde spreken op den voet
van volkomen oprechtheid van beide zijden.
(Wordt vervolgd.)