fVio. 18227 LE3DSCH DAGBLAD, Zaterdag 2 Augustus. Tweede Blad Ararso 1919. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. MÏUT TE! K©@P„ Di li u 1 p O' n d e r w ij z e r e s. „©ET SCHOOLBLAD'', het wetsont werp-De Visser besprekend, kan zich niet vereenigen met het denkbeeld van het in stellen van de bevoegdheid voor hulponder wijzeres. Als bezwaren noemt het blad: lo. als bij voorkeur de hulponderwijze- tessen in de eerste twee leerjaren moeten les geven, dienen de onderwijzeressen in hoogero leerjaren werkzaam te zijn het gevolg db.arvan zal wezen vermindering van het aantal manlijke leerkrachten; 2o. de mogelijkheid kan echter bestaan, dat onderwijzeressen zeldzame verschijnin gen worden. "Wanneer een meisje vaii 14 jaar het vooruitzicht heeft op een trakte ment van hulponderwijzeres na vier jaar gemakkelijke studie, zullen vele ouders die opleiding voor hun dochter prefereeren boven een moeilijker en langduriger studie tot den leeftijd van 20 a 21 jaar; 3o. de hulponderwijzeres moet zich onbe voegd gevoelen voor het ondierwijs in de hoogere klassen (waar zij echter bij afwe zigheid van anderen zal dienen in te val len) voor de waarneming van dë functie van hoofd der school mist zij door de on voldoende opleiding alle gezag 4o. de hulponderwijzeres moet zich de uitsluitend bevoegde gevoelen voor het on derwijs in de laagste twee leerjarenals tihef heeft -zij cehter een hoofd der school, die -niet speciaal voor dat onderwijs be voegd is en door haar als niet deskundig zou kunnen worden aangemerkt; 5o. de instelling van het instituut „hulponderwijzeres", ook al zc-u deze leer kracht- dan alleen voor het onderwijs der ïieide laagste leerjaren worden bestemd, kan aanleiding geven tot minder aangename verstandhouding tusschen haar en het hoofd der school, tusschen haar en de andere leden der schoolvergadering, waar zij mede advies zou moeten uitbrengen over onder werpen, die zij niet kan beoordeel en Naar onze nneening, zegt de s(chrijver B., nioet tegen des> wijziging met klem Worden gesteld deze uitspraak: één be voegdheid in de lagere Bohool, geen hulp- onderwijzeressen in de lagere school. Nederland '1 et op uw z a a kb »-=ri De heer J. Th. Al ting van Ck'iisaTi schrijft „DE TIJD" een artikel over „leger-reor- gaaioatie.'' De schrijver bepleit een krach tig, goed geoutilleerd veldleger, om ons land tb verdedigen tegen aanvallen van vreemde troepen, en ons volk te bewaren voor de „'zegeningen" van het RolsjewLrme. In Bel gië, zegt de sdli rijver, heeft een niet te on derschatten partij liet begoerig oog geslagen op de schoonste deden van ons vaderland; een voorbeeld, dat straks wellicht door an dere naburen zal worden gevolgd. En nu inoene men niet dat de Belgische kwestie van de baan is. Zij mag tijdelijk baar echerpr fce \erloren hebben, maar zij keert terug, steeds met andere argumenten. Men ondes schatte deze zaak dus niet; zij vormt vo<D do toekomst een blijvend gevaar. De schrijver wijst ook op de woorden, door minister Hijmans te Brassel gesrpro" ken tot president Wilson: „België is beslo ten, met volharding en vastbeslotenheid de verwezenlijking van zijn eiscken (ten opzich te van Holland) door te zettoa. Daartoe re kent het op den vriendschap'pel ijken steun van z'rja geallieerden." De schrijver besluit zijn artikel met de .waarschuwing: „Nederland, let op; uw zaakl"1 De opleiding iat vakonderwijzer In de ölosmboilenieelt en (iel tuin- bouwondarwijs in de bloem bollenstreek. Naar aanleiding van den binnenkort te •Lisse te openen cursus voor opleiding tot vakonderwijzer in de bloembollenteelt, komt het mij gewcnscht voor 'de bedoeling daarvan eenigermate toe te lichten. Ik meendat evenwel niet naar behooren te kunnen doen zoncler een enkel woord to wijden aan het geheele systeem van tuin- bouwonderwijs in deze streek. Ik stel daar bij tevens op den voorgrond, dat ik, waar wij hier huizen in de bloembollenstreek, daarbij ook voornamelijk de bloembollen cultuur op het oog heb. Wij onderscheiden dan a. de Rijks tnin- boilwwinterschool te Lisse; b. de gewone tuinbouwwintërcürsussenc. de cursussen voor volwassenen. Over de beide eerstgenoemde vormen van onder-wijs wil ik het thans voorname lijk hebben. "Velen hebben daaromtrent een onjuist begrip en hoewel het oogenblik, om daarover thans uit te weiden, in verband met de reorganisatie van het tuinbouw- ondërwijs, niet heel gelukkig gekozen is, lijkt mij deze bespreking thans toch wen- •schelijk, nu tot degelijke practici de op- roèp gericht wordt om deel te nemen aa-n De Rijkstuihouwwinterseliool, De toelatingseisclien zijn lo. 16-jarige leeftijd, bij uitzondering 15-jarige leeftijd. 2o. heb werkzaam geweest zijn in de prak tijk van de bloembollencultuur. 3o. het afleggen van een voldoend toe latingsexamen. 4o. heb afleggen van een voldoend toe latingsexamen in de vreemde talen voor wie deze wenscht te volgen. Leerplan. Vakken van onderwijs. Tot. aantal uren. Plantkunde 129 Plantenziekten 80 Natuur-en Weerkunde 129 'Scheikunde 147 Kennis van den. grond 62 Bemestingsleer 02 Bloembollenteelt 100 Bijteeltèn 31 Groenteteelt 49 Reken-, meet- en landmeetkunde 31 Handelsrekenen en -kennis 62 Administratie en boekhouden 98 Landhuishoudkundige onderwerpen 49 Handëlsaardrijkskunde 49 Kassenbouw en verwarmingsstelsels 18 Plajitenterminologie 31 Nederl, Taal en handelscorrespon dentie 49 Engelsche Taal on handelscorrespon dentie 186 Duitsche Taal en handelscorrespon dentie 160 Russische Taal en handelscorrespon dentie 186 Totaal aanbal uron mét de vreemde talen 1768 Totaal aantal uren zonder vreemde talen 1236 Totaal aanbal uren der vakken welke ook op de wintercursussen gegeven worden 849 Lesrooster. Het onderwijs wordt dagelijks, gedu rende 5 a 0 uren gegeven. De Rijkstuin- bouwwinterschool is derhalve een dag school. Duur van den cursus. Het onderwijs wordt gegeven van af ha.lf October tob half Juni, derhalve gedu rende 8 maanden per jaar. Totale cursus duur twee perioden van 8 maanden. De Teerlingen. Het onderwas der Rijkstuinbouwivinter- school is bestemd voor jongelui, die de vrije beschikking hebben over alle werkdagen en die daarbij voldoen aan de trtelatingseischen. Ieder, die het bloenubollenvak wil uit-iefe- nen, wordt het bezoeken van de Rijkstuin- bouwwinterachool of van een Rijkstuinbouw- wintercursus, al naar zijn omstandigheden dat mogelijk maken, ten zeerste aanbevolen. Het is de eenige manier, om stelselmatig en onder bevoegde leiding kennis op te doen omtrent al die zaken, welke voor de uit oefening van het bloembollenbedrijf van het grootste belang kunnen worden geacht.'Daar wordt getracht de verklaring te geven van hetgeen in de practijk wordt toegepast, ter wijl tevens de wegen worden aangegeven, welke men ter bereiking van bepaalde doel einden kan inslaan en welke wegén mfen juist reen cursus voor opleiding tot vakonder wijzer in de bloembollenteelt? Wat daar mede beoogd wordt, kan in de oproeping kwalijk worden vermeld, terwijl het voor belanghebbenden toch noodzakelijk is te weten, wat onder vakonderwijzer wordt vrstaah, welke taak hem wordt toege dacht en welk voordeel het volgen van zoo'n opleidingscursus hem kan opleveren. Allereerst dan enkele opmerkingen over het ond'er a en b genoemde onderwijs. Enkele punten, welke beiderlei soort on derwijs raken, wil ik daartoe naast elkaar stellen, om het verschil tusschen beide des te duidelijker te'doerf uitkomen. Het wil mij voorkomen, dat uit het volgende schema de tegenstelling voldoende blijkt, omdat daarin achtereenvolgens worden omschrevendo eisclien van toelating, het leerplan, de lesrooster, de cursusduur en de leerlingen. De liijkstuinbouwwintercursussen. De toelatingseisclien zijn;, lo. 15-jarige leeftijd: 2o. het werkzaam' geweest zijn in dë'prak tijk wordt niet geöischt. 3o. er wordt geen toelatingsexamen af gelegd, hoewel een onderzoek of voldoend lager onderwijs is genoten, kan worden in gesteld. 4o. vreemde talen worden niet onder wezen. Leerplan. Yakken van onderwijs. Tot. aantal uren Plantkunde en plantenziekten 50 Natuurkunde en Scheikunde 75 Kennis van den grond 25 Bemestingsleer 25 Bloembollenteelt met enkele bij teelten en enkele groenteteelt-en 125 Totaal aantal lesuren 300 Lesrooster. ■Hot onderwijs wordt op 2 of 3 avonden per week gegeven, 2 a 3 lesuren per avond. Duur van den Cursus. Het onderwijs wordt gegeven, van af be gin October tot begin April, derhalve ge durende 6 maandlen per winter. To.aio cursusduur twee perioden van 6 maanden. De leerlingen. Voor hen, die overdag door andere bezig heden bezet zijn, en die toch gaarne vak onderwijs ontvangen, dienen de cuinbouw- wintercursussen. moat vermijden om overbodig werk te voor komen. Hoe degelijker dat onderwijs wordt gegeven, op hoe breeder grondslag dat rust, des to meer profijt de a.s. beoefenaars van het vak er ran zullen hebben. Voor iederen a s. vakman, die over zijn tijd de vrrje beschikking heeft, is de Rijks- tu inbouw winterschool daarvoor ook de aan gewezen opleidingsschool. Evenwel, ook op de gewone Rrjkstuiobouw- wintercursussen kan reeds veel nuttige: ken nis worden opgedaan, al dient men zich dan iu de te behandelen stol: meer te be perken en al moet men rekening houden met een lager, ontwikkelingspeil der deelnemers. [Waar mogelijk kan echter ook voor do toelating lot deze cursussen een eenvoudig toelatingsexamen worden geëischt, opdat alle deelnemers het te' geven onderwijs be hoorlijk zullen kunnen verwerken. Een ge tuigschrift van het met vrucht volgen van dat onderwijs wordt echter op het einde van die cursussen slechts uitgereikt aan hen, bij wien dat werkelijk het geval is. Het peil van hst onderwijs op deze cursussen houdt derhalve wel eenigermate verband mét de algemeene ontwikkeling van de streek, waar in de cursus wordt gehouden, terwijl anders- déeïs het onderwijzend personeel daarop mede een belangrijken invloed kan uit oefenen. Het onderwijs aan de gewone tuinbouw- wintercursussen wordt gegeven door twee'" of drie leerkrachten, te welen één of twee) tuinbouwonderwrjzers als regel bijgestaan door een ervaren, degelijk practicus, die' dan les geeft in het practische tuinbouwvak. Der gelijke practici worden aan dit cursusonder wijs verbonden, omdat eensdeels het aantal onderwijzers met de akte tuinbouwkunde I. o te gering is, andersdeels, omdat het dezen onderwijzers moeilijk valt in alle bijzonder heden de practijk thuis te geraken en te blijven. De Directeur-Generaal van den Landbouw hoop1, hu, door de instelling van cursussen voor vakonderwijzers, kundige en ervaren vaklieden, die theoretische kennis en ont wikkeling te doen bijbrengen, welke hen in staat zullen stellen zich een béter inzicht te vormen Van de feiten uit de practijk en dit later, als vakonderwijzer, ook duidelijker te onderwijzen aan hun leerlingen. Een cursus tot opleiding van vakonder wijzer in de bloembollenteelt zal thans, bij genoegzame deelneming in October worden geopend te Lisse. Candidaben voor dezen cursus moeten derhalve reeds beschikken 'over veel practische kennis en ervaring van de bloembollenteelt, want op den cursus zal de teelt der bolgewassen slechts beknopt worden 'behandeld. Het is mesr de bedoeling dergelijke practici wat meer :j.g. theoreti sche kennis brj to brengen, opdat liet door hen later te geven onderwijs in het practische vak beter tot zijn recht zal komen. Na af loop van den cursus wordt een examen af genomen op grond waarvan een diploma van vakonderwijzer »in de bloembollenteelt wordt uitgereikt. De vakonderwijzers kunnen derhalve later les geven in bloembollenteelt aan tuinbo.lv/- wintercursussen, doch ook alleen in dat vak, voor welk onderwijs nu door liet Rijk een vergoeding vjn f2 per lesuur wordt be taald In den regel wordt dat bedrag nog j iets verhoogd door bijdragen van andere j zijde o.a. van de provincie. Het onderwijs van deze cursussen wordt, zooals reeds uit het schema bleek des avonds gegeven, roCcst- tal gedurende 2 uur per avond en wel alleen des winters van af ongeveer begin Octo ber tot ongeveer April. Menig energiek prac- tiais kan zijn winteravonden derhalve cp dez> wijze tamelijk voordeclig benutten. .Het aantal cursussen in ieen intensief tuinbouwcentrum als onze bloembollenstreek in haast beschamend klein en zeer zeker is dab het geval met het bezoek, dat deze cur sussen ten deel valt. Ongetwijfeld is dit mede een gevolg van de onbekendheid mët d'fc onderwijs. Momenteel zijn er tuinbouwvintercursus- sen voor de bloembollenteelt te Bennebroek, Hillegom, Lisse, Sassenheim en Noordwijk.; Er is plaats voor dergelijke cursussen, in meerdere gemeenten, terwijl zeer zeker hét bezoek veel beter kon zijn. De voorwaarden ter verkrijging van oen tuinbouwwintercur- sus üggon onder het bereik van iedere verecnigiag van 'belanghebbenden ol' belang stellenden in den tuinbouw oï van eeki af- decling daarvan, terwijl deze cursussen ook van gemeentewege kunnen worden gegeven. Feitelijk behoorde er in iedere gemieente van de bloembollenstreek een tuinbouwwin- tercursus voor de bloembollencultuur te zijn en Zelfs een twee-klassige cursus, zoódafc er ieder jaar nieuwe leerlingen zouden kun nen worden aangenomen. Het is immers in het belang van het in deze gemeenten zoo intensief gedreven bloembcllenvak, dat de oprichting van deze cursussen zooveel mo gelijk wordt bevorderd en dat bestaande cur sussen zooveel mogelijk worden gesteund, niet in de allereerste plaats door financieel© omragen, hoo welkom ook, doch vooral door ïut doel dier cursussen te helpen verwezen lijken en derhalve het bezoek zooveel mo gelijk aan te moedigen. Op die cursussen wordt vakkennis* bijge-- bracht, toewijding voor dat vak opgewekt,: Het vak zal daarvan mettertijd den terugslag ten goede moeten ondervinden, Laat ieder, die daartoe in de gelegenheid is, een deel van zijn vrije, dikwijls nutteloos verloren gaande avonden aan zijn vakontwikkeling wij-, den ten bate van hein zelf, ten bate ten: slótte van het geheele vak. Laten daarom ook de patroons hun ondergeschikten op1 dat cursusonderwijs attent maken. Overal kan het treaeven worden cn voor niemand be hoeft bet volgen er van ecu beletsel1 be zijn: het onderwijs is kosteloos of vrijwel koslcdeo;. De onkosten, .aan het 1.ouden"an zoo'n cursus verbonden, komen bijna geheel ten laste van het Rijk. De Provincie draagt flaarip gedeeltelijk bij, zoo ook als regel de gemeente, de Vereeniging, namen? Welke de conus wordt gehouden, en enkele belang stel'enden, hoewel deze laatste bijdragen met noodzakelijk zijn. Aan subsidie ter bestrijd dirg van de onkosten der lessen, der ver plaatsingskosten, der leermiddelen, der ad ministratie en vergaderkostcn voor het per-' sonccl verbindt het Rijk echter •verschiD lende voorwaarden, waaromtrent nadere in- I ht rgeu gaarne door mij worden verstrekt* Enkele der voornaamste dier voorwaarden, zijn: lï het reglement, het leerplan en de be groeting voor den cursus moeten worden goccgekeu.rd door den Minister van Land bouw, Nijverheid, en Handel; 2. de verder clcelmg van de leerstof en de benoeming van liet onderwijzend p-srsoneel moeten in oveileg geschieden met den Eijkstuinbouw- leeraar- 3. het aantal leerlingen van ©en! nieuw op gericht en cursus mag bv den aan vang Oer lessen niet mrncler dan tien be klagen; 4. alle voor de Rijkssubsidie aange icbalte leermiddelen blijven Rijkseigendom; 5. uit de Rljkssubsidio mogen geen uitga ven voor lokaalhuur, verlichting, verwarr ming en schoonhouden van lokalen v/orden bestreden; (ia verband met dit punt zij op gemerkt, dat in de meeste- gevallen door, de gemeentebesturen verwarmde en ver lichte lokuien gratis ter beschikking wor den gesteld); G. de op zegel geschreven aanvraag om subsidie moet, vergezeld van de nocaige bescheiden, vóór of op' 1 Octs* Ier bij de Directie van den Landbouw zijn ingezonden. Het js bevreemdend, dat van het oprich ten van tuinbouwwintercursussetL niet meen gebruik wordt gemaakt, al is dit wellicht mede te wijten aan het te-kort aan bevoegd personeel. Het onderwijs aan (leze cursus sen wordt n.l. als regel gegeven door een' tuinbouwonderwijaer, d.i. e?n onderwijzer iu het bezit van een akte van oelcwaamheid tot het geven van schoolonderwijs in de begin-1 selen der tuinbouwkunde. Deze kan worden bijgestaan: a, voor het onderwas ia natuurkunde, 'plant- en dierkunde, door een onderwijzer óf;- bij voorkeur, door een hoofdonderwijzer ntf b. vcor de practische vakken door een e' va re n fcuiabouwpr acticus. In dit tekort aan personeel begint thans een kentering te komen. Ook de mnnetar kort te openen cursus voor vakonderwijzer ia bloembollenteelt. tracht iu dat tekort tel helpen voorzien. De lessen aan dezen cur sus 2ullen daartoe ook zooveel mogelijk ge geven worden op de voor de deelnemers mc-est geschikte tijden. Zij kunnen op. oen of twee dagen van de week worden gesteld, zoo noodig alleen op de avonden, na afloop derhalve van de dagtaak. Het onderwijs wordt daarbij kosteloos gegeven, terwijl ver goeding van reiskosten wordt verstrekt* Zij, die den cursus, welke ongeveer twee jaren duurt, wenschen te volgen, moeten den 21-jarigen leeftijd hebben bereikt, een toelatingsexamen afleggen in do Ncderland- schc taal, rekenen, aardrijkskunde en kennis van de bloembollenteelt en minstens vier jaren in de praktijk van de bloembollencul- tuir werkzaam zijn geweest, terwijl aanmel ding tot deelneming aan den cursus vóór of op i5 Augustus a.s. bij ondergeteekendö mo i plaats hébben. Do deelnemers aanvaar den door heb volgen van den cursus allen de moreel e verplichting om zich na afloopt van-den cursus aan het examen voor vak onderwijzer ia de bloembollenteelt te on-* denverpen en zich later als zoGdanig ter (Nadruk verboden.) 5) „Och, heb is een manier om den tijdl zoek te brengen, zei Lugg, onverschillig, toen Maydenstone zijn werk had uitgelogd. Hij nam een groen ingebonden boek en la-s met moeite. „Aan boord bij het roer van een schip stuurt een jong stuurman met zorg.'- Nu, dat klinkt ten minste verstandig," zei hij, „die man weet iets. „Met zorg sturen, dat is goed. Ik ben zeeman geweest en ik weet het. „Door den mist luidt dof op de zee kust een klok. O, een waarschuwings- klok, bewogen door do golven." Daar heb ik ook van gehoord er is een klokkeboei op de hoogte van die Manacles, waar do „Mohegan" vergaan is. Hij grinnikte als een clown, wiens ooren ges'breeld worden door muziek, en sloeg ij-A boek dicht. „Grashalmen, hé? Dat is een raro naam." Hij las tot onder aan de blzdzijd'j, zijn voorhoofd rimpelde zich als van een aap, toen het geschreveno minder eenvoudig werd. „Ik zal je dit geven, als jo het hebben ,wil," zei Maydenstone. 'Een oogenblik keek Lugg verheugd. „Och, ik weet het niet. Ik zou graag Neen" zei hij vast en legde het boek op den hoek van de tafel. „Ziet u, dit is de za^k, mijnheerik ben slecht bij kas en er zijn óogenblikken, dat ik mijn bezittingen wil verkoop en, on ik zou niet graag een ge schenk verkoop en." Toen Maydenstone hem vroeg, of hij een visscher was, kwam de sluwe, dierlijke blik weer over zijn gelaat. „Vissollen is een moeilijk ding voor iemand, die geen boot en uitrusting heeft,1' zei hij op den verontschuldigenden toon van den gewonen ledigganger. „Daaren boven kan men er niet op rekenen. Wie kan zeggen waar visch is? En het is een zwaar werk nacht op nacht zwarte netten in te halen. Neen, als het om een konijn of een haas- te doen is, zijn er sporen voor iemand, die oogen in zijn hoofd heeft. Maar in het seizoen hèlp ik met het visschen met het net. Hebt u wel eens een net zich zien sluiten? O, dat is een prachtig gezicht. Als men wil, is er voor ieder mensch visch. Men zou door een schepnet kunnen loop en op enkel visschen, aan zilver gelijk. O, er is eten en geld voor allen, als er „Heva" in de baai is." Maydenstone sprak bij overlevering over den wedijver tusschen de netvisschers en dè anderen. De oogen van Lugg verloren hun oogenblikkelijk vuur en werden weer hard. „O, dat is politiek," zei hij kalm. Daar na scheen hij achterdochtig te worden en voor een tweede borreltje bedankend, stond hij. op om heen te gaan. „U heeft toevallig geen hond noodig, vermoed ik?" zei hij. „Ik zou u een mooien hond (kunnen, bezorgen, een heerenhond. Ik heb verstand van honden. Maydenstone. was er op het oogenblik niet op voor-bereid eep hond te nemen en juist zei hij dit, toen Lugg, op zijn teenen staande, uit het raam keek. „Nu, ik ga heen," zei hij. „Als ik mij niet vergis, komt hij u bezoeken, en de herme lijn en de das liggen niet in hetzelfde hoi. Geef me wat u wilt en laat het me weten, als u er over denkt een hond te nemen." Hij spuwde op den shilling, dien Maydon- stone hem gaf, en ging do trap af. Juffrouw Rowe bracht een visitekaart] o binnen, waarop stond„Michael Rose- warne, Trevase." „Of hij u gelegen komt, mijnheer," zij zij. Maydenstone's eerste gedachte bij h'et zien van Rosowarne was, dat hij er prach tig uitgezien zou hebben in het grove hemd en de hooge laarzen van den woudbewoner in Amerika. In goedgesneden laken was hij misschien een beetje te zwaar. Hij was een man van middelbaren leeftijd, met een dikken nek, een mooi gevormd hoofd en een vollen, Tossigen baard. „Ik ontmoette Blanchard in de sociëteit, mijnheer Maydenstone,"- zei hij„en hij zei me, dat u gisteren akngekomen was. Ik hoop, dat u mij niet kwalijk zult nemen, dat ik kom-, voordat u behoorlijk op orde is." s Zijn stem klonk wat te luid voor do juistheid van zijn woorden, en hoewel hij oven luid sprak als oen gewoon man, maakto hij den indruk van met opzet zacht te spreken. Hij stootte de woorden er ook wel een beetje uit. Onder d>e vriendelijk heid vau zijn begrooting school de stille waarneming van den man, die gewoon is anderen te bevelen. Zijn manieren waren gemakkelijk, maar meer 'een uitvloeisel van zijn bewustzijn van macht dan van maat schappelijke opvoeding. „U hebt mooie kamers," zei hij, rond- riendie, terwijl hij ging zitten. „Ik. zie, dat ik u gestoord heb in de aangename bezig heid van het ordenen van uw schatten." Hij begon de boeken door. tQ zien jrnet een vluchtige opmerking er over. Bij het gezicht van zijn dikke vingers tusschen do bladen, voélde Maydenstone een tegenzin, dien hij niet gevoeld had, toen Lugg ze vrijmoedig betastte. Lugg had de gevoelige ruwo bewondering getoond van een sater voor de zachte ledematen van een dryade. Rosewarne hanteerde on sprak over boe ken, met kennis en oordeel, wol is waar maar meer met de onbeschaamde ver trouwelijkheid van don slaveneigenaar dan met de eerbiedige liefde van den minnaar. Hij verkrachtte de boeken. „Jefferiës een verwonderlijk kunste naar, maar niet groot genoeg om do bitter heid van ongelukkige omstandigheden at te schudden. En Sir Walter Resant hij behoort- meer tot dë merkwaardige dan tot dö-grooter schrijvers. Volgens mij is de geheele St-evensön in dio twee kleine deel tjes. En ah, zooals ik wel verwacht kon hebben, hier zijn Plato en More, Bacon, Harrington en Hobbes. Wij moeten eens over hen pratende Ideale Republiek is mijn stokpaardje, 'Cabbett's Rival Rides een verwaarloosd boek. U schijnt een com pleten Henry Kingsley te hebben een grooter man dan Charles. En Peacock is die niet uitstekend? U moet mijn kleine bibliotheek zien, mijnheer Maydenstone. Ik heb juist een eerste uitgave gekocht van do Pseudodoxia Epidemica met aanteekenin- gen in manuscript, dio bijna van denzelf- don tijd zijn." Hij keek de kamer rond met onderzoekenden blik. „U zal meer planken noodig hebben," zei hij. „Ik zou u radën ze boven elkander to nemen iedier vak niet meer dan vier voet breed. Zij zijn gemakkelijk weg te nemen en men kan ze in bijna iedere kamer gebrui ken zonder de muren te beschadigen. Ik ken iemand, die ze goed en goedkoop voor u zal maken een kunstenaar in zijn vak hij heeft veel werk voor mij gedaan. Zal ik hom bij u sturen?" „Heel graag,zei Maydenstone, ofschoon i hij de verplichting niet aangenaam vond. I „U weet- heb misschien niet," zei Rose- warne lachend, „maar u woont in ecu yan mijn huizen. Kijk eens de dikte van de mu ren. Het is een- schande, dat er geen be hoorlijk georganiseerd lichaam, of ten minste een vorscniging van huiseigenaren is om een eind te maken aan het bouwen volgens één model. Porth Enys heeft een toekomst als een eerste-klasse-badplaats, en ik strijd met hand cn tand om de ont wikkeling op dezen weg te houden. Ik wordt niet gesteund zooals hot moestik zou u eenige behoudende menschen kun nen noemen, niet heel yer van deze kamer. Maar ik zal u iets laten zien." Hij stond op en ging naar liet- raam. „Ziet-, u het" liuis van den omroeper op de Kaap? Ja, daar die man is d'o omroeper, als cr sar- dijnen te vangen zijn. Nu er zullen nooit meer nieuwe 'huizen dien kant uit gebouwd worden. Ik heb ieder-en voet gronds tus schen dat punt en Trenanveor gekocht; van den hoofdweg tot do- zee. Porth Enys is groot genoeg, wij hebben geen uitbrei ding, niaar innerlijke ontwikkeling noodig. Wij krijgen ieder jaar een heel goeden stand van menschen als bezoekers, cn het. zou zijn de gouden gans dooden, om iets te doen, dat het peil zou verlagen. Aan den anderen kant van de stad zijn er niets dan boerderijen en heide, vijftien mijlen ver. Natuurlijk kan ik het bouwen achter de stad niet beletten, maar ik doe mijn. besb den Raad over te halen niets toe te staan over zeventig pond rente. Maar ik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5