LEIDSCH DAGBLAD. Vrijdag 20 Juni 1919. Oifieieeie Kennisgevingen. De Belgen niet geleerd! STADS^aEOWS BINNEN! AND FEUILLETON. ZIJ PRIJS DER ADVERTENTIENi BO Cts. per regel. Des Zaterdags 40 Ots. por regoL Kleine advortcntiSn Woensdag 16 Cts., Zaterdag 1.— bij een maximum lantal woorden van 30. Incasso volgens post» reclit. Voor eventueels opzending van brieven 10 Cts, porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noortfeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. Nummer 18190. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. GELDIG VERKLAARDE BONS: De Burgemeester der Gemeente Leiden brengt ter algemeen© kennis, dat vanaf Za terdag 21 Juni tot en met Vrijdag 27 Juni zijn geldig verklaard Bon M 25 voor 2 K.G. KI ei aardappelen a 7 cent per K.G. Bon M 26 voor 1 K.G. Kleiaardappelen a 7 cent per K.G. Bon M 27 voor 1 ons Hijst a 21 cent per pond. Bon M 23 voor 1 ons Capucijncre a 27 cent per pond. Bon M 29 voor 4 ons Bruine boonen a 11 cent per pond Voor zoover voorradig bon M 30 voor 1 ons Macaroni a 15 cent per ons. Bon M 31 voor 3]/o ons Suiker. KINDERMEELBOEKJE. Bon 6 voor 3 V6 ons Suiker. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester, Leiden, 20 Juni 1919. JACHT. Do Commissaris der Koningin in de Pro vincie Zuid-Holland, Gezien bet besluit van Gedeputeerde Sta ten, dd. 11 Juni 1919, No. 102; Gelei op art. 11 der Wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad No. 87); Brengt ter kennis van belanghebbend™, dat bij voormeld besluit door Gedeputeerde Staten is bepaald, dat de AFZONDERLIJKE JACHTEN OP WATERWILD voor dit jaar zullen worden geopend op ZATERDAG 19 JULI aanstaande, en dat mitsdien vanaf flat tijdstip de uitoefening der jachtbedrijven, vermeld in art. 15, litt. d, f en b der Jachtwet, is geoorloofd; wordende tevens herinnerd aan de bepaling van art. 1 van bet Reglement op de uitoefening der jacht in deze provincie, krachtens welke dit jachten niet ander3 mogen plaats hebben dan op en langs het water, mitsgaders op moerassige landen. Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt, worden afgekondigd on aangeplakt waar zulks te doen gebruikelijk is, 'alsmede in bet Provinciaal Blad en in de Nederlandscbe Staatscourant worden geplaaist. De Commissaris der Koningin voornoemd, SWEERTS. 's-Gravenhage, 14 Juni 1919. BEANDSTOFFENCOMMISSIE. De Directeur van het Brandstoffenbureau maakt bekend, dat degenen, die aan „Musis" hun brandstoffenkaarten niet hebben afge haald, daartoe alsnog in de gelegenheid worden gesteld op Maandag 30 .Juni a.s., des voorm. 912 en des nam. 26 uur in Musis Sacrum". Daar het in de bedoeling ligt om nog in deze maand brandstoffen op de rantsoen- kaarten beschikbaar te stellen, is het van belang, dat men de kaarten thans afhaalt; Omtrent de verstrekking van brandstoffen voor den a.s. winter aan degenen, die hun kaarten, niettegenstaande de ontvangen kennisgeving niet afhaalden, wordt door de Commissie geenerlei aansprakelijkheid aan vaard 233 De Directeur voornoemd, KRAMER. Leiden, 20 Juni 1919. In onze laatste driestar over het verloop van do onderhandelingen over de wijzigin gen der tractaten van 1839 spraken wij de hor,lp uit, dat de Belgen uit het gebeurdl zouden hebben geleerd en thans den weg zotden betreden, die leidt tot een vreedzame en voor beide partijen aannemelijke oplos sing der diverse vraagpunten. Iilacy, het schijnt vooralsnog niet zoo uit te vallen. Hoewel de geallieerden zoo ijui- delijk ais maar te wonschen was elke an- rexatie-begeerto van onzen Zuidelijken na- buuistaat wezen van de hand, zelfs verder g.ogon, door ook het leggen van eenig sou- vei êin servituut op ons grondgebied uit te sluiten, langs omwegen en zijpaadjes schij nen de Beigen nogmaals te willen probeeren, hun door niets ga-echtvaardigde eischen in gang te doen vinden. Reeds direct poogden eem'go der annexatie-schreeuwende bladen in België liet volledige echec, dat hun poli tiek geleden had, niet alleen te verdoezelen, zeifs gingen zij zoover de loop van zaken voor te stellen als gunstig voor België. Andere, dien dit spelletje toch zeker ook als te dwaas voorkwam, en moeilijk vol te hou den, gaven uiting aan hun ongenoegen op een wijze, die weinig in overeenstemming te biengen is met waardige manieren. Eerlijk heidshalve zij hier vermeld, dat enkele der beslist anti annexionistische bladen ruiterlijk wezen op de geleden nederlaag en terecht tomndeo, dat de regeoring zich had laton meesleepen door de annexatie-belusten. Met het bekende gevolg. Gelet op de door de geallieerden zwart op wit gegeven uitspraak, hel hen wij ons aan al die uitingen van mach- leiooze 'woede eensdeels, van volksmisleiding anderdeels, niet gestoord. Ook al vroegen wij ons wel eenigszins zorgzaam af, wat er nu terecht moest komen ven de rechtstreeksch3 besprekingen tusschen Brussel en Den Haag. Zulke persiflages zijn immers weinig geschikt tot hel scheppen van een stemming van voderzijdsch vertrouwen; een punt, dat spe ciaal bij de verdere pourparlers onmisbaar mac worden geacht. Ook de uiteenzetting en verklaring van den Belgischen minister van buitenlandsche zaken Hymans voor het Belgische parle ment, was riet in een geest, als men hier te lande gaarne zou hebben gezien. Opnieuw hield deze toch zijdelings een slag om den arm en kon iemand, die er nit wilds lezen, dat België trots alles nog niet van zijn plannen had afgezien, dat gemakkelijk doen. Ook daarop heaben we niet direct gewezen, in de stille verwachting, dat de minister, al hadden wij nog zoozeer een eerlijk gespro- xea peccavt geprefereerd, op die manier iich wellicht een eervollen terugtocht wilde voorbereiden in het voor hem ook persoonlijk zoo weinig succesvol politiek tournooi. Maar waartoe de Belgen, althans de an nexatie-schreeuwers, zich, gelijk de tele grammen gisteren reeds aangaven, nu we derom hebben laten verleiden, is toch wel wat al te sterk. Van het bezoek van president Wilson aan Brussel waar natuurlijk de zoo bekende atmospheer van lievigheid tij dens zulke bezoeken hing hebben de aanstokers van liet Belgische relletje, de leden van het „Nationale politieke comiteit" misbruik gemaakt, om nogmaals voor den dag te komen met de oude annexatie-eischen, al zrjn deze door de entente naar de plaats verwezen, waar ze behooren: in den vodden mand. Kunnen dezulken, die zoo smartelijk geleden hebben onder de Duitsche politiek van het „vodje papier" dan maar niet in zien, dat zij op die manier hun bondgenoo- ten willen verleiden tot een zelfde minder waardigheid? Tot een breuk van gegeven verzekeringen? Wij weigeren vooralsnog beslist aan te nemen, dat Wilson zich zal laten verleiden om in die richting mede te werken; spreken eer der als onze overtuigiug uit, dat door deze houding België nog meer aan sympathie zaï ni'ooeten bij de groote broers, tenzij een oi'ticieele rsgeeringsverklaring nu het comi teit komt desavoueeren. En daarop durven we niet meer hopen, helaas, het voorgaande nu ook in verband met de jongste daad brengende. Dat het in de gegeven omstandigheden onze regeering moeilijk zal vallen haar tege moetkomende. houding volledig te bewaren, zal men kunnen begrijpen. Met gerust ge weten kan Nederland echter verklaren, dat het niet zijn schuld is, wanneer ten slotte ne stemming hopeloos bedorven wordt voor een compromis 'inzake herziening der trac- tater van 1839 niet alleen, maar ook voor de zoo gewenschte toenadering tusschen beide, in zoovele opzichten op elkaar aan gewezen kleine staten. De liefde kan niet uitfluitend van één zijde komen. Gisteravond hield voor het centrum Leiden van de Ver. tot psychisch onderzoek en toegepast magnetisme, de h:er Keen, 1 uit Den Haag, zijn tweede lezing in de kleine Stadszaal. Na een zeer uitvoerige inDiding I begon hij om kwart voor negenen zijn eigen lijk betoog. Door middel van een zeer gevoelige tele- I foon kon hij aantoonen, dat tusschen linker- j en rechterhelft van het lichaam een klein j potentiaalverschil bestaat Iedere spierbewe- ging veroorzaakt een electrisch stroompje. Hiervan wordt o.a. gebruik gemaakt bij de electro-kardiographie. j Zoo is het menschelijk lichaam een voort- daiende bron van electriciteit. 'fin uit deze electrische verschijnselen èn uit de licbtuitstraling, in zijn vorige lezing fcenandeld, concludeert hij,. dat ons lichaam radio-actief is. Spreker wil nu het dierlijk magnetisme 1 opvatten, als een overgang yan electriciteit van den eenen persoon naar (Jen anderen. Volgens hem is onze gezondheid afhan kelijk van den electrischen toesland, waarin ons lichaam verkeert. Genezingen door- magnetisme, verklaart hi] door aan te nemen, dat de magnetiseur dien toestand big zijn patiënt kan beïnvloeden. Vele genezingen op deze wijze zijn hem bekend, en hij betreurt het, dat de wet het magnetiseeren niet toestaat. Absolute vrij heid zou óók niet verantwoord zijn, daar reeds thans Jan en Alleman zich voor mag netiseur uitgeeft. Wat hij wil, is, dat de magnetiseur niet'tegenover, maar naast den arts staat, en met hem kan samenwerken tot heil der menschheid. Hij is er van overtuigd, dat in de toekomst het magnetisme de plants zal innsmsn, welke het verdient. Zondag a.'s. zal een eigenaardige plech tigheid plaats hebben in het Groene Kerkje te Oegsl geest, waarin zeer zeker ook eecige ingezetenen van Leiden zullen belang stel len. Do kweekelingen der Zendingsschool al daar, dfie dit jaar door de verschillend^ Zen- dingscorporaties werden afgevaardigd, zul len daar afscheid nemen van de gemeente Oegstgeest. Een inleidend woord zal gespro ken worden donr den director van het Zen- dragshuis, ds. Joh. Rauws, en een slotwoord door den predikant der Ned.-Herv. Gem. van Oegstgeest, ds. A. J. Ruys, terwijl van de afgevaardigden zullen spreken de heer K.- G. I Eckcnhausen, hulpprediker in dienst der In- dische kerk, A. J. de Neef, bestemd voor j Nieuw-Guinea, en G. H. Scholten, bestemd voor Halmahcra. De Alg. Ned. Bioscoopcommissie houdt Woensdag 25 dezer alhier haar jaarlykscbe vergadering. Na de huishoudelijke vergade ring zal dir. Van der Meulen, uit Den Haag, j een voordracht houden over: „De film en het literair drama", en dr. Wynaendts Francken, i aimer, over: ,,De aantrekkingskracht van den bioscoop en zijn verhouding tot hel tooneel." Wij herinneren er aan, dat de verloting der werkstukken van de Ambachtsschool I alhier Woensdag a.s. plaat-s heeft. De R.-K. Diocesaan Land- en Tuinbouw- bond alhier heeft oen subsidie van - vijftig gu'lde-n geschonken aan de vereeniging „Blij vend Verband" ter bescherming der R.-K. belangen inzake midden- en hoogere betrek kingen. Heden herdenkt de heer J. Hartwijk den dag, waarop h(j vóór veertig jaar bij cle firma G. P. Timp in dienst brad. Na door eenigen zijner collega's per rgtuig te zijn afgehaald, werd de jubilaris ten huize van den heer G. P. Timp, a. d. Hooigracht, feeste lijk ontvangen en door dezen, den oud-pa troon van den jubilaris, familie, huidige di rectie en personeel welkom g.hcet.n. Daar na volgde een toespraak van den heer G. P. Timp en vau een der tegenwoordige fir manten, die ieder in korte, maar krachtig© woorden de voorbeeldige plichtsbetrachting, eerlijkheid en trouw schetsten, een lange reeks van jaren bewezen; waarna door bei den een gesloten couvsrt werd overhandigd, Ook de chef sprak den jubilaris eenige hartelijke woorden toe en door dezen werd namens het personeel, een mooie fauteuil aangeboden. Na bedankt te hebben voor de gelukwenschen en de geschenken en na den gebruikelrjken feestdronk keerde de jubilaris huiswaarts om in gezelligen familiekring het verdere van den dag feestelijk door te br- Als politie-agent alhier is aangesteld G. Bakker Ezn., van Noordwijkerhout. De Raad van Katwijk hooft afwijzend beschikt, overeenkomstig het advies van B. en W., op de subsidie-aanvraag van de Vakschool voor 'Meisjes voor Leiden en Omstreken. Nederland eii België. In het adres van jhcfc Comité de politique nationale, Wilson door drie afgevaardigden aangeboden, die zeiden te sproken uit- naam van 1500 afdee- lingen en 250,000 leden, wordt gezegd „Wat wij wenschen, is eenvoudig de teruggave aan België van een stuk (Neder- landsoh) Limburg ter grootte van 2200 K.M.2., juist heb één-honderdste deel van den staat Kansas en niet meer dan 230,000 inwoners tellende. Maar wij willen dit omdat die inwoners onze broeders zijn. Zij hebben met ons de revolutie van 1830 tegen Nederland gemaakt. Zij zijn in 1839 aan België ontrukt ten bate van Nederland cn op aandringen van Pruisen, waardoor inbreuk is gemaakt op hun volstrekten wil. Niettegenstaande do tachtig j^ren van vreemde overheersoliing zijn zij met ons voreend gobloven in geest en hart. Zij zijn van ons ras en ons bloed. „Nu de beslissende mogelijkheid zich voordoet, smeeken zij ons, al onze pogingen in het werk te stellen om vcor goed bij België, hun moederland, terug to komen. „Eén feit staat vast: het ver vallen ver klaren van het tractaat van 1339, in Maart door de vredesconferentie uitgesproken, heeft rechtens Limburg opnieuw aan België toegevoegd. Het is van belang, dat zonder dralen dezo hereeniging beslist wordt. Dit wordt vurig verlangd docrr de overweldi gende meerderheid der Belgen. Aan den anderen kant laat do wil ,der Limburgers niet den minsten twijfel. „Naast de quaestie van den terugkeer van Limburg en van do vrije vaart op de wateren van de Maas en de daarmeo in ver binding staande waterwegen, komt die van do vrijheid van de Schelde. „Een der grooto gedachten, welke zoo juist heb vredesverdrag beheerschen, is de noodzakelijkheid voor de valkeren om vrijen toegang tot de zee te hebben. Ant werpen, dat ligt op het kruispunt van alle handelswegen van Europa, heeft, die vrij heid niet, omdat een weinig sroomafwaarts en tot aan de zee een smalle strook gronds van 200 K.M2. aan den linkeroever aan i Nederland behoort. Gent, dat ligt aan de Schelde en aan het kanaal van Terneuzen, i dat van Gent naar de Schelde loopt, lijdt PRIJS DEZER COURANT; Voor Leiden p. 3 mnd. f2.10, p. week f0.16 Buiten Leiden, waar agenten ge vestigd zijn, per week ,A 0.1G Franco per post LK% u u M 2.50 onder dezelfde omstandigheden als Ant werpen. „Do geheele historie van de vervloden eeuwen is een bewijs, dat Nederland i en meest onverzocnlijken sy stem atisohen teg?n- stand heeft geboden aan do ontwikkeling van de concurreorende Belgische havens, zulks ten voordeeie van de Nederlandscbe havens. „De benarde toestand van Antwerpen en Gent is volkomen te vergelijken met dien, waarin New-York en Philadelphia zouden verkeeren, wanneer die havens SO K.M. 1 and-inwaarts lagen en als een an Ier o staat stroomafwaarts do rivieren zon bezit ten met haar boorden over een lengte van 70 K.M. Die toestand is ondulbaar. "Wij vragen de souvoroiniteit van België over de wateren van de Schelde tot aan de mon ding, over het kanaal en de haven van Ter- neuzen, de controle van België over de afwatering uit Vlaanderen op de Schelde." Men moet maar durven Eon feestdag iu Zeeuwsch-Ylannderen. Aanvankelijk was bepaald, dat in Zeeuwsch- Vlaanderen Vrijdag 20 dezer een algemeen vreugdefeest zou worden gevierd, naar aan leiding van het mislukken, der Belgische an nexatieplannen. Daar vorseheideno plaatse lijke coru'és- den tijd van voorbereiding te kort achtten, is het feest voorloopig uitge steld en zal dit nu op een nader te bepalen dag na onderling ovenleg tusschen algemeeno en plaatselijke comilés in Oost- en West- Zet uwsch-Vl a an deren plaats vinden Het doel is een nationalen feestdag te organiseeren. Opheffing vau muziekkorpsen. De Mi nister van Oorlog heeft bepaald, dat mu ziekkorpsen, welke niet vermeld staan in de vredesorganisatie van het le.g r. opgeheven moeten worden. Deze bepaling geldt niet voor de korpsen, welke reeds vóór de mobi lisatie bestonden (zooals de trompetter korpsen bij de hereden wapens, hit mu ziekcorps bij het regiment genietro 5pen, enz. voor zoover althans daaraan geen kos ten voor het Rijk zrjn verbonden en de be langen van den dienst zich daartegen niet verzetten. Voor het geval tot opheffing van de muziekkorpsen by de bereden wapens moe at worden overgegaan (waarvan bijv. sprake is bij het 1ste regiment veld-artillerie) en waarover de betrokken korps-commandanten beslissen, verwacht de Minister van Oorlog tijdig bericht, opdat de Minister maatregelen kan beramen, om de gevolgen van die op heffing voor de betrekken trompetters kunnen verzachten. Salarisregeling dor militairen. Gp vra gen van den heer Wijk betreffende herzie ning van de salarisregeling der mjlitairen, luidt het antwoord van den Minister van Oorlog: Inderdaad is bij de toepassing van de nieu we jaarweddenrcgeling voor het militaire personeel der landmacht gebleken, dat daar aan ©enige gebreken kleven. De bedoelde jaarweddenrcgeling wordt aan het Departe ment van Oorlog onderzocht en aan de hand 'daarvan zal worden overwogen of een be noeming van een commissie voor deze aan gelegenheid! nog noodzakelijk ia. Uitvoer haringvangst 1919. In het be lang van exporteurs vestigt de Nederland scbe Uitvoer-Maatsohappij do aandacht er op, dat voor uitvoer van gezouten haring, vangst 1919, gedurende Juni, Juli en Augus tus consenten met korten looptijd kunnen worden verstrekt, welke zoowel aan het kan toor te 's-Gravenhage, Vla ar din gen cn Den Helder dadelijk op aanvraag verkrijgbaar zijn. Bij het indienen van deze 'aanwagen moeten tegelijk duplicaat-facturen op afne mers worden overgelegd. Deze regeling treedt iu werking Maandag 23 Juni a. s. Accijnsvrije suiker. Leden en niet-le k n van de Vereeniging tot Bevordering der Bijenteelt kunnen van 1 Juli a. s. tot uiter lijk 1 October wederom accijnsvrije, gedena tureerde suiker bekomen, en wei hoogstens 7 V-' K.G. per winter volk. De prijs is voor do M 3 ?15E. Naar het Fransch van VICTOR CHERBULIEZ. (Nadruk verboden.) 38) Van zijn kant had de baron meer das eens een vergeelfsob beroep gedaan op de vrijgevigheid van den ouden heer maar in plaats, dat het hem gelukt was iets los to krijgep, had hij slechts een lofrede op de spaarzaamheid moeten hooron en op de matigheiddie heilzame gewoomte om zijn verlangens te beperken naar zijn vermo gen, iets wat) bijna gelijk staart met rijkdom. Uit dit alles had hij meenen af te lei den, dat het al heel mooi zou zijn, als zijn dochter eens vijftien of twintig duizend pond rente van den markies orfdeen wat begint men nu nog met zoo'n sommetjeI Volgons zijn opvatting was een eerste voor waardte voor geluk van de vrouwen een onbezorgd bestaan. Dus was hij overtuigd, dat dit voor zijn dochter ook het eenige noodige zou zijn, en hij hield haar voor te verstandig om dit niet in te zien, dat zij, onder haar omstandigheden daar niet anders toe zou kunnen geraken, dan ten koste van een huwelijk beneden haar stand. Mogelijk zou zij ook de daalders van den heer Têterol beschouwen als een van die wonderbalsems, die alle wonden van de eigenliefde genezenen zoo'n afrossing mot een wandelstok zooals hij zioh dit had! voor gesteld, als een verouderd middel, dat in die verlichte negentiende eeuw niet lan ger thuis behoorde. Het eenvoudigste zou immers wel zijn, haar daar omteert te ondervragenmaar het was een kieech onderwerp, dus zou de baron het nog maar wat uitstellen. Hij leefde bij don dag en altijd koesterde hij nog zoo de dwaze hoop, dat hij op een goe den oohtend ineens hooren zou hoe zijn on verbiddelijke sohuldeischer een beroerte had gekregen en niet langer meer in het land der levenden was. Maar ziet: in plaats, dab de heer Têterol hem deze op lettendheid nu eens bewees, wa-s hij zelfs dringender geworden en had hem de be lofte afgeperst, dat, vóór half September, d© jongelui aan elkaar voorgesteld zouden worden. En, d"aar hot nu al aardig naar den vijftienden liep, wist de baron feitelijk geen raad. Het onderhoud, dat. tusschen hom en zijn dochter wel moest plaats heb ben, kwam hem zoo hoogst onaangenaam voor, dat hij een lief ding gegeven zou heb ben, als hij het door raiddel van een tus- Gchenporsoon had kunnen afdoen maar hij wist niemand, dien hij met goed gevolg met die opdracht had kunnen vereeren. Hij be hoefde zich hiermee al vast niet tot zijn zustergravin De Juines, te wendendie was zelfs wel de allerlaatste, die hij voor oen. dergelijke zaak in vertrouwen zou heb- bon genomen. Madame De Juines, een lange, m&gero vrouw, mot vorst olijke houding, was zeer vroom en zou nooit iets toegeven van haar beginselen. De heer Têterol, die haar maar eens gezien had, was doze herinnering steods versöh in heb geheugen gebleven, Tooli was zij con zeer achtenswaardige vrouw, al had zij nu ook een zonde op haar geweten. Zij was nog Mademoiselle De Sa ligneux, toen zij bij liet uitbreken van de Juli-revolutie een duren eed gezworen had, dat zij nooit moer van haar kamer zou ko men, eor ao' overweldiger den troon zou hebben terugegeven aan den wettigen ko- j ning. Zes jaren lang had zij woord gehou den godurende zes zomers en zo3 winters had zij zich van de wereld afgezonderd maar op een ochtend had zij toch maar weer de vrijheid genomen, om te gaan waar heen zij wilde en juist op dien dag had zij den heer De Juines ontmoet en was een huwelijk het gevolg. Dit was wel erg jam mer geweest, want die heer De Juines had de loffelijke g'ewoonte, om wat heel druk te leven. Gelukkig had zij hem dan ook noodt meer dan tienmaal in het jaar gezien en wat nog haast gelukkiger kon hooien, hij was in den bloei van het leven gestor ven, ten gevolge van oen indigestie. Die tegenspoed in het huwelijkslevon had de gravin volstrekt niet in haar hoog moed geknakt. Haar hart en gemoed wa ren nog steeds vervuld van den roem van haar vooroud'erszij voelde zich belast met al de heerlijkheid van de De Salingneux en, als zij onder het spreken, het hoofd haast niet bewoog, dan was dit, doordat zij bang was dat de kroon van erflijke dloug- den haar van do kruin zou vallen. Als zij zat, raakte haar rug noodt de leuning van haar stoelals zij per spoor reisde, durfde zij niet eens wat achteruit zittenzelfs niet om zich epnige nachtrust te gunnen, en dus kwam zij den volgenden oohtend ook net zoo uit haar wagon als zij er den vorigen dag ingegaan was, zonder eenig vouwtje of plooitjo in haar zwart-zijden japon; zon der een haartje van haar kapsel in wan orde te hebben gebracht. Madame De Juines liet nooit haar waar digheid in den steekvanuit het verre ver leden staarden alle voorvaderlijke kruis vaarders haar aanen, daar zij zioh be wust was van die streng richtende blikken, bleef zij evon stijf en vormelijk. Zij voel de zich als het ware de verpersoonlijking j van de eer van het geslacht. Zij kon dan ook niet anders dan het gedrag van haar broer wel ton zeerste veroordeelen naar aanleiding daarvan deed zij hem de bitter- ste verwijten, ofsbhoonu zij nog op geen j tiende deel die „dwalingen" kende. Er j diene bijgevoegd dat zij al even streng voor zichzelve als voor anderen was. Zi.i zon- dorde zioh dikwijls geruimen tijd af, om 'j dien in vrome overpeinzingen door te bren- gen. In die buien verweet zij zioh haar „zonde", een wel wat sterke, in ieder geval geen gelukkig gekozen benaming, die I immers wel aanleiding had kunnen geven tot een heel verkeerde opvatting bij degenen, die niet al te best op de hoogte j waren van de omstandigheden der gravin. Entussolien verkeerde zij in de overtuiging, dat haar „zoende dan al de ernstigste ge volgen had gehad, als daar zijn: brand, hagelbuien, overstroomingen, aardbevin gen ja, dat ad de onheilen, waar de ge schiedenis maar melding van maakte, een gerechte straf van den Hemel waren voor de vreeselijko tekortkoming van eon De Saligneux, die haar heiligste gelofte ont- brouw was geworden. Waarom was zij dan toch ook uitgegaan, eerdat do koning weor op den troon her steld was? Toen do Pruisen Parijs beleger den, meende do gravin met clrocve spijt, dat zij zich dit nog wel in het bijzonder als een straf moest aantrekenen in dio heele inmenging van den heer Têterol zag zij andermaal een boeto voor haar „zonde". Dien Têterol hielcl zij voor een werktuig van de hemelsche wraak; voor een Attila, oen geesel GodsMaar, ofschoon zij een levendige verbeelding bezat, had zij toöh niet het flauwste vermoeden van het onge hoorde plan, dat dit monster koesterde. Was dit het geval geweest, dan zou zij zeker zulk heftig misbaar gemaakt heb ben, dat men het .op tien mijlen in het rond nog vernomen zou hebben. Voorzich tigheidshalve had de heer De Saligneux echter het strikste stilzwijgen bewaard. Nu was het noga-l niet zc«o moeilijk, om iets verborgen te houden voor Madame Do Juines, zij vroeg maar weinig, want zij had een bijzonder hooge opvatting van baar eigen, helder doorzicht") cn zij dacht, dat zij alles wist. Daarbij kwam, dat, zij zoo doof was, dat men haar haast niet be schreeuwen kon, zoodat mon ook niet ver wachtte, dat men zulke heele verhalen aan haar deed. De baron hield zioh eenmaal altijd go-ed. Hoezeer hij er ook mee inzat, om de be wuste zaak in to leiden tcgenov er zijn doch ter, was hij allcronderhoudendist, gedu rende het diner. Hij dronk iets meer dan gewoonlijk, werd daardoor wel wat vroo lijker, en vertelde althans eenigszins ge waagde aardigheden, die hij voor nog zoo veel niet aan zijn zuster zou hebben over- werteld, maar die Mademoiselle De Salig neux met genoegen aanhoorde want zij be greep. er genoeg van om ze aardig, en riet genoeg om ze grof te vinden. Gedurende de jaren op de kloosterschool had zij zich tal van vragen gesteld, waarop zij -zelf voor een deel dikwijls min of meer vreemde Ant woorden had gegeven. En in dit anderhalf jaar nu, dat zij al van d'c school terug was, had zij eens goed rondgekeken in de we reld en in menig opzicht was haar nieuws gierigheid bevredigd, terwijl haar onschuld er niet onder geledon had. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 1