LEIDSCH
DAGBLAD.
Vrijdag 20 Juni 1919.
Oifieieeie Kennisgevingen.
De Belgen niet geleerd!
STADS^aEOWS
BINNEN! AND
FEUILLETON.
ZIJ
PRIJS DER ADVERTENTIENi
BO Cts. per regel. Des Zaterdags 40 Ots.
por regoL Kleine advortcntiSn Woensdag
16 Cts., Zaterdag 1.— bij een maximum
lantal woorden van 30. Incasso volgens post»
reclit. Voor eventueels opzending van brieven
10 Cts, porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noortfeindsplein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
Nummer 18190.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
GELDIG VERKLAARDE BONS:
De Burgemeester der Gemeente Leiden
brengt ter algemeen© kennis, dat vanaf Za
terdag 21 Juni tot en met Vrijdag 27 Juni
zijn geldig verklaard
Bon M 25 voor 2 K.G. KI ei aardappelen
a 7 cent per K.G.
Bon M 26 voor 1 K.G. Kleiaardappelen
a 7 cent per K.G.
Bon M 27 voor 1 ons Hijst a 21 cent
per pond.
Bon M 23 voor 1 ons Capucijncre a 27 cent
per pond.
Bon M 29 voor 4 ons Bruine boonen a
11 cent per pond
Voor zoover voorradig bon M 30 voor
1 ons Macaroni a 15 cent per ons.
Bon M 31 voor 3]/o ons Suiker.
KINDERMEELBOEKJE.
Bon 6 voor 3 V6 ons Suiker.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester,
Leiden, 20 Juni 1919.
JACHT.
Do Commissaris der Koningin in de Pro
vincie Zuid-Holland,
Gezien bet besluit van Gedeputeerde Sta
ten, dd. 11 Juni 1919, No. 102;
Gelei op art. 11 der Wet van 13 Juni
1857 (Staatsblad No. 87);
Brengt ter kennis van belanghebbend™,
dat bij voormeld besluit door Gedeputeerde
Staten is bepaald, dat de AFZONDERLIJKE
JACHTEN OP WATERWILD voor dit jaar
zullen worden geopend op ZATERDAG 19
JULI aanstaande, en dat mitsdien vanaf flat
tijdstip de uitoefening der jachtbedrijven,
vermeld in art. 15, litt. d, f en b der
Jachtwet, is geoorloofd; wordende tevens
herinnerd aan de bepaling van art. 1 van
bet Reglement op de uitoefening der jacht
in deze provincie, krachtens welke dit
jachten niet ander3 mogen plaats hebben
dan op en langs het water, mitsgaders op
moerassige landen.
Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt,
worden afgekondigd on aangeplakt waar
zulks te doen gebruikelijk is, 'alsmede in bet
Provinciaal Blad en in de Nederlandscbe
Staatscourant worden geplaaist.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
SWEERTS.
's-Gravenhage, 14 Juni 1919.
BEANDSTOFFENCOMMISSIE.
De Directeur van het Brandstoffenbureau
maakt bekend, dat degenen, die aan „Musis"
hun brandstoffenkaarten niet hebben afge
haald, daartoe alsnog in de gelegenheid
worden gesteld op Maandag 30 .Juni a.s.,
des voorm. 912 en des nam. 26 uur
in Musis Sacrum".
Daar het in de bedoeling ligt om nog in
deze maand brandstoffen op de rantsoen-
kaarten beschikbaar te stellen, is het van
belang, dat men de kaarten thans afhaalt;
Omtrent de verstrekking van brandstoffen
voor den a.s. winter aan degenen, die hun
kaarten, niettegenstaande de ontvangen
kennisgeving niet afhaalden, wordt door de
Commissie geenerlei aansprakelijkheid aan
vaard 233
De Directeur voornoemd,
KRAMER.
Leiden, 20 Juni 1919.
In onze laatste driestar over het verloop
van do onderhandelingen over de wijzigin
gen der tractaten van 1839 spraken wij de
hor,lp uit, dat de Belgen uit het gebeurdl
zouden hebben geleerd en thans den weg
zotden betreden, die leidt tot een vreedzame
en voor beide partijen aannemelijke oplos
sing der diverse vraagpunten.
Iilacy, het schijnt vooralsnog niet zoo uit
te vallen. Hoewel de geallieerden zoo ijui-
delijk ais maar te wonschen was elke an-
rexatie-begeerto van onzen Zuidelijken na-
buuistaat wezen van de hand, zelfs verder
g.ogon, door ook het leggen van eenig sou-
vei êin servituut op ons grondgebied uit te
sluiten, langs omwegen en zijpaadjes schij
nen de Beigen nogmaals te willen probeeren,
hun door niets ga-echtvaardigde eischen in
gang te doen vinden. Reeds direct poogden
eem'go der annexatie-schreeuwende bladen
in België liet volledige echec, dat hun poli
tiek geleden had, niet alleen te verdoezelen,
zeifs gingen zij zoover de loop van zaken
voor te stellen als gunstig voor België.
Andere, dien dit spelletje toch zeker ook als
te dwaas voorkwam, en moeilijk vol te hou
den, gaven uiting aan hun ongenoegen op
een wijze, die weinig in overeenstemming te
biengen is met waardige manieren. Eerlijk
heidshalve zij hier vermeld, dat enkele der
beslist anti annexionistische bladen ruiterlijk
wezen op de geleden nederlaag en terecht
tomndeo, dat de regeoring zich had laton
meesleepen door de annexatie-belusten. Met
het bekende gevolg. Gelet op de door de
geallieerden zwart op wit gegeven uitspraak,
hel hen wij ons aan al die uitingen van mach-
leiooze 'woede eensdeels, van volksmisleiding
anderdeels, niet gestoord. Ook al vroegen wij
ons wel eenigszins zorgzaam af, wat er nu
terecht moest komen ven de rechtstreeksch3
besprekingen tusschen Brussel en Den Haag.
Zulke persiflages zijn immers weinig geschikt
tot hel scheppen van een stemming van
voderzijdsch vertrouwen; een punt, dat spe
ciaal bij de verdere pourparlers onmisbaar
mac worden geacht.
Ook de uiteenzetting en verklaring van
den Belgischen minister van buitenlandsche
zaken Hymans voor het Belgische parle
ment, was riet in een geest, als men hier
te lande gaarne zou hebben gezien. Opnieuw
hield deze toch zijdelings een slag om den
arm en kon iemand, die er nit wilds lezen,
dat België trots alles nog niet van zijn
plannen had afgezien, dat gemakkelijk doen.
Ook daarop heaben we niet direct gewezen,
in de stille verwachting, dat de minister, al
hadden wij nog zoozeer een eerlijk gespro-
xea peccavt geprefereerd, op die manier
iich wellicht een eervollen terugtocht wilde
voorbereiden in het voor hem ook persoonlijk
zoo weinig succesvol politiek tournooi.
Maar waartoe de Belgen, althans de an
nexatie-schreeuwers, zich, gelijk de tele
grammen gisteren reeds aangaven, nu we
derom hebben laten verleiden, is toch wel wat
al te sterk. Van het bezoek van president
Wilson aan Brussel waar natuurlijk de
zoo bekende atmospheer van lievigheid tij
dens zulke bezoeken hing hebben de
aanstokers van liet Belgische relletje, de
leden van het „Nationale politieke comiteit"
misbruik gemaakt, om nogmaals voor den
dag te komen met de oude annexatie-eischen,
al zrjn deze door de entente naar de plaats
verwezen, waar ze behooren: in den vodden
mand. Kunnen dezulken, die zoo smartelijk
geleden hebben onder de Duitsche politiek
van het „vodje papier" dan maar niet in
zien, dat zij op die manier hun bondgenoo-
ten willen verleiden tot een zelfde minder
waardigheid? Tot een breuk van gegeven
verzekeringen?
Wij weigeren vooralsnog beslist aan te
nemen, dat Wilson zich zal laten verleiden om
in die richting mede te werken; spreken eer
der als onze overtuigiug uit, dat door deze
houding België nog meer aan sympathie
zaï ni'ooeten bij de groote broers, tenzij een
oi'ticieele rsgeeringsverklaring nu het comi
teit komt desavoueeren. En daarop durven
we niet meer hopen, helaas, het voorgaande
nu ook in verband met de jongste daad
brengende.
Dat het in de gegeven omstandigheden
onze regeering moeilijk zal vallen haar tege
moetkomende. houding volledig te bewaren,
zal men kunnen begrijpen. Met gerust ge
weten kan Nederland echter verklaren, dat
het niet zijn schuld is, wanneer ten slotte
ne stemming hopeloos bedorven wordt voor
een compromis 'inzake herziening der trac-
tater van 1839 niet alleen, maar ook voor
de zoo gewenschte toenadering tusschen
beide, in zoovele opzichten op elkaar aan
gewezen kleine staten. De liefde kan niet
uitfluitend van één zijde komen.
Gisteravond hield voor het centrum
Leiden van de Ver. tot psychisch onderzoek
en toegepast magnetisme, de h:er Keen,
1 uit Den Haag, zijn tweede lezing in de kleine
Stadszaal. Na een zeer uitvoerige inDiding
I begon hij om kwart voor negenen zijn eigen
lijk betoog.
Door middel van een zeer gevoelige tele-
I foon kon hij aantoonen, dat tusschen linker-
j en rechterhelft van het lichaam een klein
j potentiaalverschil bestaat Iedere spierbewe-
ging veroorzaakt een electrisch stroompje.
Hiervan wordt o.a. gebruik gemaakt bij de
electro-kardiographie.
j Zoo is het menschelijk lichaam een voort-
daiende bron van electriciteit.
'fin uit deze electrische verschijnselen èn
uit de licbtuitstraling, in zijn vorige lezing
fcenandeld, concludeert hij,. dat ons lichaam
radio-actief is.
Spreker wil nu het dierlijk magnetisme
1 opvatten, als een overgang yan electriciteit
van den eenen persoon naar (Jen anderen.
Volgens hem is onze gezondheid afhan
kelijk van den electrischen toesland, waarin
ons lichaam verkeert.
Genezingen door- magnetisme, verklaart
hi] door aan te nemen, dat de magnetiseur
dien toestand big zijn patiënt kan beïnvloeden.
Vele genezingen op deze wijze zijn hem
bekend, en hij betreurt het, dat de wet het
magnetiseeren niet toestaat. Absolute vrij
heid zou óók niet verantwoord zijn, daar
reeds thans Jan en Alleman zich voor mag
netiseur uitgeeft. Wat hij wil, is, dat de
magnetiseur niet'tegenover, maar naast den
arts staat, en met hem kan samenwerken
tot heil der menschheid.
Hij is er van overtuigd, dat in de toekomst
het magnetisme de plants zal innsmsn, welke
het verdient.
Zondag a.'s. zal een eigenaardige plech
tigheid plaats hebben in het Groene Kerkje
te Oegsl geest, waarin zeer zeker ook eecige
ingezetenen van Leiden zullen belang stel
len.
Do kweekelingen der Zendingsschool al
daar, dfie dit jaar door de verschillend^ Zen-
dingscorporaties werden afgevaardigd, zul
len daar afscheid nemen van de gemeente
Oegstgeest. Een inleidend woord zal gespro
ken worden donr den director van het Zen-
dragshuis, ds. Joh. Rauws, en een slotwoord
door den predikant der Ned.-Herv. Gem. van
Oegstgeest, ds. A. J. Ruys, terwijl van de
afgevaardigden zullen spreken de heer K.- G.
I Eckcnhausen, hulpprediker in dienst der In-
dische kerk, A. J. de Neef, bestemd voor
j Nieuw-Guinea, en G. H. Scholten, bestemd
voor Halmahcra.
De Alg. Ned. Bioscoopcommissie houdt
Woensdag 25 dezer alhier haar jaarlykscbe
vergadering. Na de huishoudelijke vergade
ring zal dir. Van der Meulen, uit Den Haag,
j een voordracht houden over: „De film en het
literair drama", en dr. Wynaendts Francken,
i aimer, over: ,,De aantrekkingskracht van
den bioscoop en zijn verhouding tot hel
tooneel."
Wij herinneren er aan, dat de verloting
der werkstukken van de Ambachtsschool
I alhier Woensdag a.s. plaat-s heeft.
De R.-K. Diocesaan Land- en Tuinbouw-
bond alhier heeft oen subsidie van - vijftig
gu'lde-n geschonken aan de vereeniging „Blij
vend Verband" ter bescherming der R.-K.
belangen inzake midden- en hoogere betrek
kingen.
Heden herdenkt de heer J. Hartwijk
den dag, waarop h(j vóór veertig jaar bij
cle firma G. P. Timp in dienst brad. Na door
eenigen zijner collega's per rgtuig te zijn
afgehaald, werd de jubilaris ten huize van
den heer G. P. Timp, a. d. Hooigracht, feeste
lijk ontvangen en door dezen, den oud-pa
troon van den jubilaris, familie, huidige di
rectie en personeel welkom g.hcet.n. Daar
na volgde een toespraak van den heer G.
P. Timp en vau een der tegenwoordige fir
manten, die ieder in korte, maar krachtig©
woorden de voorbeeldige plichtsbetrachting,
eerlijkheid en trouw schetsten, een lange
reeks van jaren bewezen; waarna door bei
den een gesloten couvsrt werd overhandigd,
Ook de chef sprak den jubilaris eenige
hartelijke woorden toe en door dezen werd
namens het personeel, een mooie fauteuil
aangeboden. Na bedankt te hebben voor de
gelukwenschen en de geschenken en na den
gebruikelrjken feestdronk keerde de jubilaris
huiswaarts om in gezelligen familiekring
het verdere van den dag feestelijk door
te br-
Als politie-agent alhier is aangesteld
G. Bakker Ezn., van Noordwijkerhout.
De Raad van Katwijk hooft afwijzend
beschikt, overeenkomstig het advies van
B. en W., op de subsidie-aanvraag van de
Vakschool voor 'Meisjes voor Leiden en
Omstreken.
Nederland eii België. In het adres van
jhcfc Comité de politique nationale, Wilson
door drie afgevaardigden aangeboden, die
zeiden te sproken uit- naam van 1500 afdee-
lingen en 250,000 leden, wordt gezegd
„Wat wij wenschen, is eenvoudig de
teruggave aan België van een stuk (Neder-
landsoh) Limburg ter grootte van 2200
K.M.2., juist heb één-honderdste deel van
den staat Kansas en niet meer dan 230,000
inwoners tellende. Maar wij willen dit
omdat die inwoners onze broeders zijn.
Zij hebben met ons de revolutie van 1830
tegen Nederland gemaakt. Zij zijn in 1839
aan België ontrukt ten bate van Nederland
cn op aandringen van Pruisen, waardoor
inbreuk is gemaakt op hun volstrekten
wil. Niettegenstaande do tachtig j^ren van
vreemde overheersoliing zijn zij met ons
voreend gobloven in geest en hart. Zij zijn
van ons ras en ons bloed.
„Nu de beslissende mogelijkheid zich
voordoet, smeeken zij ons, al onze pogingen
in het werk te stellen om vcor goed bij
België, hun moederland, terug to komen.
„Eén feit staat vast: het ver vallen ver
klaren van het tractaat van 1339, in Maart
door de vredesconferentie uitgesproken,
heeft rechtens Limburg opnieuw aan België
toegevoegd. Het is van belang, dat zonder
dralen dezo hereeniging beslist wordt. Dit
wordt vurig verlangd docrr de overweldi
gende meerderheid der Belgen. Aan den
anderen kant laat do wil ,der Limburgers
niet den minsten twijfel.
„Naast de quaestie van den terugkeer
van Limburg en van do vrije vaart op de
wateren van de Maas en de daarmeo in ver
binding staande waterwegen, komt die van
do vrijheid van de Schelde.
„Een der grooto gedachten, welke zoo
juist heb vredesverdrag beheerschen, is de
noodzakelijkheid voor de valkeren om
vrijen toegang tot de zee te hebben. Ant
werpen, dat ligt op het kruispunt van alle
handelswegen van Europa, heeft, die vrij
heid niet, omdat een weinig sroomafwaarts
en tot aan de zee een smalle strook gronds
van 200 K.M2. aan den linkeroever aan i
Nederland behoort. Gent, dat ligt aan de
Schelde en aan het kanaal van Terneuzen, i
dat van Gent naar de Schelde loopt, lijdt
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Leiden p. 3 mnd. f2.10, p. week f0.16
Buiten Leiden, waar agenten ge
vestigd zijn, per week ,A 0.1G
Franco per post LK% u u M 2.50
onder dezelfde omstandigheden als Ant
werpen.
„Do geheele historie van de vervloden
eeuwen is een bewijs, dat Nederland i en
meest onverzocnlijken sy stem atisohen teg?n-
stand heeft geboden aan do ontwikkeling
van de concurreorende Belgische havens,
zulks ten voordeeie van de Nederlandscbe
havens.
„De benarde toestand van Antwerpen en
Gent is volkomen te vergelijken met dien,
waarin New-York en Philadelphia zouden
verkeeren, wanneer die havens SO K.M.
1 and-inwaarts lagen en als een an Ier o
staat stroomafwaarts do rivieren zon bezit
ten met haar boorden over een lengte van
70 K.M. Die toestand is ondulbaar. "Wij
vragen de souvoroiniteit van België over
de wateren van de Schelde tot aan de mon
ding, over het kanaal en de haven van Ter-
neuzen, de controle van België over de
afwatering uit Vlaanderen op de Schelde."
Men moet maar durven
Eon feestdag iu Zeeuwsch-Ylannderen.
Aanvankelijk was bepaald, dat in Zeeuwsch-
Vlaanderen Vrijdag 20 dezer een algemeen
vreugdefeest zou worden gevierd, naar aan
leiding van het mislukken, der Belgische an
nexatieplannen. Daar vorseheideno plaatse
lijke coru'és- den tijd van voorbereiding te
kort achtten, is het feest voorloopig uitge
steld en zal dit nu op een nader te bepalen
dag na onderling ovenleg tusschen algemeeno
en plaatselijke comilés in Oost- en West-
Zet uwsch-Vl a an deren plaats vinden Het doel
is een nationalen feestdag te organiseeren.
Opheffing vau muziekkorpsen. De Mi
nister van Oorlog heeft bepaald, dat mu
ziekkorpsen, welke niet vermeld staan in de
vredesorganisatie van het le.g r. opgeheven
moeten worden. Deze bepaling geldt niet
voor de korpsen, welke reeds vóór de mobi
lisatie bestonden (zooals de trompetter
korpsen bij de hereden wapens, hit mu
ziekcorps bij het regiment genietro 5pen,
enz. voor zoover althans daaraan geen kos
ten voor het Rijk zrjn verbonden en de be
langen van den dienst zich daartegen niet
verzetten.
Voor het geval tot opheffing van de
muziekkorpsen by de bereden wapens moe at
worden overgegaan (waarvan bijv. sprake
is bij het 1ste regiment veld-artillerie) en
waarover de betrokken korps-commandanten
beslissen, verwacht de Minister van Oorlog
tijdig bericht, opdat de Minister maatregelen
kan beramen, om de gevolgen van die op
heffing voor de betrekken trompetters
kunnen verzachten.
Salarisregeling dor militairen. Gp vra
gen van den heer Wijk betreffende herzie
ning van de salarisregeling der mjlitairen,
luidt het antwoord van den Minister van
Oorlog:
Inderdaad is bij de toepassing van de nieu
we jaarweddenrcgeling voor het militaire
personeel der landmacht gebleken, dat daar
aan ©enige gebreken kleven. De bedoelde
jaarweddenrcgeling wordt aan het Departe
ment van Oorlog onderzocht en aan de hand
'daarvan zal worden overwogen of een be
noeming van een commissie voor deze aan
gelegenheid! nog noodzakelijk ia.
Uitvoer haringvangst 1919. In het be
lang van exporteurs vestigt de Nederland
scbe Uitvoer-Maatsohappij do aandacht er
op, dat voor uitvoer van gezouten haring,
vangst 1919, gedurende Juni, Juli en Augus
tus consenten met korten looptijd kunnen
worden verstrekt, welke zoowel aan het kan
toor te 's-Gravenhage, Vla ar din gen cn Den
Helder dadelijk op aanvraag verkrijgbaar
zijn. Bij het indienen van deze 'aanwagen
moeten tegelijk duplicaat-facturen op afne
mers worden overgelegd.
Deze regeling treedt iu werking Maandag
23 Juni a. s.
Accijnsvrije suiker. Leden en niet-le k n
van de Vereeniging tot Bevordering der
Bijenteelt kunnen van 1 Juli a. s. tot uiter
lijk 1 October wederom accijnsvrije, gedena
tureerde suiker bekomen, en wei hoogstens
7 V-' K.G. per winter volk. De prijs is voor do
M 3 ?15E.
Naar het Fransch van VICTOR CHERBULIEZ.
(Nadruk verboden.)
38)
Van zijn kant had de baron meer das
eens een vergeelfsob beroep gedaan op de
vrijgevigheid van den ouden heer maar in
plaats, dat het hem gelukt was iets los to
krijgep, had hij slechts een lofrede op de
spaarzaamheid moeten hooron en op de
matigheiddie heilzame gewoomte om zijn
verlangens te beperken naar zijn vermo
gen, iets wat) bijna gelijk staart met rijkdom.
Uit dit alles had hij meenen af te lei
den, dat het al heel mooi zou zijn, als zijn
dochter eens vijftien of twintig duizend
pond rente van den markies orfdeen wat
begint men nu nog met zoo'n sommetjeI
Volgons zijn opvatting was een eerste voor
waardte voor geluk van de vrouwen een
onbezorgd bestaan. Dus was hij overtuigd,
dat dit voor zijn dochter ook het eenige
noodige zou zijn, en hij hield haar voor
te verstandig om dit niet in te zien, dat zij,
onder haar omstandigheden daar niet
anders toe zou kunnen geraken, dan ten
koste van een huwelijk beneden haar stand.
Mogelijk zou zij ook de daalders van den
heer Têterol beschouwen als een van die
wonderbalsems, die alle wonden van de
eigenliefde genezenen zoo'n afrossing mot
een wandelstok zooals hij zioh dit had! voor
gesteld, als een verouderd middel, dat in
die verlichte negentiende eeuw niet lan
ger thuis behoorde.
Het eenvoudigste zou immers wel zijn,
haar daar omteert te ondervragenmaar
het was een kieech onderwerp, dus zou de
baron het nog maar wat uitstellen. Hij
leefde bij don dag en altijd koesterde hij
nog zoo de dwaze hoop, dat hij op een goe
den oohtend ineens hooren zou hoe zijn on
verbiddelijke sohuldeischer een beroerte
had gekregen en niet langer meer in het
land der levenden was. Maar ziet: in
plaats, dab de heer Têterol hem deze op
lettendheid nu eens bewees, wa-s hij zelfs
dringender geworden en had hem de be
lofte afgeperst, dat, vóór half September,
d© jongelui aan elkaar voorgesteld zouden
worden. En, d"aar hot nu al aardig naar den
vijftienden liep, wist de baron feitelijk
geen raad. Het onderhoud, dat. tusschen
hom en zijn dochter wel moest plaats heb
ben, kwam hem zoo hoogst onaangenaam
voor, dat hij een lief ding gegeven zou heb
ben, als hij het door raiddel van een tus-
Gchenporsoon had kunnen afdoen maar hij
wist niemand, dien hij met goed gevolg met
die opdracht had kunnen vereeren. Hij be
hoefde zich hiermee al vast niet tot zijn
zustergravin De Juines, te wendendie
was zelfs wel de allerlaatste, die hij voor
oen. dergelijke zaak in vertrouwen zou heb-
bon genomen.
Madame De Juines, een lange, m&gero
vrouw, mot vorst olijke houding, was zeer
vroom en zou nooit iets toegeven van haar
beginselen. De heer Têterol, die haar maar
eens gezien had, was doze herinnering
steods versöh in heb geheugen gebleven,
Tooli was zij con zeer achtenswaardige
vrouw, al had zij nu ook een zonde op haar
geweten. Zij was nog Mademoiselle De Sa
ligneux, toen zij bij liet uitbreken van de
Juli-revolutie een duren eed gezworen had,
dat zij nooit moer van haar kamer zou ko
men, eor ao' overweldiger den troon zou
hebben terugegeven aan den wettigen ko- j
ning. Zes jaren lang had zij woord gehou
den godurende zes zomers en zo3 winters
had zij zich van de wereld afgezonderd
maar op een ochtend had zij toch maar
weer de vrijheid genomen, om te gaan waar
heen zij wilde en juist op dien dag had zij
den heer De Juines ontmoet en was een
huwelijk het gevolg. Dit was wel erg jam
mer geweest, want die heer De Juines had
de loffelijke g'ewoonte, om wat heel druk
te leven. Gelukkig had zij hem dan ook
noodt meer dan tienmaal in het jaar gezien
en wat nog haast gelukkiger kon hooien,
hij was in den bloei van het leven gestor
ven, ten gevolge van oen indigestie.
Die tegenspoed in het huwelijkslevon
had de gravin volstrekt niet in haar hoog
moed geknakt. Haar hart en gemoed wa
ren nog steeds vervuld van den roem van
haar vooroud'erszij voelde zich belast met
al de heerlijkheid van de De Salingneux
en, als zij onder het spreken, het hoofd
haast niet bewoog, dan was dit, doordat
zij bang was dat de kroon van erflijke dloug-
den haar van do kruin zou vallen. Als zij
zat, raakte haar rug noodt de leuning van
haar stoelals zij per spoor reisde, durfde
zij niet eens wat achteruit zittenzelfs niet
om zich epnige nachtrust te gunnen, en dus
kwam zij den volgenden oohtend ook net
zoo uit haar wagon als zij er den vorigen
dag ingegaan was, zonder eenig vouwtje of
plooitjo in haar zwart-zijden japon; zon
der een haartje van haar kapsel in wan
orde te hebben gebracht.
Madame De Juines liet nooit haar waar
digheid in den steekvanuit het verre ver
leden staarden alle voorvaderlijke kruis
vaarders haar aanen, daar zij zioh be
wust was van die streng richtende blikken,
bleef zij evon stijf en vormelijk. Zij voel
de zich als het ware de verpersoonlijking j
van de eer van het geslacht. Zij kon dan
ook niet anders dan het gedrag van haar
broer wel ton zeerste veroordeelen naar
aanleiding daarvan deed zij hem de bitter-
ste verwijten, ofsbhoonu zij nog op geen j
tiende deel die „dwalingen" kende. Er j
diene bijgevoegd dat zij al even streng voor
zichzelve als voor anderen was. Zi.i zon-
dorde zioh dikwijls geruimen tijd af, om 'j
dien in vrome overpeinzingen door te bren-
gen. In die buien verweet zij zioh haar
„zonde", een wel wat sterke, in ieder
geval geen gelukkig gekozen benaming, die I
immers wel aanleiding had kunnen geven
tot een heel verkeerde opvatting bij
degenen, die niet al te best op de hoogte j
waren van de omstandigheden der gravin.
Entussolien verkeerde zij in de overtuiging,
dat haar „zoende dan al de ernstigste ge
volgen had gehad, als daar zijn: brand,
hagelbuien, overstroomingen, aardbevin
gen ja, dat ad de onheilen, waar de ge
schiedenis maar melding van maakte, een
gerechte straf van den Hemel waren voor
de vreeselijko tekortkoming van eon De
Saligneux, die haar heiligste gelofte ont-
brouw was geworden.
Waarom was zij dan toch ook uitgegaan,
eerdat do koning weor op den troon her
steld was? Toen do Pruisen Parijs beleger
den, meende do gravin met clrocve spijt,
dat zij zich dit nog wel in het bijzonder als
een straf moest aantrekenen in dio heele
inmenging van den heer Têterol zag zij
andermaal een boeto voor haar „zonde".
Dien Têterol hielcl zij voor een werktuig
van de hemelsche wraak; voor een Attila,
oen geesel GodsMaar, ofschoon zij een
levendige verbeelding bezat, had zij toöh
niet het flauwste vermoeden van het onge
hoorde plan, dat dit monster koesterde.
Was dit het geval geweest, dan zou zij
zeker zulk heftig misbaar gemaakt heb
ben, dat men het .op tien mijlen in het
rond nog vernomen zou hebben. Voorzich
tigheidshalve had de heer De Saligneux
echter het strikste stilzwijgen bewaard. Nu
was het noga-l niet zc«o moeilijk, om iets
verborgen te houden voor Madame Do
Juines, zij vroeg maar weinig, want zij had
een bijzonder hooge opvatting van baar
eigen, helder doorzicht") cn zij dacht, dat
zij alles wist. Daarbij kwam, dat, zij zoo
doof was, dat men haar haast niet be
schreeuwen kon, zoodat mon ook niet ver
wachtte, dat men zulke heele verhalen aan
haar deed.
De baron hield zioh eenmaal altijd go-ed.
Hoezeer hij er ook mee inzat, om de be
wuste zaak in to leiden tcgenov er zijn doch
ter, was hij allcronderhoudendist, gedu
rende het diner. Hij dronk iets meer dan
gewoonlijk, werd daardoor wel wat vroo
lijker, en vertelde althans eenigszins ge
waagde aardigheden, die hij voor nog zoo
veel niet aan zijn zuster zou hebben over-
werteld, maar die Mademoiselle De Salig
neux met genoegen aanhoorde want zij be
greep. er genoeg van om ze aardig, en riet
genoeg om ze grof te vinden. Gedurende
de jaren op de kloosterschool had zij zich
tal van vragen gesteld, waarop zij -zelf voor
een deel dikwijls min of meer vreemde Ant
woorden had gegeven. En in dit anderhalf
jaar nu, dat zij al van d'c school terug was,
had zij eens goed rondgekeken in de we
reld en in menig opzicht was haar nieuws
gierigheid bevredigd, terwijl haar onschuld
er niet onder geledon had.
(Wordt vervolgd.)