U!T ROTTERDAM. KUNST EN LETTEREN, RECHTZAKEN BERLIJNSCHE BRIEVEN. VBAGENRUBB1EK. X Men schrift ons: N\ oniugnood het is a!, wat de klok elaat tegenwoordig. Sla het meest obscure dagblad Oj> ol een der grootere couranten, wanneer er over.„dingen van den dag geschreven wordt, dan tien tegen één: beo is over den eclii ikwekkenden woningnood. Huizen, die ontruimd woraen, zijn a la minute weer bezet door nieuwe huurders, zonder d t de naast-, beven- oï onderwonenden iets gemerkt heb- len van een bordje. De verhuiswagens staan vcor de deur, twee tegelijk: om te halen en te brengen. En de eigenaar van den gaan den" boedel is dan nog de gelukkigste vau de twee in de meeste gevallen, ten pnnstei zoo men -alleen op de financieele zijde van de zmk let. Ongelooflijk inderdaad zijn de omstandig heden, waaronder een hoogst enkele er in slaagt een nieuwe woning te bemachtigen, als hij ai maanden achtereen do wanhoop nabij is gebracht door het verblijf met vrouw en kroost op een paar dure kamers. Wannoer die lijdensbeker dreigt over te loepen, dan komt, heel soms, de mogelijkheid in het verschiet, zich weer wat ruimer te kunnen bewegen. Ten minste, wat do plaats betreft, want ruimte van beweging, dank zrj de por- temonnaie, is dan vrij aardig besnoeid. Het zijn geen verhaaltjes, uit een vrucht baren duim gezogen, paar het is heusch gebeurd, dat een bovenwoniug alleen ver huurd werd tegen vrji s'ihappelijken prijs, wanneer men êr toe kon besluiten levens een deel van den inboedel over te nemen. En boe dikwijls, nietwaar?, komt het te pas. wanneer men een huis. betrekken gaat, dat reeds hangende rolgordijnen of nog liggend ze.l op de gangen of zelfs maar gasarmpjeS aau den muur voor een fluksje kunnen wor den genaast? Maar vertoond is hier*, dat ■serplicht werd gesteld overneming van een deti "van den inboedel tegen den prjjs van f 3000. Nu kan men voor dat bedrag nu wel niet de stoffeering eischen van zalen in zui ver Queen Ann, maar zelfs in deze heerlijke jaren, nu het oorlogswee met den duren nagalm in ons landje voorbij heet, nu zou men voor f3000 toch al heel aardig een, twee kamers kunnen inrichten uit de eerste band. Maar dergelijke verwachtingen van bet over te nemen deel vau den inboedel kloppen heelemaal niet met de beschamende werkelijkheid. Want de f3000, die in het Vier bedoelde 'gevat toen heusch nog graag Dttaald werdeq, waren de penningen, die gevraagd werden voor een keukentafel, wrak op zijn jooten en zonder een spranKje van verf op het blad, en voor een even solieden keukenstoel. Erkend diont echter, dat deze twee pronkjuweelen met onnavolgbare gra de waren opgesteld in de keuken Het is de manier, om aan een zoet winstje te komen, waar de Hunrcomm sde-wet paai én perk heeft gesteld..En wie kent niet nu ai reeds het beruchte woord: sfeutelgeld? Iedere woningzoekende zal er n heelo ver balen van kunnen doen. Maar toch vermeldt de „Staatscourant" Bleeds van voorschotten uit 's Rijks kas als aandeel van dien Alvader in de kosten van woningbouwverenigingen, de Gemeen teraden blijken om strijd even scheutig in subsidies, terwijl gronden ter bebouwing woiden afgestaan. Maar het wil niet lukken en is het wonder, als men hoort, wat hier in Rotterdam geschied is, met een complex woningen van bijna 300 in getal in den pol der Spanzen, vlak bij het stadion van Spar ta? De Gemeenteraad heeft er zich mee moe ten bemoeien, heeft een commissie van onder zoek benoemd. En wat waren de feiten? Een paar slechts, ter kenschetsing van het Dorado, dat daar aan de Scbie verrezen is. Met zoo grooten spoed en met zoo weinig kosten waren de huizen er neer gepoot, dat, toen de deuren er' zouden worden ge plaatst, de deurgaten zoo weinig zuiver wa- rer dat men zich genoodzaakt zag de deuren iehuin af te zagen en bij te schoren! Da vloeren bleken zoo "dun. dat vcor net leven der bewoners, vooral als die wat ru moerige kinderen hadden, ernstig moest ge vreesd worden. En daarvoor beeft onze goe de gemeente nog oen bom duiten fieschik- baar gesteld, op een terrein, dat goud waard is, wanneer eenmaal de' nieuwe haven- en kanalenplannen tot uitvoering komen. De ondernemers hebben in allerijl verzwarin gen or.der de vloeren laten aanbrengen, en toen de vrijmoedigheid gehad 'om de Rcrs uit te no'odigen eens le komen kijken. ,Was "het geen schandaal diten geen schandaal datDe gids danste voor aller oogen op den vloer, dnrfde op en kele punten zelfs te stampvoeten. Maar wie vertrouwt er zijn hebben en houden aan toe? En de „bijgewerkte" deuren zijn er nog altijd, voor een eenigszins scherpziend oog gemakkelijk te onderkennen. Dat zijn de heerlijkheden, waarop enkelen 'de ongelukkige huiszoekenden durven ver gasten. In dergelijke huizen behooren oen andere „nood" komt hier om hot hoekje kijken! dienstboden, gelijk ook weer Rot terdam blijkt te koesteren. Na maandenlang gesukkel, eindeloos ge- jdverteer, was ïiievrouw er in geslaagd een exemplaar van het genus dienstbode in dienstbetrekking aau zich te verbinden. En na schc-en toch werkelijk men unrfde er haast niet aan 'denken, laat staan ér ni'et" elkaar over praten -- een goede genius hc-t bestier in handen te hebben genomen. Het dienstmeisje was keurig, bescheiden, kon zelfs koken en stof afnemen, zonder veèl te breken.Mcar, de politie komt zich lijj me vrouw aanmelden en vraagt bijzonderheden over de dienstbode en de bagage, dia er voor haar gebracht is. Mevrouw weigert kle hec-ren toe te laten, maar zwicht veer don ambtspenning en de koffer van da gedien stige wordt tc voorschijn gehaald. Die bleek, na opening, een volledig arsenaal to bc-vatlen van inbrekerswerktuigen, en toen de dienst bode, na slechts een paar dagen verbljjf vn dat huis, in verzrkerde bewaring werd genoir.cn, kwam als sfot-apotheose .ie ont hulling, dat'Aaltje, of Truitje ef Mietje... een man was. Die had een keurig figuur tje, een fijn stemmetje en wist zich zoo bescheiden voor te doén! Maar mevrouw heeft zich' vo' nieuwen moed, immers duchtig opgelucht, nog bij tijds gered te zijn, maar weer aan het ad- verteeren gezet, nu zij over den schrik van dit vreeselijk bedrog heen is. De mord is echter niet groot, wel de gelatenheid, waar mee de ellende van het meid-looze bestaan gedragen wordt, met allen nasleep van mijn heer bakker en melkboer opendoen en vnil- fnisbak de trap afdragen, mevrouw schoe nen poeisen, stoppen, koken, enz. Dat zijn heerlijkheden van den nieuwen tijd, welken wij beleven 1 Het koor der Pieterskerk. (Vervolg). Wat moet toch do gave van schilderea een bijzonder heerlijk iets zijn. In lichtende, doorschijnende kleuren te kunnen weergeven, wat je kooit, wat je on weerstaanbaar aantrekt. Je emotie eon tastbaren vorm to kunnen geven on dan al schilderend geheel op to gaan in jc onderwerp al werkend je diep ste binnenst uit te spreken in contrasten van licht cn donker, in kleurcombinaties en spel van lijnen, die jc gevoelen zuiver ver tolken. En dat je anderen dan straks mee kunt la ten genieten je denkt Cr wel niet aan tij dens je werken maar het is dan toch maar heerlijk, anderen deelgenoot te kunnen pi ken van je kïeurenblijdschap, van dat tinte lende, levende in je. De gave van sehildcren moei wel zeer "be geerlijk zijn. Ik stond geleund tegen de hooge banken van de No or derbeu k der Pieterskerk. De on dergaande zon kletste haar rijkdom aan kleuren tegen de hier en daar wat paarsig verweerde ruitjes. Er was iets verhevens in die schitterende 1 i-oh teoncen tr at ie, waarvan het doopkapel letje het criterium was. Ik moest er aan denken hoe Hart Nib'brig, hoewel hij mis schien nooit kerken schilderde, zou genoten hebben van dit warm savooien de, vibrecrcn- de licht. Hoe rijk in tinteling en bewegelijk heid, zou hij het hebben weergegeven in zijn typisch pointillé. Zoo tegen den avond zou ik honderden menschen willen verzamelen in die Noorder- heuk en ze wijzen met klein gebaar op al die wondere schoonheid. Wat een rijkdom, wat een rust temidden van de woelige stad. Hoe slork voelen we hier weer het gemla onzer Protestantsche kerken, dat ze niet ten allen tijde een vrijen toegang geven; dat je <v?rst een kwartje moet gaan offeren cn daa met een kaartje in je hand mag binnen tre den. Het is geen verwijt aan het Kerkbe stuur ik weet. wel. dat do kerken heusch niet rijk zijn, ze moeten al genoog met sub sidie werken maar het is toch altijd iets wat menigeen weerhoudt om binnen te gaan. Ik wil van dezo plaats gaarne ondersteu nen het voorstel om orgelconcerten te arran- geeren in de Pieterskerk; en het zou dèn mijn volle sympathie wegdragen als ze gra tis konden worden gegeven. Ik weet wel, dat dit zijn eigenaardige moeilijkheden kan mee brengen. En niet alleen de organist zal be hoorlijk vergoed moeten wordoD, hij zal te vens bijgestaan moeten worden door dege lijke krachten om de registers te bedienen. Een ideaal leek mij, als de Gemeente de kos ten zou kunnen dragen, de mensehon voor niet konden komen luisteren, en aan de uit gang gelegenheid werd gebóden, op een of andere smakelijke manier, iets te kunnen bijdragen tot de restauratie dor Leidsche kerken. Een voorbeeld in deze moge zijn, hoe de bewoners van Haarlem de gratis orgelcou- eerten in de Oude Bavo naar waarde weien te schatten. Maar laat ik terugkeeren tot mijn eigen lijke onderwerp, en U een en ander meedec- len over het koorhok, dat eertijds transept van priesterkoor scheidde. Twee deuren, ia het midden van elkaar gescheiden door een paneel, aan weerszijden een gedeelte van twee paneelcn breedte,, ziedaar de groote io- deeling. Ik zou het U niet aanraden de deu ren te openen; de zware ijzeren scharnieren geven, vooral bovenaan, een zeer onsolieden indruk, De koperen spijlen of balusters lieten toe, dat de gewijde handeling van uit hel schip wa9 te Tolgen. Dit koorhek is waarschijnlijk geplaatst geworden in het laatst der 15e eeuw of be gin 16e. Zekerheid is er hieromtrent niet., In elk geval was het er nog niet bij de wijding van koor en transept in 1412. Ik zou zeggen, dat de koperen spijlen op een late da tee ring aandringen. De geheele verdere opbouw is anders zeer eenvoudig 15e eeuwsch werk. Het afronden van de hoeken der paneelen en bet rechthoekig vergaren is typisch gothisch, evenals, het aanwenden van roosjes als ver siering in het holprofiel daar ter plaatse. Dit laatste is weer iets, dat de sehrijnwer kers van ouder op ouder van elkaar overne men. In werkelijkheid herinnert het oud Maria, de Ghebenedijdc. Trouwens het koor hek herinnert in meer aan deze Vrouwe. Behalve dat het bord met de tien geboden niet op het hek thuishoort, is ook het ge beeldhouwde fries hier een vreemd element. De later Protest an tscli voelende gemeente heeft dit houtsnijwerk geplaatst vóór het in middenceuwschc letters geschilderde: „Ghobcnedijt sij Die Soete Name Ons He ren Jesu Oliristu En de Di Naem Der Soete Maget Maria In der Ewicheyt". Waarschijnlijk is hot een zeer kleurig op schrift geweest; op het houtwerk ex even onder vond ik nog sporen van verguld en groene beschildering. De Maria-figuar is In hot kerkelijke leven der Middeneeuwen e<m zeer bijzondere. Voor Haar was de kraDS van rozen, welke üo biddende vlocht; voor Haar was het zacht f lui eterend „Ave Maria'Haar kleed ie blauw als van bcmelsche overweging; Zij is de Heilige Maagd; de VJekkclooze, maar Zij is ook de Moeder; want Geen heeft zóó ge hoopt en zóó geleden ale Zij. Ging niet het sombere Ohri^tushout aks een schaduw v-oor Haar uit! De middeneeuwsche geloovige prees Baar in simpele verzen als dit: Ghij moest .van vrouden beven Dat es wel openbaer, Toen op U sloech sijn oogen Do ewige Godh£it claer. Ghij naempten in TJwen arme" Ende gaaft hem, in uwen scoot V maechdelike borsten Al in sijn mundeken root Sijn'bruine oegsken scone Sloech hij in U aenschijn, Hi was U eigen sone Die ewige Godheit fijn. Als gij den Kindeke cleyne, O Moeder wel gedaen Met Uwen handen reijne Sijn voetken wilt gaau dwaen Verleent my, scone vrouwe Die oogen also nat Wat ik met minen traene Bereiden mach dat bat. Als ghyt heft uten bade Dat proper Kindeken cleyn Wilt hem van myndor herten Maken een beddeken rein. 15e eeuw. Zie, zoo mijmerde dc kinderlijke ziel der Middeneeuwen^ en er was voel innigheid in hun vrome harten, er was een fijn religieus aanvoelen. Daarvan getuigen ook de bijzon der scr ie use schilderwerken der Vlaamsche Primitieven. Mm. KANTONGERECHT TE LEIDEN. De Kantonrechler alhier h.=efl veroordeeld: Wegens loojiea op verboden grand: N. v. d. W. te Noordwijk-aan-Zee,.; tot f3 of 3 d„- C. 2. en G. Z., beiden te Oegstgeest, ieder tot 13 of 3 d.; wegens dronkenschap: K. d. H. te Sassenheim tot f 3 o f3 d.wegens een trekdier onbeheerd laten slaan: J. V. te Katwpk-Biniien, tot XI of 1 d.; wegens straatschenderij: P. K. Ca., te Noordw.hout tot f5 of 5- d.; wegens strooperij: W. v. d. V, en J. K. ieder tot fl of 1 d.; wegens burengerucht: P. B. tot f 5 of 5 d.; IV. F. G. en J. W. W„ beiden zwervende, ieder tol f 3 of 3 d.wegens schoolverzuim: D. C. tot f3 of 3 d.; J. R. tot f2 of 2 d.j S. H. tot f3 c; 3 d.; C. R. te Katwqk-aan-Zee tot f 1 of 1 d.; C. v. D. Lzn-, te Noordwijk-aan- Zee tot f3 of 3 d.; wegens overtreding der Hinderwet: A. J. K. tot f25 of 10 d.; wegens overterding der Ongevallenwet: B. (X J. v. 0„ tot f 10 of 5 d.; J. V. te Katwjjk-aan- Zee, tot f2 of 2 d.; wegens overtreding der Spoorwegwet: L. v. L. C., tot Ï0.50 of 1 d.; J. O. S. te 's-Gravenhage tot fl of 1 d.; wegens vissollen in verboden tijd: H. A. H„ J. P. Z., H. J. B._ P. D. d. R., I. V., G. d. V., allen te 's-Gravenhage, ieder tot fl of 1 d.; J. O. M. tot f2 of 1 d.; wegens le. loopen op verboden grond; 2e. delver. naar konijnen: 1. v. O., te 's-Graven hage tot 2 m. f3 o f2 m. 3 d.; wegons delven naar konijnen: C. J. te 's-Gravenhage tot f3 of 3 d.; wegens zich in 't veld be vinden met klemmen: A. D. Jr. en G. L„ bei den te Noordwijkerhout ieder tot f 5 of 5 d.; wegens kievitseieren rapen: J, M. v. M. te Voorschoten tot f3 of 3 d.; wegens een r ji- wie! berijden zonder licht: M. C. v. d. V., te Voorschoten tot f3 of 3 d.; G. L. te Oegst geest tot fl of 1 d.; J. W. S., J. B, G. v. E., L. 7., allen te Warmond, ieder tot f2 of 2 d.; P. v. d. D„ te Warmond,- tot f 1 of 1 d.; H. v. H. tot 12 of 2 d.; wegens rpden met een rijwiel zonder bel: A. N., J. B., ieder tot i0.50 of 1 m. t.sch.; J. J. P. B. tot f2 of 2 d.; C. v. D. te Oegstgeest, tot fl of 1 m. t.sch.; wegens overtreding van het Motor- en-Rijwielreglement: D. R. te 's-Gra venhage, tot f3 of 3 d.; J. C. C-. M. te Zoe- terwoude, tot f 1 of 1 d.; wegens overtreding Prov. Regl. op de wateren: J. G- te Sloten (N.-H.); S. K. te Beverwijk; J. B. te Gies- sendani, ieder tot f3 of 3 d.; X H. te Broek op Langecdn'k', J, S. te Haarlemmermeer, ieder tot f 2 of 2 d.wegens overtreding der Trekhondenwet: H, J. S. te Warmond, tóÊ fl of 1 d. Wegens overtreding der Pol. Ver. voor de gemeente Leiden C. L. B. P. B„ A. 'J. W., iedqr tot. f .50 of 1 m. t.sch. J. H. W., X L. N., W. A. v. d. T., X R, O. X" H., X K. X d. W„ M. T. v. 15., ieder tot f 1 of 1 d. X A. W. X 8., T. M. v. d. V„ ieder tot f 0.50 of 1 m. t.Eoli. E. A. J. M. L. tot f 2 of 2 d. wegons overtreding der Pol. Ver. van de gemeente Katwijk W. v. d. P. wed. v. d. M. te Katwijk-aan-Zéc tot f 3 of 3 d. W. W. tot f 1 of 2 d.S. P. v. K. tot. f 3 of 3 d. H. D. v. W. tot f 2 of 2 (1.A. v. D. te Voorschoten, tot f 5 of 8 d. wegens overtredingen der Pol. Ver. van de gemeente NoordwijkA. B. te Voor- selioton tot f 2 of 2 d. wegons overtreding der Pol. Ver. van de gemeente WarmondH. J. S. te War mond tot 11 cf 1 d.K. K. ie Warmond tot f 2 of 2 d. P. T. tot- f 2 of 2 d. wegens een valsrtien naam opgeven W. W. tot f f 0 of 2 d. Vrijgeeprokon werdA. B., bedaagd van overtreding dor LeerplichtwetM. J. L. beklaagd van overtreding der Pol. Yr van de gemeente Leiden. Waar geen woonplaats is, vermeld zijn de veroordeelden te Leiden woonachtig. SCHEEPSTIJDINGEN. KON. NED. STOOMB. MIJ, 'ARI.ADNE, 13 Juni v. 'Amsterdam n. Lis- saboD. .VENUS. 13 Juni v. Valencia te Amsterdam. KON. WEST-IND. MAILDIENST. STELLA, lbuisr., 0 Juni van Falmouth. KON. HOLL. LLOYD. GELRÏA, uitr., pass. 13 Juni Deal. ROTTERD. LLOYD. GAROK'l', uitr., paos. 13 Juni Orford, CORRESPONDENTIE. - H. F. R„ to V. Wij zagen dat bericht .vermeld in „De Standaard'", X ,(Van onzen Bcrlijnschcn correspondent)". Nadruk verboden. "Wonderlijke toestonden. Berljjn, 3 Juni. Oafé Josty. Aan de Potsdamerplatz. Josty, hèt boulevard-koffiehuis aan het drukste punt van Berlijn. Ik ben even bjj een tafel tje op het terras neergestreken. Werkelijk, zoo midden op den dag, schijnt het door den oorlog stil geworden Berlijn weer te herle ven. Er rollen weer lange rijen wagens, er ratelen weer auto's. „Ratelen", dat is zoo het juiste woord. Want wérkelijk het is vaak een weemoedig gezicht, de oude, vervelooze kasten, hortend en stoctend, knarsend en piepend, door de straten t-e zien karren. Doch, bet getal der gummibanden vermeerdert zich weer. En plotseling denk ik aan den tijd voor den oorlog. Do Borlijnscho taxichauffeurs lieten toen hun wagens rood, goud, lila, blauw en geel schilderen. Dat joeg hieT dan alles in bonte kleurmengeling door elkan der, tot op een goeden dag het kleurrijke verkeersmateriaal den koenen pelitiepresi dent Von Jagow te bont werd. Onder de dui zend verboden, die zijn vruchtbare pen als een machinegeweer in de wereld slingerde, kwam ook het verbod van het al te artistiek beschilderen der verkeersmiddelen. Berlijn was rijk aan merkwaardigheden. Zoo verwonderden zich de vreemdelingen, Jat, zoodra de zon weer het asphalt der Ber- lijnschc straten begon te blaken, ook de ve le omnibus-paarden hun koddige stroohoed- jes tusschen de ooren kregen, die hen tegen dc hitte moesten bschermen. Wonderlijk luxe gedoe uit oude tijden! Zelfs stroohoeden voor de paarden! Die goede oude tijd! Hoevele menschen verlangen er niet. naar terug. De bloemenverkoopsters, die nu om de Potsdamer platz haar bloemen -aanbieden, alleen niet. Zo leefden en zweefden in voortdurend ge vaar door de genade of ongenade van èen echt-Pruisischen politfe-agent verwijderd te worden, wanneer ze het waagden hun lachen •de lentewTaar in korven te verkoopen, die zo af en toe op den grond zetten. Nu doet' iedereen, wat hij wil. „Duitschland is vrij, leve de vrijheid", is de algemeene leus. En toch, terwijl ik van mijn ,,B. Z. am Mittag' over de Platz gluur, ontdek ik een èohte oude Berlijnsehe „Bobby", een blauwe, zocals de Berlijner zegt. Als in oude tijden regelt hij het verkeer, kaarsrecht, gebie dend, met een enkelen wenk van zijn witge handschoende hand. Hjj staat daar weer, als een symbool van ouden glans. En plots schiet me de gedachte door het hoofd: „Er is in Duitschland niets veranderd." Ik zie de witte hand wenken. Alles stopt, ,.wie am Schnürchen". Alles, de auto's, de lange rijen wagen9, de trams, alles. „Het is goed, dat die „blauwe" er weer staat"', over leg ik. Ex zouden hier anders toch weer on gelukken kunpon gebeuren. En terwijl ik zoo toekijk, zie ik plotseling eon handwa gen met vier half-slag-jongens zich dwars door dc stoppende voertuïgrijen licen bewe gen, recht op den „blauwe"' aan. Verder en verder gaat hot. Do g-roote blauwo wen bi met de witbeh andschoen de hand in de rich ting van het voertuig, waarop twee in zitten de houding cn waarachter twee jongelingen duwen. Verder en verder gaat de handkar. Nog weinige seconden cn de bengelende beenen van een der aan het. uiteinde zittenden zul len tegen den pantalon van den politieagent slaan. Het wordt een spannend, kritiek mo ment. Ik verwacht, dc mentaliteit dor Ber lijnsehe politieagenten kennende nit oude tijden, een donderenden haltroop, gevolgd <Ioot een „Teiug!" Een zwart, solied notitie boek, waarin een potlood namen grift. Ik verwacht booze trokken in het gelaat van den politieagent en het bevel, dat de schul dige wachtende, alle wagens en menschen de revue laat passecren, tot de allerlaatste wa gen verdwenen is. Rondom natuurlijk Jn sid- -deiend publiek, in de aanbidding van zóó giootsche, heerlijke politiemacht, die men nergens zoo volmaakt vond als in het goede land van Pruisen. En toch, lezer, dat -alles gvbourde niet. Do groote, machtige blauwe doet een stap vooruit. Zjjn gezicht staat gewoon, als of er niets bijzonders gebeurt. Vroeger zou dezelfde man, zelfs wanneer er ni-sts ge beurd was, een gezicht getrokken hebbm of hij juist op ,hefc punt stond'een leeuw of een tijger met de hand te wurgen. Dat boorde bö ztjn uniform, zijn prest.ge, het respect, dat hij zich en het Pruisische pu bliek schuldig was. En nn? Ik overdrijf niet, hij glimlachte. De groote, blauwe politieagent, op de Potsdammer Platz, de goddelijk-almavhtige, die daar in de uitoefening van zqn amot voor heel bet publiek gedwarsboomd werd, glim lachte. Hij glimlachte, alsof hijzelf n et be greep, dat dit toch een delict was, waarover geen politieagent kon glimlachen. En toen vojgde het allergrootste wonder. Hg verhief zijn stem, nïet om op ouderwetsere w'gze te bulderen en te commandeeivn. Integen deel Heel gemoedelijk klonk het over het pleintje: „Waarom hebben de lieeren met hun galakoets zoo'n haast? Bitte sehr, meine Herren, een beetje terug. Ordnur.g muss sein". De koetsier van den bierwagen, d:e luid geflchimpt bad op de overmoedige longens, omdat ij zich gepasseerd voelde, lacht. De vier veelbelovende jongelingen lachen. Het publiek facht. „Nou, die is goed, een gala- Koets'', proesten een paar voorbggangers uit. Een oogenblik later zet de stoet 2ich op den wenk van den grooten, blauwen weer in beweging. Ei' is dus toch iets in Dnitschland ver anderd. Bg Jossy ook. Men kan er op het terras een heelö „B. Z. am Mittagten einde lezen, alvorens een kellner notitie van je ne^mt. Dat komt doordat de fooitjes afgeschaft ïüjn, zegt het booze publiek. Ten minste, osn tafeltjo verder hoor ik het fooienprobleem bespreken Het zrjn twee welgedane heeren, zakenmenschen. Ze zgn het volkomen met elkander eens, dat er niets verk-eerdefcs be staat, dan de fooien nf .te pch.affea- Men wordï niet bediend wanneer mon gein {«oi geeft of men krggt ruzie met de n*us** fe zittenden. wanneer mon wel eau fooi gtvfL terwijl deze afgeschaft zgn. Tevens zgn de prgzen in de koffiehui^n dermate verhoogd, dat de bezookex, eere van de bezoldiging dor itcilnirs hun potje bier zelfs met 75 pCi. opslag ga« nieten nroeten. Hot mes engat dus asn allo kanton verkeerd voor den koffiehuisbozo*- kex. Deze laat zich echter niet afs?hriKk9n. De ko/jiohuizen zijn vol. Vertier ie overaL Terwgl ik zoo over het looienprobleem na« denk en eigenlgk niet weet, of ik mgn landgenooten de afschaffing van het fooien- sveteem moet aan- of afraden, verschijnt de kellner. „Kofiie of Mocca, mijnheer?" vraagt de kellner. met een zwier, v/aarom ean kennei: glimlachen moet. Inderdaad, beide goden dranken hebben nooit een koffieboon ge- zien. Het verschil vaD naam zit eigenlgk: alleen in de wijze van opdisschen. Overi gen? stammen ze uit dezelfde bron, die steeds slechts surrogaat kent. Bg de koffie krggt men echter slechts een stukje bitter zoete saccharine, bij de mocca een microsco pisch stukje suiker 6neen lepeltje. Wel een reden dus on. een mocca te bestellen. Ik bestelde dus een mocca, ter wille van het stukje suiker, het kannetje en het tepeltje. De eerste twee verschenen, het d rde blééf achterwege. „Ach, Herr ober", zeide ik, want sedert de revolutie vergdet ik nooit het woord Herr, „zou ik niet een 'lepeltje mogen heli- ben". Do kellner verdwgut, keerc terug ou zegt: „Mijnheer bet spijt me wel. Er zijn den laatsten tijd zooveel lepeltjes gestolen, er zrjn ar werkelijk geen moer. Zooals mijn heer wel zal weten, kan men in de Er- frischungsraum bg Wertheim (dit is hst groote Warenhuis-fcan de Potsdammerplatz) nog wel vork en kpel krijgen, wanneer mon eerst oenige marken pand geeft. Ziet u, mijnheer, dat kunnen wij niet doen. Om publiek is le fofesoenlgk, mijnheer; dat zou het zich met laten welgevallen." „Maar wie steelt dan toch die lepeltjes?'1 vroeg ik geïnteresseerd. „De dames, mijnheer." „Wat voor dames," zeg ik. „Die lepeltjes zijn toch niet van zilver of goud." „Nog geen „groschen" waard in vredes tijd, mijnheer. Er. toch, u zoudt u ver bazen. Eerst werd alleen het personeel ver dacht. Toen kwam het er langzaam en zeker uit, dat het grcctcte deel van de dames ze raeenaam. Dat vinden de menschen heele maal geen diefstal meer, mijnheer." „Wacht, mgnheer, ik zal eens even zien oi" ik voor u nog een lepeltje kan krggen". Ik protesteerde, gaf een fooi, ofschoon de fooien afgeschaft zgn en vond bij mezelf, dat 'de wereld er toch maar steeds niet beter op werd. Financieele Medecieelingen. De Koninklijke. I11 de vergadering van commiasariöseu var. de Kon. Ned. Maatschappij tot Exploi tatie van Petroleum bronnen in Nederlandsch- Indië werd besloten aan de algemeen e ver gadering van aandeel hou. Iers voor te stellen over het boekjaar 1918 "een dividend uit té keeren van 40 pCt., waarvan in Januari reeds 15 pCt. ie uitgekeerd, zoodat nog oen slotdividend van 25 pCt. zal worden uitgekeerd. H. IJ. S. M. Naar „De Tel." verneemt, zal aan de juar- lijkscho algemeene vorgydariug van aandeel houders worden voorgesteld, het dividend over 1918 te bepalen op 8 pCt. (evenals vorig jaar). G. A. dc K., to U Het door u be doelde verzoek moet op gezegeld papier gesteld wordon. E?n zegeltje van 30 ets. is voldoende. J.. T., te R. Of de eervol ontslagen distributie-ambtenaren oen tgdlang na hufl ontalag ook nog ealari6 ontvangen, hangt af van de welwillendheid van het betrokken gemeentebestuur. Als het ontslag op kor ten termgn geschiedt, en de ambtenaar in deze betrekking zijn hoofdbestaan vond, lgkt ons eenigen t.gd na-belaling niet meer dan billgk. Mej. T., te L. Leiden, Hillegouv, Haar lem, Bloemendaal, YeJsen, Beverwgk, Cas- Iricum, Limmen, Heilóo, Alkmaar, -Schoor! dam, 't Zand. Den Helder. 99.7 K M. C. v. d. E.? te V. Voorsc-hoten, Leiden, Hiilegom, Haarlerft, Bloemendaal, Velsen, Beverwijk, Egmohd, Bergen, Schoorl. 76.7 Kilometer. J. M., te L. Leiden, Haarlem, Am sterdam. 45 K.M. Amsterdam, Hilversum, Baarn, Apeldoorn 89.4 K M. Men rijdt gemiddeld 15 K.M. per uur. Mej. E. K., te L. -- Naar onze opvab ting vau cle wet kan o os een YD-iarige niet* genaturaliseerde vreemdeling ouctordoms rente ontvangen, als hij overigens aun de wettelijk gestelde eischen voldoet. De be trokkene zal verstandig doen er intijds werk van te ma-kon. K. do G te L. - - Het springen dor flesschen ontstaat, dooi dat de inhoud werken en daardoor uitzet. Springt m«t de kurk er af, dan moet dc flesch spring00 U dooi das verstandig, de fleei-chen e®® paar dagen omgekeerd op een koele plaaw té laten staan. L. N., te V. Do secuurste manier, om slakken uit aardboienbodden te houdw is die er geregeld uit te ve: wijderen. "er voorkoming van deze plaag strooit cok wel dagelijks wat verscho kalk om de bedden. Yan kalk houden slakk niet. J V tc L. Een g«.od bindmuulJ een mengsel van kalk en klei. Het ko fj gruis moet daar goed doorheen worden en vervolgen* de massa gep Van het perecn hangt veel af.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 6