U!T ROTTERDAM.
KUNST EN LETTEREN,
RECHTZAKEN
BERLIJNSCHE BRIEVEN.
VBAGENRUBB1EK.
X
Men schrift ons:
N\ oniugnood het is a!, wat de klok elaat
tegenwoordig. Sla het meest obscure dagblad
Oj> ol een der grootere couranten, wanneer
er over.„dingen van den dag geschreven
wordt, dan tien tegen één: beo is over den
eclii ikwekkenden woningnood. Huizen, die
ontruimd woraen, zijn a la minute weer bezet
door nieuwe huurders, zonder d t de naast-,
beven- oï onderwonenden iets gemerkt heb-
len van een bordje. De verhuiswagens staan
vcor de deur, twee tegelijk: om te halen en
te brengen. En de eigenaar van den gaan
den" boedel is dan nog de gelukkigste vau
de twee in de meeste gevallen, ten pnnstei
zoo men -alleen op de financieele zijde van de
zmk let.
Ongelooflijk inderdaad zijn de omstandig
heden, waaronder een hoogst enkele er in
slaagt een nieuwe woning te bemachtigen, als
hij ai maanden achtereen do wanhoop nabij
is gebracht door het verblijf met vrouw en
kroost op een paar dure kamers. Wannoer
die lijdensbeker dreigt over te loepen, dan
komt, heel soms, de mogelijkheid in het
verschiet, zich weer wat ruimer te kunnen
bewegen. Ten minste, wat do plaats betreft,
want ruimte van beweging, dank zrj de por-
temonnaie, is dan vrij aardig besnoeid.
Het zijn geen verhaaltjes, uit een vrucht
baren duim gezogen, paar het is heusch
gebeurd, dat een bovenwoniug alleen ver
huurd werd tegen vrji s'ihappelijken prijs,
wanneer men êr toe kon besluiten levens
een deel van den inboedel over te nemen.
En boe dikwijls, nietwaar?, komt het te pas.
wanneer men een huis. betrekken gaat, dat
reeds hangende rolgordijnen of nog liggend
ze.l op de gangen of zelfs maar gasarmpjeS
aau den muur voor een fluksje kunnen wor
den genaast? Maar vertoond is hier*, dat
■serplicht werd gesteld overneming van een
deti "van den inboedel tegen den prjjs van
f 3000. Nu kan men voor dat bedrag nu wel
niet de stoffeering eischen van zalen in zui
ver Queen Ann, maar zelfs in deze heerlijke
jaren, nu het oorlogswee met den duren
nagalm in ons landje voorbij heet, nu zou
men voor f3000 toch al heel aardig een,
twee kamers kunnen inrichten uit de eerste
band. Maar dergelijke verwachtingen van
bet over te nemen deel vau den inboedel
kloppen heelemaal niet met de beschamende
werkelijkheid. Want de f3000, die in het
Vier bedoelde 'gevat toen heusch nog graag
Dttaald werdeq, waren de penningen, die
gevraagd werden voor een keukentafel, wrak
op zijn jooten en zonder een spranKje van
verf op het blad, en voor een even solieden
keukenstoel. Erkend diont echter, dat deze
twee pronkjuweelen met onnavolgbare gra
de waren opgesteld in de keuken
Het is de manier, om aan een zoet winstje
te komen, waar de Hunrcomm sde-wet paai
én perk heeft gesteld..En wie kent niet nu
ai reeds het beruchte woord: sfeutelgeld?
Iedere woningzoekende zal er n heelo ver
balen van kunnen doen.
Maar toch vermeldt de „Staatscourant"
Bleeds van voorschotten uit 's Rijks kas als
aandeel van dien Alvader in de kosten
van woningbouwverenigingen, de Gemeen
teraden blijken om strijd even scheutig in
subsidies, terwijl gronden ter bebouwing
woiden afgestaan. Maar het wil niet lukken
en is het wonder, als men hoort, wat hier
in Rotterdam geschied is, met een complex
woningen van bijna 300 in getal in den pol
der Spanzen, vlak bij het stadion van Spar
ta? De Gemeenteraad heeft er zich mee moe
ten bemoeien, heeft een commissie van onder
zoek benoemd. En wat waren de feiten?
Een paar slechts, ter kenschetsing van het
Dorado, dat daar aan de Scbie verrezen is.
Met zoo grooten spoed en met zoo weinig
kosten waren de huizen er neer gepoot,
dat, toen de deuren er' zouden worden ge
plaatst, de deurgaten zoo weinig zuiver wa-
rer dat men zich genoodzaakt zag de deuren
iehuin af te zagen en bij te schoren!
Da vloeren bleken zoo "dun. dat vcor net
leven der bewoners, vooral als die wat ru
moerige kinderen hadden, ernstig moest ge
vreesd worden. En daarvoor beeft onze goe
de gemeente nog oen bom duiten fieschik-
baar gesteld, op een terrein, dat goud waard
is, wanneer eenmaal de' nieuwe haven- en
kanalenplannen tot uitvoering komen. De
ondernemers hebben in allerijl verzwarin
gen or.der de vloeren laten aanbrengen,
en toen de vrijmoedigheid gehad 'om de
Rcrs uit te no'odigen eens le komen kijken.
,Was "het geen schandaal diten geen
schandaal datDe gids danste voor
aller oogen op den vloer, dnrfde op en
kele punten zelfs te stampvoeten. Maar wie
vertrouwt er zijn hebben en houden aan toe?
En de „bijgewerkte" deuren zijn er nog
altijd, voor een eenigszins scherpziend oog
gemakkelijk te onderkennen.
Dat zijn de heerlijkheden, waarop enkelen
'de ongelukkige huiszoekenden durven ver
gasten. In dergelijke huizen behooren
oen andere „nood" komt hier om hot hoekje
kijken! dienstboden, gelijk ook weer Rot
terdam blijkt te koesteren.
Na maandenlang gesukkel, eindeloos ge-
jdverteer, was ïiievrouw er in geslaagd een
exemplaar van het genus dienstbode in
dienstbetrekking aau zich te verbinden. En
na schc-en toch werkelijk men unrfde
er haast niet aan 'denken, laat staan ér ni'et"
elkaar over praten -- een goede genius
hc-t bestier in handen te hebben genomen.
Het dienstmeisje was keurig, bescheiden, kon
zelfs koken en stof afnemen, zonder veèl te
breken.Mcar, de politie komt zich lijj me
vrouw aanmelden en vraagt bijzonderheden
over de dienstbode en de bagage, dia er
voor haar gebracht is. Mevrouw weigert
kle hec-ren toe te laten, maar zwicht veer don
ambtspenning en de koffer van da gedien
stige wordt tc voorschijn gehaald. Die bleek,
na opening, een volledig arsenaal to bc-vatlen
van inbrekerswerktuigen, en toen de dienst
bode, na slechts een paar dagen verbljjf
vn dat huis, in verzrkerde bewaring werd
genoir.cn, kwam als sfot-apotheose .ie ont
hulling, dat'Aaltje, of Truitje ef Mietje...
een man was. Die had een keurig figuur
tje, een fijn stemmetje en wist zich zoo
bescheiden voor te doén!
Maar mevrouw heeft zich' vo' nieuwen
moed, immers duchtig opgelucht, nog bij
tijds gered te zijn, maar weer aan het ad-
verteeren gezet, nu zij over den schrik van
dit vreeselijk bedrog heen is. De mord is
echter niet groot, wel de gelatenheid, waar
mee de ellende van het meid-looze bestaan
gedragen wordt, met allen nasleep van mijn
heer bakker en melkboer opendoen en vnil-
fnisbak de trap afdragen, mevrouw schoe
nen poeisen, stoppen, koken, enz.
Dat zijn heerlijkheden van den nieuwen
tijd, welken wij beleven 1
Het koor der Pieterskerk.
(Vervolg).
Wat moet toch do gave van schilderea een
bijzonder heerlijk iets zijn.
In lichtende, doorschijnende kleuren te
kunnen weergeven, wat je kooit, wat je on
weerstaanbaar aantrekt.
Je emotie eon tastbaren vorm to kunnen
geven on dan al schilderend geheel op to
gaan in jc onderwerp al werkend je diep
ste binnenst uit te spreken in contrasten
van licht cn donker, in kleurcombinaties en
spel van lijnen, die jc gevoelen zuiver ver
tolken.
En dat je anderen dan straks mee kunt la
ten genieten je denkt Cr wel niet aan tij
dens je werken maar het is dan toch maar
heerlijk, anderen deelgenoot te kunnen pi
ken van je kïeurenblijdschap, van dat tinte
lende, levende in je.
De gave van sehildcren moei wel zeer "be
geerlijk zijn.
Ik stond geleund tegen de hooge banken
van de No or derbeu k der Pieterskerk. De on
dergaande zon kletste haar rijkdom aan
kleuren tegen de hier en daar wat paarsig
verweerde ruitjes.
Er was iets verhevens in die schitterende
1 i-oh teoncen tr at ie, waarvan het doopkapel
letje het criterium was. Ik moest er aan
denken hoe Hart Nib'brig, hoewel hij mis
schien nooit kerken schilderde, zou genoten
hebben van dit warm savooien de, vibrecrcn-
de licht. Hoe rijk in tinteling en bewegelijk
heid, zou hij het hebben weergegeven in zijn
typisch pointillé.
Zoo tegen den avond zou ik honderden
menschen willen verzamelen in die Noorder-
heuk en ze wijzen met klein gebaar op al
die wondere schoonheid.
Wat een rijkdom, wat een rust temidden
van de woelige stad.
Hoe slork voelen we hier weer het gemla
onzer Protestantsche kerken, dat ze niet ten
allen tijde een vrijen toegang geven; dat je
<v?rst een kwartje moet gaan offeren cn daa
met een kaartje in je hand mag binnen tre
den. Het is geen verwijt aan het Kerkbe
stuur ik weet. wel. dat do kerken heusch
niet rijk zijn, ze moeten al genoog met sub
sidie werken maar het is toch altijd iets
wat menigeen weerhoudt om binnen te gaan.
Ik wil van dezo plaats gaarne ondersteu
nen het voorstel om orgelconcerten te arran-
geeren in de Pieterskerk; en het zou dèn
mijn volle sympathie wegdragen als ze gra
tis konden worden gegeven. Ik weet wel, dat
dit zijn eigenaardige moeilijkheden kan mee
brengen. En niet alleen de organist zal be
hoorlijk vergoed moeten wordoD, hij zal te
vens bijgestaan moeten worden door dege
lijke krachten om de registers te bedienen.
Een ideaal leek mij, als de Gemeente de kos
ten zou kunnen dragen, de mensehon voor
niet konden komen luisteren, en aan de uit
gang gelegenheid werd gebóden, op een of
andere smakelijke manier, iets te kunnen
bijdragen tot de restauratie dor Leidsche
kerken.
Een voorbeeld in deze moge zijn, hoe de
bewoners van Haarlem de gratis orgelcou-
eerten in de Oude Bavo naar waarde weien
te schatten.
Maar laat ik terugkeeren tot mijn eigen
lijke onderwerp, en U een en ander meedec-
len over het koorhok, dat eertijds transept
van priesterkoor scheidde. Twee deuren, ia
het midden van elkaar gescheiden door een
paneel, aan weerszijden een gedeelte van
twee paneelcn breedte,, ziedaar de groote io-
deeling. Ik zou het U niet aanraden de deu
ren te openen; de zware ijzeren scharnieren
geven, vooral bovenaan, een zeer onsolieden
indruk, De koperen spijlen of balusters lieten
toe, dat de gewijde handeling van uit hel
schip wa9 te Tolgen.
Dit koorhek is waarschijnlijk geplaatst
geworden in het laatst der 15e eeuw of be
gin 16e. Zekerheid is er hieromtrent niet., In
elk geval was het er nog niet bij de wijding
van koor en transept in 1412. Ik zou zeggen,
dat de koperen spijlen op een late da tee ring
aandringen. De geheele verdere opbouw is
anders zeer eenvoudig 15e eeuwsch werk.
Het afronden van de hoeken der paneelen en
bet rechthoekig vergaren is typisch gothisch,
evenals, het aanwenden van roosjes als ver
siering in het holprofiel daar ter plaatse.
Dit laatste is weer iets, dat de sehrijnwer
kers van ouder op ouder van elkaar overne
men. In werkelijkheid herinnert het oud
Maria, de Ghebenedijdc. Trouwens het koor
hek herinnert in meer aan deze Vrouwe.
Behalve dat het bord met de tien geboden
niet op het hek thuishoort, is ook het ge
beeldhouwde fries hier een vreemd element.
De later Protest an tscli voelende gemeente
heeft dit houtsnijwerk geplaatst vóór het
in middenceuwschc letters geschilderde:
„Ghobcnedijt sij Die Soete Name Ons He
ren Jesu Oliristu En de Di Naem Der Soete
Maget Maria In der Ewicheyt".
Waarschijnlijk is hot een zeer kleurig op
schrift geweest; op het houtwerk ex even
onder vond ik nog sporen van verguld en
groene beschildering. De Maria-figuar is In
hot kerkelijke leven der Middeneeuwen e<m
zeer bijzondere.
Voor Haar was de kraDS van rozen, welke
üo biddende vlocht; voor Haar was het zacht
f lui eterend „Ave Maria'Haar kleed ie blauw
als van bcmelsche overweging; Zij is de
Heilige Maagd; de VJekkclooze, maar Zij is
ook de Moeder; want Geen heeft zóó ge
hoopt en zóó geleden ale Zij. Ging niet het
sombere Ohri^tushout aks een schaduw v-oor
Haar uit! De middeneeuwsche geloovige
prees Baar in simpele verzen als dit:
Ghij moest .van vrouden beven
Dat es wel openbaer,
Toen op U sloech sijn oogen
Do ewige Godh£it claer.
Ghij naempten in TJwen arme"
Ende gaaft hem, in uwen scoot
V maechdelike borsten
Al in sijn mundeken root
Sijn'bruine oegsken scone
Sloech hij in U aenschijn,
Hi was U eigen sone
Die ewige Godheit fijn.
Als gij den Kindeke cleyne,
O Moeder wel gedaen
Met Uwen handen reijne
Sijn voetken wilt gaau dwaen
Verleent my, scone vrouwe
Die oogen also nat
Wat ik met minen traene
Bereiden mach dat bat.
Als ghyt heft uten bade
Dat proper Kindeken cleyn
Wilt hem van myndor herten
Maken een beddeken rein.
15e eeuw.
Zie, zoo mijmerde dc kinderlijke ziel der
Middeneeuwen^ en er was voel innigheid in
hun vrome harten, er was een fijn religieus
aanvoelen. Daarvan getuigen ook de bijzon
der scr ie use schilderwerken der Vlaamsche
Primitieven.
Mm.
KANTONGERECHT TE LEIDEN.
De Kantonrechler alhier h.=efl veroordeeld:
Wegens loojiea op verboden grand: N. v.
d. W. te Noordwijk-aan-Zee,.; tot f3 of 3 d„-
C. 2. en G. Z., beiden te Oegstgeest, ieder
tot 13 of 3 d.; wegens dronkenschap: K. d.
H. te Sassenheim tot f 3 o f3 d.wegens een
trekdier onbeheerd laten slaan: J. V. te
Katwpk-Biniien, tot XI of 1 d.; wegens
straatschenderij: P. K. Ca., te Noordw.hout
tot f5 of 5- d.; wegens strooperij: W. v. d.
V, en J. K. ieder tot fl of 1 d.; wegens
burengerucht: P. B. tot f 5 of 5 d.; IV. F.
G. en J. W. W„ beiden zwervende, ieder
tol f 3 of 3 d.wegens schoolverzuim: D. C.
tot f3 of 3 d.; J. R. tot f2 of 2 d.j S. H.
tot f3 c; 3 d.; C. R. te Katwqk-aan-Zee tot
f 1 of 1 d.; C. v. D. Lzn-, te Noordwijk-aan-
Zee tot f3 of 3 d.; wegens overtreding der
Hinderwet: A. J. K. tot f25 of 10 d.; wegens
overterding der Ongevallenwet: B. (X J. v.
0„ tot f 10 of 5 d.; J. V. te Katwjjk-aan-
Zee, tot f2 of 2 d.; wegens overtreding
der Spoorwegwet: L. v. L. C., tot Ï0.50
of 1 d.; J. O. S. te 's-Gravenhage tot fl
of 1 d.; wegens vissollen in verboden tijd:
H. A. H„ J. P. Z., H. J. B._ P. D. d. R.,
I. V., G. d. V., allen te 's-Gravenhage, ieder
tot fl of 1 d.; J. O. M. tot f2 of 1 d.;
wegens le. loopen op verboden grond; 2e.
delver. naar konijnen: 1. v. O., te 's-Graven
hage tot 2 m. f3 o f2 m. 3 d.; wegons
delven naar konijnen: C. J. te 's-Gravenhage
tot f3 of 3 d.; wegens zich in 't veld be
vinden met klemmen: A. D. Jr. en G. L„ bei
den te Noordwijkerhout ieder tot f 5 of 5 d.;
wegens kievitseieren rapen: J, M. v. M. te
Voorschoten tot f3 of 3 d.; wegens een r ji-
wie! berijden zonder licht: M. C. v. d. V., te
Voorschoten tot f3 of 3 d.; G. L. te Oegst
geest tot fl of 1 d.; J. W. S., J. B, G. v.
E., L. 7., allen te Warmond, ieder tot f2 of
2 d.; P. v. d. D„ te Warmond,- tot f 1 of 1 d.;
H. v. H. tot 12 of 2 d.; wegens rpden met
een rijwiel zonder bel: A. N., J. B., ieder
tot i0.50 of 1 m. t.sch.; J. J. P. B. tot
f2 of 2 d.; C. v. D. te Oegstgeest, tot fl
of 1 m. t.sch.; wegens overtreding van het
Motor- en-Rijwielreglement: D. R. te 's-Gra
venhage, tot f3 of 3 d.; J. C. C-. M. te Zoe-
terwoude, tot f 1 of 1 d.; wegens overtreding
Prov. Regl. op de wateren: J. G- te Sloten
(N.-H.); S. K. te Beverwijk; J. B. te Gies-
sendani, ieder tot f3 of 3 d.; X H. te Broek
op Langecdn'k', J, S. te Haarlemmermeer,
ieder tot f 2 of 2 d.wegens overtreding der
Trekhondenwet: H, J. S. te Warmond, tóÊ
fl of 1 d.
Wegens overtreding der Pol. Ver. voor
de gemeente Leiden
C. L. B. P. B„ A. 'J. W., iedqr tot. f .50
of 1 m. t.sch. J. H. W., X L. N., W. A.
v. d. T., X R, O. X" H., X K. X d. W„
M. T. v. 15., ieder tot f 1 of 1 d. X A. W.
X 8., T. M. v. d. V„ ieder tot f 0.50 of 1
m. t.Eoli. E. A. J. M. L. tot f 2 of 2 d.
wegons overtreding der Pol. Ver. van de
gemeente Katwijk W. v. d. P. wed. v. d.
M. te Katwijk-aan-Zéc tot f 3 of 3 d. W.
W. tot f 1 of 2 d.S. P. v. K. tot. f 3 of 3
d. H. D. v. W. tot f 2 of 2 (1.A. v. D. te
Voorschoten, tot f 5 of 8 d.
wegens overtredingen der Pol. Ver. van
de gemeente NoordwijkA. B. te Voor-
selioton tot f 2 of 2 d.
wegons overtreding der Pol. Ver. van
de gemeente WarmondH. J. S. te War
mond tot 11 cf 1 d.K. K. ie Warmond
tot f 2 of 2 d. P. T. tot- f 2 of 2 d. wegens
een valsrtien naam opgeven W. W. tot f f 0
of 2 d.
Vrijgeeprokon werdA. B., bedaagd
van overtreding dor LeerplichtwetM. J.
L. beklaagd van overtreding der Pol. Yr
van de gemeente Leiden.
Waar geen woonplaats is, vermeld zijn de
veroordeelden te Leiden woonachtig.
SCHEEPSTIJDINGEN.
KON. NED. STOOMB. MIJ,
'ARI.ADNE, 13 Juni v. 'Amsterdam n. Lis-
saboD.
.VENUS. 13 Juni v. Valencia te Amsterdam.
KON. WEST-IND. MAILDIENST.
STELLA, lbuisr., 0 Juni van Falmouth.
KON. HOLL. LLOYD.
GELRÏA, uitr., pass. 13 Juni Deal.
ROTTERD. LLOYD.
GAROK'l', uitr., paos. 13 Juni Orford,
CORRESPONDENTIE. - H. F. R„ to V.
Wij zagen dat bericht .vermeld in „De
Standaard'",
X
,(Van onzen Bcrlijnschcn correspondent)".
Nadruk verboden.
"Wonderlijke toestonden.
Berljjn, 3 Juni.
Oafé Josty. Aan de Potsdamerplatz. Josty,
hèt boulevard-koffiehuis aan het drukste
punt van Berlijn. Ik ben even bjj een tafel
tje op het terras neergestreken. Werkelijk,
zoo midden op den dag, schijnt het door den
oorlog stil geworden Berlijn weer te herle
ven. Er rollen weer lange rijen wagens, er
ratelen weer auto's. „Ratelen", dat is zoo
het juiste woord. Want wérkelijk het is vaak
een weemoedig gezicht, de oude, vervelooze
kasten, hortend en stoctend, knarsend en
piepend, door de straten t-e zien karren. Doch,
bet getal der gummibanden vermeerdert zich
weer. En plotseling denk ik aan den tijd voor
den oorlog. Do Borlijnscho taxichauffeurs
lieten toen hun wagens rood, goud, lila,
blauw en geel schilderen. Dat joeg hieT dan
alles in bonte kleurmengeling door elkan
der, tot op een goeden dag het kleurrijke
verkeersmateriaal den koenen pelitiepresi
dent Von Jagow te bont werd. Onder de dui
zend verboden, die zijn vruchtbare pen als
een machinegeweer in de wereld slingerde,
kwam ook het verbod van het al te artistiek
beschilderen der verkeersmiddelen.
Berlijn was rijk aan merkwaardigheden.
Zoo verwonderden zich de vreemdelingen,
Jat, zoodra de zon weer het asphalt der Ber-
lijnschc straten begon te blaken, ook de ve
le omnibus-paarden hun koddige stroohoed-
jes tusschen de ooren kregen, die hen tegen
dc hitte moesten bschermen. Wonderlijk luxe
gedoe uit oude tijden! Zelfs stroohoeden voor
de paarden! Die goede oude tijd! Hoevele
menschen verlangen er niet. naar terug. De
bloemenverkoopsters, die nu om de Potsdamer
platz haar bloemen -aanbieden, alleen niet.
Zo leefden en zweefden in voortdurend ge
vaar door de genade of ongenade van èen
echt-Pruisischen politfe-agent verwijderd te
worden, wanneer ze het waagden hun lachen
•de lentewTaar in korven te verkoopen, die
zo af en toe op den grond zetten. Nu doet'
iedereen, wat hij wil. „Duitschland is vrij,
leve de vrijheid", is de algemeene leus.
En toch, terwijl ik van mijn ,,B. Z. am
Mittag' over de Platz gluur, ontdek ik een
èohte oude Berlijnsehe „Bobby", een blauwe,
zocals de Berlijner zegt. Als in oude tijden
regelt hij het verkeer, kaarsrecht, gebie
dend, met een enkelen wenk van zijn witge
handschoende hand. Hjj staat daar weer, als
een symbool van ouden glans. En plots
schiet me de gedachte door het hoofd: „Er
is in Duitschland niets veranderd."
Ik zie de witte hand wenken. Alles stopt,
,.wie am Schnürchen". Alles, de auto's, de
lange rijen wagen9, de trams, alles. „Het is
goed, dat die „blauwe" er weer staat"', over
leg ik. Ex zouden hier anders toch weer on
gelukken kunpon gebeuren. En terwijl ik
zoo toekijk, zie ik plotseling eon handwa
gen met vier half-slag-jongens zich dwars
door dc stoppende voertuïgrijen licen bewe
gen, recht op den „blauwe"' aan. Verder en
verder gaat hot. Do g-roote blauwo wen bi
met de witbeh andschoen de hand in de rich
ting van het voertuig, waarop twee in zitten
de houding cn waarachter twee jongelingen
duwen.
Verder en verder gaat de handkar. Nog
weinige seconden cn de bengelende beenen
van een der aan het. uiteinde zittenden zul
len tegen den pantalon van den politieagent
slaan. Het wordt een spannend, kritiek mo
ment. Ik verwacht, dc mentaliteit dor Ber
lijnsehe politieagenten kennende nit oude
tijden, een donderenden haltroop, gevolgd
<Ioot een „Teiug!" Een zwart, solied notitie
boek, waarin een potlood namen grift. Ik
verwacht booze trokken in het gelaat van
den politieagent en het bevel, dat de schul
dige wachtende, alle wagens en menschen de
revue laat passecren, tot de allerlaatste wa
gen verdwenen is. Rondom natuurlijk Jn sid-
-deiend publiek, in de aanbidding van zóó
giootsche, heerlijke politiemacht, die men
nergens zoo volmaakt vond als in het goede
land van Pruisen. En toch, lezer, dat -alles
gvbourde niet.
Do groote, machtige blauwe doet een
stap vooruit. Zjjn gezicht staat gewoon, als
of er niets bijzonders gebeurt. Vroeger zou
dezelfde man, zelfs wanneer er ni-sts ge
beurd was, een gezicht getrokken hebbm
of hij juist op ,hefc punt stond'een leeuw
of een tijger met de hand te wurgen. Dat
boorde bö ztjn uniform, zijn prest.ge, het
respect, dat hij zich en het Pruisische pu
bliek schuldig was. En nn? Ik overdrijf niet,
hij glimlachte.
De groote, blauwe politieagent, op de
Potsdammer Platz, de goddelijk-almavhtige,
die daar in de uitoefening van zqn amot voor
heel bet publiek gedwarsboomd werd, glim
lachte. Hij glimlachte, alsof hijzelf n et be
greep, dat dit toch een delict was, waarover
geen politieagent kon glimlachen. En toen
vojgde het allergrootste wonder. Hg verhief
zijn stem, nïet om op ouderwetsere w'gze
te bulderen en te commandeeivn. Integen
deel Heel gemoedelijk klonk het over het
pleintje: „Waarom hebben de lieeren met
hun galakoets zoo'n haast? Bitte sehr, meine
Herren, een beetje terug. Ordnur.g muss
sein".
De koetsier van den bierwagen, d:e luid
geflchimpt bad op de overmoedige longens,
omdat ij zich gepasseerd voelde, lacht. De
vier veelbelovende jongelingen lachen. Het
publiek facht. „Nou, die is goed, een gala-
Koets'', proesten een paar voorbggangers
uit. Een oogenblik later zet de stoet 2ich
op den wenk van den grooten, blauwen
weer in beweging.
Ei' is dus toch iets in Dnitschland ver
anderd.
Bg Jossy ook. Men kan er op het terras
een heelö „B. Z. am Mittagten einde lezen,
alvorens een kellner notitie van je ne^mt.
Dat komt doordat de fooitjes afgeschaft ïüjn,
zegt het booze publiek. Ten minste, osn
tafeltjo verder hoor ik het fooienprobleem
bespreken Het zrjn twee welgedane heeren,
zakenmenschen. Ze zgn het volkomen met
elkander eens, dat er niets verk-eerdefcs be
staat, dan de fooien nf .te pch.affea- Men
wordï niet bediend wanneer mon gein {«oi
geeft of men krggt ruzie met de n*us** fe
zittenden. wanneer mon wel eau fooi gtvfL
terwijl deze afgeschaft zgn.
Tevens zgn de prgzen in de koffiehui^n
dermate verhoogd, dat de bezookex,
eere van de bezoldiging dor itcilnirs hun
potje bier zelfs met 75 pCi. opslag ga«
nieten nroeten. Hot mes engat dus asn allo
kanton verkeerd voor den koffiehuisbozo*-
kex. Deze laat zich echter niet afs?hriKk9n.
De ko/jiohuizen zijn vol. Vertier ie overaL
Terwgl ik zoo over het looienprobleem na«
denk en eigenlgk niet weet, of ik mgn
landgenooten de afschaffing van het fooien-
sveteem moet aan- of afraden, verschijnt
de kellner.
„Kofiie of Mocca, mijnheer?" vraagt de
kellner. met een zwier, v/aarom ean kennei:
glimlachen moet. Inderdaad, beide goden
dranken hebben nooit een koffieboon ge-
zien. Het verschil vaD naam zit eigenlgk:
alleen in de wijze van opdisschen. Overi
gen? stammen ze uit dezelfde bron, die
steeds slechts surrogaat kent. Bg de koffie
krggt men echter slechts een stukje bitter
zoete saccharine, bij de mocca een microsco
pisch stukje suiker 6neen lepeltje. Wel
een reden dus on. een mocca te bestellen.
Ik bestelde dus een mocca, ter wille van het
stukje suiker, het kannetje en het tepeltje.
De eerste twee verschenen, het d rde blééf
achterwege.
„Ach, Herr ober", zeide ik, want sedert
de revolutie vergdet ik nooit het woord
Herr, „zou ik niet een 'lepeltje mogen heli-
ben". Do kellner verdwgut, keerc terug ou
zegt: „Mijnheer bet spijt me wel. Er zijn
den laatsten tijd zooveel lepeltjes gestolen,
er zrjn ar werkelijk geen moer. Zooals mijn
heer wel zal weten, kan men in de Er-
frischungsraum bg Wertheim (dit is hst
groote Warenhuis-fcan de Potsdammerplatz)
nog wel vork en kpel krijgen, wanneer mon
eerst oenige marken pand geeft. Ziet u,
mijnheer, dat kunnen wij niet doen. Om
publiek is le fofesoenlgk, mijnheer; dat zou
het zich met laten welgevallen."
„Maar wie steelt dan toch die lepeltjes?'1
vroeg ik geïnteresseerd.
„De dames, mijnheer."
„Wat voor dames," zeg ik. „Die lepeltjes
zijn toch niet van zilver of goud."
„Nog geen „groschen" waard in vredes
tijd, mijnheer. Er. toch, u zoudt u ver
bazen. Eerst werd alleen het personeel ver
dacht. Toen kwam het er langzaam en zeker
uit, dat het grcctcte deel van de dames ze
raeenaam. Dat vinden de menschen heele
maal geen diefstal meer, mijnheer."
„Wacht, mgnheer, ik zal eens even zien
oi" ik voor u nog een lepeltje kan krggen".
Ik protesteerde, gaf een fooi, ofschoon de
fooien afgeschaft zgn en vond bij mezelf,
dat 'de wereld er toch maar steeds niet
beter op werd.
Financieele Medecieelingen.
De Koninklijke.
I11 de vergadering van commiasariöseu
var. de Kon. Ned. Maatschappij tot Exploi
tatie van Petroleum bronnen in Nederlandsch-
Indië werd besloten aan de algemeen e ver
gadering van aandeel hou. Iers voor te stellen
over het boekjaar 1918 "een dividend uit
té keeren van 40 pCt., waarvan in Januari
reeds 15 pCt. ie uitgekeerd, zoodat nog
oen slotdividend van 25 pCt. zal worden
uitgekeerd.
H. IJ. S. M.
Naar „De Tel." verneemt, zal aan de juar-
lijkscho algemeene vorgydariug van aandeel
houders worden voorgesteld, het dividend
over 1918 te bepalen op 8 pCt. (evenals
vorig jaar).
G. A. dc K., to U Het door u be
doelde verzoek moet op gezegeld papier
gesteld wordon. E?n zegeltje van 30 ets.
is voldoende.
J.. T., te R. Of de eervol ontslagen
distributie-ambtenaren oen tgdlang na hufl
ontalag ook nog ealari6 ontvangen, hangt
af van de welwillendheid van het betrokken
gemeentebestuur. Als het ontslag op kor
ten termgn geschiedt, en de ambtenaar in
deze betrekking zijn hoofdbestaan vond,
lgkt ons eenigen t.gd na-belaling niet meer
dan billgk.
Mej. T., te L. Leiden, Hillegouv, Haar
lem, Bloemendaal, YeJsen, Beverwgk, Cas-
Iricum, Limmen, Heilóo, Alkmaar, -Schoor!
dam, 't Zand. Den Helder. 99.7 K M.
C. v. d. E.? te V. Voorsc-hoten, Leiden,
Hiilegom, Haarlerft, Bloemendaal, Velsen,
Beverwijk, Egmohd, Bergen, Schoorl. 76.7
Kilometer.
J. M., te L. Leiden, Haarlem, Am
sterdam. 45 K.M.
Amsterdam, Hilversum, Baarn, Apeldoorn
89.4 K M.
Men rijdt gemiddeld 15 K.M. per uur.
Mej. E. K., te L. -- Naar onze opvab
ting vau cle wet kan o os een YD-iarige niet*
genaturaliseerde vreemdeling ouctordoms
rente ontvangen, als hij overigens aun de
wettelijk gestelde eischen voldoet. De be
trokkene zal verstandig doen er intijds
werk van te ma-kon.
K. do G te L. - - Het springen dor
flesschen ontstaat, dooi dat de inhoud
werken en daardoor uitzet. Springt m«t
de kurk er af, dan moet dc flesch spring00
U dooi das verstandig, de fleei-chen e®®
paar dagen omgekeerd op een koele plaaw
té laten staan.
L. N., te V. Do secuurste manier,
om slakken uit aardboienbodden te houdw
is die er geregeld uit te ve: wijderen. "er
voorkoming van deze plaag strooit
cok wel dagelijks wat verscho kalk
om de bedden. Yan kalk houden slakk
niet.
J V tc L. Een g«.od bindmuulJ
een mengsel van kalk en klei. Het ko fj
gruis moet daar goed doorheen
worden en vervolgen* de massa gep
Van het perecn hangt veel af.