No. I8ÏS7.
LEI DSC hi DAGBLAD Zaterdag 10 Mei.
Tweede Blad Anno 1910,
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON
sdeb:.
TWEEDE KAMER,
x
D-igelijkteh brood. De officieuze
vrrhandéling over de regeling van de brood-
verschaffing, die men heefl kunnen lezen,
jal op menigeen wel hebben gewerkt als
een straal koud water. Van de lange rede
is toch de korte zin, dat over eenige dagen
je broodprijzen zullen verhoogd' worden
,iuet eenige centen p er rantsoen, dat voor
eerst gehandhaafd blijft.
Én „DE TIJD" gaat voort:
„Eenige centen". De uitdrukking is heel
Tocht, maar zij is weer een dier druppels,
y.aatvan d? opeenvolgende val den st;en uit
holt. Brood kan niemand ontberen en ieder
zal derhalve moeten betalen. En het is dui
delijk, dat het niet anders kan. Er moet een
tind komen aan het bijpassen op dit con
sumptie-artikel door de Kegéering, die het
tekort niet onafgebroken uit de belastingen
km blijven trekken, wijl de ontvangst, zooals
uit de maandelijksche staatjes blijkt, niet
li,eer vooruit gaat, en de tekort m op de
Staatsrekening steeds grooter worden.
Het is ontmoedigend voor ien, die meen
den, dat zrj met loon en salarisverhoogingeu
de huiselijke zwarigheden konden bestrij
den, ook omdat wat met brood geschiedt, ook
plaats heeft met tal van andere noodzake
lijke levensbehoeften, waarvan de prijzen
niet of nagenoeg niet willen dalen.
Over de oorzaken daarvan zullen wij thans
nies uitweiden. Zij zijn velerlei, maar z$
ontspruiten alle uit één bron; de duurte van
Sen arbeid, van het produceeren, van het
verhandelen en van het vervoer. Hoewel er
zoowel in ons land als elders groole werk
loosheid heerscht, wordt van den lediggang
loch niet geprofiteerd en houdt men den
tabeid op beogen prijs en vermindert don
werktijd. Daardoor wordt en blijft de pro
ductie gedrukt en man schiet niet op niet
Jiet op-peil-brengen van de behoefte, veel
®:inder met het inhalen van wat men ten
achter-is. De eenige productie, die het druk
heelt gehad en het .nog druk heeft, is het
fabrikaat van papiergeld, welks omloop bui
ten alle verhouding staat tot de gebruike
lijke betaalmiddelen: goud eh zilver, en bui
ten alle verhouding bot hetgeen men er voor
koopen kan. Ook de vervoer-arbeid is duur
Nog dezer dagen vernamen wij, hoe voer
het vervoer van een partij eetwaren, die uit
een plaatsje in Friesland naar Amsterdam
keest komen en dia-op het land een inkoop-
ontvaDger ver over de f200 aan spoorvrachf
marde had van ongeveer f 400, door den
noest worden betaald, en dan had hij het nog
tr.a.ir aan het station. En tusschen de koop-
Order en de ontvangst verliepen zelfs 10 da
gen, zoodat de risico voor den verkoop in
middels heel wat grooter was geworden.
ïtcoger onderwijs in aardrijks-
6 tin de. In het „TIJDSCHRIFT VOOR
ECONOMISCHE GEOGRAFIE" bespreekt de
ueor W. E. Boerman, te 's-Graa enhage, het
hooger onderwijs in de aardrijkskunde en
de opleiding van geografen. Nu er waar
schijnlijk een doctoraat in de aardrijkskunde
Zal worden ingesteld, wenscfit 'de schrijver
de studie te Utrecht zóó geregeld to zien,
dat het behooren tot twee faculteiten aan
ik* studiekeuze en tie examens zoo weinig
mogelijk hindernissen in c[en weg légt, en
dat de algemeene opleiding voor het can-
didaatséxamen een voldoenden grondslag legt
toer de doctorale studie. Cden dehke er aau,
dal men behoeft: geografen, m3ar vóór alles
joolt goede geografiedoeenteo. De Amster-
flamsche opleiding wordt nu misschien in
dien zin gewijzigd, dat. de aardrijkskunde
'deel zal gaan uitmaken van de nieuwe „eco
nomische faculteit." Maar men vergeto dan
fiooral niet, dat deze wetenschap vasten
[grond onder de voeten moet hebben; dat het
ontbreken van een voldoende vooropleiding
lin physische aardrijkskunde aan de waarde
ton alle verdere geografische studie afbreuk
ion doen.
Hoe nu aan de overige universiteiten, wan
neer de wet aan anderen (Historici, Neerlan
dici) toch de bevoegdheid tot het geven van
jles in de aardrijkskunde blijft toekennen?
Ban moet toch ten minste kunnen worden
terlangd een gewone leerstoel in de aard
rijkskunde aan elke universiteit Dan zouden
Oioteen andere stude ronden (niet-aanstaan-
jtJaar het Fransch van VICTOR CHERBULIEZ.
(Nadruk verboden.)
J6) -
Is de beambten of de werklui van den heer
fiVtcrol iets van hun patroon gedaan wil-
pen krijgen, zochten zij gewoonlijk de wel-
~ilonde tusschenkomst van Lionel, die bij
(dergelijke gelegenheden nogal eens hooren
soest
Zoo, zooDaar hebben wo weer de Oo>s-
[tersolie verbeelding van je moeder!" of
Fel; „Hè, jongon, wees tooh. niet zoo dwe
pend !"-
De heer Têfcerol vond dwepend allen,
(die nog voor wat anders oog en oor hadden
dan enkel voor hun stoffelijke belangen
(die in staat waren, een paar minuten zoek
hj brengen met naar de wolken en het luoht-
*rira tc kijken, of zich een oogenblik ver
diepen in het leod van anderen.
En nu kon hij er tegen zeggen of doen,
frftt bij wilde, zijn Prins van Wales was een-
P*aal dwepend aangelegd.
Als de heer Jean Têterol in zijn uiterlijk
ecn so,°rt boersohhoid behouden had, in zijn'
Jrijzo van dcnkc-n was hij eenvoudig-en vast
houdend gebleven, als de mensohen van
cb^u* ecnn.iaa!l plegen te zijn. De Jn-
'iKken van zijn prille jeugd hadden onuit-
F vi ,aro sporen achtergelaten in zijn her-
feeneïl' 3n zbn steenhard' hoofd hadden zioh
p .ïllas9a gedaohten als spijkers zoo' vast
hanV eU °r zou^en zeker wel een vaardige
o en een geweldige tang toe behooren,
de-docenten) facultatief de colleges in dit
vak kunnen bijwonen, voor zoover zij1 door
toekomsfcigen werkkring- of, woonplaats daar
bij belang hebben.
Verder vraagt de schrijver hoe het mo
gelijk is, dat de Technische Hoogescüool
geen leerstoel bezit, om zijn toekomstige
ingenieurs, waarvan er velen vertrekken
naar Iudië, naar het buitenland, eenigszins
in te leiden in hun toekomstige omgeving?
Ook de opleiding van geologen en inyn-
fcouwkundigen aldaar zou hiervan zeker voor
deel hebben.
Dr. H. Blink teekent by het opstel van
den heer „Boerman, mee verwijzing naar .zijn
in 1907 gegeven oplossing van het vraagstuk
der opleiding van de aardrijkskundigen, o.a.
aan, dat thans de zaak goed onder de oogen
moet worden gezien; dat ook de inrichting
van de middelbare examens worde getoetst
aan de eischen van onzen tijd. Sedert de
programma's voor deze examens zijn Vastge
steld, is de economische geografie als weten
schap opgekomen, en worden aan de handels
scholen leeraren gevraagd, die daarmede in
het bijzonder op de hoogte zijn. De examen
programma's M. O. en de eischen voor die
examens moeten daarmede rekening houden.
En wat onze koloniën betreft, de Regee
ring" voelt er thans de grooto nadaelen van,
dat men die aan onze universiteiten schier
niet kende. De Indische week, thans inge-
a;<eld, is goed; maar zal niet geven wat noo-
dig is voor het doel, de belangstelling in de
koloniën op kennis te doen berusten. Kennis
der koloniën is niet het werk van een week."
Moge de tegenwoordige Minister van On
derwijs herstellen wat men Vroeger heeft be
dorven, en aanvullen, wat ons nog altijd
ontbreekt.
Eer. kleine commissie van voorlichting,
waarin niet alleen de noogleeraren aan ge
noemde universiteiten zitting hebben, maar
ook mannen daar buiteft, die door ervaring
er. studie de leemten en mogelijkheden ken
nen zou hiervoor den weg kunnen -wijzen.
Dat heeft men vroeger, verzuimd.
Do school en de luizen
plaag. In het maandblad „PAIS",
van de Nod. Vcieeniging van Schoolartsen,
wordt de luizenplaag in verband met de
school besproken door dr. A. van Voorthuij-
son en geeft prof. A. Klein, te Groningcnj
een korte beschouwing over de rol van de
hoofdluis bij de verspreiding van vlektyphus.
Beid-or meaning is, dat volstrekt nog niet
•nvpt zekerheid kan worden gezegd, dat a 11 eer;
de kleederluü en niet de hoofdluris over
brenger van de ziekte is. Het zal ausigêra-
den zijn, ook om andere redenen van hygië-
niscken aard, zoowel' togen de hoofd- als
tegen de kleederluis met alle beslistheid zoo
strong mogelijk op te treden. Wat te meer
noodig is, omdat uit enquêtes op scholen aan
cc schoolartsen .gebleken is, dat ook kleeder
luizen bij schoolkinderen vrij veelvuldig
voorkomen. Geen wonder dan ook^ dat op
eenige plaatsen van ons land, de gemeente
besturen er toe zijn overgegaan, <fen veror
dening vast te stellen, waarvan de toepas
sing vooral preventief zeer .goed werkt.
Dr. Van Voortliuijsen wijst cr voorts op,
dat d« moeilijkheden, welke men ontmoet bij
liet luizenvraagstuk op de school, steeds ver-
corzaalct worden door het lenige haar bij de
meisjes. Men kan gerust zeggen, dat hot
piobleoin voor verreweg het grootste doel
opgelost zou zijn, als de meisjes tot bijv. het
10de"jaar het haar kortgeknipt moesten
dragen. Hoe echter liet groote publiek van
ce noodzakelijkheid van dit middel te over
tuigen? Volkomen onmogelijk acht dr. Van
V. kot-~op eenmaal een der-gelijken maatre
gel in te voeren. De tegenstand der moe
ders kan echter z. i. langzamerhand wor
den gebroken door te beginnen met de zeer
jonge kinderen op do bewaarschool en dan
heel geleidelijk tot de oudere meisjes op te
klimmen. Urgent is de zaak zeer zeker, daar,
naar dir. Van V. verzekert, op de volksscho
len hot percentage der meisjes, dat onge
dierte bij zich draagt, meer dan 75 pCt*. is.
Tegen den gruwelijksien vorm van alle
onreinheid mag men vrij -krasse middelen
bezigen. Slechts door ernstig ingrijpen kan
het zoo ver komen, dat men de luizen niet
meer als een onvermijdelijke bijkomstigheid
van het schoolbezoek behoeft te beschouwen.
om er die uit te krijgen. Een merkwaardig 1
man was hij zeker al wait hij wist, had hij
uit zichzelf geleerden, da-ar hij ook veel
had nagedacht óver hetgeen hem o-verkomen
was, had hij zioh eeu soort levenswijsheid
verworven, die hem van groot-en dienst was
bij de behandeling van. zijn zaken. Behalve
dat gebied van zaken doen" was zijn gees
tesarbeid bopenkt tot een paar vage, grove
gevoelens, waar hij telkens toe terugkeerde.
Alles daarbuiten was een onbekend land
voor hem, waar hij nooit een schrede zet
ten zou. Wij hebben een Alpenherder ge
kend, die een groot dokter geworden was
hij schreef zijn zieken soms ingewikkelde
recepten voor, zooals slechts de moderne
scheikunde die bereiden kanmaar zélf
hield hij zioh aan die eenvoudige kruiden.
Zoo bopaaldto do heer Têterol voor per
soonlijk gebruik, zich ook tot het eenvou
dige tooh kon hij sexms d'e diepzinnigste ge
sprekken houdten, of hij heel wat gedacht
en gevoeld had. De- eenige ware vriend,
dien hij er op nahield, de heer Pointal, zei
van hem;
Achter den mdllionnair verscholen blijft
-steeds de man op klompen!"
De heer Têterol had Parijs altijd be
schouwd als een soort pleisterplaat, waar
men zich enkel maar ophoudt, om er for
tuin to maken, waarna men er zoo gauw
mogelijk weer wegtrekt.. En hij had fortuin
gemaakt, dus achtte hij, voor zioh, liet
oogenblik van gaan gekomen.
D'ank zij liet schild van ongevoeligheid,
dat hem aan alle kanten omsloot, was hij.
totaal onvatbaar gebleven voor de genoe
gens, dc verleidingen en al do bekoringen
van do groote stadals die gemeend had,
hem in haar macht te krijgen, dan had zij
zich toch deerlijk vergist. De boulevard! was
Een Protestantse he Staatspar-
t ij. Dr. J. II. Gtnmifig J.Han. acht, naar
bij in „PNIËL" schryft, een Protestantsche
Staatsparty onmogelijk. „Hot gaat", zoo
schrijft hij, „in het politieke lev'en niet
alleen om idealen en wereldbeschouwing eD
religieuze of ethische grondbeginselen, maar
om maatschappelijke vraagstukken: om Io n
en werkuren, om bescherm;nde rechten en
vrijhandel, om kapitalisme en arbeiders-
o;schen en derg. En een partij, die in de
maatschappij invloed wil uitoefenen, moet ten
opzichte van al deze vraagstukken positie
nemen, kleur bekennen en naar de over
winning van haar denkbeelden streven. Nu
zou toch een Protestantsche volkspartij niet
aheen.beteekenen; een yereenVging van man
nen en vrouwen, die aan politiek doen on
te\-ms Protestanten, en niet Joden of Room-
schen zijn, maar een party, die al deze vraag
stukken behandelde en oploste uit het geloof,
met een beroep op de duidelijke uitspraken
der Heilige Schrift. En nu ziet toch een ieder,
dat dit onmogelijk is. Ik kan als liberaal,
maar ook als antirevolutionair, als socialist},
maar ook als conservatief den acht-urigen
werkdag begeeren of bestrijden, maar niet
ais Protestant qua talis. Ik kan onmogelijk
op grond van duidelijke uitspraken des Evan
gelies bewijzen, dat de monarchie .boven
een republiek te verlezen is, of omgekeerd,
noch hoeveel procent de Minister van Fi
nanciën voor de drukkende leeningen, die hij
uitschrijft, moet bepalen
Wij kunnen niet anders dan tot de men-
schen zeggen: „Sla uw Bijbel open en zie
maar dat ge cr komt!" Die vrijheid is onze
kracht en onze zwakheid tevens."
Het snelverkeer over Rotter
dam en Amsterdam. De heer C.
te1 Lintuni schrijft in „IN- EN UITVOER'
over de gevolgen van de tunnelboring bij
Dover, speciaal voor Nederland. Hij vestigt
daarin de aandacht oj> de mogelijkheid, -om
een doorgaanden grooten spoorweg te ver
krijgen over Rotterdam en Amsterdam door
Friesiand en Groningen naar Hamborg en
verder. Dit kan geschieden bij de afsluiting
der Zuiderzee. De schrijver vraagt: Wan
neer zaT daaraan Degon-hen worden?
Immers, het eigenlijke werk om den dam
te voltooien, moet ten minste negen jaren
duren. Doen de militairen daar nog twee
jaar bij, dan kan pas over elf jaar de spoor
lijn over den dam gelegd worden. De snel
trein van Rotterdam en Amsterdam naar
Leeuwarden, Groningen, Hamburg, etc. kun
nen dus pas rijden een jaar of drie na de
ooening van den tunnel bij Dcver. En hierbij
is dan nog gerekend, dit onze ingenieurs
zich niet vergist hebben in den tijd en de
Engelse he wel.
Er moet haast gemaakt worden; men dient
ook in Nederland den militairen aan het
verstand te brengen, dat zij hun eischen
in dezen tijd wat moéten matigen.
Vergadering van gisteren.
V rauwenJciosr echt.
Voortgegaan wordt met de behandeling
van het voorstel van wet van den heer Mer
chant c. s. tot wijziging, der kieswet. -
De heer SCHOKKING (C.-H.) ontkent
niet de voordeden van het vrouwenkies
recht, maar de na-deolen zijn overwegend.
De normale plaats van de vrouw is in liet
gezin cn bij den arbeid, die daarmede
samenhangt. Men moet het ook niet zoo
voorstellen, als of de vrouw slechts drie
keer in de vier jaren naar de stembus heeft
te gaan, zoo eenvoudig is de zaak nietde
vrouw wordt aldus in den politieken strijd
betrokken en uit haar gezjn gehaald. Dit
laatste moet eer worden tegengegaan. Sor.
ontkent ook, dat de Nederlandse!)e vrouw
het kiesrecht vraagt, dat geldt slechts voor
bepaalde kringen.
Verder wijst %pr. op het gevoelsargu
ment hij ontkent, dat door dc medewer
king van de vrouw de kans op- oorlog zal
minderen.
Spr. erkent-, dat de vrouw in allerlei be
trekkingen werkzaam ismaar dat is liet
abnormale cn daarnaar moet men zich dus
niet richten.
voor Jean Têterol niet meer dan een met
kunshboomen beplante laan vo-1 gebrek-
kigen dus lui. die niet eens op eigen beenen
konden staan, 'en dwazen, die vermaak von
den in laffighcden, waar hij niet eens over
glimlachen kon. In een hoek van hot depar
tement de l'Ain lag er oen dorp, waar hij
geboren was, een "dorp, gcheetcn Salig-
neux. Dit plaatsje civas voor hem het mid
delpunt van do aarde, de echte hoofdstad
van het wereldruim de plaats, waar men
terugkeert om er van zijn rente te gaan
leven, wanneer men ten minste geld heeft
de plaats, waar men zijn idee tot uitvoering
brengt-. Hij haalde de schouders op van
medelijden, als hij dacht aan die Parijze-
naars, voor wie Parijs alles is en clie Sa-lig-
neux niet kennen. Je kon heb wol zien, dat
die mensohen geen idee hadden. Zooveel is
zeker; zij had'dcn niet het zijne.
De heer Têterol wilde zijn zestigste jaar
niet afwachten, om zijn groot plan ten uit
voer te brengen. Op vijf-en-vijftig-jarigen
leeftijd was hij nofg wonderlijk frisch en
even jong naar den geest als naar liet
lichaamzijn armen en beenen kon hij net
zoo goed gebruiken als jaren terug; ook
was hij nog in het volle, bezit van zijn tan
den. klaar zijn haai* begon grijs te worden
en dit was hem een waarschuwing. Hij stel
de vast, dat hij gedurende do eerste dagen
van de maand September 1870 ga-an zou,
en met- liet. oog daarop regelde hij zijn za
ken. Door een onvoorziene omstandigheid
echter werd hij in zijn voorbereidende maat
regelen gestoord cn die onvoorziene om
standigheid was rijks-kanselier Bismarck,
waar hij geem rekening mee gehouden had.
Toen de oorlog uitbrak, was hij woedend
on hij hield het cr vaetf. voer, dat keizer Nar
poleon Dl en koning WilR-clm horidou saam-
Een ander bezwaar voor spr. is/^dat ver
schillende vrouwen om den wille van de
consciëntie bezwaar hebben om te gaan
stemmen en door de stemplicht gedwongen
worden.
De heer DE SAYORNIN LOHMAN
zegt, dat twee leden van zijn fractie hebben
gesproken. De een was vóór, de ander
tegen het ontwerp. Dit bewijst, dat da
christelijk-historisehen hier vrijheid heb
ben om te stemmen naar eigen overtuiging,
al is er éénheid van leiding. Spr. voor zich
heeft reeds vroeger in dé Grondwetscom
missie het vrouwenkiesrecht verdedigd.
Tegen het toekennen van kiesrecht aan on-
gehuwden verzetten spr.'s beginselen zich
niet. Ook in de Kamer heeft spr. in 0«t.
1916 het vrouwenkiesrecht verdedigd alleen
de lieer Yan Idsinga reageerde er tegen,
maar deze was niet in de clubvergadering
geweest, ook bij de verkiezingen is men er
niet tegen opgekomen. Wel was spr. locn
tegen het kiesrecht voor de gehuwde vrojiw
thans echter niet meer.
Een- natuurrecht is het kiesrecht niet,
liet is attributief en moot toegekend wor
den naar de maatschappelijke behoeften..
Hij ontkent, dat de chr.-hist. onder pressie
der soc.-dem. tot het uitgebreid kiesreoht-
zijn gekomen.
Spr. en d'e zijnen hebben zich altijd afge
vraagd of het algemeen kiesrecht op zeker
oogenblik was in het algemeen belang. Liet
huismanskiesrecht van dr. Kuyper had ver
schillende bezwaren en deze zelfs heeft het
dan ook los. gelaten voor het individualis
tisch kiesrecht. Deze heeft zijn eigen stelsel
zelf gesaboteerd. Er waren voor het huis-
manskiesrecht geen afdoende beperkingen
te vinden, zoo komt nu ook het vrouwen
kiesrecht. Spr. zou het willen beperken
bijv. tot haar die 30 jaar of ouder zijn, maar
zoo'n amendement zou hier toch niet sla^
gen.
De man is inderdaad het. hoofd van het
gezin, maar daarmede is niét alleen "aan
hem gegeven den Staaat te regderenhij
moet het gezin" regeeren. Bij toelating van
dc vrouw tot de stembus kan er dan oók
geen sprake zijn van een splitsing van de
positie, van den man in het gezin. Dit zou
wel het geval zijn bij het gezinshoofden
kiesrecht. Hier hebben wij met het gezin
niets te maken, het is een individueel kies
recht.
Er is dan ook geen principieel bezwaar,,
om aan aille vrouwen het kiesrecht toe té
kennen. Nu zegt men, dat e? weinig animo
voor is, en dat er daarom mede gewacht-
móet worden. Maar dit kou men ook zeggen
van heb mannenkiesrecht. Wanneer het kies
recht er eenmaal is, vindt men het toch wel
aardig het tc hebben.
Spr. wijst cup do bezwaren, uit het vrou
wenkiesrecht voor trloei en dc, doordat het
te veel tijd van dc vrouw in beslag zal ne
men. Dit bezwaar wordt echter ondervan
gen wanneer do vrouwen zich aansluiten
bij de bestaande politieke partijen. Spr.
is dan ook heengestapt over het bezwaar
tegen hot kiesrecht voor de gehuwde vrouw.
Het zou trouwens vreemd zijn, wanneer
deze het- kiesrecht niet had en de dienst
bode wel.
De stemplicht kan, naar gebleken is, niet
practisch uitgevoerd worden men moet.
cleze dus uit de Grondwet lichten of er een
afzonderlijke procedure voor invoeren, zco-
dat het O. M. een massa menschen tegelijk
kan dagvaarden. Deze zaak moet bij afzon
derlijke wet. geregeld' worden Een beroep
op consciëntiebezwaren of op bezigheid in
het gezin moet een wettig excuus zijn.
De heer HEEMSKERK (A.-R.) verklaart
zich tegen het vrouwenkiesrecht.
Dc lieer MAROHANT (Y.-D.) wijst er
op, - dat vele tegenstanders voorstanders,
geworden zijn. Hij zal kort zijn. Dat is ook
naar den zin cler vrouwen, die altijd klagen
dat de Kamer zooveel praat (gelach).
De oplossing in Nederland voor het kïes-
rcchtvraagstuk aanvaard, is die van het al
gemeen kiesrecht. Dit moet men nu ook
aanvaarden voer de vrouwen, als eenmaal
het principe van het vrouwenkiesrecht ge
wonnen is. Dat is reeds gewonnen bij de
laatste Grondwetsherziening.
Spr. gaat dan de redevoeringen van de
tegenstanders na De heer Yan Wijnber
gen was opportunist. Yoer de Roomsch-
Katliolieken was liet een politiek fortuintje
gespannen, oip hem te beletten, naar Sa-
ligneux terug to beeren. Maar toen was zijn
eerste zorg, om zijn erfgenaam, die juist in
de rechten was gaan studeereu, ergens in
veilige haven t-e brengen. Hij dacht c-r over
hom naar Engeland! zenden, mdav do erf
genaam wilde daar niets van hooren, daar
hij liet zijn plicht achtte te vechten vcor
zijn vaderland. Dit gaf aanleiding tot hef
tige twistgesprekken.
„Je plichttriep de heer Têterol. „Wel
allemachtig! Yan plioht gesproken, daar
weet ik van mee te pratenik heb ccn mijne
gedaan, mijn heole leven lang eu daar be
hoef je mij heusch geen lesje in te geven!
Men moet goed vaderlander zijn cn ik ben
d'an ook bereid voor mijn land te sterven.
Maar alle keizers zijn onverbeterlijke zon
daars er is niets- met hen te beginnen,
want had ik nu bijvoorbeeld niet dezo
maand naar Saüignèux terug moeten gaan?
Als zij nu geld van me willen hebben, dat
is te begrijpen; en dat zullen ze dan ook
krijgen. Maar mijn „Prins van Wales",
dien zullen zij me niet afhandig makenDie
is heel alleen voor mij en voor mijn eigen
gebruik. Ik ga hem nu ook in ecu koffer
pakken cn als een pakje goed naar Londen
zenden."
Ofschoon de „Prins van Wal es'van een
zacht en meegaand karakter was en hij dan
ook zooveel mogelijk zorgde, iedere botsing
met zijn vader te vermijden, liet hij zich
tooh maar niet als een pakje goed verzen
den. Daardoor had hij^meteen tijd gewon
nen cn was dus nog to Parijs, teen die stad
geblokkeerd werd. Hij nam dienst in een
grens-bataljon. De heer Têterol verging van
ongerustheid, was beurtelings woedend
driftig of wanhopend, ergerde zij'n om
geving met. zijn klachten en zijn beschuldi-
dat de Grondwetsherziening door de libc*
ralen tot etand kwam Daarvoor worden
zij gered uit de impasie van het huismans-
kiesreclït. Spr. komt op tegen het verwiit,
door den heer Van Wijnbergen tot Minis
ter Gort art der Linden gericht, dat dey.o
niet dadelijk het vrouwenkiesrecht in
voerde. De Roomseli Katholiekea haddon
dat toen in ds hand, maar de loidera van
den heer Yan Wijnbergen waren toon nog
niet „liberaal"genoeg.
Daarna richtte spr. zich tot den lieer.
Staalman, de beginselinan. Maar deze
past het eeuwig beginsel toe, alsof wij
nog onder de Romeinen leven. Zijn voor
stelling van bet huwelijk wordt een eari-
oatuur, verkracht liet geestelijk leven van
de vrouw en in zijn eigengerechtigheid
smaalt hij dau nog op hen, die de cari-
catuur verwerpen Ook als zij gehuwd is,
blijft de vrouw een persoonlijkheid.
Bij de uiteenzetting, welke de heer Do
Wilde gaf van het eeuwig beginsel, bad
deze den heer Lobman moeten volgen. D®
vrouw met veel kinderen behoort hier
zeci zeker niet thuis; maar ook niet de
man, diie een drukken werkkring elders
beeft.
Tegenover dcu heer Staalman bestrijdt
spr. dari bot haismauskiesrecht, dat een
fiasco gemaakt hoeft
Do vrouw heeft haar plaat* in het ge^
zin zeer zeker, maar het kiesrecht brengt'
haar daarvan nieV af.
Spr. herinnert cr aan, dat mr. Troelatra
voldoening uitte over do instemming van
ds. Kruyt met h- c vruuweukie-sreeht. Spr.
begrijpt ook den heer Troclstra in ?ijn
voldoening. Het scheen wel eens au of de
heer Troelstra wieder erkenning had voor
het vrou?/.en*ï-5sr«v.lit. Dit is een eisch det
democratie de vrouw gevoelt haar uitslui
ting aio een onrecat. liet vrouwenkies
recht is ucü middel om een zuiv-evo vc lbs-
vertegenwa a reliving te krijger..
'Hot is niet noodig, dat de vrouwenbe-
langcn hier door ecu vrouw vertegen
woordigd worden. Alleen de feministen
zullen liever ecn ongeniboolde vrouw kie
zen. Spr. wijst op de levenservaring, wel
ke menige vrouw in het leven "opdeed ten
cuanrien van haar verhouding tegenover
de wet: die heeft menigeen de oogen g<
opencl.
De intrede van de vrouw in het publie
ke leven, zoo besluis sur., moge bevorder
lijk zijn voor den indeëelen zin.
De algemeene beschouwingen worden gé
sloten.
Aan de orde is artikel 1
De VOORZITTER zegt, dut z. i. het
amenderaent-Troelstra e s ti verlaging
van den kiesgerechtigdej leeftijd van 25
tot 23 jaar niet toelaatbaar is, nis vallen
de buiten het wetsvoorstel.
De heer TROELSTRA (S. 'D A P.) zegt,
é'at bij aanneming van dit amendement de
considerans gewijzigd, zou moeten worden.
Er blijkt, dat de heer Marchunt niet zal
medewerken tot de verwezenlijking van
dit amendement Op groncl daarvan trekt'
spr. het in; hij zal de ihdiening van eeu,
initiatiefvoorstel overwegen,
Art. 1 (invoering van het vv ivwenkies*
vecht) wordt. z. h. st aangenomen.
De heer BEUMER verdedigt een amen
dement, om de wet eerst met ingang van
1 Januari 1922 in werking te doen treden,
en dus niet 1 Januari 15)20: Zonder het
amendemènt kriigb loer een drang tot
Kamerontbinding en krijgt men in 1920
weer nieuwe verkiezingscampagnes voor
Kamer, Staten en Raad. Spr acht dat
niet gewensct. inzonderheid r iet voov de
Kamer. Hij vraagt, ot de- Mich ter ecn
gevestigde opinie heeft over ontbinding
der Kamer cr. hoe de Kamer bic rover
denkt.
De heer MAROHANT (V -D i merkt op,
nat er twee overwegingen voer hefc amen
dement zijh, dat men andera Kameront
binding verwacht in 1920 cn dat er voor
deelneming der vrouwen aan do stembus
politieke organisatie rooclig is.
Spreker meert, dat er in de Kamer nié
mand is, die e.r wil op aandringen om na'
aanneming \nn het voorstel, dadelijk
Kamerontbinding te verlangen. Ook de re-
gecring wensriit dat r-iet, evenmin rasvr*
Aletta Jacobs.
Maar het amendement moet worden t©-i
ruggeromen, omdat, wanneer er om ande
gingen en liad het niet ieder te kwaad, tott
met zijn eigen hond incluis
Op den avond voor een uitval zei liij toti
Lionel
„Nu bezweer ik je, jongen, wees tooh wijs
en stel je niet roekeloos bloot. Laat dio
eeuwige dweepzucht nu eens varen en dio
dwaze verbeelding van je, die behoort tot
do droevige nalatenschap van je moeder.
Een brave vrouw waa zij, daar zaJ ik niets
van zeggen, maar zij had geen gezond ver
stand. A1r ik jou nu te verliezen kwam, dat
zou mijn clOod zijnEn aan wieh moet ik
dan mijn geld nalaten ?-Ik houd veol van
Pointa.1, maar toch niet genoeg, oaa hem
millioenen te geven, cn onder ons; mil-
lioenen bezit ik, zie je."
Wij weten niet of Lionel het ge va-ar op
zocht, maar het ontgaan deed hij ook niet.
Hij werd gewond te Montretóut. Gelukkig
was hot maar een lichte schram, en de heer
Têterol zag zich dus niet in dc wreedo
noodzakelijkheid, om zijn millioenen aan
Pointal na te laten. Hoezeer men hem ock:
van het tegendeel had traahten te overtui
gen, hield hij toch vier en twintig uren lang
zijn zoon oor dood. Maar niet. zoodra- was
hij, wat dit betreft, weer gerustgesteld, of
hij deed Lionel de vurigste verwijten ovor
zijn „onvergeefiijko lichtzinnigheid,,' zooals
hij dat noemde.
Het- capituleeren van Parijs bezorgde den
heer Têterol een uitbarsting van vader
lands-lieve nde droefheid. Hij ging geweldig
aan hefc uitvaren tegen alle keizers en allo
potentaten als zij hem- in handen gevallen
waren, zou het hun. niet best-zijn vergaan t
- - (Wordt vorVolgd).