No. I8ÏS7. LEI DSC hi DAGBLAD Zaterdag 10 Mei. Tweede Blad Anno 1910, PERSOVERZICHT. FEUILLETON sdeb:. TWEEDE KAMER, x D-igelijkteh brood. De officieuze vrrhandéling over de regeling van de brood- verschaffing, die men heefl kunnen lezen, jal op menigeen wel hebben gewerkt als een straal koud water. Van de lange rede is toch de korte zin, dat over eenige dagen je broodprijzen zullen verhoogd' worden ,iuet eenige centen p er rantsoen, dat voor eerst gehandhaafd blijft. Én „DE TIJD" gaat voort: „Eenige centen". De uitdrukking is heel Tocht, maar zij is weer een dier druppels, y.aatvan d? opeenvolgende val den st;en uit holt. Brood kan niemand ontberen en ieder zal derhalve moeten betalen. En het is dui delijk, dat het niet anders kan. Er moet een tind komen aan het bijpassen op dit con sumptie-artikel door de Kegéering, die het tekort niet onafgebroken uit de belastingen km blijven trekken, wijl de ontvangst, zooals uit de maandelijksche staatjes blijkt, niet li,eer vooruit gaat, en de tekort m op de Staatsrekening steeds grooter worden. Het is ontmoedigend voor ien, die meen den, dat zrj met loon en salarisverhoogingeu de huiselijke zwarigheden konden bestrij den, ook omdat wat met brood geschiedt, ook plaats heeft met tal van andere noodzake lijke levensbehoeften, waarvan de prijzen niet of nagenoeg niet willen dalen. Over de oorzaken daarvan zullen wij thans nies uitweiden. Zij zijn velerlei, maar z$ ontspruiten alle uit één bron; de duurte van Sen arbeid, van het produceeren, van het verhandelen en van het vervoer. Hoewel er zoowel in ons land als elders groole werk loosheid heerscht, wordt van den lediggang loch niet geprofiteerd en houdt men den tabeid op beogen prijs en vermindert don werktijd. Daardoor wordt en blijft de pro ductie gedrukt en man schiet niet op niet Jiet op-peil-brengen van de behoefte, veel ®:inder met het inhalen van wat men ten achter-is. De eenige productie, die het druk heelt gehad en het .nog druk heeft, is het fabrikaat van papiergeld, welks omloop bui ten alle verhouding staat tot de gebruike lijke betaalmiddelen: goud eh zilver, en bui ten alle verhouding bot hetgeen men er voor koopen kan. Ook de vervoer-arbeid is duur Nog dezer dagen vernamen wij, hoe voer het vervoer van een partij eetwaren, die uit een plaatsje in Friesland naar Amsterdam keest komen en dia-op het land een inkoop- ontvaDger ver over de f200 aan spoorvrachf marde had van ongeveer f 400, door den noest worden betaald, en dan had hij het nog tr.a.ir aan het station. En tusschen de koop- Order en de ontvangst verliepen zelfs 10 da gen, zoodat de risico voor den verkoop in middels heel wat grooter was geworden. ïtcoger onderwijs in aardrijks- 6 tin de. In het „TIJDSCHRIFT VOOR ECONOMISCHE GEOGRAFIE" bespreekt de ueor W. E. Boerman, te 's-Graa enhage, het hooger onderwijs in de aardrijkskunde en de opleiding van geografen. Nu er waar schijnlijk een doctoraat in de aardrijkskunde Zal worden ingesteld, wenscfit 'de schrijver de studie te Utrecht zóó geregeld to zien, dat het behooren tot twee faculteiten aan ik* studiekeuze en tie examens zoo weinig mogelijk hindernissen in c[en weg légt, en dat de algemeene opleiding voor het can- didaatséxamen een voldoenden grondslag legt toer de doctorale studie. Cden dehke er aau, dal men behoeft: geografen, m3ar vóór alles joolt goede geografiedoeenteo. De Amster- flamsche opleiding wordt nu misschien in dien zin gewijzigd, dat. de aardrijkskunde 'deel zal gaan uitmaken van de nieuwe „eco nomische faculteit." Maar men vergeto dan fiooral niet, dat deze wetenschap vasten [grond onder de voeten moet hebben; dat het ontbreken van een voldoende vooropleiding lin physische aardrijkskunde aan de waarde ton alle verdere geografische studie afbreuk ion doen. Hoe nu aan de overige universiteiten, wan neer de wet aan anderen (Historici, Neerlan dici) toch de bevoegdheid tot het geven van jles in de aardrijkskunde blijft toekennen? Ban moet toch ten minste kunnen worden terlangd een gewone leerstoel in de aard rijkskunde aan elke universiteit Dan zouden Oioteen andere stude ronden (niet-aanstaan- jtJaar het Fransch van VICTOR CHERBULIEZ. (Nadruk verboden.) J6) - Is de beambten of de werklui van den heer fiVtcrol iets van hun patroon gedaan wil- pen krijgen, zochten zij gewoonlijk de wel- ~ilonde tusschenkomst van Lionel, die bij (dergelijke gelegenheden nogal eens hooren soest Zoo, zooDaar hebben wo weer de Oo>s- [tersolie verbeelding van je moeder!" of Fel; „Hè, jongon, wees tooh. niet zoo dwe pend !"- De heer Têfcerol vond dwepend allen, (die nog voor wat anders oog en oor hadden dan enkel voor hun stoffelijke belangen (die in staat waren, een paar minuten zoek hj brengen met naar de wolken en het luoht- *rira tc kijken, of zich een oogenblik ver diepen in het leod van anderen. En nu kon hij er tegen zeggen of doen, frftt bij wilde, zijn Prins van Wales was een- P*aal dwepend aangelegd. Als de heer Jean Têterol in zijn uiterlijk ecn so,°rt boersohhoid behouden had, in zijn' Jrijzo van dcnkc-n was hij eenvoudig-en vast houdend gebleven, als de mensohen van cb^u* ecnn.iaa!l plegen te zijn. De Jn- 'iKken van zijn prille jeugd hadden onuit- F vi ,aro sporen achtergelaten in zijn her- feeneïl' 3n zbn steenhard' hoofd hadden zioh p .ïllas9a gedaohten als spijkers zoo' vast hanV eU °r zou^en zeker wel een vaardige o en een geweldige tang toe behooren, de-docenten) facultatief de colleges in dit vak kunnen bijwonen, voor zoover zij1 door toekomsfcigen werkkring- of, woonplaats daar bij belang hebben. Verder vraagt de schrijver hoe het mo gelijk is, dat de Technische Hoogescüool geen leerstoel bezit, om zijn toekomstige ingenieurs, waarvan er velen vertrekken naar Iudië, naar het buitenland, eenigszins in te leiden in hun toekomstige omgeving? Ook de opleiding van geologen en inyn- fcouwkundigen aldaar zou hiervan zeker voor deel hebben. Dr. H. Blink teekent by het opstel van den heer „Boerman, mee verwijzing naar .zijn in 1907 gegeven oplossing van het vraagstuk der opleiding van de aardrijkskundigen, o.a. aan, dat thans de zaak goed onder de oogen moet worden gezien; dat ook de inrichting van de middelbare examens worde getoetst aan de eischen van onzen tijd. Sedert de programma's voor deze examens zijn Vastge steld, is de economische geografie als weten schap opgekomen, en worden aan de handels scholen leeraren gevraagd, die daarmede in het bijzonder op de hoogte zijn. De examen programma's M. O. en de eischen voor die examens moeten daarmede rekening houden. En wat onze koloniën betreft, de Regee ring" voelt er thans de grooto nadaelen van, dat men die aan onze universiteiten schier niet kende. De Indische week, thans inge- a;<eld, is goed; maar zal niet geven wat noo- dig is voor het doel, de belangstelling in de koloniën op kennis te doen berusten. Kennis der koloniën is niet het werk van een week." Moge de tegenwoordige Minister van On derwijs herstellen wat men Vroeger heeft be dorven, en aanvullen, wat ons nog altijd ontbreekt. Eer. kleine commissie van voorlichting, waarin niet alleen de noogleeraren aan ge noemde universiteiten zitting hebben, maar ook mannen daar buiteft, die door ervaring er. studie de leemten en mogelijkheden ken nen zou hiervoor den weg kunnen -wijzen. Dat heeft men vroeger, verzuimd. Do school en de luizen plaag. In het maandblad „PAIS", van de Nod. Vcieeniging van Schoolartsen, wordt de luizenplaag in verband met de school besproken door dr. A. van Voorthuij- son en geeft prof. A. Klein, te Groningcnj een korte beschouwing over de rol van de hoofdluis bij de verspreiding van vlektyphus. Beid-or meaning is, dat volstrekt nog niet •nvpt zekerheid kan worden gezegd, dat a 11 eer; de kleederluü en niet de hoofdluris over brenger van de ziekte is. Het zal ausigêra- den zijn, ook om andere redenen van hygië- niscken aard, zoowel' togen de hoofd- als tegen de kleederluis met alle beslistheid zoo strong mogelijk op te treden. Wat te meer noodig is, omdat uit enquêtes op scholen aan cc schoolartsen .gebleken is, dat ook kleeder luizen bij schoolkinderen vrij veelvuldig voorkomen. Geen wonder dan ook^ dat op eenige plaatsen van ons land, de gemeente besturen er toe zijn overgegaan, <fen veror dening vast te stellen, waarvan de toepas sing vooral preventief zeer .goed werkt. Dr. Van Voortliuijsen wijst cr voorts op, dat d« moeilijkheden, welke men ontmoet bij liet luizenvraagstuk op de school, steeds ver- corzaalct worden door het lenige haar bij de meisjes. Men kan gerust zeggen, dat hot piobleoin voor verreweg het grootste doel opgelost zou zijn, als de meisjes tot bijv. het 10de"jaar het haar kortgeknipt moesten dragen. Hoe echter liet groote publiek van ce noodzakelijkheid van dit middel te over tuigen? Volkomen onmogelijk acht dr. Van V. kot-~op eenmaal een der-gelijken maatre gel in te voeren. De tegenstand der moe ders kan echter z. i. langzamerhand wor den gebroken door te beginnen met de zeer jonge kinderen op do bewaarschool en dan heel geleidelijk tot de oudere meisjes op te klimmen. Urgent is de zaak zeer zeker, daar, naar dir. Van V. verzekert, op de volksscho len hot percentage der meisjes, dat onge dierte bij zich draagt, meer dan 75 pCt*. is. Tegen den gruwelijksien vorm van alle onreinheid mag men vrij -krasse middelen bezigen. Slechts door ernstig ingrijpen kan het zoo ver komen, dat men de luizen niet meer als een onvermijdelijke bijkomstigheid van het schoolbezoek behoeft te beschouwen. om er die uit te krijgen. Een merkwaardig 1 man was hij zeker al wait hij wist, had hij uit zichzelf geleerden, da-ar hij ook veel had nagedacht óver hetgeen hem o-verkomen was, had hij zioh eeu soort levenswijsheid verworven, die hem van groot-en dienst was bij de behandeling van. zijn zaken. Behalve dat gebied van zaken doen" was zijn gees tesarbeid bopenkt tot een paar vage, grove gevoelens, waar hij telkens toe terugkeerde. Alles daarbuiten was een onbekend land voor hem, waar hij nooit een schrede zet ten zou. Wij hebben een Alpenherder ge kend, die een groot dokter geworden was hij schreef zijn zieken soms ingewikkelde recepten voor, zooals slechts de moderne scheikunde die bereiden kanmaar zélf hield hij zioh aan die eenvoudige kruiden. Zoo bopaaldto do heer Têterol voor per soonlijk gebruik, zich ook tot het eenvou dige tooh kon hij sexms d'e diepzinnigste ge sprekken houdten, of hij heel wat gedacht en gevoeld had. De- eenige ware vriend, dien hij er op nahield, de heer Pointal, zei van hem; Achter den mdllionnair verscholen blijft -steeds de man op klompen!" De heer Têterol had Parijs altijd be schouwd als een soort pleisterplaat, waar men zich enkel maar ophoudt, om er for tuin to maken, waarna men er zoo gauw mogelijk weer wegtrekt.. En hij had fortuin gemaakt, dus achtte hij, voor zioh, liet oogenblik van gaan gekomen. D'ank zij liet schild van ongevoeligheid, dat hem aan alle kanten omsloot, was hij. totaal onvatbaar gebleven voor de genoe gens, dc verleidingen en al do bekoringen van do groote stadals die gemeend had, hem in haar macht te krijgen, dan had zij zich toch deerlijk vergist. De boulevard! was Een Protestantse he Staatspar- t ij. Dr. J. II. Gtnmifig J.Han. acht, naar bij in „PNIËL" schryft, een Protestantsche Staatsparty onmogelijk. „Hot gaat", zoo schrijft hij, „in het politieke lev'en niet alleen om idealen en wereldbeschouwing eD religieuze of ethische grondbeginselen, maar om maatschappelijke vraagstukken: om Io n en werkuren, om bescherm;nde rechten en vrijhandel, om kapitalisme en arbeiders- o;schen en derg. En een partij, die in de maatschappij invloed wil uitoefenen, moet ten opzichte van al deze vraagstukken positie nemen, kleur bekennen en naar de over winning van haar denkbeelden streven. Nu zou toch een Protestantsche volkspartij niet aheen.beteekenen; een yereenVging van man nen en vrouwen, die aan politiek doen on te\-ms Protestanten, en niet Joden of Room- schen zijn, maar een party, die al deze vraag stukken behandelde en oploste uit het geloof, met een beroep op de duidelijke uitspraken der Heilige Schrift. En nu ziet toch een ieder, dat dit onmogelijk is. Ik kan als liberaal, maar ook als antirevolutionair, als socialist}, maar ook als conservatief den acht-urigen werkdag begeeren of bestrijden, maar niet ais Protestant qua talis. Ik kan onmogelijk op grond van duidelijke uitspraken des Evan gelies bewijzen, dat de monarchie .boven een republiek te verlezen is, of omgekeerd, noch hoeveel procent de Minister van Fi nanciën voor de drukkende leeningen, die hij uitschrijft, moet bepalen Wij kunnen niet anders dan tot de men- schen zeggen: „Sla uw Bijbel open en zie maar dat ge cr komt!" Die vrijheid is onze kracht en onze zwakheid tevens." Het snelverkeer over Rotter dam en Amsterdam. De heer C. te1 Lintuni schrijft in „IN- EN UITVOER' over de gevolgen van de tunnelboring bij Dover, speciaal voor Nederland. Hij vestigt daarin de aandacht oj> de mogelijkheid, -om een doorgaanden grooten spoorweg te ver krijgen over Rotterdam en Amsterdam door Friesiand en Groningen naar Hamborg en verder. Dit kan geschieden bij de afsluiting der Zuiderzee. De schrijver vraagt: Wan neer zaT daaraan Degon-hen worden? Immers, het eigenlijke werk om den dam te voltooien, moet ten minste negen jaren duren. Doen de militairen daar nog twee jaar bij, dan kan pas over elf jaar de spoor lijn over den dam gelegd worden. De snel trein van Rotterdam en Amsterdam naar Leeuwarden, Groningen, Hamburg, etc. kun nen dus pas rijden een jaar of drie na de ooening van den tunnel bij Dcver. En hierbij is dan nog gerekend, dit onze ingenieurs zich niet vergist hebben in den tijd en de Engelse he wel. Er moet haast gemaakt worden; men dient ook in Nederland den militairen aan het verstand te brengen, dat zij hun eischen in dezen tijd wat moéten matigen. Vergadering van gisteren. V rauwenJciosr echt. Voortgegaan wordt met de behandeling van het voorstel van wet van den heer Mer chant c. s. tot wijziging, der kieswet. - De heer SCHOKKING (C.-H.) ontkent niet de voordeden van het vrouwenkies recht, maar de na-deolen zijn overwegend. De normale plaats van de vrouw is in liet gezin cn bij den arbeid, die daarmede samenhangt. Men moet het ook niet zoo voorstellen, als of de vrouw slechts drie keer in de vier jaren naar de stembus heeft te gaan, zoo eenvoudig is de zaak nietde vrouw wordt aldus in den politieken strijd betrokken en uit haar gezjn gehaald. Dit laatste moet eer worden tegengegaan. Sor. ontkent ook, dat de Nederlandse!)e vrouw het kiesrecht vraagt, dat geldt slechts voor bepaalde kringen. Verder wijst %pr. op het gevoelsargu ment hij ontkent, dat door dc medewer king van de vrouw de kans op- oorlog zal minderen. Spr. erkent-, dat de vrouw in allerlei be trekkingen werkzaam ismaar dat is liet abnormale cn daarnaar moet men zich dus niet richten. voor Jean Têterol niet meer dan een met kunshboomen beplante laan vo-1 gebrek- kigen dus lui. die niet eens op eigen beenen konden staan, 'en dwazen, die vermaak von den in laffighcden, waar hij niet eens over glimlachen kon. In een hoek van hot depar tement de l'Ain lag er oen dorp, waar hij geboren was, een "dorp, gcheetcn Salig- neux. Dit plaatsje civas voor hem het mid delpunt van do aarde, de echte hoofdstad van het wereldruim de plaats, waar men terugkeert om er van zijn rente te gaan leven, wanneer men ten minste geld heeft de plaats, waar men zijn idee tot uitvoering brengt-. Hij haalde de schouders op van medelijden, als hij dacht aan die Parijze- naars, voor wie Parijs alles is en clie Sa-lig- neux niet kennen. Je kon heb wol zien, dat die mensohen geen idee hadden. Zooveel is zeker; zij had'dcn niet het zijne. De heer Têterol wilde zijn zestigste jaar niet afwachten, om zijn groot plan ten uit voer te brengen. Op vijf-en-vijftig-jarigen leeftijd was hij nofg wonderlijk frisch en even jong naar den geest als naar liet lichaamzijn armen en beenen kon hij net zoo goed gebruiken als jaren terug; ook was hij nog in het volle, bezit van zijn tan den. klaar zijn haai* begon grijs te worden en dit was hem een waarschuwing. Hij stel de vast, dat hij gedurende do eerste dagen van de maand September 1870 ga-an zou, en met- liet. oog daarop regelde hij zijn za ken. Door een onvoorziene omstandigheid echter werd hij in zijn voorbereidende maat regelen gestoord cn die onvoorziene om standigheid was rijks-kanselier Bismarck, waar hij geem rekening mee gehouden had. Toen de oorlog uitbrak, was hij woedend on hij hield het cr vaetf. voer, dat keizer Nar poleon Dl en koning WilR-clm horidou saam- Een ander bezwaar voor spr. is/^dat ver schillende vrouwen om den wille van de consciëntie bezwaar hebben om te gaan stemmen en door de stemplicht gedwongen worden. De heer DE SAYORNIN LOHMAN zegt, dat twee leden van zijn fractie hebben gesproken. De een was vóór, de ander tegen het ontwerp. Dit bewijst, dat da christelijk-historisehen hier vrijheid heb ben om te stemmen naar eigen overtuiging, al is er éénheid van leiding. Spr. voor zich heeft reeds vroeger in dé Grondwetscom missie het vrouwenkiesrecht verdedigd. Tegen het toekennen van kiesrecht aan on- gehuwden verzetten spr.'s beginselen zich niet. Ook in de Kamer heeft spr. in 0«t. 1916 het vrouwenkiesrecht verdedigd alleen de lieer Yan Idsinga reageerde er tegen, maar deze was niet in de clubvergadering geweest, ook bij de verkiezingen is men er niet tegen opgekomen. Wel was spr. locn tegen het kiesrecht voor de gehuwde vrojiw thans echter niet meer. Een- natuurrecht is het kiesrecht niet, liet is attributief en moot toegekend wor den naar de maatschappelijke behoeften.. Hij ontkent, dat de chr.-hist. onder pressie der soc.-dem. tot het uitgebreid kiesreoht- zijn gekomen. Spr. en d'e zijnen hebben zich altijd afge vraagd of het algemeen kiesrecht op zeker oogenblik was in het algemeen belang. Liet huismanskiesrecht van dr. Kuyper had ver schillende bezwaren en deze zelfs heeft het dan ook los. gelaten voor het individualis tisch kiesrecht. Deze heeft zijn eigen stelsel zelf gesaboteerd. Er waren voor het huis- manskiesrecht geen afdoende beperkingen te vinden, zoo komt nu ook het vrouwen kiesrecht. Spr. zou het willen beperken bijv. tot haar die 30 jaar of ouder zijn, maar zoo'n amendement zou hier toch niet sla^ gen. De man is inderdaad het. hoofd van het gezin, maar daarmede is niét alleen "aan hem gegeven den Staaat te regderenhij moet het gezin" regeeren. Bij toelating van dc vrouw tot de stembus kan er dan oók geen sprake zijn van een splitsing van de positie, van den man in het gezin. Dit zou wel het geval zijn bij het gezinshoofden kiesrecht. Hier hebben wij met het gezin niets te maken, het is een individueel kies recht. Er is dan ook geen principieel bezwaar,, om aan aille vrouwen het kiesrecht toe té kennen. Nu zegt men, dat e? weinig animo voor is, en dat er daarom mede gewacht- móet worden. Maar dit kou men ook zeggen van heb mannenkiesrecht. Wanneer het kies recht er eenmaal is, vindt men het toch wel aardig het tc hebben. Spr. wijst cup do bezwaren, uit het vrou wenkiesrecht voor trloei en dc, doordat het te veel tijd van dc vrouw in beslag zal ne men. Dit bezwaar wordt echter ondervan gen wanneer do vrouwen zich aansluiten bij de bestaande politieke partijen. Spr. is dan ook heengestapt over het bezwaar tegen hot kiesrecht voor de gehuwde vrouw. Het zou trouwens vreemd zijn, wanneer deze het- kiesrecht niet had en de dienst bode wel. De stemplicht kan, naar gebleken is, niet practisch uitgevoerd worden men moet. cleze dus uit de Grondwet lichten of er een afzonderlijke procedure voor invoeren, zco- dat het O. M. een massa menschen tegelijk kan dagvaarden. Deze zaak moet bij afzon derlijke wet. geregeld' worden Een beroep op consciëntiebezwaren of op bezigheid in het gezin moet een wettig excuus zijn. De heer HEEMSKERK (A.-R.) verklaart zich tegen het vrouwenkiesrecht. Dc lieer MAROHANT (Y.-D.) wijst er op, - dat vele tegenstanders voorstanders, geworden zijn. Hij zal kort zijn. Dat is ook naar den zin cler vrouwen, die altijd klagen dat de Kamer zooveel praat (gelach). De oplossing in Nederland voor het kïes- rcchtvraagstuk aanvaard, is die van het al gemeen kiesrecht. Dit moet men nu ook aanvaarden voer de vrouwen, als eenmaal het principe van het vrouwenkiesrecht ge wonnen is. Dat is reeds gewonnen bij de laatste Grondwetsherziening. Spr. gaat dan de redevoeringen van de tegenstanders na De heer Yan Wijnber gen was opportunist. Yoer de Roomsch- Katliolieken was liet een politiek fortuintje gespannen, oip hem te beletten, naar Sa- ligneux terug to beeren. Maar toen was zijn eerste zorg, om zijn erfgenaam, die juist in de rechten was gaan studeereu, ergens in veilige haven t-e brengen. Hij dacht c-r over hom naar Engeland! zenden, mdav do erf genaam wilde daar niets van hooren, daar hij liet zijn plicht achtte te vechten vcor zijn vaderland. Dit gaf aanleiding tot hef tige twistgesprekken. „Je plichttriep de heer Têterol. „Wel allemachtig! Yan plioht gesproken, daar weet ik van mee te pratenik heb ccn mijne gedaan, mijn heole leven lang eu daar be hoef je mij heusch geen lesje in te geven! Men moet goed vaderlander zijn cn ik ben d'an ook bereid voor mijn land te sterven. Maar alle keizers zijn onverbeterlijke zon daars er is niets- met hen te beginnen, want had ik nu bijvoorbeeld niet dezo maand naar Saüignèux terug moeten gaan? Als zij nu geld van me willen hebben, dat is te begrijpen; en dat zullen ze dan ook krijgen. Maar mijn „Prins van Wales", dien zullen zij me niet afhandig makenDie is heel alleen voor mij en voor mijn eigen gebruik. Ik ga hem nu ook in ecu koffer pakken cn als een pakje goed naar Londen zenden." Ofschoon de „Prins van Wal es'van een zacht en meegaand karakter was en hij dan ook zooveel mogelijk zorgde, iedere botsing met zijn vader te vermijden, liet hij zich tooh maar niet als een pakje goed verzen den. Daardoor had hij^meteen tijd gewon nen cn was dus nog to Parijs, teen die stad geblokkeerd werd. Hij nam dienst in een grens-bataljon. De heer Têterol verging van ongerustheid, was beurtelings woedend driftig of wanhopend, ergerde zij'n om geving met. zijn klachten en zijn beschuldi- dat de Grondwetsherziening door de libc* ralen tot etand kwam Daarvoor worden zij gered uit de impasie van het huismans- kiesreclït. Spr. komt op tegen het verwiit, door den heer Van Wijnbergen tot Minis ter Gort art der Linden gericht, dat dey.o niet dadelijk het vrouwenkiesrecht in voerde. De Roomseli Katholiekea haddon dat toen in ds hand, maar de loidera van den heer Yan Wijnbergen waren toon nog niet „liberaal"genoeg. Daarna richtte spr. zich tot den lieer. Staalman, de beginselinan. Maar deze past het eeuwig beginsel toe, alsof wij nog onder de Romeinen leven. Zijn voor stelling van bet huwelijk wordt een eari- oatuur, verkracht liet geestelijk leven van de vrouw en in zijn eigengerechtigheid smaalt hij dau nog op hen, die de cari- catuur verwerpen Ook als zij gehuwd is, blijft de vrouw een persoonlijkheid. Bij de uiteenzetting, welke de heer Do Wilde gaf van het eeuwig beginsel, bad deze den heer Lobman moeten volgen. D® vrouw met veel kinderen behoort hier zeci zeker niet thuis; maar ook niet de man, diie een drukken werkkring elders beeft. Tegenover dcu heer Staalman bestrijdt spr. dari bot haismauskiesrecht, dat een fiasco gemaakt hoeft Do vrouw heeft haar plaat* in het ge^ zin zeer zeker, maar het kiesrecht brengt' haar daarvan nieV af. Spr. herinnert cr aan, dat mr. Troelatra voldoening uitte over do instemming van ds. Kruyt met h- c vruuweukie-sreeht. Spr. begrijpt ook den heer Troclstra in ?ijn voldoening. Het scheen wel eens au of de heer Troelstra wieder erkenning had voor het vrou?/.en*ï-5sr«v.lit. Dit is een eisch det democratie de vrouw gevoelt haar uitslui ting aio een onrecat. liet vrouwenkies recht is ucü middel om een zuiv-evo vc lbs- vertegenwa a reliving te krijger.. 'Hot is niet noodig, dat de vrouwenbe- langcn hier door ecu vrouw vertegen woordigd worden. Alleen de feministen zullen liever ecn ongeniboolde vrouw kie zen. Spr. wijst op de levenservaring, wel ke menige vrouw in het leven "opdeed ten cuanrien van haar verhouding tegenover de wet: die heeft menigeen de oogen g< opencl. De intrede van de vrouw in het publie ke leven, zoo besluis sur., moge bevorder lijk zijn voor den indeëelen zin. De algemeene beschouwingen worden gé sloten. Aan de orde is artikel 1 De VOORZITTER zegt, dut z. i. het amenderaent-Troelstra e s ti verlaging van den kiesgerechtigdej leeftijd van 25 tot 23 jaar niet toelaatbaar is, nis vallen de buiten het wetsvoorstel. De heer TROELSTRA (S. 'D A P.) zegt, é'at bij aanneming van dit amendement de considerans gewijzigd, zou moeten worden. Er blijkt, dat de heer Marchunt niet zal medewerken tot de verwezenlijking van dit amendement Op groncl daarvan trekt' spr. het in; hij zal de ihdiening van eeu, initiatiefvoorstel overwegen, Art. 1 (invoering van het vv ivwenkies* vecht) wordt. z. h. st aangenomen. De heer BEUMER verdedigt een amen dement, om de wet eerst met ingang van 1 Januari 1922 in werking te doen treden, en dus niet 1 Januari 15)20: Zonder het amendemènt kriigb loer een drang tot Kamerontbinding en krijgt men in 1920 weer nieuwe verkiezingscampagnes voor Kamer, Staten en Raad. Spr acht dat niet gewensct. inzonderheid r iet voov de Kamer. Hij vraagt, ot de- Mich ter ecn gevestigde opinie heeft over ontbinding der Kamer cr. hoe de Kamer bic rover denkt. De heer MAROHANT (V -D i merkt op, nat er twee overwegingen voer hefc amen dement zijh, dat men andera Kameront binding verwacht in 1920 cn dat er voor deelneming der vrouwen aan do stembus politieke organisatie rooclig is. Spreker meert, dat er in de Kamer nié mand is, die e.r wil op aandringen om na' aanneming \nn het voorstel, dadelijk Kamerontbinding te verlangen. Ook de re- gecring wensriit dat r-iet, evenmin rasvr* Aletta Jacobs. Maar het amendement moet worden t©-i ruggeromen, omdat, wanneer er om ande gingen en liad het niet ieder te kwaad, tott met zijn eigen hond incluis Op den avond voor een uitval zei liij toti Lionel „Nu bezweer ik je, jongen, wees tooh wijs en stel je niet roekeloos bloot. Laat dio eeuwige dweepzucht nu eens varen en dio dwaze verbeelding van je, die behoort tot do droevige nalatenschap van je moeder. Een brave vrouw waa zij, daar zaJ ik niets van zeggen, maar zij had geen gezond ver stand. A1r ik jou nu te verliezen kwam, dat zou mijn clOod zijnEn aan wieh moet ik dan mijn geld nalaten ?-Ik houd veol van Pointa.1, maar toch niet genoeg, oaa hem millioenen te geven, cn onder ons; mil- lioenen bezit ik, zie je." Wij weten niet of Lionel het ge va-ar op zocht, maar het ontgaan deed hij ook niet. Hij werd gewond te Montretóut. Gelukkig was hot maar een lichte schram, en de heer Têterol zag zich dus niet in dc wreedo noodzakelijkheid, om zijn millioenen aan Pointal na te laten. Hoezeer men hem ock: van het tegendeel had traahten te overtui gen, hield hij toch vier en twintig uren lang zijn zoon oor dood. Maar niet. zoodra- was hij, wat dit betreft, weer gerustgesteld, of hij deed Lionel de vurigste verwijten ovor zijn „onvergeefiijko lichtzinnigheid,,' zooals hij dat noemde. Het- capituleeren van Parijs bezorgde den heer Têterol een uitbarsting van vader lands-lieve nde droefheid. Hij ging geweldig aan hefc uitvaren tegen alle keizers en allo potentaten als zij hem- in handen gevallen waren, zou het hun. niet best-zijn vergaan t - - (Wordt vorVolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5