LEIDSCH
Woensdag 30 April 1919.
Officieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS
FEUILLETON,
HtDS dkr advertenties
on ct3 ver Des Zaterdags 40 Ota
reool Kleine advertcutiën Woensdag
TfT Ots Zaterdag f 1.— bS een manimutn
aantal Voorden van 30. Incasso volgens post-
-eoht Voor eveutueole opzending van brieven
10 Cta porto te betalen. Bewijsnummer 5Ct*.
Bureau Noordeindspiein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden p. 3 mnd. f2.10, p. week fO.tö
Luiten Leiden, waar agenten ge
vestigd zijn^ per week 0.15
Franco per post lo. 3f 2.50
Nummer 18148.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen.
EERSTE BLAD.
toeslag goedkoope melk.
Do Burgemeester der Gemeente Leiden
brengt ter kerm Li van belanghdbbor-cien. dat
de toeslag op goedkoope molk aan. melkver-
koctpers VOOR HET LAATST za1- worden
uitbetaald op Donderdag 1 Mei van 1012 en
van 21 nur cn Vrijdag 2 Mei van 10—12 en
van 23 uur.
Op later aangeboden bons kan geen toe
slag nicer worden uitbetaald.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
LeideD, 30 April 1919.
AARDAPPELSCHILLEN EN
GROENTEN AFVAL.
Do Burgemeester van Leiden brengt) ter
algenreeno kennis, dat te rekenen vanaf I
Mei e.k.. het verbod voor het afleveren
van aaidappelschillen, groentenafvaJ, viscii
en visscherqafval, bloed en vleezige sla oh t-
afvallen. aan anderen, dan door het Bestuur
der Gj.r.eente voor die aflevering aange
wezen personen, alsmede het verbod om oeze
goederen do.or de gemeente te vervoeren
zonder vervoerbewjjs, wórdt ingetrokken.
De ingezetenen der Gemeente Leiden
worden echter dringend uitgenoodigd, aard
appelschillen en groentenafvallen afzonder
lijk te oewaren en aan den gemeentelijken
vuilnisophaler mede te geven.
Eet is n.l. gebleken, dab de verbranding
van huisvuil, zonder die afval, zeer gunstige
resultaten geeft, terwijl de afgehaalde af
val zal benut worden voor veevoeder.
Van personen, die aardappelschillen en
groentenafval verzamelen, zal die afval,
voor zooveel als noodig mocht zijn, in ont
vangst worden genomen door de Gemeente-
reiniging, Noorderstraat, tegen een vergoe
ding van fO.Ol per K.G.
N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, SO April 1919.
HINDERWET.
burgemeester cn Wethouders van Leiden
Gezien het verzoek van J. van Wijk, om
vergunning tot oprichting van een rookenj
voor visch in den tuin van het .perceel Jan-
vossensteeg No. 54, kad. Sectie H. No. 2561
Gelet op do artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bij deze kennis aan het publiek,
dat genoemd verzoek met de bijlagen op de
Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd is
alsmede dat op Woensdag, den 14en Mei
e.k. des namiddags te halffcwee Op het
Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren tegen dit verzoek in te bren
gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen,
dat niet tot beroep gerechtigd zijn ?ij, die
niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet
voor het gemeentebestuur of een zijner leden
zijn verschenen, teneinde hun bezwaren
mondeling t-oe te lichten.
N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester,
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 30 April 1919.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Gelet op de artt. 12 en 37. der Drankwet
Brengen ter algemeen© kennis, dab door
JOOST RIETKEIRK, wonende te Leiden,
een verzoekschrift is ingediend', om verlof
voor den verkoop van uitsluitend alcohol
vrijen drank, voor gebruik ter plaatse van
verkoop, in den winkel van het perceel
Lage Rijndijk No. 20.
N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 30 April 1919.
Prinses Juliana.
Heden is H. K. H. Prinses Juliana tien
jaren geworden.
Te Har er eer, wapp eren heden van open
bare gebouwen en van eenige particuliere
Woningen vlaggen, welke hot, vooral in den
morgen, hard te verantwoorden hadden
door den storm en den stortregen.
'fc Is dan wel een zeer gure dag, deze
laatste \an de ongekend koude Aprilmaand!
Voor vreugdeklanken zorgden d'e bespe
ler van het Stadhuis-carillon en draaior
gels.
Openbare feestelijkheden hebben pok nu
niet plaats.
Alleen heeft de Leidsche Chr. Oranje-
.Vereeniging tegen hedenavond een openbare
samenkomst in de Oosterkerk uitgeschreven.
Een Maltatuli-avond.
Er is zeker wel iets te zeggen voor een
i.u in de herinnering der massa terugbren
gen van de vlijmscherpe, striemende aan
klachten tegen het optreden van het Ne
derlandsch gezag in .,'t pracht'.g Rijk van
In sulinde, dat zich daar slingert om den
evenaar, als een gordel van smaragd..."
lan wijlen Multatuli 'Douwes Dekker), die,
zachtjes aan, hoewel ongetwijfeld staande
cp de lijst van Nederlandsche auteurs, die
een litteratuur-beoefenaar nimmer zal over
slaan, toch bij de groote massa wat op den
achtergrond is geschoven. Nu, waar eerst
tlians feitelijk in vollen omvang hot zaad
is- opgegroeid door den „veel gedragen
hebbende" zeker niet in do laatste plaats
gezaaid en het streven naar recht voor
den Inlander een belangrijke politieke be-
teekenis. heeft gekregen, mede in ver
band met het ontluikend Indonesisch zelf-
ontwaken. Het optreden van dr. Willem.
Itoyaards in een van zijn vele veelzijdighe
den, waarin men hem lang niet heeft ge
zien, nl als declamator, én iyibd stof van
Multatuli, is daarom cp zich zelf al toe
te juichen, en het verheugt ons, dat de
Schouw burg goed bezet mocht beeteo We
meen en daariru toch ook te mogen zieD,
een toeneming in de belangstelling hier
to lande voor ons schoon koloniaal bezit,
een belangstelling, waarover -- helaas te
recht zoo fel geklaagd wordt.
Een drietal nummers bevatte het pro
gramma, alle zeer goedje bekenden, n.l.
do toespraak van Ha velaar tot de hoofden
van lebak. de droeve geschiedenis van
S'aïdjah en, Adinda en de Kruissprook Een
climax in de eisehen, die aan den decla
mator daarin worden gesteld en waarbij
Koyaards ook werkelijk telkens een cres
cendo wist te bereiken, culmineerend in
de zware Kruissprook. Al beschikt de de
clamator niet meer over zijn krachtige
stem van weleer, deze detoneert eenigs-
zins en klinkt wat rauw in de lagere re
gionen al heeft hij verloren do „leeu
wenmanen". toch blijft het een genot te
luisteren naar die machtige zeggingskracht
die voor den geest de juweeltjes van
"vernuft en stijl van den schrijver doet tin
telen van leven Hoe schijnbaar gemakke
lijk wist hij in beide laatste nummers do
met de meest-e aandacht luisterenden mee
te sleepen in de vereischbe sfeerhoe
zangerig klonk dat aandoenlijke „Ik weet-
niet, waar ik sterven zal" en de badjing-, s
vlinder- en zo nver gel ijking van den tever-
geofs onddr den ketapan zijn Adinda
wachtenden Saïdjah; hoe machtig opbrui-
send dat- „Komt mee, komt mee, naar j
Golgotha". Ir. de toespraak tot de hoof
den van Lebak waarin een enkele lap
sus linguae vonden we Royaards het
zwakst, niet) geheel voldoend!© aan den
eisch, toch gedefinieerd in de toelichting,
dat na afloop ieder den spreker aan
staarde niet open mond als om te vragen
..Mijn God. wie zijt ge?" zelfs Volgens niet
Indisch voelen Hij hield de toespraak
staande, daarin van opvatting verschil
lend met Albert Vogel, die zitten acht
voorgeschreven. Eer» moeilijk probleem,
rlaar voor beide tekstueele gronden zijn
aan te voeren.
Zooals we reeds zeiden, het gehoor leef
de mee en het applaus was dan ook van
groote hartelijkheid, vooral aan het slot.
Vergadering on motie der samenwerkend*}
Ambtenaar s-organisaties.
Vergadering.
Do morgen in den Gemeenteraad in be
handeling komende voorstellen tot nadere
j regeling der salarissen van ambtenaren en
i werklieden van de commissie ad hoc, in en
kele onderdeelen slechts gewijzigd door B.
en W., vinden bij de daarbij» betrokken orga
nisaties allesbehalve onverdeelde instemming,
j Dit kwam gisteravond sterk tot uiting m een
t ergadering, belegd door de samenwerkende
I amblenaarsorganisaties, to weten: do afdee-
i lingeo Leiden van den Alg. Ned. Chr. Ambt.-
i Bond, den Bond van Technici, den Centra-
len Ned. Ambt.-Bond en het Nationaal Ver
bond van Gemeenteambtenaren, in het Nuts-
gebouw gehouden.
Deze vergadering^ welke zeer druk be
zocht was, de geheele zaal was gevuld
werd geopend door den voorzitter der
Leidscbe aid. van den Ned. Ambt.-Bond, aen
heer Penseel, die allereerst meedeeldo, dat
twee sprekers, de heeren Kleenenberg (Bond
van Technici) en Kempenaar (Chr. Ambfc.-
Bcud) telegrafisch bericht van verhindering
wegens ziekteomstandigheden hadden ge-
zenden.
Hij verheugde zich over de groote belang-
stelling, doch sprak onverholen zijn spijt er
j over uit, dat de Raadsleden, op één na, door
1 afwezigheid schitterden. Dien één den
heer Sijtsma bracht hij voor zijn tegen
woordigheid hulde, wat later door de spre
kers werd herhaald.
Hij ging vervolgens de voorgeschiedenis*
dezer regeling na, waarop de commissie ad
I hoe vier maanden had gebroed, waarna is
uitgekomeneen stinkei. (Gelach en ap-
plaus).
Toen de organisaties kennis van het pro
duct kregen, hebben zg de commissie voor
gesteld slechts een voorloopige regeling te
i maken, waarbij ieder ambtenaar een be-
drag van f400 meer zou verkrijgen, om
daarna in geregeld overleg met de orga
nisaties, een nieuwe regeling te ontwerpen,
die a^omeene bevrediging zou geven. De
commissie wilde daarvan niet weten en de
leiders der organisaties zijn over enkele uit
drukkingen in een vrij kras schrijven tot
de commissie zelfs ter verantwoording ge
roepen.
»Yó6ir hij de spfekers aan het woord
liet, wilde hij nog den burgemeester de il
lusie ontnemen, in diens nieuwjaarsrede ge
koesterd, dat de door de commissie-ontwor
pen regeling algemeene bevrediging zou
schenken.
Hierna verkreeg de vertegenwoordiger van
het Nat. Verbond, de heer Holtrop, uit Den
Haag, liet woord, die zich ten opzichte won
de oiifwerp-regeling der commissie orj de
qualificatie van den Voorzitter aansloot.
Het was de dure plicht van den Raad daar
in verbetering te brengen. Hier wreekt zich,
i'ooals ook elders, de fout van het niet houden
van geregeld overleg met de organisaties.
In Leiden had dat zoo gemakkelijk gekund,
omdat de organisaties zich daan oor had
den gecombineerd. Deze regeling noemde
hij de slechtste in geheel Nederland. Hij
stelde tegenover de regeling, met ha^r 17
groepen,, de Haarlemsche met 6 groepen.
Daar is zij dan ook met behulp van het ge
organiseerd overleg tot stand gekomen. Er
2it geen techniek in. Zij is gebaseerd op de
taptjek, om door verdeelen te heerschen.
(Luie applaus.)
Ook in Den Haag is de zaak op dezelfde
klip gestrand. Te Groningen was de Raad
zoo verstandig na advies der organisaties
ontworpen regeling terug te nemen en een
bevredigende regeling mét behulp der orga
nisaties te ontwerpen.
Na ook den finar.eioelen opzet van dc
regeling te hebben gecritiseerd, besloot
spr niet den wensch, dat de Raad haar
zou terugnemen en alsnog de organisaties
uitnoodigon om met do commissie een be
tere regeling te ontwerpen.
Wordt zij aangenomen, dan zullen de
organisaties ernstig nebben te overwegen,
of zij haar moeten accepteeren. (Applaus)
De heer Ronner, secretaris van den
Centr. Ambt.-Bond, uit Amsterdam, schets
te eerst in het algemeen den toestand der
ambtenaren als slecht, waaraan dezen ech
ter voor een deel zelf schuld hebben, om
dat velen hunner zich nog altijd boven,
den werkman verheffen. Hoq weinig in
Leiden nog de ambtenaar wordt gebeld,
blijkt, wel uit het begin-salaris van f 375,
een bedrag ver beneden die van den on
geschoolden werkman, Z. mag de grens
niet lager dan f 1500 zijn, wil men hebben,
dat de ambtenaar eenigszins behoorlijk
rondkomt
In het bijzonder besprak hij de slechte
bezoldiging van het verplegend personeel
in de gestichten.
Ook deze spreker besloot, evenals de
heer Holtrop, met een opwekking tot
organisatie. (Applaus)
Van de gelegenheid tot debat werd geen
gebruik gemaakt.
Alleen vroeg de heer Keizer, hoe het be
rijmen was, dat volgens den schrijver van
de „Brieven van een Leidenaar" de men-
schen in particulieren dienst jaloersch zou
den zijn op de salarissen en loon en, zooals
de commissie die hacl voorgesteld, terwij1
heb nu bleek, dat er zooveel aan man
keerde.
De heer Schüller stelde voor, dat de
ambtenaren 'Donderdag fin heb schaftuur
bun maaltijd /ouden opofferen om te de-
rnonstreeren
Dit laatste werd door den Voorzitter
ontraden Het comité der samenwerkende
organisaties had besloten niet te dertion-
streeren.
De heeren Holtrop ei» Ronner deden
uitkomen, cjat de uitlating van den schrij
ver der Leidsche Brieven en het feit, dat
deze regeling te karig is, niet met elkaar
in strijd behoeven te zijn. De loonen en
salarissen in de particuliere maatschappij
ziju, voornamelijk te Leiden, ook laag.
De heer Sijtsma, herhaaldelijk door da
I efrrekers genoemd, wilde niet over de
ontwerp-regeling noch over de critiek in
he!) algemeen spreken. Z. i. zou dit ieen
vooruitloopen zijn op de behandeling in den
Gemeenteraad, dat hem niet geoorloofd is.
Doch hij mocht niet nalaten zijn verwon
dering er over uit te spreken, dat, m'et
name de heer Holtrop de grondslagen der
vorige regeling, zoowel voor de commissi?
zelf ais in de openbare vergadering had
geprezen, terwjjl hjj nu deze regeling, die
op dezelfde basis is opgetrokken, zoo scherp j
veroordeelt Voorts merkte hij tegenover j
den heer Keizer op, dat er voor gemeen be- 1
betrekkingen altijd plenty liefhebbers zijn
uit de particuliere bedrijven; toch wel een
bewijs, dn t men ook onder de tegenwoor
dige omstandigheden een gemeen te betrek-
kfng prefereert.
Nadat de Voorzitter en de sprekers daarop
nog hadden geantwoord, werd een m'otr:?
aangenomen, waarin de vergadering den
gecèmbineerden besturen opdraagt:
Motie.
lo. Er bij den Raad op aan te dringen
de wenschen, zooals die zijn neergelegd in
het adres der samenwerkende organisa i- ën,
in hun geheel over te nemen;
2o. indien de wenschen, zooals die yjjn
neergelegd in het adres der samenwerken
de organisaties, niet worden aangenomen,
de geheele regeling, zooals die is voor
gelegd door de commissie ad hoe, en ver
anderd door het praeadvies van B. en W„
in haar geheel te verwerpen.
3o. de bestaande regeling in haar geheel
te handliaven, doch alle minimum en maxi
mum salarissen met £400 te verhoogen, met
terugw erkende kracht van 1 November 1918,
terwijl de periodieke verhoogingen in plaats
van om de twee jaar jaarlijks zullen worden
toegekend;
4o. deze motie te zenden aan den Raad
en te publïceeren in de plaatselijke Pers.
Vergadering en Adres van- de afd. Leided
van den Ned. Boud van Wcrkl. in Openb.
Diensten en Bedrijven.
V ergadering.
In „De Graanbeurs", welke goed gevuld
was, hield gisteravond bovengenoemde af-
deeling e^n openbare vergadering, waarin
als spreker over de salarisvoorstellen der
commissie ad hoe optrad de Bondsvoorzit
ter de heer N. van Hinto, van Amsterdam.
Bij ontstentenis van den voorzitter werd
die vergadering geopend door. den tweede
voorzitter, den heer G. van der Weyden,
die daarop het woord gaf aan den spreker.
Den heer Van Hinto deed het genoegen
ook vrij veel vrouwen tegenwoordig t<s
zien en hij knoopte aan dit verschijnsel
eenige beschouwingen vast.
Wat d'e salarisvoorstellen van de com-
mi&sié ad hoe betreft, 6prak hij, het goedo
er in willende erkennen en niet wegdoe
zelen, waardeering en dank .uit voor de op
heffing der duur totoeslagen en de omzet
ting er van in loon, en voor de indleeling
der lo-angroepen in plaats van in zeven in
vijf, alsmede voor de instelling der perkn
dieko venhoogingen iu plaats van om dö
twee jaren per jaar.
Hij moest echter ook gerechtvaardigde
critiek uitoefenen op do voorstellen, welke
wel, in overeenstemming met de nieuw
jaarsrede van d'en burgemeester, beoogden
alleszins bevrediging te wekken, maar
waarin do commissie niet is geslaagd.
Achtereenvolgens onderwierp spreker
aan critiekde wijze, waarop de commis
sie heeft berekend wat de loonsverhooging
zal koeten, als onbehoorlijk, om de burgerij
een rilling te bezorgende loonregeling
zelve, welke niet voldoet aan redelijke
eisehen, in verband waarmede hij naast
elkaar legde do loonen in het plan der
commissie on die van deze werklieden-
organisatie.
Spreker vergeleek tevens de loonen van
soortgelijke werklieden in particuliere be
drijven en bij het Rijk cn kwam dan tot de
conclusie, dat de commissie do loonen veel
te laag heeft genomen, ook in verge
lijking met andere gemeenten.
Tevens besprak hij den grooten sprong
omhoog, .dien hoofdambtenaren, inzonder
heid één hunner, zullen maken en ging
heftig te keer tegen de verspreiding vaii
een brochure met bepaalde strekking onder
de werklieden door een bedrijfschef.
De hèer Van Hinte ontwikkelde verder
zijn bezwaren tegen de klassen-in dealing,
o. a. van het personeel van den iuarkt- en.
havendienst, riep wraak over de schande-
Ioonen der werksters in dienst der ge<
meente en behandelde in afkeurenden zin
de in-werking-treding der nieuwe regeling
op 1 Januari 1919 met korting van den
genoten duurte-toeslag.
Verder bestreed hij nog de bewering der
commissie, dat ieder nu drie gulcfen per
week méér zou krijgen als onwaar, en
kwam op t-egen de blijkbare bedoeling om
bij de nieuwe regeling het aantal dienst
jaren niet te doen meetellen-.
Op afbetaling, in d'e hoop op een an der
samenstelling van Raad en Dagelij'ksdb'
Bestuur dier gemeente, zullen wij deze voor
stellen, want aan onze redelijke we.n<
schen zal wel niet dcor den Raad worden
voldaan zei spreker, aanvaardenmaar
wij blijven ageer en voor redelijke loonen.
Hij wekte, om dit doel te bereiken, op tot
versterking der organisatie op politiek on
economisch terrein en waarschuwde tegen
pogingen om verdeeling onder de arbeiders
te zaaien.
Bij bespreking van de nota-Sybsma keur*
de hij het hierin vervatte om de klasse-
indeeling bij politie en brugperso-neel op
te heffen goed' en stelde het z. i. dwaze
van zoo'n indeefling in het lioht.
Do bedoeling van de heeren Briët en
Wilmer, om een kindertoeslag te geven»
achtte hij uit den boozeeen kindertoe
slag beteekent altijd een laag loon voor
ongehuwden en voor kinderlooze gehuw
den en geen hoog loon voor de anderen hij
heeft loondruk ten gevolge. Van de Chr.
organisaties, die er prat op gaan een wat
ÏJslasid's Bekoring*.
Novelle van WILHELM POECK.
(Nadruk verboden.)
Maar ik dacht, dat men mij op
de hoeve vannacht wel onderdiak zou
willen verkenen. De oude vrouw kwam
ecihter buiten en zei zulke wonderlijke din
gen, dat i-k niet weet of ik wel welkom
ben."
„Ik zal je maar apreohb zeggen, Jon, je
bent het niet. Aslaug is woedend. Het is
haar in hert hoofd! geslagen. Zij heeft dood
eenvoudig tegen mij gezegd, dat ik mij vaai
,de hoeve moest scheren. En wat zij daar
rtraka van jou gezegd heeft, dat wil ik niet
herhalen. Ilot minste was nog, dat jij haar
bij d-e mensahen in opspraak hadt ge
bracht, en je niet moest vermeten je weer
op de hoeve te rertoonen."
„Maar ik heb toch tegen niemand iets
gezegd," riep Jon verbaasd. „Nu je het
toch weet, kan ik jo het wel vertrouwen;
3a, ik heb aanzoek om haar gedaan en zij
h&rit mij gezegd, dat ik wachten moest.
Maar ik meende toch
„Heeft ïij jo oen bolotffce gedaan?"
„.Dat nu -ïvel juist niet. Maar zij zei
toon
J.® wel. Nu heb je het voor den eer-
sten Kiïd bij Aslaug verkorven. Neen, jij
i,-ïf5iior,s eigenlijk geen schuld, jo hebt
rt «an Aloör to danken, want dio heeft
v'j, Jl° heidien gebabbeld. En zoo iets
f e troteciie dochter niet verdragen.
O, ik ken haar precies. Al neem je maar
zoo weinig, als men een kat in den neus
kan stoppen, dan beleedig je haar daar a-1
mee. Toch is er nog niets voor je verloren,
als je"maar naar mijn raad wilt luisteren
„Wat moet ik doen?" zei Jon bedrukt.
„Het zou toch het beste wezen, als ik naar
binnen ging en haar zei, dlat ik dat gerucht
niet heb verspreid."
,,Om den dood niet!" riep Mar. „Dat zou
het meest dwaze zijn, wat je zou kunnen
doen. Je kent Aslaug niet. Dio is als een
wilde kat. Als zij boos wordt, zou jo den
ken, dat zij al haar verstand had verloren.
Zij weot dan niet, wat zij doet en zegt. O,
ik kan or van meepraten. Ik heb haar eens
het was daar boven bij de drafbur bij
ongeluk oven met do hand aangestooten.
Toon heeft zij mij een duw gegeven, dat ik
op eon liaar na in d'e beek was gestort. Ge
lukkig viel ik in do dratburbak en kwam er
met een blauw oog af."
„Zoo iets zou ik nooit van Aslaug ge
dacht hebben," zei Jon ontsteld.
„Zio je wel," zei Mar. „Maar als je mijn
raad wil volgen, rijd dan vanavond nog met
mij naar de groote schapenweide in hot
bc'vondal. Wij zullen wol een onderkomen
in oen der tenten vinden. Morgen rijdt zij
met Finnur en het dienstpersoneel ook
naar hovendan zal haar toom wel wat
bok cold zijn. Het feest en do lucht zullen i
het overige doen, om haar in een vroolijko
stemming to brengen. Dan kun jo ha^r
alles zoggen, wat jo op het hart hebt, en ik
ben overtuigd, dat zij je dan wel vriende
lijk zal toelachen.j
„Denk jc dat?" zei Jon. twijfelend.
„Zeker. Rijd maar snel vooruit, voordat
zij het buis uit komt. Daar graast mijn
paardik zal het vlug zadelen en haal je
dan iri. Gauw, maak voort."
„Jo kunt wel gelijk hebben," zei Jon en
wierp zich op zijn paard. „Maar jij komt
mij toch dadelijk na?"
„Zeker," zei Mar grijnzend. „Maar trek
je liet geval niet to zeer aan."
„Jon reed weg cn Mar begaf zich naar
den stal om zijn gerei te halen. Het duurde
een poosje, voordat hij weer buiten kwam.
Hij had in den stal eerst eens flink moeten
uitlachen. Het was een lachen, uit ge
mengde gcvoolons voortkomende.
„Toen snelde hij naar de weide en zadel-
do zijn paard, wierp zioh er op en draafde
in den maneschijn naar boven, totdat hij
Jon had ingehaald.
„Aoh," zei de lange Jon, „ik zou toch
gaarne zelf met Aslaug gósproken hebben."
„Dcmlcopbromde Mar, en sloeg Jon's
paard! met zijn teenen zvveep tegen don
schenkel, waarop hij zijn eigen beest in
galop bracht.
Toen Aslaug na eenigen tijd uit de voor
deur trad, zag zij tweo schimachtige ge
daanten in hot blauwe licht der maan door
het dal rijden. Haar hart begon van vreug
de snolier te kloppen. Zij was Mar in hooge
mate dankbaar, dat hij den lastigen gast
zoo handig uit den weg had geruimd. Hoe
hij dat. had bewerkstelligd, kon zij niet
begrijpen. Zij dacht er ook verder niet
over na.
Aloör, die Aslaug naar buiten was ge
volgd, keek alle kanten naar Jon uit. Haar
ooigen waren echter te dbf om de ruiters fce
zien.
„Ik zie Jon niet," zei ze. „Hij is zeker
naar de schuur gegaan, om daar zadel cn
toom op to hangen. Mar is er ook niet. Die
staat zeker in een hoek met Ranka te pra- i
ten; ik zag haar daar straks in den „bun"
staan."
„Neen," antwoordde Aslaug, „de knechts
en d'e meiden zijn al naar bed gegaan. Die
willen morgen in allo vroegte naar het
feestterrein. Mar en Jon zijn vooruit gere
den."
„Maar dat Jon niet eens wat te eten
heeft gehad!" zei de oude vrouw verwij
tend. „Zijn merrie droop en het water
lekte uit zijn kleeren. Ik had liem tooh moe
ten laten binnen komen."
„Laat ze rijden," zei Aslaug. „Heb je de
logeerkamer in orde gebracht?"
„Die visschersjongen had toch ook wel
bij die knechts kunnen slapen," bromde
Aloör. „Ja, als liet nog voor Mar was ge
weest. Ik had hem nog willen vragen een
toowerformul© over do zwartbonte koe uit
to spreken, dio altijd zoo moeilijk kalft
Den vorigen Nieuwjaarsnacht heeft zij ge
sproken, zooals de koeien dat in dien nacht
doen. Kari heeft het gehoord on mij ver
teld wat zij gezegd heeft: „Kwam or toch
maar een toowerkundig man om mij to be
spreken, opdat de booze geeeten him
kracht verliepen." Ja, de kamer is in
orde."
„Ga'^ dan naar bed," zei Aslaug. „En
'droom iets goeds voor onzen gast, hoor.
'Maak, dat er ccn goede geest aan zijn bed
komt, die hem bij ons doet blijven. Het is
alleen jcruw schuld, dat Björn naar het
•Noorden wil gaan; nu weet jo liet."
„Dat zou mijn schuld zijn, mijn hartje?"
riep Aloör verbaasd. „Je legt mij ook van
alles ten laste. Ben ik dan een raaf, die
op een koogo stang zit, en onheil krast?"
„Nu, op een stang zit je wel juist niet,"
zei Aslaug lachend. „Maar anders doch
ga nu maar
Aloör, die in werkelijkheid veel van een
I -ouden raaf had, verdween met een zucht»
I door de voordeur. Haar lieveling vond toaki
altijd wat op ha-ar to hakken.
I XT-
Aslaug bleef peinzend voor liet huis
■staan. De koolo lucht deed haar goed. Heb
-bloed hamerde in haar slapen en Tiaar hart
klopte snel en onstuimig. Zij voelde, dat zij
I op een keerpunt in haar leven stond. Haar
•lot en dat van Björn hield zij in do hand.
•Zij keek omhoog naar den hemel. De maan
goot haar zacht zilveren schijnsel op het
dal uit, de sterren keken uit zeldzaam
schitterende oogen op haar neer. Het meer
glansde als een donkere spiegelde bergen
lagen daar als slapende reuzen. Niets be
woog zich. Slechts af en toe klonk het kwa
ken van een nend van den, oever van liet
meer een hond blafte, een vos huilde in de
verte. Zoo mild, zoo eigenaardig en plech
tig als de natuur in dien nacht tot do men*
schen sprak, klonken ook in dat uur «h>
stemmen in liaar hart Zacht sloop zij on?
den Baer lieen en keek door het verlichte»
raam der woonkamer.
Finnur lag in zijn stool te slapen. Aslaug
had cr zich dikwijls over geërgerd, dat haat
vader midden in het vrootijksto gesprek
heb klaar speelde plotseling in te domme
Ion. Nil deed zij dat niet. Tegenover hem
zat Björn. Wat zag hij er weer somber uitl
Rimpels groeven rich in zijn voorhoofd en
om zijn mond lag en bittere trek. Nu sloeg
hij zijn oogen op. Dio waren helder c-ü
mooi. Een vaste wil lag daarin uitgedrukt*
fWordt vervolgd.)]