LEIDSCH Woensdag 30 April 1919. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS FEUILLETON, HtDS dkr advertenties on ct3 ver Des Zaterdags 40 Ota reool Kleine advertcutiën Woensdag TfT Ots Zaterdag f 1.— bS een manimutn aantal Voorden van 30. Incasso volgens post- -eoht Voor eveutueole opzending van brieven 10 Cta porto te betalen. Bewijsnummer 5Ct*. Bureau Noordeindspiein. Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175, Redactie 1507. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden p. 3 mnd. f2.10, p. week fO.tö Luiten Leiden, waar agenten ge vestigd zijn^ per week 0.15 Franco per post lo. 3f 2.50 Nummer 18148. Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen. EERSTE BLAD. toeslag goedkoope melk. Do Burgemeester der Gemeente Leiden brengt ter kerm Li van belanghdbbor-cien. dat de toeslag op goedkoope molk aan. melkver- koctpers VOOR HET LAATST za1- worden uitbetaald op Donderdag 1 Mei van 1012 en van 21 nur cn Vrijdag 2 Mei van 10—12 en van 23 uur. Op later aangeboden bons kan geen toe slag nicer worden uitbetaald. N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester. LeideD, 30 April 1919. AARDAPPELSCHILLEN EN GROENTEN AFVAL. Do Burgemeester van Leiden brengt) ter algenreeno kennis, dat te rekenen vanaf I Mei e.k.. het verbod voor het afleveren van aaidappelschillen, groentenafvaJ, viscii en visscherqafval, bloed en vleezige sla oh t- afvallen. aan anderen, dan door het Bestuur der Gj.r.eente voor die aflevering aange wezen personen, alsmede het verbod om oeze goederen do.or de gemeente te vervoeren zonder vervoerbewjjs, wórdt ingetrokken. De ingezetenen der Gemeente Leiden worden echter dringend uitgenoodigd, aard appelschillen en groentenafvallen afzonder lijk te oewaren en aan den gemeentelijken vuilnisophaler mede te geven. Eet is n.l. gebleken, dab de verbranding van huisvuil, zonder die afval, zeer gunstige resultaten geeft, terwijl de afgehaalde af val zal benut worden voor veevoeder. Van personen, die aardappelschillen en groentenafval verzamelen, zal die afval, voor zooveel als noodig mocht zijn, in ont vangst worden genomen door de Gemeente- reiniging, Noorderstraat, tegen een vergoe ding van fO.Ol per K.G. N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester. Leiden, SO April 1919. HINDERWET. burgemeester cn Wethouders van Leiden Gezien het verzoek van J. van Wijk, om vergunning tot oprichting van een rookenj voor visch in den tuin van het .perceel Jan- vossensteeg No. 54, kad. Sectie H. No. 2561 Gelet op do artt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven bij deze kennis aan het publiek, dat genoemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd is alsmede dat op Woensdag, den 14en Mei e.k. des namiddags te halffcwee Op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dit verzoek in te bren gen, terwijl zij er de aandacht op vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zijn ?ij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, teneinde hun bezwaren mondeling t-oe te lichten. N. O. DE GIJSELAAR, Burgemeester, VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 30 April 1919. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden Gelet op de artt. 12 en 37. der Drankwet Brengen ter algemeen© kennis, dab door JOOST RIETKEIRK, wonende te Leiden, een verzoekschrift is ingediend', om verlof voor den verkoop van uitsluitend alcohol vrijen drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in den winkel van het perceel Lage Rijndijk No. 20. N. G. DE GIJSELAAR, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 30 April 1919. Prinses Juliana. Heden is H. K. H. Prinses Juliana tien jaren geworden. Te Har er eer, wapp eren heden van open bare gebouwen en van eenige particuliere Woningen vlaggen, welke hot, vooral in den morgen, hard te verantwoorden hadden door den storm en den stortregen. 'fc Is dan wel een zeer gure dag, deze laatste \an de ongekend koude Aprilmaand! Voor vreugdeklanken zorgden d'e bespe ler van het Stadhuis-carillon en draaior gels. Openbare feestelijkheden hebben pok nu niet plaats. Alleen heeft de Leidsche Chr. Oranje- .Vereeniging tegen hedenavond een openbare samenkomst in de Oosterkerk uitgeschreven. Een Maltatuli-avond. Er is zeker wel iets te zeggen voor een i.u in de herinnering der massa terugbren gen van de vlijmscherpe, striemende aan klachten tegen het optreden van het Ne derlandsch gezag in .,'t pracht'.g Rijk van In sulinde, dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd..." lan wijlen Multatuli 'Douwes Dekker), die, zachtjes aan, hoewel ongetwijfeld staande cp de lijst van Nederlandsche auteurs, die een litteratuur-beoefenaar nimmer zal over slaan, toch bij de groote massa wat op den achtergrond is geschoven. Nu, waar eerst tlians feitelijk in vollen omvang hot zaad is- opgegroeid door den „veel gedragen hebbende" zeker niet in do laatste plaats gezaaid en het streven naar recht voor den Inlander een belangrijke politieke be- teekenis. heeft gekregen, mede in ver band met het ontluikend Indonesisch zelf- ontwaken. Het optreden van dr. Willem. Itoyaards in een van zijn vele veelzijdighe den, waarin men hem lang niet heeft ge zien, nl als declamator, én iyibd stof van Multatuli, is daarom cp zich zelf al toe te juichen, en het verheugt ons, dat de Schouw burg goed bezet mocht beeteo We meen en daariru toch ook te mogen zieD, een toeneming in de belangstelling hier to lande voor ons schoon koloniaal bezit, een belangstelling, waarover -- helaas te recht zoo fel geklaagd wordt. Een drietal nummers bevatte het pro gramma, alle zeer goedje bekenden, n.l. do toespraak van Ha velaar tot de hoofden van lebak. de droeve geschiedenis van S'aïdjah en, Adinda en de Kruissprook Een climax in de eisehen, die aan den decla mator daarin worden gesteld en waarbij Koyaards ook werkelijk telkens een cres cendo wist te bereiken, culmineerend in de zware Kruissprook. Al beschikt de de clamator niet meer over zijn krachtige stem van weleer, deze detoneert eenigs- zins en klinkt wat rauw in de lagere re gionen al heeft hij verloren do „leeu wenmanen". toch blijft het een genot te luisteren naar die machtige zeggingskracht die voor den geest de juweeltjes van "vernuft en stijl van den schrijver doet tin telen van leven Hoe schijnbaar gemakke lijk wist hij in beide laatste nummers do met de meest-e aandacht luisterenden mee te sleepen in de vereischbe sfeerhoe zangerig klonk dat aandoenlijke „Ik weet- niet, waar ik sterven zal" en de badjing-, s vlinder- en zo nver gel ijking van den tever- geofs onddr den ketapan zijn Adinda wachtenden Saïdjah; hoe machtig opbrui- send dat- „Komt mee, komt mee, naar j Golgotha". Ir. de toespraak tot de hoof den van Lebak waarin een enkele lap sus linguae vonden we Royaards het zwakst, niet) geheel voldoend!© aan den eisch, toch gedefinieerd in de toelichting, dat na afloop ieder den spreker aan staarde niet open mond als om te vragen ..Mijn God. wie zijt ge?" zelfs Volgens niet Indisch voelen Hij hield de toespraak staande, daarin van opvatting verschil lend met Albert Vogel, die zitten acht voorgeschreven. Eer» moeilijk probleem, rlaar voor beide tekstueele gronden zijn aan te voeren. Zooals we reeds zeiden, het gehoor leef de mee en het applaus was dan ook van groote hartelijkheid, vooral aan het slot. Vergadering on motie der samenwerkend*} Ambtenaar s-organisaties. Vergadering. Do morgen in den Gemeenteraad in be handeling komende voorstellen tot nadere j regeling der salarissen van ambtenaren en i werklieden van de commissie ad hoc, in en kele onderdeelen slechts gewijzigd door B. en W., vinden bij de daarbij» betrokken orga nisaties allesbehalve onverdeelde instemming, j Dit kwam gisteravond sterk tot uiting m een t ergadering, belegd door de samenwerkende I amblenaarsorganisaties, to weten: do afdee- i lingeo Leiden van den Alg. Ned. Chr. Ambt.- i Bond, den Bond van Technici, den Centra- len Ned. Ambt.-Bond en het Nationaal Ver bond van Gemeenteambtenaren, in het Nuts- gebouw gehouden. Deze vergadering^ welke zeer druk be zocht was, de geheele zaal was gevuld werd geopend door den voorzitter der Leidscbe aid. van den Ned. Ambt.-Bond, aen heer Penseel, die allereerst meedeeldo, dat twee sprekers, de heeren Kleenenberg (Bond van Technici) en Kempenaar (Chr. Ambfc.- Bcud) telegrafisch bericht van verhindering wegens ziekteomstandigheden hadden ge- zenden. Hij verheugde zich over de groote belang- stelling, doch sprak onverholen zijn spijt er j over uit, dat de Raadsleden, op één na, door 1 afwezigheid schitterden. Dien één den heer Sijtsma bracht hij voor zijn tegen woordigheid hulde, wat later door de spre kers werd herhaald. Hij ging vervolgens de voorgeschiedenis* dezer regeling na, waarop de commissie ad I hoe vier maanden had gebroed, waarna is uitgekomeneen stinkei. (Gelach en ap- plaus). Toen de organisaties kennis van het pro duct kregen, hebben zg de commissie voor gesteld slechts een voorloopige regeling te i maken, waarbij ieder ambtenaar een be- drag van f400 meer zou verkrijgen, om daarna in geregeld overleg met de orga nisaties, een nieuwe regeling te ontwerpen, die a^omeene bevrediging zou geven. De commissie wilde daarvan niet weten en de leiders der organisaties zijn over enkele uit drukkingen in een vrij kras schrijven tot de commissie zelfs ter verantwoording ge roepen. »Yó6ir hij de spfekers aan het woord liet, wilde hij nog den burgemeester de il lusie ontnemen, in diens nieuwjaarsrede ge koesterd, dat de door de commissie-ontwor pen regeling algemeene bevrediging zou schenken. Hierna verkreeg de vertegenwoordiger van het Nat. Verbond, de heer Holtrop, uit Den Haag, liet woord, die zich ten opzichte won de oiifwerp-regeling der commissie orj de qualificatie van den Voorzitter aansloot. Het was de dure plicht van den Raad daar in verbetering te brengen. Hier wreekt zich, i'ooals ook elders, de fout van het niet houden van geregeld overleg met de organisaties. In Leiden had dat zoo gemakkelijk gekund, omdat de organisaties zich daan oor had den gecombineerd. Deze regeling noemde hij de slechtste in geheel Nederland. Hij stelde tegenover de regeling, met ha^r 17 groepen,, de Haarlemsche met 6 groepen. Daar is zij dan ook met behulp van het ge organiseerd overleg tot stand gekomen. Er 2it geen techniek in. Zij is gebaseerd op de taptjek, om door verdeelen te heerschen. (Luie applaus.) Ook in Den Haag is de zaak op dezelfde klip gestrand. Te Groningen was de Raad zoo verstandig na advies der organisaties ontworpen regeling terug te nemen en een bevredigende regeling mét behulp der orga nisaties te ontwerpen. Na ook den finar.eioelen opzet van dc regeling te hebben gecritiseerd, besloot spr niet den wensch, dat de Raad haar zou terugnemen en alsnog de organisaties uitnoodigon om met do commissie een be tere regeling te ontwerpen. Wordt zij aangenomen, dan zullen de organisaties ernstig nebben te overwegen, of zij haar moeten accepteeren. (Applaus) De heer Ronner, secretaris van den Centr. Ambt.-Bond, uit Amsterdam, schets te eerst in het algemeen den toestand der ambtenaren als slecht, waaraan dezen ech ter voor een deel zelf schuld hebben, om dat velen hunner zich nog altijd boven, den werkman verheffen. Hoq weinig in Leiden nog de ambtenaar wordt gebeld, blijkt, wel uit het begin-salaris van f 375, een bedrag ver beneden die van den on geschoolden werkman, Z. mag de grens niet lager dan f 1500 zijn, wil men hebben, dat de ambtenaar eenigszins behoorlijk rondkomt In het bijzonder besprak hij de slechte bezoldiging van het verplegend personeel in de gestichten. Ook deze spreker besloot, evenals de heer Holtrop, met een opwekking tot organisatie. (Applaus) Van de gelegenheid tot debat werd geen gebruik gemaakt. Alleen vroeg de heer Keizer, hoe het be rijmen was, dat volgens den schrijver van de „Brieven van een Leidenaar" de men- schen in particulieren dienst jaloersch zou den zijn op de salarissen en loon en, zooals de commissie die hacl voorgesteld, terwij1 heb nu bleek, dat er zooveel aan man keerde. De heer Schüller stelde voor, dat de ambtenaren 'Donderdag fin heb schaftuur bun maaltijd /ouden opofferen om te de- rnonstreeren Dit laatste werd door den Voorzitter ontraden Het comité der samenwerkende organisaties had besloten niet te dertion- streeren. De heeren Holtrop ei» Ronner deden uitkomen, cjat de uitlating van den schrij ver der Leidsche Brieven en het feit, dat deze regeling te karig is, niet met elkaar in strijd behoeven te zijn. De loonen en salarissen in de particuliere maatschappij ziju, voornamelijk te Leiden, ook laag. De heer Sijtsma, herhaaldelijk door da I efrrekers genoemd, wilde niet over de ontwerp-regeling noch over de critiek in he!) algemeen spreken. Z. i. zou dit ieen vooruitloopen zijn op de behandeling in den Gemeenteraad, dat hem niet geoorloofd is. Doch hij mocht niet nalaten zijn verwon dering er over uit te spreken, dat, m'et name de heer Holtrop de grondslagen der vorige regeling, zoowel voor de commissi? zelf ais in de openbare vergadering had geprezen, terwjjl hjj nu deze regeling, die op dezelfde basis is opgetrokken, zoo scherp j veroordeelt Voorts merkte hij tegenover j den heer Keizer op, dat er voor gemeen be- 1 betrekkingen altijd plenty liefhebbers zijn uit de particuliere bedrijven; toch wel een bewijs, dn t men ook onder de tegenwoor dige omstandigheden een gemeen te betrek- kfng prefereert. Nadat de Voorzitter en de sprekers daarop nog hadden geantwoord, werd een m'otr:? aangenomen, waarin de vergadering den gecèmbineerden besturen opdraagt: Motie. lo. Er bij den Raad op aan te dringen de wenschen, zooals die zijn neergelegd in het adres der samenwerkende organisa i- ën, in hun geheel over te nemen; 2o. indien de wenschen, zooals die yjjn neergelegd in het adres der samenwerken de organisaties, niet worden aangenomen, de geheele regeling, zooals die is voor gelegd door de commissie ad hoe, en ver anderd door het praeadvies van B. en W„ in haar geheel te verwerpen. 3o. de bestaande regeling in haar geheel te handliaven, doch alle minimum en maxi mum salarissen met £400 te verhoogen, met terugw erkende kracht van 1 November 1918, terwijl de periodieke verhoogingen in plaats van om de twee jaar jaarlijks zullen worden toegekend; 4o. deze motie te zenden aan den Raad en te publïceeren in de plaatselijke Pers. Vergadering en Adres van- de afd. Leided van den Ned. Boud van Wcrkl. in Openb. Diensten en Bedrijven. V ergadering. In „De Graanbeurs", welke goed gevuld was, hield gisteravond bovengenoemde af- deeling e^n openbare vergadering, waarin als spreker over de salarisvoorstellen der commissie ad hoe optrad de Bondsvoorzit ter de heer N. van Hinto, van Amsterdam. Bij ontstentenis van den voorzitter werd die vergadering geopend door. den tweede voorzitter, den heer G. van der Weyden, die daarop het woord gaf aan den spreker. Den heer Van Hinto deed het genoegen ook vrij veel vrouwen tegenwoordig t<s zien en hij knoopte aan dit verschijnsel eenige beschouwingen vast. Wat d'e salarisvoorstellen van de com- mi&sié ad hoe betreft, 6prak hij, het goedo er in willende erkennen en niet wegdoe zelen, waardeering en dank .uit voor de op heffing der duur totoeslagen en de omzet ting er van in loon, en voor de indleeling der lo-angroepen in plaats van in zeven in vijf, alsmede voor de instelling der perkn dieko venhoogingen iu plaats van om dö twee jaren per jaar. Hij moest echter ook gerechtvaardigde critiek uitoefenen op do voorstellen, welke wel, in overeenstemming met de nieuw jaarsrede van d'en burgemeester, beoogden alleszins bevrediging te wekken, maar waarin do commissie niet is geslaagd. Achtereenvolgens onderwierp spreker aan critiekde wijze, waarop de commis sie heeft berekend wat de loonsverhooging zal koeten, als onbehoorlijk, om de burgerij een rilling te bezorgende loonregeling zelve, welke niet voldoet aan redelijke eisehen, in verband waarmede hij naast elkaar legde do loonen in het plan der commissie on die van deze werklieden- organisatie. Spreker vergeleek tevens de loonen van soortgelijke werklieden in particuliere be drijven en bij het Rijk cn kwam dan tot de conclusie, dat de commissie do loonen veel te laag heeft genomen, ook in verge lijking met andere gemeenten. Tevens besprak hij den grooten sprong omhoog, .dien hoofdambtenaren, inzonder heid één hunner, zullen maken en ging heftig te keer tegen de verspreiding vaii een brochure met bepaalde strekking onder de werklieden door een bedrijfschef. De hèer Van Hinte ontwikkelde verder zijn bezwaren tegen de klassen-in dealing, o. a. van het personeel van den iuarkt- en. havendienst, riep wraak over de schande- Ioonen der werksters in dienst der ge< meente en behandelde in afkeurenden zin de in-werking-treding der nieuwe regeling op 1 Januari 1919 met korting van den genoten duurte-toeslag. Verder bestreed hij nog de bewering der commissie, dat ieder nu drie gulcfen per week méér zou krijgen als onwaar, en kwam op t-egen de blijkbare bedoeling om bij de nieuwe regeling het aantal dienst jaren niet te doen meetellen-. Op afbetaling, in d'e hoop op een an der samenstelling van Raad en Dagelij'ksdb' Bestuur dier gemeente, zullen wij deze voor stellen, want aan onze redelijke we.n< schen zal wel niet dcor den Raad worden voldaan zei spreker, aanvaardenmaar wij blijven ageer en voor redelijke loonen. Hij wekte, om dit doel te bereiken, op tot versterking der organisatie op politiek on economisch terrein en waarschuwde tegen pogingen om verdeeling onder de arbeiders te zaaien. Bij bespreking van de nota-Sybsma keur* de hij het hierin vervatte om de klasse- indeeling bij politie en brugperso-neel op te heffen goed' en stelde het z. i. dwaze van zoo'n indeefling in het lioht. Do bedoeling van de heeren Briët en Wilmer, om een kindertoeslag te geven» achtte hij uit den boozeeen kindertoe slag beteekent altijd een laag loon voor ongehuwden en voor kinderlooze gehuw den en geen hoog loon voor de anderen hij heeft loondruk ten gevolge. Van de Chr. organisaties, die er prat op gaan een wat ÏJslasid's Bekoring*. Novelle van WILHELM POECK. (Nadruk verboden.) Maar ik dacht, dat men mij op de hoeve vannacht wel onderdiak zou willen verkenen. De oude vrouw kwam ecihter buiten en zei zulke wonderlijke din gen, dat i-k niet weet of ik wel welkom ben." „Ik zal je maar apreohb zeggen, Jon, je bent het niet. Aslaug is woedend. Het is haar in hert hoofd! geslagen. Zij heeft dood eenvoudig tegen mij gezegd, dat ik mij vaai ,de hoeve moest scheren. En wat zij daar rtraka van jou gezegd heeft, dat wil ik niet herhalen. Ilot minste was nog, dat jij haar bij d-e mensahen in opspraak hadt ge bracht, en je niet moest vermeten je weer op de hoeve te rertoonen." „Maar ik heb toch tegen niemand iets gezegd," riep Jon verbaasd. „Nu je het toch weet, kan ik jo het wel vertrouwen; 3a, ik heb aanzoek om haar gedaan en zij h&rit mij gezegd, dat ik wachten moest. Maar ik meende toch „Heeft ïij jo oen bolotffce gedaan?" „.Dat nu -ïvel juist niet. Maar zij zei toon J.® wel. Nu heb je het voor den eer- sten Kiïd bij Aslaug verkorven. Neen, jij i,-ïf5iior,s eigenlijk geen schuld, jo hebt rt «an Aloör to danken, want dio heeft v'j, Jl° heidien gebabbeld. En zoo iets f e troteciie dochter niet verdragen. O, ik ken haar precies. Al neem je maar zoo weinig, als men een kat in den neus kan stoppen, dan beleedig je haar daar a-1 mee. Toch is er nog niets voor je verloren, als je"maar naar mijn raad wilt luisteren „Wat moet ik doen?" zei Jon bedrukt. „Het zou toch het beste wezen, als ik naar binnen ging en haar zei, dlat ik dat gerucht niet heb verspreid." ,,Om den dood niet!" riep Mar. „Dat zou het meest dwaze zijn, wat je zou kunnen doen. Je kent Aslaug niet. Dio is als een wilde kat. Als zij boos wordt, zou jo den ken, dat zij al haar verstand had verloren. Zij weot dan niet, wat zij doet en zegt. O, ik kan or van meepraten. Ik heb haar eens het was daar boven bij de drafbur bij ongeluk oven met do hand aangestooten. Toon heeft zij mij een duw gegeven, dat ik op eon liaar na in d'e beek was gestort. Ge lukkig viel ik in do dratburbak en kwam er met een blauw oog af." „Zoo iets zou ik nooit van Aslaug ge dacht hebben," zei Jon ontsteld. „Zio je wel," zei Mar. „Maar als je mijn raad wil volgen, rijd dan vanavond nog met mij naar de groote schapenweide in hot bc'vondal. Wij zullen wol een onderkomen in oen der tenten vinden. Morgen rijdt zij met Finnur en het dienstpersoneel ook naar hovendan zal haar toom wel wat bok cold zijn. Het feest en do lucht zullen i het overige doen, om haar in een vroolijko stemming to brengen. Dan kun jo ha^r alles zoggen, wat jo op het hart hebt, en ik ben overtuigd, dat zij je dan wel vriende lijk zal toelachen.j „Denk jc dat?" zei Jon. twijfelend. „Zeker. Rijd maar snel vooruit, voordat zij het buis uit komt. Daar graast mijn paardik zal het vlug zadelen en haal je dan iri. Gauw, maak voort." „Jo kunt wel gelijk hebben," zei Jon en wierp zich op zijn paard. „Maar jij komt mij toch dadelijk na?" „Zeker," zei Mar grijnzend. „Maar trek je liet geval niet to zeer aan." „Jon reed weg cn Mar begaf zich naar den stal om zijn gerei te halen. Het duurde een poosje, voordat hij weer buiten kwam. Hij had in den stal eerst eens flink moeten uitlachen. Het was een lachen, uit ge mengde gcvoolons voortkomende. „Toen snelde hij naar de weide en zadel- do zijn paard, wierp zioh er op en draafde in den maneschijn naar boven, totdat hij Jon had ingehaald. „Aoh," zei de lange Jon, „ik zou toch gaarne zelf met Aslaug gósproken hebben." „Dcmlcopbromde Mar, en sloeg Jon's paard! met zijn teenen zvveep tegen don schenkel, waarop hij zijn eigen beest in galop bracht. Toen Aslaug na eenigen tijd uit de voor deur trad, zag zij tweo schimachtige ge daanten in hot blauwe licht der maan door het dal rijden. Haar hart begon van vreug de snolier te kloppen. Zij was Mar in hooge mate dankbaar, dat hij den lastigen gast zoo handig uit den weg had geruimd. Hoe hij dat. had bewerkstelligd, kon zij niet begrijpen. Zij dacht er ook verder niet over na. Aloör, die Aslaug naar buiten was ge volgd, keek alle kanten naar Jon uit. Haar ooigen waren echter te dbf om de ruiters fce zien. „Ik zie Jon niet," zei ze. „Hij is zeker naar de schuur gegaan, om daar zadel cn toom op to hangen. Mar is er ook niet. Die staat zeker in een hoek met Ranka te pra- i ten; ik zag haar daar straks in den „bun" staan." „Neen," antwoordde Aslaug, „de knechts en d'e meiden zijn al naar bed gegaan. Die willen morgen in allo vroegte naar het feestterrein. Mar en Jon zijn vooruit gere den." „Maar dat Jon niet eens wat te eten heeft gehad!" zei de oude vrouw verwij tend. „Zijn merrie droop en het water lekte uit zijn kleeren. Ik had liem tooh moe ten laten binnen komen." „Laat ze rijden," zei Aslaug. „Heb je de logeerkamer in orde gebracht?" „Die visschersjongen had toch ook wel bij die knechts kunnen slapen," bromde Aloör. „Ja, als liet nog voor Mar was ge weest. Ik had hem nog willen vragen een toowerformul© over do zwartbonte koe uit to spreken, dio altijd zoo moeilijk kalft Den vorigen Nieuwjaarsnacht heeft zij ge sproken, zooals de koeien dat in dien nacht doen. Kari heeft het gehoord on mij ver teld wat zij gezegd heeft: „Kwam or toch maar een toowerkundig man om mij to be spreken, opdat de booze geeeten him kracht verliepen." Ja, de kamer is in orde." „Ga'^ dan naar bed," zei Aslaug. „En 'droom iets goeds voor onzen gast, hoor. 'Maak, dat er ccn goede geest aan zijn bed komt, die hem bij ons doet blijven. Het is alleen jcruw schuld, dat Björn naar het •Noorden wil gaan; nu weet jo liet." „Dat zou mijn schuld zijn, mijn hartje?" riep Aloör verbaasd. „Je legt mij ook van alles ten laste. Ben ik dan een raaf, die op een koogo stang zit, en onheil krast?" „Nu, op een stang zit je wel juist niet," zei Aslaug lachend. „Maar anders doch ga nu maar Aloör, die in werkelijkheid veel van een I -ouden raaf had, verdween met een zucht» I door de voordeur. Haar lieveling vond toaki altijd wat op ha-ar to hakken. I XT- Aslaug bleef peinzend voor liet huis ■staan. De koolo lucht deed haar goed. Heb -bloed hamerde in haar slapen en Tiaar hart klopte snel en onstuimig. Zij voelde, dat zij I op een keerpunt in haar leven stond. Haar •lot en dat van Björn hield zij in do hand. •Zij keek omhoog naar den hemel. De maan goot haar zacht zilveren schijnsel op het dal uit, de sterren keken uit zeldzaam schitterende oogen op haar neer. Het meer glansde als een donkere spiegelde bergen lagen daar als slapende reuzen. Niets be woog zich. Slechts af en toe klonk het kwa ken van een nend van den, oever van liet meer een hond blafte, een vos huilde in de verte. Zoo mild, zoo eigenaardig en plech tig als de natuur in dien nacht tot do men* schen sprak, klonken ook in dat uur «h> stemmen in liaar hart Zacht sloop zij on? den Baer lieen en keek door het verlichte» raam der woonkamer. Finnur lag in zijn stool te slapen. Aslaug had cr zich dikwijls over geërgerd, dat haat vader midden in het vrootijksto gesprek heb klaar speelde plotseling in te domme Ion. Nil deed zij dat niet. Tegenover hem zat Björn. Wat zag hij er weer somber uitl Rimpels groeven rich in zijn voorhoofd en om zijn mond lag en bittere trek. Nu sloeg hij zijn oogen op. Dio waren helder c-ü mooi. Een vaste wil lag daarin uitgedrukt* fWordt vervolgd.)]

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 1