Gemeenteraad van Leiden. FEUILLETON. §^o. 18140. LËIDSCFf DAGBLAD Zaterdag 19 Aprïf. Tweede Brad Anns© 1919. (Voortzetting van de zitting van Donderdagmiddag-) 5o. Voorstel tot -bestendiging van de pacht van de exploitatie van „Den Burcht ien De Graanbeurs' aan A. Backer. IJl) d'Ó heer HEEMSKERK vraagt of bij deze bestendiging rekening is gehouden mot ten jnissive van den minister, dat er geon ver gaderingen gehouden mogen worden, die in strijd niet de wet zijn. De VOORZITTER meent, dat deze kwès- jie gevoeglijk buiten beschouwing kan bliir ven.^Het zou voor den pachter ook te be zwaarlijk zijn, om dat te moeten bjoordeelen. De heer BRIËT meent, dat de vraag fei telijk deze is, of de raad voldoende ver trouwen heeft in het hoofd der politie. Waar dit hier zeker het geval is, meent hij dus ,ook, dat de kwestie weg kan blijven. Bij ctn nieuwen burgemeester zou de zaak cr. echter anders voor kunnen komen te ataai. De VOORZITTER blijft bij zijn meening. Dc politie heeft toch alle recht our in te grijp :n Het voorstel wordt daarop zonder hoofde lijke stemming aangenomen. 6o. Voorstel tot bestendiging van de pacht van de exploitatie der buffetten in de Stads gehoorzaal aan W. F. v. Ingen Sehenau. Jr. Conform besloten. 7o. Praeadvies op het verzoek van de nf.i Leiden en Omstreken van de Kon. Nut. Vereeniging tot steun aan Miliciens om toekenning van een verhoogd subsidie. ■.Conform' besloten. 80. Voorstel tot wijziging van het Kaads- oesluit van 2 Mei 1918 in zake de aanvaar- iiing tan heb Rijksvoorschot ten behoeve van de uitvoering van het bouwplan der ftVoningbouwvereeniging „Ons Belang", be noorden den Maresingel en tot vaststelling [tan den desbetreffende» begrootnigsstaat. De heer REIMERINGER wil het vrien delijk verzoek doen namens de financieels commissie, voortaan deze zaken eerder in haar handen te geven. De heer EERDMANS ondersteunt dit ver zoek. Bij 'hen. wordt er soms zelfs aan de deur gewacht op zijn beslissing. Wethouder ,VAN DER POT wrjst er op, hoe de leden der commissie tochook Jeden Tan den Raad zijn en lus de zaken ook .vanaf Zaterdagavond kunnen nagaan. D'e VOORZITTER zegt, dat zooveel ?no- gelijk aan het verzoek tegenïoet zal worden gekomen, terwijl ook kiji meent, dat het toch niet een zoo moeilijke zaak is. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 9o. Voorstel tot wijziging der begrootm- gen, dienst 1918 en 1919, ten behoeve van de meerdere {tosten vjn aanschaffing en plaatsing der noodwoningen en tot regeling van de exploitatie dier noodwoningen. De heer P. J. MULDER zegt, dat hier flns pl.m'. f1200 per woning meer wordt gevraagd, oftewel een halve woning; .toch ,wel wat veei. Wethouder VAN DER POT merkt op, dat de regeering de gemeente voor de keus stel de, de noodwoningen te vergrooten en zoo doende den rijkssteun te behouden of zonder dezen steun vérder te bonwen. De keus viel toen natuurlijk in eerstgenoemde richting pit, hetgeen in ieder geval minder kostbaar was dan het laatste. Het voorstel werd daarop zonder hoofde lijke stemming aangenomen. lGo. Voorstel tot wijziging van de be grooting dienst 1918, ten behoeve van de kosten van uitbreiding der Centrale Keuken. De heer EERDMANS wijst er op,, hoe 4 >n plaate van 3 ketels zjjn ingesteld. Die géne ketel moet f3000 hebben gekost, de e.ectr. afzuiginrichting f2500. Dat is niet in overeenstemming met de zuinigheidsidée, die. toch voorzat. De commissie heeft maar gedaan, doch de raad heeft de verantwoor delijkheid en moet nu maar voteeren. Hij is echter niet van plan, daaraan mee te doen. Men had den Raad- er dan maar eerst in moeten kennen. Wethouder VAN DER POT zegt, dat het, achteraf bekeken jammer is, dat tot deze uitbreiding is besloten, maar wie kon destijds voorzien, dat de oorlog zoo spoedig zóu zijn afgoloopen? Hij ontkent, dat. de zuinig heid met is betracht Het plaatsen van den 4den ketel ontlastte de gemeente zeOL iiïtan- ciecl, doch het is niet alleen geschied om dc duiten; het liet zich aanzien, dat deze noodig zou zijn. Hetzelfde geldt voor de electr. afzuiginrichting. Door de aigemeene p-rijsverhoogingen, is de begrooting inder daad aanmerkelijk overschreden, maar met db zuinigheid is altijd rekening gehouden. De heer FOKKER is niet bevredigd dooi de woorden van den wethouder. Hij veelt daarom bezwaar voor het voorstel te stem men. De heer EERDMANS houdt vol, dat z. i. het geld niet is besteed volgens bet plan. Men is daarbuiten gegaan, op eigen gezag, zonder de commissie van fabricage daarin te kennen. Het lastige geval is. dat het geld besteed is, zooals ook zoo dikwijls bij het Rijk gebeurt. Hij meent, dat dit een politiek is, die niet of althans zoo weinig mogelijk moetworden toegepast. Wethouder VAN. DER POT zegt, dat zuinigheid en het niet-toekennen met een crediet absoluut niet in tegenstelïi- g zijn met elkaar. Men kan zuinig zijn en toch niet toekomen. Formeel is voor een bestuur zich te onthouden van elk overschrijden op eigen goedkeuring niet mogelijk. Moeien B. en W. soms het teveel betalen? Dat zou ook het ambieeren van het wethoudersbaantje niet bevorderen. Dc beer EERDMANS roept: Dat zou jnis- sch'en een goed lesje zijn. De heer FOKKER erkent, dat soms inder daad overschrijden onder eigen verantwoor ding van B- en W. voor moet komen, doch ook het tegenovergestelde kan voorkomen en waar hij meent, dat dit hier net geval is gew&est, zal hij tegenstemmen. De heer A. MULDER, erkennend, dat in de woorden van den heer Eerdmans wat waars ligt, wil toch voorzichtigheid in dezen raden. Daaruit kan toch voortvloeien, dat B. en W. licht geneigd zullen Worden onï op de begrooting maar 10 of 20 pCt. te gooien. Gevaarlijk, waar liet toegestane cre- d'et bijna altijd verbruikt wordt. De VOORZITTER, onderschrijvend wat de heer A. -Mulder lieeft gezegd, merkt cp, hoe de practijk juist leert, dat schrale ramingen, dio dan geregeld overschreden worden, het zuinigst zijn voor de gemeente. Bovendien, de zaak moest vliegensvlug gaan, liet is dus licht mogelijk, dat in de begroe ting iets vergeten is, maar voor de ge meente heeft dat toch geen grootere uit gave meegebracht, dan dat het direct in de begrooting was opgenomen. Veel „meer te laken zou Zijn geweest wanneer het )ntet de voeding niet direct in orde was geweest. De WETHOUDER zegt nog, dat het te kort de resultante is van misschien 25 fac toren, waarvan de groote bekend waren, maar de kleine pas bekend worden bij het opmaken der rekening. De heer FOKKER ziet na het praeadvies van den Voorzitteraf van hoofdelijke stemming. Het voorstel wordt aangenomen. 11e. Voorstel tot vaststelling van een 2-ta) ontwerpen tot herziening van het Uit breidingsplan der gemeente. (88) De heer OOSTDAM vraagt, of het moge lijk is te letten op een vriendelijken gevet der fabriek, waar de Sophiastraat daarop uitziet, ii} overeenstemming met de omgeving Wethouder BOTS Zegt, dat recht van elschen in dezen niet 'bestaat, al zien B- en W. het bouwplan. De heer PLANJER zou graag willen, dat zulke partieele wijzigingen jn bouwplannen werden vermeden. De VOORZITTER merkt op, dat dit niet altijd mogelijk is. Het voorstel wordt daarop zonder hoof delijke stemming aangenomen. 12o. Voorstel tot 'beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de uitbreiding van het getal agenten van politie. (94) Conform 'besloten. 13o. Voorstel tof beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de kosten verbonden aan do reorganisatie van den dienst der Gemeentebelastingen. (89) Do heer VAN DER. ELST verdedigt als voorzitter der commissie de voorstellen. De gemeente heeft thans gelukkig een zeer be kwaam ambtenaar, die echter veel werk op zjjn schouders ziet laden, Zrjn hoofdwerk ir oei echter controle .zijn en daarom mag hij zich' niet te veel verliezen aan bijzaken, als regeling der openbare belasting op ver makelijkheden. Conform besloten. 14o. Voorstel: a. in zake de verhooging van de jaar wedde der Wethouders; b. tot vaststelling van een verordening, regelende de pensionneering der. Wethou ders. (66) Allereerst wordt 'behandeld punt a. De heer SIJTSMA, het voorstel princi pieel willende behandelen, afgescheiden van da personen, wil twee vragen steller.: lo. is verhocging der jaarwedde tot f2500 noo dig £n gewenscht? 2o. Zoo ja, is het wen- schelijk, dat nu te doen? H-: meent beide ontkennend te moeten beantwoorden. Wanneer de taak van een Wethouder de haele persoon vroeg, dan zou hij voor de verhooging zijn, doch zijn 1S- jarige ervaring als Raadslid heeft hem ge leerd, dat nog nooit een Wethouder een bijbetrekking heeft opgegeven en z. i. zal dat later ook niet gebeuren. De politiek is een voorname factor bij de benoeming van een Wethouder, waarbij niet altijd gelet wordt op- de 'bekwaamheid. Een andere factor daarbij was tot nu toq.vaak standing, maar misschien zal dat uu wel veranderen. Aan de zucht tot navolging moet men zich onttrek ken. H-j acht den tijd voor deze maatregelen, niet gekomen, waar dit is een vooruitloo- pea. op de verkiezingen. De volgende Raad moet die kwestie maar uitmaken. Deze moet niet den schijn op zich laden, of zij deze Wethouders waarover de Raai in het al gemeen tevreden is nog even moet hel pen. De lieer HEEMSKERK is van oordeel, dat in de toekomst het opgeven van njjbaa'n- tjes z. i. wel noodig zal zrjn. Hij wijst cp, Arnhem, waar de salarissen op f 4000 zijn voorgesteld- Daarom kan hij zeker meegaan met dit voorstel. Het gehalte van den Raad' verandert langzamerhand en mdnschen, min der met aardsche goederen gezegend, zul len straks misschien op den wethoudersstoel worden geroepen, waarom verhooging dei- traktementen zeer zeker noodig is. Liet men het aan den nieuwen Raad over, zou die dan niet den rtchijn. op zich laden, alsof hij direct op voordeel voor, een deel zijner leden uit is? De heer BRIËT is door de argumenten van den heer Sijtsma versterkt in zijn mee ning ten gunste van verhooging. De Wet- houdeis moeten juist in slaat gesteld waaien, de 'bijbaantjes op te geven. Hij! wil hoogere eisehen aan hen stellen. Een Wethouder! moét geheel opgaan in het publieke leven, moet leiding kunnen geven, niet achteraan loopen, zooals zoo raak het geval is. Hij gelooft, dat als de; Wethouders lrier zoo hun taak kunnen vervullen, dan zou dat veel beter zijn geweest, als bi v. de sala- riecring' der ambtenaren, enz. Het moet straks uit zijn met het collegiaal optreden van B. en W., waardoor de neiging bestaat, alles den een enkeling over te laten, die dan veelal de burgemeester is. Dat kan echter, alleen bij voldoende salarieeriug. Js die er,, dan kan men meer eisehen Brui dat de Wethouder een fooi krijgt. De heer Sijtsma is nog ouderwetsch, die -denkt nog aan het wethoudersbaantje, dat men op zijn sloffen afkam Wie aan publiek be lang zijn leven wijdt, wordt niet rijk, daar om is spr. geheel voor pensionneering. f 2500 acht de heer Briët te weinig. Hij zou f4000 willen voorstellen, doch, ge let op liet feit, dat de Raad niet bijzonder warm gezind is te dezen opzichte, dost hij een voorstel het salaris te bepalen op f3000. Straks zal een nieuwe Raad staan voc.r de keuze van Wethouders. Dan zou kun nen vporkomen, wanneer het salaris f 1500 was gebleven, dat iemand het ambt niet kon aanvaarden of hij zou noodwendig zijn beroep moeten aanhouden, hetgeen aan de vervulling van zijn taak niet ten goede zou komen. De VOORZITTER zal het voorstel van de.i heer Briët, Jat voldoende gesteund wordt, beschouwen als een amendement. De heer FOKKER steunt den heer Briëf. Liever had h ij f 4000 zien voorgesteld, doch dan daaraan verbonden de eisch. zich geheel te geven. Maar moet de vethooging ook gelden voor de zittende Wethouders? Met terzijdestelling van de personen meent hij dat tc moeten ontraden. Het gaat toch niet aan dit verhoogd salaris te geven aan hen, die de Wethouders-betrekking altijd beschouwden als een bijbaantje. Het is niet ondenkbaar, dat destijds} was het verhoogde salaris er toen al geweest, een andere keus zou zjjir gedaan. Dc heer W1LMER vindt verhooging ge heel in den lijn van den tijd, die wil ver hinderen, dat personen zonder geld onge schikt blijven voor eenig ambt. Toch wil hij waarschuwen niet te ver te gaan, opdat het wethouderschap niet wordt een betrek king, geambieerd om het geld. De grens precies te trekken is moeilijk, maar hij meent, dat 'f2500 juist goed in 't midden ligt. De heer SIJTSMA meent, d»t hoogere salarissen noodig zouden zijn, waarneer het een ambtenaar betrof. De partij, die het slerkst is, zal de wethouders kiezen, of zij d- geschikte persoon neeft of niet. Hij ge looft dat de nu zittende heeren bij f3000 salaris niet meer gedaan zouden hebben. In zeker opzicht blijft liet wethouderschap toch een eerebaantje. Hij blijft er verder bij,' dat het nu niet de tijd voor zooiets is. De heer PERA dacht vroeger het voor stel Ite zullen bestrijden, maar gezien do aigemeene verhoogingen en het toenemende werk der wethouders is hij van gedachten vc-randerd. Ook deze wethouders moeten dan z. i. in de verhooging deélen volgens het voorstel. De heer HEEMSKERK meent het begrip eerebaantje juist los te moeten maken van hef wethouderschap. Hjj is het er meo eens, dat deze wethouders goed voldaan hebben, doch hadden- zij nog niét nreer kannen doen? Bij f3000 kan men eisehen stellen. De heer VAN DER ELST, er nog op wij zend, hoe het rijk de gemeenten overlaadt met werk, gaat met het voorstel mee. Hij is voor f2500, dan blijft het wethouder schap nog gedeeltelijk een eerebaantje en ontgaat men het gevaar van ambieering om 't geld. Deze Raad moet de zaak regelen; do volgende moet precies weten, waar hij aan toe is. De heer BRIËT, het bezwaar van am bieering onï 't geld erkennend, meent ech ter, dat de partijen daarom haar verantwoor delijkheid wel beter zullen beseffen. 'I Zou toch te mal zijn, wanneer straks een wet houder bij den Raad proest komen met een: ik kan niet rondkomen. De VOORZITTER vond 9 jaren geleden f1500 voldoende, toen het wethouderschap nog maar een eerebaantje was. Dit is ver anderd en zal z.i'. in de toekomst nog meer veranderen, zoadat hij verhooging alleszins gewettigd acht. De heele persoon tischt het wethouderschap niet; was dat het geval, dan. zou een nog heel andere salarieering noodig zijn. Wanneer straks nieuwe wet houders gekozen worden, zullen zij zich in de zaken moeten inwerken. Zijn zij niet ge schikt "dan zou alles op 'den burgemeester neerkomen, wat niet meer mogelijk is, zoo- als vroeger in kleine gemeenten. Voor hem als burgemeester is liet noodig menschen te hebben als wethouder, waaraan hij wat heeft en dan is z. i. de salarisverhopging, zooals de heer Briët die voorstelde, niet te hoog. Het a mi en d e m e n t-Briët, in stemming gebracht, wordt verwo rpen mat 13 tegen 10 stemmen Xdie der heeren; Oostdam, De Boer, Huurman, Sasse, Fokker, A. Mulder, Heemskerk, Briët. Reimeringer en Van Tel). De heeren FOKKER on HUURMAN ver klaren nu tegen het voorstel der commissie te zullen stemmen. De VOORZITTER ontraadt, nu niet ge heel hun zin is gedaan, toch een dergelijk optreden, wat een slechten invloed op den gang van zaken zou hebben, want dan zou men met een tiaar maanden opnieuw voor deze kwestie staan. Het .voorstel der commissie wordt daarop a a, n g e n om' en met 20 tegen 3 stemmen (die der heeren Sijtsma, Fokker en Huurman). De wethouders stemden niet ;uee en namen aan de discussie geen deel. Voordat overgegaan wordt tot punt b. stelt de heer PËRA, gesteund door de meeste leden, even voer halfzes voor de zitting te schorsen, hetgeen wordt aange- Dondcrdagavond-zitting. Bij de avond-zïtiing weren afwezig de hee ren Timp, Van Gruting, Eerdmans, Sasse,, R'einieringer, Roem, Boot en De cange. In behandeling kwam nu het pensioennee. ringsontwerp der wethouders, waarin op voorstel van den Voorzitter nog cenige redactiewijzigingen worden aangebracht. Aigemeene beschouwingen worden niet gehouden; direct wordt overgegaan tot arte- ke.sgewpjze behandeling. Bij art 2 stelt de heer PERA een amen dement voor, luidende: „Een wethouder, cBa anders dan tengevolge van ziekte of niet- herkiezing, niet- ten minste 7 j'aar en 11 maanden achtereen als.zoodanig heeft gefun geerd, kan geen aanspraak, op pensioen doen gelden." In zijn toelichting zegt de heer PERA, dat de bedoeling is, het pensioen niet te zwaar op de gemeentekas te doen rusten, door te voorkomen, dat iemand na 4 jaar zegt: Ziezoo, ik beb 't pensioen binnen; ik ga heen. De heeren VA~N DER ELST en SIJTSMA' bestrijden het amendement, dat zij niet denk baar vinden, terwijl de lieer WIL-MER het verdedigt Het amendement wordt verworp-en met 116 stemmen (die der heeren P. Mul- der, Oostdam, De Boer, Pera, Wilmer. en Zwiers). B ij art 4 stelt 'de heer PERA volgend amendement voor: „Het pensioen wordt riet genoten, zoolang de rechthebbende op jvenr sïoen een betrekking ten laste van de ge meente bekleedt, waaraan een aanvangsjaar- wedde van f2000 of meer is verbonden/* De beer HEEMSKERK is zoowei tegen bet amendement als tegen art. 4. Het pen-< sioen is een belooning voor gepresteerde! diensten, het gaat niet aan, die weer te ont trekken wegens den arbeid op ander gebied. De beer OOSTDAM voelt daarin geen onbillijkheid, vooral bier niet, waar het pen-, sioen reeds na zoo korten tijd wordt ge-i noten. Bij bet rijk is bet ook zoo. De VOORZITTER wil er op wijzen, boer een dergelijk artikel beslist noodig is. Zoo'n gepen?kmneerde kan later weer wetbon- der of burgemeester worden. Moet hij dan pensioen hebben naast de jaarwedde? Zonder hoofdelijke stemming wordt het amendement-Pera aangenomen. Bij art S vindt de heer A. MULDER het wat vreemd, dat schriftelijk het pensioen' moet worden aangevraagd, waarop le VOOR ZITTER er op WQst, - dat di', altijd zoo ge-i regeld is. De geheelc verordening wordt daarop zonder hoofdelijke stemming .lan gen o m e n. De VOORZITTER brengt buide aan de commissie, bestaande uit de heeren Van oer Est, Briët, Van Rombnrgli, Eerdmans en' WTmer en aan den gemeente-secretaris voor, zijn verleende hulp, bij welk faafete de heer WILMER zich volledig aansluit. löo. Verordening tot beperking van den nachtarbeid, tevens houdende verbod van' Zondagsarbcid ia bToodbakkerijen te Leiden. (53 en 79) Bij de aigemeene beschouwingen raagt - de lieer A. MULDER, of bet, nu Minister! Aalberse met zijn wetsontwerp is gekomen,; nog noodig is, om misschien hier voor eeni- ge weken den bakkers nachtarbeid gemeen telijk te regelen. W,orden zoodoende geen- onnccdige onkosten gemaakt? Hij acht daar om aanhouden van bet voorstel gewenscjïi De heer HEEMSKERK is niet voor aan houden. Gezien den tragen gang van zaken in het parlement, en de abnormale tijds omstandigheden, twjjfelfc hij' er aan, dat het ent werp-Aalberse binnen ShOmaandeh wet zal zrjn en daarom acht hij gemeente: golingt bier gewenscht. De VOORZITTER, er op wijzend, hoe, wanneer bet van hem bad afgehangen, da regeling 24 October er al gekomen zon zijn, doch telkens weer uitgesteld is (men wenschte 5 poolen aan één schaap) wil, nu het werk eenmaal !zoo ver gevorderd is, door gaan. Hrj meent weliswaar, dat het ontwerp- Aalberse misschien in Juli al wel wet aal zijn, maar men mag hier geen twijfel latera aan de goede trouw tot het invoeren rara sociale maatregelen. In Jiet rijksontworp gelde het alleen verbod van ^nachtarbeid^ i hier ook nog vervoer, verkoop1, enz., dank i zij de oneerlijke concurrentie nit de buiheor H®k©i,ss2,gg\ Novelle van WILHEI^T POECK. (Nadruk verboden.) Do Ba er was gr oot, hij bestond uit vijf wo ningen, waar zich aan den achterkant twee enjen 91ovcdgobouwc.n Koij aonsloitefi. Alle zolders waren vol. De muren en vloeren der woonvertrekken waren van hout, do ra men helder blinkend en do houten voor gevels. moo* "groen en wit geverfd. De woon kamer I),- waarin alleen Finnur sliep, be vatte, behalve het. bod en o enige kleerkas ten, een sofa, verscheidene stoelen, een spiegel en platen zooals men dat op andere boerenhoeven niet aantreft.. Nog beter huis raad was in do aangrenzende kamer te vin den zelfs een harmonium. Ook de logeer kamer en het vertrek, waarin Aslaug en lAloör sliepen, waren behaaglijk ingericht. Do keuken hadi een gemetselden schoor steen en ccn ijzeren stookplaats. De inrich- haar voormalige bestemming, ting- van dê Oddurbo&ve ging ver in den omtrek v 1 c/len&wa«i*dig door; die was van do huwelijksgift van Finnur's vrouw gekocht en door bemiddeling van Jens Niel sen in.een schip uit Denemarken—overge bracht. Jon beschouwd© al die dingen met een gemengd gevoel van vre?agdo en ontzag. Op injii hoeve was alles volgens de armoedige 1) IJil. baóstofa badkamer, volgens wijze van het land ingericht. In do woon kamer op do Sachshoeve stonden slechts een tafel, ocmigo banken en een heel groot bed1, waarin hij zelf met zijn moedor en twee jongere boers sliep. Het leek hom ge noeglijk, als men zijn leven een beetje, be haaglijker kon inrichten. Maar do afstand! tusschen hem en do ontwikkelde boeren dochter, dio van den Sera onderricht had gekrogen on oen jaar lang bij voorn am o bloedverwanten in Denemarken had door- gobracht, kwam hom opeens zeer groot, voor. Hij dacht er aan, wat hij wel moest zcggicn, als zij straks tegenover hem zou zitton, en do moed zonk hem nog dieper in de schoenen. Finnur bemerkte, dat Jon stil was geworden. Toen zij weer in do kamer waren, schonk hij uit een flesch brandewijn tweo glazen vol, hief het zijne op en zei „Schep moed, mijn vriend. Niets doet meer kwaad) bij de meisjes dan bloohoid. Wie niets zegt^dien houden do meisjes voor dom." Op dit oogenblik kwam Aslaug met do koffie binnen. Al den tijd had Jon or over gedacht, of hij haar ook volgens, het gebruik met een kus zou durven begroeten. Ja, bij wilde dtub doen maar toen zij nu zco groot en mooi met oen fijnen glimlach ora haar trotschen mond voor hem stond, durfde hij dat tooh niot wagen. Aslaug scheen hot ook niet verwacht to hebben. „Het geluk zij met je, Jon. Welkom op do Oddurlioeve," zei zij slechts. Men ging aan tafel zitten om koffie te drinken. Het gesprek wilde niet recht vlot ten. Finnur stond eindelijk op, hij jnoest eens naar de knecht-s gaan zien, beweerde hij. Bij het verlaten der kamer knipoogde hij Jon bemoedigend toe.- Jon bleef op zijn stoel zitten en hield de oogen op zijn koffiekopje met vergulden rand gevestigd, alsof het een vreemd dier was, en bewaarde het stilzwijgen. Waarom keek zij toch steeds naar zijn vin gers?" dacht hij. Hij vond zijn handen plot seling zeer groot en onbehouwen en stak zo in zijn zak. Aslaug amuseerde zich in stilto over den zwijgenden gast. Hij is tooh echt onbeholpen, dacht zij. Maar IïOt volgende oogonblik had zij weer medelijden mot hem. Zijn goedig gezicht zag er zco vreeselijk verlegen uit. Zij moest hem toch wat te hulp komen. „Is er niots nieuws bij jullie in 't Sachs- dal vroeg zij. Jon bedacht zich. „Neen, ik weet in 't geheel niets," zei hij na een poesje. „Of ja, onze zwarte kao hcoft gekalfd." „Zulke dingen gobouron hier ook," zed Aslaug lachend. „Onze klokhen heeft kui kentjes uitgebroed en tweo van onze katten hebben samen zeven jongén gekregen. Ben je vier mijlen van Sachshoevo hierheen, gorod'en, om mij dat t-o vertellen?" „Dat nu wel juist niet," antwoordde Jon, terwijl hij zijn handen *uit den zak trok, die zeor opmerkzaam beschouwde en zo cr weer instak. Hij voeldle zich alles behalve op zijn gemak." „Ik trouw van mijn leven niet met zoo'n stijven Klaas," dacht Aslaug. „Neen, jonkvrouw©," zei Jon plotseling als met den -moed der wanhoop. „Daarom be>n ik waarlijk niet gekomen. Gij weet, dat ik maar een boer ben en do woorden niet zoo weet te kiezen. Lk zal dan ook maar dadelijk zeggen, wat ik heb te zeggen. Kijk, mijn moeder wordt oud en kan het huis houden niet goed meer bestieren. Zij vindt, dat er een a-rouw in huis moet komon. Nu heb ik er langen tijd over nagedacht; maar er zijn weinigen, die mij bevallen Hij aarzelde, keek van zijn kopje koffie op en vestigde zijn oogen met een blik vof hartelijke genegenheid op Aslaug. Een don kere blos over toog zijn manlijk gezicht tot diep onder den blonden baard. „Hij is toch eigenlijk nog zoo kwaad niet," dacht Aslaug. „Ik wist cr wel één," ging Jon voort-, „mét wio ik het' graag zou wagen. Het is diegene, om wie hier vandaag heengereden ben maar ik vrees, dat ik haar tc gering ben. Ik 'ben maar een eenvoudige boer, Aslaug, en niet eens op de geleerde school geweest, zooals jo vader. lk houd echter bijzonder veel van jo on heb ook een paaT flinke handen om t-e Werken „Als hij zo maar niet altijd in don zak hiold," dacht Aslaug geërgerd. „Hoo kan iemand iïu zoo zitten, als hij een meisje ten huwelijk -vraagt." „Daarom wou ik jou vragen, Aslaug Ik wou je verzoeken of jo Ik zie het aan je oogen, dat je je zelf vroolijk maakt over mij, doch dat wil ik gaarno v erdragen, als jij mij maar zeggen wilt, dat je in je hart ook oen beetje van mij houdt." „Zeker, ik mag je licel graag. Jon," zei Aslaug, cn, aan een opwelling van haar ge voel toegevend, stak zij Jon over do tafel haar hand toe, dio de jongo boer met een stevigen greep in de zijno nam. „Ik weofc echter niet, of ik wel zooveel van jo houd, als een meisje toch van cen_man moet hoi?- deoi, wien zij voor liet geheel o loven zal toe- behooren. Daarover moet ik met mijzeivo nog langen t-ijd to rado gaan en dus lean ik je nu nog niet liet woord zeggen, dat jo wel zoudt wcnschcn to hooren. Maar ik wil je ook geen antwoord geVen, dat jo bedroeft. Ik voel mij hier zoo gelukkig. Ik heb nu slechts gedachten aan het huishouden ia mijn hoofd en geen huwelijksgcdachten. Maar ik west ook, dat dit niet zoo kan blij ven, en heb geen hist, zooals mijn vadear eens meende," zij schoot, in een vroolijken lach, „als een oudo jonge juffrouw ton. grave te dalen. Denk daaraan, als jo mor gen naar huis rijdt. Want ik verzoek ja recht hartelijk onze gast te blijven." Met dit tamelijk twijfelachtig antwoord moest Jon zich tevreden stellen. X. Jon's bezoek had het personeel op de hoeve in groote opwinding gebracht-. Men verdiepte zich in allerlei gissingen. Nie mand echter twijfelde cr aan, dat Jcoi met een aanzoek voor don dag was gekooien.- Men wist, dat hij -voor Aslaug graoto gene genheid koesterde en do Zcudagsche kleercu mhakten dat vermoeden tot zekerheid). Do mccningen waren echter zeer verschillend. Had Aslaug hem laten gaan of had hij go itado in haar oogen gever.den? De meiden, dio in zulke dingen het fijnst voelden, be weerden, dat Jon m<ïfc een gunstig antwoord naar huis was gereden. Maar de knechts zeiden, dat wio zco iets geloofde, eenvoudig uitgelachen moest worden. Eindelijk kwa men beide partijen hierin o-vereen, dat men niets zeker over dit punt kon zeggen cn moest afwachten. Allen wonschten echter in hun hart, 'ckrir -Jeu bij Aslaug succes zou hebben. Want zij mochten hem graagliij was zoo zachtzinnig, en zij zouden met Jon. als opvolger op dto hoeve zeer tevreden zijn. I Do cnide Aloör liet Aslaug niet met- rust, j voordat zij liaar het heele verloop van het aanzoek haarfijn had meegedeeld. Aslaug gaf bereidNvillig verslag, want zij gevoelde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5