Ho. 18123. LESDSCH DAGBLAD Zaterdag 29 Maart. Tweede Baad Aruiü 1919. PERSOVERZICHT. TWEEDE KAMER. Uit liet dagboek yan een Machinist. D o o d d e t w ij z e r s w o d 4 e a. u— „BE MAASBODE" zegt: In tweeërlei op richt .vooral heeft het ontwerp-Do Visser niet igelheel komnen voldoen, waar het op foo me nijg ander punt, bevrediging schenk. Onvoldaan was men. wanneer men dlo wer kelijke wedden van onderwijzers met vel© kinderen vergelijkt met het salaris, dat /.ij btraks zullen ontvangen. Bat komt vooral uit bij die on derwijzers, die, zoo als openbare onderwijzers in oen stad alia Amsterdam, een goed ■salaris •genieteJi, waarbij d'an nog kindertoeslagen ontvangen worden. Mei: herinnert zich de voorbeelden, welke in de pers de ronde hebben igedaan. en, ofschoon 'dergelijko gevallen altijd r.i1 zcnderiragen be treffen, toch veel indruk gemaakt hebben. Hier moest, zoo veelde men, een mouw aan gepast dorden. Vanzelf kwam men tot de gedachte vin ©en kinderbijslag. In hei ontwerp zelf toch is de gedachte van de Staatscommissie over genomen, can de drie laatste periodieke vcr- hooginigen principieel aan te merken als die nontic ter bestrijding van do toenemende gez i nsbehoef tenZe U's werd do gedachte ge opperd, blijkens het VcKmloopig Verslag, om dio vorhoogin'gen an een kindertoeslag om te zetten. Nu zou echter niets zóó goed uit. Je im passe helpen, aio hot simpele middel van handhaving van het wetje-Heemskerk. Blijft dial, van de algemeene afschaffing van vroe gere regelingen verschoond, dan zou er ve lerlei on'billijkheiJdl zijn weggenomen^ Wan neer de igeruehten juist zijn, als zou a'e zaak deze wending nemen, dan zouden wij het van ganseller harte toejuichen. Als tweede grief gold vooral het onvol doend relief voor de- u. 1. o. en m. u. J. o.- ttceikraohten. Wat hun als vergoedingen voor akten .gegeven werd, was te laag voor elke akte en te zeer beperkt, in het maxi mum. Waar -dit soort onderwijs het eerste en aangewezen middel is voor zeer breed© verbetering van de volksontwikkeling, werd het niet. voldoende geoord. Nu bereikto one het gerucht, dat. hierin sou worden voorzien. Bat ook zouiden wij van harte toejuichen aio een uitnemende ver betering. -* Als dir. De Visser niet reeds zoo veel be wijzen had gegeven alles uiterst vising _af te handelen, dan zouden wij eerbiedig bij den Minister'op spoed aandringen. Thans is dit geheel overbodig. Te loet reu ren ia wel. dat het Voorloopig Verslag door verscheidene, oo-izakcn wachten moest. Eerstens was daar -do ontoereikend heid van het. personeel der griffie ten ge volge van zickto. Ban de verhindering; van een der .rapporteurs en eindelijk diaarna we der do ziekte van den. ei-gen lijken steller va a het verslag. Hopen wij, d'at thans de zaak met voi-la •eilen voortga. Be C li i' i s t c '1 ij k c Stait fin het Theater. Over den Chrdste- lijkou Staat o.n het Theater bracht .DE NE DERLANDER" vier hoofdartikelen. Uit liet laatste artikel vermelden wij: „Indien het opvoeren van schunnige, ze denbedervende stukken dienen moet om de Bohiire te trekken en al zoo het bestaan der onderneming mogelijk to maken, laat dan de Rogeering liever liet theater krachtig finaeieel steunen, doc.h aan dien steun voor waarden vedbindei. Zij kan o.a. bedingen, dat het spelen op Zondag niet. mag plaats hebben, ook omdat de toonodspelers even-, goed als do -andere burgers het recht, hebben op een rustdag. Zij kan verder een Gommis sic van Toezicht instellen, belast met de taak, om datgene te waren, wat direct tege11 dO geboden Gods ingaat of die tgoedo zeden ondermijnt. Hot eenvoudigste, dunkt ons, zou zijn, dat de Commissie ©Ik jaar opnieuw had te adviseeron of niet de toelage kan wor den voortgegaan. De aldus begunstigde to> nec.1 vereeniginig zou dan, zoodra zij zelve in twijfel kwam oi een stuk -ail d'an niet toe laatbaar is, in haar eigen belang zioh tot die Commissie wenden, om vooraf haar oor deel te vernemen, terwijl zij tevens baar vrijheid zou behoudenzij liet metdie kaas van de toelage te verliezen. En de leden der Commissi© zouden zich niet .gedwongen zien v oraf die stukken na te -gaan; iels, wiat Ojp den duur zoo vervelend en tijdroovend is. d'at het allicht zou worden nagelaten. Zaten in zulk een commissie ook mannen van het vak, dan zou .dezen vaak tijdig gewezen kun nen worden op uitdrukkingen of voorstel-. lingon, die, terecht aanstoot geven, al wer den zij niet met dat, deel in het tooneölstuk opgenomen. Op die wijze zouden do spelers zel.ven op hun stukken de jnoqÖige critici: kunnen toepassen. Her. gaat hier eigenlijk om dezelfde zaak, als bij dc openbare leeszalen. De R.-K. wil den daarvan niet. heoren, omdat zij taürijk genoeg zijn R.-K. leeszalen in te richte.i, waaruit alles geweerd wordt wat _de_ geeste lijke leiders verkeerd achten. Ze zijn in staat op dezelfde wijze ook R.-K. toonealspelen to bevorderen. Wij, Protestanten, hebben -geeu geestelijke leiders, waaraan wij ons allen krachtens ons geloof to onderworpen heb ben; do gegoede standen hebben voor een groot deel zich onttrekken aan een o-p Go'Js Woord gegrondvesten godsdienst, en zijn dtientengevolge niet talrijk genoeg, om te voorzien in datgene, wat op dit gebied het volk behoeft. Onze groep, in tegenstelling met de Anti-revolutionnai'renbeeft daarom het subsidie voor de openbare leeszalen toe gestaan. mits deze zekere voorwaarden .aan vaarden, o.a. een behoorlijk toezicht. Ons diunkt diat inzake het teoneel dezelfdo weg ware te volgen ten aanzien van de sohouwspelkunst. Het zal al spoedig blijken, dat de op die wijze verleende steun ten bate zal komen aan liet goede toon oei, evenals nu ïecds gebleken is, dat do van zekere zij Ie gevoerde tegenstand tegen de openbare lees zalen allen grond mist. Wij zijn niet gewoon mee te gaan met do libcra'lo theorie, die, alle leiding van overheidswege verfoeiende, meent d'at mot hot. woord „vrijheid'' alles gezegd is; maar evenmin met hen, die. uit vrees voor misbruik en uit verkeerd conser vatisme. do gezonde vollkaonitwikkeling tegen houden." -Tusschen twee vuren. In de „PROV. GELDERSCHE- EN NIJMEEGSOHE COURANT" lezen wjj: Wij behoeven hier niet voor de zooveel- ste maal te wijzen op de groote ellende, die een gevolg is van het misbruik van ster ken drank. Iedereen is, meenen wij, over tuigd, dat ontzaglik veel kwaad uit ida n.i.atschapp'y zou verdwenen, als Koning Alcoboi kon worden onttroond of Lot tr ons- afstand kon worden gedwongen. Verreweg de meeste misdaden en misdrijven hebben drankmisbruik tot ondergrond, gezivegea oog van de verwoestingen, die door den drank worden aangericht in den lichamelyken toe stand vai de aartsliefhebbers. Met ingenomenheid zullen velen d? in stalling vernomen hebben van een .Sfcaals- ccinm'&sie, die tot taak heeft oni te onder - zeel en ©S aan het 'branderij-, distilleerderij en hkei.istokersbedi'ijf, zonder de industrie te knakken, een andere richting kan worden gegeven en na te gaan, of het ter wille van. do bestrijding van het alcoholisme mogelijk ie, ue productie van, gedistilléerd, voor in wendig gebruik bestemd, te beperken, in dien het kan, op te heffen. Eo Staatscommissie is dezer dagen ge ïnstalleerd en wij wenschen haar gaarne zegen op haar werk. Het laatste zinnetje van de formule, waar in de opdracht is gekleed, doelt dus op; niets meer of minder dan wat men verstaat onder „drooglegging", of hetgeen uitgedrukt staat in de leuze: „Sluit Schiedam"! Over het vóór en tegen is het hier de ■plaats niet te spreken. Wel merkwaardig, dat in de laatst gehouden vergadering van, den "Raad van onze gemeente van twee, op dat oogenblik tegengestelde zijden, er op gewezen werd, dat afschaffing van iets, dat het volk wil behouden, leidt tot buitenspo righeden en tot het verzinnen van middelen om aan den uitgeoefenden druk be ontkomen. Men mag aannemen, dat de instelling van de hierboven bedoelde Staatscommissie niet maar een daad is van een der Minis ters, maar dat er t-oe besloten is in den vollen Ministerraad. Maar dan is het niet onmogelijk, dat de Minister van Financiën met gemengde gevoe lens aan het besluit heeft medegewerkt. In 1913 toch, 'li'et laatste der „normale jaren", bracht de accijns op het gedistil leerd bijna 29 millioen op. In 1918 was de opbrengst 10 millioen minder, ten- deele gevolg van de mindere beschikking over grondstoffen voor de branderijen, doordat geen graan, dat voor menschelijk voedsel kon dienen, ter beschikking werd gesteld. De vermindering van de opbrengst ivas be trekkelijk vreemd aan het drankmisbruik. Wij zouden ons haast kunnen voorstellen, dab -de Minister van Financiën, met ter zijde-stelling van persoonlijke overwegingen, ex officio, het aangenaam zou vinden, als de branderijen en aanverwante industrieën weer in volle werking zouden zijn; want hij kan in deze benarde tijden den steun van den drank-accijns evenmin missen als do veel lutteler opbrengst van de Staats loterij, die evenzeer, naar veler meenihg, uit den booze is, en die toch behouden, werd door denzelfden Staatsman, die het onschuldige loten' toni koek en eendvogels, dat in enkele provinciën bij den Sinterklaas avond behoorde, ten dood© opschreef uit ethische beginselen. Do Minister van Financiën heeft het zoo duidelijk gezegd, dat hij de opbrengst van den accijns op gedistilleer4 op prijs stelt, toen hjj het wetsontwerp indiende, tot een verhooging van dien post van inkomsten, die hem, naar schatting, nog 1.750.000 gul den meer kon opbrengen. Ziedaar het financieele belang van den Staat in botsing met het zJedelijk belang van het volk. Of was die voorgestelde ver hooging ook als middel bedoeld om tot afscnaffing te komen? Maar dan zitten wij weer met den Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel, die pas verlof heeft gegeven om eieren te verwerken tot advo caat en andere alcoholhoudende dranken. ;i Vergadering van gisteren. Bijzondere commissie. De VOORZITTER deelt mede, dat de cen trale afdeeling besloten heeft om het vete- ontwerp tot wijziging van de Octrooimet 1910 en dat tot nadere wijziging van de wet 2S Augustus 1851 (wijziging Gemeente wet) eik naar een Jryzondere commissie te verzenden. Spr. benoemt in de commissie voor het eerste wetsontwerp de heeren Rink, Van Veer., Dresselhuys, Van Schaik en Van der IVaerden enl in "de commissie voor het twee de wetsontwerp de heeren Treub, Kooien, Benmer, Van Berensterjn, en Van der IVaer den. Regeling vau werkzaamheden. De VOORZITTER zegt, dat hedenavond de M v. A. betreffende de Indische begroo- tiug verschijnt en stelt voor op 3 April a. s. eer, aanvang te maken met de behande ling der Indische begrooting. De heer KETELAAR (V.-D.) heeft be zwaar, omdat hierdoor da behandeling van het vrouwenkiesrecht weer verschoven wordt Dit zal niet lang ophouden en daarom is er geen bezwaar dit wetsontwerp te laten voorgaan. De VOORZITTER wijst op de wensche- iijkheia de Indische begrooting vóór Pa- schen af te doen. De heer KETELAAR geeft in overwe ging het vrouwenkiesrecht te behandelen vóór de Indische begrooting, of in een avondvergadering. De lieer SCHAPER (S. D. A. P.) be toogt, dat afdoening van de Indische be grooting plicht is en dat het vrouwenkies recht daardoor niet vertraagd wordt. Ook de heer NOLENS (R.-K.) maakt be zwaar tegen het denkbeeld van den lieer Ketelaar. De heer WIJNKOOP (Comm. Partri) zal stemming vragen, omdat er blijkt, dat men het vrouwenkiesrecht telkens wil verschui ven. Het voorstel-TVijnkoop, om liet wetsvoor stel i. z. het vrouwenkiesrecht vóór de In dische begrooting te behandelen, - wordt met 72 tegen 7 stemmen verworpen. (Vóór stem den de Vriji-Dom.. en de Rovol.-Soc. en do heer De Murait). Op 3 April wordt dus begonnen met de Indische degrooting. Wijziging inkomstenbelasting, vermogens belasting, enz. Voortgegaan wordt met de behandeling der wei-ontwerpen tot wijziging der^ wet op de inkomstenbelasting 1914, tot wijziging der wet op de vermogensbelasting en tot ver lenging van den termijn, waarvoor de ver- dedigingsbe'.astingen worden geheven en wij ziging van liet tarief dier belastingen. Aan de orde is de stemming over de motie- 'fer Laan c.s., luidende: „De Kamer, van oordeel, dat het, ge- wenscht is de crisisschuld op korten termijn te delgen, in hoofdzaak door een heffing van het vermogen en de groote inkomens; noodigt do Regeering uit voorstellen aan de Staten-Generaal te doen om tot een -nolle aflossing van de crisissehuld te geraken, en gaat over tot de ord; van den dag." De motie wordt met 48 tegen 32 stem men verworpen. Vóór stemden de soc.-dera., de revol.-soc., de vrijz.-dem., de Unie-liberalen en de hee ren Staalman (chr.-dem.) en Wjjk (neutrale party). "Wijziging der inkomstenbelasting. In .behandeling komt hierna het wetsont werp tot wijziging der wet op de inkomsten belasting 1914. Bij art. 1 verdedigt de beer OUD (V.-D.) een amendement- om voor do hoogero inko mens een zoodanige belastingregeling in het leven te roepen, dat voor dc inkomens van f 25,000 en daarboven hot tarief nog e-nigs- zius wordt verhoogd. De progresge eindigt bij een inkomen van f 60,000; liet lioogsts totaalpercentage, dat van do toeue-ming wordt geheven is 25. Do heer NIÈMEI.TER (V.-L.) gaat do stij ging van het tarief van het wetsontwerp na, waarbij* do groote inkomens sterk worden aangepakt. Bij het amendement-Oud worit de belasting nog zwaander. In onverbrekelijk verband met dit ontwerp staat do verlaging der opcenten. De lagere inkomens profiteeren hiervan, de hoogero echter niet, omdat zij door de stijging^van het belasting arief toch meer aan opcenten moeten bet allen. Spr. wjjst dan nog op het bezwaar, dat een hoog tarief de kapitaalvorming 1ogeu- gaat. Ondanks zijn bpzwaren zal hij niet tegen artikel 1 stammen. Do MINISTER VAN FINANCIEN, de heer DE VRIES, morkt op, dat hij op aan drang. van verschillende kanten uit de Ka mer gekomen, het vrijgestelde bedrag heeft verhoogd van f COO tot f S00. Spr. verdedigt dian de voorgestelde pro gressie, welke technisch juist en ook billijk is. Het amendement-Oud voldoet niet aan dezo eisohen. Do progressie is daarin zeer omslachtig. Het amendement zal 7 millioCn meer op brengen; maar een bezwaar is, dat er ie veel van het- inkomen wordt afgenomen. In to taal wordt thans maximaal 39 pCt. van het inkomen gevraagd voor directe belastingen, daar zou met het amendement-Oud neg G pCt. bijkomen. Spr. kan het amendement niet aanvaarden. De heer TEENSTRA (V. D.) verdedigt het amendement, dat de opbrengst der belasting ral ver,groeten, daardoor zal men to gemak kelijk kunnen komen tot veria-ging van den tuïkanuvijns. Spr. dient, een motie in. uitsprekende, dat uo opcenten op den suikeraoeijns dienen té verwallen. Besloten wordt ne motie cip een nader te bepalen dag te behandelen. De heer TEENSTRA bepleit spoedige be handeling der motie. De heer DE MONTË VERLOREN fA.-K.) betoogt, dat de Minister dit amendement; niet te positief moet afwijzen. Er zit veel goeds in en het begrip „grens" is bjj de belastingen zeer vaag. De Minister heeft veel geld noodig en zou 'dit amendement best kunnen gebruiken. Hij hoopt, dat de Minister de Kamer zal vrijlaten. De MINISTER betoogt nog, dat iedere verbetering afzonderlijk moet worden be schouwd. De inkomstenbelasting staat ge heel vrjj van de verdeligingsbeiasting. Na eenige dupliek wordt het amenlemont-' Oud verworpen met 41 tegen 34 stemmen. Vóór de vrijzinnig-democraten, de sociaal democraten, de communisten en de heeren Schouten, Weitkarup, Irely, Rink, Bakker, Otto, Smeenk, Hazevoet, Kuyper, A. F. Staalman en Fock. Het wetsontwerp wordt goedgekeurd in'et 79 tegen 2 stenlmen. Vermoge nsbelnsting. Aan do orde is thans de wijziging der vermogeirsbelasting. Bjj art 1 verdedigt de heer VAN DEN TEMPEL (S. D. A. P.) het amendement, om progressie in deze belasting te brengen. Hij acht dat billijk en in het belang van de schatkist. Naar spr.'s becijfering brengt dit amendement 10 a 12 millioen in de schatkist. Be heer OUD (V. D.) verdedigt zjjn amen- j dement, dat hetzelfde beoogt als dat van den heer Van den Tempel; alleen begint de progressie later. Do MINISTER wjjst er op, dat er in du inkomstenbelasting een sterke progressie schuilt. Het gaat z. i. niet aan thans in de vermogensbelasting nog een progressie in te brengen. Voorts vindt hrj, dat in elk ge val de progressie in het amendenmnl-Van der Tempel te vroeg begint en in dat van den heer Oud veel te sterk is. De heer DB MONTE VERLOREN (A.-R.) bestrjjdt de progressie, die hij onbillijk acht. De MINISTER blijft- bezwaar maken tegen de amendementen. Het amendement-Van den Tempel wordt met 52 tegen 17 stemmen verworpen. Het amendement-Oud wordt met 40 tegen 27 stemmen verworpen. Het wetsontwerp wordt z. h. st. aaagéfj nomen. Verdedlrrlngshelastingen. Aan do orde is hierna het wetsontwerp tot verlenging van den termijn, waarvoor de ver- dedigingsbelqstingen worden geheven en wij zigingen van het twief dier bela tingen. "Bij art. 1 verded'gt de beer VAN DEN TEMPEL (S. D. A. P.) e:n amendement, om de inkomens beneden f2000 vrij te stellen van de Verdeligingsbelast'.ng II (Inkomsten belasting). De kosten van het amendement becijfert spr. op 6Va ton. De MINISTER VAN FINANCNEN betoogt dat de wetsvoorstellen voldoende rekening houden met do draagkracht der lagere in komens. Hjj bestrijdt het amsndement. De beer KETELAAR fV. D.) komt op tegen een uitlating van den Minister, alsof dit werk in ds Kamer niets anders is dan een loven en bieden. Do heer VAN DEN TEMPEL spreekt in gelijken geest en verdedigt nader Zijn amendement. De MINISTER antwoordt nog kort Ket amendement-Van den Tempel wonlt nier 39 tegen 29 stemmen verworpen. Bij art. 2 licht de heer OUD (V. D.) een amendement toe om de navordering moge lijk te maken. Ie MINISTER neemt het a.mend&ment over. Het wetsontwerp wordt met 51 tegen' 9 stemmen aangenomen. Leening-opceuU'u. [Wetsontwerp tot wijziging van de heffing, van opcenten op de vermogensbelasting eit op de inkomstenbelasting ten behoeve vag het Leeningfonds 1914. Het wetsontwerp wordt z'. h. st. aangek nomen. Accijns gedistilleerd cu belasting houtgeest, Aan de orde is het wetsontwerp tot ver hooging van den accijns op het gedistilleerd' en van de belasting op houtgeest De heer KRUYT (Bond v. Ohr. Soc.) voert algemeene beschouwingen. Hij heeft principieele bezwaren, omdat men h:er met' een indirecte belasting te doen heeft, maaï hy zal geen stemming vragen. De lieer VAN DIJK (R.-K.) verwacht geen verhooging van opbrengst van dit ont werp. De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.j criliseert ,s Ministers motiveering oni den accijns hooger op te voeren, dan aanvanke lijk werd voorgesteld. De MINISTER merkt tegenover den lieer Van Dijk op, dat het onderwerp niets te maken heeft met de Staatscommissie i. z. het alcoholbedi'ijf. Spr. verwacht van de sterke verhooging niet heel veel meer dan van het oorspronkelijk ontwerp. Bjj art. 1 verdedigt tie heer STAALMAN] (Midd.-Partij) een amendement, omshet ont werp in zijn oorspronkelijker! vorm terug te brengen en den gedistilleerdaccrjns op; f100 per 1 H. L. te brengen, in plaatè van op f 150. De hesr SMEENK (A.-R.) 'oestrjjdt het amendement van het standpunt der drank bestrijding. Mevrouw GROENEWEG (S. D. A. P.) steunt het amendement, omdat verhoogiug van den accijns niet het alcoholvraagstuk slechts tijdelijk vermindert. De heer RUGTERS merkt op, dat vol gens de statistieken ac-cijnsverhooging wel degelijk leidt tot vermindering van gebruik. De heer VAN DER BILT (R.-K.) zegt,, dat men hier_ met een weeldebelasting te: doen heeft, zoodat er geen beswaar is tegen verhooging. De MINISTER laat de ethische argumen ten buiten bespreking en beschouwt thaoS alleen het voordeel voor de schatkist, ge- legen in verhooging. Spr. laat de beslissing aan de Kamer. Het amendement-Staalman wordt met 31' tegen 21 stemmen verworpen. tö de stemming over het wetsontwerp worden uitgebracht 34 voor en 15 stem men tegen. De vergadering blijkt dan onvoltallig. Dinsdag komt het wetsontwerp opnieuw, in stemmiug. By den aanvang der vergadering deelde do Voorzitter mede, dat de Oentrale afdee ling heeft besloten, .om het wetsontwerp tot w-yziging der Octrooiwet te verzenden naar een .bijzondere commissie, believend het wetsontwerp tot,nadere wijziging der ont- eigening3wet van 28 Augustus 1S51. In de eerste commissie werden benoemd de heeren Rink, Van Veen, Dresselhuys,: Van Schaik en De Wilde. En in do tweede commissie de heeren* Treub, Ivoalen, Beumer, Van Beresteyn eo' Van der Waerden. Rapporteurs. X>e afdeeiingen der Tweede Kamer heb ben benoemd tot rapporteurs lo. do heeren De Monté VerLorcn, Kolk. man, Duys, J. ter Laan en Juten, over do wetsontwerpen betreffende tegemoetkoming wogens cluurto van levensmiddelen aan hiervoor in aanmerking komendo rijks ambtenaren en beambten en betreffende do suppletoir© Indische begroeting 1919 inzake duurtebijslag 2o. de heeren Do Wylcerslootk de Weerdc- steijn, Helsdiugen, Bongaerts, Do Gzer en Oud, over het wetsontwerp tot wijziging dor begrooting van de pc6terijeD, telegrafio en telefonie voor 1813 voor aankoop van een complex gebouwen to Amsterdam 3o. de heeren Stulemeijer, Alba-rda, LeJyy Scheurer en Van Vuuren, over een supple- toiro begrooting van .Suriname voor 19)7 betreffende verschillende onderwerpen 4o. de heeren Do Monté VerLcren, Koo- door H. DRESSLER. I. Men beweert, cJat roe>n zijn vrionctön al sbr ij diende winnen moet. Daar is iets waars in dit gezegde, ctat ik hiér in ov er dracht e- lijken zin aanhaal. In het vorigo jaar werd mij een nieuwe Iceotnotief toevertrouwd. „Fin-gal" was haar' naam en haar uiterlijk bracht mij. in derdaad! db vago liclclen-r ©uzenfiguren to binnen uit db Ncorscbo sago. Haar gewelf- dio kete-1 leek op Uo borst van eon of ander monster, haar grootte verhoogde dilen indruk. „l ingal" was als sneltrein-locomotief ge bouwd. De proefrit Itacl zij met oen snel heid van 10S kilometer volbracht. Nadat zij een dag of veertien ter controle nog in die werkplaatsen had vertoefd, ontving ik- het beviel haar over te nemen voor don nachfc- sneltreinclienstHofLeipzig. Ik herinner mij nog hoo mijn hand trilde van aange name opgewondenheid, toen ik de kruk neerdrukte en do stoom met vo-lle kracht eb stalen aderen der machine injoeg. Lang zaam en plechtig zette zich „Fingal" in be weging en sleepte den zwaren last der volle wagons achter zich aan als kinder speelgoed. Een intense geestdrift maakto ttch van mij meester. Ilc voelde mij zoo trotsch, alsof ik zelf do uitvindbr was van dezen reus aan kracht, 'uithouding, zeker heid. Wij vlogen nu den donkeren zomernacht inhet was nieuwe maan en alleen do twee groote lantaarns wierpen haar licht bundels over de rails; van uit cSe verlichte vensters der coaipé's gleden haastige licht vlekken langs boomen en wachthuisjes. Opeens word er aan die noodrem getrok ken Mot e»en vlugge handbeweging drukte ik de romkrak omlaag. Do remmen gre- pon met hun stalen klauwen scherp in die radoren en na enkele seconden hield de trein stil op oen open plaats. Ik was on middellijk van die machine gesprongen en zocht met den conducteur die coaipé's af. Het oponthoud was door een onbelang rijke roden veroorzaakt. Een oudlero dame had oen kramp-aanval gekregen en haar zoon had in zijn angst aam die noodrem ge trokken. Toen wij den bewusten coupé openmaakten, was dk> aanval reeds gewe ken Plotseling staardte de conducteur mij aan met iets vreesolijks im zijn oogion. En direct er boven-op gilde hij mij toe: „Om 's Hemels wil, Zimmerman, rijd cr van door 1 De sneltrein zit ons op de ble ien." Op hetzelfde oogenblik hoorde ik in da verto het dbffo gedreun van een naderen den trein. Ja, ja, het was zoo! Die snel trein passeerde Dondernaohts onzen weg, omdat er tot Altenburg in dien tijd nog geen dubbelspoor was. Als er geen opont houd was gekomen, waren wij reeds lang to Altenbairg geweest en had die luxotrein dlo baan vrij gehad. Maar nu kon hij ons direct van achteren aanvallen. En wij had den niets om ons te doen opmerken. Het ontzettende ongeluk was niet to ontkomen. Driehonderd mensohen in onzen trein èn de inzittenden van d'en anderen Als waanzinnig- viel ik op mijn machine aan. „Volop stoom, Leopold!" brulde ik mijn stoker toe. „Do sneltrein is achter ons Voordat hij mij geheel begrepen had, wierp ik de stoomkruk om. Mot een wil den ruk sprong mijn „Fingal" op, zo-odat <5e kettingen der koppeling knarsten. Ik moest zelf meo aanpakken. Leopold scheen door schrik verlamd te zijn. Ik greep hem cücn kolenschep uit do hand en wierp nieu we kolen op don helle-brand in don vuur oven. Een razende vaart ving aan. Lukte het ons Altenburg to bereiken, dan waren wij gered. GeredIk boog mij tor zijde en loer de achterwaarts. Door het -©enigszins ter zijde-buigen van de railslijn meondo ik de gloeiende, oogappels van onzen vervolger to zien opvlammen. Ik trok aan do stoom fluit. Als oen gemarteld dier huilde mijn „Fingal". zoodat (3e gil beangstigend tus schen dlo rotswanden uitsloeg. De machine trilde en stampte, en joeg in razende snel heid langs haar ijzeren weg. Nachtvogels stieten zich aan de wanden der wachthuis jes of vielen door den aansuizenden lucht druk te pletter. Do dorp en,links en rechts in het dal, vlogen bliksemsnel aan ons voorbij, en toch, zij lagen er zoo vredig in dien moeien zomernacht. Aohter sommige vensters brandde nog licht. De bewoners vermoedden niet in het minst, wat voor een vreeselijko strijd, tusschen machine en noodlot, hier gestreden werd. Zij verinoedh den niets, ook de inzittenden van den trein vermoedden niets, hoewel zij misschien, gezeten in hun behaaglijk-gecapitoneerdo I coupó's, hun hoofden schudden, als zij bij een kromming duchtig heen en weer ge slingerd werden. Zij vermoedden nietsAl- leen wij drieën wisten er vande conduc teur, Leopold en ikl j Ik vooralIn mijn hand Meld ik het lot I vara zooveel rnenschen vast! Trotsch richt te ik mijzelf omhoogcr kwam plotseling oon stalen rust over me. „Too maar. Leopold! Wij halen het wol!" zei ik met vaste overtuiging. Maar opnieuw, greep oen benauwde twijfel mij aan Wat, als er ook maar een kleinste defect aan do mcehino kwam! Warmloopen, een 1 asbreuk door deze volle vaart? „Maar neen, „Fingal", trouwe „Fingal", jo zult het volbrengen Toon streek ik met de hand over del glimrnendo machine-stukken, zooals een- paardrijder zijn paard streelt. Dan t-uurcfo ik opnieuw achteruit, om te zien of de af stand tusschen ons was toegenomen of ver minderd. Ik kon echter door c3e vele boch ten niet duidelijk onderscheiden. Maar wij schenen toch eera mooien voorsprong ge wonnen te hebben en moesten binuenkorb Altenburg bereikeu. Eindelijk flikkerden in. de verto de lichten der signalen langs db rails en het volgond'o oogenblik daverde onze trein onder do overkapping binnen. GcH zij gedankt! Ik had mijn „Fingal" nauwelijks tot staan gebracht of do expresse joeg op het volgend} spoor ons voorbij. Ik weet niet hoelang deze vaart geduurd mag hebben dio enkele minuten schenen mij een eeuwigheid. Koud zweet brak mij aan allo kanten uit, toen ik van do machine afklom om mij tra gaan molden. Met bleek gezicht kwam db chef op mij af. „Drommels! Zimmerman, hoo heb ik het met je? Elf minuten to laat! Dat had ge vaarlijk kunnen worden 1" De tegelijk aangesnelde conducteur lcg< do hem do toedracht dar zaak uit. Daarop voikto hij mij de hamel „Dat is een bravorarc-stukjegeweest l lk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5