Ho. 18123.
LESDSCH DAGBLAD Zaterdag 29 Maart.
Tweede Baad Aruiü 1919.
PERSOVERZICHT.
TWEEDE KAMER.
Uit liet dagboek yan een Machinist.
D o o d d e t w ij z e r s w o d 4 e a. u—
„BE MAASBODE" zegt: In tweeërlei op
richt .vooral heeft het ontwerp-Do Visser
niet igelheel komnen voldoen, waar het op
foo me nijg ander punt, bevrediging schenk.
Onvoldaan was men. wanneer men dlo wer
kelijke wedden van onderwijzers met vel©
kinderen vergelijkt met het salaris, dat /.ij
btraks zullen ontvangen. Bat komt vooral
uit bij die on derwijzers, die, zoo als openbare
onderwijzers in oen stad alia Amsterdam,
een goed ■salaris •genieteJi, waarbij d'an nog
kindertoeslagen ontvangen worden. Mei:
herinnert zich de voorbeelden, welke in de
pers de ronde hebben igedaan. en, ofschoon
'dergelijko gevallen altijd r.i1 zcnderiragen be
treffen, toch veel indruk gemaakt hebben.
Hier moest, zoo veelde men, een mouw aan
gepast dorden.
Vanzelf kwam men tot de gedachte vin
©en kinderbijslag. In hei ontwerp zelf toch
is de gedachte van de Staatscommissie over
genomen, can de drie laatste periodieke vcr-
hooginigen principieel aan te merken als
die nontic ter bestrijding van do toenemende
gez i nsbehoef tenZe U's werd do gedachte ge
opperd, blijkens het VcKmloopig Verslag, om
dio vorhoogin'gen an een kindertoeslag om
te zetten.
Nu zou echter niets zóó goed uit. Je im
passe helpen, aio hot simpele middel van
handhaving van het wetje-Heemskerk. Blijft
dial, van de algemeene afschaffing van vroe
gere regelingen verschoond, dan zou er ve
lerlei on'billijkheiJdl zijn weggenomen^ Wan
neer de igeruehten juist zijn, als zou a'e zaak
deze wending nemen, dan zouden wij het
van ganseller harte toejuichen.
Als tweede grief gold vooral het onvol
doend relief voor de- u. 1. o. en m. u. J. o.-
ttceikraohten. Wat hun als vergoedingen
voor akten .gegeven werd, was te laag voor
elke akte en te zeer beperkt, in het maxi
mum. Waar -dit soort onderwijs het eerste
en aangewezen middel is voor zeer breed©
verbetering van de volksontwikkeling, werd
het niet. voldoende geoord.
Nu bereikto one het gerucht, dat. hierin
sou worden voorzien. Bat ook zouiden wij
van harte toejuichen aio een uitnemende ver
betering. -*
Als dir. De Visser niet reeds zoo veel be
wijzen had gegeven alles uiterst vising _af te
handelen, dan zouden wij eerbiedig bij den
Minister'op spoed aandringen. Thans is dit
geheel overbodig.
Te loet reu ren ia wel. dat het Voorloopig
Verslag door verscheidene, oo-izakcn wachten
moest. Eerstens was daar -do ontoereikend
heid van het. personeel der griffie ten ge
volge van zickto. Ban de verhindering; van
een der .rapporteurs en eindelijk diaarna we
der do ziekte van den. ei-gen lijken steller va a
het verslag.
Hopen wij, d'at thans de zaak met voi-la
•eilen voortga.
Be C li i' i s t c '1 ij k c Stait fin
het Theater. Over den Chrdste-
lijkou Staat o.n het Theater bracht .DE NE
DERLANDER" vier hoofdartikelen. Uit liet
laatste artikel vermelden wij:
„Indien het opvoeren van schunnige, ze
denbedervende stukken dienen moet om de
Bohiire te trekken en al zoo het bestaan der
onderneming mogelijk to maken, laat dan
de Rogeering liever liet theater krachtig
finaeieel steunen, doc.h aan dien steun voor
waarden vedbindei. Zij kan o.a. bedingen,
dat het spelen op Zondag niet. mag plaats
hebben, ook omdat de toonodspelers even-,
goed als do -andere burgers het recht, hebben
op een rustdag. Zij kan verder een Gommis
sic van Toezicht instellen, belast met de
taak, om datgene te waren, wat direct tege11
dO geboden Gods ingaat of die tgoedo zeden
ondermijnt. Hot eenvoudigste, dunkt ons,
zou zijn, dat de Commissie ©Ik jaar opnieuw
had te adviseeron of niet de toelage kan wor
den voortgegaan. De aldus begunstigde to>
nec.1 vereeniginig zou dan, zoodra zij zelve in
twijfel kwam oi een stuk -ail d'an niet toe
laatbaar is, in haar eigen belang zioh tot
die Commissie wenden, om vooraf haar oor
deel te vernemen, terwijl zij tevens baar
vrijheid zou behoudenzij liet metdie kaas
van de toelage te verliezen. En de leden der
Commissi© zouden zich niet .gedwongen zien
v oraf die stukken na te -gaan; iels, wiat Ojp
den duur zoo vervelend en tijdroovend is.
d'at het allicht zou worden nagelaten. Zaten
in zulk een commissie ook mannen van het
vak, dan zou .dezen vaak tijdig gewezen kun
nen worden op uitdrukkingen of voorstel-.
lingon, die, terecht aanstoot geven, al wer
den zij niet met dat, deel in het tooneölstuk
opgenomen. Op die wijze zouden do spelers
zel.ven op hun stukken de jnoqÖige critici:
kunnen toepassen.
Her. gaat hier eigenlijk om dezelfde zaak,
als bij dc openbare leeszalen. De R.-K. wil
den daarvan niet. heoren, omdat zij taürijk
genoeg zijn R.-K. leeszalen in te richte.i,
waaruit alles geweerd wordt wat _de_ geeste
lijke leiders verkeerd achten. Ze zijn in staat
op dezelfde wijze ook R.-K. toonealspelen to
bevorderen. Wij, Protestanten, hebben -geeu
geestelijke leiders, waaraan wij ons allen
krachtens ons geloof to onderworpen heb
ben; do gegoede standen hebben voor een
groot deel zich onttrekken aan een o-p Go'Js
Woord gegrondvesten godsdienst, en zijn
dtientengevolge niet talrijk genoeg, om te
voorzien in datgene, wat op dit gebied het
volk behoeft. Onze groep, in tegenstelling
met de Anti-revolutionnai'renbeeft daarom
het subsidie voor de openbare leeszalen toe
gestaan. mits deze zekere voorwaarden .aan
vaarden, o.a. een behoorlijk toezicht.
Ons diunkt diat inzake het teoneel dezelfdo
weg ware te volgen ten aanzien van de
sohouwspelkunst. Het zal al spoedig blijken,
dat de op die wijze verleende steun ten bate
zal komen aan liet goede toon oei, evenals nu
ïecds gebleken is, dat do van zekere zij Ie
gevoerde tegenstand tegen de openbare lees
zalen allen grond mist. Wij zijn niet gewoon
mee te gaan met do libcra'lo theorie, die,
alle leiding van overheidswege verfoeiende,
meent d'at mot hot. woord „vrijheid'' alles
gezegd is; maar evenmin met hen, die. uit
vrees voor misbruik en uit verkeerd conser
vatisme. do gezonde vollkaonitwikkeling tegen
houden."
-Tusschen twee vuren. In de
„PROV. GELDERSCHE- EN NIJMEEGSOHE
COURANT" lezen wjj:
Wij behoeven hier niet voor de zooveel-
ste maal te wijzen op de groote ellende, die
een gevolg is van het misbruik van ster
ken drank. Iedereen is, meenen wij, over
tuigd, dat ontzaglik veel kwaad uit ida
n.i.atschapp'y zou verdwenen, als Koning
Alcoboi kon worden onttroond of Lot tr ons-
afstand kon worden gedwongen. Verreweg
de meeste misdaden en misdrijven hebben
drankmisbruik tot ondergrond, gezivegea oog
van de verwoestingen, die door den drank
worden aangericht in den lichamelyken toe
stand vai de aartsliefhebbers.
Met ingenomenheid zullen velen d? in
stalling vernomen hebben van een .Sfcaals-
ccinm'&sie, die tot taak heeft oni te onder -
zeel en ©S aan het 'branderij-, distilleerderij
en hkei.istokersbedi'ijf, zonder de industrie
te knakken, een andere richting kan worden
gegeven en na te gaan, of het ter wille van.
do bestrijding van het alcoholisme mogelijk
ie, ue productie van, gedistilléerd, voor in
wendig gebruik bestemd, te beperken, in
dien het kan, op te heffen.
Eo Staatscommissie is dezer dagen ge
ïnstalleerd en wij wenschen haar gaarne
zegen op haar werk.
Het laatste zinnetje van de formule, waar
in de opdracht is gekleed, doelt dus op;
niets meer of minder dan wat men verstaat
onder „drooglegging", of hetgeen uitgedrukt
staat in de leuze: „Sluit Schiedam"!
Over het vóór en tegen is het hier de
■plaats niet te spreken. Wel merkwaardig,
dat in de laatst gehouden vergadering van,
den "Raad van onze gemeente van twee, op
dat oogenblik tegengestelde zijden, er op
gewezen werd, dat afschaffing van iets, dat
het volk wil behouden, leidt tot buitenspo
righeden en tot het verzinnen van middelen
om aan den uitgeoefenden druk be ontkomen.
Men mag aannemen, dat de instelling
van de hierboven bedoelde Staatscommissie
niet maar een daad is van een der Minis
ters, maar dat er t-oe besloten is in den
vollen Ministerraad.
Maar dan is het niet onmogelijk, dat de
Minister van Financiën met gemengde gevoe
lens aan het besluit heeft medegewerkt.
In 1913 toch, 'li'et laatste der „normale
jaren", bracht de accijns op het gedistil
leerd bijna 29 millioen op. In 1918 was
de opbrengst 10 millioen minder, ten- deele
gevolg van de mindere beschikking over
grondstoffen voor de branderijen, doordat
geen graan, dat voor menschelijk voedsel
kon dienen, ter beschikking werd gesteld.
De vermindering van de opbrengst ivas be
trekkelijk vreemd aan het drankmisbruik.
Wij zouden ons haast kunnen voorstellen,
dab -de Minister van Financiën, met ter
zijde-stelling van persoonlijke overwegingen,
ex officio, het aangenaam zou vinden, als
de branderijen en aanverwante industrieën
weer in volle werking zouden zijn; want
hij kan in deze benarde tijden den steun
van den drank-accijns evenmin missen als
do veel lutteler opbrengst van de Staats
loterij, die evenzeer, naar veler meenihg,
uit den booze is, en die toch behouden,
werd door denzelfden Staatsman, die het
onschuldige loten' toni koek en eendvogels,
dat in enkele provinciën bij den Sinterklaas
avond behoorde, ten dood© opschreef uit
ethische beginselen.
Do Minister van Financiën heeft het zoo
duidelijk gezegd, dat hij de opbrengst van
den accijns op gedistilleer4 op prijs stelt,
toen hjj het wetsontwerp indiende, tot een
verhooging van dien post van inkomsten,
die hem, naar schatting, nog 1.750.000 gul
den meer kon opbrengen.
Ziedaar het financieele belang van den
Staat in botsing met het zJedelijk belang
van het volk. Of was die voorgestelde ver
hooging ook als middel bedoeld om tot
afscnaffing te komen? Maar dan zitten wij
weer met den Minister van Landbouw, Nij
verheid en Handel, die pas verlof heeft
gegeven om eieren te verwerken tot advo
caat en andere alcoholhoudende dranken.
;i Vergadering van gisteren.
Bijzondere commissie.
De VOORZITTER deelt mede, dat de cen
trale afdeeling besloten heeft om het vete-
ontwerp tot wijziging van de Octrooimet
1910 en dat tot nadere wijziging van de
wet 2S Augustus 1851 (wijziging Gemeente
wet) eik naar een Jryzondere commissie te
verzenden.
Spr. benoemt in de commissie voor het
eerste wetsontwerp de heeren Rink, Van
Veer., Dresselhuys, Van Schaik en Van der
IVaerden enl in "de commissie voor het twee
de wetsontwerp de heeren Treub, Kooien,
Benmer, Van Berensterjn, en Van der IVaer
den.
Regeling vau werkzaamheden.
De VOORZITTER zegt, dat hedenavond
de M v. A. betreffende de Indische begroo-
tiug verschijnt en stelt voor op 3 April
a. s. eer, aanvang te maken met de behande
ling der Indische begrooting.
De heer KETELAAR (V.-D.) heeft be
zwaar, omdat hierdoor da behandeling van
het vrouwenkiesrecht weer verschoven wordt
Dit zal niet lang ophouden en daarom is
er geen bezwaar dit wetsontwerp te laten
voorgaan.
De VOORZITTER wijst op de wensche-
iijkheia de Indische begrooting vóór Pa-
schen af te doen.
De heer KETELAAR geeft in overwe
ging het vrouwenkiesrecht te behandelen
vóór de Indische begrooting, of in een
avondvergadering.
De lieer SCHAPER (S. D. A. P.) be
toogt, dat afdoening van de Indische be
grooting plicht is en dat het vrouwenkies
recht daardoor niet vertraagd wordt.
Ook de heer NOLENS (R.-K.) maakt be
zwaar tegen het denkbeeld van den lieer
Ketelaar.
De heer WIJNKOOP (Comm. Partri) zal
stemming vragen, omdat er blijkt, dat men
het vrouwenkiesrecht telkens wil verschui
ven.
Het voorstel-TVijnkoop, om liet wetsvoor
stel i. z. het vrouwenkiesrecht vóór de In
dische begrooting te behandelen, - wordt met
72 tegen 7 stemmen verworpen. (Vóór stem
den de Vriji-Dom.. en de Rovol.-Soc. en do
heer De Murait).
Op 3 April wordt dus begonnen met de
Indische degrooting.
Wijziging inkomstenbelasting, vermogens
belasting, enz.
Voortgegaan wordt met de behandeling der
wei-ontwerpen tot wijziging der^ wet op de
inkomstenbelasting 1914, tot wijziging der
wet op de vermogensbelasting en tot ver
lenging van den termijn, waarvoor de ver-
dedigingsbe'.astingen worden geheven en wij
ziging van liet tarief dier belastingen.
Aan de orde is de stemming over de motie-
'fer Laan c.s., luidende:
„De Kamer, van oordeel, dat het, ge-
wenscht is de crisisschuld op korten termijn
te delgen, in hoofdzaak door een heffing
van het vermogen en de groote inkomens;
noodigt do Regeering uit voorstellen aan
de Staten-Generaal te doen om tot een -nolle
aflossing van de crisissehuld te geraken,
en gaat over tot de ord; van den dag."
De motie wordt met 48 tegen 32 stem
men verworpen.
Vóór stemden de soc.-dera., de revol.-soc.,
de vrijz.-dem., de Unie-liberalen en de hee
ren Staalman (chr.-dem.) en Wjjk (neutrale
party).
"Wijziging der inkomstenbelasting.
In .behandeling komt hierna het wetsont
werp tot wijziging der wet op de inkomsten
belasting 1914.
Bij art. 1 verdedigt de beer OUD (V.-D.)
een amendement- om voor do hoogero inko
mens een zoodanige belastingregeling in het
leven te roepen, dat voor dc inkomens van
f 25,000 en daarboven hot tarief nog e-nigs-
zius wordt verhoogd. De progresge eindigt
bij een inkomen van f 60,000; liet lioogsts
totaalpercentage, dat van do toeue-ming
wordt geheven is 25.
Do heer NIÈMEI.TER (V.-L.) gaat do stij
ging van het tarief van het wetsontwerp na,
waarbij* do groote inkomens sterk worden
aangepakt. Bij het amendement-Oud worit
de belasting nog zwaander.
In onverbrekelijk verband met dit ontwerp
staat do verlaging der opcenten. De lagere
inkomens profiteeren hiervan, de hoogero
echter niet, omdat zij door de stijging^van
het belasting arief toch meer aan opcenten
moeten bet allen.
Spr. wjjst dan nog op het bezwaar, dat
een hoog tarief de kapitaalvorming 1ogeu-
gaat.
Ondanks zijn bpzwaren zal hij niet tegen
artikel 1 stammen.
Do MINISTER VAN FINANCIEN, de
heer DE VRIES, morkt op, dat hij op aan
drang. van verschillende kanten uit de Ka
mer gekomen, het vrijgestelde bedrag heeft
verhoogd van f COO tot f S00.
Spr. verdedigt dian de voorgestelde pro
gressie, welke technisch juist en ook billijk
is. Het amendement-Oud voldoet niet aan
dezo eisohen. Do progressie is daarin zeer
omslachtig.
Het amendement zal 7 millioCn meer op
brengen; maar een bezwaar is, dat er ie veel
van het- inkomen wordt afgenomen. In to
taal wordt thans maximaal 39 pCt. van het
inkomen gevraagd voor directe belastingen,
daar zou met het amendement-Oud neg G
pCt. bijkomen. Spr. kan het amendement
niet aanvaarden.
De heer TEENSTRA (V. D.) verdedigt het
amendement, dat de opbrengst der belasting
ral ver,groeten, daardoor zal men to gemak
kelijk kunnen komen tot veria-ging van den
tuïkanuvijns.
Spr. dient, een motie in. uitsprekende, dat
uo opcenten op den suikeraoeijns dienen té
verwallen.
Besloten wordt ne motie cip een nader te
bepalen dag te behandelen.
De heer TEENSTRA bepleit spoedige be
handeling der motie.
De heer DE MONTË VERLOREN fA.-K.)
betoogt, dat de Minister dit amendement;
niet te positief moet afwijzen. Er zit veel
goeds in en het begrip „grens" is bjj de
belastingen zeer vaag. De Minister heeft veel
geld noodig en zou 'dit amendement best
kunnen gebruiken. Hij hoopt, dat de Minister
de Kamer zal vrijlaten.
De MINISTER betoogt nog, dat iedere
verbetering afzonderlijk moet worden be
schouwd. De inkomstenbelasting staat ge
heel vrjj van de verdeligingsbeiasting.
Na eenige dupliek wordt het amenlemont-'
Oud verworpen met 41 tegen 34 stemmen.
Vóór de vrijzinnig-democraten, de sociaal
democraten, de communisten en de heeren
Schouten, Weitkarup, Irely, Rink, Bakker,
Otto, Smeenk, Hazevoet, Kuyper, A. F.
Staalman en Fock.
Het wetsontwerp wordt goedgekeurd in'et
79 tegen 2 stenlmen.
Vermoge nsbelnsting.
Aan do orde is thans de wijziging der
vermogeirsbelasting.
Bjj art 1 verdedigt de heer VAN DEN
TEMPEL (S. D. A. P.) het amendement, om
progressie in deze belasting te brengen. Hij
acht dat billijk en in het belang van de
schatkist. Naar spr.'s becijfering brengt dit
amendement 10 a 12 millioen in de schatkist.
Be heer OUD (V. D.) verdedigt zjjn amen- j
dement, dat hetzelfde beoogt als dat van
den heer Van den Tempel; alleen begint
de progressie later.
Do MINISTER wjjst er op, dat er in
du inkomstenbelasting een sterke progressie
schuilt. Het gaat z. i. niet aan thans in de
vermogensbelasting nog een progressie in
te brengen. Voorts vindt hrj, dat in elk ge
val de progressie in het amendenmnl-Van
der Tempel te vroeg begint en in dat van
den heer Oud veel te sterk is.
De heer DB MONTE VERLOREN (A.-R.)
bestrjjdt de progressie, die hij onbillijk acht.
De MINISTER blijft- bezwaar maken tegen
de amendementen.
Het amendement-Van den Tempel wordt
met 52 tegen 17 stemmen verworpen.
Het amendement-Oud wordt met 40 tegen
27 stemmen verworpen.
Het wetsontwerp wordt z. h. st. aaagéfj
nomen.
Verdedlrrlngshelastingen.
Aan do orde is hierna het wetsontwerp tot
verlenging van den termijn, waarvoor de ver-
dedigingsbelqstingen worden geheven en wij
zigingen van het twief dier bela tingen.
"Bij art. 1 verded'gt de beer VAN DEN
TEMPEL (S. D. A. P.) e:n amendement, om
de inkomens beneden f2000 vrij te stellen
van de Verdeligingsbelast'.ng II (Inkomsten
belasting). De kosten van het amendement
becijfert spr. op 6Va ton.
De MINISTER VAN FINANCNEN betoogt
dat de wetsvoorstellen voldoende rekening
houden met do draagkracht der lagere in
komens. Hjj bestrijdt het amsndement.
De beer KETELAAR fV. D.) komt op
tegen een uitlating van den Minister, alsof
dit werk in ds Kamer niets anders is dan
een loven en bieden.
Do heer VAN DEN TEMPEL spreekt
in gelijken geest en verdedigt nader Zijn
amendement.
De MINISTER antwoordt nog kort
Ket amendement-Van den Tempel wonlt
nier 39 tegen 29 stemmen verworpen.
Bij art. 2 licht de heer OUD (V. D.) een
amendement toe om de navordering moge
lijk te maken.
Ie MINISTER neemt het a.mend&ment
over.
Het wetsontwerp wordt met 51 tegen'
9 stemmen aangenomen.
Leening-opceuU'u.
[Wetsontwerp tot wijziging van de heffing,
van opcenten op de vermogensbelasting eit
op de inkomstenbelasting ten behoeve vag
het Leeningfonds 1914.
Het wetsontwerp wordt z'. h. st. aangek
nomen.
Accijns gedistilleerd cu belasting houtgeest,
Aan de orde is het wetsontwerp tot ver
hooging van den accijns op het gedistilleerd'
en van de belasting op houtgeest
De heer KRUYT (Bond v. Ohr. Soc.)
voert algemeene beschouwingen. Hij heeft
principieele bezwaren, omdat men h:er met'
een indirecte belasting te doen heeft, maaï
hy zal geen stemming vragen.
De lieer VAN DIJK (R.-K.) verwacht
geen verhooging van opbrengst van dit ont
werp.
De heer J. TER LAAN (S. D. A. P.j
criliseert ,s Ministers motiveering oni den
accijns hooger op te voeren, dan aanvanke
lijk werd voorgesteld.
De MINISTER merkt tegenover den lieer
Van Dijk op, dat het onderwerp niets te
maken heeft met de Staatscommissie i. z.
het alcoholbedi'ijf. Spr. verwacht van de
sterke verhooging niet heel veel meer dan
van het oorspronkelijk ontwerp.
Bjj art. 1 verdedigt tie heer STAALMAN]
(Midd.-Partij) een amendement, omshet ont
werp in zijn oorspronkelijker! vorm terug
te brengen en den gedistilleerdaccrjns op;
f100 per 1 H. L. te brengen, in plaatè
van op f 150.
De hesr SMEENK (A.-R.) 'oestrjjdt het
amendement van het standpunt der drank
bestrijding.
Mevrouw GROENEWEG (S. D. A. P.)
steunt het amendement, omdat verhoogiug
van den accijns niet het alcoholvraagstuk
slechts tijdelijk vermindert.
De heer RUGTERS merkt op, dat vol
gens de statistieken ac-cijnsverhooging wel
degelijk leidt tot vermindering van gebruik.
De heer VAN DER BILT (R.-K.) zegt,,
dat men hier_ met een weeldebelasting te:
doen heeft, zoodat er geen beswaar is tegen
verhooging.
De MINISTER laat de ethische argumen
ten buiten bespreking en beschouwt thaoS
alleen het voordeel voor de schatkist, ge-
legen in verhooging. Spr. laat de beslissing
aan de Kamer.
Het amendement-Staalman wordt met 31'
tegen 21 stemmen verworpen.
tö de stemming over het wetsontwerp
worden uitgebracht 34 voor en 15 stem
men tegen.
De vergadering blijkt dan onvoltallig.
Dinsdag komt het wetsontwerp opnieuw,
in stemmiug.
By den aanvang der vergadering deelde
do Voorzitter mede, dat de Oentrale afdee
ling heeft besloten, .om het wetsontwerp
tot w-yziging der Octrooiwet te verzenden
naar een .bijzondere commissie, believend
het wetsontwerp tot,nadere wijziging der ont-
eigening3wet van 28 Augustus 1S51.
In de eerste commissie werden benoemd
de heeren Rink, Van Veen, Dresselhuys,:
Van Schaik en De Wilde.
En in do tweede commissie de heeren*
Treub, Ivoalen, Beumer, Van Beresteyn eo'
Van der Waerden.
Rapporteurs.
X>e afdeeiingen der Tweede Kamer heb
ben benoemd tot rapporteurs
lo. do heeren De Monté VerLorcn, Kolk.
man, Duys, J. ter Laan en Juten, over do
wetsontwerpen betreffende tegemoetkoming
wogens cluurto van levensmiddelen aan
hiervoor in aanmerking komendo rijks
ambtenaren en beambten en betreffende do
suppletoir© Indische begroeting 1919 inzake
duurtebijslag
2o. de heeren Do Wylcerslootk de Weerdc-
steijn, Helsdiugen, Bongaerts, Do Gzer en
Oud, over het wetsontwerp tot wijziging
dor begrooting van de pc6terijeD, telegrafio
en telefonie voor 1813 voor aankoop van
een complex gebouwen to Amsterdam
3o. de heeren Stulemeijer, Alba-rda, LeJyy
Scheurer en Van Vuuren, over een supple-
toiro begrooting van .Suriname voor 19)7
betreffende verschillende onderwerpen
4o. de heeren Do Monté VerLcren, Koo-
door H. DRESSLER.
I.
Men beweert, cJat roe>n zijn vrionctön al
sbr ij diende winnen moet. Daar is iets waars
in dit gezegde, ctat ik hiér in ov er dracht e-
lijken zin aanhaal.
In het vorigo jaar werd mij een nieuwe
Iceotnotief toevertrouwd. „Fin-gal" was
haar' naam en haar uiterlijk bracht mij. in
derdaad! db vago liclclen-r ©uzenfiguren to
binnen uit db Ncorscbo sago. Haar gewelf-
dio kete-1 leek op Uo borst van eon of ander
monster, haar grootte verhoogde dilen
indruk.
„l ingal" was als sneltrein-locomotief ge
bouwd. De proefrit Itacl zij met oen snel
heid van 10S kilometer volbracht. Nadat zij
een dag of veertien ter controle nog in die
werkplaatsen had vertoefd, ontving ik- het
beviel haar over te nemen voor don nachfc-
sneltreinclienstHofLeipzig. Ik herinner
mij nog hoo mijn hand trilde van aange
name opgewondenheid, toen ik de kruk
neerdrukte en do stoom met vo-lle kracht
eb stalen aderen der machine injoeg. Lang
zaam en plechtig zette zich „Fingal" in be
weging en sleepte den zwaren last der
volle wagons achter zich aan als kinder
speelgoed. Een intense geestdrift maakto
ttch van mij meester. Ilc voelde mij zoo
trotsch, alsof ik zelf do uitvindbr was van
dezen reus aan kracht, 'uithouding, zeker
heid.
Wij vlogen nu den donkeren zomernacht
inhet was nieuwe maan en alleen do
twee groote lantaarns wierpen haar licht
bundels over de rails; van uit cSe verlichte
vensters der coaipé's gleden haastige licht
vlekken langs boomen en wachthuisjes.
Opeens word er aan die noodrem getrok
ken Mot e»en vlugge handbeweging drukte
ik de romkrak omlaag. Do remmen gre-
pon met hun stalen klauwen scherp in die
radoren en na enkele seconden hield de
trein stil op oen open plaats. Ik was on
middellijk van die machine gesprongen en
zocht met den conducteur die coaipé's af.
Het oponthoud was door een onbelang
rijke roden veroorzaakt. Een oudlero dame
had oen kramp-aanval gekregen en haar
zoon had in zijn angst aam die noodrem ge
trokken. Toen wij den bewusten coupé
openmaakten, was dk> aanval reeds gewe
ken
Plotseling staardte de conducteur mij aan
met iets vreesolijks im zijn oogion. En direct
er boven-op gilde hij mij toe:
„Om 's Hemels wil, Zimmerman, rijd cr
van door 1 De sneltrein zit ons op de ble
ien."
Op hetzelfde oogenblik hoorde ik in da
verto het dbffo gedreun van een naderen
den trein. Ja, ja, het was zoo! Die snel
trein passeerde Dondernaohts onzen weg,
omdat er tot Altenburg in dien tijd nog
geen dubbelspoor was. Als er geen opont
houd was gekomen, waren wij reeds lang
to Altenbairg geweest en had die luxotrein
dlo baan vrij gehad. Maar nu kon hij ons
direct van achteren aanvallen. En wij had
den niets om ons te doen opmerken. Het
ontzettende ongeluk was niet to ontkomen.
Driehonderd mensohen in onzen trein
èn de inzittenden van d'en anderen
Als waanzinnig- viel ik op mijn machine
aan.
„Volop stoom, Leopold!" brulde ik mijn
stoker toe. „Do sneltrein is achter ons
Voordat hij mij geheel begrepen had,
wierp ik de stoomkruk om. Mot een wil
den ruk sprong mijn „Fingal" op, zo-odat
<5e kettingen der koppeling knarsten. Ik
moest zelf meo aanpakken. Leopold scheen
door schrik verlamd te zijn. Ik greep hem
cücn kolenschep uit do hand en wierp nieu
we kolen op don helle-brand in don vuur
oven.
Een razende vaart ving aan. Lukte het
ons Altenburg to bereiken, dan waren wij
gered. GeredIk boog mij tor zijde en loer
de achterwaarts. Door het -©enigszins ter
zijde-buigen van de railslijn meondo ik de
gloeiende, oogappels van onzen vervolger
to zien opvlammen. Ik trok aan do stoom
fluit. Als oen gemarteld dier huilde mijn
„Fingal". zoodat (3e gil beangstigend tus
schen dlo rotswanden uitsloeg. De machine
trilde en stampte, en joeg in razende snel
heid langs haar ijzeren weg. Nachtvogels
stieten zich aan de wanden der wachthuis
jes of vielen door den aansuizenden lucht
druk te pletter. Do dorp en,links en rechts
in het dal, vlogen bliksemsnel aan ons
voorbij, en toch, zij lagen er zoo vredig in
dien moeien zomernacht. Aohter sommige
vensters brandde nog licht. De bewoners
vermoedden niet in het minst, wat voor
een vreeselijko strijd, tusschen machine en
noodlot, hier gestreden werd. Zij verinoedh
den niets, ook de inzittenden van den trein
vermoedden niets, hoewel zij misschien,
gezeten in hun behaaglijk-gecapitoneerdo
I coupó's, hun hoofden schudden, als zij bij
een kromming duchtig heen en weer ge
slingerd werden. Zij vermoedden nietsAl-
leen wij drieën wisten er vande conduc
teur, Leopold en ikl
j Ik vooralIn mijn hand Meld ik het lot
I vara zooveel rnenschen vast! Trotsch richt
te ik mijzelf omhoogcr kwam plotseling
oon stalen rust over me.
„Too maar. Leopold! Wij halen het
wol!" zei ik met vaste overtuiging. Maar
opnieuw, greep oen benauwde twijfel mij
aan
Wat, als er ook maar een kleinste defect
aan do mcehino kwam! Warmloopen, een
1 asbreuk door deze volle vaart? „Maar
neen, „Fingal", trouwe „Fingal", jo zult
het volbrengen
Toon streek ik met de hand over del
glimrnendo machine-stukken, zooals een-
paardrijder zijn paard streelt. Dan t-uurcfo
ik opnieuw achteruit, om te zien of de af
stand tusschen ons was toegenomen of ver
minderd. Ik kon echter door c3e vele boch
ten niet duidelijk onderscheiden. Maar wij
schenen toch eera mooien voorsprong ge
wonnen te hebben en moesten binuenkorb
Altenburg bereikeu. Eindelijk flikkerden in.
de verto de lichten der signalen langs db
rails en het volgond'o oogenblik daverde
onze trein onder do overkapping binnen.
GcH zij gedankt!
Ik had mijn „Fingal" nauwelijks tot
staan gebracht of do expresse joeg op het
volgend} spoor ons voorbij. Ik weet niet
hoelang deze vaart geduurd mag hebben
dio enkele minuten schenen mij een
eeuwigheid. Koud zweet brak mij aan allo
kanten uit, toen ik van do machine afklom
om mij tra gaan molden.
Met bleek gezicht kwam db chef op mij af.
„Drommels! Zimmerman, hoo heb ik het
met je? Elf minuten to laat! Dat had ge
vaarlijk kunnen worden 1"
De tegelijk aangesnelde conducteur lcg<
do hem do toedracht dar zaak uit. Daarop
voikto hij mij de hamel
„Dat is een bravorarc-stukjegeweest l lk