No. 18115. LEIDSCH DAGBLAD Donderdag 20 Maart. Tweede Blad Armo 1919. EERSTE KAMER, TWEEDE KA&1EB. BINNENLAND, RECHTZAKEN 1 Vergadering van gisteren. Staalsbegrooting 1019. Buiten landsche Zaken. De- algemeens beschouwingen ovjr tie be- begrooting van Buitemlandsch-e Zaken wor den geopend. De heer KUYPBR (A.-R.) wijst er op, dat onee legaties zoo zwak bszet z^n De -Mi nder vrage maea* geld aan, om daarmee het personeel in liet buitenland uit te breiden en op een perl te brengen, waarop het ons land uitnemend kan voorlichten. Spr. vraagt den Minister een nadere verklaring over zijn standount ten opzichte van de pers De MINISTER VAN BU TEN LANDS CHE ZAKEN verklaart, dit hij sedert z\jn optreden zooveel mogelijk naar openbaarheid .ïeeft gestreefd. Spr. heeft werkelijk soms bsho^f- te aan steun bij de publieke opinie gevoeld; iotnsschen kan dit met leiden tot volléiige openbaarmaking. Spr. betwijf:lt of l~«rt te kort aan werkkrachten in de, diplomati wel geheel c~n kwestie van geld is De d'plo- matie schijnt, als carrière, nog niet die uan- Uekkeiijkbeid to hebben, om velen tot haar dienaren te roepen. De algemöene beraadslagingen worden ge- GLOüen, waarna de begroot'ng z. h wordt aangenomen. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Vervolgens worden de algemeens b schou wingen over de'begrooting voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen geopend. De lieer DE WAAL MALEFIJT (A.-R.) achi de kans op den portieken soboolvrole zoetr groet Is het onderwijs geen punt vm strijd meer, dan zv. eerst Ö'nk aan zijn ver betering gewerkt kunnen worden. De ii:mn- cieeie gelijkstelling besohouwe men fcuch m geen gevai alg einddoel, doch slechts ais nvd- 5ei om het onderweg op te vceren tot 'ïooger peli. In de onderwijswet blijve fle gelegen heid bestaan voor schoo.be ?tu ren om geldon, die belangstellenden beschikt aar willen c tel len, aan to wenden in het belang van schooi en onderwijzers boven de bijdragen van Rijk en gemeente. De heer POLAK (S. D. A. P) betuigt evenais de vorige spreker, instemming .met het optreden van dezen Mini:ter. Voorai 's M'nisters standpunt beu aanzien van de dramatische kunst heeft zijn mvtem- joiing. Spr. hoopt, dat de Mini-ter ook gele genheid zaï vinden om aandacht te wijdon aan de reorganisatie van het ord:rw\js ais onder wijs. n.i. de inrichting van het onderwijs. Hij deeit niet de instemming van vele leden mei de verhodglng van het subsidie aan de Leidsche Vereeniging ter bevordering Van de studie der tropische geneeskunst. Dit ie-idt tot een ongewenschte ve de&iing van k-aoh- ten en geid, waar Anvrberdann reeds liet Instituut voor Tropische Hygiëne heeft, be- hoorend tot het Koloniaal Instituut. Men zal nu te Leiden een tweede dergelijke instel ling krijgen. De Regeering behoort een der gelijke rivaliteit niet te steunen en spr. vraagt den Minister deze zaak alsnog eens ernstig te overwegen. Vervolgens bepleit 6pr. lioogere eischen van al gome ene ontwikkeling to stellen aan de candidpten voor de examens middelbaar onderVrijs. Spr. is niet bevredigd over het antwoord van den Minister inzake de exa men-commissie voor Hoogduitsch. Spr. be pleit voorts de tot-stand-kcaiing van een tnonu eutonwet. Onder deze wet zouden natuurlijk ook moeten vallen moode plekken in do natuur en oudo stadsgezichten. Alleen door middel van de wet kunnen do vijanden van de sohoonheid bestroden worden. Spr. begrijpt niet, waarom er voor steun aan do Neder- landscho Opera een afzonderlijke ccwnmis- sie benoemd moet worden. Kan do toon- kunstcammissie geen advies geven? De heer BOSCH VAN OUD-AMELIS- WEERD (R.-K.) is ook ingenomen met het optreden van dozen Minister. Hij herhaalt cfan zijn opmerking, bij de begrooting van Justitie over het groonloo- pen gemaakt, 'a Ministers standpunt, in de M. v. A. aangegeven, is z. i. wel wat al te voorzichtig. De Minister vredst ingrijpen in do rechten van den rector-magnificus, maar dat behoeft in dezen tijd geen bezwaar te zijn. Hij bestrijdt do instelling van een landbouwdactoraat to Groningen, waarom trent de Minister met zijn ambtgenoot van Landbouw overleg pleegt. Do heer DE GIJSELAAR (O.-H.) hp- tuigt instermrang mot het optreden van den Minister en met de instelling van dit mi nisterie. Daarna verdedigt hij do vorhoo- gmg van do subsidie ran do Vereeniging voor Tropische Hygiene te Leiden. De cur sus te Leiden bestond reeds lang voordat do instelling to Amsterdam op kwam. Ook do subsidie is er reeds goruimen tijd. Al leen was er een kwestie met „Koloniën", welk Departement alleen afgestudeerden van Amsterdam erkende. Het zou onlogisch zijn, al-s aan een Rijksuniversiteit een der gelijk belangrijk vak als de Tropische Hy giëne niet werd onderwezen. Do instelling van Rijksbeurzen heeft zijn instoraming en hij wenachb één doctoraat in de moderne talon en _geon splitsing naar de talen. Wat dia ondërwijsgoving betreft, noodig zijn bil lijke traktemonbon, raaur de gemeente besturen moeten daar van dan afblijven en de traktementen niet kunnen verhoogen. Do benoeming van liet onderwijzend per soneel dient aan B. en W. te komen. Aan gaande do eigen dammen der soholen voelt spr. veel voor bet systeem door don heer Do Waal Malefijt genoemd. Spr. is het eens met hetgeen de heer Po lak zeido over de kunst. Do opera is niet »<iiver toonkunst, maar toonkunst" en dra matisch© kunst. De heer BERGSMA (U.-L.) wijst c-r op, dat de opheffing der Nbod-B.ogohwet eerlang te verwachten is. Daarom moeten te dien opzichte van overheidswege maat- regelen worden genomen. Do heer VAN EMBDEN (V.-D.) bepleit spoedige reorganisatie der eischen van de Eindexamens voor gymnasia en de daarop aansluitende Staats examens. Ook behan delt spr. de commissie voor de examens M. O. Hoogduitsche taal en herinnert aan hetgeen do heer Ter Laan te dien aanzien in do Tweede Kamer zei De heer BINNERTS (V.-D.) stelt de vraag of de openbare kas, waaruit open baar on bijzonder onderwijs zal worden be kostigd, de Rijks- of de Gemeentekas zal zijn. Do heer REEKERS (R.-K.) meent, dat do Bosch web met het oog op de buitonge- wono omstandighodèen tot stand kwam. Do Regeermg behoort evenwel zooveel moge lijk hot eigendom to respecteeren. De heer D'AUMALE Baron VAN HAR- DENBROEK (A.-R.) wijst op de belang rijke taak van den onderwijzer, die voeling moet houden mot ouders, dan zijn geen strenge scholen noodïg. Do MINISTER VAN ONDERWIJS KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN, de heer DE VISSER, zegt dank voor de vriendelijke en waardeerende wborden, tot hem gericht. Dë financieele gelijkstelling op onder wijsgebied wensoht spr. hoofdzakelijk te motiveeren en to apprecieeren, met het be lang van het onderwijs in hot algemeen. In derdaad zijn er voor de voorstanders van hot bijzonder onderwijs in zeker opzioht na- deelen aan verhondon. Maar do ouders en schoolbesturen behouden toch financieel be lang bij hun scholen. Ten eerste is er het storten van de waarborgsom en dat is al tijd het moeilijkste geweest bij het stichten van scholen. Ieder schoolbestuur zal ver plicht blijven een waarborgsom te storten. Bovendien moet do vrijhoid blijven om bo ven den norm van hot Rijk aan de school te verbeteren en uit te breiden hetgeen men gewenscht acht. Er blijven ook ver schillende takkon van onderwijs, bet M. O. en het voorbereidend H. O., waarop de be langstelling van do voorstanders van het bijzonder onderwijs zich kan richten, omdat door heb Grondwetsartikel algeheel© gelijk stelling voorloopig is uitgesloten. Hetgeen de heer Binnerts zeido ging dia metraal in" tegen het voorstel der Bevredi- gingscon.missio. Spr. kan geen stap in die richting doenmaar aan de genoemde moeilijkheden zal op andere wijze te ge- moot .worden gekomen in heb wetsontwerp dat, naar spr. hoopt, binnen enkele weken de Kamers zal bereiken. Komend tot het groonloopon, gaat spr. de tuchtrogeling aan de universiteiten na niet 'uitsluitend beslist de rector-magnifi cus, ook do Sonaat is er bij betrokken. In hot algemeen kan gezegd worden, dat de studentenmaatschappij geen aanleiding geeft tot groot© klachten. Wat Utrecht be treft, men moet hoogst voorzichtig zijn mot wetswijziging. Er zijn in de studentenmaat schappij uitnemende krachten werkzaam tot verbetering van d'en toestand. Intusschen wil spr. het besluit van den Senaat) van heb Utrochtscho Studenten corps niet geheel voor zijn rekening necnen. Spr. heeft de zaak uitvoerig onderzocht. Er ia maar één zwak punt in de geheele zaak geweeatdat is, dat men den student, die do dwaasheid beging, niet voor dén ge heel en groentijd heb recht tot ontgroenen ontnomen heeft, in plaats van slechts voor een week. Dat heeft spr. afgekeurd en het ware in heb belang van heb U. S. C. ge weest, indien de Senaat zelf strenger ware opgetreden. Spr. verdedigt dön het landbouwdocto- raat voor Groningen. Van eon conflict met Wageningen zal geen sprake zijn. Voor het doctoraat in de vreemde talen zal waarschijnlijk nog deze week oen wets ontwerp do Staten-Generaal bereiken. Spr. is beslist tegenstander van een ge splitst doctoraat. Het verzet van den heer Polak tegen de Tropische Hygicno-subsidie voor Leiden heeft spr. verwonderd, na de voorgeschie denis dezer zaak. Te Leiden beschikt men over voldoende materialen, waartoe Rot terdam de gelegenheid schept, bedoeld is hier inzonderheid het monschenmatoriaal, dat de geneeskundigen behoeven. Do wijziging van het leerplan der gym nasia vorderb veel tijd en do wijziging van het oxamon moet daarop wachten. Intus schen zal spr. spoed betrachten. Wat betreft de examencommissie Duitsoh M. O. akte B, prof. Fransen heeft vrijwil lig ontslag genomen, prof. Schol ten is niet benoemd. Prof. Fransen was slechts bereid onder 2 voorwaarden weder zitting te ne men, de toenmalige voorzitter der commis sie had bedenkingen tegen inwilliging daar van en de Minister van Binnenlandsoho Za ken vereenigde zich daarmede. Prof. Sy- mons is toon voorzatter gebleven. Spr. heeft den toestand willen veranderen, maar kreeg toen van oon der hoogleeraren een ge schrift naar hot hoofd, alsof hij een der schuldigen i3. Spr. wenschte om zijn ver diensten prof. Symons te handhaven en daarnaast, een andere commissie te benoe men onder prof. Fransen of prof. Scholten, maar bij do uitvoering bloken moeilijkhe den. Het aantal adspiranten voor het exa men Duitsoh is kleiner da.n dat vcor Fransch of Engelsch en dan zouden ook die commissies splitsing gevraagd hebben en dat zou meer kosten mot zich gebracht heb ben. Pfor. Symons heeft toen proprio motu, mot heb oog op zijn leeftijd te kennen gege ven uit den dienst te willen. Spr. heeft hem toen gevraagd althans nog dit jaar het voorzitterschap op zich t© nemen; uit deferentie voor hem on omdat epr. rustig den tijd wilde hebben tot nauwkeurige overweging der zaak en samenstelling der commissie voor de'toekomst. Spr. wenschb de wet op hot L O. in dien zin te horzien, dat alle soort scholen, welke tot dusver- buiten do web vielen, daarin als bijzondere soholen op te nemen, m. n. de scholen voor blinden en doofstommen, als ook de strenge scholen. Voor besbudeering van het spellihgvraag- stuk heeft do Llinister nog geen gelegenheid gehad. Aan do commissie voor de monumenten zorg verzoolt hij een ontwerp-HKHium>eatenr wet gereed to maken. Met onteigenings- I kwesties op dfrt terrein moet men hoogst voorzichtig zijn en blijven. Verleden jaar is reedb erkend, dat de i toonkunst van overheidswege gesteund moet worden. Thans ging het om de dra matische kunst, daarvoor zal nog deze week een staatscommissie benoemd worden. Daarin zullen mannen en vrouwen zitting nemen die de prizicipicede zijde der zaak hebben te booordeolen en dio de technische zijde der zaak zullen b eed on Als het rap port dozer commissi© is ingekomen" zal de minister hobbon te beslissen of hij zal heb ben voor t© stellen de dramatische kunst tot overheidszorg t© maken. Een minister van Kunsten in het algemeen mag niet a priori zeggen één kunst uit te sluiten. Hierna volgen replieken. De heer BERGSMA, DE GIJSELAAR, POLAK en BOSCH VAN OUD-AMELIS- WEERD replioeeren, waarna de MINIS TER, nog kort antwoordt. Do beraadslaging wordt geslotenhet wetsontwerp wordt z. h. st. aangenomen. Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER deelt mede, dat beslo ten is Donderdag om elf uur verschil lende kleine wetsontwerpen in openbare behan deling te nemen. Daarna zullen in de afdeelingen worden onderzocht Hoofdstuk VI (Marine) en het wetsontwerp betreffende de financieele re gelingen der economische overeenkomsten. Do vergadering wordt verdaagd tot Don derdagochtend elf uren. Vergadering van g i s t e f o Q. Regeling van werkzaamheden. Besloten wordt Donderdag 27 Maart af- deelingabijccnkoinstcn to honden tor behan- deling van veroohillende wetsontwerpen, o.a. dat tot herziening der Gemeentewet. Daar I dit afdoe li n.gsonderzoek vermoedelijk den ge heelen dag in beslag zal nemen, zal er dien dag geen openbare bijeenkomst worden ge- j houden. Marino-begreoting. De behandeling der MarLoe-hegrootihg 1919 wondt voortgezet. Bij art. 23 verdedigt do heer HIJGEN- ROLTZ (S. D. A. P.) een amendement, be- oogende om niet over te gaan tot don voor genomen bouw eonor marinierskazerne te Rotterdam. Ook do bouw van een hospitaal to Vlissingen kan. meent spreker, nog wei ©enigen tijd worden uitgesteld. De heer RUTS DE BEERENBROUOK, MINISTER VAN MARINE AD INTERIM. I is bereid de nog slechts in voorbereiding j zijnde plannen voor <1© stichting van beide gebouwen ecrugen tijd uit t© stellen. De heer HUGENHOLTZ trekt zijn amea- I dement in. Bij art. 48 trekt de heer VAN RAPPARD (V.-L) een door hem ingediend amendement beo ogen de verhoog inig der peneioonen van de onderofficieren der aeemaoht, gepen si© n- neard. vóór 8 Mei 1913, in. Hij stelt hiervoor in de plaats twee moties, de eeno atrekkendo i om den wen sch uit te spreken, dat de pea- sioenon der vóór 1 April 1911 gepension- neerde officieren van Land- en Zeemaoht zullen worden verhoogd tot het peil, waar op dee© pensioenen zouden staan, indien de betrokkenen ma dien datum waren gepen- sionnoord, en de ander© motie, strekkende j om denzelfden wenseh uit te spreken ten I aanzien van do vóór 8 Mei 1913 gepension- neerde onderofficieren. I Dezo moties zullen op een ma dor to bepa- len dag worden behandeld. Bij de af dee ling Loodswezen kLaagt Je hoor OUD (V.-D.) over de leuHng van dit bedrijf. Spreker wensoht voort8 do positie dor loodsen itn overeenstemming te zien ge bracht mot die der andere Rijksambtenaren, j Do hoor VAN DER BILT (R.-K.) sluit zich i in hoofdzaak bij het betoog van den heer Oud aan. De heer HUGENHOLTZ (S. D. A. P.) merkt op, dat het personeel van het loods wezen nog stoeds den heer Go lijn dankbaar is, omdat die in den korten tijd. ge-diurende wolken hij het Dop. van Marine beheerde, zioh persoonlijk op do hoogte van den toe stand heeft gesteld en met het personeel hooft gesproken. Er is toen inderdaad ver- bel©, ing in hun toestand gobraoht en het personeel waardeerde dit to meer, omdat de inspecteur-generaal zelf ongenaakbaar is. Zoo lang die functionnaris aan het hoofd van het loodswezen staat, rust daarop een vloek. Do VOORZITTER verzoekt den hoer Hu- genboltz zoodanige termen niet to gebruiken ten aanzien van een ambtenaar. De heer HUGENHOLTZ bespreekt daarna nog eenigo detailpunten. Do heer RUYS DE BEERENBROTJOK antwoordt, dat het rapport inzake den roohtstoe^tand der Rijksambtenaren in be werking is. Daarbij zaL ook het Loodswezen I ter sprake koonen. Het rapport zal binnen kort aan H. M. de Koningin worden aange boden. Wat het beleid van den in&pocteur-geu- raal betreft meent spreker, dat die ambte naar door den heer Colijn niet gehandhaafd zooi zijn. indien het werkelijk zoo veel te wenschen overliet. Spreker kan de klacht van den heer Huigonholtz op het oogeablik niet beoordeelen. Do Marine-Zbegrooting, in etemminjg ge bracht, wordt met 46 tegen 24 ©temmen (die der vrijzinnig-demooratensociaal-democra ten, rcvoluHimnalrren en den heer Van Je La-ar, ohr.-eoc. partij,) aangenomen. Het wetsontwerp tot verhooging van Hoofdstuk VI dèr Staatabeigrootimg 1918 (buitenigewoon Marine-krediet) wordt daar op zonder lioofdel-ijke stemming aangeDomeo. De betasting-ontworpen. Aan de orde zijn d© wetsontwerpen tot wijziging der wet op dë inkomstenbelasting 1914, tot wijaigiaig deer wot op de vermo- getndboliasting en tot verlenging van dien termijn en wijziging van het tarief dor ver- dedigiiagsbelastingen. (Van deze wijriskhgei woerdt in totaal ongeveer f 70,000,000 hoo- gere opbrengst geraamd.) De heer VAN DEN TEMPEL (S. D. A. P.) vangt aan met do opmerking, dat tegen de ontworpen zelf geen noemenswaardige te genstand zal zijn, doch dat zioh ten opzichte viam de financieel© politiek dor Regeering groote principieel© geschillen znllen opeo- baren. VoLgens den Minister van Financiën ts, waimocir uit d© direct© belastingen nog 20 müLlioen meer wordt- geh&alidi, die draag kracht der kapitaalkrachtigen uitgeput. Wanneer men echter de weelde ziet, die ove*- al in den «land© door de bourgeoisie wordt ten toon gespreid, dan kan men den arbe? der niet wijsmaken, dat daar niets meer te halen zou zijn. Spreker noemt de politiek van den Minister v-an Financiën troosteloos. Spieker betwist, dat een hofling in-eens het productieve kapitaal aantast. Het totaal vor meigen in ons land steeg in één jaar (van '17 tot '18) met 1042 millioen en gedurende de laatste 3 oorlogsjaren met één milliard 32ö millioen gulden. Do stijging bedioog het meest voor de rijkaards, want waar het to-, taal vermogen met 18 pOt. toenam, daar vei- meerderde het vermogen der millionnairs roet niet minder dan 24 pCt. Verschillen lo liberale persorganen hebben op een heffing in-oens aangedrongen eQ z©l£s Eet Katho lieke „Centrum" beval een oompromis ten aanzien oener heffing in-oens aan. De politiek van dezen Minister van Finan ciën, om de indirecte belastingen te verhoo- geffi eindigt spreker moge in de co v sorvaticve Eerste KameT toejuiching hebben gevonden, zij zal dit niet bij een groot deel van do Tweede Kamer on zeker niet bij de arbeidende klasse. De hoer OUD (V.-D.) meent, dat de vraag: directe of indirecte belastingen, niet is een principieel© kwestie. Spr. wijst op de belasting op weeldeartikelen, waarvan ook opr. een voorstander is. Maar van de klein tjes mag geen belasting worden goh aal I, tenzij het onmogelijk moor gehaald kan worden van de grooten. Spr. bepleit een hef fing in-oens tot een bedrag van een mil liard. Dat is een groot bedrag. Maar „au ©rand3 m&ux les grands remèdes''. Vindt men dat te hoog, dan acht spr. een half milliard het minimum voor eon heffing in eens. De rest van de oriskKcbuld zou dan :n 20 of 25 jaar moeten worden afgelost. Do daarvoor benoodigdé 65 miLlioen per jaar zouden moeten worden gehaald uit de successiebelasting gepaard met een stelsel van staatserfrecht. De opeenten op de suikeraocijns dienden afgeschaft. Voorts zouden de verschillende olrecte belastingen moeten wonden samen gesmolten tot één inkomstenbelasting en één vor mogensbeast in g. Spr. verkrijgt op deze wijze 50 millioen voor den gewonen dienst. Hij wenscht deze te gebruiken voor datgene, wat direct voorbij is, en de plaatsk-aajrtonbe- laeting, de tabalcsbAaating en de wijziging van het tarief, alsmede de belasting op ca cao, thee en koffie, enz., doen vervallen. De ontbrekende 20 millioen is te vinden uit be lasting op de weeldeartikelen en een ver hooging van het tarief dor inkomsten- en vermogensbelasting, volgens amendementeu, door spr. Lgeiiend. Slechts op deze wijze wondt rekening gehouden met de draag kracht. Zakelijke- belastingen zijn daarom ten eenenmiade verwerpelijk. In «sprekers plan leao dan ook de zeer onbillijke -giondbelas- fcing tot een bedrag van 10 mUlfioon wordea gemist. Spr. is voorts voor een hoogore be lasting op de oojgehuwden. Spr. bepleit vo-orfs een permanent werken van de oorlogswinst- beLasting in dien zin. dat alle inkomens, waarbij overmatige win«sten worden gemaakt extra worden belast. Wfj zijn niet voorne mens met 's Ministers plannen in zake de indirecte belastin-gen mode te gaan zoolang niet op de anagegeven wijze uit de directe belastingen gehaald is, wat or uit to halen is. Spr. betoogt ten alette, dat do Minister van Financiën door zijn belastingplannen het mooie democratische hervorm in gsprogr am der Rcgecrinig hoeft bedorven en dat hfj daarom alsnog van d'i© belastingplannen moet af zien. Spr. doet daartoe een dringend beroep op den Minister. Donderdag één uur voortzetting. Volkerenbond-beginselen. De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft aan de Tweede Kamer medegedeeld, dat van ds d.d. 28 Januari toegezonden rapporten der Commissie van Voorbereiding voor de Der de Vredesconferentie, dat van 20 Januari 1919 met bijlage niet langer als van ver- trouwelijken aard behoeft te worden be schouwd en dorhalve ook ter aigeraeeno kennis kan worden gebracht. De voorzitter der commissie, ir»r. J. A. Loeff. schrijft in dat rapport aan den Mi- uist-er van Biritenlundsche zaken: „In het rapport, dat de Commissie Uwer Excellentie's ambtsvoorganger in Augustus 1918 deed toekomen, en waarin zij haar oordeel nederlegde over de beginselen van de „League to enforce Pëace*', gaf zij een viertal punten aan, die zij meende al» principieel© voorwaarden voor do aannc meiijklieid van zulk een League te moeten beschouwen. Verder gaande in de ingeslagen richting, naar aanleiding van het meer algemeeno deel van de opdracht van 30 Januari 1918 en dus de mogelijkheid van aaneensluiting van de Staten beschouwende, onafhan kelijk van eenig correct voorstel, heeft do commissie gemeeud, dat het in de eerste plaats nuttig zoude ziin, Uw Excellentie er van op de hoogte te houden, welke be ginselen naar haar oordeel aan den Vol kerenbond .in het algemeen ben grondslag moeten liggen, zonder daarbij vooralsnog tot een uitgewerkt schema tc moeten over gaan. Zij biedt U hierbij een serie van der gelijke beginselen aan, welke eenparige in stemming bij de commissie* mochten vin den. Bij het samenstellen van deze punten is er van uitgegaan, dat de allernood zakelijkste beginselen en organen van den Volkerenbond dadelijk in diens grondver- drag behoor en te worden neergelegd, maar dat daarnaast veel aan den geregelden ar- beid der Bondsconferentie moet worden overgelaten; voorts, dat naar middelen behoort te worden gezocht, om verstarring van het bestaande Statenstelsèl als gevolg van den Volkerenbond te voorkomenwat dit laatst© betreft, voorziet punt 10 do mogelijkheid van grenswijziging, aaneen sluiting, samensmelting en splitsing van Staten langs vreedzamen weg. Die ontworpen Volkerenbond-beginselen zijn de volgende 1 Alle Staten moöten kunnen deelnemea aan den Volkerenbond. 2. Alle in het grond verdrag van den Vol kerenbond nader te precise eren, niet door onderling overleg op te lossen rechtsge schillen tusschen leden van den Bond. zul len "worden onderworpen aan het Perma nent© Hof van Arbritage of aan een Inter-^ nationaal Gerechtshofalle overige, niet door onderling overleg op te lossen ge schillen zullen worden gebracht voor in tern. commission v. onderzoek en verzoening waarvan elk lid van den Bond er een zal bezitten, voor zijn betrekking tot olk der overige leden. 3. Afzonderlijk© of- en defensieve ver bonden zijn met den Volkerenbond onver- eenighaar. 4. Onbeperkte wapeningen zijn met hot beginsel van den Bond onvereonigbaar. De conferentie der leden van don Volke renbond (Bondsconfercntic) zal een verdrag betreffende do beperking en de cautingen- teering der wapeningen ter hand nemen, 5. Het recht om elkander den ocrlog aan t© doen is met den Volkerenbond onver- cenigha&r. 6. Er wordt bij het grondvecrdi ag inge* steld een Bondsgerecht, voor welke samen* stelling die van het Internationale Prija- hof van 1907 tot voorbeeld wordie geno« men. 7. Dit orgaan maakt in de eerste plaats naar een c ^erpen rcg^l uit, of een Staat de misdaad, onder 5 bedoeld, begaat. 8. Tegen den Staat, die het bepaalde bij punt 5 overtreedt, ?al zich de gemeenschap peliike economische en militaire macht van allo overige Staten keeren. 9. De Bondsconferentk- .'.al aanstonds eea verdrag tor hand nemen, betreffende do orgarisntie, reeds ir. normale tijden van de gemeen schappelijke economische en mi litaire actie. 10. De Bondsconfercntic zal verdragen kunnen maken, o. a. betreffende andore misdaden va,n Staten dan het onder 5 ge noemde, waartegen in scherp omlijnde ge vallen door gemeenschappelijke actie zou kunnen worden opgetreden grenswijziging, aaneensluiting, samen smelting of splitsing van Staten voor zoo ver deze niet door de betrokken Staten onderling geregeld worden bot internationaal goederenverkeer; het toezicht op het naleven van het böndsrerht het oprichten van noodig gebleken bonds organen IJ De Bond mengt zich niet in do inwen* dige aangelegenheden van de leden van den Bond, voor zoover deze niet strijden met het voor alle gelijke bondsrccht. Do Bondsconfercntic vermijdt 't gebied, waar op andere internationale conferenties werkzaam zijn, tenzij zij ter betere behar-.. tiging van de betrokken materie sommige onderwerpen van algemcenen aard aan zich trekt 12. Geschillen over den uitleg of de toe passing van het bondsrecht worden be slecht door het Bondsgerecht bedoeld on der 6. 13. Voor het in-werkmg-tneden en blij- ven van het Bondsrecht is deelneming van alle groote mogendheden en van een na der te bepalen groot aantal der overige landen vereischt 14. Toetreding tot den Volkerenbond be hoort zonder reserves te geschieden. Op- »egging kan slechte geschieden telkens na ©en bepaald aantal jaren, bijv. 10 of 20, te rekenen van hot in-working-treden van het grondverdrag. HAAGSCH GERECHTSHOF. Dit Hof heeft arrest gevezec in de «a ken J. F., werkman, en F v. d. P., rnaga* zijnknecht, beiden te 's-Grav©nhago, wa ren wegens diefstal van pepermunt en jams te Leiden door de Haagsche recht bank veroordeeld tot 3 maanden gevange nisstraf. Het Hof legde deze straf voorwaarde* lijk op. F. G opperman te L e i d o n. was wegens diefstal van o. a. pendules uit ecu perceel, waartoe hij zich door braak toe< gang had verschaft, veroordeeld tot ach# maanden gevangenisstraf. UTRECHTSCHE RECHTBANK. SpoorwcgdielstaL Deze reehtband behandelde eon diefstal van een vat boter, bestemd voor do ge meente Bodegraven, dat nabij Utrecht, uit don goederontrein was gewon pen en later voor f 192.50 verkocht. Boschuldigd van dezon diefstal stonden tereoht een los werkman en een koetsier, beiden vroegèr los remmer bij de N. C. S- Bcklaagden bekenden. De subst.-ofnL!c, van justitie, mr. A. N. Fabius, eischt© tegen beiden 1 jaar gevan genisstraf, voor bekl. B. mot aftrok van het voorarrest. Als verdedigers traden op mrs. Dam brink e® D© Waal Malefijt, beiden te Utrecht. Torzako heling stonden vervolgens to recht twee gewezen remmers, thans los werkman, en een vast remmer, allen te Utrecht. Geëischt word tegen den eerste twea ieder zes maanden gevangenisstraf en tegen don anderen 1 jaar gevangenisstraf met af trek van het voorarrest. Uitspraak Maandag a.s. ARNHEM SCH GERECHTSHOF. Het processie-verbod. Dit Hof heeft arrest gewezen in de zaak tegen A. J. K., pastoor te Beugen, tegen wion een strafvoivolging was ingesteld we gens het houden van een openbare gods dienstoefening op d!en openbaren weg op een plaats, waar zulks niet geoorloofd was. Do rechtbank te '6-Hertogeabosoli had bekl. vrijgesprokenin cassatie van een vonnis van en Hoogen Raad werd do zaak voor hot Hof te Arnhem behandeld. Het Hof nam op gTond van getuigenver klaringen aan, dat te Beugen processiën niet van oudsher gebruikelijk waren. Het ten laste gelegd'o als bowezen aannemend, concludeerde het Hof, dat bekl. heeft ge- handeld in _strjjd met de wet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5