No. 18105. PERSOVERZICHT. LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 8 Maart. Tweede Bfad Anno 1919. EERSTE KAMER. TWEEDE KAMER, FEUILLETON, GEKOCHT. Waardeering. In „Haagaoh© Kout" van de „PROVINCIALE GRONIN GER COURANT" lezen wij de volgende waardeerendo woorden over do plannen van den Minister van Arbeid en do wijze, waarop deze zijn cer3te be groeting verdedigd heeft „Over do voortgezette behandeling der Staafcsbegrooting in onze Tweede Kamer 7.011 ik kolommen kunnen vullen. Het eerste budget van arbeid is door Minister Aal- borso met zeer veel talent verdedigd. Wat 'deze bewindsman zich voorstelt op het ter rein van arbeids- en verzokeringswetgeving tot stand te brengen, is inderdaad bewon- dcringswaardig en zoo het hom gelukken mc«:bt in vier jaren al zijn plannen tot uit voering to brengen, zou hij zich een monu ment stichten in onze geschiedenis. Men is, na zijn eerste debuut, vol goede vorwach- iingde Minister wil den democrat-ischen weg uithij heeft, sinds hij als lid de Ka mer verliet, blijkbaar heel wat geleerd en zich geoefend in gematigdheid en"- in de oischen van de moderne arbcids-wetgeving. Als de Kamer even hard wil werken als hij dan belooft heb nieuwo Departement ons rijko vrachten." r De schooistrJj-d uit? Deze vraag tfteli; prof. dr. F. W. Grosheide.in een hoofd artikel in „DE (anti-rev.) ROTTERDAM MER". Twee groote gevaren ziet de schrijver Bannoiüen. Aan de eene zjde, dat de Chris telijke onderwijzers zullen worden ambté naar; aan de andere zijde, dat de machtige Staatsbond onder de leuze: „Ik betaal', steeds tmeer naar zich toe zal trekken en ons ein delijk theoretisch of practisch onze scholen Eal entnemen. De periode, die we nu binnen- 'gai n, zal er een moeten zijn van otrjl om l|dc-ze beide rampen af te keeren. Ziet de schrijver wèl, dan staan ons in fcezen strijd vooral twee middelen ten'dienste, naar den aard van het gevaar. In de eerste plaats zorge men, dat de Overhekl niet piles betaalt, nr. a. w. men streve niet ten einde toe naar financieels gelijkheid. Al zou het maar zjn, dat de Schoolvereeniging blecï zorgen voor de leermiddelen. Natuur lijk zal als alles van Staatswege words be vestigd, ook het schoolgeld moeten worden jafgedragen. Dat is niet meer dan b;.:ijk. [Eet Schoolbestuur ^vordü pracrisch niet ali jders dan een commissie, door die ouders der Schoolgaande kinderen (of ook al door dé Overheid?) benoemd, om Staatseigendom te ■besturen. Laat het zoo ver niet^ komen. [Laten onze schoolgebouwen, opgericht met fc'tcun van het Rijk, toch gebouwd worden Invet eigen kapitaal en eigendom bijven ctor ÏVereenigïngen. Laat het schoolgeld "diénen yocr leermiddelen en betaling van reoiTe en aflossing van geleend kapitaal. Laten Iïefsi contributies 'de inkomsten blijven vermeer deren, al is het maar bijwijze van supple tic- fonds. Dan zaï bj Overheid en volk hét Ix-seï bijven leven, dat de Chr. Scholen foch geen Staatsscholen zgn. Dan b'ijft er iiéfde, (want waar njet geofferd wordt, is £een liefde) voor het Chr. Onderwijs. Het jis nu de tjd, dat die best ure n naar waar- f>orgen moeten zoeken, om' als vroeger baas ite Lijven in eigen huis, en nieb gedwongen He worden van Staatswege een onderwys te laar;vaarden, dat in strjd is met Gods Woord. Maar en dient meer te geschieden. A.s er iiiet meer voor de financiën behoeft te wor den gestreden, dan mftot met verdubbelden jijver door onderwijzers en. "besturen samen dwerden gekampt, om liet onderwijs^op onze Scholen waarljk goed en waarljk Christelijk 'te doen zjn. Vooral op deze samenwerking van be sturen en onderwjzers legt schrjver den 'vellen nadruk. Daarom Ijkt hem de meest iloeitreffende behandeling van vraagstukken aièt die in onderwjzersvercenigingen of b?- stuurs non den, maar in schoolbonden, waarin en bestuurders èn onderwijzers zitting heb ben. In önze groote steden is p'aats voor 'één of meer van zulke bonden hier en jdaar bestaan ze ook. Dicht bj elkaar ge legen dorpen kunnen zich vereenigeri. Maar 'dar. moet het een levende zaak zjn. Verga deringen, waar men voor zjn fatsoen niet kan wegblijven en daarom' komt, brengen bier geen hulp. Vrucht zal er alleen zjn, als allen gelijkelijk voelen; het wezen van het Chï. Oriderwqa staat op het ppel ten diarotn aan den arbeid! De sohrrjver mieende «leze eenvoudige op merkingen niet te mogen terughouden. iWant het' gaat hem ,om de zaak van hol Chr. onderwijs aan de kinderen van ong volk; teen zaak, die hem| lief is. Daarom, moehton anderen vreezen als hij daffl ware Sr wel licht arbeid te verrichten en zal hg gaarne n.te(l6arbeiden naar de. jnate van zjjn krachten. Eindexamens H. B. S. In j.VAN ONZEN TI-JD" schrijft dr. M. K- B. C. Poeihekke over de wijziging in de eind examens der H. B. S. met 5-jarigen cursus. Naar aanleiding van het bericht, dat deze examens in hun tegenwoordigen vorm dit jaar vermoedelijk voor het laatst zullen worden afgenomen, wijst hij er op, dat deze kwestie onder de leeraren reeds sedert lang wordt besproken, vooral in verband met de v.aag: Moet het eindexamen al of niet ëen schoolexamen zijn? Hjj betoogt, dan, dat in ijeze belangrijke kwestie 'de vakvereeniging der leeraren tg het M. O. niet mag worden gepasseerd. Vooral na ,,de onzalige geschiedenis" over het Normaal-Programma, dat ondanks de bezwaren van leeraarszijde werd ingevoerd, aoM hjj het wenschelrjk hierop de aandacht te vestigen. Vergadering van gisteren. Aan de orde was een 17-tal kleine wets ontwerpen. Zij werden zonder beraadsla ging en zander hoofdelijke stemming aan genomen. Voortgezet werden hierna de algemeene beschooiwingen over de Staatsbegroating. De heer DE WAAL MALEFIJT (A.-R.) sluit zich aan bij cfo woorden van waardee ring. ten aanzien der Regeering gesproken. Spreker klaagt o.m. over heb hooge aan deel der gemeenten in de distribut-iekosten. De heer STAAL (U.-L.) waarschuwt te gen een te groote bezuiniging op onze de- fensio, nu do Volkerenbond nieb die idea listische instelling schijnt te wordeD, welke men zich voorstelde. Spreker is niet bijzon der optimistisch ten aanzien van de inter national o politievloob. Vooral op dit mo ment aeht spreker ontwapening voor ons land gevaarlijk» Spreker klaagt voorts over miskenning, waaraan, in de afgeloopen jaren, verschil lende bekwame officieren hebben blootge staan, en wijst in dit verband op generaal Snijders, aan wien hot land veel verschul digd was. Veel werd hem ton onrechte ver weten. Spreker betreurt zjn ontslag, niet inziende, dat generaal Snijders den geest van den tijd inderdaad niet vatte. Over do Bolgisoho kwestie spreekt, de heer Staal zijn vertrouwen uit in do Regeering. De heer VAN DEN BERG (A.-R.) staat geheel aan do zijde van het kabinet, waar het bobroft hét bevorderen der Zending in Nederl.-Indiewaar ©venwel gevreesd wordfc voor het prikkelen der overige be volking, had spr. gaarne nog iets gehoord van do Regeering, dat zich richtte tegen die vrees. Spr. treedt in oen uitvoerige be schouwing van hot werk dor Christelijk© Zending. Do houding dor Regeering wet tigt bovengenoemde vrees z.i niet» Dc hcor STORK (U.-L.) brongt ook liuldo aan hot kabinet voor zijn optreden in de November-dagenWat de financiën aan gaat is spr. heb voor een groot deel met de he eren Van Lanschot en Colijn eens. Of schoon spr. bij den aanvang van den oor log op een heffing ineens heeft aangedron gen, hebben de sindsdien veranderde tijds- omsbandigheden hom tot ander inzicht ge bracht en schaart hij zich thans aan de. zijde des Ministers. Ook spr. is voor de noodza- kolijk geworden tabaksbelasting en zou evenzeer wensclien, dat do baten uit do weeldebelasting do raming overtroffen. Hij vreest evenwel, dat do opbrengst niet zal meovallon. Tcn aanzien der directe belastingen wees spr. op de verkeerde voorstelling, welke veelal gemaakt wordt van de uitgaven bij do grootero inkomsten. Ook wordt door do liefdadigheid veel dier inkomsten ge vergd. Ofschoon spr. de noodzakelijkheid der In directe belastingen erkent, betwijfelt hij of da Minister uit de opbrengst daarvan do noodzakelijke baten zal verkr jgen, gezien de duro sociale hervormingen van dezen tijd. Ook spr. hoopt', dat de distribubieraaat- regolen zoo spoedig mogelijk zullen -ver dwijnen, terwijl do órisisuitgaven moeten verminderen. Spr. wenscht don Minister van Financiën moed en kracht toe voor doorvoering van zijn plannen. Vervolgens behandelde spr. in den breed© de vraag of de Regeering en allen, die ©en rol spelen in het productieproces, aan do groote moeilijkheden, welkö zich zullen voordoen, het hoofd zullen kunnen bieden. Spr. ziet te dien aanzien de toekomst don ker in. Ofschoon spr. es op wijst, dat hij per soonlijk ten aanzien van arbeidsvoorwaar den zeer geavanceerde begrippen koestert, meent hij toch mot den Minister te moeten verschillen waar deze meent, dat de wet bj sociale hervormingen moet voorgaan, Spr.'s overtuiging is, dat zij moet volgen. Hij maakt hier scherp onderscheid t-us- sohen vrijheid en dwang. Uitzonderingsge vallen worden op deze wijze wettelijk tot normale toestanden gepromoveerd. In dit verband wijst spr. op den S-uren-dag, er» de 45-uren-week. Spr. behandelt hierna do moeilijkheden, welke ons wachten op heb terrein der pro ductie in do eerste plaats ontstaan deze door den oorlog geschapen toestand ©n over de middelen, waarover de Regeering beschikt om dozen weg te nemen. Spr. hoopt O'.m. op de medewerking der leiders van arbeidersbanden, tor juiste voorlich ting. Daarnaast dragen do hoog© uitkcerin- gen door do Steuncpmité's tot de moeilijk heden bij. 'Deze namen den prikkel tot werkzoeken ganschelijk weg. De voornaam st© moeilijkheid ©venwel verwacht spr. van den drang, naar hooger loon. Men ziet niet in, dab men zelf daardoor alles duurder moet gaan betalen. Spr. geeft als zijn meening te kennen, dat de Rsgeering door haar balcid de genoemde moei lijkheden vergroot. Spr. ontkent, dat in de Me morie van 'Antwoord do toestand juist gelee- kend is. Do Minister verliest uit het oog het feroote verschil, dat bostaat tusschen vrijwillige en gedwongen invoering van 'den S-urïgen-ar- beidsdag. Deze invoering, onder 'de tegenwoor dige omstandigheden, noemt spr. een gewaagd proefstuk. Hij hoopt, 'dat de Minister in ieder geval, in verband met deze opmerkingen, aan leiding moge vinden om de uitzond ©rings - 'ön' oYerganghepaiingoib mét groote zorg t-efkiezéD Spr. begrijpt de groot© haast niet, die wordt ge maakt, wijzend op de groote noodzakelijkheid van geleidelijke aanpas&mg. Spr. ziét er in oen groot gevaar voor 'de toe komst dat de verhoogde kosten dor invaliditeits verzekering alleon op den werkgever zullen worden verhaald. Hit opvoedkundig oogpunt zou spr. ook de werklieden hun deel willen 'doch betalen. Spr. dringt er op aan, dat do Rogeering voor alles leiding geve aan het volk, en doet ook dit beroep op de leiders der groote arbeidersbonden Zoo er innige samenwerking is, zal aan alle moeilijkheden evenwel het hoofd kunnen worded gobodon. De heer VLIEGEN (S.D A.P.) meent, 'dat liet beter waro geweest, zoo de cvenredigo vertegen woordiging voor dc Eerste Kamer ie gelijk met die voor de overige lichamen zou zijn ingevoerd. In verhand met de te wachten Grondwetsher ziening was dit echter thans niet meer van veel belang, daar democratLseering der volks vertegenwoordiging nu toch te wachten is. De stemming tegen do 1st© Kamer in den land© is, naar spr.'s meening een gevolg geweest van de verwerping der ontwerpen ouderdomswet en verhooging der Verdedigingsbelasting door dezo Kamer. Wat het Rcgeeringsprogram aangaa*, ontkent spr., dat in de Memorie van Antwoord Yan 9 November iets meer stond dan in de Troonrede. Het program heeft zich sinds wel uitgobreid en spr. noemt hot wonderlijk, dat nochtans in September alle leden van het Kabinet reeds whiten, dat zij over hot program tot "overeen stemming waren geraakt. Des to meer de Re geering ontkent bezweken to zjn voor pressie, dos te meer hebben wij reden daaraan vast le houden, zegt spr. H j bestrijdt vervolgens de op merkingen, die de heer de Vos van Stoonwijk met betrekking tot zijn partj maakte, en ont kent een tegenstelling tusschen zjn houding in deze Kamer ^n in den Amsterdamschen Raad. Spr. wil niet ontkennen dat omtrent zekere pun ten in do S.D.A.P. nog geen klaarheid is geko men', dit vindt zjn oorzaak in den aard dier partj, die van huis uit een rovolutioimaire be weging is. Do beweging kan niet onbewogen bljvon' 'door hetgeen in DiiitscHand was ge beurd, en hetgeen hier in November geschied de, was voor spr. geen raadsel. Spr. keurt af in de Regeering, 'dat zj ten aanvang heeft gemaakt om socialistische burgers anders te behande len dan andere burgers, wanneer zj bijv. naar het burgemeeeteiteambt dingen. Behandelde 'do Regeering de socialisten inderdaad en in al zijn consequenties als een staatsgevaarlijk element, dan zou 'dit al heel weinig rust bréngen in het land. Spr. motiveert vervolgens dc NoremLer-ge- beurtenissen, welke hom niet varwonderen, al betreurde hj ze. Wat het Rogeeringsbeleid aan gaat, het verheugt spr., dat de Regeering haat aanvankeljk afwijzende houding ten aanzien van' vrouwenkiesrechtheeft laten varen. Hj hoopt, dat de aangekondigde hervormingen, met kracht en spoed zullen woTdch afgewerkt en in- govoexd. Ditmaal is hel dó beurt aan de indus trie om zich aan te passen aan de arbeiders. Dit neemt niet weg, 'dat de productie zal moeten worden vermeerderd. Spr. vraagt dan den Minister van Financiën hoo het nu staat met de gomeente-finanoiën. Verschillende ontwerpen worden te dien aanzieh aangekondigd, maar zijn nog hic-t verschenen. Spr. dringt öp uitvoering aan. Wat de crisismaatregelen aangaat, meent spr. te moeten waarschuwen tegen een te plotselin- gên overgang tot normale toestanden. Ten aanzien van do financieere "politiek van hot Rijk bepleit spr. de heffing-in-eens. De drang tot bezuiniging zou heel wat sterker zijn, zoo men' daartoe had beslaten". Spr. vreest ook voor 'do doorvoering van do hervormingen, ondor 'do pTessio der zware schuld. Spr. verklaart vervolgens voor 'do fndirecïe belastingen niet veel te gevoelen. Hj wil do tabaksbelasting door cén tabaksmonopolio ver vangen. Wat de Belgische kwestie aangaat, maakt spr. cén opmerking aan 't ad>ms der Ministers v. Marine en Oorlog, 'die mot de sabel hebben gerammeld. Dit hoeft de stemming by ook goed willende Belgen bedorven. Spr. waarschuwt le gen 'de uitlatingen van 'den heer Colijn. Offi cieel is nog niet bekend, dat do Belgische rogeo- ring ons territoir wilde ontnemen. Spr. maant do Regeering aan "goede vrienden te blijven met haar Zuidelijke naburen. Spr. wenscht een minder "sceptischen! êri pesri- roisiischen toon ten aanzien' vain, hét ontwerp- Volkerenbond. Hj wenscht zjnerzjds oen oriën tatie, niet slechts naar het Weston, maar naaf allé zjdon", ook 'do Duitscho. De vergadering woid verdaagd tot Dms'dag- Bfiddag haffdrie, waarna in do afdeelingcn wordt gegaan'. Woensdagmorgen "elf uur, voort zetting' algeméén© beschouwingen. Vergadering' v ah gisterén. StaatsbegYooiing voor 1919. HOOFDSTUK VIII (OORLOG). Aan de orde is de stemming ovgr hoofd stuk VIII (Oorlog). De heet KOLTHEK (C. P.) zal tegen cie begrooting stemmen, omdat hj tegen het militarisme is, en omdat het niet zeker is, dat de Minister do mOtie-Bomans zal uit voeren. (Geiach. .Geroep: Gij hebt tegen dié motie gestemd De begrooting wordt aangenomen xnet 39 tegen 24 stemmen. Tegen de communisten, de sociaal-demo craten en de heer A. P. Staalman. Reglement van Orde. Aan de orde is het voorsbel-Dtü Savor cl n Lehman tot wijziging van het Reglement van Oide. i J>j heet .WIJNKOOP (C. P.), meent, dat de oorzaak der gebreken vaii het Parlement elders zit dan men haar met dit voorstel zoekt. Do bedoeling i3 thans alleen om de kleinere partjen te muilkorven. Hij wijst er op, dat het tjdstip, waarop dezo wijziging wordt voorgesteld, haar typeert. Juist-nu C.r weer een revolutionnaire groep ïs, wil mén de kleine partijen muilkorven. Hg heeft Zo zwaar tegen de machtsuitbreiding van den Voorzitter. Ook tegen het vertrouwelijk pï&- kén van de afde'elingen komt hrj op- Do heer MAR CHANT (V.-D.) komt lef tegen op,-dat het de bedoeling is dé kleine porlyen te ringelooren. Het is juist ie part# van den heer Wijnkoop, die de democratie in den weg staat. Zelf heeft de heer Kolthek gezegd, dat hy hier komt om af te breken' en niet op te bouwen. Het is jioodig, datliet tydverknoeien ophoudt. De heer NOLENS (R.-K.) zet uiteen, dat het alleen de bedoeling is om de goede zaak te bevorderen en het is niet gevaarlijk pan den Voorzitter meer macht te geven. Do heer SCHAPER (S. D.) acht het dringend noodig, dat er minder gepraat wordt. Hg beroept zich op Camille JIuvS- ïrjan, die eens dezo Kamer heeft bijgewoond en de Kamer veel te praatziek vond. Het ging z. i. niet aan, dat ieder maar praalto d/s hij wilde. Er mbet zeer sterk beperkt worden. De heer KOLTHEK (S. P.) kan niet be- looven, dat hij het geheim.' zal behouden. De heer NOLENS (R.-K.) verdedigt do venschelrjkheid der geheimhouding. De heer KLEEREKOPER (S. D.) acht het een nadeel van geheime vergaderingen,- dat sommige leden in liet openbaar anders spreken dan in het geheim. Zoolang in da r.fdeelingen geen stenografisch verslag wordt gemaakt, moet liet karakter ver trouwe", ijk' zijn. Het artikel (vertrouwelijk karakter van de afdeolingen) wordt aangenomen met 52 tegen 3 stemmen. Dc heer WIJNKOOP (C. P.) verklaart zich tegen de bepaling, dat uit het pfdea lings verslag geschrapt mag worden, wat de Commissie van Rapporteurs wil. De héér NOLENS (R.-K.) zegt, dat de Commissie die macht nu ook al heeft Het artikel, hierop betrekking Hebbende, wordt aangenomen met 54 tegen 3 stommen. Bij een volgend artikel verdédigt dö heer VAN BERESTEYN (V. D.) een amende ment. om te bepalen, dat de' leden hun schriftelijk ingezonden opmerkingen monde ling kunnen toelichten. Dc heer VISSER VAN IJZENDOORN *(U. L.) steunt dit 'amendement. Do heer NOLENS (R.-K.) geeft in overwe ging le bepalen, 'dal deze bevoegdheid a li een geldt voor hen, 'die schriftelijke modedeelinger hébben ingezonden. Do lieer DUYS (S.-D.j betreurt het, dat het voorstel ndot het resultaat is van algemeen on-; derrlingf overleg. De neutrale fraoti© heeft nu de monstratief 'da zaal verlaten. SpT. heeft tegen bnkélo bepalingen bezwaar en h j zal tegen dezo herziening stemmen. Dit reglement kan op oen bopaald oogenblik voor iedere partij een groote bol om mering zjn. De VOORZITTER zegt, 'dat 'de neutrale frac tie in cle koffiekamer rit 'en' dat 'do heer Treub niet in bet gebouw aanwezig is. De heer DRESSELHUYS (V.-L.) betreurt het, dat de schijn gericht is alsof dwangmaatrege len getroffen worden legen eon bepaalde 'groep, ióever had Lij 'diö maatregelen' willen uitstellen. Do Kamer bezit thans het recht, dat zj wil vastleggen in dit Reglement van OTdo, Hij wil die liever niet dreigen. Do b'eide aTtik'olon, het sluiten van hot de bat 'door den Voorzitter en hot verwjderen' van een lastig lid, wenscht hij te schrappen. Do heer WIJNKOOP (G. P.) wenscht geen geheimhouding van 'de af de olin gs-onderzoek on Ook wat daar gezegd wordt, heeft het publiek' to weten. De hoer SCHAPER (S.-D.) wenscht wel ge heimhouding, omdat hét het karakter van ver trouwelijke beraadslaging moet houden. De heer VAN BERESTEYN (V.-D.) wijzigt zijn amendement in 'dien geest, 'dat de léden al tijd het recht hebben de beraadslagingen bij lo wonen. Do heer NOLENS (R.-K.) zegt, dat de voor^ steller* <Iit amendement oveamamen. By art. 60 verdedigt de heer" DUYS (S. D. 'A. P.) twee amendementen: 1. om 4© bepalen, 'dat bij liet ontnemen van bet woord door den voori zitter, beroep op do vergadering openslaat' 2. dat liet betrokken lid wicn hot woord, is ont nomen, wol mag meestemmen doch niet moe- spreken. Do heer NOLENS (R.-K.) zegt, dat Het twee de amendement overbodig is. Het stemrecht wordt hem niet ontnomen. De heer KOLTUEK (S.-P steunt het amen- doment-Duys. Do heer WIJNKOOP (C. P.) zal vóór Hot amendement stommen, "doch toch nog tegen hét artikel. Do lieer DUYS (S. D. 'A. P.) trekt het tweede amendement in. Naar het Engelsch van CHARLES GARVICE. 103) M©rcy schrikte ©ven ©n haar oogon zoch ten een oogenblik die van Sylvia en hot was ,oï zo verschrikt stonden. ,,Jo voelt je of je liever alles zou. "willen doen dan uit je .eigen kamer gaan ©n dat bewijst juist hoe hoog noodig j© behoefte hebt aan verande ring. Kijk! we zijn met ons tweeën togen «één en zooals je weet, de ©ene van die twee is hot onbuigzaamste en stijfhoofdigste van ,'alle wezens, zoodat je wel genoodzaakt ben toe te geven". Mercyglimlachte nie#fc, maar keek recht yoor zich uit.' Ik geloof, dat ik mee moet", zei ze, als- *>f de woorden haar inspanning kostten. ■Sylvia klapte in de handen en sprong op én gaf haar een kus. Hoera! Maak je maar gauw klaar, mar telares, die je bent! Als.je maar eenmaal bent begonnen met pakken, clan zal jo wel moer berusten in je wreed© lot". •Mercy gaf geen antwoord op deze vrien delijke scherts en ging stilzwijgend do ka- juer uit. Maar toen zij op haar eigen kamér •kwam, begon zij iiiet dadelijk met pakken. ïn. plaats daarvan wierp zij ziclr. op do knieën voor hot bed en verborg haar ge- in^ d© handen. Toen, na een wijle, ■oud zij op en met een bleek gericht en stijf-op elkaar geperste lippen begon zij haar toebereidselen to maken voor de reis. Haar gelaat droeg deze gedwongen uitdruk king van beslistheid, t-oen het gezelschap den volgenden morgen vertrok Het was een mooie dag en Sylvia voelde zichA>ijzon der luchthartig en vroolijk on bracht den graaf in verrukking, die oorst geneigd was gewcost te brommen, omdat hij zijn gelief koosd bridgespel in zijn club in den steek moest laten. „Op mijn woord", zei hij, „ik voel mij net als een schooljuffrouw, die met haar leerlingen een dagje uitgaat. Signora, heeft u uw springtouw en hoepel wel meege bracht 1n Toen zij het warme en benauwde Londen eenigo mijlen aohtor zich hadden, .scheen Andrey het weeë en vermoeide gevoel, dat haar gedrukt had, af te werpen, cn het .drietal praatte cn lachte vroolijk voort, terwijl Mercy met dichte oogen, alsof zij sliep, stilzwijgend in haar hoekje zat. Het rijtuig van „de Grange" wachtte hen op aan hot station en Androy werd nog leven diger, toen zij do bekende plaatsjes aan wees aan Sylvia, die uit het raampjo keek en levendig belang stelde in alles en in ieder plokje, dat met Andrey in verband stond. Weldra kregen zij het portiorshuis van do Court in het oog en Sylvia vroeg natuurlijk „Welk landgoed is dat, Andrey?" Zij merkte niet op, dat hot gezicht van haar vriendin betrok, toen zij antwoordde „Lynno Court-. Nu zijn wo gauw thuis, Sylvia", voegdo zij er dadelijk bij, alsof zij verdoro vragen wilcTo vormijden, die op do plaats, welke zij passeerden, betrekking konden hebben cn toen het rijtuig de laan inreed en „de Grange" in het gezicht kwsm. zei zo: „En nu rijn we er Een uitroep van genot ©n bewondering ontsnapte aan Sylvia's lippen. „Hoe mooi! O lieve!" en zij lachtef met) voorgewend ontzag „ik had tot nu to© geen idee, dat je zulk een groote dame was. Ik wou wel eens weten hoe het gevoel moet wezen meesteres t-e rijn va<n dit alles!" En zij lacht o. Andre}' lachte ook; maar do lach stierf weg in een zucht. Het rijtuig hield voo-r do deur stil, een rij bedienden stond daar to wachten, om hun meesteres va-n harte wel kom to heeten, en Andrey, die wel begreep hoe Sylvia verlangde, nam haar bij de hand en zei „Kom, laat mij je je kamers wijzen. Ja, dit is de hallik zal je alles laten kijken „Maar niet eer dan na. het eten", zei de graaf, die ontzettend genoten had van do reis. „Het middagmaal niet laten wachten, meisjes, of ik breng je naar school terug. A propos, Andrey, ik heb niet aan Jordan getelegrafeerdjij hebt het zeker wel ge daan; hij komt zekor wel dine eren, hè?" „Hij is to Londen", zei Andrey plotseling koud en koel. „O ja, wat is 4at?" vroeg do giraai. Andrey was echter al weggeloopen met Sylvia cn soheen de vraag niet gehoord te hebben. Sylvia keek de nette kamers rond, die, ofschoon him komst, zoo kort to voren was aangekondigd, er uitzagen alsof zij aï weken geleden voor hen in gereedheid ge bracht waren en allo luxe-voorwerpen sche nen to bevatten, die een zeer veeleischendo jonge vrouw maar met mogelijkheid ver langen kan. Sylvia dan keek de kaniers rond met- een zucht van bewondering, die overging in een uitroep van verrukking, toon zij naar het venster lie>p „O, hoe kan je ooit dit paradijs verlaten voor dat akelige Londen?" riep zij uit. „Dit doet mij meer dan ooit verlangen naar ons liutjo op het land nietwaar, Mercy ?"- Mercy glimlachte droevig, teen rij zich over heb valios heenboog, dat een kamenier haar hielp uitpakken. „Andrey, je moet mij al les laten zien, denk er aan, al do plaatsen, waar je als meisje placht te spelen, en al de dingen en de dieren, waar je veel van houdt. Ik moet alles rien, dan kan ik mij zelf wijsmaken, dat ik je jaren heb gekend in plaats van enkele weken. Dineeron Wat eon schandeDat men den tijd rjoet beste den met eten en drinken als or zooveel te doen is en maar vier da-gen om alles in to doen Do kleedkamer van Andrey grensde aan die van Sylvia, en de two'o jong© meisjes bleven yoorbpraten door de open deur, ter wijl rij zich verkleeddencn daar zij er op hadden aangedrongen, dat Mercy naar kaar eigen kamer zou gaan. om te rusten, liep Androy voortdurend heen en weer om Syl via haar hulp aan to bieden een aanbod, dab Sylvia lachend weigerde. „Liovo Andrey, ik ben geen eigenares van een landgoed met eon gracht om het huis en ik ben niet gewoon aan kameniers en hofdames. Ik kan mij zelf wol kl eed en. Er is zelfs een tijd geweest, dat ik bijna geen kleeren had om aan to doen!'- voegdo zij er vroolijk bij - Daar luicld© de gong voor het diner, en do stem van den graaf klonk de groote trap al op cn riep blijde, maar waarschuwend „Kom nu, meisjes!" En zij gingen naar boneden. Toen zij de gang doorgingen, keck Sylvia die graag alles zien wou, door een open staande deur een groote kamer in, waarin rij een groob hobbelpaard zag staan, een popponhuis en dergelijk speelgoed. „Dab was mijn speelkamer", zei Andrey. „O, wat was ik toen gelukkig!" „Op dat paard moet ik eens rijden zei Sylvia met beslistheid 'Andrey glimlachte. „■Ik héb menigen tocht met hem gedaan en werd er telkens afgeworpen, als Neville bij ongeluk to hard hobbelde; expres na tuurlijk. Wij speelden dikwijls samen in die kamer. Haast op alle plaatsen, die ik jo wijzen zal, hebbon hij on ik samen zulke heerlijke, gelukkige uren 'doorgebracht l Arm© Neville!" voegde zij er bij met een zucht. Maar -Sylvia wou niet permitteer en, dat er gezuobt werd, dien avond in ieder geval niet, en het diner met die twee bekoorlijke meisjes was, zooals de graaf later menig maal verklaarile, een van de gelukkigste geweest, die hij ooit- had bijgewoond. Hij voelde rich zoo vroolijk, dat hij don Right Honourable Jordan niet betreurde en An drey scheen haar minnaar ook niet te mis sen. Na het diner gingen de meisjes naar de groote ontvangkamer en 'do pracht al daar zou Sylvia verbaasd hebben, indien zij op het toomeel niet aan weelde gewend was. De graaf voegde zich weldra bij cle jongo meisjes. „Is er een bepaling in uw contract, Sig nora, dat u verbiedt de nachtegaal te spe len voor het genoegen van uw vrienden zei hij. „Als dat zoo was, zou ik het verbreken en er mij niet aan houden", antwoordde Sylvia en rij trok Andrey mee naar do pianoen weldra vulde het geluid van do

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1919 | | pagina 5