No. 18040. EERSTE KAMER, TWEEDE KAMER. [Vergadering' van Woensdag 18 December-, 's voormiddags 11 uur. [Voora:: J. J„ G. baron van "Voorst tot [Voorst. Het leeiiings-ontwerp. Aan de orde is het wetsontwerp tot het aangaan van een geldleening of leeningen van f350,000,000, ton laste van het Rijk. De heer DE VÓS VAN STEENWLJK (C.- H.) herinnert aan de fout, welke in het Ioeningsontwerp bleef staan en wijst er in yerbanu op, dat de Tweede Kamer meende, !de ze» ken best alleen af te kunnen, zoodat kle Eerste Kamer kon worden afgeschaft. Do heer DIEPEN (R.-K.) maakt eenige opmerkingen over de wijze van uitgifte. Hij heeft bezwaar tegen Uitgifte k pari, omdat Ide gedwongen leening, welke als stok achter Üe deur staat, vele personen en instellbr geu verplicht in te schrijven voor bedra gen hooger dan ag onmiddellijk kunnen ver schaffen. Na de inschigving zullen dan ook onmiddellijk groote bedragen op de markt worden gebracht, waardoor do koers daalt Men kan ook spreken van een extra-be lasting op het kapitaal, in welk verband spr. nog nader wijst op de nadoelen van de indirecte gedwongen ieening. De naamk tvenn. had men moeten laten inschrijven voor 100 pCt der niet gedane uitkeerinr' gen. Nog grooter onbillijkheid is gelegen in bet verschil bij de gedwongen leem-ig genaakt, tusschen naaml. vennootschappen en particuliere personen. Spr. meent, dab het do allerlaatste maal zial zijn om door zulk een groote leening allerlei belastingen te ontgaan. De heer v. d. FELTZ (V.-D.) wijst ook op de fout, welke deze Kamer heeft ont dekt. Haastige spoed is zelden goed, dat is ook hier weer bewaarheid. De indiening en behandeling door de Tweede Kamer van dit wetsontwerp is dan ook in strijd met de grondwet De heer DE GIJSELA AR (O.-H.): Men moest de Tweede Kamer afschaffen. De heer v. d. FELTZ: De Tweede Kamer heeft nu wijziging moeten brengen in een Üoor haar reeds aangenomen wetsontwerp. Het indienen van de nouvello door den mi nister yan financiën, zooals thans is ge schied is ongrondwettelijk en toch tracht do minister thans ook deze Kamer op dieti weg te lokken. Wanneer wij. dit ontwerp aan de Kroon Eerden, dan verklaren wij daarbij, dat wij «.is met het ontwerp vereenigen zooals het Idaar ligt Maar zooals het ontwerp daar ligt kunnen wij ons er niet mede vereenigen, wgl wg I weten, dat het onjuist is. L>© heer STORK (V. L.) wijst er op, dab 1 de Ooramissio van Rapporteurs het advies gaf, thans dhor cBo Tweede Kamer gevolgd. Do Commissio deed dus ongrondwettig. In- fttieschen acht spr. het ge on bezwaar, waar het zulk eon kleine fout betrof. Spreker betoogt, dat de leomn-g naar den vonrt vrijwillig is, maar dan moet zij ook fwuwden uitgegeven tegen don normalen koers van een solide fonds. Dit sohijnt ook voornemen van der. minister te zijn. Spreker betoogt, dat wie niet voor het voile bedrag zal inschrijven, dit zal doen, omdat hij de stukken weer van de hand moet doen. Anderen schrijven niet in, om dat zij later de stukken goedkoo^er kunnen krijgen. Op preferente inschrijvingen zal de naaister niet behoeven te rekenen. Voor de koers van uitgifte moet de minis ter zich tot betrouwbare adviseurs wonden, i tEe er geen eigenbelang bij hebben. De lieer VAN SWAAYEN, (R.-K.) oefent 'oritiok uit op do schaal, waarnaar de cfceL- nemers in eon oventucolo gedwongen leo mng zullen hebben bij te dragen. Door een onjuiste indeeling wordt eecn zeer groote on billijkheid geschapen. De progressie ia in deze schaal niet behoorlijk geregeld. heer POLAK (S. D. A. P.) vindt hert betoog van don beer 3>e Vos van Steen wijk I. geiin argument voor het behoud der Eerste. •Kantor. Vergissingen als in het leeningonfc- jiweirp kruimen overal voorkomen. Men mag •Aan dit, op zichzelf onbeteekenende incaden- geen argument ontlemen voor behoud for Eerste Kamer. Alleen aan politieke overwegingen, aan overwegingen van 'aatsrechterlijko en legislatieve noodzake- .jkboid mogen argumenten ontleend wor den. Do heer VAN LAN SC HOT (R.-K.) acht do gevolgde wijze voor verbetering van het Icenicgsontwerp ongrondwettig. Maar zoo iota is wel eena meer gebeurd; bij wijzigin- gon van Indische begrootingen en bij wij ziging van begrootingshoofdstukken voor do düurtebijslageai. Spreker betoogt, dat de minister een vol gend maal zal moeten kiezen tusschen. een vrijwillige en een gedwongen leening, en geen tusschens*elsel kiezen. Eecn vrijwillige leeodng verdient da voorkeur, maar de be zwaren tegon een gedwongen leening moet mort niet te zwaar uitmeten. In ieder geval «al deze heel wat billijker zijn dan het te genwoordig stolsel. Spreker wensoht geen uitgifte k pari en JÉrcedb vervolgens in een beschouwing over onzo staatsschuld, waarschuwende tegen dkS- preoiatia daarvan. Spreker betuigt instemming mot hot denk beeld van den heer Stork; in Engeland vindt men het reeds toegepast bij do succes siebelasting De heer DE GIJSELAAE (O.-H.) maakt tanige opmerkingen over do schaal van het ontwerp, waarin spr. een vaste lijn mist. i Hierna wordt gepasseerd. ,r In de mi-ddagvergadering is de MINISTER ,VAN FINANCIËN, do heer DE VRIES aan het woord. Spreker was voor een zakelijke oplossing, '■wat betreft het herstel der gemaakte fout. Uit het Verslag betreffende het "wijzigingsvoorstel bleek echter, dat men zich hier op formalistisch elandpunt stelde, datJ heeft spr. teleurgesteld ven hij vraagt de Kamer zich te houden aan het jffövift} den* Commissie van Rapporteurs over het Veiganfijke leemngeontwaip, dat spr. volgde. Van ^rjjd mot de Grondwet is geen sprake. Voor do eerste maal optredende, had spr. niet' den moed mot een geheel vrijwillige leening te komon. Voor een volgende maal zal spr. over wegen of de stok achter de deur kan wegblijven. Een zuivere gedwongen leening hoeft trouwens ook niet uitsluitend voordeeion en oischt weer meer work van de belastingambtenaren wat tot vertraging leidt. Met schatkistbiljetten kan men niet eeuwig doorgaan, de Ned. Bank heeft reeds gevraagd niet to veel van haar te vergen, al zal zij den Minister niet in den steek laten. Ook de plaat sing van schatkistbiljetten en promessen blijft niet gemakkelijk gaan. Eerder zal men, moet men van het tegen woordige systeem af, moeten overgaan tot een vrijwillige leening met veel reclame als in het buitenland. Spr. meent dat hot systeem der wet niet tot zoo heel veel onbillijkheden leidt. Voor dópréciatie behoeft men niet zoozeer to vreezen vooral waar hot ccn leening van 5 pCt. ia Bij bepaling van den koers zal spr. zoo bil lijk mogelijk zijn en rekening houden met den stand dor obligaties op <lit oogenblik. Voor het dekbeeld-Stork voelt spr princi pieel, maar toch is er cenigo reserve noodig. Do groote moeilijkheid is, dat een epoodig be roep op de geldmarkt onze obligaties zal dópré- cieeran. Indien spreker een voorstander was van een heffing ineens, zou het gemakkelijker zijn, maar hij vreest daarvan heillooze gevolgen voor onze economische weerbaarheid. Spr. heeft reeds gezegd, dat we moeten voortgaan met do verdedigingsbelaatingen, eigenlijk een heffing ineens op langen termijn. Behoeft men die ver- dedigingsbelaslingen niot meer to gebruiken voor crisis uitgaven, maar voor delging van schuld, dan komt de tijd voor staatsobligaties. Dat men thans réeds opdracht geeft tot ver koop van stukken, die men vrijwillig zal nemen, is hoogst onvoorzichtig. Men dient in ieder ge-! val eerst het moment af to wachten waarop over een gedwongen leening beslist is. Ook vorkoop der stukken met behoud van bewijsstuk is niet verstandig. Op het tarief is misschien wol aanmerking to maken, maar 3pr. heeft de historische lijn gevolgd. Verlaging van de inkomengrens van f 10.000 tot f 5000 zou de plaatsing _van 5 millioen der 350 millioen bevorderd hebben; voel is dat niet Spr. acht die verlaging ook onbillijk, voor deze lage inkomens. Hierna volgen replieken. Do MINISTER do heer DE VRIES, antwoordt nog kort. Spreker deed nadrukkelijk uitkomen, dat er vandaag beslist moet worden over het oorspronkelijk ontwerp en over het wijzi gingsvoorstel. Men kan niet langer wach ten met het uitschrijven der leening. Een afzonderlijk wetsontwerp voor jtaata obligaties ter betaling van crisisheffingen zal spreker voor deze 1 eeningsstukken niet toezeggen Spr. is roods voornemens bepaalde belast?ogen aan te wijzen, welke met obligaties kunnen worden betaald, maar het moment» hiervoor kan nog niet worden bepaald. Heft wetsontwerp wordt z. h. et. aange nomen. Het wöfcsoiiwerp tot wijziging van het leemngisontwerp wordt z. h. ot. aangeno men. De heer VAN DER FELTZ wenschte geacht te worden to hebben tegengestemd. Do Kamer gaat hierna in do afdeelingen Do vergiaderiog werdt verdaagd tot Don desrdag 11 uur. Vorgadoriüg van Woensdag 18 December. Middagzitting. Voorzitter: mr. D. Fock. Benoeming commies-griffier., Aan de orde is de benoeming van ccn com mies-griffier. Do VOORZITTER benoemt tot stemopnemers do hoeren Kooien, De Zeeuw, Abr. Staalman en Do Wilde. Bij de eerato vrije stemming werden uitge bracht, van de 70 stemmen, op: mr. L. A. Kei per, adjunct-commies voor den dienst der biblio theek van de Tweede Kamer, 31 stemmen, mr E. H. J. baron van Vooret tot Voorst, te 's-Graven- hago, 19; mr. A. J. Fock, griffier bij het kanton- erecht te Sliodrecht, 9, mr.jC. J. Heemskerk, secretaris, chof der afdeeling Algoaneene Zaken der N. U. M.,^, mr. H. W. B. M. Brans 3 on mr, F- H. W. G. van den Helm 1 stem. Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, moot een tweede vrijo stemming plaats hebben. Hiorbij verkregen van de 72 stemmen de heeren Kesper 31, Van Voorst tot Voorst 23, Fock 14, Heems kerk 3 en Brans 1 stem. Daar wederom nie mand do volstrekte meerderheid heeft behaald, moot een derde stemming worden gehóuden over de vier candidaten, die de hoogste stemmencij- fors behaalden. Thans werden, van de 72 stem men, uitgebracht op de heoren Ko3por 32, Van Voorst tot Voorst 25, Fock 13 on Heemskerk 2 stemmen. Opnieuw moet een herstemming wor den gehouden tusschen de heeren Keeper en Van Voorst tot Voorat, waarbij van de 73 stemmen do heer Kesper 37 stemmen behaalt togen 30 stemmen op den heer Van Voorat. De heer Kes per is dus benoemd. Staafsbcgrooting voor 1919. Buitenlamfscha Zaken. Aan do arde is do voortzetting der algemeens beschouwingen over hoofdstuk TTI (buitenland- scho zaken) der Staatsbegrooting voor 1919. Do MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN, de hear Van Karnebeek, zet zijn Vrijdag afgebroken redo voort Hij begint met het punt door don heer Van Doorn ter sprako gebracht. Diens opmerkingen worden gemaakt naar aan leiding van het communiqué der Belgische regee- ring, waarin stond, dat de Ned. Regoering aan de Belgen weigerde, wat het den Duit6chers toe stond. Spreker is blij, dal hij do zaak nog eens kan verduidelijken. Er mag in zulke dingen niets duisters blijven. Spreker vertelt dat in Augustus van dit jaar do Belgische regeering den lieer Victor Izeult zond om een onderzoek in te stellen naar den toestand der Belgische geïnterneerden. Deze ontving alle medewerking onzerzijds. Zijn onderzoek leidde tot een schrij ven van den Belgischen gezant op 4 October. Den 14 October volgde een nieuwe, nota der Belgische regeering, waarna spreker sympa thiek kwam to slaan tegenover het verzoek tot vrijlating der geinterneerden. Maar er moesten grondon voor gevonden worden, welke door de Belgische nota als volgt werden aangevoerd: lo. dat de regeering, die de troepen geïnterneerd heeft, de vrijheid kan geven aan deze troepen, heen to gaan; 2e. dat rekening moest worden gehouden daarbij met het onzijdigheidsverdrag, in verband met de behandeling der geinterneer den. Op deze gronden kon echter niet tot vrij lating worden besloten. Maar do regoering meende een anderen grond te vinden, al kon zij zich niet vereeni gen met de gronden, aangevoerd door do Belgische regoering. Onze regeering heeft zich 25 October" tot de Duitsche regeering over deze zaak gewend. Onze gezant kreeg opdracht de zaak bij de Duitsche regecring aanhangig te maken en zoo spoedig mogelijk het antwoord "over te maken. Dit antwoord bleef uit en de Belgische gezant had jtfist te kennen gegeven een spoedige oplossi g te wenschen. Daarom kwam -de vraag bg onzo rogee.ring op of de stand vau de zaak meegedeeld moest worden aan do Belgische regoering. Een schrijven werd opgesteld in begin November, waarin de regecring zei.de do gronden-Izeult niet te kunnen aanvaar den, maar nog overleg te plegen met de Duit.9cho regoering. Dit schrijven is doo.* spr. gearresteerd 9 November en ging 12 November uit. Intussehen was veel veranderd: de wapen stilstand wa3 gesloten, besloten was tot vrij lating der geïnterneerden. Ten einde oo«c de vrijlating der BcLgcn voor te bereide heeft de chef der politieke afdeeling een onderhoud gehad met den Belgischen gezant en dat was op donzelfden dag, Woensdag 13 November, dat de Diritschcrs werden door gelaten. Zóó was (ie toestand. Het was no'- oig, dat de Belgisch© gezant van de gewij zigd© positie op de hoogte word gesteld, om dat het vertrek der Bolgen rrn verband mot do komst van krijgsgevangenen, zoo spoedig mogeflijk moest geschieiion. Toch zal mem zoggen, or zit een hank in uw betoog: de arresteering en het uitgaan van uw schrijven scheelt 3 dagen. Maar dat is geen erg© haak. De bedoeling van dien brief was slechts om verslag to geven over het gevolg, dat mon aan een verzoek had gegeven. Er werd ook in gezegd, dat „men niettemin gevolg wenschte te geven aan het verzoek tot vrijlating, door cverleg met de Duitsche regeering". (Stemmen: Lees het schrijven voor!) Spreker leest den Fransciien tekst van den irief voor. De brlof diende om een rapport uit te brengen en de positie mee to tiee'ea op October. De legatie mocht boven-diea niet onkundig wezon van de argumentatie ook over d© voeding, met nam© moest afge wezen worden d© beschuldiging, dat wij ni r gehandeld) hadden volgens de humaniteit. Andere zouden verkeerde gedachten gewekt zijn. De brief heeft nut gedaan; al was de juridische toestand veranderd, toch was het uitgaan van den brief van belang. De Bel giseho gezant is onmiddellijk ingelicht ge wonden en blijkbaar heeft men d© zaak ook goed begrepen op de legatie, maar niet in Brussel, waar men een tegenstrijdigheit mooD-do te mogen zien tusschen twee be slissingen. Daarom sprak spr. ook van een misverstand. Spreker wil thans van dit onderwerp af stappen. De bui ten Ion isch© betrekkingen in hot algemeen zijn niet ter sprake gekomen. Alken maakten de heeren Van Ravestoijn on Van Doorn opmerkingen, aan de beantwoor ding waarvan spr. de alge mee ne besohou- w in gen wil vaslknoopcn. Het was te ver wachten, dat we aan het eind van den oor- log een moeilijken tijd zouden doormaken, woelingen in de landen en een overwinnings roes. De annexion is tLschc strooraingen zijn sterker geworden. Hetgeen hier is gesprokea en spr. sluit er zich bij aan, aal niet nalaten indruk te maken. Het zou inderdaad onge hoord wezen als wij thans het slachtoffer werden van een annexionistisch strevon. De uitingen van den heer Treub, dat een volks- meemng nog geen rogeerm gsmeen ing is, is juist. Indien het bericht omtrent de'uitlating van ckn minister van Buitenlandsche Zaken van België juiet is, zou dit een gevaar opleveren voor onze betrekkingen. Maar spreken is er niet van overtuigd, dat de uitlating van den heer Hij mans juiist is. In dit verband wijst spreker ook op een communiqué uit Parijs, alsof de regeer in gen annexionistisch waren. Spreker gaat nog verder dan mr. Treub: dö volksmeening mag niet onverdeeld beschouwd worden. De an- nexionistische stremming is niet sterk. W:j hebben in het buitenland veel vrienden. "Wat Engeland betreft, hoe kunnen onze goede bedekkingen in drie werelddeelen geschaad: worden? Wij stellen prijs op handhaving der oude betrekkingen. En ook in België zal men de oogeu «iet kunnen sluiten voor het geen wy voor België deden. Nederland be geert in vrede en vriendschap met de g.onsche wereld te lovon, Men zal echter goed doe a onze ©er en fijngevoeligheid niet aan te tasten. Spreker gelooft, dat er Licht in de toe komst daagt. Wel moet, als do lieer Nolens zei-de, voorzichtighcad worden betracht, en dienen volk en regoering één te zijn. Onze geschiedenis heeft meer critieke tijden ge kend. Vastberadenheid en Ic-almte zullen ons in deze periode den weg moeten wijzen. Spreker verwacht bij don vrede een goods nabuurschap met de omliggende rijken. Vervolgens behandelt spr. ecnigo losse punten. Wat het passenbureau betreft, heeft de heer Van Berestcijn eenige juiste opmer kingen gemaakt Spreker heeft den direc teur aanstonds, ecnigo wenken -gegeven. Maar men vergete niet, «dat ons land met vreem delingen wordt bestormd. Amde-re sprekers hebben de economische voorlichting van groot belang genoemd. Spreker wijdt er ook zijn vollo aandacht aan. Hij was aanstonds overtuigd van de noodzakelijkheid van db oprichting van een wqrkzaam lichaam. Nieoiwe grondslagen moesten worden gelegd en toen is ingesteld de Economische Directie, waarvan spreker een goeden arbeid verwacht. De staat zal een groote taak in de econonnisohe voorlich ting te vervullen hebben. Maar dan mag-do handel niet de handen in den 6choot hou den. De gegadigden zei ven moeten uit do oogen zien. Wat de economische onderhandelingen in Londen betreft, de hoofdovereenkomst is nog niet bekend. Wij mogen ons zelf niet overwonnenen noemen, want wij hebben niet tc klagen. Wij zijn billijk behandeld. Onze regeering hoeft het agreement willen publiceer en. Vooralsnog had do Engelsen e regcering liever met do publicatie van het general agreement. Maar zoo spoedig bet kaTzal de regc rir.g de overeenkomst pu- bDceeren. (De heer Van Beresteijn: Spoe dig?) Waarschijnlijk heel spoedig. Wat het rechtsherstel cJe-r neutralen be treft, kan spr zich met de strekking van het betoog von den he'T Dres3elhuys ver- eonigmi. Moeilijk zal de materie blijven, om dat zooveel afhangt van de waarde, dSe aan het materieel recht wordt toegekend Er is materieel recht te gronde gegaan en cr is nieuw geschapen. Spreker beeft met rijn arnbtgpnooten reeds overleg gepleegd over dta eerst© phase van deze materiehet vast stellen van do gevallen van rechtsbreuk. Is dit overleg geëindigd, dan kan gedacht worden over rechtsherstel. Maar dan zal er veel tijd zijn verloopcn. Spreker gelooft ook, dat we beter doen den weg op te gaan van do arbitrage acl hoe. Uit een geschiedkundig* oogpunt was heb betoog van don heer De Jonge niet onjuist, maar cis vraag is of het gelden kan voor onze diplomatie. Do methode, die deze spre ker schuwde, wordt door onze diplomatie niet gevolgd. Zij treedt volstrekt zakelijk ■op. Do diplomatieke agenten doen thaas zuiver passief werk en worden door tele grammen voortdurend a-an het lijntje ge houden. Op welke feiten berdst de meening van den heer De Jonge, dat onze onderhan delaars te Londen niet met de noodige kracht zijn opgetreden? Spr. zijn geen fei ten bekend, die deze meening rechtvaar digen. Het aantal consuls zal moeten wor den uitgebreid!, maar dan met het noodige overleg. Spr. meent, dat een consul electus dit heeft do ervaring geleerd vaak evengoed .soms beter, onzo belangen kan be hartigen dan een beroepsconsul. D© heer Rutgers deed goed ovor den Vol kerenbond te spreken, omdat men aan dit vraagstuk nog niet voldoend© aandacht wijdt-. Intussehen was dezo afgevaardigd© niot tevreden met spr.'s practisch stand punt. Bij de beeordeeling van dit vraagstuk moet er echter voorbehoud gemaakt wor den. Men kont het begrip, maar oen vorm stolt mon zich nog niot. voor. Eon volkeren bond. is inderdaad een kwestie van politiek on niot van techniek. Het begrip economi sche neutraliteit is een onjuist begrip. Het volkenrecht ontwikkelde zich in dezen zin, dat in den oorlog hoe langer hoe meer aan do neutral-en economische vrijheid werd ver leend. Do economische neutraliteit is dus een ©tap achteruit, in plaats van vooruit. Wat onzOn Parijschen gezant betreft, do heer Van Doorn had onderscheid moeten maken tusschon persoon en beleid, Spr. nam het standpunt in, zelf over het beleid dor legaties te oordeelcn. En tob nog toe heeft hij onzo Parijsch© legatie zeer actief gevceiden, on haar werk zeer bevredigend. Afgezien van den leeftijd van don heer Do Stuors, moot do vraag gestold worden, of een wijziging in het personeel op het oogen blik gewensoht i3. Beantwoordt men deze vraag bevestigend, dan beteekont dat, dat wc eonigen tijd met een demissionair leider in Parijs zouden zitten. En dat ia in dezen tijd niot gewenscht. Daarom zijn eenigo competente personen aan clle legatie toege voegd. Zou Nedbrland uitgenoodigd worden ter vredl&sconfeTontie, dan zouden daarvoor niet de legaties uitgenoodigd worden, maar dan zou aangewezen worden een specktle delegatie Deze regeering aldus spr. tegenover den heer Van Ravesteyn wil slechts zijn een jruiver Nederlandsohe regec ring zij wil in dit. opzicht de voet-stappen vólgen van de vorige regeering. Spr. komt op tegen cfe wijze, waarop over gezant Oudendijk" is gesproken. In buitengewoon moeilijke tijden heeft hij zijn plichten gedaan, zooals mocht worden verwacht. De heer SCHAPER vroeg: Waarom erkent ge do so wj et- regoering in Rusland niet? Maar die regcering heeft geen er kenning gevraagd en er was ook voor on ze regeering geen aanleiding tegenover clib deel van Rusland een andere houding aan te nemen dan tegenover andere doe len van Rusland, die ook tot staatsvor ming waren overgegaan. Bovendien was onae legatie ook belast met behartiging der Engelscho belargen. Nu was het En- gclsohe legatiegebouw aangetast en wei gerde de sow jet-regcering daarvoor vol doening te geveo. Ook ande-re landen heb ben de betrekkingen met deze regcering af gebroken. Onze agent de facto jnöest uit Rusland ve)trc!.ken, omdat dezen de uitoefening van zija functie onmogelijk werd gemaakt. De oude legatio van Rus land hier te lande trekt zich de belangen van Rusland en van Russische onderda nen aan. Dien toestand heeft spr. zoo gevonden en hij acht het gewensoht, dien te handhaven. Ten slotte een woord over den z. g. doortocht door Limburg. De nota's zijn ingekomenvan den Belgischen gezant den 23sten. van Frankrijk en Amerika den 27sten, Engeland den 2-Ssten en Italië don 29ston. Heb bericht in do Matin" is juist geweest. Het was een telegram van "buitenlandsoh© zaken. Het woord „après entente" was indei daad niet juist, maar spreker heeft het daarom laten rectificee- ren. De heer Schaper" mieende, dat spr. voorzichtiger had moeten wezen. Had men niet formeel mooter, zijn in dat stadium? Indien men werkelijk zoo formeel moge lijk had willen zijn had Nederland niet mogen demobiliseer en. Men is wel te ver gegaan. Maar welke was de positie Men etond voor uitwijking van vreemde sol daten, die men niet kon internceren, om dat er niet meer geïnterneerd werd, maar toch moesten do mannen geleid worden. Voor overleg tfos geen tijd mcor. (De heer SCHAPER: Waarjm niet 1) Omdat over leg tien dagen zou vergen. Do regeering kon niet overgaan tot overleg, moest zich beperken lot een mede deeding. En cr moest gehandeid worden. Men moest toch weten, wat er net de mannen, tienduizen den, moest worden gedaanIndien men dit niet had gedaan, wat had men dan moeten doen In priqeipe stond vast, dab er aan de internecring een .eind was ge komen. (Do hesr VAN DER WAERDEN. Men kon toch iüterneeren en dan vrijla- I ten). Dan is dat tijdelijk verblijf in ons land interneoring geweest! Wanneer wij i den toegang hadden geweigerd aan de uit I wijkende soldaten, dan hadden we een nieuwe politiek ingevoerd! Ware dat voorzichtig geveëöt? We zouden aan dc Belgische bevolking geen dienst bewezen hebben met de Duïtschers te weigeren. Een particuliere correspondentie uit Maastricht in de ,N R. Ct." van gister avond bewijst zoo volkomen, dat apr. juist had gezien. „Er zouden misschien groote ongelukken zijn gebeurd, als het gouvernement den doortocht lïad giewei- gord", aldus deze correspondentie. „Bel gisch Limburg "s de Nederlandsche regoe- i riDg cr dankbaar voer", i De regecring heeft zich in de eerste 1 plaats gesteld op het standpunt van het recht. Zij was zedi lijk verpliohb in do doorlating te bow'jligen. Had men do i mannen, zonder zo to leiden, zoo maar I moeien doorlaten? Dat ging niet, en om dc ontwapening zoo correct mogelijk te doen plaats hebben is een bepaald punt voor doorgang aangewezen. Do mannon mochten lijfgoed en eten medonemen. Vee i is echter niet doorgelaten. Sommige nien- sehenstellen het voor alsof de annexatie- I plannen gerezen zijn na den doortocht; dat is echter geheel onjuist. Dc regeering hoeft gerekend met het recht, met hot landsbelang en met den zedelijken plicht, dien zij tot doorlating had, binnen do grenzen van het redht. heel tevreden. Een brief, die 0 October ge- teekend is, is pus 12 October .uitgegaan. Dat is veel te traag. De MINISTER: Daar was een Zondag tusschen. De heer VAN DOORN (U.-L.) meent, dat de minister op 9 November kon weten, dat de wapenstilstand binnen enkele dagen een feit zou zpn. Spr. Iran de houding van den minister niet bewonderen. De heer TREÜB (Econ. B.) constateert, dat de minister zich heeft laten leiden door, het recht en door ethische overwegingen. In de Eerste Kamer heeft de minister ten aanzien van de pogroms heel anders ge-i sproken. Vervolgens behandelt hij even den door tocht. Het doorlaten was niet in strijd meti de neutraliteit. Hij vraagt of er nog meer dan vee is meegevoerd en hg informeert of dat alles met gecontroleerd ia De mi nister zegt, dat nog een onderzoek moet plaats vinden. Dat betreurt apr. Hg wenecht wat duidelijker verklaringen dienaangaande. De heer DE JONGE (S. D. A. P.) klaagt over de 6leohte inrichting van het depar tement, waardoor nu een vervelend misver stand is ontstaan. Sprekers portijgenooten in België hebben verklaard, dat zg geeo Voet willen geven ami het annex ionisme. De heer RUTGERS (A.-R.) repliceert De heer VAN RAVESTEYN (C. P.) be tuigt, dat de 60 mille, die de heer Wgn- koop ontving voor de Russische krijgsge vangenen waren om te voorkomen, dat zij weer naar de Moermankust zullen worden gezonden. De heer DE SAV0RNIN L0HMAN (Clir.- H.) meent, dat de minister in zake den doortocht in Limburg goed heeft gehan deld. Er was geen trjd voor onderhandelin gen, er was onmiddellgk doortasten noodig. Overigens zet spr. een opmerking van £©n heer Van Ravesteyn recht. De heer DUIJS (S. D. A. P.) steekt het niet onder stoelen of banken, dat hg Entente- gezind is. Maar hg komt op tegen de Hetze, dio tegen den Duitsclien keizer wordt op gezet Het gaat met aan den keizer als het symbool van het onrecht te beschouwen. De regeering moet den keizer en den kroon prins daarentegen met het egards behan delen. Het gebeurde met den brief acht hg niet onschuldig. De minister moet daarvoofc waken. Spr. stelt daarom de motie, die betrek king heeft op Rusland Het was zijn be doeling, dat de regeering den gezant zal erkennen, die gezonden wordt voor dege nen, die de facto de regeering voeren. De heer DRESSELHUYS^ (V. L.) ver klaart vertrouwen te stellen in dien minister. Hg wacht zgn verdere daden af. De heer VAN BERESTEYN (V. D.) re pliceert. De heer WIJNKOOP (G P.) betoogt nog eens, dat heb verblijf van den ex-keizer de voedselvoorziening van ons land in gevaar brengt De regecring was verplicht hem uit het land te houden en thans uit te leveren aan het Duitsche Yoik. De heer MARCHANT (V.-D.) meent, dat de minister de kwestie van den brief vol komen duidelgk heeft gemaakt [Wie den brief las met konnis van zaken, kan er gees verkeerden indruk uib krijgen. Door, zgn oprechte verklaring heeft dé minister alle misverstand vernietigd. In zake den doortocht door Limburg blijft' alleen over wat de soldaten hebben meege nomen. Onderzoek had weken moeten duren. De regecring mocht niet anders handelen, omdat zg gehandeld heeft in aller belong. Spr. wenscht den minister allen steun te geven dien hij noodig heeft. De vergadering wordt verdaagd tot dei avonds 8 uur. (Zio Vervolg Eerste BladL)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1918 | | pagina 5