No. 18040.
EERSTE KAMER,
TWEEDE KAMER.
[Vergadering' van Woensdag 18 December-,
's voormiddags 11 uur.
[Voora:: J. J„ G. baron van "Voorst tot [Voorst.
Het leeiiings-ontwerp.
Aan de orde is het wetsontwerp tot het
aangaan van een geldleening of leeningen
van f350,000,000, ton laste van het Rijk.
De heer DE VÓS VAN STEENWLJK (C.-
H.) herinnert aan de fout, welke in het
Ioeningsontwerp bleef staan en wijst er in
yerbanu op, dat de Tweede Kamer meende,
!de ze» ken best alleen af te kunnen, zoodat
kle Eerste Kamer kon worden afgeschaft.
Do heer DIEPEN (R.-K.) maakt eenige
opmerkingen over de wijze van uitgifte. Hij
heeft bezwaar tegen Uitgifte k pari, omdat
Ide gedwongen leening, welke als stok achter
Üe deur staat, vele personen en instellbr
geu verplicht in te schrijven voor bedra
gen hooger dan ag onmiddellijk kunnen ver
schaffen. Na de inschigving zullen dan ook
onmiddellijk groote bedragen op de markt
worden gebracht, waardoor do koers daalt
Men kan ook spreken van een extra-be
lasting op het kapitaal, in welk verband
spr. nog nader wijst op de nadoelen van
de indirecte gedwongen ieening. De naamk
tvenn. had men moeten laten inschrijven
voor 100 pCt der niet gedane uitkeerinr'
gen. Nog grooter onbillijkheid is gelegen
in bet verschil bij de gedwongen leem-ig
genaakt, tusschen naaml. vennootschappen
en particuliere personen.
Spr. meent, dab het do allerlaatste maal
zial zijn om door zulk een groote leening
allerlei belastingen te ontgaan.
De heer v. d. FELTZ (V.-D.) wijst ook
op de fout, welke deze Kamer heeft ont
dekt. Haastige spoed is zelden goed, dat
is ook hier weer bewaarheid. De indiening
en behandeling door de Tweede Kamer van
dit wetsontwerp is dan ook in strijd met
de grondwet
De heer DE GIJSELA AR (O.-H.): Men
moest de Tweede Kamer afschaffen.
De heer v. d. FELTZ: De Tweede Kamer
heeft nu wijziging moeten brengen in een
Üoor haar reeds aangenomen wetsontwerp.
Het indienen van de nouvello door den mi
nister yan financiën, zooals thans is ge
schied is ongrondwettelijk en toch tracht do
minister thans ook deze Kamer op dieti
weg te lokken.
Wanneer wij. dit ontwerp aan de Kroon
Eerden, dan verklaren wij daarbij, dat wij
«.is met het ontwerp vereenigen zooals het
Idaar ligt
Maar zooals het ontwerp daar ligt kunnen
wij ons er niet mede vereenigen, wgl wg
I weten, dat het onjuist is.
L>© heer STORK (V. L.) wijst er op, dab
1 de Ooramissio van Rapporteurs het advies
gaf, thans dhor cBo Tweede Kamer gevolgd.
Do Commissio deed dus ongrondwettig. In-
fttieschen acht spr. het ge on bezwaar, waar
het zulk eon kleine fout betrof.
Spreker betoogt, dat de leomn-g naar den
vonrt vrijwillig is, maar dan moet zij ook
fwuwden uitgegeven tegen don normalen
koers van een solide fonds. Dit sohijnt ook
voornemen van der. minister te zijn.
Spreker betoogt, dat wie niet voor het
voile bedrag zal inschrijven, dit zal doen,
omdat hij de stukken weer van de hand
moet doen. Anderen schrijven niet in, om
dat zij later de stukken goedkoo^er kunnen
krijgen. Op preferente inschrijvingen zal de
naaister niet behoeven te rekenen.
Voor de koers van uitgifte moet de minis
ter zich tot betrouwbare adviseurs wonden,
i tEe er geen eigenbelang bij hebben.
De lieer VAN SWAAYEN, (R.-K.) oefent
'oritiok uit op do schaal, waarnaar de cfceL-
nemers in eon oventucolo gedwongen leo
mng zullen hebben bij te dragen. Door een
onjuiste indeeling wordt eecn zeer groote on
billijkheid geschapen. De progressie ia in
deze schaal niet behoorlijk geregeld.
heer POLAK (S. D. A. P.) vindt hert
betoog van don beer 3>e Vos van Steen wijk
I. geiin argument voor het behoud der Eerste.
•Kantor. Vergissingen als in het leeningonfc-
jiweirp kruimen overal voorkomen. Men mag
•Aan dit, op zichzelf onbeteekenende incaden-
geen argument ontlemen voor behoud
for Eerste Kamer. Alleen aan politieke
overwegingen, aan overwegingen van
'aatsrechterlijko en legislatieve noodzake-
.jkboid mogen argumenten ontleend wor
den.
Do heer VAN LAN SC HOT (R.-K.) acht
do gevolgde wijze voor verbetering van het
Icenicgsontwerp ongrondwettig. Maar zoo
iota is wel eena meer gebeurd; bij wijzigin-
gon van Indische begrootingen en bij wij
ziging van begrootingshoofdstukken voor do
düurtebijslageai.
Spreker betoogt, dat de minister een vol
gend maal zal moeten kiezen tusschen. een
vrijwillige en een gedwongen leening, en
geen tusschens*elsel kiezen. Eecn vrijwillige
leeodng verdient da voorkeur, maar de be
zwaren tegon een gedwongen leening moet
mort niet te zwaar uitmeten. In ieder geval
«al deze heel wat billijker zijn dan het te
genwoordig stolsel.
Spreker wensoht geen uitgifte k pari en
JÉrcedb vervolgens in een beschouwing over
onzo staatsschuld, waarschuwende tegen dkS-
preoiatia daarvan.
Spreker betuigt instemming mot hot denk
beeld van den heer Stork; in Engeland
vindt men het reeds toegepast bij do succes
siebelasting
De heer DE GIJSELAAE (O.-H.) maakt
tanige opmerkingen over do schaal van het
ontwerp, waarin spr. een vaste lijn mist.
i Hierna wordt gepasseerd.
,r In de mi-ddagvergadering is de MINISTER
,VAN FINANCIËN, do heer DE VRIES aan het
woord. Spreker was voor een zakelijke oplossing,
'■wat betreft het herstel der gemaakte fout. Uit
het Verslag betreffende het "wijzigingsvoorstel
bleek echter, dat men zich hier op formalistisch
elandpunt stelde, datJ heeft spr. teleurgesteld
ven hij vraagt de Kamer zich te houden aan het
jffövift} den* Commissie van Rapporteurs over het
Veiganfijke leemngeontwaip, dat spr. volgde. Van
^rjjd mot de Grondwet is geen sprake.
Voor do eerste maal optredende, had spr. niet'
den moed mot een geheel vrijwillige leening te
komon. Voor een volgende maal zal spr. over
wegen of de stok achter de deur kan wegblijven.
Een zuivere gedwongen leening hoeft trouwens
ook niet uitsluitend voordeeion en oischt weer
meer work van de belastingambtenaren wat tot
vertraging leidt.
Met schatkistbiljetten kan men niet eeuwig
doorgaan, de Ned. Bank heeft reeds gevraagd
niet to veel van haar te vergen, al zal zij den
Minister niet in den steek laten. Ook de plaat
sing van schatkistbiljetten en promessen blijft
niet gemakkelijk gaan.
Eerder zal men, moet men van het tegen
woordige systeem af, moeten overgaan tot een
vrijwillige leening met veel reclame als in het
buitenland.
Spr. meent dat hot systeem der wet niet tot
zoo heel veel onbillijkheden leidt.
Voor dópréciatie behoeft men niet zoozeer to
vreezen vooral waar hot ccn leening van 5 pCt.
ia Bij bepaling van den koers zal spr. zoo bil
lijk mogelijk zijn en rekening houden met den
stand dor obligaties op <lit oogenblik.
Voor het dekbeeld-Stork voelt spr princi
pieel, maar toch is er cenigo reserve noodig.
Do groote moeilijkheid is, dat een epoodig be
roep op de geldmarkt onze obligaties zal dópré-
cieeran. Indien spreker een voorstander was
van een heffing ineens, zou het gemakkelijker
zijn, maar hij vreest daarvan heillooze gevolgen
voor onze economische weerbaarheid. Spr. heeft
reeds gezegd, dat we moeten voortgaan met do
verdedigingsbelaatingen, eigenlijk een heffing
ineens op langen termijn. Behoeft men die ver-
dedigingsbelaslingen niot meer to gebruiken
voor crisis uitgaven, maar voor delging van
schuld, dan komt de tijd voor staatsobligaties.
Dat men thans réeds opdracht geeft tot ver
koop van stukken, die men vrijwillig zal nemen,
is hoogst onvoorzichtig. Men dient in ieder ge-!
val eerst het moment af to wachten waarop over
een gedwongen leening beslist is. Ook vorkoop
der stukken met behoud van bewijsstuk is niet
verstandig.
Op het tarief is misschien wol aanmerking
to maken, maar 3pr. heeft de historische lijn
gevolgd.
Verlaging van de inkomengrens van f 10.000
tot f 5000 zou de plaatsing _van 5 millioen der
350 millioen bevorderd hebben; voel is dat niet
Spr. acht die verlaging ook onbillijk, voor deze
lage inkomens.
Hierna volgen replieken. Do MINISTER
do heer DE VRIES, antwoordt nog kort.
Spreker deed nadrukkelijk uitkomen, dat
er vandaag beslist moet worden over het
oorspronkelijk ontwerp en over het wijzi
gingsvoorstel. Men kan niet langer wach
ten met het uitschrijven der leening.
Een afzonderlijk wetsontwerp voor jtaata
obligaties ter betaling van crisisheffingen
zal spreker voor deze 1 eeningsstukken
niet toezeggen Spr. is roods voornemens
bepaalde belast?ogen aan te wijzen, welke
met obligaties kunnen worden betaald,
maar het moment» hiervoor kan nog niet
worden bepaald.
Heft wetsontwerp wordt z. h. et. aange
nomen.
Het wöfcsoiiwerp tot wijziging van het
leemngisontwerp wordt z. h. ot. aangeno
men.
De heer VAN DER FELTZ wenschte
geacht te worden to hebben tegengestemd.
Do Kamer gaat hierna in do afdeelingen
Do vergiaderiog werdt verdaagd tot Don
desrdag 11 uur.
Vorgadoriüg van Woensdag 18 December.
Middagzitting.
Voorzitter: mr. D. Fock.
Benoeming commies-griffier.,
Aan de orde is de benoeming van ccn com
mies-griffier.
Do VOORZITTER benoemt tot stemopnemers
do hoeren Kooien, De Zeeuw, Abr. Staalman en
Do Wilde.
Bij de eerato vrije stemming werden uitge
bracht, van de 70 stemmen, op: mr. L. A. Kei
per, adjunct-commies voor den dienst der biblio
theek van de Tweede Kamer, 31 stemmen, mr E.
H. J. baron van Vooret tot Voorst, te 's-Graven-
hago, 19; mr. A. J. Fock, griffier bij het kanton-
erecht te Sliodrecht, 9, mr.jC. J. Heemskerk,
secretaris, chof der afdeeling Algoaneene Zaken
der N. U. M.,^, mr. H. W. B. M. Brans 3 on mr,
F- H. W. G. van den Helm 1 stem. Daar niemand
de volstrekte meerderheid heeft verkregen, moot
een tweede vrijo stemming plaats hebben. Hiorbij
verkregen van de 72 stemmen de heeren Kesper
31, Van Voorst tot Voorst 23, Fock 14, Heems
kerk 3 en Brans 1 stem. Daar wederom nie
mand do volstrekte meerderheid heeft behaald,
moot een derde stemming worden gehóuden over
de vier candidaten, die de hoogste stemmencij-
fors behaalden. Thans werden, van de 72 stem
men, uitgebracht op de heoren Ko3por 32, Van
Voorst tot Voorst 25, Fock 13 on Heemskerk 2
stemmen. Opnieuw moet een herstemming wor
den gehouden tusschen de heeren Keeper en Van
Voorst tot Voorat, waarbij van de 73 stemmen
do heer Kesper 37 stemmen behaalt togen 30
stemmen op den heer Van Voorat. De heer Kes
per is dus benoemd.
Staafsbcgrooting voor 1919. Buitenlamfscha
Zaken.
Aan do arde is do voortzetting der algemeens
beschouwingen over hoofdstuk TTI (buitenland-
scho zaken) der Staatsbegrooting voor 1919.
Do MINISTER VAN BUITENLANDSCHE
ZAKEN, de hear Van Karnebeek, zet zijn Vrijdag
afgebroken redo voort Hij begint met het punt
door don heer Van Doorn ter sprako gebracht.
Diens opmerkingen worden gemaakt naar aan
leiding van het communiqué der Belgische regee-
ring, waarin stond, dat de Ned. Regoering aan de
Belgen weigerde, wat het den Duit6chers toe
stond. Spreker is blij, dal hij do zaak nog eens
kan verduidelijken. Er mag in zulke dingen
niets duisters blijven. Spreker vertelt dat in
Augustus van dit jaar do Belgische regeering
den lieer Victor Izeult zond om een onderzoek
in te stellen naar den toestand der Belgische
geïnterneerden. Deze ontving alle medewerking
onzerzijds. Zijn onderzoek leidde tot een schrij
ven van den Belgischen gezant op 4 October.
Den 14 October volgde een nieuwe, nota der
Belgische regeering, waarna spreker sympa
thiek kwam to slaan tegenover het verzoek tot
vrijlating der geinterneerden. Maar er moesten
grondon voor gevonden worden, welke door de
Belgische nota als volgt werden aangevoerd:
lo. dat de regeering, die de troepen geïnterneerd
heeft, de vrijheid kan geven aan deze troepen,
heen to gaan; 2e. dat rekening moest worden
gehouden daarbij met het onzijdigheidsverdrag,
in verband met de behandeling der geinterneer
den. Op deze gronden kon echter niet tot vrij
lating worden besloten.
Maar do regoering meende een anderen
grond te vinden, al kon zij zich niet vereeni
gen met de gronden, aangevoerd door do
Belgische regoering. Onze regeering heeft
zich 25 October" tot de Duitsche regeering
over deze zaak gewend. Onze gezant kreeg
opdracht de zaak bij de Duitsche regecring
aanhangig te maken en zoo spoedig mogelijk
het antwoord "over te maken. Dit antwoord
bleef uit en de Belgische gezant had jtfist
te kennen gegeven een spoedige oplossi g
te wenschen. Daarom kwam -de vraag bg
onzo rogee.ring op of de stand vau de zaak
meegedeeld moest worden aan do Belgische
regoering. Een schrijven werd opgesteld in
begin November, waarin de regecring zei.de
do gronden-Izeult niet te kunnen aanvaar
den, maar nog overleg te plegen met de
Duit.9cho regoering. Dit schrijven is doo.*
spr. gearresteerd 9 November en ging 12
November uit.
Intussehen was veel veranderd: de wapen
stilstand wa3 gesloten, besloten was tot vrij
lating der geïnterneerden. Ten einde oo«c
de vrijlating der BcLgcn voor te bereide
heeft de chef der politieke afdeeling een
onderhoud gehad met den Belgischen gezant
en dat was op donzelfden dag, Woensdag 13
November, dat de Diritschcrs werden door
gelaten. Zóó was (ie toestand. Het was no'-
oig, dat de Belgisch© gezant van de gewij
zigd© positie op de hoogte word gesteld, om
dat het vertrek der Bolgen rrn verband mot
do komst van krijgsgevangenen, zoo spoedig
mogeflijk moest geschieiion.
Toch zal mem zoggen, or zit een hank in
uw betoog: de arresteering en het uitgaan
van uw schrijven scheelt 3 dagen. Maar dat
is geen erg© haak. De bedoeling van dien
brief was slechts om verslag to geven over
het gevolg, dat mon aan een verzoek had
gegeven. Er werd ook in gezegd, dat „men
niettemin gevolg wenschte te geven aan het
verzoek tot vrijlating, door cverleg met de
Duitsche regeering". (Stemmen: Lees het
schrijven voor!)
Spreker leest den Fransciien tekst van den
irief voor. De brlof diende om een rapport
uit te brengen en de positie mee to tiee'ea
op October. De legatie mocht boven-diea
niet onkundig wezon van de argumentatie
ook over d© voeding, met nam© moest afge
wezen worden d© beschuldiging, dat wij ni r
gehandeld) hadden volgens de humaniteit.
Andere zouden verkeerde gedachten gewekt
zijn. De brief heeft nut gedaan; al was de
juridische toestand veranderd, toch was het
uitgaan van den brief van belang. De Bel
giseho gezant is onmiddellijk ingelicht ge
wonden en blijkbaar heeft men d© zaak ook
goed begrepen op de legatie, maar niet in
Brussel, waar men een tegenstrijdigheit
mooD-do te mogen zien tusschen twee be
slissingen. Daarom sprak spr. ook van een
misverstand.
Spreker wil thans van dit onderwerp af
stappen. De bui ten Ion isch© betrekkingen in
hot algemeen zijn niet ter sprake gekomen.
Alken maakten de heeren Van Ravestoijn on
Van Doorn opmerkingen, aan de beantwoor
ding waarvan spr. de alge mee ne besohou-
w in gen wil vaslknoopcn. Het was te ver
wachten, dat we aan het eind van den oor-
log een moeilijken tijd zouden doormaken,
woelingen in de landen en een overwinnings
roes. De annexion is tLschc strooraingen zijn
sterker geworden. Hetgeen hier is gesprokea
en spr. sluit er zich bij aan, aal niet nalaten
indruk te maken. Het zou inderdaad onge
hoord wezen als wij thans het slachtoffer
werden van een annexionistisch strevon. De
uitingen van den heer Treub, dat een volks-
meemng nog geen rogeerm gsmeen ing is, is
juist.
Indien het bericht omtrent de'uitlating van
ckn minister van Buitenlandsche Zaken van
België juiet is, zou dit een gevaar opleveren
voor onze betrekkingen. Maar spreken is er
niet van overtuigd, dat de uitlating van den
heer Hij mans juiist is.
In dit verband wijst spreker ook op een
communiqué uit Parijs, alsof de regeer in gen
annexionistisch waren. Spreker gaat nog
verder dan mr. Treub: dö volksmeening mag
niet onverdeeld beschouwd worden. De an-
nexionistische stremming is niet sterk. W:j
hebben in het buitenland veel vrienden. "Wat
Engeland betreft, hoe kunnen onze goede
bedekkingen in drie werelddeelen geschaad:
worden? Wij stellen prijs op handhaving der
oude betrekkingen. En ook in België zal
men de oogeu «iet kunnen sluiten voor het
geen wy voor België deden. Nederland be
geert in vrede en vriendschap met de g.onsche
wereld te lovon, Men zal echter goed doe a
onze ©er en fijngevoeligheid niet aan te
tasten.
Spreker gelooft, dat er Licht in de toe
komst daagt. Wel moet, als do lieer Nolens
zei-de, voorzichtighcad worden betracht, en
dienen volk en regoering één te zijn. Onze
geschiedenis heeft meer critieke tijden ge
kend. Vastberadenheid en Ic-almte zullen ons
in deze periode den weg moeten wijzen.
Spreker verwacht bij don vrede een goods
nabuurschap met de omliggende rijken.
Vervolgens behandelt spr. ecnigo losse
punten. Wat het passenbureau betreft, heeft
de heer Van Berestcijn eenige juiste opmer
kingen gemaakt Spreker heeft den direc
teur aanstonds, ecnigo wenken -gegeven. Maar
men vergete niet, «dat ons land met vreem
delingen wordt bestormd.
Amde-re sprekers hebben de economische
voorlichting van groot belang genoemd.
Spreker wijdt er ook zijn vollo aandacht
aan. Hij was aanstonds overtuigd van de
noodzakelijkheid van db oprichting van een
wqrkzaam lichaam. Nieoiwe grondslagen
moesten worden gelegd en toen is ingesteld
de Economische Directie, waarvan spreker
een goeden arbeid verwacht. De staat zal
een groote taak in de econonnisohe voorlich
ting te vervullen hebben. Maar dan mag-do
handel niet de handen in den 6choot hou
den. De gegadigden zei ven moeten uit do
oogen zien.
Wat de economische onderhandelingen in
Londen betreft, de hoofdovereenkomst is
nog niet bekend. Wij mogen ons zelf niet
overwonnenen noemen, want wij hebben
niet tc klagen. Wij zijn billijk behandeld.
Onze regeering hoeft het agreement willen
publiceer en. Vooralsnog had do Engelsen e
regcering liever met do publicatie van het
general agreement. Maar zoo spoedig bet
kaTzal de regc rir.g de overeenkomst pu-
bDceeren. (De heer Van Beresteijn: Spoe
dig?) Waarschijnlijk heel spoedig.
Wat het rechtsherstel cJe-r neutralen be
treft, kan spr zich met de strekking van
het betoog von den he'T Dres3elhuys ver-
eonigmi. Moeilijk zal de materie blijven, om
dat zooveel afhangt van de waarde, dSe aan
het materieel recht wordt toegekend Er is
materieel recht te gronde gegaan en cr is
nieuw geschapen. Spreker beeft met rijn
arnbtgpnooten reeds overleg gepleegd over
dta eerst© phase van deze materiehet vast
stellen van do gevallen van rechtsbreuk. Is
dit overleg geëindigd, dan kan gedacht
worden over rechtsherstel. Maar dan zal er
veel tijd zijn verloopcn. Spreker gelooft
ook, dat we beter doen den weg op te gaan
van do arbitrage acl hoe.
Uit een geschiedkundig* oogpunt was heb
betoog van don heer De Jonge niet onjuist,
maar cis vraag is of het gelden kan voor
onze diplomatie. Do methode, die deze spre
ker schuwde, wordt door onze diplomatie
niet gevolgd. Zij treedt volstrekt zakelijk
■op. Do diplomatieke agenten doen thaas
zuiver passief werk en worden door tele
grammen voortdurend a-an het lijntje ge
houden. Op welke feiten berdst de meening
van den heer De Jonge, dat onze onderhan
delaars te Londen niet met de noodige
kracht zijn opgetreden? Spr. zijn geen fei
ten bekend, die deze meening rechtvaar
digen. Het aantal consuls zal moeten wor
den uitgebreid!, maar dan met het noodige
overleg. Spr. meent, dat een consul electus
dit heeft do ervaring geleerd vaak
evengoed .soms beter, onzo belangen kan be
hartigen dan een beroepsconsul.
D© heer Rutgers deed goed ovor den Vol
kerenbond te spreken, omdat men aan dit
vraagstuk nog niet voldoend© aandacht
wijdt-. Intussehen was dezo afgevaardigd©
niot tevreden met spr.'s practisch stand
punt. Bij de beeordeeling van dit vraagstuk
moet er echter voorbehoud gemaakt wor
den. Men kont het begrip, maar oen vorm
stolt mon zich nog niot. voor. Eon volkeren
bond. is inderdaad een kwestie van politiek
on niot van techniek. Het begrip economi
sche neutraliteit is een onjuist begrip. Het
volkenrecht ontwikkelde zich in dezen zin,
dat in den oorlog hoe langer hoe meer aan
do neutral-en economische vrijheid werd ver
leend. Do economische neutraliteit is dus
een ©tap achteruit, in plaats van vooruit.
Wat onzOn Parijschen gezant betreft, do
heer Van Doorn had onderscheid moeten
maken tusschon persoon en beleid, Spr.
nam het standpunt in, zelf over het beleid
dor legaties te oordeelcn. En tob nog toe
heeft hij onzo Parijsch© legatie zeer actief
gevceiden, on haar werk zeer bevredigend.
Afgezien van den leeftijd van don heer Do
Stuors, moot do vraag gestold worden, of
een wijziging in het personeel op het oogen
blik gewensoht i3. Beantwoordt men deze
vraag bevestigend, dan beteekont dat, dat
wc eonigen tijd met een demissionair leider
in Parijs zouden zitten. En dat ia in dezen
tijd niot gewenscht. Daarom zijn eenigo
competente personen aan clle legatie toege
voegd.
Zou Nedbrland uitgenoodigd worden ter
vredl&sconfeTontie, dan zouden daarvoor
niet de legaties uitgenoodigd worden, maar
dan zou aangewezen worden een specktle
delegatie Deze regeering aldus spr.
tegenover den heer Van Ravesteyn wil
slechts zijn een jruiver Nederlandsohe regec
ring zij wil in dit. opzicht de voet-stappen
vólgen van de vorige regeering.
Spr. komt op tegen cfe wijze, waarop
over gezant Oudendijk" is gesproken. In
buitengewoon moeilijke tijden heeft hij
zijn plichten gedaan, zooals mocht worden
verwacht.
De heer SCHAPER vroeg: Waarom
erkent ge do so wj et- regoering in Rusland
niet? Maar die regcering heeft geen er
kenning gevraagd en er was ook voor on
ze regeering geen aanleiding tegenover
clib deel van Rusland een andere houding
aan te nemen dan tegenover andere doe
len van Rusland, die ook tot staatsvor
ming waren overgegaan. Bovendien was
onae legatie ook belast met behartiging
der Engelscho belargen. Nu was het En-
gclsohe legatiegebouw aangetast en wei
gerde de sow jet-regcering daarvoor vol
doening te geveo. Ook ande-re landen heb
ben de betrekkingen met deze regcering
af gebroken. Onze agent de facto jnöest
uit Rusland ve)trc!.ken, omdat dezen de
uitoefening van zija functie onmogelijk
werd gemaakt. De oude legatio van Rus
land hier te lande trekt zich de belangen
van Rusland en van Russische onderda
nen aan. Dien toestand heeft spr. zoo
gevonden en hij acht het gewensoht, dien
te handhaven.
Ten slotte een woord over den z. g.
doortocht door Limburg. De nota's zijn
ingekomenvan den Belgischen gezant
den 23sten. van Frankrijk en Amerika
den 27sten, Engeland den 2-Ssten en Italië
don 29ston. Heb bericht in do Matin" is
juist geweest. Het was een telegram van
"buitenlandsoh© zaken. Het woord „après
entente" was indei daad niet juist, maar
spreker heeft het daarom laten rectificee-
ren. De heer Schaper" mieende, dat spr.
voorzichtiger had moeten wezen. Had men
niet formeel mooter, zijn in dat stadium?
Indien men werkelijk zoo formeel moge
lijk had willen zijn had Nederland niet
mogen demobiliseer en. Men is wel te ver
gegaan. Maar welke was de positie Men
etond voor uitwijking van vreemde sol
daten, die men niet kon internceren, om
dat er niet meer geïnterneerd werd, maar
toch moesten do mannen geleid worden.
Voor overleg tfos geen tijd mcor. (De heer
SCHAPER: Waarjm niet 1) Omdat over
leg tien dagen zou vergen. Do regeering
kon niet overgaan tot overleg, moest zich
beperken lot een mede deeding. En cr
moest gehandeid worden. Men moest toch
weten, wat er net de mannen, tienduizen
den, moest worden gedaanIndien men
dit niet had gedaan, wat had men dan
moeten doen In priqeipe stond vast, dab
er aan de internecring een .eind was ge
komen. (Do hesr VAN DER WAERDEN.
Men kon toch iüterneeren en dan vrijla-
I ten). Dan is dat tijdelijk verblijf in ons
land interneoring geweest! Wanneer wij
i den toegang hadden geweigerd aan de uit
I wijkende soldaten, dan hadden we een
nieuwe politiek ingevoerd! Ware dat
voorzichtig geveëöt? We zouden aan dc
Belgische bevolking geen dienst bewezen
hebben met de Duïtschers te weigeren.
Een particuliere correspondentie uit
Maastricht in de ,N R. Ct." van gister
avond bewijst zoo volkomen, dat apr.
juist had gezien. „Er zouden misschien
groote ongelukken zijn gebeurd, als het
gouvernement den doortocht lïad giewei-
gord", aldus deze correspondentie. „Bel
gisch Limburg "s de Nederlandsche regoe-
i riDg cr dankbaar voer",
i De regecring heeft zich in de eerste
1 plaats gesteld op het standpunt van het
recht. Zij was zedi lijk verpliohb in do
doorlating te bow'jligen. Had men do
i mannen, zonder zo to leiden, zoo maar
I moeien doorlaten? Dat ging niet, en om
dc ontwapening zoo correct mogelijk te
doen plaats hebben is een bepaald punt
voor doorgang aangewezen. Do mannon
mochten lijfgoed en eten medonemen. Vee
i is echter niet doorgelaten. Sommige nien-
sehenstellen het voor alsof de annexatie-
I plannen gerezen zijn na den doortocht;
dat is echter geheel onjuist. Dc regeering
hoeft gerekend met het recht, met hot
landsbelang en met den zedelijken plicht,
dien zij tot doorlating had, binnen do
grenzen van het redht.
heel tevreden. Een brief, die 0 October ge-
teekend is, is pus 12 October .uitgegaan.
Dat is veel te traag.
De MINISTER: Daar was een Zondag
tusschen.
De heer VAN DOORN (U.-L.) meent, dat
de minister op 9 November kon weten, dat
de wapenstilstand binnen enkele dagen een
feit zou zpn. Spr. Iran de houding van den
minister niet bewonderen.
De heer TREÜB (Econ. B.) constateert,
dat de minister zich heeft laten leiden door,
het recht en door ethische overwegingen.
In de Eerste Kamer heeft de minister ten
aanzien van de pogroms heel anders ge-i
sproken.
Vervolgens behandelt hij even den door
tocht. Het doorlaten was niet in strijd meti
de neutraliteit. Hij vraagt of er nog meer
dan vee is meegevoerd en hg informeert
of dat alles met gecontroleerd ia De mi
nister zegt, dat nog een onderzoek moet
plaats vinden. Dat betreurt apr. Hg wenecht
wat duidelijker verklaringen dienaangaande.
De heer DE JONGE (S. D. A. P.) klaagt
over de 6leohte inrichting van het depar
tement, waardoor nu een vervelend misver
stand is ontstaan. Sprekers portijgenooten
in België hebben verklaard, dat zg geeo
Voet willen geven ami het annex ionisme.
De heer RUTGERS (A.-R.) repliceert
De heer VAN RAVESTEYN (C. P.) be
tuigt, dat de 60 mille, die de heer Wgn-
koop ontving voor de Russische krijgsge
vangenen waren om te voorkomen, dat zij
weer naar de Moermankust zullen worden
gezonden.
De heer DE SAV0RNIN L0HMAN (Clir.-
H.) meent, dat de minister in zake den
doortocht in Limburg goed heeft gehan
deld. Er was geen trjd voor onderhandelin
gen, er was onmiddellgk doortasten noodig.
Overigens zet spr. een opmerking van £©n
heer Van Ravesteyn recht.
De heer DUIJS (S. D. A. P.) steekt het
niet onder stoelen of banken, dat hg Entente-
gezind is. Maar hg komt op tegen de Hetze,
dio tegen den Duitsclien keizer wordt op
gezet Het gaat met aan den keizer als het
symbool van het onrecht te beschouwen.
De regeering moet den keizer en den kroon
prins daarentegen met het egards behan
delen.
Het gebeurde met den brief acht hg niet
onschuldig. De minister moet daarvoofc
waken.
Spr. stelt daarom de motie, die betrek
king heeft op Rusland Het was zijn be
doeling, dat de regeering den gezant zal
erkennen, die gezonden wordt voor dege
nen, die de facto de regeering voeren.
De heer DRESSELHUYS^ (V. L.) ver
klaart vertrouwen te stellen in dien minister.
Hg wacht zgn verdere daden af.
De heer VAN BERESTEYN (V. D.) re
pliceert.
De heer WIJNKOOP (G P.) betoogt nog
eens, dat heb verblijf van den ex-keizer de
voedselvoorziening van ons land in gevaar
brengt De regecring was verplicht hem uit
het land te houden en thans uit te leveren
aan het Duitsche Yoik.
De heer MARCHANT (V.-D.) meent, dat
de minister de kwestie van den brief vol
komen duidelgk heeft gemaakt [Wie den
brief las met konnis van zaken, kan er
gees verkeerden indruk uib krijgen. Door,
zgn oprechte verklaring heeft dé minister
alle misverstand vernietigd.
In zake den doortocht door Limburg blijft'
alleen over wat de soldaten hebben meege
nomen. Onderzoek had weken moeten duren.
De regecring mocht niet anders handelen,
omdat zg gehandeld heeft in aller belong.
Spr. wenscht den minister allen steun te
geven dien hij noodig heeft.
De vergadering wordt verdaagd tot dei
avonds 8 uur.
(Zio Vervolg Eerste BladL)